KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Vlieringen, No. 2892 Zaterdag 3 November 1900. 26ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. KALENDER DER WEEK. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 3 m. Onderg. 4 u. 24 m. Zondag 4 Maandag 5 Dinsdag 6 Volle Maan. Woensdag 7 Eerste Kwartier. Donderdag 8 Yrjjdag 9 Zaterdag 10 IJlt het Buitenland. De verhouding van de gezanten der bui- tenlandsche mogendheden tegenover de Chi- neescbe vredes-onderhandelaars Li-Hoeng- Tsjang en Prins Tsjang is zoodanig, dat er waarljjk weinig uitzicht bestaat op het ver kregen van een gewenscht resultaat. De ge zanten der mogenheden hebben het dezer dagen niet eens de moeite waard geacht, om een nota der beide onderhandelaars te beant woorden. Eerst willen de gezanten de noodige zekerheid hebben, dat er onderhandelingen worden gevoerd, die tot den vrede kannen leiden dhn eischen zjj, dat er andere, meer aannemelijke voorwaarden znllen gesteld wor den en eindelijk dringen zjj er op aan, dat er eene regeering zjj, waarmede men inder daad zal kunnen onderhandelen. Wèl zijn de mogendheden thans eenstemmig omtrent den te volgen weg, ook in zake den eisch, die de doodstraf vordert van de hoofdschuldigen in de ongeregeldheden, die den moord op de Christenen tengevolge hadden. Deze eisch bljjkt nu hoe langs hoe meer te zwaar voor de Keizerlyke familie, die o.a. den hoofd schuldige Prins Toean bepaald wil sparen. Een andere ryksgroote, die ook aan de gepleegde gruwelen heeft medegedaan en de Boksers in hun verfoeilijk bedrjjf onge stoord heeft laten begaan, zou men wel wil len opofferen. Maar met zulk eene schikking zijn de gezanten niet tevreden. Nög een schul dige, die zich mede sterk gecompromitteerd heeft, moet zich dus wordt verzekerd van kant gemaakt hebben. Doch zulks wordt sterk betwyfeld, daar ontvluchtingen in zulke gevallen in China niet zeldzaam zjjn, en dan ook vaak door de hooge autoriteiten begun stigd worden, mot verspreiding van het ge rucht, dat de beschuldigde zelfmoord heeft gepleegd. Een der beide Chineesche onderhandelaars Li Hoeng Tjsang moet zich onlangs tegen een Europeeschen oorlogs-correspondent over de tegenwoordige verwikkeling hebben uitgelaten op eene wjjze, die deed uitkomen, dat de plaats gehad hebbende, ernstige ge beurtenissen hem ton zeerste leed hebben be rokkend. Over de oproerigheid der Boksers sprak hy zjjnc ernstige ontevredenheid uit, met don wensch, dat ze spoedig beteugeld zouden worden, waarop dan de vredesonder handelingen tot oen bevredigend einde kon den geraken. Hjj drukte zijn wensch uit, dat de mogendheden er toe mochten besluiten om hare troepon nit Poking te doen terug trekken. Dat er ook veel schuld bestaat bjj de Chineesche regeering, die indertijd te ee- nenmale verzuimde, maatregelen te nomen tegen do oproerige Boksers dit werd door den Chinees niet te kennen gegeven. Uitgezonderd de eerste maanden van den Zuid-Afrikaanschen oorlog, is de guerilla, die thans door de Boeren wordt gevoord, veel voorspoediger dan de oorlog zelve gedurende den laatston tijd is geweest. In den regel behalen de Boeren bjj de herhaalde vydndo- ljjke ontmoetingen de overwinning, terwijl de Engelschen het telkons moeten atleggen. Aan Engelsche zjjde vallen steeds tal van slacht offers van dezen felleu krijg. Tengevolgo van een en ander, zyn de Engelsche telegrammen, die van het oorlogsterrein worden afgezonden, den laatsten tjjd minder geflatteerdzelfs kan men zoo tusschen de regels door de ongerust heid lezen. De gemeenschap is hier en daar soms verbroken, en de oorlogscorrespondenten missen al vaak de gelegenheid, om hunne be richten met bekwamen spoed te verzenden. *t Heeft er wel wat van, dat, ondanks de annexatie der republieken en de blufferige afkondiging daarvan, de Boeren daar toch baas zyn in dat land, en niet de Engelschen. Ineens is ook dezer dagen de begrooting van Lord Roberts van het aantal manschappen, waarover Botha en De Wet te beschikken hebben, sterk aangegroeid. Nog onlangs werd van Engelsche zjjde verzekerd, dat hot maar «eer onbeteekende benden waren, die van tjjd tot tjjd zoo eens opdoken thans echter wordt geeproken van 13000 man, die, onder verschillende aanvoerders, 't land onveilig en 't den Britten verbazend lastig makon. 't Aantal bestrijders van Engeland bljjkt, ondanks den ge- eischten onzijdigheidseed, sterk toetenemen. Uit de berichten dor laatstverloopen dagen is 't op te maken, dat de Boeren thans eerst recht in hun clement zijn. In dezo soort van oorlog de gnerilla zyn zy meesters, en bjj volharding en bij genoegzamen voorraad van ammunitie ligt het einde van den oorlog nog lang niet in het verschiet. Vóór dat dit einde daar is, en er eenmaal weêr een vredestoestand intreedt, is het te voor zien, dat, óók op de thans gevolgde wyze, nog heel wat bloed zal moeten vloeien. Een berichtgever, die verzekert er hartgrondig naar te verlangen, het spoedig einde van den stryd te zieD, wijst er op, dat de Eogelschen, wanneer zy niet tot bemiddeling willen komen, den oorlog moeten voortzetten tot de alge heels uitvoering der Boeren, die zich aan de óénige misdaad schuldig maken, dat zy hun vaderland lief hebben. Anders zou het mo- gelijk zjjo, zegt de correspondent, wanneer de Engelschen, door tusschenkomst der be vriende mogendheden, gelegenheid boden, om de nog stand houdende Boeren te bevredigen. Thans, in den tegenwoordigen toestand, is de deur voor elke toenadering gesloten. 't Zou zeker uitzicht geven op eene nog altjjd mo gelijke minnelijke schikking, wanneer er eene bespreking tusschen de boide bevelhebbers Lord Roberts en Louis Botha* kon plaats hebben. Zulk eene bespreking zou meent de bedoelde correspondent aan hel on- menschelijk bloedvergieten allicht een einde kunnen maken. vii;inf<riJiiui;i;v. HELDER, 2 November 1900. De Meeting in zake Drankwetsherziening, die Woensdagavond 1.1. in «Casino" gehouden werd, was door een talrjjke menigte bezocht. De Voorzitter van 't Comitó, de heer J. Wil- lemse, opende met een kort woord de ver gadering en deelde mede, dat adhaesie-adres- sen waren ingekomen van de navolgende vereenigingen Ned. Roomsch Kath. Volksbond, afd. Helder, Ned. Werkl.Verb. «Patrimonium", afd. Helder. Werkl.-Ver. Door Orde en Spaarz. t. Welvaart, Soc.-dem. arbeidersparty, afd. Helder, Algemeen Kies- en Stemrecht, afd. Heldor, Kiesvereeniging «Nederland en Oranje", Vrouwenvereenig. «Draagt elkanders lasten", Vrouwenvereeniging «Bid en Work", Bond van Korporaals en mariniers, Bond van Ned. Marine matrozen, Gereformeerde meisjesvereeniging „Lydia", Onderoffvereeniging «Adm. do Ruyter", Schippersvereeniging van VisscherÜeden, Goref. jongel.ver. «Uw heil Komt", Chr. jongel.ver. «Spreuken IX—Xa, Bond van onderofficieren der mariniers, Christel. Onthouders vereeniging «Emanuel", Ver. van onderoffic. der landra. «Ons Belang", Bond van Ned. Ondorwjjzers, afd. Heldor, Ned. Onderw. Propaganda-club, afd. Helder, Orde van do Goede Tempelieren, Luth. Jongelingsver. «Een is uw meester", Heldorscho geheel-onthouders bond en Kruisverbond. Nadat de vergadering op de wijze van het Transvaalsche Volkslied oen onthoudingslied had geïongen, verkregen achtereenvolgens 4 sprekers van verschillende richtingen het woord. De eerste spreker, de hoer A. P. Staalman, schetste don sterken drank als een der gewel digste machten, die het geluk onzer samen leving vernietigt, wees op den stryd, die tegen de alcohol gestreden wordt, wekte allen op tot een krachtige volksbeweging ton gunste van de ingediende drankwet en drong er op aan dat van Helder een krachtige pogiüg uitgaat, waaruit kan bljjken dat men niet door hot kroegendom ovorheerscht wenscht te worden. - De tweede spreker, de heer Ch. L. van der Bilt, spoorde zijn geloofsgenooten aan de beweging deel te nemen en aan de hand van voorname Katholieke geestelijken bewees hij de wenscheljjkheid van onthouding. Hy wil tot de regeering het verzoek richten een wet in het leven te roepen, die dieper ingrjjpt en het kind beschermt, zoodat do jeugd zon der geleide geen cafó mag betreden en het verboden is aan personen beneden 18 jaar alcohol te verkoopen. De derde spreker, de heer Ds. J. Gispen van Baarn, noemde de indiening van het drankwet-ontwerp een daad van zedelijke bo- teekenis, waarvoor den Minister Goeman Borgesius lof verdient. Die zedeljjke daad blijkt uit de verschillende bepalingen, die in 't wetsoDtworp voorkomen, zooals uit de ver hooging van het vergunningsrecht, wanneer men vóór 7 uur 's morgens en 's avonds na 10 uur en Zondags tappen wil; ook bljjkt deze zedeljjke daad uit de bepalingen, dat drankschulden niet invorderbaar zijn, dat ar- beidsloonon in geen kroegen betaald mogon worden en dat hot aan sluismecsters, sluis wachters en stuwadoors verboden is een ver gunning voor drankverkoop te hebben. Het bezwaar om 8000 tappers broodeloos te maken, acht hjj zeer gering, want z. i. doet me i een zedelijke daad door een onzedelijk bedrjjf weg te doen. Diop treurig noemt Bpreker het feit, dat de groote dagbladen, ja zelfs de Christe lijke pers zwijgt over de daad van den Mi nister, daarom heeft dezen den zedeljjken steun van het volk noodig. De laatste spreker, de heer F. W. N. Hu- genholtz van Haarlem, beweert, dat de regee ring wat laat met de indiening van de drank wet is gekomen, hjj verschilt met de vorige sprekers in dit opzicht, dat het niet aangaat 8200 tappers uit hun bedrijf te ontslaan en vertrouwt, dat de wet tot 1905 verschoven wordt, om de rechtvaardigheid te betrachten. Vervolgens keurt hjj het gebruik van ster ken drank ten zeerste af, maar zeer uitvoe rig betoogt hjj, dat zulks voor een zeer groot deel de schuld is van de maatschappelijke toestanden en men eerst dan een betere, reinere menschenwereld zal verkrijgen, wan neer do samenleving op andere grondslagen rust on hot kapitalistisch stelsel verdwenen is. Spreker meent dan ook, dat ieder socialist onthouder moot zjjn en begrijpt zich niothoe een onthouder geen socialist is. Vervolgens werden 2 motie's aan de ver gadering voorgelegdde eerste werd met op éón na algemeene, de tweede met algemeene stemmen aangenomen. Zij luiden aldus: I. ,De vergadering van drankbestrijders, vereeuigd op 31 Oct. 1900 in het gebouw «Casino" te don Helder, overtuigd van de groote belangrijkheid der voorgestelde drank wet voor de bolougeling dor drankellende, dringt ten krachtigste bjj de 2e Kamer aan op aanneming van hot regeeringsontworp, zooveel mogeljjk gewjjzigd in overeenstem ming met do voorstellen der Commissie van drankbestrijders Jansonius c. s. II. Do vergadering spreekt de wensche ljjkheid uit, dat wetteljjke bepalingen wor den genomen tor bescherming der jeugd tegen drankverleiding in den geest als door do Ned. Onderw. Propaganda club (voor drank bestrijding) aan de 2e Kamer is verzocht. Na aanneming dezer motie's sloot de Voor zitter mot do gewone plichtplegingen de ver gadering. Staatsloterij. In de Dinsdag gehouden zitting der Tweede Kamer is het ontwerp tot wijzi ging en aanvulling van art. 12 tot rege ling der Staatsloterij, volgens welk ont werp de uitbetaling kan worden bevolen van prjjzen of premiën gevallen op ver nietigde of vermiste loten, wanneer die uitbetaling gevraagd wordt vóór het in treden der verjaring, aangenomen met 56 tegen 10 Btemmen. Moord te IJmuiden. Maandag zal de Haarlemsche rechtbank- de zaak behandelen tegen den Belgischen schipper Eduard Turnhout, beschuldigd in den nacht van 7 op 8 October den vracht rijder Gerrit Heilig te IJmuiden te heb ben vermoord. Turnhout bljjft ontkennen. Uit Woudrichem wordt gemeld: Een ernstig ongeluk had Dinsdagnacht plaats op de rivier. Een drietal personen uit deze gemeente, LJmert, Antonie, en Bernardus de Joode, 23, 21 en 20 jaar oud, zjjn, waarschijnlijk door het kante len van de zwaar beladen roeiboot, waar in zjj gezeten waren, te water geraakt en verdronken. Eerstgenoemde was man en vader, terwjjl de jongste eerst verleden Zaterdag met groot verlof als zeemilicien was thuisgekomen. Het lijk van den 2de werd reeds opgevischt. Een treurig famielietooneel is Zondag te Siddebuursterveen (gemeente Slochteren) afgespeeld. De 20-jarige milicien Eerko Prins, in garnizoen te Assen, kwam Zaterdag zijne vrouw, de 27-jarige Harmke Dontje, in de echtelijke woning opzoeken. De verstandhouding scheen niets te weuschen te laten, ook Zondag niet, totdat Prins in den loop van den middiig zijne vrouw voorstelde, met hem een bezoek te bren gen aan zijne onders die te Noorbroek wonen. Zij stemde toe en voldeed aan het verzoek van haar man, om voor hun ver trek het schaap binnen te halen en liet konijn voedsel te geven. Doch toen zij de schuurdeur weer binnen trad, kwam hij haar te gemoet en schoot op haar De vrouw meende, dat haar man uit »aardigheid" met los kruit geschoten had en vermaande hem, het niet weer te doen. Maar een oogenblik later zeeg zij neer. Haar man had 3 revolverkogels op haar afgeschoten, waarvan een onder den slaap, de tweede in de wang, de derde in de borst terecht gekomen was. Doch dat was de milicien nog niet voldoende. Hij nam haar op, wierp haar op een hoop turf en bracht haar nog eenige verwondingen toe met een mes en een hooivork, onder een uit roep waaruit bleek, dat hij haar van on trouw verdacht. Daarop maakte hg zich haastig uit de voeten, terwijl, de vrouw zich naar een buurman sleepte, waar ge neeskundige huid werd ingeroepen. Later is zij op adviè3 van dr. Niemeijer, te Noordbroek, in het academisch ziekenhuis alhier opgenomen. Aldus het verhaal der vrouw. De tijd zal ïren, of het waar is. Maandagmorgen in zjjn garnizoen te Assen teruggekeerd, voerde Prins tot ver- outschuldiging van zjjn te laat komen aan, dat zijn' vrouw een poging tot zelfmoord had gedaan. Hij werd daarop onmiddellgk opnieuw in het verlof gesteld. Intusschen is de man aangehouden en ter beschik king van de justitie gesteld. (N. Gr. Ct.) Een werkman, die te Hallum eeni- ;e werkzaamheden aan de telefoougelei- iug verrichtte, is door een telefoondraad dien hij doorknipte gevaarlijk aan den hals verwond; hevig bloedend viel hij van de ladder. Ondanks spoedig verleende ge neeskundige hulp is hij biuneu weinige minuten overleden. De werkman woonde te Leeuwarden en laat een weduwe met 5 kleine kinderen na. Hij was pas 35 jaar. Schilderijendiefstal. Men schrjjft uit den Haag: De smid de Bruin, een der verdachten in den bekenden schilderijen-diefstal, is daarom uit de voorloopige hechtenis ont- jen, omdat gebleken moet zijn dat hg in de eigenlijke ontvreemding en verkoop der schildergen geen enkele maal de hand heeft gehad. Hij heeft zich, geljjk hjj vol ledig bekend heeft, enkel schuldig gemaakt aan het medenemen van tjjd tot tijd van enkele kleiuigheden, die hg van geen groote waarde achtte, omdat zij overal slingerden, tot zelfs op den vloer vau de tuin-verandah. Het waren eenige paneeltjes zonder lijst, ouderwetsch pistool, eenige medaillons, eenige porseleinen figuurtjes, die als het ware voor den vinder lagen. De Bruin, die negen dagen in preven tieve hechtenis heeft doorgebracht, is, on middellijk na zjjn ontslag, weder in dienst genomen door zijn patroon. Ramp te New-York. Een ontzettend ongeluk veroorzaakt door een ontploffing gevolgd door brand, heeft in een groote drogerijen-zaak in de Green- wichstraat te New-York plaats gehad. De handel in chemicaliën, waar het on geluk plaats had is gevestigd in een ge bouw van vier verdiepingen. Het schjjnt dat brand ontstond op de derde verdieping, waar zestig meisjes en honderd jongens aan de koffietafel zaten. Ontuiddelljjk. volgde een zware ontploffing, veriuoedeljjk van benzine of alcohol. De geheelo boven verdieping werd omboog geslingerdde gevel stortte op hot station van den lucht- apoorweg. Een trein die juist daar stond, werd verbrjjzeld en gedeeltelijk naar be neden geworpen. Glasscherven, st°enen, stukken hout en jjzer vielen in een dichten regen in de straten en kwetsten de voorbij gangers. Mannen en vrouwen gilden ver schrikt en renden weg zoo ver moge lijk van het ijselijke tooneel. Weldra volgde een tweede ontploffing, niet min der verschrikkelijk dan de eerste. Zelfs de brandweermannen, die inmiddels waren aangekomen, werden door den schrik aan getast en niet zonder reden, want drie stoomspuiten werden door het vallende puin vernield en de geheele bediening van een der spuiten werd buiten staat gesteld om te werken. Een aantal spuit gasten werden onder het vallende puin bedolven. Een minuut later volgde een geheele reeks van ontploffingen, gepaard met zulk een sterken luchtdruk, dat op een afstand menschen op den grond werden geworpen. Glasruiten werden alom ver brijzeld. De gebouwen over den drogist- handel waren ook vernield en uit de puin- hoopen schoten de vlammen hoog op Overal liepen gekwetsten rond, smeekend om hulp. Nabij gelegen buizen worden als hospitalen gebruiktweldra waren de ambulances en een aantal geneesheeren ter plaatse om hulp te verleenen. Een geheel blok huizen, begrensd door de Washington-. Warren- Greeuwich- en, Chambers-straten is vernield. Er is nog slechts een puinhoop over eu daaronder liggen de Ijjken van wie weet hoevele ongelukkigen. Het opruimiugswerk kon eerst tegen Maandagavond, misschien zelfs niet voor Dinsdagmorgen met vrucht wor den aangevangen eerst als dit is afge- loopen ia het aantal der slachtoffers met zekerheid op te geven. Thans moet men zich bepalen tot ramingen, die afwisselen tusschen 150 tot 250 dooden en gekwet sten één der bladen houdt staande dat er zeker honderd menschenlevens bjj de ramp verloren zijn gegaan. De stoffelijke schade wordt op één tot twee millioen dollar geschat. De Oorlog in Zuid-Afrika. De „laatste dagen" van Pretoria. Aldus luidt bot opschrift van con artikel in «Soribnor's Montlily» door don hoor R. II. Davis, con Amerikaan, dio tydons zyn verbljjf ondor do Booron, grooto verwondering voor hen hooft opgewekt. „Ik vorliot Pretoria tot mjjn groot verdriet,* schrijft hjj. «Als vreemdeling was ik geko men, maar ik had vrienden govondon onder mannen, dio ik heb lief gekregen èn om hen- zelvon, isn om hun zaak. «Ik kwam mot oon vooroordeel togen hen, in den waan, dat zij juist zoo waren als de Engolscho pors on mijn Engelsche vrienden hen hadden afgebeeld h&lf-barbaarsch, aan- stootelyk, geldzuchtig, vorradorlyk in hot oorlogvoeren. „Ik vond hen eenvoudig, grootmoedig jegens hunne vyandon, zelfstandig, goedhartig. Ik had veel gehoord van de omkoopbaarheid hunner ambtenaren en ik zag dagelijks hun voornaamsten minister, op een tjjd, dat ieder vreemd ingezetene te Pretoria een rjjtuig gebruikte naar zijn bureau gaan in een tram, terwjjl hun president woonde in een klein buitonhuis on han generaals maanden lang in den oorlog dienden zonder betaling en zonder hoop op eerepenningen of titels. «Hun onbekendheid mot de gebruiken en zeden der grooto wereld buiten hunno borgen, maakte hen tot een voorwerp van spot voor de Engelschen. Maar zy deed niemand zoo veel kwaad uIb hunzolven. Hadden zjj do buitenwereld gekendwaren zjj instuut ge weest hun wantrouwen van den vreemdeling te overwinnen, en hadden zjj begrepen hoo van hen gebruik te maken hoe do werold- pore te kantoeren om ten hunnen bohoeve oven knap do waarheid te verkondigen als de Engelschen haar hadden gebruikt om die lo verdraaien hadden zjj het verstaan, munt te sliuin uit do sympathie van Franschon, Ame rikanen en Duitschers en die ten eigen nutte aan te wendenhadden zjj geweten, welke mannen zij naar liet buitenland moesten zen den om de waarheid te verkondigen, te pleiten on te verklarenhadden zjj do vreemde avonturiers weten te vinden, die blindelings op het slagveld zouden gehoorzamenwaren zjj mannen van de wereld geweest in plaats van Boeren, die cr totaal onkundig van waren dan zouden zjj interventie of een eervollen vrede hebben verkregen. «Do onworeldschheid van don Boer zelve, zoo door den Ecgclschman bespot was het grootendeels, dio aan Engeland grooto ver nederingen, veclvuldigcr «tegenspoeden*, kost baarder nederlagen bespaarde.* De heer Davis vindt het jammer, dat in den hacheljjksten tjjd van den oorlog niet de generaals De Wet en Botha, maar de oude Joubcrt en de stjjfhoofdige Cronjé het opper bevel voerden. Thans ziet hjj de toekomst zeer donker in. Hjj noemt do Boeren de laatste kruisvaarders. Zjj reden uit om te strjjden voor een zaak zoo ond als de dagen Pliaraoh en de kinderen Israels tegen een vjjand, tien malen zoo machtig als dio op welken Washington do onafhankelijk beid be vocht. Hjj ziet den oorlog als een Heiligen Stryd en de beweegredenen der Boeren acht hjj zoo grootsch als er ooit een kruisridder bowoog in Palestina te sneuvelen. Maar ondanks zjjn zaak verliest de Boer; het einde zal komen en bjj zal vallen. Maar als dat gebeurt, valt hij niet alleen. Met hem valt een groot beginseldat waarvoor onze vaderen vochtenhot recht op zelfbe stuur, het beginsel van onafhankelijkheid.' VRIJBURG, 27 Oct. De Boeren wor den stoutmoediger in dit district. Zjj schijnen dichter op de stad aan te rukken. Door de afwezigheid van politie zijn de Boeren, die niet aan de verkeerslijn wonen onbeschermd. Er zijn vier sterk verschan ste Boerenlagers ontdekt te Marikanirand, 32 K.M. ten O. van den spoorweg. Do spoorweg wordt niet beschadigd. De uit voer van levensmiddelen uit de stad is verboden. De burgerij mag 's avonds na negenen niet meer op straat komen. Het vee is in slechten toestand tengevolge van het ongewoon droge weer. BLOEMFONTEIN, 26 Oct, Alleman- neljjke Boeren, boven de veertien jaar, die huiten een kring van 16 K.M. om Bloem- foutein wonen, worden in de stad gebracht om hen te beletten zich bjj de comman do's te voegen. De uit Transvaal gezette Duitschera hebben thans van de Duitsche regeering bericht gekregen dat zij hun aanspraken op schadeloosstelling moeten opgeven aan den Duitschen gezant te Londen. De En gelsche regeering is bereid hun rechtstreek- sche verliezen van have en goed te ver goeden, maar wil niet treden iu verder strekkende eischen. Het oorlogsuieuws wordt schaarscher, maar daarom wordt het niet van minder beteekenis. Behalve de insluiting van Vrij burg, vinden we vermeld dut de Boeren ten Zuiden van Eldenburg in den Vrijstaat den spoorweg over tien mjjlen afstand heb ben vernield verder dat generaal Macdo- nald van Bloemfontein naar Philippolis is vertrokken, toch zeker niet om te zien of de troepen, die de Boeren uit dit stadje verdreven hebben, daar rustig zitten. Mis schien moet hjj wel aan het brandstichten, geljjk een andere Engelsche bevelhebber heeft gedaan, naar aanleiding van de aan vallen der Boeren op den Natalschen spoorweg, zoodat tusschen Dundee en Vrij heid nu geen boerenwoning meer staat lof geljjk geschied is met Bothaville, waar ook geen Boerencommando is geweest en nu nog slechts de kerk in stand is. Wat baat na zulk een optreden nog het besluit om alle mannelijke Boeren boven veertien jaar, die buiten een kring van 10 mijlen van Bloemfontein wonen dus FEUILLETON. EGON's VROUW. -•DoO- 29) TWAALFDE HOOFDSTUK. Op het slolterras, boven 't welk de honderd jarige eiken een looverdak spanden, zat op den heerljjksten zomerdag een klein, maar uitgelezen gezelschap in de koele schaduw op loasen, opgewekten toon over alle mogeljjke onderwerpen te praten. Gravin Stephanie in baar donker zjjdeu kleed en met haar geelachtig kanten mutsje °P> zag er inderdaad voornaam nit. Wit spiegelglad damast bedekte de jjzeren tuintafel, waarom de heeren en dames zateD, echt Chineesch koffieservies prjjkte op het blad en eenigszins zijwaarts aan een kleiner tafeltje maakte Margaretha in haar «statie- mnts* de koffie gereed, wier fijn aroma door bet schaduwrjjke, prachtige park trok. De eeredame van prinses Adèle zat naast de gravin, den rug gekeerd naar de met klimop begroeide balustrade, die het meer omgrensde, en onderhield zich halfluid met deze. Zjj was ongetwjjfcld een hoogst achtens waardige dame, mevrouw von Eichradt, een verre bloedverwante van de joDge vorstelijke weduwe, die dezen post van vertrouwen bjj haar óp zich bud genomen. «Zooals ik dus zeide, waarde gravin, wan neer graaf Leo nu wilde komen, niets dat beter en jnister van pa» zon wezen dan dat. Adèlo is rjjk> onafhankelijk, de onbeperkte gebiedster over haar persoon zoowel als over hare kapitalen, en wat een aardig vermogen Eberstein zaliger haar nagelaten heeft •Ik heb daarvan geboord.* Gravin Hall- wey wierp een ODgeduldigen blik naar Mar- garetha heen, die ongewoon lang met de koffie treuzelde. «De partij zou thans nog beter zjjn dan vroeger en hot doet mo genoegen, dat ge me van de vriendeljjke gezindheid der prinses verzekerd hebt, zoodoende komen wij elkander te gemoet. Mjjn Leo komt binnen kort hier, wjj kunnen alsdan de zaak arran- geeren. Mijn eenige zorg zou dan nog maar zijn mjjn Egon, mjjn arme zoon.' De „arme zoon* zat inmiddels vrjj onrustig op zjjn stoel, die hjj met zjjn lichaamsgewicht heen en weer liet ballanceoren on zjjn hand speelde achteloos mot het zilveren koffiolopeltjo op de tafel en verstrooid luisterde hjj naar baron Schlichting, die den onden jagermeester von Stettin de dolste jachtanecdotes verhaalde, welke deze met het geloovigsto gezicht ter wereld voor goede munt opnam. Op de houten treden van de watertrap, die naar het meer voordo, 't welk slechts eenige voeten lager spiegelde, stond prinses Adèle naast Egonie von Bietinghoff in cha- moinzjjde gebuid, die haar slanke gestalte als een rooskleurige wolk omgaf, Zjj speelde met de kleine voeljes tegen den kant van de gondel, die beneden aan do trap door middel van een ketting vast lag. Hot goudkleurige haar hing lang en zwaar over bare schouders en was met diamanten getooid. Het zou moeielijk, te zeggen zjjn geweest, wie de schoonste van beiden was. Eugenie's etherische gestalte in wit zilvergaas en het prachtig blonde haar of hare vorstoljjke buur vrouw 1 Adèle was zichzclve bewust van de onovertrelïeljjkhcid van haar kostbaar toilet en droeg het met voorname nonchalance. Eugenie huichelde echter slochts onverschillig heid, steeds weder gleed haar oog monsterend langs do Parjjsche robo af en vergeleek zjj haar eigen goedkoop japonnetje met de kost bare zjjden stof en do modetoon der anderen. Een zonderlinge ontstemdheid maakte zich van haar meester. Arm, altjjd ara te zjjn. Het brood dor genade te eten ec op den ver loren bruidegom te wachten, het was een ontzettend lot. Bjj de gravin miste zij alle genoegens des levens. Sparen en kruimelen, ten «einde Egon los te koopen uit de slaven keten, dit was liet dagelijksch parool op Hall- wey. Do spaarzaamheid was ten laatste in gierigheid ontaard en Eugenie schikte zich nog slechts met moeite onder het strenge bestuur dor oude gravin. Een grimmig onge duld maakte zich nu en dan van haar bart meestor en alleen wanneer zjj Egon weerzag, kwam haar hart tot kalmte en werd zjj de hooggaande golven der verbittering meester. «Hoe allerbekoorlijkst ligt mjjn kasteeltje daar ginds toch, niet waar? Grondbezit is toch een beerljjk iets, ik gevoel mjj thans eerst recht meestoros.* «Zeer zeker, wanneer men tot dusver in bekrompen omstandigheden geleefd heeft, dan zwelgt men later met dubbbel genot in de levensvreugde.» Eugenie wierp het schoone hoofd een weinig impertinent in den hals. De steek werk gevoeld. Zij was immers een langjarige kennis van Adèle Rendewitz ge weest, die thans, nadat zjj tot hoogen rang gekomen was, niet genoeg met baar rjjkdom pronken kon. Ach, Eugenie lachte bitter. Hoe dom was zjj zelve geweest. Prins Eber stein had eors' haar het hof gemaakt, het zou haar slechts éón woord gekost hebben en zij Uad in Adèlo's plaats gestaan. Indien zjj bud kannen vermoeden, dat den prins een vroeg- tjjdigo dood beschoren was, dan zou hot zeer zeker thans vrjj wat beter met haar gesteld zjjn. De schulden waren alsdan aan den woekeraar betaald, zjjn spruit ware naar hnis gestuurd geworden. Zooals de zaken nu ston den moest de kerk bet huwelijk wel ont binden. Adèle was slimmer geweest, zij had hare liefde voor Leo over boord geworpen, den bejaarden prins getronwd, en thans kon zij welgemoed den eersten geliefde af wachten, een hnweljjk stond niets in den weg. «Zouden de dames zoo goed willen zijn, om aan de koffietafel te verschijnen sprak baron Schlichting met een diepe buiging. «Die onde ginds roert al een heele poos in den drank wat wij toch wel drinken znllen cicboreiwater brrr! Frculo von Bie tinghoff, de schoone dageu van AraRguez zjjn voorbij, is 't niet?* «Ze zijn voorbjj,' bevestigde deze, het hoofd buigend. «Maar ze keeren terug,* wierp Adèlo or met voorname meerderheid tusschen. «Ondanks de bekende spaarzaamheid der gravin wordt er toch op Hallwey voortreffe lijk gegeten en gedronken, spot er dus niet mede, baron Schlichting, het ongeluk legt overal een zekere remketting auo, ik hoop maar «Geen plannen maken, freule, ik hoor daar juist weer den spotvogel schreeuwen in 't prinseljjke bosch. Afschuwelijk gevogelte, kon men dat toch maar eens uitroeien. Doch, komaan, dames, de koffie wordt anders koud. In vertrouwen gevraagd, barones Bietinghoff, waar zit de jonge gravin, toch soms niot bij rajjoheer haar papa in P. Eugenie haalde de schouders op. «AIzoo dadelijk gescheiden na het huwelijk. Ik kan mij zoo den toorn van den graaf voorstellen. De geschiedenis wordt overigens vrjj interessant. Leo komt naar huis, bjj brengt het geld mede, benoodigd om do schuld af te betalen, het is hem in Californiö naar den vleezo gegaan. En nu volgt natuurljjk de echtscheiding, maar of dat wel zonder spectakel gebeuren zal Adèle lachte boosaardig. Hoe voornaam was zjj toch geworden, en wat had het lot 't goed beschikt, zjj was thans vrjj. Margaretha had ccn gezicht zoo rood als een kalkoenschc haan. Tweemaal reeds had de gravin geroepen en er was niemand om te bedienen. Dietrich had zich de hand go- brand, toen hjj het kokendo water buiten bracht en wua ook, als 'I ware om do maat vol to maken, gevallen cn had daarbjj een met bloed beloopon oog opgedaan. Zjj had dat alles aan do gravin toegefluisterd, achter hare voor den mond gehouden hand. 'Deze had onverschillig het hoofd geschud en eenvoudig bevolen: «Dan moet juffrouw Werner de koffie maar ronddienen.* Margaretha had dit bevel overgebracht, doch de toorn knaagde aan haar onderlip, die zij heftig beet. En nu kwam juist Lindis om de tuxuslicg vu hot slot, zjj gehoorzaamde uan het bevel. Uit het eenvoudige zwarte kleed zou men niot anders hebben kunnen opmaken, dan dat zjj een kamermeisje was, zjj droeg ook geen enkel sieraad, op het sombere gezichtje stond het verdriet te lezen, on een smartelijke trek er om hure mondhoeken. Bereidwillig uum zjj hot presenteerblad uit Margaretha's hand cn luisterde niet neergeslagen oogen naar de zacht gefluisterde aanwjjzingen der oude vrouw. «Juffrouw Werner, brengt ge na cindeljjk de koffie," beval de gravin met scherpe «tem. Margaretha nam het filter uil de kan en schonk water op de koffie, hare hand beefde van opwinding. Zjj wierp ccn schuwen blik naar den graaf heen, dio rustig op zjjn stoel zat. Slechts in zjjn oogen flikkerde hot donker gloeiend op, geljjk zjj het zoo vaak bjj den overleden graaf Nicolaus had gezien, die als een opvliegend man bekend stond hjj bezat op dit oogenblik een schrikwekkende gelijke nis met hem. Margaretha liet bijna den porse leinen trechter nit de hand vallen, zoo hevig ontstelde zjj. Juffrouw Werner, wees toch niet zoo on beholpen, houd het blad wat steviger vast, het zal u anders nog uit do banden vallen,' berispte «Ie gravin, terwjjl zjj er haar kopje afnam. Met een enkelen ruk wierp graaf Egon den stoel achter zich, zóó heftig en onstuimig, dat deze een eind ver vloog en op den grond viel. Mot een paar schreden stond hy naast de jonge vrouw. «Wie heeft er verlangd, dat go bedienen zoudt?* vroeg hjj. Do kopjes kletterden tegen elkander, hun inhoud viel over het zilveren presenteerblad en bevochtigde het verblindend witte tafel laken. Een verschrikkoljjk mensch ze zou iemand buiten zich zelve doen geraken,' riep de gravin. «De jjzeren plaat geeft roestvlekken on het is het niouwstc tafelgoed. Maak dat go weg komt, dat heeft men er nu van, wanneer men znlke onervaren personen laat bedienen, al is het dan ook maar voor tjjde- ljjk.' De gravin-mooder hield het zware koffieblad in hoogst deszelfs eigen banden, zjj was zeer slim en hoopte een onvermjjdeljjko scene door haar behendig tosschenbeiden ko men voorkomen te hebben. Zjj riep nu Mar garetha, wie zij het blad overgaf. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1