KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wier/ogen.
W«
EGON's VROUW.
No. 2883.
Woensdag 3 October 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87y,Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGEN8 vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht het verschuldigde
abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zon
dagsblad, 3e kwartaal 1900, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels
vóór 5 Oei., zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt
te worden.
DE UITGEVERS.
Aan onze Lezers I
T jj wekken onze lozers op om, zoo zij
nog niet mochten hebben ingeteekend
op het GEÏLLUSTREERD ZONDAGS-
BLA D, hetwelk wjj bjj onze Courant
verkrggbaar stellen, alsnog hun verlangen
daartoe aan ons kenbaar te maken.
Wg wjjzeu op de toenemende fraaiheid
van deze Illustratie, die een waar sieraad
op de huistafel en een schat van lectuur
bevat, ook op het gebied van den gezonden
humor.
Geregeld wordt daarin opgenomen een
rijk geïllustreerde roman, welke uitermate
boeiend is en den lezer hoogst aangenaam
bezig houdt.
Aan het einde van den jaargang vormt
deze Illustratie een PRACHTWERK van
416 a 520 groot folio pagina's, met een
schat van fraaie Gravures, Interessante
boeiende Verhalen, Prijsraadsels, Puzzles,
enz.
Men weet dat dezelve als Nederl Illu
stratie in omslag f5.per jaar kost.
Doch de abonnös en vaste lezers van onze
Courant aan de Depot»leveren wij dezelve
tot den spotprijs van 37® cent per kwartaal
of franco per post 45 cents.
Voorwaar voor onze lezers een premie
van niet geringe beteekenis.
De inschrijvers wordt het geregeld elke
week, hij de courant bezorgd.
Onderstaand inteekenbiljet gelieve men
ten allerspoedigste ingevuld, toe te zenden
9 DE UITGEVERS.
De ondergeteekende verlangt geregeld
bij de Courant te ontvangen het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
tegen den prijs van 37® ets. per 3
maanden, franco per post 45 ets.
WOONPLAATS
NAAM:
Uit het Buitenland.
In een vorig overzicht der buitenlandscho
gebeurtenissen werd er reeds door ons op ge
wezen, van boe groot gewicht de aanstaande
Parlements-verkiezing is, vooral ook met het
oog op de in dat Rjjk gevolgde staatkunde
tegenover de Zuid-Afrikaanscbe republieken.
Voorzeker zullen alle vrienden en voorstanders
van do rechtvaardige zaak der Boeren de
nederlaag wenschen van het tegenwoordig
ministerie in Engeland, waarin Chamberlain
de hoofdtoon voert. In het laatst der vorige
week zjjn de verkiezingen daar reeds aange
vangen. Een paar candidaten der regeerings-
partjj werden, daar er geen andere candidaten
tegen hen over gesteld werden, zonder stem
ming gekozen. En de waarschynlykheid werd
al dadelijk uitgesproken, dat nog eenige andere
leden van het Parlement reeds bjj de candi-
daat stelling zouden worden benoemd verklaard.
Niet minder dan 670 afgevaardigden moeten
in het gobecle Iijjk benoemd worden, waar
van 465 in Engeland, 103 in Ierland, 72 in
Schotland en 30 in Wales. Londen alleen telt
62 afgevaardigden. Op a. 8. Vrydag zullen
de verkiezingen in de steden plaats hebben,
en tnsscben 4 en 15 dezer in de overige doe
len des lands. Ingeval er meer dan édn per
soon in een district candidaat gesteld wordt,
wordt de dag van stemming, volgens do kies
wet, bepaald voor de steden tusschen den 5den
en den 7den dag en voor de overige deelen
des lands tusschen den 7den en den 16den
dag na de candidoat-stelling. De candidaat,
die de meeste stemmen op zich vereenigt, is
de gekozene. Het stelsel van volstrekte meer
derheid en daaraan verbonden herstemmingen
kent men by de Parlements-verkiozingen in
Engeland niet. Een comité van twee rechters
van het Hof van Justitie oordeelt over be
zwaren tegen de verkiezingen, indien ze wor
den ingebracht. Op 16 dezer kan aldus de
gebeele uitslag der verkiezingen bekend zjjn.
De vrees bestaat, dat de vereenigde liberale
party het niet van die der regeering zal win
nen. Om in het Parlement meerderheid te
worden, zou zjj niet minder dan 61 zetels
moeten veroveren, en zulk een glansryke zege
praal verwacht men in de tegenwoordige om
standigheden niet. Evenwel, de kansen staan
op het oogenblik voor de liberale party veel
beter dan de «brave* Chamberlain zich ann-
vankclyk voorstelde, toen hjj de besluiten tot
ontbinding van het Parlement en tot het uit-
Bchryven der verkiezingen deed nemen.
Zijne eigene handelingen zyn daarvan eenig
en alleen de schuld. Hy heeft voor de kie
zers redevoeringen gehouden, die kant noch
wal raakten van wege de vele onjuistheden
en do vuile aan tygingen jegens de tegenpartij
hy heeft verdachtmakingen geslingerd naar
de liberalen, die in zeer groote mate weer
zinwekkend waren. Van een zyner politieke
redevoeringen, met het oog op de naderende
verkiezingen gehouden, werd door een der
Eugelsche dagbladen gezegd «'t was een aan
eenschakeling van opzettelijke, grove onjuist
heden*. En wat het ergste is, en in Enge
land het minst kan worden vergeven, is, dat
Chamberlain thans de liberalen verwyt, dat
zy gezind zyn, om aan de beide Zuid-Afri-
kaansche republieken zelfstandigheid te bren
gen, terwjjl ieder daar te lande toch weet,
dat hijzolf in 1881 hetzelfde deed, toen hy
deel uitmaakte van het liberale ministerie
GladBtone. Heel kalm en bedaard gaat
het hier en daar by de voorbereiding der
verkiezingon in Engeland niet toe. Men
houdt ook daar, evenals elders, vergaderingen
van kiezers. In een der Londensche distrio-
ten, dat tot nogtoe door een socialist in het
Parlement vertegenwoordigd was, wildo in
een der kiesvergaderingen dezer dagen een
der ministers Wyndham het woord
vooren. Het opgekomen pnbliek was daar
heel niet meé ingenomen, en wilde hem niet
aan het woord laten komen. Een oorver-
doovend geschreeuw maakte het den spreker
onmogelyk zich te doen verstaan. Herhaal
delijk beproefde hy zulks, maar steeds vruch
teloos. Het voordurend geschreeuw ontnam
hem de kans, om zjjne denkbeelden te uiten.
En toen hy begreep, dat het maar zaak was,
zich te verwyderen, werd hy met luide kre-
tén^ uitgeleid. In eene andere kieaverga-
dering werd door een lid der liberale party
de regeering tot verantwoording geroepen
over al hetgeen zy in den loop der jaren
heeft verzuimd in het belang van land en
volk. Zy verwaarloosde dus voerde deze
spreker aan het leger, gaf de millioenen,
die noodig waren voor het onderwijs, voor
arbeiders-woningen en voor ouderdoms-pen-
sioenen uit aan een oorlog, die geheel over
bodig was, liet de arbeiders aan bun lot over,
en gaf aan de Landlords een cadeautje van
3 millioen pond sterling per jaar.
Hot verbetoron van het volksondorwys achtte
deze spreker van veel grooter waarde dan
100 Zuid-Afriaansche Republieken. Do re
geering had echter dit groote belaDg over het
hoofd gezien, ten einde aan Chamberlain den
oorlog te geven.
Gedurende de laatstverloopen dagen werd
druk gesproken over do archieven der Zuid-
AfrikaanBche Republiek, en werd de vreeB
geuit, dat by het vertrek van President Kruger
uit Delagoa-baai daarop door Engeland zou
worden beslag gelogd, omdat die archieven
wel bet een en ander zullen bevatten, voor
de Engelschen min of meer corapromitteerend.
Thans wordt verzekerd, dat hot bedoelde
archief reeds dadelyk na de overgaaf van
Pretoria, met de Staatsschat op veilige plaat
sen is geborgen, 't Schijnt onmogelijk, dat
een en ander in handen der Engelschen zal
kunnen vallen. Herhaaldelyk moet van En-
gelsche zjjde getracht zyn, de bagage der
Boeren-deputatie, toen zy Daar Europa op
reis was, te onderzoeken. Telkens waren ge
deelten dier bagage zoek, en eerst na enkele
dagen kwam dan weer het verlorene terecht,
't Was duideljjk, dat Engelsche agenten on
derweg waren uitgezonden, tot hot instellen
van een onderzoek. Het bedoelde archief moet
vóór dien tjjd reeds door vertrouwde per
sonen naar Europa zyn overgebracht.
Omtrent het eiland Kreta, waarvan vroeger
zooveel te vermelden viel, toen hot door de
hulp der mogendheden van het Turksche juk
werd bevryd, valt in den laatsten tyd weer
iets van belang te berichten. Prifll George
van Griekenland, indertyd tot gouverneur van
het eiland benoemd, heeft er nu reedB genoeg
van; by lieeft zyn ambt ncdergelegd. Aan
de mogendheden geeft hy den wólgemeenden
raad, om voor het vervolg de beslissing over
het lot en de toekomst dos lands niet meer
aan zich te houden, maar aan de eilanders
zeiven overtelaten, die er leven on werken.
Op een reis door Europa wil hy nu de mo
gendheden van zyne inzichten overtuigen.
MlUHNriJUIVUKV.
HELDER, 2 October 1900.
Gestrand.
Over de stranding en de redding der
bemanning van het Donderdagavond bg
Callantsoog gestrande Engelsche stoom
schip »European" vernemen wg nader het
volgende
Het schip liep 's avonds tusschen 81/,
en 9 uur op de bnitenste bank aan den
grond, 't Was stormachtig weer uit het
Z.W., dik van regen. De zee was buiten
gewoon moeilijk, waardoor de stoomboot
het, reeds terstond na de stranding, zwaar
te verantwoorden had. Voortdurend werd
het door de branding hevig bestookt en
door zware stortzeeën beloopen, waardoor
't dan ook zeer kort duurde of het stootte
zwaar lek, eerst in de machinekamer, later
ook op andere plaatsen. Het water stroomde
nu met geweld naar binnen en vulde dra
het schip geheel. De equipage werd hier
door genoodzaakt in het want te vluchten.
De toestand der schipbreukelingen was nu
allerhachelijkstwanneer de oude mast,
waar allen zich aan hadden toevertrouwd,
onder de kracht van wind en golven be
zweek, zou niemand hunner gespaard blijven.
Met dit bewustzjjn, den dood voor oogen,
hieven die in grooten nood verkeerende
menschen een door merg en been door
dringend gehuil aan, dat ver over het land
weerklonk.
Te Callantsoog had men in tusschen niet
stil gezeten. De reddingboot werd te water
gebracht en naar het schip afgezonden,
maar zg werd teruggeslagen, telkens en
telkens weer als de poging werd herhaald.
De boot en de roeiers waren niet tegen
de machtige elementen opgewassen. Ook
bet vuurpjjltoestel werd te voorschijn ge
haald, maar het schip zat te ver uit den
wal om daarvan succes te kunnen ver
wachten.
En intusschen hield het geschrei aan
boord aan, werd het heviger naarmate de
positie van schip en opvarenden ongunstiger
werd. Er werd naar Nieuwediep geseind
om adsistentiede sleepboot Titan" ver
trok van daar zoo spoedig mogeljjk met
de bemande Heldersche reddingsvlet op
sleeptouw naar de strandingsplaats, om de
redding van de zeezjjde te beproeven. En
men slaagde daarin gelukkig boven ver
wachting. Na een moeilijken en gevaar
lijken tocht door de branding, kwam de
vlet bg bet schip en konden de 13 in nood
verkeerende Engelsche zeelui gelukkig wor
den gered. De eerste stuurman was een
paar uur te voren over boord geslagen en
verdronken. De schipbreukelingen werden
op de »Titan" overgezet en behouden te
Nieuwediep aangebracht.
De man, die dezer dagen door duize
ligheid bevangen in 't café Henning van
de trap viel, en zich daarbjj ernstig ver
wondde, is aan de gevolgen er van overleden.
De te Amsterdam gehouden algemeene
vergadering der Stoomvisscher jj-Maatschap-
pij »Mercurius", gevestigd te IJmuiden,
directeur J. S. Groen, heeft na verschil
lende afschrijvingen, verhooging van het
reservefonds, en vorming van een ketelfonds,
het dividend over het 30 Juni jl. afge
sloten boekjaar vastgesteld op 5 pet. over
het gestorte maatschappelijk kapitaal.
De twee nieuw aangebouwde stoomtraw
lers waren gedurende dat boekjaar slechts
eenige weken in exploitatie.
Het voorstel van het bestuur tot uitbrei
ding van het aantal stoomtrawlers, en in
verband daarmede tot verdere uitgifte van
aandeelen, werd aangenomen, terwijl het
voorstel tot wjjziging der statuten niet in
behandeling kon worden genomen, daar het
daartoe vereischte aandeelen niet verte
genwoordigd was.
De heer P. P. J. Dubbelman werd her
kozen als commissaris.
In Holland's Noorderkwartier" bg
den Westfrieschen dgk en De Zijpe ligt
aan de Wieringerwaard, een polder ter
grootte van ruim 1800 HA. Hij is door de
bedijkingen van den Anna Paulowna polder
ten noorden en die van Waard en Groet ten
oosten bijna geheel van de zee afgesloten.
De zeedijk is 890 M. lang. Deze dijk is
3.41 M. -j- A. P. hoog, en er zijn palen
tegen geplaatst, die dienst doen als golf
brekers. In den loop dezer week zijn onge
veer 20 dier palen tot de waterlijn afge
brand, en ongetwijfeld hebben baldadige
handen die in brand gestoken.
Nederlanders van afkomst.
Men schrijft
Het is waarschijnlijk, dat onder de per
sonen, die ten gevolge van den Zuid-Afri-
kaanschen oorlog naar Nederland werden
uitgezet, zich velen bevinden, die, ofschoon
Nederlanders van afkomst, burgers zjjn
geworden van eene der Republieken of
althans de Nederlandsche nationaliteit heb
ben verloren krachtens art. 7, 4o, der
wet van 12 December 1892 (Staatsblad
No. 268). Het spreekt vanzelf, dat de
Nederlandsche Regeering rechtens niet
verplicht is deze personen hier te lande
toe te laten of te laten verbljjven.
De bjjzondere en deerniswekkende om
standigheden, waarin bedoelde personen,
Nederlanders van afkomst, verkeeren,
geven echter aanleiding, de bepalingen der
Vreemdelingenwet tegenover ben niet in
alle gestrengheid toe te passen, maar con-
sideratiën te gebruiken.
In dien zin zjjn wenken gegeven.
Het verdelgen der ratten gaat in
Amsterdam de laatste maanden geregeld
voort. Men meldt, dat er aan de stadsbelt
in enkele maanden tjjds een 6000 gevangen
werden. Ook aan het oude Buitengasthuis
worden af en toe klopjachten gehouden,
eveneens in het oyde Entrepotdok en in
Artis. In laatstgenoemde stichting ving
men er tusschen 1 Mei en 1 September
ongeveer een duizendtalsoms bracht een
klopjacht het tot 180 per week.
Men zg echter met liet vangen der
beesten voorzichtig. Het is onlangs voor*
gekomen, dat daar ter stede bij het vangen
van ratten iemand de onvoorzichtigheid
had, een der dieren met de hand te van
gen, door het in den nek te grijpen. De
rat had echter nog gelegenheid den aan
valler in den arm te bjjten. Gevolg was.
dat 's mans arm in een oogenblik hevig
opzwol en in het ziekenhuis, waarheen hjj
werd vervoerd, bloedvergifting werd ge
constateerd. Gelukkig behoefde 't lichaams
deel, naar aanvankeljjk werd gevreesd, niet
afgezet te worden, doch de genezing duurde
zeer lang. Dit geval moge dus tot voor
zichtigheid aanmanen bij de loffelijke po
gingen om Amsterdam van het gevaarlijk
ongedierte zooveel doenljjk te bevrijden
De afgebrande scholen te Amsterdam.
In zake den brand van den scholen op
de Nassaukade heeft de politie thans ze
kerheid gekregen, dat hier inderdaad aan
opzet moet worden gedacht. Een negen
jarige knaap heeft bekend, dat hij met
drie andere joDgens, die hij niet kende,
op het dak van de school was geklommen,
om dit aan branden te brengen. Daartoe
hadden zg gebruik gemaakt van papier,
oude lappen, die in spiritus waren gedrenkt,
en andere zaken.
Toen de moeder van den jongen ver
nam wat hg gedaan had, kreeg zy op het
politie-bureau een zenuwtoeval.
Het Keizer Wilhelm-kanaal.
De statistiek over het jaar 1899 van het
Noord-Oostzee, of Keizer-Wilhelm-kanaal,
loopende van 1 April 1899 tot 31 Maart
1900, ia verschenen In dat jaar maakten
11,277 stoom-, 15,022 zeilschepen en sleep-
booten en 652 oorlogsschepen, te zamen
26,951 vaartuigen van den waterweg ge
bruik. Daarvan waren 7240 zeeschepen met
een tonnemaat van 4,817,739 ton tegen
4,323,862 en 493,877 ton voor de beide
vorige jaren. Gemiddeld vorderde de reis
door het kauaal 24 uur 55 min., tegen
25 uur 52 min. in liet jaar te voren. Daar
entegen nam het aantal ongelukken af.
Van de 236 ongevallen waren slechts 145
van eenigen ernstigen aard, 6 slechts heel
ernstig.
Gruwelen in China!
Bljjkens een schrgven van den heer A.
Melis, pastoor, Procurator der Hollandsche
Missie in Zuid-Chansi, te Delft, werd, vol
gens een te Rome uit China ontvangen
telegram mgr. Fantosati met bamboes-
stokken doodgeslagen P. Bacaridius eerst
half do' 'geslagen, daarna in katoen ge
wikkeld, met petroleum begoten en ver
brand.
Een geluksvogel.
Een tweetal jaren geleden vond een tram
conducteur te Turijn op straat een wissel
aan toonder, ten bedrage van 265,000 lire
in goud. De gelukkige vinder bracht zgn
vondst naar het stadhuis in de overtuiging,
dat het vindloon van tien percent hem niet
ontgaan zou. Niemand kwam echter op de
herhaalde oproepingen vanwege het gemeen
tebestuur opdagen. De eerlijke vinder vrees
de reeds, dat zgn vondst hem in het geheel
niets zou opbrengen, toen hjj dezer dagen
op het stadhuis werd ontboden en daar de
mededeeling kreeg, dat de bg de wet be
paalde twee jaar om waren en dat, daar de
eigenaar niet was komen opdagen, hg den
wissel als zijn eigendom had te beschouwen.
De wissel werd getrokken op het Crédit
Agricole" te Maraeille, en de geluksvogel,
die een fortuin op straat vond. zal zelf zijn
vermogen in Marseille gaan afhalen.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
MARSEILLE, 28 September. Heden zjjn
hier de mailbooten »Kaiser" en >Reicbstag"
aangekomen met een vijftigtal Nederlanden
en Boeren nit Transvaal, die naar Neder
land doorgaan. Zij klaagden over de moei
lijkheden ondervonden bjj hun slreven ora
de grens te hereiken, doordien de Eugel-
scheu zich vau alle middelen van verkeer
hebben meester gemaakt. Voorts wezen zg
op het streven van de Eugelsche regeering
om een transformatie te doen ontstaan in
de bevolking door het laten komen van
vreemde kolonisten.
De Herzog" is van Louren90 Marqués
vertrokken met een groot aantal Boeren
en een aanzienlijk aantal passagiers naar
Nederland.
Lord Roberts heeft aan den lord mayor
van Londen geseind dat de City Imperial
Volunteers, de Londensche vrijwilligers, voor
5 November te Londen zullen zjjn. Lord
Roberts vreest zelf niet zoo spoedig te kun
nen terugkeeren.
Van de 1700 of 1800 vrijwilligers die
Londen heeft uitgezonden zgn er vijftig
gesneuveld of aan ziekte en verwondinge
gestorven. In elke parochiekerk van dt,
slachtoffers zal een gedenksteen worden
geplaatst.
LONDEN, 29 Sept, Een telegram van
lord Roberts van 28 dezer meldt:
Generaal Paget rapporteert, dat de Boe
ren ernstiger verlies dan men eerst dacht
geleden hebben bg Pienaarsrivier. Zg nader
den tot op 200 yards van de vooruitgescho
ven verschansingen der Engelschen en kwa
men onder het vuur van twee bergstukken
verscheiden Boeren werden tevenB gedood bjj
de ontploffing van een mjjn die zij daar niet
vermoed hadden.
De Boeren vielen gisteren een Britsche pa
trouille aan bjj Heidelberg. Een Engelsch
officier en een soldaat werden gevangen ge
nomen, een soldaat sneuvelde en 4 werden
gewond.
v
De Britsche journalist William T. Stoad,
de welbekende bestrijder van den oorlog,
heeft een opstel geschreven over >de toe
komstige Regeering in Zuid-Afrika".
Hg verklaart vooraf, dat hjj niet on
partijdig wil zjjn. »Als men tusschen een
moordenaar en zjjn slachtoffers te oordee-
len heeft, is onpartijdigheid geen deugd."
En hij betuigt»Met hart en ziel verfoei
ik dezen oorlog, welken ik als een der
afschuwelijkste misdaden dezer eeuw be
schouw."
Daarna betoogt hg, dat dezen vervloekte
oorlog vervloekte vruchten zal opleveren.
HÜ herinnert aan de zware lasten, die
noodig zjju om de groote kosten van den
oorlog te dekken en welke nu eerst op het
volk beginnen te drukken. Hjj toont de
grootte bezwaren aan, welke het handha
ven van het Britsche gezag in de Zuid-
Afrikaausche landen zal ondervinden, en
ten slotte zegt hjj
»Het is eeu feit, dat de Britsche Re
geering, door de maatregelen welke zjj
toepaste om haar eigen meerderheid te
verzekeren, zichzelve een zware wonde
heeft toegebracht, 't Is mogelgk, dat de
wond niet doodeljjk blijktmaar als het
Rgk moet worden gered, dan moet de
zelfmoord-politiek voor een andere worden
verwisseld.
>Op den duur kunnen wjj Zuid-Afrika
niet regeeien noch met het zwaard,
noch langs wetteljjken weg zonder me
dewerking van de Hollanders. En deze
FEUILLETON.
«©loO-
20)
De volgende dag bracht niets nieuws, even
als de vorige verstreek hjj stil, eentonig, in
de afwezigheid van den graaf; Margarotha
ruimde in de kamers het een en ander op,
beantwoordde kort en norsch do weinige vra
gen van Lindis en bleef 's avonds met Prits
in het dienstbodenvertrek. Weken, maanden
gingen voorby, zonder dat Lindis den graaf
teruggezien had. Zjj zat eenzaam in den
hoek van de sofa, handwerkjes te maken of
boeken on tijdschriften to lezen, die haar door
Margarotha bezorgd worden. Vaak ook zat
zjj bjj het begin van den zomor halve nachten
voor het geopende venster in den, door de
maan verlichte tuin te kijken. Kleine Lindis
toch was dat eenzame leven gewoon en ook
die hooge muren en die gesloten deuren. Nooit
meer deed zjj oen poging om een verandering
in haar toestand te brengen of den graaf te
spreken, die iederen avond eerst laat thuis
kwam. In slapclooze nachten echter maalde
zy zich zelve toekomstbeelden af, die nu eens
rooskleurig dan weder somber uitvielen.
Margaretha gaf haar nu en dan te kennen,
dat zjj desverkiezend de friesche lucht genieten
kon, wanneer zjj naar buiten, het bosch in
wilde voor dit geval was zjj bevoegd om een
rjjtuig te bestellen. De «dame* moest zich
echter laten welgevallen, dat zjj haar bege
leidde, mynheer de graaf had het aldus be
volen. Of wanneer zjj in de straten wilde
wandelon, moest zjj eveneens met haar gezel
schap genoegen nemen. De knorrige toon,
waarop de oude vrouw dit zeide, verried
echter maar al te duideljjk, hoe ongaarne zjj
aan dit bevel van den graaf voldeed.
Lindis dankte voor het aanbod. Zjj wilde
veel liever tusschen hare vier muren bljjven,
dan onder do oogen harer vjjanden to gaan
wandelen. Van lieverlede echter werd zjj
kalmer en wendde nu hare gedachten naar
andere richtingen.
Er was juist een jaar sinds dien schrikke-
lijken dag van haar huweljjk verloopende
opkomende winterstormen en de sneeuwlost
op de buitenkozjjnen herinnerden haar daar
aaD. In de bestaande orde van het huishou
den van graaf Hallwey was geen de minste
verandering gekomen. In den zomer had graaf
Egon eenigen tjjd verlof gekregen en was hjj
naar zjj'n ouderly'k huis gereisd, dat was ook
alles. En gedurende dien tjjd had er een
doodsche stilte in alle vertrekken geheorscht.
Margaretha had de kamers van den jongen
kapitein afgesloten en den sleutel onder hare
bewaring genomen. Zjj was nog zeldzamer
naar Lindis gekomen, om naar hare .wen
schen* te vragen, «bevelen* toch had alleen
de graaf te geven. Margaretha vatte de positie
der jonge vrouw zeer juist op en behandelde
haar dienovereenkomstig, hoeveel hiervan op
rekening kwam van de gravin-moeder, dit
zullen wjj later zien.
Met een onzeker hartkloppen en een onbe
stemd verlangen wachtte Lindis op den terug
keer des kapiteins, 's Avonds omstreeks tien
uur, wanneer allen reeds in diepen rust lagen,
luisterde zjj naar de vaste schreden van den
gewoonljjk om dit uur thuiskomende. Een
woest leed snoerde Lindis' hart te zamen en
deed het onstuimig kloppen, wanneer zjj l'sar
machteloosheid bemerkte en aan de onmoge
lijkheid dacht om immer haar onschuld te
kunnen bewjjzen. Graaf Egon's hart te win
nen, het ware waanzin geweest om dit nog
te geloovendoch zjjn achting moest zjj ver
werven, zjj wildo hem daartoe dwingen, hjj
moest haar geloof schenken, meer wildo zjj
niet, kon hij zelfs niet willen zelfs wanneer
zjj niet geweten had, dat iedere vezel zijns
harten Eugenie von Bietinghoff toebehoorde.
De natuur had dan haar met zoo weinig be
koorlijkheden bedeeld, reeds hare tengere,
kleine gestalte, wat paste zjj slecht bij den
schoon gebouwen Egon Hallwey, den knap-
sten cavalier der residentie. En dan nog die
huidkleur, bruin als een Zigeunerin. Lindis
bedekte haar teeder gezichtje met de handeD.
Nog nooit had zjj haar gemis aan schoonheid
zóó smartelijk beklaagd als thans. Lindis
richtte zich fier op. Gelukte het haar ooit om
z(jne achting te verwervon, dan had zjj dat
aan geen toevalligo omstandigheden te danken,
zeer zeker niet. Doch zag Egon Hallwey er
naar uit, alsof hjj alleen schoonheid en aan
valligheid op zich liet werken Noen. Hy
hechtte alleen gewicht aan geest, ziel en
karakter. Ondanks zijn heftigen aard, zyn
hartstochtelijkheid was de grondslag van zjjn
karakter ernstig en dit straalde in al zjjn
handelingen door.
Op zekeren dag in den nazomer, nadat de
graaf reeds langer dan een maand weg was
geweest, werden zyne vertrekken gelucht,
opnieuw geschilderd en van andere gordijnen
voorzien. Margaretha en Prits waren dagen
lang bezig en onvermoeid in hun arbeid.
Lindis' hart gaf het antwoord, dat graaf Egon
terug zou komen, hem golden al die toebe
reidselen. En hjj kwam dan ook plotseling,
geheel verras zend, zonder vooraf zjjn komst
gemeld te hebben.
De kamera stonden wagenwjjd open, zjj
roken nog steeds naar vcrsche olieverf. Mar
garetha en Prits waren uitgegaan, om onder
scheiden inkoopen te doen, en Lindis stond
alleen aan het middelste salonvcnsfer. Zij
was in de laatste dagen, wannoer Margarotha
in hot salon bezig was, dit meermalen bin
nengetreden en had gekeken naar de drukte
op straatzoo stond zjj ook lieden nu de
schemering neergedaald was, onder de zjjden
gordijnen der hooge openslaande vensters en
liet haar hoofdje peinzend tegen de venster
ruiten rustéD. Zjj hoorde wel het piepen
van de deur van den corridor, dio hoorbaar
luid in het slot viel, waarschynljjk dat Mar
garetha of Frits thuis kwam.
Lindis sloeg er geen acht op, hare gedach
ten toefden in het verschiet, toen eensklaps
het slepen van een degen en het zachte rin
kelen van zilvoren sporen haar op deed
schrikken. Had zjj gedroomd Was hot
phantusiobeeld zóó levendig, dat zjj het niet
kon afweren
Ginds bjj den drempel stond graaf Egon
hoog opgericht en blijkbaar verwonderd over
de slanke gestalte in het schemerlicht van
het venster. Herkende hy haar? Lindis hart
stokte. Het moest wel zoo zjjn. Na oen oogen
blik aarzelens schreed hjj mot vasten tred
naar zjjn kamer. Geen enkel kort woord van
begrootiDg, niet met hot vlncbtigste hoofd
knikken nam hjj notitie van haar, die toch
voor God en de menschen zjjn echtgenoote
was. Zjjn wrok was te hevig, zjjn eergevoel
door het onwaardige huweljjk te diep gekrenkt,
dan dat hjj haar vergeven kon. Zjj was immers,
zjj hot ook al niet rechtstreeks, de oorzaak
van al do deemoedigingen, die hjj ondervonden
had. Ware zjj er niet geweest, dan zou de
woekeraar nog wel met zich hebben laten
spreken en onderhandelen.
Lindis verdween spoedig nit de vensternis
en betrad haar niet weder, zoolang hjj daar
was doch een vast besluit rjjpte spoedig
tot uitvoering.
Reeds eenmaal was de geduchte bjj haar
opgekomen om te vluchten, t Was destjjds
op de reis hierheen. Guttheim had die vlucht
echter verhinderd. Godurende het lange jaar
van haar gevangenschap had zjj dio boeiden
verder uitgewerkt en thans hjj den duideljjk
gebleken afkeer van graaf Egon voor haar,
hadden zjj haar onverpoosd bezig gehouden.
Thans was zjj vost besloten, om de eerste de
beste gelegenhoid tot ontvluchting zich niet
meer te laten ontsnappen. Lindis had eenige
dagen geleden aan haar vader geschreven en
hem om geld verzocht, het was du eerste brief,
dien zjj tot hem richtte en zjj had zich nog
moeite moeten begeven om die luttele, weinig
vrioudeljjke regels neer te schrijvenvan
haar echteljjk leven had zjj duurbjj geen
woord gerept.
Eenige dagen later, het was op een dor
weinigen, waarop de kapitein thuis bleef,
kwam Margaretha en verzocht der ,dame*
om in het salon te komen, mijnheer de graaf
moest haar spreken.
»Hjj wil mjj sproken?* riep Lindis ver
schrikt uit. Wat of hjj wel van haar mocht
willen hebbcD.
Ik zal komen,* antwoordde zjj aan de
oude vrouw, die haar met sombere blikken
aanzag. En zjj ging, geen enkelen blik wierp
zy in den spiegel, waartoe ook Zjj giug
immers niet tot haren echtgenoot, maar tot
haren vjjand, die van iedere gelegenheid ge
bruik maakte, oul haar zjjuo verachting te
betoouen.
Graaf Egon wachtte baar in staande hou
ding iu het salon af voor hem, óp de sier-
lijk met paarlemoer in gelegde tafel lag eeu
brief, wiens achterkant vjjf groote lakkeD
vertoonde.
Een lichte schrik ging er door Lindis' lede
maten. Een vermoeden van het gebeurde
doorliop haar brein. De brief van haar vader
mot het gold was in Hallwey's handen gevallen.
Zwjjgend, geljjk hjj hare ontmoeting steeds
opnam, naderde zjj de tafel en plaatste zich
tegenover hom.
Hjj hield het hoofd eenigszins afgewend,
evenals wilde hjj haar aanblik vermijden en
hjj do nu volgende woorden scheen het wor-
koljjk in zjjn bedoeling to liggen om haar
niet aan te zien.
Gjj verwachtet geld van uw vader? Hebt
ge hom daar soms om verzocht hief hjj
kalm aan, en toch klonk er een zonderlinge
toorn in zjjne stem, dia onheilspellend
vibreerde.
Ja,* antwoordde zjj eveneens kalm.
«Zou ik ook mogen weten, waarvoor ge
dat gebruiken wilt?*
«In mjjn eigen belang dat spreekt van
zelf.*
Nu, zoo heel natuurlijk is dat nog niet.
Ik weet niet, of het u duideljjk geweest is,
dat or geen pfenning uit het grjjzc huis te P.
over mijn drempel mag komen.*
Dat heb ik mc wel kunnen denken
gezegd hoeft het mjj echter niemand doch
het geld hier behoort mjj toe, ik heb het
volste recht om er over to beschikken, ik kan
er mede doen, wat ik wil.'
•Zoudt ge mij de uitdrukking .behoort mjj
toe* nader willen verklaren
,By tostament erfde ik het huis mjjnor
oud-tante in P., papa kocht het van mij, wjjl
hot voor zjjn woning onontbeerlijk was en
betaalde er mjj deze som voor.*
(Wordt vervolgd.)