KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen Het Spookhuis. No. 2861. Woensdag 18 Juli 1900. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. Abonnem ent p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 87V»Ct. id. franco per post 75 id. fl.20. id voor het Buitenland fl.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. BureauKi Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlöii van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5» Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. 1 dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn. Hit het Hiiitenland. Op 'toogenblik, waarop wjj deze regelen ter neder schrijven, ontbreekt bet on8 nog steeds aan stellige berichten ten aanzien van het gebeurde in China, en bovendien wordt er geklaagd over het gemis van een hande lend optreden der mogendheden. Men betreurt het, dat do verbondene troepen in de jongst- vorloopon dagen al te weinig of zoo goed als niets hebben gedaan, omdat het totnogtoe den geallieerden bü het gezamenlijk optreden aan een hoofd ontbreekt. De keuze schijnt, met het oog op de verschillende belangen der mogendheden, lastig, hoogst moeilijk te zjjn. En daarentegen houden de Chineezen stand, naar men verzekert, gesteund doorEnropeesche instructeurs en leiders bjj hnn vijandelijk op treden tegen de «barbaren* of «vreemde dui vels*. Men vermoedt, dat, terwijl Europa in dertijd aan China do noodige oorlogs-materi- alen heeft verstrekt, de Chineezen ook door Europeanen in het oorlogvoeren op moderne wijze zjjn ingewijd. De Dieuwe kannonnen, waarvan de Chineezen zich thans bedienen, bezorgen bun een buitengewoon snccés. Men verzekert in verschillende kringen, dat er op 't oogenblik tnsschen do mogendheden de meest gewenschte overeenstemming bestaat, en dat men onderling tevreden is met de gedane ver zekeringen, dat iedere mogendheid zooveel troepen voor China zal leveren als zjj maar missen kan. Terwijl nu de transporten onder weg zjjn, zal men kunnen overleggen, omtrent hot opper-coramando en andere bijzonderheden. Doch de Russische Regeering neemt het niet zoo heel kalm op. Zij voorziet, dat, wanneer door het eenparig optreden der mogendheden de zaken in China in orde mochten zijn ge bracht, de tegenwoordige gevaren opnieuw te voorschijn zullen treden. Rusland heeft daarom, naar men vermoedt, breedvoeriger plannen, en neemt voortdurend maatregelen, om het nabij zjjn gebied gelegen China, des noodig, te bezetten. Het doel der Duitsche Regeering, die plan heeft, om niet minder dan 15000 man troepen naar China te zenden, werd dezer dagen volgenderwijze samengevat: herstel van de veiligheid van de personen en goederen der in China wonende Duitschers (voor zoover die nog een hoofd op hun schouders dragen); het redden van de in Peking opgesloten vreem delingen (voor zoover er g w it te redden valt)het herstel en de bevestiging van gere gelde toestanden onder cene geordende Cbi- neesche regeering, en voldoening voor de ge pleegde wandaden. Duitschland wenscht zoo heet het volstrekt niet eene verdeeling van China, het streef! niet naar bjjzondere voordeelen De nieuwsbladen deelden dezer dagen in hunne berichten omtrent de Zuid-AfrikaanBche aangelegenheden o. a. het volgende mede Een ingenieur, die onlangs uit Transvaal te Parjjs is aangekomen, heeft aan een journalist het volgende verhaald: ,Ik heb, een paar dagen vóór mjjn vertrek naar Europa, Presi dent Kruger ontmoet, en de bewonderens waardige grjjsaard heeft rajj verzekerd, dat, zoolang er nog 4U0 of 500 weerbare mannen zijn, die in het bezit zjjn van hunne wapenen, de vjjandeljjkhedcn niet zullen eindigen. Nu zullen de Boeren wel geen oorlog meer voeren op zjjn Europeescli, doch zjj zullen zich wjjdeu aan een gnerilla, die voor de Engelschen veel gevaarljjker is. Zjj zullen hun jagersleven horvattcn en op de menschenjacht gaan. De Engelschen kunnen er dus op rekenen, dat zjj als wilde dieren zullen worden vervolgd. De oorlog is nog in 't geheel niet uit Neen, de oorlog is nog niet uit, dat zeidet gij terecht, Oom PaulDit bleek mjj helder en duidelijk uit het bericht, 't welk wij in ons vorig num mer opnamen, waarin Lord Roberts vermeldde, dat zijne Engelschen weer van de Boeren ter deeg klop gehad hebben. Meermalen reeds deelden we verschrikke lijke tjjdingen meê omtrent den ellendigen toestand in Brilsch-Indië. Thans vinden we in eeL der nieuwsbladen vermeld het volgend relaas der verschrikkingen in dit groote, Azia tische landEr zijn tegenwoordig 50 millioen menschen in deze wjjduitgestrekte, Enpelsche kolonie, die geene andere kleeding hebben dan een of ander onoogelijk vod, om de schaamte te bedekken, zoodat zelfs in dit warme land de avondkoelte en de kilheid van den morgen de bewoners doen rillen van koude. Het voorrecht, van zich behoorljjk verzadigd te gevoelen, valt hun nimmer ten deelvelen worden het slachtoffer van de ziekten, dio bijkans zonder ophouden onder hen heerschen. Sloven en zwoegen, hongorljjdcn, ziekte, droef heid, bange zorg ziedaar hun gansch be staan De hoofdoorzaak van dit alles is armoede, zóó groot en zóó algemeen verbreid in Britsch Indiö, als de wereld nog nooit ergens heef! aanschouwd. Het zjjn de Engelschen, die deze vreeseljjke armoede aan eene bevolking van 50 millioen menschen hebben bezorgd. Zjj onttrekken voortdurend groote kapitalon aan het land, en heffen steeds zwaardere belastingen. Men vreest de ergste gevolgen van dezen hopeloozen toestand, die ook voor Engeland zelve op den duur niet zullen achterblijven. Boven dit land pakken zich in den laatsten tjjd dreigende onweers wolken samen De Kaaapkolonio, vóór den Z. Afrikaansche oorlog eene rustige bezitting van Engeland, is thans, tengevolge der ver wikkelingen, hare vroegere kalmte totaal kwjjt. Het overwicht van Engeland is er zoo goed als overal ernstig aangetast onder de bevol king. Correspondenten en nogal Engelsche correspondenten verzekeren, dat de voor heen zoo trouwe, rustige kolonie nu door den oorlog in eene lastige, onbetrouwbare kolonie veranderd is. ftlElTWSTlJDlUGËV HELDER, 17 Juli 1900. Rijksmiddelen. Juni heeft tot den gunstigen staat der Rijksmiddelen niet weinig medegewerkt. Zij heeft ruim 1 millioen meer dan het vorige jaar ingebracht en bijna l1/, millioen boven een twaalfde der raming voor het geheele jaar. De succesierechten hebben tot deze uitkomst in 't bijzonder bijgedragen, ruim 4'/s ton of bjjna 50 meer dan m 't vorige jaarverder ook de accijnsen bjjna 4 ton (grootendeels uit de suiker)-, de directe belastingen 2Va ton. Alleen de wjjn- en bier- accjjnsen en de drie andere indirecte belas tingen hebben minder dan Juni 1899 op geleverd. Zoodoende is in het eerste halve jaar van 1900 al ruim 5 millioen meer ingekomen dan in dat tgdperk van 1899 en de raming is met 13 ton overtroffen. In de eerste plaats komen de indirecte belastingen met bijna 2 millioen booger op brengst, waarvan 17 ton uit de successie rechten enz., f 160,000 uit zegelrechten, f 140,000 uit registratie en 2000 uit hypo theekrechten. Van de kleinere middelen werd f 433,000 meer ontvangen uit de invoerrechten, bjjna 2 ton uit de posterijen, f 60,000 uit de Rijks- telegrafen, f80,000 uit de loodsgelden, f7000 uit de gouden en zilveren werken. Alleen de domeinen gaven f 180,000 minder, waar toe de aïschaffing der Rjjkstollen sedert 1 Mei heeft meegewerkt. Beambten Z. A. S. M. Bljjkens een bij de directie der Neder- landscbe Zuidafrikaansche Spoorwegmaat schappij ingekomen telegram van den consul-generaal der Nederlanden te Kaap stad, is op 11 dezer het tweede stoomschip genaamd »German" van Simonsstad ver trokken met omstreeks 500 personen, (beambten met vrouwen en kinderen). Van deze personen, evenals van die per «Arundel Caatle", zijn de namen niet bekend. Een feestmaal op den bodem der zee. Kapitein Lake, een Amerikaanscb inge nieur, beeft in de baai van Lone-Island, een diner gegeven, dat tot aan bet eind der twintigste eeuw zjjn wedergade nog niet heeft gehad. Kapitein Lake is de uitvinder van een onderzeesche boot, welke bij »Argonaut" heeft gedoopt fljj heeft dertien van zjjn vrienden een uitnoodiging gezonden om bij hem een diner op den bodem der zee te komen bijwonen; het banket heeft op bet gestelde uur plaats gehad. Men beeft zich aan boord van de »Argonaut" inge scheept, de boot laten zinken en toen zij zich op een diepte van 12 meter onder het wateroppervlak bevond, werd den gas ten een diner voorgediend en knalden de champagnekurken ter eere van de toe komstige onderzeevaart. Na het diner nam men eenige belang rijke proeven met het schip. Men liet twee duikers het vaartuig verlaten, die in een nieuw soort scaphander op den bodem van de zee verschillende proeven namen. Bij het verlaten van de onderzeesche boot klaagden slechts enkele der reizigers over een lichten hoofdpjjn Evenwel kan de champagne daar ook schuld aan hebben gehad. De Oorlog in Zuid-Afrika. De militaire medewerker van de Daily Chronicle" merkt op dat de aanval op Derdepoort het gerucht uit Boerenbron schijnt te bevestigen dat de Engelschen in het begin van de week Waterval ontruimd hebben en dat dit daarop door Botha bezet is. De geheele beweging van de Boeren, zegt de man van de Chro nicle, wjjst op een poging om door de linkerflank van Lord Roberts heen te bre ken, waarschijnlijk met het doel om zijn verbindingslijn langs den spoorweg naar de Vaal te treffen. Tezelfdertijd heeft Christiaan Botha's commando den spoor weg bestookt in Buller's rug te Greylings- stad, Standerton en Paardekop en aan merkelijke schade aangericht. De nederlaag te Nitralsnek is op zich zelf niet ernstig, maar zjj zal de bevredi ging van het land vertragen, en veel ver gen van Lord Roborts' hulpmiddelen op een oogenblik dat hij zulk een groot ge deelte van zijn slagwaardige strjjdmacht naar het zuiden en oosten heeft gezonden voor de krijgsverrichtingen tegen de Wet. De catastrophe van Nitralsnek. PRETORIA, 12 Juli. De Britsche tegenslag bjj Pretoria gebeurde Woensdag in een pas van de Magaliesbergen, welke gehouden moest worden door vjjf compag- niën van het Lincolnshire regiment en een cavalerie-escorte van de Scots Greys. Deze troepen waren daartoe Dinsdag afgezonden. Drie compagniën met twee kanonnen namen stelling in den pas terwjjl de an dere in de vlakte bleven. Woensdagmor gen bij het aanbreken van den dag ver scheen een groote Boerenmacht en om singelde de drie compagnieën, die den ganschen dag vochten totdat de ammunitie op was. De Boeren namen de twee ka nonnen. De Britsche verliezen zjjn zeer zwaar. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur! U was wel zoo vrienduljjk di n Secretaris van do Sociaal-Democratische Arbeiderspartij nog weêr eens een kolommetje af te staan en 't is naar aanleiding van z jj n schrjjven, dat ook ik weer een beroep doe op Uwe gastvrij heid, die ik zoozeer op prjjs stel. Ik zal daarom trachten zoo beknopt mogeliik te zjjn. 't Zon me nl. spijten, wanneer we het bjj U verpeuterden. De lieer Secretaris verheugt er zich over, het middel gevonden te hebben om mjj te bewegen, .een liarteljjk woordje met mjjn vrienden to wisselen*. Welnn, hjj kan niet méór verheugd zjjn dan de ondergeteekende. AU Redacteur Tan «Extra Tjjding* mag ik hensch niet van mjjn lezers vergen, dat ze genoegen zullen nemen met geteut over en weer van en met Heldersche .Sociaal- Democraten'. Een stukje uit .Het Volk' zet ik zo zoo af en toe gaarne voor. Zooietaais .Kouwe drukte* met hetgeen daarop volgde van m jj n hand, of .Staalmannetjes* b.v. gevolgd door .Rooie Duivcltjos*, daar bijten ze in met smaak, doch hunne magen, ik wil hot eerlyk bekennen, zjjn niet geschikt voor het kostje, dat de firma Verstegen enNevein den regel opdischt. De heer Secretaris heeft nu zoo ongemerkt meteen een antwoord op z'n vraag: «welke reden ik had zjjn stukje in Extra Tjjding* te weigeren*. Wanneer nu inmiddels andere plantseljjke bladen hunne lezers willen .vergasten», dan lien ik .grootmoedig* genoeg om mij niet onbetuigd te laten. Intusscben, heel veel tijd heb ik er ditmaal niet voor over. Alleen dit De Secretaris heef! de verregaande onbe schaamdheid mjj te verwjjten. dat ik, .na .vuiligheden* en «vnile lasterlijk heden* (noemde hjj ze maar eens) aan 't adres der Sociaal-Democraten, aan personen en stelsels geuit te hebben, mij verberg achter mjjn re- dactenrsbaantje, nu ik zie dat het spaak loopt*. Dit nu M. d. R. is een van de vele vlegel achtige lengens, waarin deze Heldersche we reldhervormers hun kracht zoeken om met succes te kunnen opruien. Zooals ik reeds de vorige maal aantoonde, ben ik aangevallen. Het bewnsto artikel uit «Het Volk* is in zjjn geheel door mjj in .Extra Tjjding' overgenomen en heb ik mjj in mjjn blad bereid verklaard, aanstonds de redactie van .Het Volk* te woord te staan, doch alleen voor het oor van al de lezers van dat blad. Niet dus in eene vergadering te Helder, doch in de Courant .Het Volk*, waar het thnis behoort. Daartoe ben ik nog bereid, oogenblikkelijk. Waarom drukt «Het Volk' mjjn artikel .Roode Duiveltjes' niet af en geeft er zjjn antwoord bjj, wanneer daarin dan znlke «vuilig heden' en .lasterljjkheden* voorkomen. Waarom moet dat antwoord gegeven wor den in een vergadering te Helder Omdat het schurftig schaap de roskam vreest. Omdat de redactie van .Het Volk* mijne verdediging niet voor haro partjjgenooton inden lande dnrft brengen. Ten slotte zegt mijnbeer de Secretaris, en dat is dan zjjn conclusie.dat de heer Staal man den moed mist, zich in een openbaar debat te begeven met een onzer propagan disten of woordvoerders.» Dit, M. d. R., is kortweg gezegd, gekken praat. Niemand dan de ondergeteekende heeft het ooit in deze gemeente in het openbaar tegen de socialisten opgenomen. Op mjjn reizen door het land heb ik mjj met zoo ongoveer alle bekende woordvoer ders der sociaal-democraten in debat bugeven en hen steeds, waar ik sprak, de vollle vrjj- hoid verleend mjj te bestrijden. Ook in de Kamer heb ik meermalen ge toond, waar noodig, met de sociaal-democra ten te durven verschillen. Dit feit is zóó notoir, zóó overbekend, dat ik op zulk een laffe, bun jongensachtige be schuldiging niet verder behoef in te gaan. Wanneer de hoeren intusscben mocnen mjj door middel van briefjes met of zonder post zegels, door scheldpartjjen te zullen prikkelen toch eindel|jk wel een uitnoodiging aan te nemen, dan geel ik ze den gemoedeljjken raad, hun poging te staken. Ik ben niet gewoon en niet van plan mjj door sociaal-democraten te laten opcomman- deeren en beleefdheden, uitnoodigingen van menschen die mjj verafschuwen worden door mjj niet aangenomen. U zeer dankend, M. de R., ben ik Uw dw. dienaar, STAALMAN, Red. .Extra Tjjding». Helder, 12 Juli 1900. Een ontzettend ongeluk. J.l Vrijdag tegen den avond, omstreeks 7 uur, verspreidde zich hier in de ge meente het gerucht, dat er op den Zeedijk nabij het »landshok" een hoogst tragisch voorval had plaats gehad en weldra bleek het, dat het gerucht helaas! waarheid bevatte. Door het ontploffen van twee granaten waren drie menschen, nog even te voren gezond en wel, op eens op vree seljjke wijze door den dood voor altjjd aan de hunnen ontruktacht anderen zooda nig gekwetst, dat zij aan de gevolgen der bekomen verwondingen het leven zullen moeten laten, of waarschijnlijk in het ver volg één of meer ledenmaten zullen moe ten missen, en drie personen licht gewond. Hoewel wjj van deze hoogst treurige gebeurtenis reeds Zaterdag per bulletin aan onze abonué's in de gemeente mede- deeling deden, achten wjj ons toch ver plicht hier nogmaals het verslag der ramp, maar eenigszins gewjjzigd en aangevuld, te laten volgen. Sedert eenige dagen worden van de bat- terg Kaaphoofd door de artillerie schiet oefeningen gehouden met granaten. .Aan sommige vletterlieden is vergunning ver leend de scherven van de afgeschoten granaten te zoeken en deze tegen een geldeljjke belooning weder in te leveren. Aan de zoekers zijn ter voorkoming van ongelukken instructie's gegeven en een der bepalingen luidt, dat men de ongeschon den projectielen in diep water moet wer pen of op de plaats, waar zjj gevonden worden, in het zand begraven en ter her kenning een paaltje er bjj moet plaatsen. Deze bepaling werd niet altjjd nageleefd en meermalen werden gevulde granaten medegenomen en op den Zeedjjk stuk ge slagen. Het veelvuldig omgaan met deze kogels heelt de vinders achteloos gemaakt en hen het gevaar doen minachten. Zoo ook j.l. Vrjjdag. De vletterlieden. Jan Koningstem, Jan Runnenbnrg, Willem Coster, Jan Coster, Martinus Kramer en Pieter Rensmaag, waren naar Onrust" geweest en hadden daar elf projectielen gevonden, die zjj in hun vlet medenamen en aan den wal brachten. Op den dijk nabjj 't >landshok" sloopten zjj dezen met een moker tot scherven en verzamelden de kogeltjes die er in waren. Reeds waren er zeven projectielen aldus behandeld, toen men één met springstof gevulde granaat onder handen kreeg. Hiermede ging men zeer onvoorzichtig te werk met het nood lottig gevolg, dat twee der granaten met dreunend geweld ontploften, de scherven woest in het rond vlogen en de in de nabjjheid zjjnde personen troffen. Ver- schrikkeljjk was de uitwerking. Veertien menschen waren in een oogenblik tjjds min of meer gewond, de meesten evenwel zeer ernstig. De een baadde in zjjn bloed, een ander was op onderscheidene plaatsen deerlijk gekwetst, een derde waren de ledematen van het lichaam gerukt, een vierde was op vreeseljjke wjjze verminkt. De zich op eenigen afstand van de plaats des onheils bevindende personen schoten doodelijk ontsteld oogenblikkeljjk toe om hulp te verleenen aan de jammerljjk ge kwetsten en met spoed werden de onge- lukkigen terstond gebracht in het iu de onmiddeljjke nabijheid gelegen gebouw van de vroegere infirmerie. Dat hier on beschrijfelijke tooneelen voorvielen, behoe ven we zeker niet te melden. In het gebouw waren geen geneeskun digen aanwezig, zoodat de heer Dr. P. C. F. Frowein, die zich op den djjk bevond, met groote toewjjding en zorg de eerste hulp verleende om zooveel raogeljjk het verdere bloedverlies tegen te gaan. Weldra kwamen nu ook de dokters, de heeren J. Nord, J. C. Diehl, J. Smits, A. W. Drjjver en P. Visser, die bjjgestaan door eenige hospitaal soldaten en andere militairen het aangevan gen werk voortzetten en het eerste verband legden. Zjj moesten evenwel constateeren, dat 3 personen overleden, 8 zwaar en 3 licht gewond waren. De overledenen werden daarop per brancard naar het gemeente ziekenhuis en de zwaar gewonden naar het marine-hospitaal vervoerd". De kort na het ongeval jammerljjk om gekomenen zjjnJan A. Koningstein, oud 41 jaar, die een weduwe met 11 kin deren, Jan Rnnnenbnrg, oud 32 jaar, die een weduwe met 4 kinderen achterlaat en Dirk Been, een jonkman van 25 jaar, wiens broeder, nu ruim een jaar geleden bij Onrust in een vlet door den bliksem werd gedood. Hjj behoorde niet tot de man nen, die granaten gezocht hadden, maar was tijdens het ongeluk bezig een vlet te verven. Tot de zwaar gewonden, die naar het hospitaal vervoerd werden, behoorden de gebroeders Maarten, Jan en Willem Coster, Gerrit Huurman, Jan Schendelaar, Martinus Kramer, Jan Kwinkelenberg en George Si raai (een knaap van 15 jaar). Tot de lichtgewonden behoorden Pieter Rens maag, Abraham Ewald en Pieter Koningstein. In het marine-hospitaal bood oogenblik keljjk de geheele geneeskundige dienst met de meeste bereidwilligheid en opoffering de helpende hand. Op lofwaardige wjjze was deze tot laat in den nacht in de weer, om het leed zooveel mogeljjk te verzachten. Die hulp was voor een tweetal evenwel overbodig, want kort na hunne opname in het hospitaal overleden de gebroeders Maarten en Jan Coster, beiden ongehuwd, 22 en 20 jaar oud. Van den derden broeder, Willem Coster, die gehuwd is, werd de rechterhand geampu teerd. Wat een ruïne in één familie'. Omtrent de overigen kunnen wjj rnede- deelen, dat van George Siraal de lin kervoet en van Jan Schendelaar het linkerbeen is afgezet. Van Jan Kwin kelenberg is een der beenon verbrjj- zeld, het andere zwaar gekwetst, boven dien heeft hij nog een hoofdwond. Gerrit Huurman is zwaar gewond aan het rechterbeen, Martinus Kramer licht aan het hoofd. De majoor-torpedist P. Koningstein, die tijdens de ontploffing op den dyk wan delde, heeft behalve aan zjjn voet eenige kleinere verwondingen bekomen. Hjj werd door de heeren Kooreman en Maas voor- loopig verbonden en kon eenigen tjjd later per rijtuig vervoerd worden. Een bijzonder heid heeft zich bjj deze verwonding nog voorgedaan het zakmes van den getroffene bleek gebroken. Er is waarschjjnljjk een granaatscherf op afgestuit, wat misschien zjjn behoud is geweest. De ramp, die wij hierboven vermeld hebben, is ernstig en aangrjjpend, de ont steltenis die zjj veroorzaakte, buitenge woon. Nog ernstiger wordt zg echter, wanneer wij bedenken, dat vele huisge zinnen niet alleen in diepen rouw zjjn gedompeld, maar ook hun kostwinners moeten missen. Twee vrouwen, die hun mannen, zestien kinderen, die hun vader verloren, zjjn broodeloos geworden. Eenige jonge menschen in de kracht des levens zullen naar het lichaam verminkt zjjn en niet in staat wezen in hun eigen onder houd te voorzien. Daarom moet er ieta gedaan worden voor deze beklagenswaar dige menschen, Wjj twijfelen dan ook tjilletom". 92) Capitola volgde met spanning bet verhaal der vele misdaden, die majoor Warfield haar uit de nagelaten papieren van zjjn doodsvijand voorlas. Zoo werden haar eindeljjk de donkere geheimen onthuld, die over haar jeugdig leven matten. Wat de machtigste, vreugdevolste indruk op haar maakte, was de zalige gedachte, hare moeder nog te bezitten. En ze kende ze reeds, ze herinnerde zich nu helder het bleeke gelaat der witte gedaante, die in 't Spookhuis' zich over haar gebogen en haar op 't voorhoofd gekust had. Ook de opval lende gelijkenis van deze persoon met bet portret, die zjj meer iu haar leven meende gezien te hebben, zonder zich te kunnen her inneren wanneer, was haar nu gocu raadsel meer. Zjj zelf geleek op het portret, het was de geijjkenis van moeder en dochter, die ook dest|jda den jongen Lenoir op 't ware spoor der indentiteit van Capitola bracht. Dns zal ik zoo gelukkig zjjn, mjjno moeder weer te zien riep ze verheugd uit. .Zeidet gjj niet, oom, dat zjj met uwen zoon Traverse en met Herbert op de terugreis naar liier zjjn .Ja, mjjn kind,* hernam dc grijsaard. .De wakkere joDgcns brengen haar hierheen, we kunnen eiken dag hunno aankomst verwachten. Zie eenB, Cap, welk een wonderbaren samen hang van gcbenrtcniasen 1 Ik ik was zoo gelukkig de dochter van Eugbuc Lenoir uil do gevaren van Now-York te redden en nu is 't weer mjjn zoon, waarvan zich de Voor zienigheid bedient, om je moeder te redden. Is hier niet duideljjk Gods hand in 't spul, die ons leidde? We willen nu ter ruste gaan, beste Cap, want ik moet morgen zeer vroeg naar Tip-Top, om vandaar den eersten trein naar Staunton te nemen. Op 't punt van naar zjjne kamer te gaan, hoorde hjj met den jjzeren klopper zoo hevig op do groote slotpoort beuken, dat 't door 't kasteel drennde. Onmiddelljjk daarna ging de poort open. «Zouden het reeds onze verwachte reizigers zjjn?» zei de majoor. .Het zou mij zeer aan genaam zjjn, indien ik hen welkom kon heeten, voordat ik mjjne vrouw afhaal.' Oom en nicht luisterden nog toen Wool de deur opende, en met een van vreugde stralend gelaat uitriep M ister HerbertSir Imister Herbert .Ha, mgn neef!* riep de majoor, den bin- nentredenden man de hand reikend, daar hjj hem niet omarmen kon, wjjl Capitola reeds aan den hals van den knappen kapitein hing, .mjjn lieve Herbert, ik ben trotsch op je Wat ben ik bljj je weer te zienJe hebt uwen ouden oom eer aangedaan, woarljjk, de cadet van Weet-Point heeft zich dapper ge dragen, wees daarom welkom hartelijk welkom Wjj verwachtten je met ongeduld, ik heb jo brief aan Cap voorgelezen,» voegde hjj er in éón adem bij, .je zult haar hebben, ja je zult mot haar bruilof! vieren, wanneer je wilt. Ik haal mjj ook morgen mjjne vrouw, want je hebt woord gehouden en mjj hare onschuld bewezen. Morgen vroeg ga ik naar Willow-Heigbts.» .Niet noodig, dat ge zoo ver gaat, lieve oom,' hernam Herbert. .Doch veroorloof mg eerst eene vraag aan Cap, don zal ik u'^eg- gen, waarom gjj niet naar Willow-Heights behoeft te gaan Cap, onze goede oom heeft je alles gezegd, niet waar?» ,Ja, alles,' hernam 't jonge meisje, .'t is dus niet noodig, dat je het herhaalt. Maar waar hebt ge mjjne moeder gelaten Is ze niet bjj je .Ja, en je zult haar dadelijk zien,' hernam Herbert, .en ik ben vooruitgesnold om eerst nog eene andere persoon voor te stellen.' •Oom,' zei hjj tot dezen, .we zjjn over Staunton gereisd en hebben mistress Warfield en miss Day binnengebracht. Traverse breng uwe moeder en uwe bruid binnen Geljjktijdig ging de deur open om den jongen dokter en zjjne moeder binnen te laten, die op den arm van haar zoon leunende, langzaam en aarzelend den majoor naderde, terwijl Clara aan de deur bleef staan. De oude driftkop meende, dat do grond onder zijn voeten wegzonkmet wankelende schreden ging hjj zjjne vronw tegemoet ei zou zich zeker voor haar op do knieën ge worpen hebben, indien Martha niet beide armen naar hem uitstrekte. Martha, Martha!' riep of stameldo de grjjsaard, .zult ge mjj ooit kunnen vergeven?* Mistress Rocke, of beter gezegd mistress Warfield, zonk aan do borst vun haar echt genoot, die zjj met tranen van liefdo besproeide. Het is een oogenblik van plechtige stilte, waarop zonder een oogenblik tc spreken eene duurzame verzoening plaats vond. Ook Traverse gevoelde geen wrok meer jegens dengem*, die bjj zoo diep geroerd in de armen zjjner moeder liggen en weenen zag. Hij vatto do hand zjjns vaders, die zich nu van Martha losmaakte om zijn zoon te omhelzen. Zonder iets tc zeggen had zich Herbert oen oogenblik verwjjilerd. Hjj kwam terug met Capitola's moedor. Weldra lagen moeder en dochter aan elkan ders borst. Eenige minuten lang heerschte in do zaal een verward geluid van zuchten, kussen en uitroepen van liefde. Toen allon weer wat bedourd waren, stelde Traverso zjjnen vader Clara Day als zijne bruid voor, die door den ouden heer zeer har telijk als zjjn aanstaande lieve schoondochter begroet werd. Wij verlaten mot onze lezers voor acht dagen Warfieldhouse, om dan er een drievoudig feest te vieren bg de gelukkige familie. VIER-EN-VEERTIGSTE HOOFDSTUK. Door een gelukkig toeval was de lste Augustus de dag, waarop Clara Day meerder jarig werd en de onde Warfield met Martha Rocke hun zilveren bruilof! vierden. Volgens den wensch van den ouden hoer zou dozc dag voor zjjne geliefde familie een vreugdedag worden, daarom bepaalde de majoor tevens het huweljjk van Traverso met Clara en van zjjn neef Herbert met Capitola op dien dag. Heel Warfieldhouse baadde, om zoo te zeg gen, in vreugde on zeker verheugde zich Capitola niet het minst over haar geluk, hadde een somber wolkje niet die tevredenheid en zaligheid beneveld. Deze wolk, die onophoudelijk nader kwam, was de dag der terechtstelling van Mac Do- nald, die zwaar als lood op Capitola drukte tot lieden had ze nog geen middel kunnen uitvindon om den bandiet to bevrjjden. Buiten haar dacht niemand in Warfield house meer aan den ongelukkige, totdat de belangstelling der slotbewoucrs voor den ban diet door eene bjjzondere omstandigheid weder De gouverneur had de terechtstelling eenige dagen uitgesteld om te beproeven hem eenige bekentenissen omtrent de andere leden der bende te ontlokken, in plaats van den 2Csten Juli zou hjj den laten Augustus gehangen worden. In 't slot Warfieldhouse veroorzaakte deze beslissing eene niet geringe ontroering. De gedachte, dat Mac Donald op denzclfdcn dag zou gehangen worden, waarop zjj bruilof! vierden, was ondragelijk voor onze vrienden. Er was maar een uitweg, namelijk het drie voudig feest op een anderen dag tc bepalen, de majoor echter wilde hiervan niets weten, zjjno zilveren bruiloft moest op dien dag ge vierd worden. Capitola word voortdurend meer koorts achtig en gejaagd, hoe meer het einde van de maand naderde. Ze kwelde haar geest om een redmiddel te ontdekken, doch hoo meer ze er over nadacht, de* te duidelijker werd haar mocisljjkheid, den ongelukkige aan zjjn treurig lot te ontrukken. Mac Donald was alleen opgesloten en met dubbolo ketens aan den kerkermuur geklonken. Hjj lag in 't midden der gevangenis, zijne col kwam op een gang uit, die door een ijzeren deur was afgestolen en dag en nacht door twee agenten werd bewaakt. Aan vluchten viel dus bijna niet te donken en toch bleef Mac Donald in opgeruimde stemming. Op allu vragen, die men hem stelde, antwoordde hjj beslist, dat lig geen moord op zjjn geweten had, ook weigerde hjj de namen zijner kameraden op te geren. Om hem tot bekentenis te brengen, toonde men hem de schriftcljjke onthullingen van kapitein Lenoir. Doch hjj trok verachteljjk de schou ders op en bleef bg zjjn bewering, dat hjj miss Capitola nooit een baar had willen kren- ken. Hjj was op haar verliefd, zeidc hjj. Ik wilde haar wel met geweld schaken,* bekende hjj, fdoch alleen om met baar te trouwen en dan in een andere staat van Amerika een nieuw leven te beginnen. Wan neer ik inwilligde, haar uit den weg te ruimen, zooals kapitein Lenoir schrjjft, was dit alleen om haar te redden. Had de kapitein zich tot anderen gewend, dan ware wellicht zjjn wensch vervuld en om dit te voorkomen, nam ik zjjne voorstel aan.* Toen men dit de miss meedeelde, brak zjj in tranon los en verzekerde, dat zjj van de waarheid zjjner woorden overtuigd was. Middelerwjjl was de vooravond der drie voudige bruiloft, alsook die der terechtstelling van Mac Donald aangebroken. Traverse en Herbert waren met den majoor in de biblio theek gegaan, om over verschillende zaken te beslissen, terwjjl aan de dames de zorg voor de toeberoidselcn voor 't feest overgelaten wu, dat de majoor, volgens zjjn rang en rjjkdom, zoo grootsch mogelijk wilde vieren. Mistress Lenoir en mistress Warfield, zoo wel als Capitola en Clara, hadden hot dus zeer druk bjj mistress Codiment. Onze heldin Capitola echter verliet onder ocoig voor wendsel do zaal en snelde naar de binnen plaats, waar zjj een stalknecht bevel gaf haren Gyp te zadelen en zich gereed te maken haar te vergezellen. Eenige minuten later reed zjj in galop naar Tip-Top, zonder hare huisgenoten hier van iets gezegd te hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1