KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
EGON's VROUW.
No. 2865.
Woensdag I Augustus 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 59.
Dit het Buitenlnnd.
In do rodevoering van Keizer Wilhelm van
Duitschland, dezer dagen gehouden bij gele
genheid van het vertrek der Duitscho troepen
naar het oorlogatooneel in China, kwamen o.a.
de navolgende, merkwaardige zinsneden voor
Dezo expeditie zal vooral de tauk hebben,
om de misdaad te wreken van do in de ge
schiedenis nimmer voorgekomen schending der
heiligheid van de gezanten, en van hot jegens
vreemdelingen steeds betoonde gastrecht. Komt
gjj nn met den vjjand in aanraking, weet dan
Pardon wordt niet gegeven; er worden geen
gevangenen gemaakt! Voert uwe wapenen zóó,
dat zelfs over duizend jaar geen Chinees het
meer wagen zal, een Duitschor scheel aantczien.
Opent den weg der beschaving voor nii en
voor altyd 1" Een der Duitsche nieuws
bladen voegt aan deze keizerlijke woorden de
opmerking toeDeze krachtige, zeer besliste
woorden zullen ongetwijfeld bjj geheel het
Duitscho volk levendigen weerklank vinden".
Met den grootsten ernst wordt thans door
de buitenlandscho bladen do vraag besproken
Wie zal by den belangrijken tocht van de
troepen dor verbondene mogendheden naar
Peking het opperbevel voeren Naar de
meening van sommigen, zou dit er minder toe
doen, als slechts een bekwaam en ervaren
generaal daarvoor wordt aangewezen, en de
onderbevelhebbers zich verbinden, om de te
geven bevelen stipt en zonder morren of rede
neoren uittovoeren. Een goede leiding en goede
discipline is in hoofdzaak alles, wat voor zulk
eene ondernoming vereischt wordt. Het bljjkt
echter, dat voor de onderscheidene deelnemers
aan de te volbrengen onderneming de zaak
met zulk eene overweging nog in 't geheel
niet in orde is. Men brengt er en dit vor-
oorzaakt eene zeer grooto moeilijkheid po
litieke overwegingen by te pas. Volgens be
richten nit Berlijn, zou de keuze van een op
perbevelhebber zich bepalen tnsschen een
Russischen of een Japanschcn generaal. Spot
tend zou mon zeggenjammer dat do voort
varende Engelscho generaal Lord Boberts zoo
verduiveld lang door de Boeren in Zuid-Afrika
opgehouden wordt.
Wie oveet, hoe spoedig hjj de zaken in
China voor de verbondenen tot een schitterend
einde zou brengen De Engelschen
moeten dus wordt van verschillende zijden
verzekerd erg bevreesd zijn, dat, door de
keuze van een Russisch generaal, de Russen
een sd te grooto macht, een ill te grooten
invloed zullen verkrijgen. In onderscheidene
opzichten hebben de Russen nü reeds do voor
hand, daar in het verre Oosten. Toen vóór
eenige dagen het toezicht op den spoorweg
door de admiralen in krijgsraad aan den Rus
sischen bevelhebber werd opgedragen, pro
testeerden de Engelsche <"i Am< rikaansche
admiralen daartegen. De Duitsche regeering
schijnt nader te hebben voorgesteld, om de
benoeming van een commandant-generaal aan
de commandanten der troepenafdeelingcn in
China over te laton, en dit is ongetwijfeld
de beste oplossing der netelige zaak. Of Enge
land evenwol daarmede tevreden zal zjjn, is
nog in 't geheel niet zeker. Een der leden
van het Japansche gezantschap to Berlyn
verzekerde dezer dagen, dat een Japansch
generaal nooit het opperbevel over do troepen
der verbondene mogendheden zal aanvaarden.
Japan dus merkte hij volgens den bericht
gever op is geen Europeesche mogendheid,
en het hecht er aan, der Chineesche Regee
ring te toonen, dat liet conflict voornamelijk
misschien het gevolg is van het optreden van
de Europeesche mogendheden, en niet van
het naburige Japan. Tevens gaf deze Japanner
te kennen, dat de Japansche troepen wel niet
zullen vechten dan onder een Dnitsch bevel
hebber. Zoo wordon de kleine twisten en
onderlinge verwijderingen voortgezet over
allerlei panton van ondergeschikt belang, en
verzuimd om hl de aandacht te wjjden aan
de grooto allesovcrheerschende vraaghoe
zullen wy op do besto wjjze to werk gaan,
om aan de Chineesche verwikkelingen van
zoo ernstigen aard ten spoedigste eon einde
te maken
Er wordt verzekerd, dat de verbondene
troepen der mogendheden een betreurenswaar
dig gebrek hebben aan inlichtingen omtrent
de sterkte en de beweging der Chineesche
troepen, 't Schijnt, dat de informatie-dienst
heel onbeholpen is ingericht, en de moeilijk
heden van den tocht naar Peking, die nu,
volgens de berichten, op morgen is bepaald,
worden daardoor zeker onderschat. De Chi-
neezen moeten in het bezit zyn van zwure
artillerie, en 't schijnt buiten twjjfol, dat zij
vast besloten zyn, den meest ernstigen tegen
stand te bieden.
In liet Engelsche Lagerhuis is het in de
vorigo week wéér eens heel warm toegegaan.
Eon der liberale leden gispte de staatkunde
van liet kabinet, on vooral hot optrodon van
Minister Chamberlain in de Zuid-Afrikaansche
aangelegenheden. Ilij stelde eone motie tot
afkeuring dier staatkunde, doch slaagde er
niet in, de uoodige ondersteuning to vinden,
zelfs niet om de motie met een behoorlijk
stemmental te doen vallen. Slechts een 80 tal
zijner partijgenooten verleende medewerking.
Velen, en daaronder anders felle bestryders
der Regeering hielden zich onzydig, en ont
hielden zich van de stemmiug door do ver
gaderzaal te verlaten. De voorsteller was dan
ook hl te heet van stal geloopen, door in zijne
rede te spreken van zeeschuimers-, roovers-
en boksers-politiek, daarbjj doelende op het
tegenwoordig kabinet. Een meer kalm en be
daard optreden zou stellig een oneindig beter
gevolg hebben gehad. Nu wilden vele libe
ralen zich door vóór de motie te stommen
niet solidair verklaren met den voorsteller,
die zulke ongepaste taal had gebezigd. Er
waren onder dezo onthouders van stemming
een aantal staatslieden, die overigens besliste
tegens anders zyn van do maatregelen, die do
Regeering thans in Zuid-Afrika raeont geoor
loofd te zijn.
XIEUWSTlJUlVCiËV
HELDER, 31 Juli 1900.
Mejuffr. C. C. Visser, alliier, heeft
met gunstig gevolg deelgenomen aau het
examen der Toonkunstenaarsvereeniging te
te *8 Gravenhage, voor piano (1. o.).
Op 's Rijkswerf alhier is de gonden
medaille met gratificatie voor 36-jurigen
ijverigen en tronwen dienst toegekend
aan den scheepmaker A. J. Mahieude
de zilvereu medaille met gratificatie voor
24-jarigen dienst aan den werktuigmaker
J. W. Dijker en de bronzen medaille voor
12-jarigen dienst aan de werktuigmakers
H. J. A. Veldhuizen en M. Pons (23 Juni
overleden), den takelaar P. Verburgh en
de ernstvuurwerkere A. L. A. de Geus en
F. van der Ploeg.
Marinefonds.
Vrjjdagavoud vergaderde de afdeeling Wil
lemsoord van het Marinefonds in het lokaal
.'t Centrum" onder voorzitterschap van den
heer P. P. J. Kloppers. Deze vergadering
was hoofdzakelijk belegd tot het uitbrengen
van verslagen over het afgeloopen vereeni-
gingsjaar, die door den Secretaris, den heer
P. M. van der Veer, en den Penningmeester,
den heer T. Biegel, werden voorgelezen.
In die verslagen wordt met nadruk gowezen
op het nut van het Marinefonds en op het
goede door de vereeniging verricht, met
ingenomenheid en dankbaarheid melding ge
maakt van de schenkingen van liefdadige
landgenooten, in 't bijzonder van die van II. H.
M. M. de Koningin en de Koningin-Moeder
en met klem worden alle onderofficieren en
minderen dor Marine aangespoord om als leden
toe te treden. Verder onlleenen wo hieraan
het volgendeDe vereeniging telt 22 mili-
taire-bcsehermers, 276 militairc-donatenrs, 99
militaire-begunstigers, 15 beschermsters, 5 dona
trices, 10 begunstigers, 53 burger-beschermers,
105 burger-donateurs en 31 bnrger-begunsti-
gers, die f 1910,70 in eens en f2120,21 aan
jparlijbsche by dragen schonken. De contributie
der leden bedroeg, na aftrek der onkosten,
f705,546. Het reserve-kapitaal, dat onaange
roerd bleef en by de Ned. Bank en de Rijks
postspaarbank gedeponeerd is, bracht aan
rente op f 512,98. Aan 139 behooftigen
werd ondersteuning verstrekt on wel aan 83
weduwen, aan 55 gepensioneerden on aan 1
zonder pensioen ontslagen schepoling. Het uit
gekeerde bedrag beliep de som van f 5305,23'.
Behalve do jaarverslagen van den Secretaris
en Penningmeester werden ook nog voorge
lezen de notulen der Algemeene Vergadering,
die 27 Maart 1.1. te Rotterdam was gebonden
waar de afdeeling door den afgevaardigden,
de heeren P. P. J. Kloppers, J. Dito en J.
Gladpootjes, was vertegenwoordigd- Deze aan-
teekeningen van het verhandelde gaven geen
aanleiding tot bespreking.
Vervolgens werd overgegaan tot de verkie
zing van een bestuurslid, tengevolge van het
vertrek naar Amsterdam van den heer J.
Dito. Met algemeene stemmen op één nu werd
als zoodanig gekozen de korp.-torpediet S.
D. Lujjtse, die zich de benoeming liet wel
gevallen. Een tweede vacature in 'taf-
deelingsbestuur, ontstaan door de overplaatsing
van den lieer W. van der Putten ninr Rot
terdam, zal in de volgende vergadering aan
gevuld worden.
Daarna niets meer aan de orde zijnde, sloot
de Voorzitter do vergadering mot een aan
sporing de toetreding van nieuwe leden te be
vorderen, om zoodoendo in hot belang van
weduwen en weezen werkzaam te zyn.
Revue van de visschersvloot
op de Zuiderzee.
De commissie voor de Zuiderzecvisscliers-
revne op 3 Augustus deelt in haar kennisgeving
aan de visschers onder meer mee, dat een
terrein wordt afgebakend dat rechthoekig 8000
M. lang by 1800 M. breed is. De ligging in
de lengte is van de tón van het Muiderzand
om de W.t.Z. tot nabj fort Pampus, de rich
ting in de breedte is van de ton van hot Mui
derzand om de N.t.W., welke lyn meest op
Uitdam nitloopt. Behalve door do ton van het
Muiderzand, wordt het terrein nog afgobakond
door vyf roodo spiertonnon met vlaggetjes.
Op dit terrein worden de visschers in 11 lange
rjjen gelegen. Do richting der rjjon is van
O.t.N. tot W.t.Z. In elke ry liggen do noodige
bakens met borden, welke genummerd zyn,
van 1 af, om do Noord beginnende, en die
met de merken van de visschers zijn beschil
derd. De borden zyn allo zwart behalve de
borden aan het begin en op het einde van de
even ryen, dio wit zyn- De stelen der bakens
zyn in do oneven ryen zwart, en in do even
rijen wit. Tot aanduiding, van de nommers der
rijen zyn de bakens op de hoeken der rijen
nog gemerkt met I, II enz. tot en inel XI,
eveneens om de noord beginnende. Lyn XI is
dus het zuidelykste en loopt het dichtst langs
de lyn MuiderzandPampus.
Uit deze kennisgeving blijkt voorts dat er
deelnemen nitW ieriugen 70 botters, Medem-
blik 30 botters, Enkliuizen 10 botters, Murken
80 botters, Hoorn 15 botters, Urk 70 botters,
Monnikendam 6 botters, Volendam 200 b itters,
Ransdorp 10 botters, Elburg 30 botters, Kam
pen 26 botters, Broek in Waterland on Qoat-
zaan, te zamon 9 botters, Bovencarapol 10
botters, Vollenhoven 70 botters, Harderwyk
15 botters, Bunschoten 100 botters, Huizen
130 botters, Muiden 7 botters, Stavoren 60
botters, Do Lemmer 60 botters.
De 5 visschers, die aangewezen zyn om hun
bedryt aan H. M. de Koningin to toonen, zui
len liggen in ry 1. Dezen schepen wordt ver
zocht de oranjevlag iu top te voeren. Er wordt
verzocht zooveel mogelijk in de rijen te komen,
opdat H.M. de Koningin desgewenscht lusschen
de ryen botters kan doorstoomen.
Voor de Transvaal.
Bij de Ned. Zuid-Afr. Vereeniging is
tot heden aan giften ingekomen de som
van ƒ1.206.886.87.
De «Friesland".
In de Tafelbaai is aangekomen het Neder-
landsche oorlogsschip» Friesland", dat sedert
het begin van den oorlog gelegen heeft te
Louren^o Marquez Zij is hier gekomen om
eenige kleine herstellingen te ondergaan
daarna zal zjj weer naar Louren§o Marquez
terugkeeren. Op 't oogenblik ligt zij nog
buiten in de baai, daar het droogdok bezet
is, maar binnen een week zal zjj daarin
opgenomen worden.
De verhalen in de bladen, dat zjj te
Durban Hollanders uit Transvaal aan boord
zou hebben gekregen om die naar Holland
te brengen, zijn geheel onwaar. Slechts
toen zij in Louren£o Marquez lag heeft zij
eenigen tjjd Hollandscbe vrouwen en kin
deren uit Pretoria aan boord gehad, maar
die zijn weer van 't schip gegaan, vóór
't vertrek.
De Ambtenaren der N. Z. A. S. M.
De correspondent van het »N. v. d. D."
meldt de volgende proclamatie van lord
Roberts, uitgegeven te Pretoria, betrekking
hebbende op geëmployeerden der N. Z. A.
S. M.
Aan alle beambten van de N. Z. A. M.,
die geen burgers zyn van de voormalige Zuid-
Afrikaansche Republiek en die nog niet in
betrekking zyn by de Imperial Military Rail-
way, wordt hierbjj kennis gegeven, dat zij
zich gereed moeten houden dit land te verlaten
binnen 72 uur, nadat zjj aanzegging hebben
gekregen door een officier van Hr. Ms. leger.
Zij zullen dnideljjk vernemen met welken
trein zjj van hun tegenwoordig station kunnen
vertrekken naar East-Londen. Beschikkingen
omtrent hun vervoer en onderhoud zullen ge
nomen worden onder leiding van den Directeur
der Imperial Militaire spoorwegen.
Alle huisraad, dat zjj niet kunnen meenomen,
zal onder het toezicht van den directeur voor
noemd wordon opgeslagen, en een Ijjst daarvan
zal worden overhandigd aan de Nederlandscho
consuls, die zullen worden ingelicht en op de
verdere bestemming zullen toezien.
Vrouwen en kinderen van gehuwdo per
sonen kunnen meegaan of naar verkiezing
later volgen.
„German" en „Arundel Castle".
Het stoomschip »German" van Kaapstad
naar Vlissingen en Londen met een groot
aantal ambtenaren der Nederl. Zuid-Afr.
Spoorweg-Mij. aan boord, is Zaterdagmiddag
te 2 uur van Teneriffe vertrokken De
boot wordt ongeveer tegen 2 Augustus te
Vlissingen verwacht, terwijl de Arundel
Castle", eveneens N. A. S. ambtenaren
aau boord hebbende, 20 J uli de Canarische
eilanden passeerde en dus tegen 1 Augustus
te Vlissingen kan worden verwacht.
De ambtenaren der N. Z. S. M.
Uit Oost-Londen wordt aan »Ons Land"
gemeld
»De Hollanders komen hier dageljjks
bij honderden aan, en ze zyn werkeljjk een
treurig klompje. De treinen waarmede zjj
komen, worden rechtuit naar de werf ge
zonden, en de mannen worden dadelijk
ingescheept. Van Stipriaan en een aantal
der hoogere ambtenaren hadden heel wat
bluf, en spraken omtrent hun naar huis
gaan per mails toom boot, maar de militaire
autoriteiten namen geen notitie van hen
en zij werden met de rest ingescheept.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Blijkens een bij de directie der Neder-
landsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-
Maatschappij ingekomen telegram van den
consul-generaal der Nederlanden te Kaap
stad, is op 26 dezer het derde stoomschip
»Hawarden Castle" van Simonsstad ver
trokken met 250 geëmployeerden der Maat
schappij aan boord. Ook van deze personen
zijn de namen niet bekend. Waarschijnlijk
zal de tlawurden Castle" deze passagiers
te Vlissingen debarkeeren.
Duro steenkolen!
De voor den loopenden dienst der Haag-
sche gasfabriek benoodigde steenkolen bo
ven de 70.000 tous, omtrent welker leve
ring tegen f 8.02 per ton vroeger contraci
werd afgesloten, kunnen niet verkregen
worden dan tegen aanzienlijk hoogeren prjjs
dan waarmede bij het ontwerpen der be
grooting voor 1900 werd rekening gehou
den.
Burgem. en Weth. van Den Haag hebben
daarom den gemeenteraad voorgesteld, den
post «Steenkolen enz." te verhoogen met
f20.000, wat gedekt wordt uit den post
«Verkoop van nevenproducten."
Ter herinnering.
Augustus tweede morgen,
Brengt een herinn'ringsdag,
Dien we altjjd weer begroeten
Met onze dricklcurvlag.
Dan is 's Lands Moeder jarig,
En allen stemmen we in
Lang leve de ed'le Moeder
Van Neerland's Koningin
Vergeet nooit, Nederlanders,
Haar kloek en wijs bestuur;
Vergeet nooit al haar goedheid,
Bewezen menig nar
Vergeet nooit al de weldaan,
Die Zjj, met milden zin,
Voor 't volk gedurig veil had,
Als Moeder-Koningin.
Nog wjjdt Zjj al Haar krachten
Aan 't heil van volk en land
Veel wat tot zegen zjjn kan,
Houdt zo onvermoeid in stand.
Heel Neerland breng' dus hulde
Op 't jaarleest der Vorstin
Lang leve do ed'le Moeder
Van Neerland's Koningin 1
W. M. Tz
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De Engelsche correspondent Winston
Churchill, die, op reis naar Kaapstad, in
den trein zat, die door de boeren buit werd
gemaakt, beschrjjft dit aldus:
De heer Winston Churchill schetst dan ver
der, hoe hjj zjjn reis deed naar Kaapstad. II jj
had vergunning gekregen te reizen met don
trein, waarmede de hertog van Westminstor
met dépêches en brieven van Lord Roberts ging.
Do eerste dag ging zondor eenig incident
voorbij, doch do tweedo dag kwamen wij
zoo schrijft de heer Churchill op het ge-
vaarljjke gedeelte. Ten Zuiden van Vredefort
zagen wjj een groot Engelsch convooi, dat
met tal van troepen, over grooten afstand ver
spreid, omringd was nabij de spoorlijn reden
bereden troepen met artillerie dichter bjj el
kander. Bij Kopios station zagen wij het gar
nizoen, dat daar, met zwaar en lichter geschut
goed verdekt opgesteld, gelegerd was. Bij do
brug over do RhenoBtor rivier was do ljjn
over een groot gedeelte verwoest en bood eon
treurigen aanblik. Niet alleen de weg waa go-
heel en al op zeer kunstige wijze vernield
over een afstand van drie mjjl, maar de ge-
heele brng had mon in do lucht doen vliegen.
Onder iedere plaats, waar de rails samenkomen,
was schietkatoen gelegd cn aangestoken, zoodat
de sterke ijzeren rails als gekruld papier in
do hoogte staken. Grooto gaten waren in den
grond geslagen.
De nieuwe brug, do Lwoodc do eerste
wus reeds door De Wet in brand gestokon
word bereikt, de trein stoomde langzaam door
langs de genietroepen, die, bet geweer binnen
bereik, daar werkten.
Twee mijlen van Ulieuoster brng is Roode-
wal station. Toen wjj oen maand geleden daar
langs trokken naar hot Noorden, was het een
oasis in de grooto woostjjn. Er waren hoornen,
eon paar ijzeren gebouwtjes, oen bron, eon
waterreservoiren hot huis van den stationschef,
alles staande te midden van het groen. Nu
was alles, wat bet oog zag, een kalo, dorre
vlakte.
Tien dagen geleden hadden daar tweedui
zend zakken mot brieven voor het Engelsche
leger gelegen en al de reserve voor de zware
stukken was aan de zorg overgelaten van het
garnizoen van Roodcwul acht man sterk.
Op den avond van don 6don Jnni kwamen
honderdvjjftig man meer om hun lot te dcclon.
Do storm brak los, toen een Boer met do
witte vlag kwam en zeido Wjj zijn veertien
honderd man sterk cn hebben vier kanonnen.
Wjj geven n tien minuten om u over te geven.'
Maar zij wilden zich niet overgeven, dan
nadat eea kwart was neergeschoten en alle
hoop op ontzet was uitgesloten.
De Boeren begonnen toen han werk wat
zy noodig hadden namen zjj, de rest werd
opgeofferd aan de vlammen. De groote lydiot-
bommen vormden don top van de pyraimde,
dio werd aangestoken. Een Engelsch officier,
dio zich tien mjjlon van de plaats bevond,
zeide later, dat hjj meende, dat er een grooto
slag werd geleverd. Alles wat van hout was
verbrandde, slechts do jjzeron deelen bloven
over en vele der groote projectielen, ofschoon
van buiten aangetast, lagen nog onontploft.
Een kwart mjjl lang was het veld dik be
dekt met de asch van do dikke jassen dor
Engelschen, die hen waren toegezonden on
door de halfverkoolde brieven, die in de mail-
zakken hadden gezeten.
Voorbij Roodcwal, juist toen de heer Win
ston Churchill aan bot ontbjjt zat, werd do
trein lot staan gebracht. Nieuwsgierig vlogon
hjj ©n de andere pussagiers naar bniten. Do
brug voor bon, oen duiker van 30 voet
breedte, stond in brand. Bjj de brug gekomen
met de escorte, dat ongowapend, zondor oenigo
discipline, mede was koinen aanhollen, zag
men twee ruiters een kwart mjjl ver weg
galoppeeren, torwjjl eon zestig of zeventig
naar het Zuiden langs do ljjn oprukten. De
donga's in de buurt zonden goede schuilplaat
sen geboden hebben voor schutters die een
goede Bchjjf hadden gevonden in de menigte,
die naar de brandende brug stond te kjjkcn.
De heer Churchill ging naar zjjn waggon
terng, om een Mauser pistool te balen, na den
overval bjj Frére wetende, wat er te duchten
was. Hjj was nog niet ver weg, toen reeds
een bom over de locomotief heen vloog cn
in de sloot aan de ljjn ontplofte. Do uit
werking was typisch. In haastige vlucht,
die bjjna komisch was, vlogen de passagiers
en manschappen terug naar den trein en
sprongen in de wagensverwarring stond
op bun gelaat to lezen.
Do machinist, dio de locomotief weer had
FEIJir.LETON.
--e>oo—
2)
De fijne zonnestofjes op de trappen van het
oude achterhuis dwarrelden hoog op onder do
driftige, zware schreden van den man cn de
naslepcnde voetjes van de tegenstribbelende
kleine, wier laid geween tot aan het voorhuis
weerklonk, waar de verschrikte gezichten van
twee dienstmaagden aan het venster versche
nen en ontsteld naar dit tooneel keken.
,Daar is wat gaande geweest,* zeide de
een. .Wellicht dat de wildzang de boenen
heeft gebroken.*
.Of de oude heeft baar beknord. Weet je
wél, hoe voor twee jaar de jonge mevrouw
Kemper plotseling in onmacht viel, en twee
dagen later was zjj dood
.Nn ja, maar ze was toch altjjd ziekeljjk.
Wat rnjj maar verwonderd, is dat die twee
zieke menschcn zulk een gezond kind bezitten.
Neen, dan is die van een ander slag, zoo iets
als do blinde aan de overzjj, de oud-tante.*
.Maar mevrouw Kemper's dood had toch
een plotselinge oorzaak er liepen immers ge
ruchten van woekerpercenton Herinner je
je dat niet meer?* v
.Zeker, herinner ik mo dat. Eensklaps
heette het, dat mjjnheer Kemper twee grond
eigenaars ongelukkig had gemaakt door woe-
ker-interest, dat was omstreeks den tjjd, dat
de moeder van de kleine Lindis stierf, en
later hoorde men er niet meer over spreken.*
_»Nu hebben re hem op de vingers gelikt.
Lize van den directeur zei me onlangs, dat
hjj geen advocaat meer was. Dat er ginds
wat voorgevallen is met de blinde tante, zie,
daar zou ik wel een eed op durven doen.
Mijnheer word al voor eenige uren in het
achterhuis geroepen, en dat is niet voor nie
mendal geweest. Lindis huilt. De oude mevrouw
is nog al driftig gebakerd ik voor mjj geloof
zelfs, dat zjj er de brui van geeft om zich to
laten ringelooren, niettegenstaande zjj van
zjjne gonade afhangt.'
En werkelijk, dat deed de oude dame dan
ook. Den volgenden dag reods bleek dit ten
duideljjkste. Metselaars met troffels en kalk
bakken vertoonden zich op de plaats, eenige
met steencn beladen wugens volgden, en nn
begon or weldra oen lustig hameren, fluiten
en zingen, zóó luid, dat Werner Kemper het
hoofd ophief van de groote boeken vol cjjfers
en verwonderd door het tralievenster van
zjjn werkkamer keek.
.Ze is gok!» mompelde hij. .Is het dan
werkeljjk zóó erg, wauucer ik eenige percen
ten meer neem dan anderen Ik bedrieg
immers niet in het geheim de belanghebben
den weten zeer goed wat ze mjj geven. In de
meeste gevallen komen zjj mjj al tegemoet,
het zjju nu eenmaal alleen nobele heeren,
waarmede ik zakendoe. Mjjn zwjjgcn laat
zich niet met geld betalen, daarom laten zjj
in zulke zaken van vertrouwen hun keuze op
mjj vallen, 't Is bclachcljjk, wat do menschen
hier onder woeker verstaanIk neem oen
zekeren rentevoet, dat weten allen, die by
mjj komen. Maar waarom komen zjj dan
Dat dwazo men ach daar ginds, 't is om te
lachen, waar zjj van leven wil. Laat haar
maar allo vensters on deuren laten toeinetse-
leii, ik zal het liaar niet verhinderen, d .ch
met zooveel bomburio behoefde zij toch wer
keljjk uiel to werk to gaan
«Papa kleine Lindis kwam de kamer
binnen gevlogen .tante is niet moor ziek,
ik heb haar zoo even aan hot venster ge
zien, toon al dat werkvolk hier aankwam.
Niet waar, nu mag ik weer naar haar toe
gaan
.Zjj wil jo niet moer bjj zich hebben,
antwoordde Kemper norsch.
.En waarom niet?»
Kemper haalde zwjjgend do schouders op.
.Ga aan je schoolwerk,» beval hjj streng.
Papa, is het dan housch waar, dat Dina
en Emilic weggaan
.Ja, dat is waar, zjj gaan allemaal heen,
behalve de oude Lconure. Wjj zjjn dan heel
alleen in het groote hui3.'
.Ja, wjj met ons drieën en tante in hot
toegemetseldc buis. Ach, dat is haast een
sprookje.* Lindis klapte van blijdschap in de
handen. .Ik zal dan als een muisje door alle
kamers kruipen en uit alle hoeken verborgen
dingen halen.''
Den volgenden dag waren de vensters on
do ingangsdeur van bet achterbuis stevig toe
gemetseld geen reet, geen voeg in den dik
ken muur, door welke men een blik kon
werpen in het geheimzinnige huisje, waurin
gravin Hallwoy nu reeds dertig jaar ecu treu
rig leven leidde. De versch in den muur ge
zette en bepleisterde stukken zugon er echt
kluchtig uil, beweerde Lindis, dio op een stoel
knielend een boterham at, terwjjl zjj togelij-
kertjjd met hare dikke haarvlecht do natte
ruiten droogveogdc. .Ik kom er toch wel in,
beweerde zij stout en hare oogen zochten op
de nok van het dak naar een opening ter
groote van een hand, door welke zjj hare
kleine gestalte hoopte heen to werken. ,In
die andere straat is de tweede deur, ik weet
het, maar er wordt niemand binnengelaten.
Als men belt, staal er een oude brompot van
oen meid voorzjj dient bjj de majooravrouw,
dio bij tante inwoont, ik mag ze geen van
allen, alleen tante vind ik lief en goed. Waar
om of zij mjj toch niet Ijjden mag En hoe
hot er in dio prachtige huiskamer nu wol
mag uitzien Zeker erg donker, want alle
vensters zjjn immers tougemetscld, er moet
zeker den heelcn dag ecu lamp branden. Maar
voor tanto is hot toch altjjd donker oon
eeuwige nacht. En wat had zjj dat zonlicht
toch lief, .hot is zoo warm en zoo weldoond,
en in bare aderen was het bloed altjjd even
koud en traag,' zeide zjj steeds.*
Werner Kemper's huis stond dicht by den
stadsmuur, die het aan den rechterkant afsloot.
Het was een hecht gebouw, dat met xjjno in
't oog loopend weinig vonBters, die alle van
ijzeren traliën waren voorzien, wel een ietwat
somberen indruk maakte in deze zoo weinig
bewoonde stadswyk. Stil en eenzaam stond
daar het grjjzo huis. Van de inrypoort, boven
welke een groote lantaarn hing, liep oen smal
pad door het dichte gras van het voorplein
on voerde rechtstreeks naar de halfverweordo
steencn treden vun de achterdeur, door welke
mon in en uit ging.
Sinds ilc metselaars met hun gereedschap
pen do plaats verlaten hadden cn de beide
dienstboden van den advocaat hen gevolgd
waren, zag het er daarin nog vrij wat dood-
scher en vcrlatener uit. De ijzeren blinden
hiDgen steeds voor de ramen, en hunne krij
sende tonen verschrikten verder niet meerde
morgen- en avondwandolaars, die zich ver
meiden op dc met lommerrjjke kaatanjeboomen
omzoomde wandelplaatsen achter de wallen
der stadsmuren. Met zjjne van alle verkeer
afgesneden ligging geleek bet huis ccn ge
vangenis, of moest door den onbekenden wan
delaar als uitgestorron beschouwd worden.
En nitgestorvon scheen het in werkeljjkheid,
zelfs wanneer men do binnenplaats betrad.
Onbemerkt kwam men er in en uit, doch
zelfs over dag werd hot huis gemeden. Met
schrik wendde men zich af, zoodra men het
in gezicht kreeg. Do menschen fluisterdon
elkaar fabelaclitigo sommen toe, die hior achter
slot en grondel lagen on wier eenige erfge
name het kleine, onschoone meisje moest wezen,
dat zich nu en dan oons in de straat ver
toonde, of door een bende jongens achternn
gezeten met rappo voetjes bet sombere huis
binnen rende cn de getraliede door dreunend
achter zich in het slot wierp.
Het was een zonderlinge opvoeding, die
kleine Lindis genoot. Geen meester ware er
too te bewegen geweest, om het kind van den
woekeraar te onderrichten, andera toch waro
hem zeker geen ander kind (oerertrouwl ge
worden. Daarom zag Kempera zich gedwon
gen om de weinige uren, die hem van zjjn
omvangrijken arbeid overbleven, aan de kleine
to besteden, en bjj dood dit met lust en vol
harding. De zoldzamo opvattingsgave van
hot meisje kwam hem doarbjj voortreffelijk
to stade, on lang duurde het niet of Lindis
had de eerste ontgoocheling van haar jong
leven standvastig overwonnen. In de haar
omgevende kloosterachtige stilte cn eenzaam
heid drong voortaan geen ongeroepen geluid
door, doch daarom ontbrak baar, wjjl do
zaken haara vaders haar vreemd blovcn,
geenszins de tevredenheid, die Bterke naturen
immers steeds eigen is, welke alles in zich-
zolvcn zoeken
(Wordt vervolgd.)