KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder9 Texel en Wieringen Het Spookhuis. No. 2862. Zaterdag 21 Juli 1900. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 59. KALENDER DER WEEK, JULI, Hooimaand, 81 dagen. Opkomst der Zon du. 6 m. Onderg. 8 u. 6 m. Zondag 22 Maandag 23 Dinsdag 21 Woensdag 25 Donderdag 26 Nieuwe Maan. Vrydag 27 Zaterdag 28 KJit het Huitenland. De toestand in China schynt hoe langs hoe meer zorgwekkend te worden. Berichtgevers, die eenigermate op de hoogte geacht knnnen worden van den bcstaanden staat van zaken, verzekeren, dat in heel het HomelBche Ryk thans het verzet tegen do vreomdelingen al gemeen is. Aanvankelijk vleide men zich root het bestaan van een gunstiger gezind deel der bevolking. De z.g. Boksers hebben nu echter kennelyk de overhand, en slepen de overigen meê. De onderkoningen, die er voor zorgen, dut de mogendheden eerst zeer langzaam op de hoogte worden gebracht van 't lot, 't welk den in China vertoevende vreemdelingen heeft getroffen, blijken volkomen bedriegers te zyn, die de grootst mogelijke vijandige gezind heid jegens de Europeanen aan don dag leg gen. Druppeltje voor druppeltje wordt door deze hoogwaardigheids-bekleederB ter kennis van do mogenheden gebracht, wat er in hun vaderland vreeselijks tegenover de vreemde lingen is geschied. Door deze slimme taktiek hebben de lui van het gele ras hun doel vol komen bereikt, en zyn de mogendheden al thans dagen in den waan gehouden, dat het daar in het Uiterste Oosten toch niet zoo ernstig geschapen stond, als men aanvankelijk wel duchtte. Allerlei omwegen zyn er gemaakt, die tot misleiding moesten dienen zoodoende kon men veilig voortgaan met de gruwelen, eer de mogendheden do noodige troepen in grooten getale aanvoerden. Men houdt zich in Europa thans overtuigd, dat, ondanks het oponthoud der berichten uil Peking, het daar gebeurd is, wat men voor de gezanten en verdere vreemdelingen vreesde. Door hot groote, zware geschut der Chineezen is een bres geschoten in den muur van het legatie-gebouw, waarin zich de gezamenlyke gezanten bevonden, zoodat, na een heldhaftige verdediging, en na uitputting van den ammu- nitie-voorraad, alle vreemdelingen den dood hebben gevonden. Het pleit iB dus beslecht de slachtoffers van de officiëelo hebzucht der groote mogendheden en van de eigen zorge loosheid en goedgeloovigln i.1 zijn wellicht by honderden te tellen. De Chiueesche machtheb bers er valt niet aan te twyfelen heb ben tot dusver een gewaagd spel gespeeld met de mogendheden in massa, door telkens weêr te verzekeren, dat de bewoners der gezant- schaps-gebouwen veilig waren en bewaakt werden. In hun moordlust, in hun verlangen naar bloed, in hun haat tegen alles, wat niet tot het Hemelsche Ryk gerekend kan worden, hebben de Chineezen een daad bedreven, waarvan de geschiedenis van alle tydengeen gelijke heeft. De gczantschaps-gebouwen, die immer en overal beschouwd zijn als heilig en onaantastbaar, als onschendbaar en onver vreemdbaar grondgebied der betrokken mo gendheden, welker vertegenwoordiger er zyn zetel heelt opgeslngen, zyn meer en meer wordt dit volkomen stellig het tooneel ge weest van een moordbedryf, dat als uitdaging kan en zal worden beschouwd door hl de mo gendheden, door gansch de beschaafde wereld. Dat nu dan toch aindelyk en ten langen laatste de heeren diplomaten erkennen, dat er op Chineesch grondgebied inbreuk is gepleegd op de rechten en vryheden, waardoor de volkeren verplicht worden te samen en in vereeniging uittetrekken, om genoegdoening te erlangen voor het gebeurde in het jongst verleden, en de zekerheid verkrijge tegen eene herhaling in de verre toekomst! In de personen der diplomatieke vertegen woordigers te Peking hebben de Chineezen, die voor di; snood bedryf verantwoordelijk zyn, de geheele beschaafde wereld, het gan- sche Westen, uitgedaagd tot een kamp, en met alle recht en reden mag verwacht worden, dat de mogendheden den haar toegeworpen handschoen zullen oprapen, dat zij zich zullen aangorden tot een gemeenschappelyken strijd tegen het geweldige Ryk, met zyne 400 milliocn i nwonersNaar het schynt, heeft de Regec- ring te Peking gemeene zaak gemaakt met. zich aan de zyde geschaard van de gezant schappen, jn, hoeft zij zelfs eigen veiligheid uit het oog verloren on zich in gevaar ge bracht, ten dienste der vreemdelingen. De tyd zal zeker het gebeurde in het licht stellen, al is ook de kans groot, dat het warnet van leugens en draaierijen een degelyk onderzoek naar persoonlyke verantwoordelijkheid wel zeer moeielyk zal maken. Dit lykt evenwel volkomen zeker, dat de Chineesche Keizerin- weduwe en de Prins Toean allo vreemdelin gen onlangs met den dood bedreigd hebben. IIËUWiTIJUBOEiK. HELDER, 20 Juli 1900. Diusdagavond werden eenige visachers van Texel in liet Eierlandsche gat door een geweldige vloedgolf overvallen. Hunne schuiten werden op het strand geworpen on het water aan de kust wies in een oogenblik wel een voet om dadelijk daarna V/t voet te zakken. Ook bij de Vliehore was het water in groote beroering. Het geluid, dat dit ver schijnsel veroorzaakte, kon duidelijk op het dorp gehoord worden. Ongelukken kwamen gelukkig niet voor. Prov. Staten. Noord-Holland. In de Staten-vergadering, jl. Dinsdag gehouden, werd door den Voorzitter mede- deeling gedaan van het overljjden van den heer W. Schermerhorn, lid der Staten voor het district Schagen, en burgemeester der gemeente St. Maarten. Hulde werd gebracht aan de verdiensten van den overledene, wiens aandenken, ook in den kring der leden, wel in eere zal blyven. De kennis geving van dit afsterven door de familie zou met de toezending van een brief van rouwbeklag beantwoord worden. Goedkeu ring werd o. a. gehecht aan het voorstel, om, voor den tijd van drie jaren, eene jaarlijksche subsidie te verleenen van f 150, ten behoeve van het geregeld personen vervoer tusschen Ewgcksluis en Wieringen, mits de gemeente Wieringen 'a jaarlijks daaraan f 50 ten koste legt. Mede voor den tyd van drie jaren, wordt eene subsidie verleend van f 4000 aan den heer A. D. Zur Mi'ihlen, te Amsterdam, ten behoeve van den stoombootdienst Terschelling- VlielandHarlingen. Aan de school voor Ambachts-ny verheid, te Alkmaar, werd een provinciaal subsidie verleend van f2500 '8 jaars. Aan 't einde der werkzaamheden werd de Zomervergadering der Staten ge sloten. Wijziging-Drankwet. Het wetsontwerp tot wyziging dezer wet ondervindt sedert do kennisneming van zyn inhoud zóóveel bestryding, dat door velen 't vermoeden wordt uitgesproken, dat het ook in de afdeelingen der Tweede Kamer verre van gunstig is ontvangen, en, wat hel ergste is, 't blijkt nit de gemaakte aan- en opmer kingen over dit ontwerp, dat het geen doel zou treffen als het nog eens aangenomen werd. Een zeor belangryk geschrift is inmiddels in 'tlicht verschenen onder den titel: «De Drankwet en haro voorgestelde wyziging, eene beschouwing daarover en eenige inlichtingen aan allen, die daarbij belang hebben'. De lezing va** deze brochure is in groote male aantebevelen, en niet slechts aan hen, die by den verkoop van alcoholische dranken betrokken zyn. Ieder, die over de zaak weieens heeft nagedacht, zal de hier aangevoerde ar gumenten zeker van groot, van overwegend gewicht achten. De schry ver wyst o. a. op het streven van den Minister, om door het verminderen der gelegenheden, waar sterke drank verkrygbaar is, te komen tot wering van het drankgebruik. Hij (de schrijver der brochure) doet uitkomen, dat dit doel nooit zal worden bereikt, terwyl het middel, 't welk by daartoe wil bezigen tot heillooze gevol gen zou leiden, den ondergang van duizenden en duizenden huisgezinnen met zich zou bren gen, en den eerbied voor de wet, nog meer dan tot nu toe, zou verslappen. Hy geeft een sterksprekend voorbeeld van dit laatste in het volgend geval: «In een groote stad is eene localiteit, waar zonder vergunning sterke drank wordt getapt. Do zaak is, wegens hare ligging in een nieuw kwartier, goed beklant, en staat als Bierhuis by de politie goed aangeschreven, wel er nooit onoidelyk- heden of verregaand misbruik voorkomen. By eene zeer matige raming, steunende op de cyfers van den omzet, wordt daar de wet 2000 maal por week, dat is 100.000 maal per jaar, minstens overtreden, terwijl do tapper in eenige jaren tyd slechts eenmaal voor eene overtreding is beboet. Dit geldt slechts van één lokaal, en beschouw dit nu in verband met het groot getal verkoopenden zonder vergunning (te Amsterdam p.m. 1000)1 Een elk, die daar komt koopen, weet dit. Is het nu te veel gezegd, dat op die wyae de eerbied voor de wet verslapt? Doch dit is het noodwendig gevolg, als men wetten in het leven roept, die niet zyn toe te pas sen". De schryver eindigt zyn belangryk geschrift als volgt: «Myn betoog in weinig woorden samenvattende, kom ik tot het besluit, dat do du voorgestelde koreione, evenals de thans van kracht zynde Drankwet, na eenige jaren eene doodc letter zal zyn,* en niet zal worden nageleefd, wijl zy in stryd is met den aard van het Nederlandsche volk. Doch deze herziene wet zal dan eerst, voor zy in do vergetelheid verzinkt, en zonder ecuig nut voor haar doel, tienduizenden huisgezinnen broodeloos hebben gemaakt. Zou eene Re geering, een Ministerie, eene Volks vertegen woordiging die verantwoordelijkheid op zich willen laden Het onweder van Maandagavond heelt in het zuiden van ons land belang rijke schade en ongelukken veroorzaakt. Behalve de vele branden zyn nog al men- schen door den bliksem gedood. O. a., te Peruis de 18-jarige C. Wasonder Arnhem een juffrouw, houdster van een pensionte Meeuwen een arbeider eD zyn zoon, by een hooimyt schuilendete Drongelen zyn dood op 't land gevonden de persoon van St. in't Veld en zyn zoon. Te Vlissingen is een loodsleerling op het dek van een kotter, die gereed lag uit te zeilen, zoodanig getroffen, dat hy geheel blind is. Veel schade is in de Betuwe door hagel en ijs aan de land-en tuinbouw toegebracht, er is hier en daar vee in de weide gedood. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Volgens de Engelsche lezing, is de reden van de gevangeneming van leden van de tweede ambulance van het Neder landsche >Roode Kruis", hierin gelegen dat hun verzoek om naar de Boeren liniën terug te mogen keeren, was ingewilligd onder uitdrukkelijke voorwaarde dat zij geen brieven mochten overbrengen. Of schoon nu deze voorwaarde was aange nomen, moeten de leden in 't bezit zyn bevonden van een aantal brieven voor de Boeren, en zelfs voor bevelvoerende kom mandanten der Boeren. Vandaar de aan houding en opzending als krijgsgevange nen, daar de conventie van Genève alleen aan leden van het Roode Kruis vrije be weging waarborgt, indien zy zich strikt onthouden van handelingen, die in stryd zyn met de volkomen onzijdigheid van het Roode Kruis hun tot plicht voorgeschreven. Zaterdagmorgen omstreeks halfeen werd in de electro-technisch mechanische fabriek van den heer J. W. H Uyten- bogaert aan de Plompetorengracht te Utrecht in de monteer-kamer beproefd een nieuwe automobiel voor jhr. Brantsen van Rhe- deroord. By dit onderzoek waren aanwezig de heeren Uytenbogaert, Brantsen, de meester knecht Leyendekker en de werkman H. van Eek van der Sluis. De motor voldeed goed, totdat opeens, wellicht door een verkeerde kruk om te draaien, de benzineki-tol ontplofte, de vier aanwezigen, die er over heen gebogen waren, verwondendeinmiddels grepen de bezinevlammen om zich heen, terwyl tot overmaat van ramp de kamer gesloten bleek, zoodat de uitgang versperd was. Geen ander middel dan door de ramen te springen bleef over, hetgeen door de heeren Brantsen Uytenbogaert en Leyen dekker met goed gevolg geschiedde Van Eek van der Sluis echter was door het vuur aangetast en niet te bereiken, aan gezien hij in een vuurzee lag die de red ding onmogelijk maakte. Toch gelukte het hem met een stok terzijde te schuiven, doch hoewel nog levend, was er niet veel meer dan een vormlooze massa van hem over. In dien vreeselyken toestand werd hy naar het Ziekenhuis vervoerd, doch overleed reeds Leyendekker en Uytenbogaert bekwamen brandwonden aan hoofd, handen en borst. Jhr. Brantsen werd eveneens ernstig ver wond en wordt in het Diaconessenhuis verpleegd. De ongelukkige werkman, die by deze ramp het leven liet, was gehuwd en vader van een kind. Hy was nauwelijks twintig jaren oud. Jubilé-Volksbond. De Volksbond, ter bestryding vanhet misbroik van sterken drank, vierde in zyne vergadering, jl. Dinsdag te Utrecht gehouden, gedachtenis van zyn 25 jarig bestaan. De heer mr. Goeman Borgesiua, Minister van Binnenl. Zaken, woonde deze bijeenkomst voor het grootste deel bjj. Het door de Regeering ingediende wetsontwerp tot wyziging der thans vigeerende Drankwet maakte, met zijne deugden en gebreken, grooten- deels het onderwerp der beraadslaging uit. Ten slotte werd door de vergadering deze tnotie aangenomen: »De vergadering van den Volksbond heeft met ingenomen heid kennis genomen van het wetsont werp, dat vele verbeteringen bevat, en hoopt, dat eene hoogst vruchtbare samen werking tusschen regeering en volksver tegenwoordiging eene spoedige afdoening moge bevorderen". De heeren doctoren W. P. Ruysch, Voorzitter van den Bond, C. W. Jansen, Voorz. der afdeeling Amsterdam, en V. A. Julius, Voorzitter der Commissie van beheer der Tentoonstelling van voorwerpen tot bestryding van het drankmisbruik, zijn te dezer gelegenheid door H. M. de Ko ningin benoemd tot officieren in de orde van Oranje-Nassau. De Oorlog in Zuid-Afrika. Plundering in Pretoria. Aan de Volksstem" van 31 Mei ontleenen wy het volgend verslag van wat er in Pretoria gebeurde op den dag van de over gave van Johan nesburg De rumoerigheid van de residentie, die gisterenavond, waarschynlykook tengevolge van de sluiting der »bars", voor grote leegte op de straten had plaats gemaakt nadat de bijeenkomst van burgers op het Kerkplein was afgelopen, keerde heden morgen al vrij vroeg terug. Grote klompen burgers kwamen van hun kommando's aanrijden om zich hier van kost voor zich zelf en voeder voor hun paarden te voorzien. Een groof deel verklaarde zich bereid daarna weder nuar hun posities terug te keren. Veldkornet Melt Marais, gezeten op een groot fraai vospaard, reed rond ten einde onwillige burgers te bewegen met hem naar het gevechtsterrein te vertrekken, waaraan een deel gehoor gaf. Intusschen schynt de verzorging van de binnenkomende burgers wel wat te wensen over te hebben gelatenten minste som migen poogden zich in 't grote Goeverne- mentsmagazijn boven in de Marktstraat zelf van levensmiddelen te voorzien. On gelukkigerwijze was dit aanleiding voor geleidelik uit alle delen van het dorp ver sterkt werden, om ook zich zelf te voorzien op '8 lands kosten. Tegen elf uur was een formele plunderparty aan de gang. Som migen brachten hun kaffers mede om de goedjes te dragen en dit was het sein voor allerlei gekleurd goed om de witmensen een handje te helpen. Voor de grote zinken loods stonden lionderde paarden, wier be rijders binnen aan het opladen waren elke minuut kwamen er voertuigen van allerlei aard aan. Een handkar werd door een ponie getrokken, een spidertje door een echtpaar met hun geestdriftig kind. Midden in de Marktstraat stond een vierwielig karretje dat onder zijn last bezweken was. Een poging tot reparatie was gewaagd met be hulp van buitgemaakte hondenhalsbanden doch toen deze poging mislukte, werd de overige buit in veiligheid en het wagentje met een half dozijn omwonende arme bur gers, wier gelederen halsbanden er aan prijs gegeven. Een ander liet haar spidertje door een kaffer trekken en had er nog een krui wagen opgelegd om een reserve-voertuig te hebben. Het was ergerlik om te zien dat mensen uit do meer ontwikkelde en meer- gegoede stand zich niet ontzagen ook een deel van de buit naar huis te slepen. Het was weerzinwekkend om te zien dat er zelfs eigen rijtuigen stonden naast sjovele cabs en andere povere vervoermiddelen, vol koffie, suiker, meel en wat al niet 1 Met grote moeite drongen een paar »Volkstem"-mensen toen door in de lood9 zelve, waar menselike hartstocht, ontketend door hebzucht en de demoraliserende in vloed van de ellende en ruwheden des oor- logs, hoogtij vierde. Hier, in de tydelike tempel der ongebreidelde roverij, was geen onderscheid meer van maatschappelijke stand of van kleur. Kaapse basterds deelden zusterlik een zak suiker met een haveloze »missis", wier kinderen met volle mond zaten te smullen aan de zoete heerlikheden die uit de zak vielen. Een jonge goedge- klede man komt met een ladder aandragen om de berg van meelzakken te beklimmen en >van boven af' te beginnen. Het spreekt van zelf dat talloze zakken scheurden en hun inhoud over de grond stortte Op sommige plekken waadde men letterlik door de suiker, zemelen, meel en zont. Overal lagen gebroken botte's, kaf ferlampjes, verbrijzelde ijzerwaren. Het enige wat onaangeroerd bleef waren een aantal zware kettingen en een paar trossen ka beltouw. Een der plunderende vrouwen had nog tyd medelijden te krijgen met ons, die onze handen tuis hielden Ze dacht blijkbaar dat we verlegen waren »Vat kerels, vatNet nou is alles weg". Zonder ons >dankje" te horen, sleepte ze haar schatten weg. Een paar mensen met blykbaar techniese blik pogen een paniek onder de dringende, gillende en lachende massa's te voorkomen door in een der zy wanden een groot gat te slaan. Kortom het was een tooneel van de droevigste verwarring en ontaarding. En de sterke hand die deze halve wilden tot staan moest brengen, zy ontbrak. Een meneer met een camera nam kalm photo's van sommige interessante deelnemers aan de plundering. Ook het kledermagazyn tegenover John Jack's winkel in de Kochntraat werd door belangstellenden geinspekteerd met resulta ten welke het onnodig is verder te om schrijven. By de eerste verschijnselen van plunder- zucht, stelden de hier vertoevende militaire attache's hun diensten ter beschikking der overheid. Luit. Thomson posteerde een deel van het Hollanderkorps in de binuenhof van de Nederlandsche Bank, welke zich het eeret voor protektie had aangemeld, terwyl later geleidelik de bescherming van de di verse geld-instellingen op het Kerkplein werd voltooid. De residentie zal zonder twij fel grote erkentelikheid koesteren voor de krachtige steun door onze militair gasten in deze min of meer kritieke dagen aan geboden tot handhaving van rust en orde. Enkele winkels maakten na die tyd ook weer open. In een bericht uit Kaapstad wordt ver zekerd, dat meer dan 10.000 Boeren, hoofd zakelijk genaturaliseerde Transvalere, naar Amerika zullen verhuizen als de oorlog ten eind# is. Ierache Amerikanen zouden reeds, met het oog daarop, voorbereidende maatregelen treffen. LONDEN, 18 Juli. Lord Roberts seinde gisteren uit Pretoria, dat de Boeren d«n 16de een hevige aanval deden op den linkervleugel der stellingen van Pole Carew, en op de linkerflank van het Engelsche leger, dat onder bevel stond van generaal Hutton. De Boeren poogden herhaaldelijk de stellingen der Engelschen aan te vallen; zij kwamen zelfs tot dieht by die stellin gen en riepen de fuseliers toe, zicb over te geven. De stellingen werden echter dapper verdedigd door de Iersche fuseliers en de koloniale troepen. De Boeren ver loren 15 dooden, 50 gewonden en vier gevangenende verliezen aan Engelsche zyde zyn 7 dooden, 29 gewonden en 23 man vermist. Een Boerenmacht van 1500 man met 5 stnkken geschut is erin geslaagd door de linie te breken, die de brigades van Rundie gevormd hadden tusschen Bethle- hem en Ficksburg. Zy rukken op nuar Lindley, op den voet gevolgd door de brigades van Paget en BnJadwood. t De opstand in China. De gruwelen te Peking. Omtrent dit vreeselijk drama bevatten de groote Londensche bladen «Daily Mail" en «Daily Express'' uitvoerige bijzonderheden uit Sjang-Flai. Over den dag van den moord zyn dc berichtgevers het nog oneens. De «Daily Mail"-correspondont te Sjang-Hai blyfl do droevige gebeurtenis stellen op den nacht van 6 op 7 Juli, terwyl de Potorsburgsche cor respondent van hotzolfde blad pertinent ver klaart dat de moord den 2en Juli werd be dreven en reeds den 3en Juli van het Britscho gezantschap, het laatste bolwerk der Euro peanen, niet meer dan een puinhoop over was. Omtrent het feit zelf bestaat tusschen de cor respondenten geen vorschil van gevoelen. Het Britsche gezantschap bestaat nit een hoofdgebouw, waarachter op een ruim stuk grond een aantal bijgebouwen zyn gelegen. Het gebouw is omsloten door een stevigon muur. Na 25 Juni namen de Boksers en dejChi- neesche troepen steeds in aantal toe. Zij schoolden samen om de Britsche legatie, kam peerden op de straten en op door de Boksers verwoeste terreinen. Dagelyks deed hot kloino troepje verdedigers uitvallen, waarbij het den Chineezen gevoelige klappen toebracht. De uitvallen hadden meestal des nachts plaats. Het kleine troepje verdedigde zicb met zoo veel moed en geestkracht, dat de Chineezen langzamerhand werden genoodzaakt terug to trekken uit de onmiddellijke nabijheid van do legatie. De kleine tegenslagen werkten ont moedigend op de aanvallers en velen onder hen deserteerden naar de troepen van prins Tsjing, die trachtte den belegorden ter hulp to komen. Toen besloot do prins van Toean tot een geregeldon nachtelijken aanval. Hy voorzag zich van een voldoende hoeveelheid munitie voor zyn zwaar geschut, riep de Chineesche aanvoerders bjjeeu en stelde mot hen een plan van aanval vast. In drie machtige colonnes met sterke reserve/ rukten de Cbinoozen den Gen Jnli op. Om zes uur dos morgens opende hun geschut het vuur op de legatie. Twee uren lang werden de muren mot hommen en granaten beschoten. Daarop trok ken de Chineezen, geregeld vurende in dichte drommen, op de bressen aan, doch het vuur der verdedigers was zoo juist en krachtig, dat de aanvallers in wilde vlucht de wyk namen, met achterlating van een groote massa dooden en gekwetsten. Eerst buiten het bereik van het geweervuur uit de legatie konden de aanvoerders hen op nieuw vereenigen. Toen sprak Toean hen toe on slaagde erin hen te bewogen nogmaals aan te vallen. Het geschutvuur werd hervat en tegen middennacht werd een tweede aanval beproefd. Op dit oogenblik kwamen de troepen van prins Tsjing en generaal Wang-Weng- Sjao tot ontzet opdagen. Beide Chinomche legers raakten slaags, doch van prins Tsjing's troepen liepen er velen naar de oproerlingen over. Prins Tsjing viel. Eerst meende men dat hy dood was, doch toen zyn ljjk niet ge- IF-JH UIXjXJETOU". Ongeveer acht nar kwam Capitola er aan, juist toen de gevangenbewaarder in druk ge sprek was over de terechtstelling van morgen. Zij werden in hnn onderhoud gestoord door 't binnentreden van een wachter, die den sheriff bezoek aankondigde. «Er is buiten eene jonge dame,* zei de man, ,die den sheriff wenscht te spreken.' Op hetzelfde oogenblik kwam Capitola binnen. Miss Black!* riepen de twee beambten, terwyl zo verrast opstonden on 'tjonge meisje groetten. •Ja, myne heeren, ik bon het,' hernam Capitola, ,en do reden van myn bezoek is, dat 't my onmogelijk is den nacht (e laten voorbijgaan, zonder een woord van troost te spreken tot den ongelukkige, die morgen moet sterven. Ik ben van Warfieldhouse hierheen gekomen om u te verzoeken, my van Mac Donald afscheid te laten nemen.' .Miss Black!' riepen de sheriff en de ge vangenbewaarder tegelyk met stomme verba zing. «Hoe, verlangt gy met een bandiet te spreken met Mac Donald, die morgen zal gehangen worden .Ja,' hernam Capitola bedaard. «Vindt gy dat zoo zonderling? «Gy weet, dat Mac Do nald door my in nwe handen kwam, dat ik dus in zekeren zin oorzaak hen van zyn dood. Kunt ge u dan nog verwonderen, indien ik hem niet wil laten sterven, zonder hem ik beken het openlyk vergiffenis te vragen. Het is voor my eene vreeselijke gedachte schuld te hebben aan zyn dood. Vergun my dus den troost, hem myn leedwezen te mogen uitdrukken, dat hy door myne schuld hier kwam." Maar miss, waar denkt gy aan?' riep de sheriff, die wel het excentriek karakter van Capitola kende, doch heelema&l niet zulk een wensch had voorzien. «Wat zou uw oom, wat zou het heele land er van zeggen, indien men zoo iets van n vernam?' «Myn oom? het land?' herhaaldo Capitola, •gy zult my dankbaar zyn, ondersteld, dat my gelukt, wat ik van plan ben.' «En dat is?' vroegen de sheriff en de cipier tegelyk. •Gij weet, myne heeren,' hernam Cap. dal Mac Donald zich tot nu toe door niets liet bewegen, de verblijfplaats zyner bende op te geven, dat zyne verklaringen zeer on volledig zyn, dat liy voel loochent, wat door getuigen bewezen is, met één woord, myne heeren, dat hy nog geen berouw over zyne misdaden heeft. Uit zyn eigen mond weet gij ook, heeren," voegde Capitola cr blozond bij, .dat Mac Donald voor my gevoelens koeBtert, die doen hopen, dat hy my nadere ophelderingen zal doen. Zou dit niet een groot geluk zyn voor de heele streek, indien ik hierin slaagde. Wilt of kunt ge nu myn verzoek weigeren «Inderdaad, miss,* hernam de sheriff, .wan neer dit nwe bedoeling is, mag misschien eene uitzondering op den regel gemaakt en u ver gund worden, don bandiet te zien. Doch ik raad u aan, uwe goede woorden niet aan een ondankbare te verkwisten. Tot nu toe ge lukte hot geen geestelijke zyn verstokt hart te treffen, ofschoon zyalhanw' ekendheid gebruikten.' Juist op zyn hart meen ik den grootsten invloed te hebben,' hervatte Capitola. .Gy vergeet, mast er Keope,* voegde zy er bij, terwyl zy blozend de oogon neersloeg, «dat Mac Donald ronduit bekende, dat zyn hart my toebehoorde.// .Maar begaat gy geene onvoorzichtigheid, u by hem te wagen?' zei de sheriff. .Mac Donald is even voorzichtig als dapperhy gaf n daarvan reeds moer dan één bewys.' En ik?' riep Capitola. «Gy moet bekennen, mynheer Keepe, dat hem zyne list en sluw heid jegens mij,.weinig baten.' «Dat is zoo," bevestigde inaster Keep. «U alleen hebben wy het te danken, dat hij nu achter slot en grendel zit en morgen tusschen hemel en aarde zweven zal. Ik betwyfel het zelfs sterk, miss Capitola, of 't ons zonder u gelukt ware, hem ooit in onze macht te krijgen. Met het oog op den grooten dienst, miss, dien gy ons daardoor bewezen hebt, wil ik u nog veroorloven den bandiet te zien en met hem te spreken. Ik zou met genoegen u vergezellen, doch ik heb 't erg druk met de terechtstelling van morgen. Gelieve my dus te verontschuldigen. Mis ter Bracker,* zei hy tot den cipier, .laat de miss bij den gevangene brengen.' •Op hare verantwoordelijkheid,* bromde do gevangenbewaarder, die aan een bel trok, waarna een wachter verscheen, wien by bevel gaf miss Black naar Mac Donald te brengen en zoolang voor de cel in de gang te wachten, om op 't eerste hulpgeroep der miss gereed te zyn. Toen Capitola de cel binnentrad, leunde Donald tegen den muur, waaraan hy met handen ?n voeten door een zwaron ijzeren ketting gUjoeid lag. Zyne wangen waren ingevallen, de gevangenislucht had zyne wan gen gebleekt, doch houding was nog kaarsrecht, zyn blik vast en fier, zyne wils kracht was nog niet verslapt, al waren ook zyne uren geteld. Toen Capitola in-^ licht der lantaarn trad, die het sombere gewelf zwak verlichtte, ver ried Mac Donald door zyn uitdrukking van verbazing, dat hy hot meisje herkende. •O, welk een geluk, dat ik u voor myn dood nog eenmaal kan zien, miss!' riep hy. «O, miss, wat zyt gij goed, dat gy komt. Ik verlangde zeer naar uw bezoek, alleen om u nogmaals te verzekeren, dat ik myne han den nooit met bloed bevlekte. Nam ik aan, u nit den weg te ruimen, zoo gebeurde dit alleen voor den schyn on iu de hoop n te redden. Gelooft gc mij?» Ik geloof u, Mac Donald,' hernam Capi tola met bevende stem. •Tot myne groote vreugde heb ik vernomen, miss,' ging de gevangene voort, .dat gy in uwe rechten als erfgename van het •Spook huis* getreden zyt. Ook zei men nu, dat gy morgen zoudt trouwen. Wel, miss, de laatste wensch van my is, dat God uw hnwelyk met Herbcrt Greyson moge zegenen.' «O, Donald, kunt gy my gelnk on zegen wenBchen, ik, die schuld ben van uw on geluk .Gy, lieve miss, schuld aan mijn ongeluk Neen, neen denk daar niet aan. Het was een edele stryd tusschen ons beiden, oen stryd der liefde mynerzyds, een stryd om de eer van uwen kant. Gy hebt overwonnen, miss, en dit is des te beter voor u en my nu be hoef ik my ten minste niet te verwyten, u en my ongelukkig gemaakt te hebben. Zoo doende scheiden we dus als vrienden, miss en als bewys daarvoor geef mjj, een stervende, tot afschoid uwe hand Capitola vervulde zyn wensch en terwyl zy don druk xyaw hand even beantwoordde, fluisterde zy .Mac Donald, ik heb mis schien een middel om u te redden.' De bandiet beefde van bet hoofd tot de voeten. Miss, heb ik u wel verstaan duisterde hy. .Hoe! zou 't nog mogelyk zijn, my aan den beul te ontrukken, die reeds zyne bandon naar my uitstrekt?' ,Ja, Donald. Ik heb werktuigon voor n by my, waarmee gy n van deze ketens be vrijden kunt, waarmee gy de ijzeren tralies van hei raam kunt doorsnijden om te vluchten. Ik zou myn geheele loven geen vroolyk oogen blik meer hebben, wanneer gy op myn trouw dag sterven moest.' Capitola haalde nit haar rykloed twee Engelsche vijlen, een breekijzer en een lang zyden touw, waaraan Mac Donald zich door een venster kon neerlaten. Mac Donald greep naar deze voorwerpen ovenals een drenkeling zich uuo de reddende hand vastklampt. Haastig verborg hy alles onder zyne kleeren. .Is dat voldoende?» vroeg Capitola. •Ja, ja, deze vjjlen, dit touw zyn voor my do vryheid, het leven Maar iets hebt gy vergeten, miss, voor 't geval, dat my een wachter in den weg loopthebt ge geen revolver meegebracht?' Capitola verbleekte. .Donald," zei zo, ,ik had dit gemakkelyk knnnen doen, doch ik wilde niet. Ik geef u de middelen om te ontvluchten indien 't mogelyk is en gy het kunt, zonder bloed verpeten. Ik kan het voor myn geweten ver antwoorden, n 't leven te redden, maar ik kon het niet, Donald, wanneer dit aan anderen het leven zou kosten." •Gy hebt gelyk, miss. Vergeet het my Luister, Donald!" ging Capitola voort. .Hier zyn duizend dollars in goud. Het ia de prya, die op uw hoofd gesteld was en die ik gekregen heb, omdat men uwe gevangen neming aan my te danken heeft. Indien 't u gelukt, waaraan ik niet twjjfel, te ontsnap pen, ga dan naar don grooten olm achter den molen aan de Duivelsgreppel. Daar zult gij myn ponny vinden, myn braven Gyp. Hy is een goed looper. Zorg zoodra mogelyk de kost te bereiken en ga van daar naar een ander land. En nu nog een verzoek, Mac DonaldMaak een goed gebruik van do vry heid, die u geboden wordt. Voor iedere mis daad, die gy iu 't vervolg begaat, draag ik do verantwoordelykheid. Vaarwel! Ik hoor de wachters... Vaarwel, DonaldGod helpc u!« De bandiet zonk voor Capitola op de knieën en kuste de zoom van haar kleed. Tranen, wellicht de eersten in zyn leven, rolden over zyne wangen en met bevende stem fluisterde hy .Miss, gij hebt my niet alleen het leven, maar ook myne ziel gered!" Met een stommen groet verliet hot meiqjo nu de cel van den gevangene. De bewaker, die geduldig buiten gewacht en niets gehoord of gezien had, omdat het in de oei donker en er nog eene kleine rnimto tusschen de gevangenis en den gang was, geleidde Capitola, na beide deuren weer zorg vuldig gegrendeld te hebben, naar buiten. Zeg aan den sheriff,' beval hem de jonge dame, eor ze op haar paard sprong, waarbjj de knecht voor do gevangenis wachtte, «dat het my gelukt is, Mac Donald tot betere ge dachten te brengen. Ze zullen verwonderd zyn,» voegde zo or ondeugend bjj, .welke ecDC buitengewone uitwerking myn bezoek hoeft gehad." (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1