KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder9 Texel en Wieringen. No. 2893 Woensdag 7 November 1900, 26ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 59. Uit het Buitenland. ,Do naderende financiëele crisis" is het opschrift boven een artikel in een der En- gelsche tijdschriften, dat de beginselen der staatkundige liberale party daar te lande voorstaat. De schrijver daarvan geeft een heel aardig kjjkje op den tegenwoordigen toestand, die door den steeds voortdnrenden strjjd in Zuid-Afrika is ontstaan, en hjj komt daarbjj tot het besluit dat de Engelsche regeering, door den gang van zaken te bestendigen zon der de daarvoor noodige toestemming van het Parlemont inturoepen, en verlof te vragen tot het uitschryven eener nieuwe leening, de geldmarkt op den duur in de war brengt. Aanvankelijk bestond bij de regeering, onbe kend als zjj bleek te zjjn met de vermoode- ljjke gevolgen van een oorlog mot do Boeren, de gedachte, dat de stryd slechts heel kort duren en maar enkele millioenen ponden st. kosten zou. Er was dus werd verzekerd maar 11 millioen p. s. noodig, om even de beide republieken te vernietigenin het slui ten van een leening tot dat bedrag werd dan ook gaaf toegestemd, 't Bleek echter al heol spoedig, dat de raming der regeering heel niet uitkwam, want men bemerkte, dat er groote onbekendheid had bestaan omtrent het land, waar het Engelsche leger moest vechten. Goede kaarten van het oorlogstorrein werden zelfs gomist. Het ministerie meende, dat 70.000 man ruim voldoende zou zjjn, om die weinig beteekenende republieken intepalmon, en ook dit viel heel erg tegen, want de Boe ren waren, geholpen door hun terreinkennis, weldra meesters van het slagveld. Het leger moest voortdurend aanmerkelyk worden uit gebreid, en de oorlogskosten liepen dus steeds meer op. Een nieuwe, veel grootere leening bleek dringend noodig, en, met het oog op de verkiezingen in October, werd daarna met het beschikbare voortgesukkeld, doch het verwachte en voorgespiegelde einde van den oorlog is nog niet daar, nog niet eens in 't vooruitzicht. De terugkeer van Lord Roberts naar het moederland, telkens aangekondigd als zeer aanstaande, wordt steeds uitgesteld nieuwe aanvullings-troepen uit Engeland zyn alweer onderweg; en aan de Kaap wachten talryke transportschepen in de havens aan zee op de inscheping van manschappen, dio naar Engeland zouden terugkeeren, maar nog niet al te best gemist kunnen worden. Eeu maal echter dus merkt de schryver van het artikel op komt de dag der onthulling, en dan zal het voor de Engelsche natie geon aangename verrassing zijn. De toekomst van de belasting-schuldigen in het Vereenigd Koninkrijk is verre van helder, want de regeering en de Bank van Engeland gaan eene zeer ernstige financiëele moeilijkheid tegemoet- Eerst in of tegen Februari a.s. zal waarschynlyk het Parlement worden bijeen geroepen, en dan zal het zonneklaar blyken, welke verschrikkelijke gevolgen, ook en vooral in het financiëele, do oorlog in Zuid-Afrika voor Engeland heeft opgeleverd. Reeds nu gaan ernstige klachten op uit de Koloniën in Australië en uil Canada, over de achterstallige soldyen der troepen, die vandaar werden uit gezonden. De Engelsche soldaten, die den oorlog moeten volhouden, lyden honger; dit blykt uit particuliere brieven, die door familie-be- trekkingen en vrieuden worden ontvangen. De klacht wordt vernomen „Wjj hebben in weken geen brood geproefd De opbrengst der goud- en diamantmijnen in Transvaal moet mettertyd in de oorlogskosten voorzien, mcenen sommigen, 't Valt echter zeer te betwyfelen, of do zaak op die wijze in het reine zal wor den gebracht, want buiten de Engelsche schat- ki*. bestaan er nog in Engeland en in hel buitenland aandeelhouders in den eigendom der mjjnen, wier aanspraken in de alleerste plaats geldig en van kracht zyn. Deze aandeelhouders maken thans reeds rekeniug op de te wachten opbrengst, dio hun schadeloos moet stollen ook voor het gevoelig verlies, gedurende den lang- durigen oorlog geleden. De belasting-betalende burgery in Engeland zal dus weldra onder vinden, dat er oorlog is gevoerd, en dat diu oorlog nogal kostbaar is geweest, en dat zjj was enkel een gevolg van de groote financiers, die belust wareu op de schatten, in den Trans- vaalschen grond verborgen. Meevallen zal 't zeker in Engeland niet 1 Het Engelsche ministerie heeft dezer dagen, nu de Parlemcnt-verkiezingen achter den rug zyn, een belangrijke wijziging ondergaan. Nög moeten er enkele portefeuilles begeven worden. De positie dor regeering dus wordt ver zekerd is door de joDgsle wijzigingen niet verbeterd of versterkt. Engelsche bladen durven verzekeren, dat het resultaat der Par- lements-verkiezingen heel anders zou zyn ge weest, wanneer men vóór eeuige weken de thans plaats gehad hebbende veranderingen in de samenstelling van het kabinet had kunnen voorzien. Zelfs de eigene pariygenooten der regeering betuigen hunne geringo ingenomen heid, en vooral wordt, met het oog op de ge bleken ongeschiktheid van de hoofden der mi litaire departementen, geklaagd over de nieuw opgetreden bewindslieden, die mannen van weinig of geene reputatie genoemd Worden. FEUILLETON. EGON's VROUW. -«€>00- 80) Nauwelyks eenige seconden stond Lindis verbluft en verschrikt over dezen groveo toon, dóch toen wierp zy het zwarte kopje in den Dek en den graaf vol aanziende, zeide zy »Uwe moeder heeft het door Margarotha laten bevelen.* Verbaasde Egon Hallwey zich over de karakteristieke uitdrukking in de jonge trek ken, of schuwde hy een scene Hy zwoeg. Lindis echter verdween terstond achter de taxisheg. .Welk een inval,* fluisterde Eugenie, zich Daar Adèle toebuigende. »0m dat domme schepsel te laten bodienen, zy is tot zulke werkzaamheden, die een zekere routine ver- eischen, ten eeneumale ongeschikt.. .Welk een betrekking bekleedt dat meisje in het slot vroeg Adèle met een voornaam ophalen van den neus. Eugenie trok ontwijkend de schouders op. .Margaretha beeft haar tot hulp, geloof ik, maar ik weet het ook niet.' Met eon snellen zydelingschen blik naar den graaf heen, merkte zjj met een Bpottenden glimlach op: .Maar wat doet dat voorval u ontstellen Egon's gelaat was thans met recht somber te noemen. Een lichte blos lag er op zyn voorhoofd. Hy wierp zich met zulk een zwaarte op de inmiddels weder overeind ge- zetten stoel, dat deze kraakte. .Dat kleine zwart-bruine deerntje herinnert mjj levendig aan iemand, ja, aan wie of waar HIËUW§TIJÖIi\GEü. HELDER, 6 November 1900. Door den heer A. Jongkees, inspec teur van den Marine-Stoomvaartdienst, is het beschermheerschap aanvaard van de binnenlandsche stokersvereeniging Ordeljj k Vooruit", waarvan de hoofdzetel is gevestigd te Hellevoetsluis, en te Willemsoord eene afdeeling is gevestigd. Do gecombineerde plaataeljjke vereeni- gingen, dio zich indertyd op initiatief van den Burgerkring .Harmonie' vereenigd hadden tot het geven van een liefdadigheids-voor stelling ten voordeele der nagelaten betrek kingen van de slachtoffers dor ramp van 18 Juli 1.1., gaven Vrijdag- en Zondagavond jl. gevolg aan dit voornemen. De belangstelling was niet zoo groot, als men verwacht had. De zaal van .Tivoli' was beide avonden maar matig bezet, hetgeen te verklaren is uit het feit, dat voor hetzelfde doel reeds zoo vele malen bjj de ingezetenen is aangeklopt. En toch had het afwisselende programma eon grooter bezoek verdiend. De mnziekvereeni- giug rWinuubst', gaf onderscheidene fraaie orchestnummers ten beste, eenige heeren gymnasten van .0. k. K.' voerden eenige toeren uit aan de ringen en het rek, de hoer J. R. Meijer hield eenige komische voor drachten, de heer J. Bohne, solist der K. N. Marine, gaf een fraaie solo op de klarinet, de jongeheer B. speelde een romance op de piano en tot slot werd het schoonè too- neelspel „De Kleinzoon' zeer verdienstelijk opgevoerd. Alles te zamon genomen, kan men bogrypen, dat het variëerend en uitgebreid programma zeer in den smaak der bezoekers viel en zy eerst laat naar huis gingen. „Helder's Gemengd koor« gaf Zaterdag avond 11., onder directie van den heer P. Pieters, in .Tivoli* voor een volle zaal een uitvoering. Het koor gaf een zestal zangnum mers ten beste, die met aandacht aangehoord werden en getuigden van ernstige oefening en flinke studie, vooral het 1ste chor der 42ste Psalm van Mendelssohn word mot gevoel en goed geaccentueerd weergegeven. De mede werking van de heeren L. A. Schouten en F. Werner gaf aan deze uitvoering een aan gename afwisseling. De heer Werner speelde op de violoncel eenige solo's, waarbjj hy ge accompagneerd werd door den heer Sehouton. By Sarabande", van v. d. Vliet, en .Schlu- mer Arie', van Auber, trof ons het zangerige en wegslepende van zyn spel en by Jicxen- tanz» vun Goltermann bewonderden wjj de technische vaardigheid van den artist. Ver der voerde men het vroolyke zangspel .Rika's Droom' op, dat de leden en invité's in eon vroolyke stemming bracht en stormachtig toe gejuicht werd. Een geanimeerd bal besloot dezen feestavond. Vrjjdag jl. zijn te Vlissingen weder 300 bannelingen uit Znid-Atrika met het stoomschip Guelph" aangebracht, meestal ambtenaren der N. Z. A. Sp. met vrouwen en kinderen. Onder hen bevond zich de heer K. de Liefde, onderwijzer, vroeger alhier woonachtig. De milicien Hoogland die voor den Krygsraad te Haarlem moest terecht staan wegens dienstweigering op den Zevenden dag, is thans opnieuw veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. Door bemiddeling van den heer Staalman heeft Hoogland, terstond na de uitspraak van den Krijgsraad, een verzoek om gratie aan de Koningin ter hand kunnen stellen aan den heer Auditeur Militair, wieu daar door de gelegenheid werd benomen de straf ten uitvoer te leggen. Hoogland blijft thans zoolang zijn gratie-verzoek in overweging is, op vrije voeten. Door de militaire autoriteit te Haarlem f onder wier bevelen hij thans staat, wordt deze Adventist met de meest mogelijke welwillendheid bejegend. De „Gelderland", die thans in de Fransche haven van Dji bouti verwacht wordt, zal daarna zijn reis vervolgen naar Port-Said, om van die haven, na aldaar de kolenvoorraad te heb ben aangevuld, rechtstreeks, zonder andere plaatsen aan te doen, naar Marseille te vertrekken, welke reis men hoopt, dat in zes dagen volbracht kan worden. Omtrent een aankomst van de sGelder- land" te Wabuschi (haven van Durnfort) ter Oostkust van Engelsch-Afrika zyn in Den Haag geen berichten ontvangen. Begrooting voor Waterstaat. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer, nopens het onderzoek der Waterstaats- begrooting in de afdeelingen, ontleenen wij de volgende bijzonderheden. Teleurstelling werd door enkele leden uitgesproken over het feit, dat nog niet hetx minste uitzicht is ge geven op de indioning van eene wetsvoordrachl tot reorganisatie der Kamera van Koophandel en Fabrieken. Verscheidene loden hadden ernstige bezwaren tenen de wijze, waarop de Rijksvischhal te IJmuiden wordt geëxploiteerd. Men meende, dat deze hal moet dienen tot veBtigiug van een vischbours met vrye con currentie, ingericht op zoodanige wijze, dat de misbruiken, die vroeger te IJmuiden veel vuldig voorkwamen, onmogelijk werden ge maakt. Andore leden meeuden, dat de leden der Kamer minder goed konden beoordeelen, hoe de exploitatie dor hal in byzonderheden behoort te geschieden. Omtrent haven en hal werden verschillende inlichtingen gevraagd. Eenige leden hadden uit een financieel oog punt bezwaren tegen de op eeno totale uit gave van 8 ton geraamde begrooting der haven. Door vele leden werd geklaagd over het te laat aankomen en vertrekken der spoor treinen. Sommigen schreven dit toe aan te spaarzaam gebruik van genoegzaam materiëol voor het personenvervoer. Volgens sommigen waren de tarieveD voor het personen- en goe deren-vervoer over het algemeen te hoog. Geprotesteerd werd door sommigen legenden, weeldorigen bouw en minder practische inrich ting van verschillende spoorweg-stations. Eukele leden drongen aan op verdere beper king van den Zondagsdienst by de posterijen en de telegrafie. Anderen meenden, dat men met de maatregelen thans ver genoeg was gegaan. 's Ministers aandacht werd ge vestigd op 't grooto belang eener van Enge land onafhankelijke telegrafische verbinding van Indië met Nederland, en men vroeg, of de regeering geneigd is, omtrent dit punt onderhandelingen mot andere mogendheden te open' i. De Schilderijen-diefstal. De ^erechtelyke expertise inzake den sckilderyen-diefatal te 's Gravenhage is aangevangen. Het laat zich aanzien, dat de hooge som, waarop de waarde der gestolen collectie aanvankelijk werd geschat, tot een zeer aanzienlijk bedrag lager zal moeten worden teruggesteld, omdat naar althans moet gebleken zijn veel schildergen, die op het eerste gezicht voor echt werden aau- gezien, goed geslaagde copieën zijn naar werken van oude meesters, terwijl sommige echte werken door beschadiging sterk ver minderd zgn. Het vinden van een echten Rembrandt ter waarde van f20.000, nl. de >Christus in Getksemané", kan veilig tot de legenden worden teruggebracht. Het is een stuk, dat met Rembrandt niets te maken heeft. Heerko Prins, de milicien, die ver dacht wordt van den moordaanslag op zgn vrouw, ia Vrijdagmorgen door de maré- chassée naar Assen gebracht, waar hij in garnizoen lag. Sedert de vorige Maandag was hij in 't huis van bewaring in de Zoutstraat. De toestand van de vrouw moet vrg bevredigend zgn. Naar wij vernemen heeft de Amster- damsche rechtbank de heer A. Remmerde, gewezen kastelein van de Rotonde te Bla- ricum, van rechtsvervolging ontslagen, op grond, dat hij uit noodweer heeft gehan deld. (HU.) Te Groningen zijn by den uurwerk maker U. P. 0. in de Visscherstraat ge stolen 32 gouden en zilveren horloges, een juweelen stel, een gouden broche, een armband, twee bankbiljetten van f 60 en f25 en ongeveer f40 gulden in zilvergeld. I)e familie 0. was ter bruiloft en ont dekte toen zij des nachts te 3 uur thuis kwam den diefstal. De commensaal, de 25-jarige photograaf Fr. A., uit Biberach (Duitscbland), was tevens verdwenen met den trein naar Nieuwe Schans. Later is gebleken, dat hg aldaar heeft overnacht en vervolgens naar Duitschland is gegaan. Raadselachtige verdwijning I Op 28 December 1898 kwam de ruim 60-jarige Israëlietisclie koopman in baas, L. P. Van der Giesen, uit Giesen-Nieuw- kerk, over Dordrecht naar Zwijndrecht, waar hij een bezoek bracht aan Tobias den Hartog, wien hg vertelde dat hij naar Oostendam moest naar Jan Van Wijk om geld te ontvangen en vervolgens naar Simon Den Hartog, eveneens te Oostendam, voor wien hij een boodschap had. 's Middags omstreeks halfeen kwam de heer Van der Giesen te Oostendam aan, waar hij aan de echtgenoote van den hoofdonderwijzer uit Molenaarsgraaf, mej. Punt, vroeg waar Jan Van Wgk woonde. Mej. Punt wees hem diens woning en zag er hem binnengaan. Niemand heeft hem die woning zien ver laten, terwijl hg verder ook niet meer op het dorp gezien is. De heer Van der Giesen was weg en bleef weg. De politie mengde zich weldra in de zaak. Van Wijk verklaarde, dat de heer Van der Giesen bij hem was geweest, dat hij aan hem f 20 had betaald, het restant eener schuld van ruim f 100, waarvan hg de quitantie toonde en ook dat hij Van Wgk op den dag der verdwijning te bed had gelegen. Aan de familie Hartog heeft de heer Van der Giesen geen bezoek gebracht, ofschoon hij stellig voornemens was dit te doen. Op de een of andere wijze moet hij daarin dus verhinderd zijn geweest. In Oostendam hield men het er voor, dat hier een misdaad in het spel was. Op merkelijk in elk geval was, dat Van Wijk, die aan de politie verklaarde te bed te heb ben gelegen, denzelfden avond overgezet heeft, iets dat hg 's avonds gewoonlijk aan zgn knecht overliet Halverwege de Oostendamsche haven is Van Wgk met zijn bootje gezien door de wed. Veen, die gelyktgdig een meisje over zette op Oostendam. In de boot van Van Wgk zag zij iemand zitten met een zwarten doek over het hoofd, maar zij kon niet onderscheiden of het een man of een vrouw was. Wie het was Men weet het niet. Van Wgk zou gezegd hebben, dat het zijn vrouw was, maar de knecht Gerrit Van de Ruit verklaarde aan een mede werker van de pers, dat hij Van Wijk's vrouw thuis aantrof, toen Van Wijk met de boot weg was. De justitie bemoeide zich te vergeefs met deze geheim/innige zaak klaarheid bleef ontbreken. Ook het afvisschen der Oosten damsche haven leverde geen resultaat op. Deze geheimzinnige zaak dreigde reeds in het vergeetboek te geraken, toen men deze week vernam, dat onder IJselraonde uit de Maas het Ijjk was opgehaald vau een onbekend persoon. Te herbennen was het lijk ongelukkig niet, daartoe verkeerde het in te ver gevorderden staat van ont binding. Het hoofd en de armeu ontbraken en de ribben lagen bloot, alleen een paar laarzen bielden voeten en beenen omsloten. Deze laarzen worden nu ter herkenning bewaard Men acht het niet onmogelijk, dat dit lijk van den raadselachtig verdwenen 60- jarigen Vau der Giesen is. Misschieu brengen de laarzen thans eenig licht in de duisternis Noodlottige aardstoringen. Een vreesolijk ongeluk is dezer dagen Ïebeurd in een fosfaatgroeve bij Gafsa in 'unis. Tengevolge van een grondverschuiving stortten de mijngangen over een groote uitgestrektheid in, terwijl een groot aantal arbeiders aan het werk was. Zoo spoedig mogelgk werd begonnen met het uitgraven van den ingestorten grond. Woensdag had men 1 doode en 34 gewonden gevonden, maar in de mjjn bevonden zich toeu nog 23 Arabische en 8 Italiaansche arbeiders. Een Arabische mijnwerker, die men in een gang had hoo- ren spreken, vond men later dood, terwjjl bjj een ander ljjk met zgn armen omstren geld hield. Beiden lagen onder groote steenblokken. Er worden dus nog 29 per sonen vermist. Men twijfelt er aan, of men hen zal kunnen redden, want meo meent, dat zjj verpletterd zgn. De aard stortingen duren voort. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-lndi§: icepoil via AmiUrikm p. teepoat via Rotterdam p. Bolt. mail via Genua p. Iloll. mail via Maraelll (naar Palcmbang, Riouw, Banln, Billiton en Z. Afd. van Borneo) Naar Aljeh en dc Oostkust van Snmatrnj .Datum der ter Xijdit. dor 1 post-bczorg. a/h Postk- j 9 cn 28 Nov. 7.— ar. 16 ea 30 7— av. 6 en 20 7.— 's av. 13 en 27 8.80 ',num. 16 OD 80 7.— ar. 9 en 28 9.'amor. eiken Vrijdag 9.'amor. 12 en 26 Nov. 11.60 'amor. Naar Guyana (Suriname) p. zeepost via Ams erdam 1-4 en 30 Nov.l 7.a*. p. muil over Engeland 12 en 26 7.— nv. p. mail via St. Naxaire 7 7.s av. Naar Curagao, Bonaire en Aruba p. zeepost via Amsterdam U en 30 Nov.j 7.av. p. mail via Soathnmptou eiken Dinadagl 8 80|snam. p. muil via Queoiistown elkan Vrgdagl 8.30'«nam. p. mail via Genna1 Dcc. 7.'s av. (alleen op vei langen der afzenders}. Naar St Martin, St. Eustatlus en Saba p. mail over Engeland 1 26 Nor. 7.*s av. Nuar do Zuid-Afrikaansche Republiek: via Engeland eiken Vrjjdag, 8.80 's namiddags. Corrcepondentio voor Hr. Ms. N a u t i 1 u s te zendon naar Santa Cruz de Toneriffe. Najaarsliedje. Al trekken de vogels ver been uit hot Noord, Al hunkeren zjj aoar een zonniger oord, Al zwegen zjj lang reeds voor van ons te [onlvlién. Eens zullen zy schooner hun zangen weer bión. Al welken do bloemen in veld en in gaard, Al liggen do planton ook dorrend ter aard, Al Btuivcn do blad'rcn door woud en door hof, Zy mengen zich slechts met de vruchtbare stof. Al built ook de herfstwiad zyn schrik- [wekkend lied, Al voert onbegrensd ook do storm hier gebied, Eens zweven do zefirs langs bloemrijken grond, En fladdren de vlinders er lustig in 't rond. Raast vry dan, o, stormen blaast vry maar [verwoed. Gjj jaagt toch de hope niet nit ons gemoed. De hope, die (luistert, bjj al wat moot vlièn «Zoo God wil, zult gjj 't in de lente weer zien.' W. M. T«. De Oorlog in Zuid-Afrika. Reuter's correspondent geeft nog eenige berichten over Hunter's tocht van Botha- ville naar Kroonstad. De 3de cavaleriebrigade vertrok den 25sten October uit Bothaville, om de Boe ren, die uit de buurt 5000 stuks vee en paarden weggevoerd hadden, te achtervol gen. Patrouilles doorkruisten het district. l)e Boeren wilden naar Transvaal over steken, maar konden dat niet. De Wet ranselt met de zweep op zjjn burgers. (Volgens een andoren berichtgever is De Wet bjj Frederikstad, de Engelschen zjjn blijkbaar zgn spoor weer geheel kwijt.) Den 23Bten vertrok Hunter uit Bothaville. 's Morgens vroeg had men de huizen vau het dorp in brand gestoken. Ontploffingen weerklonken als 'de vlammen het dak be reikten waaruit blijkt, zegt de corres pondent, dat daar amunitie verborgen was. Het dorp, dat de Boeren als een stapel plaats gebruikt hadden, was weldra eon rookende puinhoop. Alleen eon der open bare gebouwen en die van het Roode Kruis bleven onaangetast. Den 26sten kwam Hupter te Kroonstad aan. Hjj voerde de van hun dak beroofde bewoners van Bothaville mee. Onderweg waren de hoeven vernield. KAAPSTAD, 2 November. Roberts zal ongeveer den 20stcn naar Engeland ver trokken. Men verneemt, dat de Boeren den 26sten October KofEjfontein hebben bezet. De Engelschgezinde vrouwen on kinderen vluchtten in de mgn, terwjjl de mannen bovenop stand hielden. HAMBURG, 1 Nov Volgens de >IIamb. Börsenhalle" heeft de reeds gemelde ge- rechteljjke inbeslagneming van baren goud aan boord vau de Bundearath" plaats ge- bad op verzoek vau een internationaal consortium van aandeelhouders in de Trans- vaalsche goudmijnen, omdat deTransvaal- sche regeering gedurende den oorlog de opbrengst der mijnen ten eigen bate heeft gebrujbt en den bezittere der mjjnen daar voor bons heeft gegeven, waarvan het, nu de oorlog zulk een keer heeft genomen, zeer de vraag is of zjj uitbetaald zullen worden. De in beslag genomen zending wordt op 3 millioen mark geschat. Uit een staat door het Britsche departe ment van oorlog van de Britsche verliezen opgemaakt blykt dat het totaal dier verlis- zon thans 46,026 bedraagt. In de maand October werd deze Ijjst met niet minder dau 3601 man (126 officieren en 3475) man vermeerderd. Van deze laatsten wa ren in den strijd gesneuveld 15 officieren en 152 man. aan wonden overleden 3 officieren en 68 man, vermist en krijgsge vangen gemaakt 6 officieren en 85 man, als invaliden naar Engeland gezonden 9t» officieren 2777 man, door ongelukken omgekomen l officier en 85 man. Het zal dadelijk de aandacht onzer lezers trek ken dat op deze lijst geen gekwetsten worden vermeld. Die zullen er toch ook wel geweest zyn als er 167 man in den stryd zijn gesneuveld. In den loop van den geheelen oorlog zjjn voorgoed buiten gevecht gesteld 12,769 uian, waarvan 553 officieren en 10,145 man zijn gesneuveld. Ruim duizend man heb ben den dienst moeten verlaten wegens voortdurende ongeschiktheid. Dat is de rekening van den nog steeds niet geëindigden oorlog die steeds boven elk En gelsch artikel over dit onderwerp in vette lettere gedrukt behoorde te staan. (H.bl) BLOEMFONTEIN, 2 Nov. - Driehon derd Boeren trokken den 26 October Red dereburg binnen. Het garnizoen van 30 man, onder bevel van twee luitenants, moest zich overgeven, doch werd later in vrijheid gesteld. De Boeren comman deerden goederen op in de magazijnen en betaalden in een der magazijnen met een cheque op de Regeering van den Vrjjstaat van 1600 VENTERSBURG, 1 Nov. Venlere- burg is verwoest geworden. Een groot aantal Boeren is gesignaleerd ten Westen van Kroonstad en in de bnurt van Lendley. De Boeren hebben, naar gemeld wordt, overvloedige ammuuitie in het district Ficksburg. Schlichting trok zeer nadenkend aan zijn hoofd, /Overigens merkwaardige trekken, niet mooi maar ook niet leeljjk.' .Ge doet mijn domestickon to veel eer aan, baron Schliehting,' riep de gravin Hallwey hem scherp toe. ,Io mjjn tjjd was het gooo usance, dat een cavalier uit de eerste stenden zjjn oordeel uitsprak over vrouwon van onder geschikten rang.' „Mijn dank, mevrouw de gravin, voor de tcrechtwjjzing, ge zult rac zeker wel veroor loven, dat ik repliceer; in den door u zoo hoog geprezen tjjd was hot ook gewoonte, dat de hooggeboren vrouwen elkander nu en dan oons troefden. De dames en hoeren vergeven mjj deze platte uitdrukking. Adèle en Engenie lachten achter hare waaiers. Baron Schlichting was als oen by- tende spotter bekend. .De geschiedenis levert ons daar voorbeelden genoeg van, eh, eh.« Hjj lachte nn zelf. Eurcca, ik ben er achter' De oudejager- meoster sprong als geëlectriseerd op. .Een frappante gelijkenis met gravin Else, uwe over leden schoonzuster, heeft de kleine, ik ben ik weet niet wat, als het niet zoo is.< .Werkeljjk En zou die niet mooier zyn geweest?' vroeg baron Schlichting op een twyfelcnden toon. Het schelle lachon der gravin deed zich hooren. „Dwaasheid, mjjn waarde Stelten, hoe komt ge toch aan zulk een vorgcljj- king?« Met uw verlof, mevrouw de gravin Kom, kom, zoudt go u gravin Klisabeth, die hier voor Jaren zulk oon woest leven leidde, nog herinneren •Ik zou haar wel knnnen uitteekenen. Jon gens, jongens, dat was me eerst een vrouw. Een vuur en vlam. Daar zat ros in. Verstan dig, geestig en dan die oogen, o, die oogen De oude hofheer koste vol geestdrift de toppen van zijn vingers. „Gravin Else was de schitterendste vrouw, die ik ooit gezien heb.' Wederom kletterde het met goud beschil derde Cbineesche kopje en goot zyn bruinen inhoud over het achoone, damasten tafelkleed, ditmaal was het de gravin, die het had laten vallen. Do extase van den ouden opper jagermeester deed haar van toorn en opwin ding beven, ,'t Is ongehoord,' stiet zij uit. .Ze was krankzinnig en had de meest over spannen denkbeelden mjjn zwager joeg zjj den waanzin in.' „Gravin Else?' de oude Stelten schudde verwonderd het hoofd, reeds opende zij den mond tot eon repliek, toen Schlichting hem met een lichten ribhestoot toefluisterde: „Maar mjjn God, hebt ge dan in Siberië geleefd, ge moest toch weten, dat gravin Elisaboth Hallwey totaal geruïneerd heeft met haar verk wistingszucht. „Dat weet ik zeer goed, maar daarom kan zjj toch wel schoon en gecstrjjk zjjn,* bleef de oude opperjager eigenzinnig volhouden, wjjl ecu rechtvaardig oordeel bjj hem boven alles ging. .Ja, ja, zjj was schoon cn geestrjjk en een echtbreekster.' Gravin Stcphanie sprak ondoordacht. De haat tegen hare vjjandin sleepte haar mede. De trekken van den onden heer namen plotseling de uitdrukking van diepen ernst aan. .Van zulk een beschuldiging heb ik nooit gehoord." .Wellicht is ze ook ongegrond,' reide graaf Egon met gelijken ernst. „Wel zeker, waarom niet.' Gravin Stepha- nio was onverbiddelijk in baren stryd legen gravin Elisabeth. „Daarvoor zjjn immers on- wederlegbare bewjjzen aanwezig.' „En toch geloof ik aan een dwaling, wan neer er ten minste geen boosaardige laster achter schailt. Gravin Else was edel en trouw, bare feilen liggen ergens anders, do goede zjjde van een schoone vrouw wordt door be- njjdcra al zeer spoedig ondermijnd.» Trof de oude hofman de wondeplek in het hart der trotsche gravin Geljjk eon leeuw sprong zij op. .Gjj wilt bewijzen, deze zjjo .Moedor,* waarschuwde Egon afkeurend. Adèle en Eugenio stonden uls volgens af spraak op, en wandeldon het schaduwrjjko park dieper in. De strjjd aan de koffietafel werd onverkwikkoljjk. Tegen allo verwachting in bleef baron Schlichting zitten, de zaak scheen hem bjjx m- der amusant toe. Hjj streek peinzend over zjjn fraaien snorrebuard on koek vorwonderd o»ar de gravin. .Welk een hartstochtelijke vrouw en dut op zulk een hoogen leeftijd. Zjj moest oen onverbiddelijke vjjandin zjjn, dio zich van alle mogelijke middelen bo- diende. Du hemel zal me bewaren, mom pelde hjj voor zich uit, toen hjj zag, hou de magere, door kant omkrulde hand der gravin hoefde. «Duid hot mjj niet ten kwade, genadige vrouw,* hief de opperjagermeester weder aan, .wanneer ik aan dio zoogonaamdo bewijzen oven weinig geloof sla, ik zov alléén wel eens willen weten, wie het eerst de beschuldiging tegen haar slingerde?" .De heele wereld do heele Dat is eon onwaarheid. Gravin Stephonie was de eerste, dio de verdenking op de onge lukkige Else geworpen heeft, zij alleen was het, dio den ofschuweljjken laster in het oor van graal Nicolaus fluisterde, en al dat onheil stichtte,' sprak een jeugdig frissche maar vaste stem. De aanwezigen keken om, sprakeloos, ieder om een bijzondere reden staarden zjj Lindis Kom per aan, dio zoo even aan het zjjwaarls staande tafeltje tot Margaretha teruggekeerd was om haar wat te vragen. Diepe verontwaardiging over den schaam- toloozen laster dreef een donkeren blos naar hare wungen, het ridderljjke gedrag van den ouden cavalier uit gravin Elisabeth's dagon schonk haar buitengewonen moed, zjj vergat hare verwikkelde verhouding tot do graaflijke familie en haastte zich de vordediging op zieh to nomen van den ontslapen oad»*autc. Lindis was zich zelve niet bewust van het gevuar- ljjko van haro handelwijze on had op dit oogeublik alles om zich lleén vergoten. De porsoloineu trechter viel nu werkelijk uit Murgarctha's hand en brak op den grond aan stukkon. „En even onwaar is de bewering, dat zjj de diamanten weggemaakt zou hebban,' ging zy voort. Hebt ge gravin Elisabeth don soms gekend, mjjn kind?' vroeg de opperjagermeester iet wat verwonderd. Ik heb haar wel wat best gekend, zjj was mjjn oud-tante, mjjn opvoedster." Lindis stokte toen z^ de plotselingo kleuren verwisseling van gravin Hallwey boinorkte. »Nu zie je het zelf eens, Egon, wat oen prachtige getuige je bij mjj in huis bobt ge bracht, die hier den boel bespionneert ad- vocatendochters bobben daar den slag van.» .Allo duivels,» ontsnapte het aan baron Schlichting. .Dat zjjn werkelijk verrassende onthullin gen,* verzekerde dc oppeijagennecster. .Heb ik niet dadeljjk gezegd, dat gjj gelijkt op gravin Elisaboth Zjjt ge to -vallig in het slot gekomen?' Hjj had geen flauw vermoe den van do ware toedracht der zaak. „Ja, toevallig, zeker,' hoonde do gravin. .Wat zeg jy er van, Egon.' zjj wiorp eon kwaadaurdigeu blik op haren zoon, die met een onbnweegljjk gezicht op zjjo stool zat on zjjn moeder ennsiig antwoordde .Ik zeg cr van, dat we ook andere mco- ningon moeton eerbiedigen. Verdedig u, de beurt is thans aan u.' Nogmaals wisselde de gclaatsklour der gra vin. „Mjj vordedigen, cn voor wio, vóórhaar soms? Maar dat is meer dan bulacholjjk. Mo dunkt, dat je je moeder beter beschermen moest tegen dc uitvallen dezer waansinnigo. Daarvoor heb ik je altjjd gewaarschuwd. Hadt je mjjn raad maar opgevolgd.' Barou Schlichting was opgesprongen, cvon- zoo mevrouw Von Eichradt en de oppeijagor- muestor. Tot een uiteenzetting tusachon moedor on zoon mochten zjj het niet komen laten. .Waar zjjn toch eigonljjk de jongo dames gebleven Hot wordt tjjd, dat wo eens gaan kijken, waar ze zjjn?' .Gaan wij haar na, liet is toch zoo heer lijk in het park.» Baron Schlichting bood dor gravin den arm, dien zjj na ccn lichte aarzeling aannam, ter wjjl mevrouw Von Eichradt, dicht naast den ouden hoor loopend, doze mot ingehouden stem do toedracht der zaak duidoljjk maakte. Wel, sapperloot, daar heb ik een lodjjko geschiedenis aangeroerd en verlegenheid bo- roid het kleino bruine meisje zou graaf Egon's echtgenoote zjjn, Kcmpor's dochter? Zjj vertoeft slechts tijdelijk op Hallwey; door den nood gedrongen wordt zjj cr geduld, en ik, ezel, moest die vraag doen.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1