KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen
Het Spookhuis.
No. 2861.
Woensdag 18 Juli 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
Abonnem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 87V»Ct.
id. franco per post 75 id. fl.20.
id voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BureauKi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlöii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5»
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
1 dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
Hit het Hiiitenland.
Op 'toogenblik, waarop wjj deze regelen
ter neder schrijven, ontbreekt bet on8 nog
steeds aan stellige berichten ten aanzien van
het gebeurde in China, en bovendien wordt
er geklaagd over het gemis van een hande
lend optreden der mogendheden. Men betreurt
het, dat do verbondene troepen in de jongst-
vorloopon dagen al te weinig of zoo goed als
niets hebben gedaan, omdat het totnogtoe den
geallieerden bü het gezamenlijk optreden aan
een hoofd ontbreekt. De keuze schijnt, met
het oog op de verschillende belangen der
mogendheden, lastig, hoogst moeilijk te zjjn.
En daarentegen houden de Chineezen stand,
naar men verzekert, gesteund doorEnropeesche
instructeurs en leiders bjj hnn vijandelijk op
treden tegen de «barbaren* of «vreemde dui
vels*. Men vermoedt, dat, terwijl Europa in
dertijd aan China do noodige oorlogs-materi-
alen heeft verstrekt, de Chineezen ook door
Europeanen in het oorlogvoeren op moderne
wijze zjjn ingewijd. De Dieuwe kannonnen,
waarvan de Chineezen zich thans bedienen,
bezorgen bun een buitengewoon snccés. Men
verzekert in verschillende kringen, dat er op
't oogenblik tnsschen do mogendheden de meest
gewenschte overeenstemming bestaat, en dat
men onderling tevreden is met de gedane ver
zekeringen, dat iedere mogendheid zooveel
troepen voor China zal leveren als zjj maar
missen kan. Terwijl nu de transporten onder
weg zjjn, zal men kunnen overleggen, omtrent
hot opper-coramando en andere bijzonderheden.
Doch de Russische Regeering neemt het niet
zoo heel kalm op. Zij voorziet, dat, wanneer
door het eenparig optreden der mogendheden
de zaken in China in orde mochten zijn ge
bracht, de tegenwoordige gevaren opnieuw te
voorschijn zullen treden. Rusland heeft daarom,
naar men vermoedt, breedvoeriger plannen,
en neemt voortdurend maatregelen, om het
nabij zjjn gebied gelegen China, des noodig,
te bezetten.
Het doel der Duitsche Regeering, die plan
heeft, om niet minder dan 15000 man troepen
naar China te zenden, werd dezer dagen
volgenderwijze samengevat: herstel van de
veiligheid van de personen en goederen der
in China wonende Duitschers (voor zoover die
nog een hoofd op hun schouders dragen); het
redden van de in Peking opgesloten vreem
delingen (voor zoover er g w it te redden
valt)het herstel en de bevestiging van gere
gelde toestanden onder cene geordende Cbi-
neesche regeering, en voldoening voor de ge
pleegde wandaden. Duitschland wenscht
zoo heet het volstrekt niet eene verdeeling
van China, het streef! niet naar bjjzondere
voordeelen
De nieuwsbladen deelden dezer dagen in
hunne berichten omtrent de Zuid-AfrikaanBche
aangelegenheden o. a. het volgende mede
Een ingenieur, die onlangs uit Transvaal te
Parjjs is aangekomen, heeft aan een journalist
het volgende verhaald: ,Ik heb, een paar
dagen vóór mjjn vertrek naar Europa, Presi
dent Kruger ontmoet, en de bewonderens
waardige grjjsaard heeft rajj verzekerd, dat,
zoolang er nog 4U0 of 500 weerbare mannen
zijn, die in het bezit zjjn van hunne wapenen,
de vjjandeljjkhedcn niet zullen eindigen. Nu
zullen de Boeren wel geen oorlog meer voeren
op zjjn Europeescli, doch zjj zullen zich wjjdeu
aan een gnerilla, die voor de Engelschen veel
gevaarljjker is. Zjj zullen hun jagersleven
horvattcn en op de menschenjacht gaan. De
Engelschen kunnen er dus op rekenen, dat
zjj als wilde dieren zullen worden vervolgd.
De oorlog is nog in 't geheel niet uit Neen,
de oorlog is nog niet uit, dat zeidet gij terecht,
Oom PaulDit bleek mjj helder en duidelijk
uit het bericht, 't welk wij in ons vorig num
mer opnamen, waarin Lord Roberts vermeldde,
dat zijne Engelschen weer van de Boeren ter
deeg klop gehad hebben.
Meermalen reeds deelden we verschrikke
lijke tjjdingen meê omtrent den ellendigen
toestand in Brilsch-Indië. Thans vinden we in
eeL der nieuwsbladen vermeld het volgend
relaas der verschrikkingen in dit groote, Azia
tische landEr zijn tegenwoordig 50 millioen
menschen in deze wjjduitgestrekte, Enpelsche
kolonie, die geene andere kleeding hebben
dan een of ander onoogelijk vod, om de
schaamte te bedekken, zoodat zelfs in dit
warme land de avondkoelte en de kilheid van
den morgen de bewoners doen rillen van koude.
Het voorrecht, van zich behoorljjk verzadigd
te gevoelen, valt hun nimmer ten deelvelen
worden het slachtoffer van de ziekten, dio
bijkans zonder ophouden onder hen heerschen.
Sloven en zwoegen, hongorljjdcn, ziekte, droef
heid, bange zorg ziedaar hun gansch be
staan De hoofdoorzaak van dit alles
is armoede, zóó groot en zóó algemeen
verbreid in Britsch Indiö, als de wereld nog
nooit ergens heef! aanschouwd. Het zjjn de
Engelschen, die deze vreeseljjke armoede aan
eene bevolking van 50 millioen menschen
hebben bezorgd. Zjj onttrekken voortdurend
groote kapitalon aan het land, en heffen steeds
zwaardere belastingen. Men vreest de ergste
gevolgen van dezen hopeloozen toestand, die
ook voor Engeland zelve op den duur niet
zullen achterblijven. Boven dit land pakken
zich in den laatsten tjjd dreigende onweers
wolken samen De Kaaapkolonio, vóór den
Z. Afrikaansche oorlog eene rustige bezitting
van Engeland, is thans, tengevolge der ver
wikkelingen, hare vroegere kalmte totaal kwjjt.
Het overwicht van Engeland is er zoo goed
als overal ernstig aangetast onder de bevol
king. Correspondenten en nogal Engelsche
correspondenten verzekeren, dat de voor
heen zoo trouwe, rustige kolonie nu door den
oorlog in eene lastige, onbetrouwbare kolonie
veranderd is.
ftlElTWSTlJDlUGËV
HELDER, 17 Juli 1900.
Rijksmiddelen.
Juni heeft tot den gunstigen staat der
Rijksmiddelen niet weinig medegewerkt.
Zij heeft ruim 1 millioen meer dan het
vorige jaar ingebracht en bijna l1/, millioen
boven een twaalfde der raming voor het
geheele jaar. De succesierechten hebben tot
deze uitkomst in 't bijzonder bijgedragen,
ruim 4'/s ton of bjjna 50 meer dan m 't
vorige jaarverder ook de accijnsen bjjna
4 ton (grootendeels uit de suiker)-, de directe
belastingen 2Va ton. Alleen de wjjn- en bier-
accjjnsen en de drie andere indirecte belas
tingen hebben minder dan Juni 1899 op
geleverd.
Zoodoende is in het eerste halve jaar van
1900 al ruim 5 millioen meer ingekomen
dan in dat tgdperk van 1899 en de raming
is met 13 ton overtroffen.
In de eerste plaats komen de indirecte
belastingen met bijna 2 millioen booger op
brengst, waarvan 17 ton uit de successie
rechten enz., f 160,000 uit zegelrechten,
f 140,000 uit registratie en 2000 uit hypo
theekrechten.
Van de kleinere middelen werd f 433,000
meer ontvangen uit de invoerrechten, bjjna
2 ton uit de posterijen, f 60,000 uit de Rijks-
telegrafen, f80,000 uit de loodsgelden, f7000
uit de gouden en zilveren werken. Alleen
de domeinen gaven f 180,000 minder, waar
toe de aïschaffing der Rjjkstollen sedert 1
Mei heeft meegewerkt.
Beambten Z. A. S. M.
Bljjkens een bij de directie der Neder-
landscbe Zuidafrikaansche Spoorwegmaat
schappij ingekomen telegram van den
consul-generaal der Nederlanden te Kaap
stad, is op 11 dezer het tweede stoomschip
genaamd »German" van Simonsstad ver
trokken met omstreeks 500 personen,
(beambten met vrouwen en kinderen). Van
deze personen, evenals van die per «Arundel
Caatle", zijn de namen niet bekend.
Een feestmaal op den bodem der zee.
Kapitein Lake, een Amerikaanscb inge
nieur, beeft in de baai van Lone-Island,
een diner gegeven, dat tot aan bet eind
der twintigste eeuw zjjn wedergade nog
niet heeft gehad.
Kapitein Lake is de uitvinder van een
onderzeesche boot, welke bij »Argonaut"
heeft gedoopt fljj heeft dertien van zjjn
vrienden een uitnoodiging gezonden om
bij hem een diner op den bodem der zee
te komen bijwonen; het banket heeft op
bet gestelde uur plaats gehad. Men beeft
zich aan boord van de »Argonaut" inge
scheept, de boot laten zinken en toen zij
zich op een diepte van 12 meter onder
het wateroppervlak bevond, werd den gas
ten een diner voorgediend en knalden de
champagnekurken ter eere van de toe
komstige onderzeevaart.
Na het diner nam men eenige belang
rijke proeven met het schip. Men liet
twee duikers het vaartuig verlaten, die in
een nieuw soort scaphander op den bodem
van de zee verschillende proeven namen.
Bij het verlaten van de onderzeesche
boot klaagden slechts enkele der reizigers
over een lichten hoofdpjjn
Evenwel kan de champagne daar ook
schuld aan hebben gehad.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De militaire medewerker van de Daily
Chronicle" merkt op dat de aanval op
Derdepoort het gerucht uit Boerenbron
schijnt te bevestigen dat de Engelschen
in het begin van de week Waterval
ontruimd hebben en dat dit daarop
door Botha bezet is. De geheele beweging
van de Boeren, zegt de man van de Chro
nicle, wjjst op een poging om door de
linkerflank van Lord Roberts heen te bre
ken, waarschijnlijk met het doel om zijn
verbindingslijn langs den spoorweg naar
de Vaal te treffen. Tezelfdertijd heeft
Christiaan Botha's commando den spoor
weg bestookt in Buller's rug te Greylings-
stad, Standerton en Paardekop en aan
merkelijke schade aangericht.
De nederlaag te Nitralsnek is op zich
zelf niet ernstig, maar zjj zal de bevredi
ging van het land vertragen, en veel ver
gen van Lord Roborts' hulpmiddelen op
een oogenblik dat hij zulk een groot ge
deelte van zijn slagwaardige strjjdmacht
naar het zuiden en oosten heeft gezonden
voor de krijgsverrichtingen tegen de Wet.
De catastrophe van Nitralsnek.
PRETORIA, 12 Juli. De Britsche
tegenslag bjj Pretoria gebeurde Woensdag
in een pas van de Magaliesbergen, welke
gehouden moest worden door vjjf compag-
niën van het Lincolnshire regiment en een
cavalerie-escorte van de Scots Greys. Deze
troepen waren daartoe Dinsdag afgezonden.
Drie compagniën met twee kanonnen
namen stelling in den pas terwjjl de an
dere in de vlakte bleven. Woensdagmor
gen bij het aanbreken van den dag ver
scheen een groote Boerenmacht en om
singelde de drie compagnieën, die den
ganschen dag vochten totdat de ammunitie
op was. De Boeren namen de twee ka
nonnen. De Britsche verliezen zjjn zeer
zwaar.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
U was wel zoo vrienduljjk di n Secretaris
van do Sociaal-Democratische Arbeiderspartij
nog weêr eens een kolommetje af te staan en
't is naar aanleiding van z jj n schrjjven, dat
ook ik weer een beroep doe op Uwe gastvrij
heid, die ik zoozeer op prjjs stel. Ik zal
daarom trachten zoo beknopt mogeliik te zjjn.
't Zon me nl. spijten, wanneer we het bjj U
verpeuterden.
De lieer Secretaris verheugt er zich over,
het middel gevonden te hebben om mjj te
bewegen, .een liarteljjk woordje met mjjn
vrienden to wisselen*. Welnn, hjj kan niet
méór verheugd zjjn dan de ondergeteekende.
AU Redacteur Tan «Extra Tjjding* mag ik
hensch niet van mjjn lezers vergen, dat ze
genoegen zullen nemen met geteut over
en weer van en met Heldersche .Sociaal-
Democraten'.
Een stukje uit .Het Volk' zet ik zo
zoo af en toe gaarne voor. Zooietaais .Kouwe
drukte* met hetgeen daarop volgde van m jj n
hand, of .Staalmannetjes* b.v. gevolgd door
.Rooie Duivcltjos*, daar bijten ze in met
smaak, doch hunne magen, ik wil hot eerlyk
bekennen, zjjn niet geschikt voor het kostje,
dat de firma Verstegen enNevein
den regel opdischt.
De heer Secretaris heeft nu zoo ongemerkt
meteen een antwoord op z'n vraag: «welke
reden ik had zjjn stukje in Extra Tjjding*
te weigeren*.
Wanneer nu inmiddels andere plantseljjke
bladen hunne lezers willen .vergasten», dan
lien ik .grootmoedig* genoeg om mij niet
onbetuigd te laten.
Intusscben, heel veel tijd heb ik er ditmaal
niet voor over. Alleen dit
De Secretaris heef! de verregaande onbe
schaamdheid mjj te verwjjten. dat ik, .na
.vuiligheden* en «vnile lasterlijk heden*
(noemde hjj ze maar eens) aan 't adres der
Sociaal-Democraten, aan personen en stelsels
geuit te hebben, mij verberg achter mjjn re-
dactenrsbaantje, nu ik zie dat het spaak loopt*.
Dit nu M. d. R. is een van de vele vlegel
achtige lengens, waarin deze Heldersche we
reldhervormers hun kracht zoeken om met
succes te kunnen opruien.
Zooals ik reeds de vorige maal aantoonde,
ben ik aangevallen. Het bewnsto artikel uit
«Het Volk* is in zjjn geheel door mjj
in .Extra Tjjding' overgenomen en heb ik
mjj in mjjn blad bereid verklaard, aanstonds
de redactie van .Het Volk* te woord te staan,
doch alleen voor het oor van al de lezers
van dat blad.
Niet dus in eene vergadering te
Helder, doch in de Courant .Het Volk*,
waar het thnis behoort. Daartoe ben ik nog
bereid, oogenblikkelijk.
Waarom drukt «Het Volk' mjjn artikel
.Roode Duiveltjes' niet af en geeft er zjjn
antwoord bjj, wanneer daarin dan znlke «vuilig
heden' en .lasterljjkheden* voorkomen.
Waarom moet dat antwoord gegeven wor
den in een vergadering te Helder
Omdat het schurftig schaap de roskam
vreest. Omdat de redactie van .Het
Volk* mijne verdediging niet
voor haro partjjgenooton inden
lande dnrft brengen.
Ten slotte zegt mijnbeer de Secretaris, en
dat is dan zjjn conclusie.dat de heer Staal
man den moed mist, zich in een openbaar
debat te begeven met een onzer propagan
disten of woordvoerders.»
Dit, M. d. R., is kortweg gezegd, gekken
praat.
Niemand dan de ondergeteekende heeft
het ooit in deze gemeente in het openbaar
tegen de socialisten opgenomen.
Op mjjn reizen door het land heb ik mjj
met zoo ongoveer alle bekende woordvoer
ders der sociaal-democraten in debat bugeven
en hen steeds, waar ik sprak, de vollle vrjj-
hoid verleend mjj te bestrijden.
Ook in de Kamer heb ik meermalen ge
toond, waar noodig, met de sociaal-democra
ten te durven verschillen.
Dit feit is zóó notoir, zóó overbekend, dat
ik op zulk een laffe, bun jongensachtige be
schuldiging niet verder behoef in te gaan.
Wanneer de hoeren intusscben mocnen mjj
door middel van briefjes met of zonder post
zegels, door scheldpartjjen te zullen prikkelen
toch eindel|jk wel een uitnoodiging aan te
nemen, dan geel ik ze den gemoedeljjken raad,
hun poging te staken.
Ik ben niet gewoon en niet van plan mjj
door sociaal-democraten te laten opcomman-
deeren en beleefdheden, uitnoodigingen van
menschen die mjj verafschuwen worden door
mjj niet aangenomen.
U zeer dankend, M. de R., ben ik
Uw dw. dienaar,
STAALMAN,
Red. .Extra Tjjding».
Helder, 12 Juli 1900.
Een ontzettend ongeluk.
J.l Vrijdag tegen den avond, omstreeks
7 uur, verspreidde zich hier in de ge
meente het gerucht, dat er op den Zeedijk
nabij het »landshok" een hoogst tragisch
voorval had plaats gehad en weldra bleek
het, dat het gerucht helaas! waarheid
bevatte. Door het ontploffen van twee
granaten waren drie menschen, nog even
te voren gezond en wel, op eens op vree
seljjke wijze door den dood voor altjjd aan
de hunnen ontruktacht anderen zooda
nig gekwetst, dat zij aan de gevolgen der
bekomen verwondingen het leven zullen
moeten laten, of waarschijnlijk in het ver
volg één of meer ledenmaten zullen moe
ten missen, en drie personen licht gewond.
Hoewel wjj van deze hoogst treurige
gebeurtenis reeds Zaterdag per bulletin
aan onze abonué's in de gemeente mede-
deeling deden, achten wjj ons toch ver
plicht hier nogmaals het verslag der ramp,
maar eenigszins gewjjzigd en aangevuld,
te laten volgen.
Sedert eenige dagen worden van de bat-
terg Kaaphoofd door de artillerie schiet
oefeningen gehouden met granaten. .Aan
sommige vletterlieden is vergunning ver
leend de scherven van de afgeschoten
granaten te zoeken en deze tegen een
geldeljjke belooning weder in te leveren.
Aan de zoekers zijn ter voorkoming van
ongelukken instructie's gegeven en een der
bepalingen luidt, dat men de ongeschon
den projectielen in diep water moet wer
pen of op de plaats, waar zjj gevonden
worden, in het zand begraven en ter her
kenning een paaltje er bjj moet plaatsen.
Deze bepaling werd niet altjjd nageleefd
en meermalen werden gevulde granaten
medegenomen en op den Zeedjjk stuk ge
slagen. Het veelvuldig omgaan met deze
kogels heelt de vinders achteloos gemaakt
en hen het gevaar doen minachten. Zoo
ook j.l. Vrjjdag. De vletterlieden. Jan
Koningstem, Jan Runnenbnrg, Willem
Coster, Jan Coster, Martinus Kramer en
Pieter Rensmaag, waren naar Onrust"
geweest en hadden daar elf projectielen
gevonden, die zjj in hun vlet medenamen
en aan den wal brachten. Op den dijk
nabjj 't >landshok" sloopten zjj dezen met
een moker tot scherven en verzamelden
de kogeltjes die er in waren. Reeds waren
er zeven projectielen aldus behandeld, toen
men één met springstof gevulde granaat
onder handen kreeg. Hiermede ging men
zeer onvoorzichtig te werk met het nood
lottig gevolg, dat twee der granaten met
dreunend geweld ontploften, de scherven
woest in het rond vlogen en de in de
nabjjheid zjjnde personen troffen. Ver-
schrikkeljjk was de uitwerking. Veertien
menschen waren in een oogenblik tjjds
min of meer gewond, de meesten evenwel
zeer ernstig. De een baadde in zjjn bloed,
een ander was op onderscheidene plaatsen
deerlijk gekwetst, een derde waren de
ledematen van het lichaam gerukt, een
vierde was op vreeseljjke wjjze verminkt.
De zich op eenigen afstand van de plaats
des onheils bevindende personen schoten
doodelijk ontsteld oogenblikkeljjk toe om
hulp te verleenen aan de jammerljjk ge
kwetsten en met spoed werden de onge-
lukkigen terstond gebracht in het iu de
onmiddeljjke nabijheid gelegen gebouw
van de vroegere infirmerie. Dat hier on
beschrijfelijke tooneelen voorvielen, behoe
ven we zeker niet te melden.
In het gebouw waren geen geneeskun
digen aanwezig, zoodat de heer Dr. P. C.
F. Frowein, die zich op den djjk bevond,
met groote toewjjding en zorg de eerste hulp
verleende om zooveel raogeljjk het verdere
bloedverlies tegen te gaan. Weldra kwamen
nu ook de dokters, de heeren J. Nord, J.
C. Diehl, J. Smits, A. W. Drjjver en P.
Visser, die bjjgestaan door eenige hospitaal
soldaten en andere militairen het aangevan
gen werk voortzetten en het eerste verband
legden. Zjj moesten evenwel constateeren,
dat 3 personen overleden, 8 zwaar en 3
licht gewond waren. De overledenen werden
daarop per brancard naar het gemeente
ziekenhuis en de zwaar gewonden naar het
marine-hospitaal vervoerd".
De kort na het ongeval jammerljjk om
gekomenen zjjnJan A. Koningstein,
oud 41 jaar, die een weduwe met 11 kin
deren, Jan Rnnnenbnrg, oud 32 jaar,
die een weduwe met 4 kinderen achterlaat
en Dirk Been, een jonkman van 25 jaar,
wiens broeder, nu ruim een jaar geleden
bij Onrust in een vlet door den bliksem
werd gedood. Hjj behoorde niet tot de man
nen, die granaten gezocht hadden, maar
was tijdens het ongeluk bezig een vlet te
verven.
Tot de zwaar gewonden, die naar het
hospitaal vervoerd werden, behoorden de
gebroeders Maarten, Jan en Willem
Coster, Gerrit Huurman, Jan
Schendelaar, Martinus Kramer,
Jan Kwinkelenberg en George
Si raai (een knaap van 15 jaar). Tot de
lichtgewonden behoorden Pieter Rens
maag, Abraham Ewald en Pieter
Koningstein.
In het marine-hospitaal bood oogenblik
keljjk de geheele geneeskundige dienst met
de meeste bereidwilligheid en opoffering de
helpende hand. Op lofwaardige wjjze was
deze tot laat in den nacht in de weer, om
het leed zooveel mogeljjk te verzachten.
Die hulp was voor een tweetal evenwel
overbodig, want kort na hunne opname in
het hospitaal overleden de gebroeders
Maarten en Jan Coster, beiden
ongehuwd, 22 en 20 jaar oud. Van den
derden broeder, Willem Coster, die
gehuwd is, werd de rechterhand geampu
teerd. Wat een ruïne in één familie'.
Omtrent de overigen kunnen wjj rnede-
deelen, dat van George Siraal de lin
kervoet en van Jan Schendelaar het
linkerbeen is afgezet. Van Jan Kwin
kelenberg is een der beenon verbrjj-
zeld, het andere zwaar gekwetst, boven
dien heeft hij nog een hoofdwond. Gerrit
Huurman is zwaar gewond aan het
rechterbeen, Martinus Kramer licht
aan het hoofd.
De majoor-torpedist P. Koningstein,
die tijdens de ontploffing op den dyk wan
delde, heeft behalve aan zjjn voet eenige
kleinere verwondingen bekomen. Hjj werd
door de heeren Kooreman en Maas voor-
loopig verbonden en kon eenigen tjjd later
per rijtuig vervoerd worden. Een bijzonder
heid heeft zich bjj deze verwonding nog
voorgedaan het zakmes van den getroffene
bleek gebroken. Er is waarschjjnljjk een
granaatscherf op afgestuit, wat misschien
zjjn behoud is geweest.
De ramp, die wij hierboven vermeld
hebben, is ernstig en aangrjjpend, de ont
steltenis die zjj veroorzaakte, buitenge
woon. Nog ernstiger wordt zg echter,
wanneer wij bedenken, dat vele huisge
zinnen niet alleen in diepen rouw zjjn
gedompeld, maar ook hun kostwinners
moeten missen. Twee vrouwen, die hun
mannen, zestien kinderen, die hun vader
verloren, zjjn broodeloos geworden. Eenige
jonge menschen in de kracht des levens
zullen naar het lichaam verminkt zjjn en
niet in staat wezen in hun eigen onder
houd te voorzien. Daarom moet er ieta
gedaan worden voor deze beklagenswaar
dige menschen, Wjj twijfelen dan ook
tjilletom".
92)
Capitola volgde met spanning bet verhaal
der vele misdaden, die majoor Warfield haar
uit de nagelaten papieren van zjjn doodsvijand
voorlas. Zoo werden haar eindeljjk de donkere
geheimen onthuld, die over haar jeugdig leven
matten. Wat de machtigste, vreugdevolste
indruk op haar maakte, was de zalige gedachte,
hare moeder nog te bezitten. En ze kende
ze reeds, ze herinnerde zich nu helder het
bleeke gelaat der witte gedaante, die in 't
Spookhuis' zich over haar gebogen en haar
op 't voorhoofd gekust had. Ook de opval
lende gelijkenis van deze persoon met bet
portret, die zjj meer iu haar leven meende
gezien te hebben, zonder zich te kunnen her
inneren wanneer, was haar nu gocu raadsel
meer. Zjj zelf geleek op het portret, het was
de geijjkenis van moeder en dochter, die ook
dest|jda den jongen Lenoir op 't ware spoor
der indentiteit van Capitola bracht.
Dns zal ik zoo gelukkig zjjn, mjjno moeder
weer te zien riep ze verheugd uit. .Zeidet
gjj niet, oom, dat zjj met uwen zoon Traverse
en met Herbert op de terugreis naar liier
zjjn
.Ja, mjjn kind,* hernam dc grijsaard. .De
wakkere joDgcns brengen haar hierheen, we
kunnen eiken dag hunno aankomst verwachten.
Zie eenB, Cap, welk een wonderbaren samen
hang van gcbenrtcniasen 1 Ik ik was zoo
gelukkig de dochter van Eugbuc Lenoir uil
do gevaren van Now-York te redden en nu
is 't weer mjjn zoon, waarvan zich de Voor
zienigheid bedient, om je moeder te redden.
Is hier niet duideljjk Gods hand in 't spul,
die ons leidde? We willen nu ter ruste gaan,
beste Cap, want ik moet morgen zeer vroeg
naar Tip-Top, om vandaar den eersten trein
naar Staunton te nemen.
Op 't punt van naar zjjne kamer te gaan,
hoorde hjj met den jjzeren klopper zoo hevig
op do groote slotpoort beuken, dat 't door 't
kasteel drennde.
Onmiddelljjk daarna ging de poort open.
«Zouden het reeds onze verwachte reizigers
zjjn?» zei de majoor. .Het zou mij zeer aan
genaam zjjn, indien ik hen welkom kon heeten,
voordat ik mjjne vrouw afhaal.'
Oom en nicht luisterden nog toen Wool de
deur opende, en met een van vreugde stralend
gelaat uitriep
M ister HerbertSir Imister Herbert
.Ha, mgn neef!* riep de majoor, den bin-
nentredenden man de hand reikend, daar hjj
hem niet omarmen kon, wjjl Capitola reeds
aan den hals van den knappen kapitein hing,
.mjjn lieve Herbert, ik ben trotsch op je
Wat ben ik bljj je weer te zienJe hebt
uwen ouden oom eer aangedaan, woarljjk, de
cadet van Weet-Point heeft zich dapper ge
dragen, wees daarom welkom hartelijk
welkom Wjj verwachtten je met ongeduld,
ik heb jo brief aan Cap voorgelezen,» voegde
hjj er in éón adem bij, .je zult haar hebben,
ja je zult mot haar bruilof! vieren, wanneer
je wilt. Ik haal mjj ook morgen mjjne vrouw,
want je hebt woord gehouden en mjj hare
onschuld bewezen. Morgen vroeg ga ik naar
Willow-Heigbts.»
.Niet noodig, dat ge zoo ver gaat, lieve
oom,' hernam Herbert. .Doch veroorloof mg
eerst eene vraag aan Cap, don zal ik u'^eg-
gen, waarom gjj niet naar Willow-Heights
behoeft te gaan Cap, onze goede oom heeft
je alles gezegd, niet waar?»
,Ja, alles,' hernam 't jonge meisje, .'t is
dus niet noodig, dat je het herhaalt. Maar
waar hebt ge mjjne moeder gelaten Is ze
niet bjj je
.Ja, en je zult haar dadelijk zien,' hernam
Herbert, .en ik ben vooruitgesnold om eerst
nog eene andere persoon voor te stellen.'
•Oom,' zei hjj tot dezen, .we zjjn over
Staunton gereisd en hebben mistress Warfield
en miss Day binnengebracht. Traverse breng
uwe moeder en uwe bruid binnen
Geljjktijdig ging de deur open om den
jongen dokter en zjjne moeder binnen te laten,
die op den arm van haar zoon leunende,
langzaam en aarzelend den majoor naderde,
terwijl Clara aan de deur bleef staan.
De oude driftkop meende, dat do grond
onder zijn voeten wegzonkmet wankelende
schreden ging hjj zjjne vronw tegemoet ei
zou zich zeker voor haar op do knieën ge
worpen hebben, indien Martha niet beide
armen naar hem uitstrekte.
Martha, Martha!' riep of stameldo de
grjjsaard, .zult ge mjj ooit kunnen vergeven?*
Mistress Rocke, of beter gezegd mistress
Warfield, zonk aan do borst vun haar echt
genoot, die zjj met tranen van liefdo besproeide.
Het is een oogenblik van plechtige stilte,
waarop zonder een oogenblik tc spreken eene
duurzame verzoening plaats vond.
Ook Traverse gevoelde geen wrok meer
jegens dengem*, die bjj zoo diep geroerd in
de armen zjjner moeder liggen en weenen
zag. Hij vatto do hand zjjns vaders, die zich
nu van Martha losmaakte om zijn zoon te
omhelzen.
Zonder iets tc zeggen had zich Herbert
oen oogenblik verwjjilerd. Hjj kwam terug
met Capitola's moedor.
Weldra lagen moeder en dochter aan elkan
ders borst.
Eenige minuten lang heerschte in do zaal
een verward geluid van zuchten, kussen en
uitroepen van liefde.
Toen allon weer wat bedourd waren, stelde
Traverso zjjnen vader Clara Day als zijne
bruid voor, die door den ouden heer zeer har
telijk als zjjn aanstaande lieve schoondochter
begroet werd.
Wij verlaten mot onze lezers voor acht dagen
Warfieldhouse, om dan er een drievoudig feest
te vieren bg de gelukkige familie.
VIER-EN-VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Door een gelukkig toeval was de lste
Augustus de dag, waarop Clara Day meerder
jarig werd en de onde Warfield met Martha
Rocke hun zilveren bruilof! vierden.
Volgens den wensch van den ouden hoer
zou dozc dag voor zjjne geliefde familie een
vreugdedag worden, daarom bepaalde de
majoor tevens het huweljjk van Traverso met
Clara en van zjjn neef Herbert met Capitola
op dien dag.
Heel Warfieldhouse baadde, om zoo te zeg
gen, in vreugde on zeker verheugde zich
Capitola niet het minst over haar geluk, hadde
een somber wolkje niet die tevredenheid en
zaligheid beneveld.
Deze wolk, die onophoudelijk nader kwam,
was de dag der terechtstelling van Mac Do-
nald, die zwaar als lood op Capitola drukte
tot lieden had ze nog geen middel kunnen
uitvindon om den bandiet to bevrjjden.
Buiten haar dacht niemand in Warfield
house meer aan den ongelukkige, totdat de
belangstelling der slotbewoucrs voor den ban
diet door eene bjjzondere omstandigheid weder
De gouverneur had de terechtstelling eenige
dagen uitgesteld om te beproeven hem eenige
bekentenissen omtrent de andere leden der
bende te ontlokken, in plaats van den 2Csten
Juli zou hjj den laten Augustus gehangen
worden.
In 't slot Warfieldhouse veroorzaakte deze
beslissing eene niet geringe ontroering. De
gedachte, dat Mac Donald op denzclfdcn dag
zou gehangen worden, waarop zjj bruilof!
vierden, was ondragelijk voor onze vrienden.
Er was maar een uitweg, namelijk het drie
voudig feest op een anderen dag tc bepalen,
de majoor echter wilde hiervan niets weten,
zjjno zilveren bruiloft moest op dien dag ge
vierd worden.
Capitola word voortdurend meer koorts
achtig en gejaagd, hoe meer het einde van
de maand naderde. Ze kwelde haar geest om
een redmiddel te ontdekken, doch hoo meer
ze er over nadacht, de* te duidelijker werd
haar mocisljjkheid, den ongelukkige aan zjjn
treurig lot te ontrukken. Mac Donald was
alleen opgesloten en met dubbolo ketens aan
den kerkermuur geklonken. Hjj lag in 't
midden der gevangenis, zijne col kwam op
een gang uit, die door een ijzeren deur was
afgestolen en dag en nacht door twee agenten
werd bewaakt.
Aan vluchten viel dus bijna niet te donken
en toch bleef Mac Donald in opgeruimde
stemming. Op allu vragen, die men hem
stelde, antwoordde hjj beslist, dat lig geen
moord op zjjn geweten had, ook weigerde hjj
de namen zijner kameraden op te geren. Om
hem tot bekentenis te brengen, toonde men
hem de schriftcljjke onthullingen van kapitein
Lenoir. Doch hjj trok verachteljjk de schou
ders op en bleef bg zjjn bewering, dat hjj
miss Capitola nooit een baar had willen kren-
ken. Hjj was op haar verliefd, zeidc hjj.
Ik wilde haar wel met geweld schaken,*
bekende hjj, fdoch alleen om met baar te
trouwen en dan in een andere staat van
Amerika een nieuw leven te beginnen. Wan
neer ik inwilligde, haar uit den weg te ruimen,
zooals kapitein Lenoir schrjjft, was dit alleen
om haar te redden. Had de kapitein zich tot
anderen gewend, dan ware wellicht zjjn wensch
vervuld en om dit te voorkomen, nam ik zjjne
voorstel aan.*
Toen men dit de miss meedeelde, brak zjj
in tranon los en verzekerde, dat zjj van de
waarheid zjjner woorden overtuigd was.
Middelerwjjl was de vooravond der drie
voudige bruiloft, alsook die der terechtstelling
van Mac Donald aangebroken. Traverse en
Herbert waren met den majoor in de biblio
theek gegaan, om over verschillende zaken te
beslissen, terwjjl aan de dames de zorg voor
de toeberoidselcn voor 't feest overgelaten wu,
dat de majoor, volgens zjjn rang en rjjkdom,
zoo grootsch mogelijk wilde vieren.
Mistress Lenoir en mistress Warfield, zoo
wel als Capitola en Clara, hadden hot dus
zeer druk bjj mistress Codiment. Onze heldin
Capitola echter verliet onder ocoig voor
wendsel do zaal en snelde naar de binnen
plaats, waar zjj een stalknecht bevel gaf
haren Gyp te zadelen en zich gereed te maken
haar te vergezellen.
Eenige minuten later reed zjj in galop
naar Tip-Top, zonder hare huisgenoten hier
van iets gezegd te hebben.
(Wordt vervolgd.)