KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en WIerIngen EGON's VROUW. No. 2869. Wuensdag 15 Augustus 1900. 28sts laargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. ADoniiem ent p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/a Ct. id. franco per post 75 id. fl.20. id voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidotraat. Advertentl&ii van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Uit liet Buitenland. Ia plaats dat de oorlog in Zuid-Afrika ten einde loopt, en de vjjaudelijkheden eindelijk gestaakt worden, schijnt de verbittering er toe te nemen, en wordt de wreedheid der Eii- gclschen steeds heviger, Reeds herhaaldelijk is door Engclsche officieren de klacht geuit, dat zy gebruikt worden, om roovers-en beulen werk te doenzy betuigen hun innigen afkeer daarvan. En toch zijn de Boeren, tegenwien dit beulenwerk gericht wordt, indertyd door do Engclsche regeering erkend als oorlogvoe rende party. Met welk recht zoo raag men inderdaad vragen worden dan do tot die party bchoorendo mensclion door don braven" Chamberlain en zijne handlangers behandeld als f rebellen" Welk recht hebben zjj, om een gebied, dat zij nog niet bobben betreden, laat staan genomen, in eene proclamatie als geannexeerd te verklaren, en de moedige mannen, die hun land en hunne vrijheid ver dedigen, als landverraders en opstandelingen te beschouwen Waaraan ontleenen zy het recht, om landbouwhoeven in brand te Bteken. bezittingen der Boeren te plunderen, en om als volslagen verwoesters te trokken door het land, 't wolk zy veroverden Zjjn dat nu de zegeningon van de beschaving onzer eeuw, die zy willen opdringen aan het vrjje volk van Zuid-Afrika? Herhaaldelijk worden, de be schaafde wereld door, deze vragen gedaan. Men vraagt met aandrang, waarom de En- gelsche legerbevelhebbers zulke dingen doen, onder hnnne oogen, en du3 met hunne toe stemming, ja, op hun bovel, laten geschieden Met uitvluchten wordt gotracht, deze vraag te beantwoorden. Men hoeft gemeend, dat er op de Engelsche troepen is geschoten van uit een huis, waarop de witte vlag wapperde men geeft op, dat er wapenen on ammunitie zyn gevonden in of op het orf van het hnis van een Boer, die ze daar verborgen heeft men voort aan, dat, terwijl de vrouw van den Boer alleen thuis was, do man zich in het Boerenleger bevond, nadat hjj de belofte van onzijdigheid had afgelegd. Steeds was er een of andere reden te vin den of te zoeken voor de uitoefening van het roovers- en brandstichterswork. Van die uit vluchten begint men echter zelfs in Engeland genoeg te krijgen in brieven van Engelsche officieren, die gepubliceerd worden, worden deze snoode wandaden heftig afgt-kcurd. Er wordt •rig»n geprotesteerd, en -uil'.g naan veler open voor dit zoo laag, onmensclielyk budrjjf. Doch dit schjjut maar weinig of niet te helpen, om do Engelsche dagbladen tot andere betere inzichten te brengen. Een dier bladen schreef nog dezer dagen over die gru welen daarginds: ,Doch oorlog is oorlog, en vooral de guerilla, die thans door de Boeren wordt gevoerd, kon slechts bestreden worden door ruwer en snelle maatregolen, en wij kun nen onS 'o niet over boklagen, als Lord Ro berts beslist, dat eene zekere mate van ge strengheid ten slotte de snelste en meest afdoende oplossing brengt." Ieder zal echter moeten toestemmen, dat ruwheid en gestreng heid dat is in dit geval brandstichting, moord en plnndcring zeker een snelle, maar nooit eene humane oplossing kunnen be vorderen. Doch van eene oplossing zyn we, blykens de jongste berichten, nog verre ver- verwyderd. Ondanks de grootspraak in de Engelscha berichten, gaan de Boeren nog altijd voort met hunne vijanden te bestoken, en hun het rustig bezit van hot veroverde terrein ernstig te betwisten. De berichten uit China zyn nog verre van overvloedig, en in zeer vele opzichten geheel onvoldoende, om den werkelyken toestand te beoordeelen. De regeeringen hebben nu tele grammen van hunne gezanten te Peking, doch de vrees bestaat, niet dat de zonen des He- melschen Rijks die tydingen zullen hebben samengesteld, doch wel, dat zij ze oud hebben laten worden, om ze nu als versche berichten aan de adressen te laten bezorgen, 't Is zeer mogelyk, dat de Chineesche autoriteiten die berichten hebben achtergehouden, ten einde den schyn aan te nemon, dat de r vreemde duivels" nog in leven zyn. De depêches zonden dan van gewyzigde dagteekening zyn voorzien, en daarna ver zonden. Deze telegrammen leveren een zeer schrale troost, en zyn als een stroohalm, om cr zich aan vast te klemmen. De Chineesche autoriteiten schijnen er op te staan, dat de gezanten zich van uit Peking onder Chineesch geleide naar Tientsin zullen begeven, 't Blykt, altyd volgens de berichten, dat men de ge zanten heeft willen beduiden, dat de regee ringen daarmede, en dus ook met het voorge stelde geleide, genoegen zullen nemen. Een der consuls uit Europa houdt zich evenwel verzekerd, dat zulk eene reis de zekere dood der vreemdelingen zou zyn. Onderweg zouden zy ongetwyfcld den dood vinden vermoord worden en de Chineesche regeering zou zich met eene heel geschikte verontschuldiging kunnen afmaken van hare medeplichtigheid. De valstrik werd, naar men verzekert, daar ginds dan ook doorzien, en eene besliste wei gering was daarvan het govolg. Eerst wanneer de gezanten een uitdrukkelijke machtiging van hunno regeering zullen hebben ontvangen zouden zy, doch dan nog in geen geval on der het onbetrouwbaar Chineesch oscorte, uit de hoofdstad van China verwyderen. Er wordt nog bjj herinnerd, dat zich onder de hoede en bescherming van de gezanten niet minder dan 3000 inlandsche Christonen bevinden, die in het Engelsche gezantschapsgebouw een toevlucht hebben gezocht en gevonden, en die men toch niet aan hun lot mag overlaten. Volgens berichten, is thans een sterke Ja- pansch-Russische colonne uit het Noorden naar Peking op weg. W fl I2U WSTIJ OIV G Ë.V HELDER, 14 Augustus 1900. Met ingang van 1 Sept. zyn be vorderd tot opzichter van den Rijkswater staat der 2de kl. A. Maas, thans opzichter der 3de kl. en tot opzichter van den Rijks waterstaat der 3de kl. M. F. Oortgijsen, thans opzichter der 4de klasse. Bij den strandvonder alhier zyn aan gebracht door schipper J. Ras, H.D 76, twee platen gemerkt Y F, en doorschip- per J. Wezelman, H.D. 25, een plaat ge merkt Y F. Aan het strand zyn aangespoeld 70 mynstutten en een wandelstok met zilveren knop, met de letters F B. De Onderofficiersvereeniging der zee macht Van Speijk", te Amsterdam, be gaan met het lot van de weduwen, wee zen en verminkten, tengevolge van de ramp die heeft plaats gehad te Helder, besloot, op 20 Augustus a.8., in den Werkenden Stand een liefdadigheidssoirée te geven. Op Maandag 20 Augustus a.s. zal in het Café Krasnapolsky", te Amsterdam, een buitengewone algemeene vergadering worden gehouden door de afdeeling Noord- Holland van de vereeniging »Het Nederl. Paarden-Stamboek". Ongevallenwet. Het verslag is dezer dagen openbaar ge maakt van het in de afdeelingen der Tweede Kamer gehouden onderzoek van dit ontwerp van wet. Aan dit uitvoerig stuk ontleenen wjj enkele beschouwingen en opmerkingen. Met de houding, welke het Ministerie, naar aanleiding van de verwerping van het vroe ger ontwerp eener Ongevallenwet door de Eerste Kamer hooft aangenomen, kondon vele leden zich niet vereeuigen. Do indiening van dit wetsontwerp is, naar men meende, kwalijk overeen te brengen met de houding, tot dusverre door de betrokken Mi nisters aangenomen. Thans blykt de Minister van Waterstaat, Handel en Njjverheid het tot stand komen eener nieuwe wet binnen korten tjjd alleszins raogoljjk te achten, en vraagt men zich af, waarom de Minister van Financiën zich verwonderde over de meening, dat verwerping van het wetsontwerp geen politieke beteekenis zou hebben. ThaDS wor den voorstellen gedaan, waaraan naar de mee ning der Regeering, meer nadeelen dan voor dooien zyn verbonden. Consequent kan deze wyze van handelen zeker niet genoemd worden. Had het Ministerie willen handelen geljjk het deed, dan had het in de T weede Kamer eene meer tegemoetkomende houding tegenover de ingediende amendementen, of althans in de Eerste Kamer minder beslist moeten optreden. Nu erkende men wel aan het spoedig tot stand komen eener Ongevallenwet groote waarde te hechten, maar zelfs al mocht dit gelukken, dan weegt dit voordeel toch niet op tegen het bedenkelyke van het tegenover do Eerste Kamer gestelde antecedent. Boven dien is het nog de vraag, of het thans inge diende ontwerp tot wet zal worden verheven. Do mogelijkheid is zeker niet uitgesloten, dat de Tweedo Kamer de lezing van het vroegere ontwerp zal herstellen. Maar, al doet zy dit niet, dan is het toch quaestieus, of het ont werp in de Eerste Kamer zal worden aan genomen. In die Kamer verklaarde men wel tegen wottclijke regeling der ongevallen-verzekering in beginsel geen bezwaar te hebben, maar toch werden vooral tegen de regeling van het onderwerp ernstige bedenkingen geopperd. Wordt nu het voorstel der Regcering door de Eerste Kamer verworpen, dan zal het conflict tusschen beide Kamers een zeer scherpen vorm aannemen. Vele andere leden daarentegen konden zich met de houding van het Ministe rie wol voreenigen, en juichten do indiening van het nudere ontwerp toe. Door hen werd betoogd, dat de voorstelling, welko anderen van do door de Regeering en de beide Ka mers aangenomen houding gaven, niet vol komen juist was. Men juichte het verder toe, dat het ministerie, eenmaal aanblyvende, met bekwamen spoed een nieuw ontwerp heeft ingediend, waarin getracht is, door bepalingen in don geest der vroegere amendementen do meerderheid in beide Kamors te verkrijgen. Het Kabinet toonde daarbjj het belang der zaak te stellen boven het vasthouden aan eigene meening. Eenigo leden verklaarden, aan het thans ingediende wetsontwerp boven het vorige de voorkeur te goven, omdat daarin tegemoet gekomen is aan de bezwaren, die by hen bestonden tegen do op de spits ge dreven centralisatie, welke laatstgenoemd ont werp kenmerkte. Een opgebracht Nederlandsch schip. De heer Ossedrijver Roelofs, reeders van het onlangs opgebrachte schip Regina", kapt. Streijl, ontvingen telegrafisch bericht van den Nederl. concnl te Grimsby, dat het vaartuig is vrijgelaten en Maandag naar zee zal vertrekken. Het ligt in de bedoeling van de reede- ry een eisch tot schadevergoeding in te stellen, voor het beslagleggen op een Nederl. vaartuig, buiten de Engelsche territoriale wateren. Automobielendienst. Een proefrit met een automobiel van de heeren Remmers en Co., te Amsterdam, is gehouden van het station Noordschar- woude naar Winkel. Deze proef werd ge daan met het oog op de opening van een automobielendienst tusschen Winkel en het station Noordscharwoude, met enkele ritten naar Ondkarspel. Nog vóór den aanvang van den proefrit schrok het paard van den landbouwer H., die van de markt kwam hij geraakte bijna met zyn rjjtuig in de sloot, waarbij hy zich, hoewel niet ernstig, kwetste. De landbouwers zien met angst de opening van den dienst tegemoet. Te Zes-Gehuchten (N.-B.) is dezer dagen een persoon, die 's avonds huiswaarts keerde, door een wielrijder zoo hevig in den rug aangereden, dat hij ter aarde viel, zonder zich te kunnen oprichten. Naar zijne woning gebracht, bleek hij dusdanig gekwetst, dat hy aan de gevolgen ia over leden. De »Limburger Koerier" schryft Een tragisch-komisch avontuur viel een onzer stadgenooten (een Maastrichtenaar) ten deel. Deze week naar de tentoonstel ling te Parys getogen, was onze vriend nog geen 24 uren binnen Frankryk's hoofd stad. ot hjj werd gearresteerd door een geheim politieagent, welke hem zonder plichtplegingen uitnoodigde, hem naar een der bureau's te volgen, waaraan natuurlijk voldaan werd. Hier geconfronteerd, met een signalement van een anarchist, dat toe vallig veel overeenkomst had, moest hjj zijne identiteit bewijzen alvorens vrij ge laten te worden. Niettegenstaande hevige protesten en beweringen, dat zijn pas in zyn reisvalies was, moest hy den nacht in de nor door brengen, en eerst den volgenden dag, na voldoende informatie en inzage van den reispas, werd Th. op vrye voeten gesteld. Eene waarschuwing dus aan allen, welke de expositie bezoekenVoorziet u van een pas. Een torpedoboot vergaan. PARUS, 12 Aug. Aan het depar tement van Marine is hedennacht bericht ontvangen, dat de torpedojager Framée", die sinds kort deel uitmaakt van het es kader, gisteren ter hoogte van kaap St. Vincent is gezonk-n ten gevolge van een aanvaring met de »Breunus". Slechts een deel der bemanning is gered. SKIËN, 9 Aug. Het in do Noordzee ver gane, liier thuis behooronde stoomschip .Haa- rik", 466 tons groot, was Vrijdagavond met een lading telegraafpalen van hier naar Lon den vertrokken. Zaterdag kwam een zware storm opzetten en liep de zee zoor hoog. Den volgenden nacht begon de lading over te gaan en kreeg het schip eenige slagzijde, maar de bemanning duchtte geen gevaar anders had zij van den 13 voet boogen deklast over boord kunnen werpen. Zondagmorgen even na negenen sloeg een zware zee over het achter einde van 't schip en vnlde hot machinernim met water, zoodat het schip dadeljjk begon te zinkeD. De aan de machine bezig zjjnde 2de machinist kon de naar liet rnim voeren de trap niet moer bereiken en moest door het vallicht op dek kruipen. Daar de zeeën nn voortdurend over het steeds dieper liggende schip heensloegen en er geen vooruitzicht be stond het te redden, nam do uit 15 personen bestaando bemanning haar toevlucht tot de drie aan boord zijnde booten Terwjjl men bezig was deze uit te zetten, nam een stortzee een deel der verschansing weg en gelijktijdig gingen beiden masten over boord. Eindelyk gelukte het, twee booten to water brengen, maar zjj werden tegen de zjjde van het schip verbryzeld. Intusschen was het stoomschip al zoo diep gezonken dat de derde boot op het dek dreef en terstond nadat vier man er ingesprongen waren, door een geweldige zee opgenomen, overboord gezet on van 't schip afgedreven werd. Den in 't bezaanswant han genden kapitein gelukte het met een gewaag den sprong, de afdrijvende boot te bereiken. Toen het stoomschip met "t achtereinde onder water lag vluchtten de nog aan boord zjjnde naar 't voorschip, met uitzondering van een jongen, die zich krampachtig aan de stoom pijp had vastgeklemd en in deze houding ook later met het schip in de diepte ging. Drie personen werden by de poging om 't voorschip te bereiken door stortzeeën overboord geslin gerd en kwamen om, de andere vier bereik ten de boegspriet en lieten zich van daar in zee gljjden om eindelyk opgenomen te wor den door de roddingboot van hot inmiddels ter plaatse verschonen Noorscho stoomschip Va le", dat de geredden, to zamon elf personen, in Kopenhagen landde. Krachtige stoommachines. Welk een enorme arbeidskracht de groote moderne transatlantische stoomers met hun machines ontwikkelen, kan uit de volgende berekening blyken. Gemiddeld hebben de machines een vermogen van dertigduizend paardekrachten. Deskundigen zyn echter algemeen van oordeel, dat de krachtseen heid voor stoommachines gelyk is met den arbeid, welke zeven paarden ontwikkelen, zoodat men voor een transatlantische stoom boot niet minder dan 210.000 paarden zou moeten spannen om met dezelfde snelheid en onder dezelfde condities vooruit te ko men. In Amerika heeft men locomotieven, die 3250 ton zware treinen voortbewegen. Men zou niet minder dan zestien van deze locomotieven moeten zetten in het ruim van een moderne stoomboot, om de schroef te bewegen met dezelfde snelheid, als welke met de eigen machines bereikt wordt. Acht dezer locomotieven zouden zulk een stoom schip, dat wel 26 millioen kilogram weegt, op rails kunnen voortbewegen. De paarden van keizerin Elisabeth. Gp Korfu, waar de ongelukkige keizerin van Oostenrjjk vele jaren achtereen eenige maanden in de voor haar gebouwde villa Achilleion doorbracht, wordt het volgende verhaald. Sedert haar trouwdag droeg steeds de keizerin een paarlensnoer, dat zy van den keizer ten geschenke had gekregen. Na het ongelukkig uiteinde van haar eenigen zoon werd zij op Korfu zwaar ziek en toen zy hersteld was, hadden de paarlen hun glans verloren. Zy liet daarom een kistje maken met doorboorde wanden en hing dit in zee na de paarlen er in geborgen te hebben, welke zy hoopte dat allengs door het zee water weder hun vorigen glans zouden erlangen. Of zy zieh oo t hierin heeft ver gewist, weet men nietwel dat zy de paarlen sedert niet heeft gedragen. Ook wordt beweerd dat zij zelve niet juist meer de plaats wist waar het kistje in zee was neergelaten. Velen gelooven dat toen zy kort voor haar dood het eiland ver liet en alle kostbaarheden uit de villa mee nam, het kistje heeft achtergelaten. De visschers zoeken nu y verig naar dezen schat en hopen de herleefde paarlen nog eens te lichten. De Oorlog in Zuid-Afrika. Omtrent het nemen door de Vrijstater Boeren van een trein met proviand enz. voor de Engelschen onder Amerikaansche vlag, geeft een correspondent van Daily Mail" thans een uitvoerig verhaal, dat voor zichzelf spreekt en voldoende getuigt van het gepleegde onrecht. >Het zijn maar Boeren", schijnt de Engelschman wel te denken. Trouwens het gedrag van den Amerikaanschen consul is ook aan sterke bedenking onderhevig Ziehier het verhaal van den corres pondent Toen een troep Boeren den trein ton Z. van Geneva Siding ophielden, kleedde kolo nel Stowc, de Amerikaansche consul te Kaap stad, die in den. trein was, zich haastig aan. Twee wagens waren omgevallen, waarby tweo mannen waren gedood en vier gewond. Scharp, een Amerikaan, die in kolonel Stowe's wagen rood, werd door den voet geschoten. De consul vroeg wie dc Boeren aanvoerde. Kapitein Theron', zeido men hem. Deze verscheen en betuigde zyn leedwezen, dat hjj in ontwetendheid op des consuls wagen had geschotenop 50 moter afstands was er op geschoten, en 27 kogels waren door kolo nel Stowe's compartiment gevlogen. Theron zeide, dat hjj vermoedde, dut het do volgende trein was, dieu hjj hebben moest, maar hjj zon toch de goederenwagens en de goederen, beslaande uit haver, meel, mielies, legerbenoodigdheden en petroleum, verbran den. De goederen werden met do olie over goten en in brand gestoken. De brieven zakken worden óók vernield. Toen de Boeren met hun gevangenen af trokken, bleef Theron nog praten. Hjj sprak met groote bitterheid over de Engelschen cn zeide: .Wjj zullen ons doodvochten." Kolo nel Stowo zeide, dat do mannen, die gevan gen waren gemaakt, ongewapend waren, on daarom, meende hjj, moest Theron ze terug zenden. De Boerenaanvoerder beloofde dat, en den kolonel vaarwel zeggende, reed hjj zijn manschappen achterop. De gevangenen zond hij toen terug. Alles ging nn aan het werk om den brand te blusschen, en vele goederen werden nog gered. Vóór de Boeren weggingen, zetten zjj nog don wagen van den consul in het spoor. Do locomotief was door dynamiet licht bescha digd. Dc weg was onderrajjnd en 45 onont- plofto patronen worden onder de staven op gedolven. Ook werden twee zakken dyna miet gevonden, die de Boeren hadden ach tergelaten. Gedurende al dezen tijd waren or troepen 5 K.M. ten N. on 6 K.M. ton Z. van de plek. Op het geluid van het hovig vuren kwamen zjj onder de wapenen, maar nieta werd gedaan voor het l;ehte dog was, toen dc locomotief met kolo. jtowo's wagen kwam aangereden. De Boeren werden toen bij hot aanbreken van den dag vervolgd door bereden infan terie. Drie werden er gedood en acht ge vangen genomen. De offlciëole stnkken uit den trein werden gered, maar allo bagage van de officieren werd medegenomen. De eigendommen van den consul en de hospitaalbenoodigdheden, die in den trein waren, worden echter niet aangeroerd, e Bljjkens een by het Departement van Buitenlandsche Zaken ontvangen telegram is dr. Bierens de Haan met zyn ambu lance uit Pretoria naar de Boerenliniën vertrokken. PRETORIA, 9 Aug. Een aantal dorpe lingen, in verbinding staande met de Boeren, hadden afgesproken om 11. Dinsdagavond alle Engelsche officieren in het dorp ot".. hals te brengen en Lord Roberts naar het naaste commando weg te voeren. Het kornplot werd eerst op het laatste oogen- blik ontdekt. Tien samenzweerders zyn in hechtenis genomen. Het plan zou uitgevoerd worden in de verwarring, ontstaan door branden, die men zou aansteken. PRETORIA, 9 Aug. De samenzweerders, die vijftien in getal zyn, zijn ingezetenen... van Pretoria. Het plan was twee groote huizen heel in het westen van het dorp in brand te steken, in de hoop datde y,,cF^tur» daar dan samengetrokken zouden wL, om de vlammen te dooven. In de verwarrf. jj' zouden de eedgeuooten de woningen der*' officieren, die zorgvuldig gemerkt waren, binnendringen om ze te vermoorden. In tusschen zouden alle pro-Boers van het komplot op de hoogte worden gebracht en de samenzweerders hoopten dat honderden zich by hen zouden aansluiten. Eenigen van het komplot waren aangewezen om zich meester te maken van Lord Roberts en met hem naar het naaste commando te jjlen, waartoe er buiten de stad ver*che paarden gereed werden gehouden. Alle deelhebbers aan het komplot hubbeu <W eed van onzijdigheid afgelegd, en hadden daarom algeheele vrijheid van beweging. De verontwaardiging in het heerleger ia groot. Men meent, dat de lankmoedigheid, waarmede de Boeren behandeld zyn, hen aangemoedigd heeft om het komplot te smeden. Men hoopt, dat de krachtigste maatregelen zullen genomen worden om een zoo Bchromeljjk misbruik van vertrou wen te straffen. Uit Engeland zijn nog 600 garde-soldaten, 175 Hooglanders en honderd man cavallerie met 400 paarden naar Z.-Afrika vertrokken. De laatste opgaaf van het departement van oorlog stelt het totaal der Britache verliezen op 37,775, waaronder niet minder dan 145 officieren en 4937 man als over leden aan ziekte voorkomen en 1105 officieren en 25049 man als invalide. Deze opgaaf loopt slechts tot 4 Augustus. In den loop van deze week werden de vol- FBUILLETON. «£>oO- 6) Stephanio Hallwey gelukte eigenljjk alle» wat zjj wilde, zjj was eon energieke vrouw met ongewone geestesgaven en een voortreffe- Ijjk scherp verstand voor hare schrandere konde oogen kon zich geen geheim verbergen, zjj vorschten on verbiddel jjk, totdat zjj de zaak hadden doorgrond. Na een vijftienjarige scheiding van zjjne echtgenoote, stierf graaf Nicolaus, die nog eenmaal, kort vóór zjjn afsterven het bezit terugkreeg van zjjn geestelijke krachten. Wat hjj toen echter gezegd had, dat wist niemand m"< zekerheid, want buiten Stephanie en de oude Dietrich, die al van zjjn jeugd uf in dienst van de Halwey's gestaan had, was er niemand bjj den zieke gekomen. Na den dood van graaf Nicolaus aanvaard den de zonen zijns broeders, Egon en Leo, onder voogdij hunner moeder de erfenis. Ge- Ijjk wjj reeds zeiden, had zjj alles met de grootste omzichtigheid beheerd. Onder per soonlijke ontberingen had zjj het mogeljjk gemaakt, om haar zoons eon opvoeding over eenkomstig hun stand te geven cn ze later als officieren van hetzelfde wapen in een der voornaamste regimenten in dienst te doen treden, waar beiden zich op dat oogenblik nog bevonden. Egon lag als eerste luitenant in de vorsteljjke residentiestad D., Leo daar entegen bad zich naar ccn provinciest d, die het dichtst bjj bet slot Hallwey lag laten ovcrpla*»®-- hjj rjjkeljjk gele.' aheid vond, zjjn hartstocht voor do sport dien hjj van zjjn vader bad overgeërfd in alle mogelijke opzichten te bevredigen. Van gravin Elisabeth had men nooit meer eenige tijding gekregen. Gravin Stephanie sprak zelden over haar, doch ook dan nog steeds met denzelfden haat vervnld als in vroeger dagen. Zij kon het maar niet vergeten, dat die «/zwarte Else* graaf Nicolaus betoo- verd had, zoodat deze aan de burgerlyke advo- catendochter boven haar, de volbloed edel- vronw de voorkeur had gegeven. Van do vroegere bedienden was alleen nog maar de oude Dietrich in het slot, die ondanks zjjn zestig jaar nog steeds op zijne van ouds gewone wjjze zjjnon dienst ver richtte. Do oude huishoudster Margarete, die met een jonge dienstbode voor de kenken zorgde, was destjjds ook al op bet kasteel geweest, doch had zich nooit veel van dat vrooljjke levon aangetrokken. Dietrich en Margarete waren do oude vertrouwden der gravin. De groote pachthoeve van hot slot was door graaf Nicolaus aan een fliuken landbouwer, Gutheim geheeten, voor een menscbenleeftjjd onopzeg- baar verpacht geworden deze lag ongeveor een kwartier aan gene zjjdo van de parkgrons, aan den rjjweg naar P. en vormde met hare, om het kwartaal te bepalen pachtgelden een gewichtige factor in het leven der slotvrouw, wjjl zjj daarvan de aanzienljjke intresten der hypotheken, die op de landerjjen rustten, be talen moest. Het bnisgezin der Gutheim's was maar zeer klein, de dood was dc ouders reeds lang komen balen on van do bloeiende kinderschaar waren alleen een zoon en een dochter overgebleven, die met onvermoeide vljjt en wijze spaarzaamheid zich een nieton- aanzienljjk kapitaal verworven hadden, waartoe de reeds overleden ouders de grondsteen hadden gelegd. Frans en Franciska Gutheim waren tweelingen, doch zeker wol nooit was deze benaming in een geesteljjk opzicht zóó toe- passeljjk geweest als bij deze beiden. Geljjke karakters, gelijke zienswijze, gelijke inborst en dezelfde deugden, ja, bijna dezelfde ge laatstrekken, verbonden die beiden op het innigst. Egon en Leo Hallwey hadden in hun jeugd druk omgegaan mot deze tweelin gen, die van geljjken leeftjjd waren als zij. Leo, als de jongste, werd door allen vertroe teld on verwendhjj was een lieve jongen met ondengende, vrooljjke kjjkcrs, maar toch zoo teoder als een appelbloesem. Gravin Ste phanio zag daarom van haren jongsten me nige fout door de vingers on vervulde zjju kleine eigenzinnige grillen met de meeste bereidwilligheid. Door allen bemind en ver wend, vloog hij zjjn kinderjaren door, nu eens hier, dan weder daar zjjn overmoed den vrjjen teugel gevend. Hjj bezat een zorgeloos, opgeruimd karakter on genoot met groote be daardheid en met volle teugen ul datgoen, wat zich aan hem aanbood. VIERDE HOOFDSTUK. De zomer was voorbjj en hier en daar ver toonde zich reeds een geel blad in do donker groene loverkronen der boomen. Dit belette niet, dat het kleino badplaatsje M. nog met badgasten gevuld was, die thans langer ble ven dan gewoonlijk wjjl tengevolge van 't aangename weder 't najaarseizoen schitterend verliep. Do regeerende hertogin, een oude, ziekelijke dame, die echter toch gaarne spel en scherts in hare omgeving duldde, vertoefde sinds eenige weken met hare hofdames en eenige kamerheeren in M., dut door do aanwozigheid van Hare Hoogheid een groote vlucht nam. De kleine ondergeschikte badplaats was vóór deze nog nooit door den hoogen adel bezocht geworden, daarentegen waren kooplui, industrieelen en staatsambtenaren met beschei den middelen steeds vertegenwoordigd ge weest, om van de geneeskrachtige baden ge bruik te maken. De aanwezigheid van de hertogin en hare hofhouding bracht eon aan- zienljjko verandering in het burgorljjk gezel schap, niet alleen nam de omgeving deel aan de dageljjkschc knrconcerten, maar ook de hofadel vertoonde zich daar vaak. In de lommerrjjko priëelen der wandellanen, Had- derden witte kleedjes en bonte sjerpen op; met bloemen beladen stroohoeduu hingen aan do oude boomstammen, die verwonderd op keken over dezen kinderljjkcn tooieen zil- verheldero lach on kinderljjke stem men, weer galmden van de bergen af, het dal in en wedjjvcrdon met de harmonische geluiden der schelletjes aan de nekken der zwartge vlekte koeien, die in de malsche weiden graasden. Ietwat zjjwaarta van al deze drukte was op een boschweide een vrooijjk gezelschap om eon op den grond uitgespreid tafellaken gelegerd, waarop een teer eenvoudig ontbijt stond. Helder klonken de glazen en de jeug dig frisache kelen zongen een jubelend lied in de hecrljjke natuur. Hoe vreedzaam en eensgezind het gezelschap ook onder elkaar was in hon natuurlijke ongedwongenheid, zoo spon toch de afgnn3t hare draden van den een naar den ander. Wat zullen die plebejers bersten van kwaadheid, dat wjj ben volkomen ignogcercnl* fluisterde mevrouw von Eichrodt baron Sobliohting toe, een boer, die het grootste gedeelte van zjjn veertig levensjaren in hof kringen had doorgebracht. Natuurljjk, die burgers beschouwen het als een inbreuk op hnn rechten, dat wjj om zoo te zeggen beslag hebben gelegd op het seizoen. En wat voor bont gezelschap is daar niet bjjeen, bijvoorbeeld do beruchte woekeradvocaat uit P. en zjjn spruitfoei, wat volk I* >Ik krjjg kippenvel vun afschuwdoch mjjn waarde heer, van dien Kcmpor gespro- kon, moeten wjj eigenljjk Hare Hoogheid daar niet eens attent op maken Het zou toch een misgreep zjjn.* Denk daar niet aan, genadigo vrouw. Ge loof me, wcea geen apelbreukster, we zjjn hier veel to ongestoord. De landeljjkhoid is een hcorljjk iets, hier kent men ceremonieel noch etiquette, zelfs Hare Hoogheid gevoelt zich hier vrjjor en ongedwongener. Die lastige hofdwang. Wezenljjk, genadige vrouw, laat dien armen woekeraar maar stilletjes aan zjjn lot over, hjj wordt door zjjn eigen atand- genooten gemeden. Waar zjj hem inaar zien, ontwjjken zjj hem, aan de table d'hote is hjj volkomon geïsoleerd, met al zjjn inillioonen is die man nog allesbohalvo te benjjden. Dat kleino zwarte meisje van hem is schuw als een vogel, het wordt door onze hoopvolle jeugd den ganschcn dag door beschimpt en achter volgd. Onze jongelui zitten het achterna als roovers.* De dames grinnikten en de spreker draaide met de grootste voldoening aan zjjn snor baard. .Een benjjdenswaardige erfdochter, die kleine Zigonnerin met hare gouden stralen krans om het wilde kopje, nietwaar Wederom l'oonlachten do dames. «Baron S .ichting, go moet ons den man toch eens .nwjjzen, doet ge dat?* »Hjj zal er wel voor oppassen, genadige vrouw, hjj laat zich niet opmerkzaam maken. Sapperloot, daar komt de bekoorlijke Bioling- hoffl* Mot eon enkele sprong stond do baron overeind en snelde de jonge hofdame tege moet, die om hare schoonheid algemeen be wonderd werd. In een engslnitend crème kleed, dat melk wit hare slanke gestalte omsloot, met lang- golvende, prachtig blonde haren, kwam zjj, op haar parasol gesteund, langzaam aange trippeld. .Wat een alTrcus hobbelige weg,* klaagde zy met zachte, weeke stem. «Gjj hebt het uitstapje te ver uitgestrekt, ik werd zoo laat. eerst door do hertogin ontslagen.' tr En de froule heeft dezen weg zoo geheel alleen afgelogd vroeg baron Schlichting met zulk een ongeveinsde ontsteltenis in toon en blik, als ware het bosch met monsters van allerlei soort bevolkt. «Zeker heb ik datik hoopte n op Georgca- hühc te vinden, een wegwjjzer gaf mjj einde lyk de richting aan, waarin ik u zou kunnen vinden, on nu moest ik maar klimmen en klauteren, om mjj zelve een omweg te bespa ren ach, ach, mijn arme voeten.' De zeldzame schoone hofdame weea op hare sierljjke in goudkleurige laarsjes stekende loopwerktnigen. .Ik zou de voetstappen wel willen kussen,' fluisterde Schlichting galant. .Wilt gjj op dezen geïraproviseerden zetel plaats nomen, bjj bestaat uit mjjn oveijas?* Tien handen reikten haar vcrverschingen toe cn de meest belangstellende vragen be reikten de ooren der hofdame, die met een onnavolgbare gratie op do aangeboden zit plaats neergezonken was. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1