KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
EGON's VROUW.
No. 2867.
Woensdag 8 Augustus 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn*. 69.
Atoonnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 877sCt.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burcauxi Spooratraat en Zuidatraat.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regela25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VWfJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
11 At het Hiiitrnland.
In ééne week Ijjds twee moordaanslagen
op regeerende Vorsten dit is in de vorige
week geschied. Eerst, met doodolijken ailoop,
op Koning Humbert van Italië, daarna, zonder
ernstig gevolg, op don zich te Parys bevin
denden Sjah van Perzië. 't Is geen wonder,
dat er verband wordt gezocht tusschen .beide
misdaden, en de gedachte is ontstaan aan een
algemeen complot, 't welk zich ten doel stelt,
alle vorstelijke personen te vermoorden. Men
moet daarbjj echter niet voorbarig zyn, want
van den man, die een poging ondernam om
het leven van den Persischen Vorst te ver
nietigen, weet men op het oogenblik nog maar
zeer weinig. Wel wordt beweerd, dat hjj
een medeplichtige heeft gehad, doch daarvan
is maar heel weinig bekend, niet meer dan
dat die man, net gekleed en met den dader
zich bevond op de plek, waar hy den Sjah
stond te wachten, 't Is bovendien hoogst
onwaarschijnlijk, dat de Sjah begrepen is in
de lyst der Vorsten, op wie de anarchisten het
gemunt hebben. Debeheerscher van Perzië kan
hoegenaamd geen politieken of socialen invloed
hebben op de zakon van Europa, waar deze
onzinnige party zich in de eerste plaats mee
bezig houdt. Toch gelooft menigeen, dat,
schoon beide moordaanslagen niet met elkan
der in verband staan, wat de aanleiding
er toe betreft, het ophef maken van zulke
daden in een deel der dagbladpers toch wel
dogelyk tot navolging uitlokt. Men verzekert,
dat de man, die den aanslag op den Sjah
heeft willen ondernemen, een zwakhoofdige is,
die het, na de lezing van 't verhaal van den
aanslag op 't loven van Koning Humbert,
zich in 't hoofd heeft gezet, om ook zulk een
daad te volvoeren, het deed er niet toe op
wien. De Sjah moet echter wel eene schrif
telijke waarschuwing, dat men het op zyn
leven gemunt had, ontvangen hebben. De
schryver van don brief deelde daarin mede,
dat hy tot eeno vereeniging van anarchisten
behoort, doch dat zijn menschelijk gevoel
sterker was. dan zyn haat tegen vorstelyke per
sonen. Er blijkt in elk geval uitditschryven,dat
er iemand is geweest, die van het plan van
den moordenaar vooraf heeft geweten, en dit
heeft willen vorydelcn. De moordenaar van
Koning Humbert heeft, dit is wel volkomen
zeker^medeplichtigen gehad. In verband met
irne ov<nVii7Ïng, worden d;.o nok in Italië
vele arrestatiën gedaan. Sonvui_;e anarchisten
schynen door een dolle mamlcstatie-manie te
zij.? aangegrepen;., op verschjllende plaatsen
hebben er geroepen leve do anarchieweg
met den Koning
De man, die een aanslag deed op het leven
van den Sjah, is Salson geheeten,cn 24 jaren
oud. Geboortig uit Avegron werkte hij daar
als koekbakkersjongen, 't Laatst was hij te
Parys woonachtig. In 1894 werd lijj tot 3
maanden gevangenisstraf veroordeeld, wegens
anarchistische propaganda, en in 1899 wegens
manslag tot 8 maanden hechtenis. In 1894
hield hy verblijf to Algiers. Hy moet don
rechter van instructie verklaard hebben, dat,
als het hem gelukt was te ontsnappen, hij
dan een poging zou gedaan hebben, om den
Keizer van Rusland te vermoorden. Over
medeplichtigen of het bestaan van een complot
laat hy zich niet uit.
Do Engelsche regcering heeft zich verbolgen
getoond over de vrijspraak van Sipido, den
jongen Belg, die onlangs op het station te
Brussel een aanslag deed op den Britschen
troonsopvolger, den Prins van Wales. Bjj die
vryspraak komt dan de omstandigheid, dat die
knaap niet is aangehouden, om hem naar een
verbeterings-gesticht te doen overbrengen. Nu
is hy, vóór het daartoe kwam, naar Frankrijk
uitgeweken, en de misdadige jongen blyft heel
en al ongestraft. De Belgische regeering heeft
zich echter behoorlyk verantwoord, en er op
gewezen, dat zjj zich goheel heeft gehouden
aan de wet.
De Regcering in Engeland zou dus wordt
beweerd niet anderB gehandeld hebben.
Er zijn er echter, die het er voor houden,
dat de sympathie, die men in België voorde
Boeren van Znid-Airika betoont, niet vreemd
is aan den heftigen aanval der Britsche re
geering. Een der Belgische dagbladen zegt er
vanDe Engelsche dagbladpers grijpt alle
raogelyke voorwendsels aan, om, leugen en
laster niet buitengesloten, maar goed te doen
uitkomen, dat heel Europa Engeland haat, om
op die manier hel Engelsche volk te overtui
gen, dat om de veroordeeling van den oorlog
in Zuid-Afrika door de heele wereld niets
behoeft te worden gegeven.
In het zuidoosten van ons werelddeel iB
het nog heel niet in orde, wat betreft de ge
lijkstelling der Israëlieten met de belyders
van andere godsdiensten. In Rumenië laat
znlks tegenwoordig, blijkens de vele gevallen
van vervolging en van uitzetting buiten de
grenzen, heel wat tewenschen over. Wel is
indertijd in Rumenië bij de onafhankelijkheids
verklaring des lands de gelijkstelling der Joden
tot eene voorwaarde gesteld, doch de wjjze
waarop daaraan is voldaan, blykt thans al
zeer onvoldoende te zyn. Het volle burger
recht is den Israëlieten nog niet verleend.
Zij worden daar te lande nog zelfs verhinderd
zich anders dan in afzonderlijke deelen dor
steden (ghetto's) optehouden. Nu wil wel de
landsregecring de belangen der Rumconsche
Joden bevorderenzij wil hen opheffen uit
hunnen onontwikkeldon toestand, en toestem
men in de stichting van scholen en kerken
en van kerkelyke gemeenten. Doch de anti
semieten komen daartegen in verzot, en een
aantal Joden zyn reeds het land uitgeweken.
De meesten trekken naar het naburige Oos-
tenryk-Hongarye. De regeering van dit land
beeft getracht, de uitgewekenen, in zooverre
zij geheel onbemiddeld zyn, weer over de
Rumeensche grens te zetten, maar de Ru
meensche regeering weigert eenvoudig, ze het
land binnen te laten komen. Groote Israëliti
sche vereenigingen, zooals de AUiance Israëlite,
de Weener Allianz, enz. en ook particulieren
hebben nu de handen inéén geslagen, om
zoowel de uitgewekene als de achtergebleven
Joden te ondersteunen. Protesteeren by de
Rumeensche regeering schynt hoegenaamd geen
gevolg te zullen hebben.
AlEliWSTIJDIAGËV.
HELDER, 7 Augustus 1900.
Visschersvloot-Revue.
HH. MM. de Kouingin en de Koningin-
Moeder kwamen Vrijdag met groot gevolg
te 11.50 van Soestdijk te Weesp aan, om
zich van daar naar Muiden te begeven,
teneinde aan boord van Hr. Ms. oorlogs-
A'j\dem. >Buyskes" een .ww te houden
over de vloot van visschersvaartuigen uit
de verschillende plaatsen aan de Zuiderzee
gelegen. De plaats voor de revue was, zoo -
als bekend is, op het zg. Muiderzand, een
deel van de ondiepte Pampus, waarop een
fort van dien naam is, en welke zandplaat
zich tusschen Muiden en Durgerdam be
vindt. De vloot telde vermoedelijk wel
1400 a, 1500 vaartuigen, die aan rijen van
boeien lagen, en ofschoon enkel met een
vlag getooid, toch door deze groote hoe
veelheid, en met vischnetten uit den top
der mast afhangende een grootsch en in
drukwekkend schouwspel opleverde. Op
uitdrukkelijk verlangen van H. M. de Ko
ningin waren zoowel in Weesp als in Mui
den en Muiderberg zoo weinig mogelijk
kosten gemaakt voor het korte bezoek.
Aan de Amsterdamsche poort te Muiden,
waren eenvoudige bloemversieringen aan
hooge masten waaraan driekleur en
oranjewimpel wapperde aangebracht.
Te Weesp werden HH. MM. door den
burgemeester, den heer P. de Haan, ont
vangen.
Onmiddellijk hierop begaven de Ko
ninginnen met gevolg zich naar de achter
het station gereed staande vier hofrjjtuigen
en met den burgemeester voorop en geës
corteerd door maréchaussee reden de Vorstin
nen langs den hoofdweg van Weesp, waar
huis aan huis gevlagd werd, allerwege
door een dichte volksmenigte met luide
toejuichingen begroet.
Op een derde van den korten Weesper-
weg was de grens van Muiden bereikt,
waar de burgemeester dezer plaats, mede
in ambtsgewaad, de Hooge bezoeksters op
wachtte.
Door de feesteljjk met vlaggen en groen
versierde hoofdstraat van Muiden trok de
koninklijke stoet stapvoets naar de sluizen
over de Vecht, welke hoe eenvoudig ook
door eeu viertal vlaggen versierd, toch
wegens hare afmetingen onmiddellijk de
aandacht der Hooge Bezoeksters trokken.
Links om, de Heerengracht langs, wandel
de de Hofstoet nu naar den steiger, inde
inham, welke aanlegplaats smaakvol met
bloem manden, vlaggen en wimpels aan lange
masten was getooid.
Hier lag de militaire stoomsloep Pam
pus", die de dageljjksche communicatie
onderhoudt tusschen het fort en de vasten
wal, gemeerd, om bij onverhoopt ongun
stig weder den Vorstelijken stoet aan boord
der >Buyske8" over te brengen, wanneer
deze stoomer wegens lage waterstand niet
aan wal kon komen. Aangezien het gunstig
weder was, werd voor dit doel de konink
lijke sloep gebruikt.
Zoodra HH. MM het Muider grond
gebied hadden bereikt, werden van de
West-batterg de gewone saluutschoten ge
lost, wat herhaald werd door zwaar geschut
van het fort Pampus", toen HH. MM.
zich aan boord der »Buyskes" begaven.
Aan boord der »Buyskes" gebruikten
HH. MM. een dejeuner a la fourchette.
Het weder, dat zich des morgens drei
gend liet aanzien, verbeterde na en dan.
Het oranjezonnetje deed wanhopige po
gingen om zijn plicht te doen, waarin het
ten slotte slaagde. De wind, ofschoon
gelukkig een landwind, begunstigde de
feestelijkheid niet.
Des morgens vertrok van Amster^m
een 150-tal kinderen, onder leiding van
den heer A. van der Horst, beschermheer
van »Oranje's Vriendenkring", uit de
Willemstraat, om met medewerking van
HH. bestuurderen een huldebetuiging te
gaan aanbieden aan HH. MM., in den
vorm van het door de kinderen toe te
zingen twee liederen op de wijzen van het
Wien Neêrlaudsch bloed en Piet Hein.
daartoe vervang igd door den heer A. van
der Horst.
Een ongewoon schouwspel boden Fr ij dag
morgen de Oranjesluizen, bjj Schellingwou-
de. Een groot aantal booten en scheepjes
kwam uit het IJ van de stadszjjde opzet
ten, sierlgk met het dundoek getooid, om
zeewaarts te worden geschut. Men zag er
booten, die anders dienst doen op verschil
lende Zuiderzeehavens, volgeladen met be
langstellenden, die zich naar het terrein
der revue gingen spoeden.
De lucht was aanvankelijk weliswaar
vrij bedekt, doch de straffe wind, die uit
het Zuidwesten blies, gaf hoop dat de be
zoekers der revue tenminste voor veel
regen gevrijwaard zouden blijven. Menschon,
die goed met weer en wind vertrouwd zijn,
beweerden echter dat het op het ruime sop
nog aardig zou blazen".
Aan de sluizen heerschte veel bedrijvig
heid met het doorschutten van' gepavoiseer-
de stoomers en vaartuigen vol feestvieren
den, waarvan velen mu/iek medevoerden.
Onder de vele jacht< n en booten merkte
men ook op het keurige jaclit van den
Rijks waterstaat met genodigden, en de
kanonneerboot Ever met den Minister van
Marine aan boord.
Het weder was intnsschen helderder ge
worden. De lucht, die 's morgens met som
bere regenwolken was bezwangerd, begon
van achter de wolken verlioht te worden.
Heldere gele lichtstrepen vormden zich
tusschen het blauw-grys van het wolken
floers. Om twaalf uur brak de zon door
en nu vertoonde zich een onvergetelijk
schouwspel. We bevonden ons vlak voor
de visschersvloot. Met gestreken zeilen, de
masten als pen dennenbosch opstrevend
tegeo de teere lucht, met het rood-wit-
blauw in top, het bruinzwart der vaar
tuigen donker uitkomend op het zilverig-
groene water, leverde het geheel eeu glo-
rieuse aanblik. En daar stonden de stoere
mannen en vrouwen in hun eenvoudige
kleedij, van Volendara en van Marken, van
Urk, ja van waar niet al. Ze stonden te
wachten hun Koningin om Haar op het
water, han element, te begroeten. De
visschers waren in een opgewekte stem
ming, kon het anders! Toen*de Baron
van Dedem met de muziek voorbijvoer,
schaarden zich vele lustige deerntjes op
het dek der visscherbooten ten dans en
van alle kanten klonk gejuich over het
water bjj het vernemen der vaderlandsche
liederen.
Zoo stevenen wjj langs de vloot, die,
hoewél niet progamatisch juist opgesteld
de hevige wind belette dit met
haar bjjna 1500 vaartuigen zich over een
enorme oppervlakte uitstrekte. Lange lanen
waren het van vaartuigen, vele met da
ragfijne netten in top geheschen.
Rechts van ons lagen een paar vaar-
tuigei gereed, waarop de Willemstraatsche
kinderen, die ook hier niet op het appèl
ontbraken, straks H. M. hun geestdriftige
liederen zouden toezingen.
Om kwart over twaalf klonk het eerste
schot, t teeken dat de Koninginnen te
Weesp Wwien aangekomen. De >Buyskes"
in de verte al kenbaar aan haar witle
kleur, lag gereed om aanstonds de Vors
tinnen te gaan afhalen. De sierlijkerader
boot had geen andere versiering dan een
voudig de driekleurop het achterschip
wa9 voor de Koninginr. een ruimte af
geschut, waar Zij zooveel mogelijk be
schermd waren tegen den wind.
Behalve het gevolg bevonden zich ook
aan boord de burgemeesters Calkoen en
Kolf-, respectievelijk van Edarn en van
Wieringen.
Te kwart voor een werden H H. M.M.
aau boord van een achttien riems statie
sloep naar boord gebracht onder het spelen
van net WrAhelmus en het hoerageroep
van de equipages <dj».r omliggende vaartui
gen werd de Koninklijke standaard is p
geheschen
H M. de Koningin was in het wit,
II. M. de Koningin-Moeder in het zwart
gekleed.
Kort na de aankomt op de »Buyskes"
lieten HH. MM. zich met een sloep aan
boord van verschillende vaartuigen roeien
om van meer nabjj het bedrjjf der vis
schers gade te slaan.
De botters, welke door H. M. de Ko
ningin werden bezochtzijn van T.
Wouda van de Lemmer, K. Kos van Hui
zen, J. Metselaar van Wieringen, C. Peere
boom van Marken en II. Tuijp van Vo-
lendam.
De heer Calkoen vergezelde Hare Ma
jesteit aan boord van de vaartuigen. Het
laatste bezoek was bjj Tuijp, waar twee
krvL'r-e Volendammer meisjes, Aaltje Bugs
JaCobsdochter en Antje Mol Jansdochter,
aan dek gereed stonden om bloemen aan
te bieden. Om het aan boord komen te
vergemakkelijken, waren op 's Rjjks werf
te Amsterdam keurig afgewerkte houten
trapjes gemaakt. Het is die bedoeling deze
trapjes, voorzien van een koperen plaat
met inscriptie aan de visschers, ter herin
nering aan het Voretkljjk bezoek aan te
bieden.
Zoodra de Vorstinnen de laatste botter
hadden verlaten, klonk een kanonschot,
ten teeken dat de vlootschouw geëindigd
was en waarop de visschers wachtten om
weg te zeilen.
Bjj den terugkeer van de revue te Mui
den brachten HH. MM een bezoek aan
het Muiderslot, waar de Hooge Bezoeksters
ontvangen werden door den 84-jarigen
slotvoogd. (A. Ct.).
H. M. de Koningin heeft aan den heer
H. J. Calkoen, burgemeester van Edam,
lid van het Rjjks-College voor de Zee-
visscherjjen, het volgende telegram ge
zonden
Bjj mjjne terugkomst op Soeatdjjk voel
ik mg gedrongen u nogmaals te verzoeken,
mjjneu warmsten en harteljjk9ten dank
over te brengen aan allen, die mg heden
op de Zuiderzee op zoo treffende wjjze hulde
hebben gebracht.
Ik stel de algeraeene deelneming en
medewerking, die zooveel tot het welslagen
der revue bijdroegen, op den hoogsten prjjs,
en verzoek u aan de visschersbevolking de
verzekering te geven dat zij mjjne Moeder
en Mjj eenen onvergeteljjken dag bereid
heeft, die bjj ons steeds in dankbare her
innering zal big ven."
Bjj Koninklgk besluit is L. Cta. Kolff,
burgemeester der gemeente Wieringen, be
noemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
Bij Kon. besluit is
lo. benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassan, de luitenant ter zee lste
klasse E. de Haan
2o. toegekend de zilveren eereraedaille
der orde van Oranje-Nassau, aan den ge
zagvoerder van '8 rijks opnemingsvaartuig
>Buyskes", H. Hofman.
Bjj Kon. besluit is verleend de eere-me-
daille van de orde van Oranje-Nassau in
zilver aan
T. Wonda, visscher te Lemmer K. Kos,
visscher te Huizen J. Metselaar, visscher
te WieringenC. Peereboom, visscher te
Marken.
Bjj Kon. besluit is de luitenant-generaal,
commandant van het leger en efcs,' van
het departement van oorlog in Nederlandsch-
Indië, L. Swart, op zjju verzoek, met ingaug
op 2 October 1900, eervol uit 's lands
dienst ontslagen, met behoud vin aanspraak
op pensioen en onder dankbjluiging voor
de vele en gewichtige diensten, door hem
den lande bewezen.
„PRINS WILLEM I".
Omtrent het te Mariguana gestrande
stoomschip Prins Willem 1" ontving de
directie van den »Kou. W.-I. Maildienst"
een telegram, vermeldende dat de passa
giers en de mail door het stoomschip Alps"
zijn overgenomen dat het schip in het
voorgedeelte en in de achterpiek vol water
staatdat machine en ketels in goeden
staat verkeeren en dat er misschien kans
is om het schip af te brengen De lading
is gedeeltelijk in lichters en aan den wal
opgeslagen en men is bezig met lossen.
Een gedeelte van de equipage is op
Inagua-eiland geland. Allen zjjn gered
Men schrjjft uit Utrecht
Een extratrein uit Vlissingen, bestaande
uit 15 waggons der verschillende klassen,
kwam Vrijdagnamiddag ten 4 u. 20 m. hier
aan en bracht een groot aantal ambtenaren
der Z. A. S. M. met familie hier aan, aan
gebracht met het Eng. stoomschip >Ger-
tnan", waarvan de meesten met bestemming
naar Amsterdam en elders. Het viel ieder
zeer op hoe groot verschil in stemming
er bestond tusschen deze passagiers en den
vorigen avond aangekomene, en dit werd
spoedig verklaard door hnnne mededeeling
dat zjj het zoowel aan boord van de »Ger-
man" als op hunne spoorreis in Zuid-Afrika
veel beter gehad hadden dan die met de
sArundel Castle" zjjn aangebracht. Er
waren een zeer groot aantal kinderen,
waaronder nog zeer kleine, die aan de borat
der moeder hun voedsel kregen. Ook waren
er vele ouden van dagen, grootmoeders dia
met zorg voor de kleinen waakten en maar
weinig van de reis schenen geleden te hebben.
De mannen vooral waren opgewekt en prezen
de goede zorgen, die de directie der Z. A.
S. M. hier en iu Zuid-Afrika te hunnen
behoeve had in het werk gesteld. Allen
zagen er gezond en flink uit en vele jonge
mannen drukten de hoop uit dat zjj weer
spoedig naar Zuid-Afrika zullen terugkeer en,
al ware het alleen om de Boeren te helpen
de gehate Engelschman uit het land te ver-
jagen.
Dat er aandoenlgke ontmoetingen tus
schen familieleden eu vrienden plaats hadden
spreekt vau zelf, doch allen waren bljjkbaar
vol hoop op de toekomst, waartoe niet
weinig kieken bijgedragen te hebben de
bemoedigende woorden die de directeuren
der Z. A. S. M. bjj aankomst te Vlissingen
ook tot hen hadden gericht. Toen de trein
het station verliet, steeg er een juichend*
ret uit de wachtende menigte op, terwjjl
afreizendeu, uit het portier hangende,
het Transvaalsche volkslied aanhieven. D*
indruk, dien de gerepatrieerden maakten,
was verre van ontmoedigend en doet velen
met big verlangen de aankomst der nog
verwacht wordende familieleden tegemoet
zien.
Vrjjdagnacht is bjj Tilburg een stroo-
per, die zich verzette, door een Rijksveld
wachter levensgevaarlijk neergeschoten.
Uit Goedereede meldt men dd. 2 Aug.:
Hedenmiddag is alhier een plaatsver
vanger van den directeur van het post
en telegraafkantoor aangekomen, zoodat
de dienst weer zjjn gewonen loop heeft
hervat.
Heden zjjn er weer drie dySüterieljjdora
aangegeven, zoodat hun getal thans 28
bedraagt, verdeeld over 14 gezinnen. 1M
uitzondering van één gezin aan 't Haven
hoofd wonen al de besmette gezinnen in
de kom der gemeente.
Diefstal van goud.
Uit Chicago komt het bericht van een
diefstal, die eenig in zjjn soort is. Gesto
len werd voor een waarde van 8 millioen
galden aan goud- en van 30,000 gulden
aan zilverstaven Het goud bestond uit
48 staven, die ieder 100 pond wogen, en
werd uit een waggon der Chicago Ter
minal Transfer Railway-Line" ontvreemd.
De eigenaars der bezending, die bestemd
was voor een bankinstelling in Californii,
wilden de zaak bjjzonder slim inpikken,
om de kostbare lading te beveiligen, en
lieten, hoe ongeloofeljjk het klinken moge,
de staven in gewone vrachtkisten in eeu
goederenwagen staan. De bjjzondere vei-
ligheidswaggons voor geldverkeer trokken
tot dusver geregeld de opmerkzaamheid
der spoorwegdieven van professie en om
dezen virtuozen dor inbrekerskunst, die de
ergste plagen der Pacific Railway zjjn, te
ontgaan, zou de geld verzending zoo wei
nig opvallend, als mogeljjk was, geschieden.
Het resultaat beantwoordde echter niet
geheel en al aan de verwachtingen, want
de geheele lading werd, zooals gezegd ia,
geslolen. Voor het wegbrengen van de
2000 a 2500 K.G., die net goud en het
zilver te zamen wogen, moeten bljjkbaar
een vrg aantal personen geholpen hebben
en het is niet heel duideljjk, hoe dat den
wakers is kunnen ontgaan.
De politie te Chicago heeft haar beste
detectives aan het werk gezet, om de
dieven op te sporen.
FEUILLETON.
~*e>oo-
De jonge Hallwey zeide niets, doch hjj trad
naar de kleine toe en haar van den grond
opbeurende, zeide hjj«Sta maar gerust op,
mjjn kind, je bent er niet den blooten schrik
afgekomen. Je hebt je toch niet bezeerd, is
't wel?4
Lindis schudde het donkere hoofdje en
wierp een schuwen blik naar de verblindend
schoone meisjesverschyning.
«Dit is de boste gelegenheid om je te ver
wijderen, Adèle,» fluisterde de officier zjjn
bruid in de Fransche taal toe. «Er komen
reeds meerdere wandelaars."
Zjj kuchte. «Van avond de wals, vergeet
haar niet,4 waarschuwde zjj glimlachend.
Hoe zou ik dat kunnen,' lachte hjj op
zjjn luchthartige wjjze en keek de slanke ge
stalte na, tot dat zjj in de kastanjelaan ver
dwenen was.
«Waar heb je toch eigenljjk gezeten, kleine,
vóór je dien luchtsprong naar ons toe
maaktet?4
«Daar boven op den mnnr.'
«En wat voerde je daar uit?«
«Ik wilde door het venster kruipen.'
«Eon vrjj zonderlinge weg," lachte de jeug
dige officier luid.
Tante woont daarbinnen, zjj wil nieraond 4jXiT
van pa en van mjj weten.' h
Zeer verklaarbaar.4 Hallwey knikte vroo
Ijjk met het schoone hoofd. ,En nu wou
het door list beproeven? Nn, dat moet
zoggen, je hebt een aardje naar je vader!4
Met haastige schreden verwjjdorde hjj zich
in de tegenovergestelde richting, terwjjl zjjn
zacht, welluidend lachen van lieverlede weg
stierf.
Papa, iB u een woekeraar?' vroeg Lindis
dienzelfden dag aan haren vader.
Zottepraat, hoe kom je aan dat woord?'
«De menschen noemen mjj 't kind van den
woekeraar. Dat moei »och zeker iets leeljjks
zijn, niet waar?"
«Wie zei dat woord tegen je?»
Eerst tante, toen de kinderen op straat,
en vandaag noemde een schoone dame mjj
zoo. Zjj houden geen van allen van u, is 't
wel
Neen, dat doen ze ook niet.4
,Wilt u me dan niet zeggen, wat een woe
keraar is ?4
Zeker wil ik dat. Het is iemand, die grove
interesten neemt, zoo iemand, die de men-
Bchcn uitzuigt het is eon vampier geljjk
tante zegt."
En zoo iemand bent u, papa?"
,De menschen zeggen het.'
«En u
Ik zeg dat het niet zoo is, ik ben het
niet
De avond was regenachtig en de storm
huilde op alle mogeljjke tonen om het een
zame huis bjj den stadsmuur.
Ik zou nog wel eens naar buiten willen,"
zei de kleine Lindis, van de sofa opspringend,
^35^?-en lang gelegen had.
;i avond en in dit weer
de tafel afnam en het tafel-
Daar komt nicm&ndal van,
lat maar uit mjjn hoofdje
,?4
.Ginds in zijn werkkamer, hjj laat zich
's avonds niet zien, Je weet immers, dat de
klanten meestal dezen tijd voor hun zaken
uitkiezen." Een boosaardige, dubbelzinnige
lach speelde om den tandeloozen mond der
oude huishondster.
•Je moet me eons wat zeggen, Leonore,
naar waarheid, ik weet anders niet, wien ik
nog gelooven kan. Wil je dat
Lindis had de handen der oude vrouw ge
grepen en haar bruin gezichtje tot geljjke
hoogte gerekt.
Wat is er nu weer Dat kind heeft waar
achtig kwikzilver in het ljjf. Zoo juist meende
ik nog, dat zjj ingeslapen was en nu is zjj
een vuur en vlam. Laat mjj eerst de borden
en schalen wegbrengen, ik verlang naar rust
en slaap. Of denk je, dat ik den ouderdom
niet voel en dat verwenschte rhenmatismus
in mjjn leden ?4
Je komt don drempel niet over, vóór je
me geantwoord heb.4
Ik geloof waarachtig, dat je me bedreigt.
Wat wü je dan van mc weten
,Of papa slecht is. Ik word niet wjjs uit
die procenten en of daar bedrog bjj is. Zeg
het mij maar kort cn bondig: ja of ne-n!»
Hemelsche goedheid, wat een kind Hoe
kom je er toch toe, om zulke malle vragen
to doen Hoe zou ik, een oud, dom mensch,
een meening kunnen hebben aangaande je
papa, of zjjue zaken beoordeelen kunnen. Kom,
Relindis, je droomt.»
Maar jo weet het toch?»
»Zo voelt me aan den tand En wanneer
het al eens zoo ware, dan zou ik het je toch
niet met ja of neen kunnen zeggen. Ben je
nu tevreden
Lindis schudde verachtelijk het bruine
kopj"
I - menschen, mompelde zjj. Geen een,
die de waarheid zegt, zooals tante, alleen zij
is onomkoopbaar.4 Langzaam schreed zjj de
deur uit.
De huisdeur was stevig gesloten, geljjk zulks
steeds bjj het invallen der schemering ge
schiedde. Lindis kende deze gewoonte. De sleu
tel stak wel in het slot, maar een dikke jjzeren
ketting versperde den toegang.
Kern per alleen, misschien ook wel Leonore,
kende het mechanismus. Met haastige schreden
vloog Lindisde trap op naar den zolder,
opende het smalle raampje van een dakven
ster en stond in den bruisenden storm daar
buiten op den stadsmuur. Door onzichtbare
handen geleid vond zjj al tastend hier over
haren weg, totdat zjj weldra op den gevel
muur van het achterhuis stond, dio op de
openbare wandelplaats uitkwam. Het zachte
kloppen stierf onverhoonL.weg, ook het ster
kere kloppen had geen gevolg. Lindis duwde
nu met alle kracht tegen het raam, dat wel
dra open ging. Mot een juichkreet sprong
zjj naar binnen en blikte eenigo oogenblikkon
later in het verschrikte gezicht der geliefde
tante, die uit de aangrenzeodo kamer hetgc-
druisch vernomen had en nu met do lamp in
de hand in de deur verschoen.
Ik bon het, tante, Lindis, uit het voor
huis."
De schrik week uit de trekken dor blinde
vrouw. Een warme toon sidderde in «!e woor
den, toen zjj vroog: .Wie ben je?»
Kleine Lindis. Kent u mjj dan niet meer ?4
De poezele, warme kinderhandjes schoven
zich onstuimig onder den arm der grijze dame,
zoodat deze bezorgd achteruit trad naar de
tafel en de lamp nederzette.
Hoe ben je binnongekomen vroeg zjj
verder.
,Door het venster. Wees nie» boos op mjj,
tante, ik kon niet anders bij n komen 1"
Gravin Hallwey zweeg, alleen hare groote
strakke oogen blikten naar de plaats heen,
vanwaar de kinderstem klonk. Plotseling strekte
zjj hare handen nit en streelde liefkoozend
het kleine, bruine kopje, dat zich vleiend
tegen haar heup aanleunde.
Niet waar, tante, ik mag nu altjjd komen
en zoo dikwjjla ik wil?*
.Ja, mjjn kind, maar door de deur, die
halsbrekende weg jaagt mjj angst aan.'
«En zal ik dan nooit meer gesloten deuren
vinden? Zult u me weer ontvangen, zooals
vroeger
Als we nu eens zeiden, op bepaalde tjjden,»
zeide de blinde aarzelend.
Maar ik wil bjj u komen, wanneer ik
verkies. U moogt mjj den toegang niet wei
geren. En zeg me nu eens, tante, wat een
woekeraar is
«Lindis, Lindis, hoe zou ik dat kunnen
«O, ik weet het wel, het is iets heel verach
telijks voor oeaigen tjjd hadt u woorden met
papa ik sloop juist de trap op, en toen
sei u het ook, dat leeljjko woord. Maar na dien
tjjd heb ik het dikwjjls gehoord, van kwajon
gens en van groote menschen.
Ach tante, het is een vreeseljjk woord, ik
zon nog lievor willen sterven, dan het ooit
weer te hooren. Ik heb immers niemand
kwaad gedaan en toch beschimpen ze mjj
allemaal.»
Do zonden der ouders moetende kinderen
dragen. Arme Lindis, het is van het begin
der wereld zoo geweest.»
Dat is hard," antwoordde de kleine, en
terwjjl zjj snikkend het bruine gezichtje legen
de verkoelende vensterruiten drukte, zat do
gravin daar in diep nadenken verzonken en
als droomend.
Daarop begon do oude dame te spreken,
meer tot zichzelf dan tot de kleine Lindis.
«Ik heb veel schuld in mjjn leven gedragen,
ik was immers zóó jong, zóó rjjk, zóó over
moedig bjj den vollen, schuimonden levens-
bekerlaat eerst kwam het schuldbewnsUjjn
zóó laat, dat ik het niet meer kon goed
maken. Wat ik beweend en berouwd heb,
heeft togen mjjn bestaan opgewogen.»
De blinde hief als bezwerend do vingers
harer rechterhand omhoog, als wilde zjj een
eed doen.
«Steeds echter is het mjj een groote troost
geweest, dat ik nooit een kind gehad heb,
op 't welk do een of andere ondeugd mjjner
jeugdige jaren zou kunnen overgaan. Gjj, Hall-
wey's, kunt gerost zjjn, uw bloed is onver-
valscbt. Het burgerljjk element, dat zooveel
tweedracht onder u lieden heeft gebracht, is
weggeruimd en onschadelijk gemaakt.
De Hallwey's zjjn niet rjjk, is 't wel,
tante?' onderbrak Lindis de zachte alleen
spraak der gravin.
•Niet rjjk,» herhaalde deze. «Och, het ver
mogen heb ik naar allo kanten heen verstrooid.
Nicolaus zag dit glimlachend aan en ver
heugde er zich over, wanneer ik maar met
volle handen gaf. Ik heb op een onverant-
woordeljjke wjjze verkwist, de couranten
noemden later de sommen, ik zou het zelf
□iet voor mogeljjk gehouden hebben. Maar
niet ik alleen, ook mjjn echtgenoot deed het.
Later, veel later, toen hjj ziek werd, sprak
hjj in zyn laatste oogenblikken zoo verward
van den watertoren, ach wat had hjj geleden
en wat had het verdriet van mjjn Heren Ni
colaus gemaakt.
(Wordt vervolgd.)