KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje 1 Januari. Welkomstgroet voor HelderTexel en Wieringen. No. 2907 Dinsdag 25 December 1900. 28sib roang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 59. Abomioment p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 87ViCt. id. franco per post 75 id. fl.20. id roor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder. Bureami Spooratraat en Zuidatraat. Advertentlöii van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. 4 rtvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VBIJDAGHMOUGËNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht het verschuldigde abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zon dagsblad, 4e kwartaal 1900, te willen over maken per Postwissel of in postzegels «óór 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2 l/a Ct. beplakt te worden. Aan onze abonnés In Ame rika wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnements geld te willen overmaken. DE UITGEVERS. We verzoeken on/.en I.ezers die, volgens ge woonte, een aan Familie, Vrienden of Begunstigers in ons blad willen plaatsen, beleefde lijk daarvun tijdig opgave te willen doen. DE UITGEVERS. Vrede op aarde! De geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling van het Israëlitische volk verhaalt van een Ziener, die reeds lang vóór onze jaartelling voorspelde, dat er eens een tijd van vrede zou aanbreken. In zinryke taal profeteerde hij dienzegen- rjjken toestand door de verzekering: «Eens komt er een dat de wolf niet het lam verkeeren, de luipaard bij den geiten- bok nederliggen zal". In de veelbewogen dagen, waarin die Ziener leefde en profe teerde, was het er nog verre, zeer verre van af, dat de zon des vredes over het aardrijk zou lichtenverdeeldheid en strijd heerschten schier onafgebroken tusschen de volkeren en volkstammen, en inwen dig waren de natiën verdeeld, terwijl ook de menschenharten van toen, evenmin als in later tyd, den vrede kenden. Jaren en eeuwen waren sedert die vredes-profecy voorbijgegaan, toen volgens het verhaal der geboorte van den Stichter des Chris- tendoms, een engelenkoor in Bethlehem's velden het woord deed weerklinken «Er zal zjjn vrede op aarde!" Er zijn thans 19 eeuwen heengegaan, sinds dat lied werd gezongen, en al die eeuwen door hebben de menschen hoopvol uitgezien naar de zoozeer gewenschte vervulling er van. Wanneer men op de aanstaande feestdagen allerwegen naar de bedehuizen opgaat, om het aloude kerstverhaal te hooren verkon digen, wordt voor de zooveelste maal de eeuwenoude voorspelling vernomen »Er zal zyn vrede op aarde!" Hoezeer echter is dat schoone, veelbelovende woord in lynrechten strjjd met de werkelijkheid om ons heen, met den feitelijken toestaud op de wereld! «Vrede op aarde!" dus spreekt tot ons de voorspelling van den ouden dag en daarginds in het zuide lijk deel van Afrika zien zich onze stam verwanten gedrongen, een bloedigen strijd te strjjden tegen geweld eii overmacht, tegen een ander Christenvolk, dat, met vertrapping van het recht, hunne zelf standigheid als natie met algeheele ver nietiging bedreigt. Ook voor de strijdenden daar aan Afrika's zuidpunt breekt dezer dagen het feest aan, 't welk ook tot hen van «vrede op aardespreekt. Ook aan Eugeland's Koningin en hare raadslieden, die elke poging om den vrede te herstel len, verre van zich werpen, brengen de naderende feestdagen eene herinnering aan de verhevene profecy, eenmaal door Israël's profeet uitgesproken, later door het enge lenkoor herhaald, en eeuwen door op ieder Kerstfeest den Christenen verkondigd. Welk eene schrille tegenstelling bieden ons de dagelijksche berichten van het oor- logstooneel in Zuid-Afrika aan met de liefelijk schoone voorzeggingen, die uit den ouden dag tot ons zyn gekomen En hoe oneindig verre zijn we nog van de ver vulling verwijderd, daar zulk een bloedige strijd in onze nog dagen mogeljjk isZal dan nooit die zegenrijke dag aanbreken, dat er werkelijk vrede heerscht op aarde Geen wonder, dat menigeen zuchtend de opmerking maakt't is te vergeefs, dat we naar de verwezenlijking van dat schoone droombeeld uitzien En toch, schoon naar de oude zinne beeldige voorstelling op de vraag «wach ter, wat is er van den nacht" het ant woord nog steeds gehoord wordt't is nog altijd duistere nacht", er zyn teeke nen optemerken van een al naderend door breken van den dageraad. Ja, ondanks dat de toestand der wereld in vele opzich ten ontmoedigend is, de morgenstond schijnt inderdaad te komen. Vergelijken wij den toestand van heden met dien van vroegere eeuwen, dan is er werkeljjk een zeer groot onderscheid merkbaar. Vooruitgang is er ongetwijfeld te zien in het volijverig stre ven, om meer en meer in het belang van anderen te doen, het geluk van den naas ten te bevorderen, stichtingen van alge meen nut tot stand te brengen en het voortbestaan er van te verzekeren in het verdwijnen van vijandschap en moordzucht, waardoor vroegere tijdperken zich onder scheidden, zoodat ruwheid en geweld heer schappij voerden*; in het toenemen van samenwerking tot het bereiken van voor het algemeen nuttige doeleinden in het betoonen van onderlinge welwillendheid in de stichting, op initiatief van Jean Henri Dunant, te Genève, van de Ver- eeniging «Het Roode Kruis", die het altaar der naastenliefde opricht zelfs op het oorlogsveldin het bijeenroepen eener Vredesconferentie te 's Gravenhage, die de oprichting van een Hof van Arbitrage ten gevolge heeft, en ofschoon nog geen onmiddellijke verbetering aanbrengende, toch mettertijd zal kunnen bijdragen, om den gevreesden oorlogsfakkel te blusschen en niet het minst is het een hoogst verblijdend verschijnsel, dat, heel de beschaafde wereld door, warme sympathie wordt gekoesterd voor de Boeren van Zuid-Afrika, terwijl de houding en de gedragingen der Engel- schen worden afgekeurd en verfoeid. Ja, 'tis er verre, zeer verre af, dat er vrede zou heerschen op aarde, maar toch, het morgenlicht begint waarlijk te gloren. Niet ten volle meer heerscht er een zwart duistere nacht En stellen we ons nu eens de vraag wat zouden we, als 't in ons bereik stond, meer begeeren, de onmiddellyke vervulling van den wensch naar volkomen vrede op aarde, of dien naar het zoeken en streven daarnaar De verwezenlijking, de besten diging van het laatste opent voor ons een verheven schoone taak, waaraan te werken de beste voldoening schenkt. Al is het in en rondom ons nog op verre na geen vrede op aarde, het onverdroten streven daarnaar moet ons ten spoorslag verstrek ken, om steeds naar hooger, naar meer volkomenheid te trachten. De menschheid staat voor een taak, die de voorgeslachten onafgewerkt hebben gelaten, door hoe groote werkzaamheid sommige voorgan gers zich ook hebben onderscheiden, en ieder jaar komt het Kerstfeest ons herin neren, dat we er nog niet zijn, waar de menschheid, volgens de voorspelling uit den ouden dag, eenmaal moet komen. Zelfs de XIX de eeuw, de zoogenaamde eeuw van beschaving en verlichting, die weldra naar het Rijk der geschiedenis gaat verhuizen, heeft ons nog maar weinig zien vorderen op het gebied des vredes. Zelfs onder het gekletter der oorlogswapenen en het bulderen der kanonnen zal zij eerst daags van ons afscheid nemen. Maar, zij die gelooven haasten niet. Van liever lede zal, onder Hooger Bestuur, steeds meer het licht des vredes gloren, al moet het nog eeuwen aan eeuwen duren, eer de vredezon geheel is doorgebroken, 't Zal geschieden, doch die verandering ver wachte men niet van buiten af, niet door uiterlijke omstandigheden. Zij heeft zich te ontwikkelen in de harten der menschen, om van daaruit haar invloed te doen ge voelen in den huiselijken en in den fami liekring, in de groote menschen maatschap pij, by de volken en natiën der wereld. Wanneer de harten eens in rust zijn, dan eerst zal de vredezon dagen. Dan ver dwijnt al datgene, wat nu nog den vrede in den weg staat, en de profecy van Is- raëls profeet, en de schoone voorspelling uit den engelenzang van voor 19 eeuwen treden eerst dan in vervulling"Er is vrede op aarde O, Kerstnacht, schooner dan de dagen Blinkt tot in eeuwigheid dw licht! Uw gloed schenkt krachten om te dragen, Tot voor uw gloed het duister zwicht. Na negentien maal honderd jaren Ruischt nog uw jub'lend eng'lenkoor Den mensch by duizend krijgsgevaren Het hoopvol lied des vredes voor. Der liefde leer zal zegepralen Eens volgt het menschdom haar geboón, Eens zal de vrede op aarde dalen, En valt de zelfzucht van den troon. Als Waarheid, Recht cn Liefde spreiden Hun glans voor 's werelds aangezicht, Dan sterft de haat, dan eiudt het lijden, Dan is het dag, dan schijnt het licht! Voor de Boeren. Het damescomité te Middelburg ontving 8 December een schrjjvon van dr. G. van Houtum, dokter 2de Nederland9che ambulance, krijgsgevangene te Ceylon waarin medegedeeld wordt aan welke artikelen de krijgsgevange nen aldaar het meest behoefio hebben. De heer B. A. Wennink, consul-generaal der Nederlanden to Colombo (Ceylon) heeft aan een comité, bestaande uit do hoeren ds. Piet Postma, ds. P. Roux en dr. G. van Houtum het beheer ovor do goederen voor de krijgsgevangenen toevertrouwd. Het doel van dit schrijven is vooral*, schrijft dr. G. van Houtum 9 Nov. om uw vraag wat aan de krijgsgevangenen te zenden, te beantwoorden. In de eerste plaats moeten dan genoemd worden, tabak en pijpen, verder sporthemden, havermout en vuur'ioutjes. Bij zonder veel genoegen kunt u o"« doen met schoolboeken, voor lag- r onderwjj.», meer uit gebreid lager onderwys, beginselen van En- gelsch, Fransch en Duitsch, zooals die op onze Nederlandsche scholen gebruikt worden. Wellicht kant u vele gebruikte schoolboeken machtig worden. De bibliothecaris, dr. Rijkens, deelt mjj mee dat zending van meer leesboeken niet noodig is. Wjj hebben eene keurige bibliotheek in vier talen, ruim voorzien, ook van zeer mo derne boeken. Twee leesgezelschappen te Batavia, zonden ons geheele jaargangen van al hun illustraties en romans. Ds. Postma on generaal-predikant Roux zyn vau meening dat bijbels, psalm- en gezangboeken tot de gewenschte artikelen behooren. Dr. Van Houtum eindigt zyn schrijven met de betui ging, dat by er prjQs op stelt te zeggon «dat wjj, Hollanders, het zoo prettig vinden dat in ons Nederland do sympathie voor do Boeren zich steeds in daden blijft uiten». Tevens ontving het Dames-comité 8 Dcc. het volgend schrijven uit het krijgsgevangen kamp to Ceylon, onderteekond door de drie bovengenoemde hceren. Diyatulawa Boerkamp8 XI 1900. Aan het Damca-comité .Cronjë*, to Middelburg. Door don heer B. A. Wennink, consul der Nederlanden to Colombo, zijn ons eenige dagen geleden twee kisten gezonden met goe deren die door uw comité voor de behoeftige krijgsgevangenen verzameld zyn. Volgens opdracht van den heer Wennink en op wensch van den krijgsgevangen Trans valer Tuuke, hebben wjj deze goederen naar on9 beste weten verdeeld. De onmogelijkheid om alle behoeftige ge vangenon en behoeftig zyn bijna allen van uwe goede gaven te doen profiteeren, heeft ons genoodzaakt deze goederen slechts onder een tiental hutten to verdeelen na eerst de herstallenden in hot hospitaal ru»m van tabak voorzien ta hebben. By deze wjjze van verdeeling hebben wij geanticipeerd op racerdo bezendingea uit Holland, die dan onder andere hutten verdeeld znllen worden. Wy hopen, waarde dames, dat u ons voor- uitloopen op meerdere zendingen van de Ne derlandsche dames niet zult toeschrijven aan onbescheidenheid, doch aan de wetenschap dat de belangstelling in en het medegevoel voor ons in Nederland onverflauwd voortlevenen dat de Nederlandsche vrouwen van denzelfden stand zyn al9 de Afrikaander vrouwen, die in dezen tijd een groote steun geweest zijn en nog zyn voor de strijdende mannen. Met genoegen kwijten we ons van de taak om door middel van uw comité den dank van het gansche kamp te brengen aan de milde geefsters en gevers en u te verzekeren, dat nog welkomer dan de nuttige artikelen on9 is het tastbaar bewjjs van sympathie door het Nederlandsche volk aan ons betoond. Wy hebben het voorrecht uw comité twee lO&jtOgraphieën van ons kamp aan te bieden, die voor dit doel" zyn aangeboden door den ingenieur P. C. Swemer. Na u nogmaals onzen dank betuigd to heb ben, tcokenen we gaarne Hoogachtend Uw dw. dn.: Generaal PAUL ST. ROUX. P. POSTMA, Predikant to Pieterse. G. VAN HOUTUM, Dokter 2e Ned. Ambul. Het comité, gaarne de door dr. Van Hon- tum genoemde artikelen voor de krijgsgevan genen vragende, deelt mede, dat de eerst volgende bezending naar Ceylon 30 dezer van uit Amsterdam vertrekt. De gooderon moeten gezonden worden onder het merk M. C. met opgave van don inhoud aan de car gadoors en expediteurs Do Vries Co., De Ruytarkade 100, Amsterdam. Vracht- en ver dere onkoBten komen voor rekening van het comité. De Oorlog in Zuid-Afrika. De *N. Rott. Ct." van Zaterdag jl. schryft over den toestand het volgende Gelijk onder onze tulegramnen staat ver meld, zyn de reeds eergisteren ta Londen ver spreide geruchten aangaande de bewegingen der Boeren in de noordelijke Kaapkolonie juist geweest. Behalve door een officieele metledce- ling der Kaapsche regeering, wordt do omvang van den inval erkend in een telegram van Kitchener, Woensdagavond uit Pretoria ge zonden. Dit talegram luidt woordelyk: «Een klomp BoereD, geschat op tusschen de 500 en 800, is de Oranje-rivier by Rhe- noHterhoek overgestoken en een andere bende is, naar men zegt, by Zanddrift doorgekomen. Zjj wordon gevolgd en ik heb een aanzienljjk getal bereden manschappen afgezonden die hen omsingelen. Do Boeren werden van Rhe- nosterhoek op de hielen gevolgd tot dicht by Vcnterstad, van waar zij hodon om 3 nur in don namiddag nnar Stajjnsburg trokken. De helangryksto punten aan den spoorweg in deze buurt worden goed bewaakt en ik hoop dat deze benden spoedig weder noordwaarts znllen wordon gedrovon". Hoop doet loven, maar de verwachting van Kitchener heeft niet voel om hot ljjf, wanneer zy niet op zekere feiten is gebasoerd. En de feiten, die men nopens den inval in de Kaap kolonie constateeren kan, rechtvaardigen een optimistische beschouwing door don nionwan opperbevelhebber geenszins. Zij wordt dan ook niet gedeeld door het Engelscbe publiek, dat zeor onder den indruk van dezen onver- wachten nieuwen factor in den oorlog is en al roept dat Roberts te Southampton rechtsom keert moet maken en naar Pretoria tarug- keeron. Of deze daar zin aan zal hebben en of men hem in Engeland zelf by de ophanden zjjnde legerhervorming kan missen, wordt niet gevraagd. Hjj heeft Kitchener echter in elk geval een erfenis nagelaten, die deze wel onder benefice had mogen aanvaarden. Afgescheiden toch van de ook door Roberts niet te voor ziene gebeurtenissen in du Kaapkolonie, staan de zaken in de republieken zelf met den dag slechter voor de Engelschcn. Uit den Vrij staat is er geen enkel bericht, maar het spreekt van zelf, dat een helderziend en alom tegen woordig aanvoerder als do Wet met zyn vlie gende legermacht niet zal verzuimen de ge legenheid der Engelsehen en de noodzakelijk geworden nog grootere verspreiding hunner troepen te benutten tot het slaan van een goeden slag. Men kan eerstdaags een verras sing van die xjjde verwachten. Uit Transvaal daarentegen komt wel nieuws. Het schjjnt dat de la Roy reeds uitgerust is van den arbeid met zoo gelukkige resultaten by Nooitgedacht verricht. Hjj rukt al weer op naar Clomcntó' kamp en zoekt een nieuw go- vecht met dozen. French is den 15den met een sterke cavalerio-macht te Knigersdorp aan gekomen om Clement zoo noodig, vermoede lijk via Rietfontoin, te hulp te snellen. De strijdlustigheid van de la Roy levert een tref fende illustratie op de Engelscbe verhnlon van zyn wagenladingen dooden en gewonden. Het is zelfs mogeljjk dat er reeds gevochten wordt, want een telegram uit Johannesburg van Woensdag bevat do medodooling dat er ten noorden van Krngersdorp dien morgen hevig kanonvuur werd gohoord. Het district van dien naam wordt nog voortdurend door stroopende Boeren overstroomd, wordt or bij gevoegd. De afstand tusschen Krugorsdorp en Pretoria is niet groot, misschien een acht unr te paard or wordt dus betrckkeljjk dicht bij het hoofdkwartior der Engelschon gestreden. Doch bovondien dreigt er nog nader bjj de residentie een aanval. Tusschen Kaalfontein en Zunrfontein aan den spoorweg tusschen Johannesburg en Pretoria, vlak bij de groote dynamictfabriek van Modderfontein, staan de Boeren onder commandant Opperman. Zij be dreigen aldus het op ocnigo kilometers zui- deljjk gelegen Elandsfontain, dat hot knooppunt is voor de spoorwegverbindingen Pretoria JohannesburgKlerksdorp, van Pretoria naar Natal cn de Kaapkolonio en voor de com municatie van Johannesburg naar alle richtin gen, behalve Klorksdorp. Ëlandsfontein dankt zijn ontstaan als belangrijkst kruispunt dor Transvoalsche spoorwegen aan de politieke overweging, dat het daartoe als 't ware van zelf aangewezon Johannesburg met zyn on betrouwbare bevolking de verbinding tusschen noord en znid in tyden van onrust en gevaar niet voldoende waarborgt. Védr don oorlog liepen elke 24 uur meer dan 120 treinen dit station binnen en vertrokken er eren zoovele. Dit zegt genoeg voor de waarde van het on gestoord bezit van dit punt, van hetwelk commandant Opperman nu slechts enkele ki lometers is verwjjdord. Al de stations zyn nu in staat van verdediging gebracht en bereden troepen zyn afgezonden. Het is mogeljjk dat daardoor de verrassing van Elandsfontain tij- delijk is voorkomen, maar wat beeft de vjjand ta verwachton van een spoorwegverkeer dat onder zulko omstandigheden aan zware eiachen moet voldoen In het district Slandcrton gaan de Boeren ook kalm hun gang. Zjj hebben op Abraham Boshof's plaats 200 stuks vee medegenomen, terwjjl oen groot commando bjj Robcrt'sdrift aan de Vaal staat op ruim 22 K.M. afstand, klaar om op te rukken naar hot noorden of om in den Vrjjstaat to vullen, naaf do om standigheden hot medobrongen. Geljjk wjj in den aanhef van dit overzicht hebben gezegd, is de inval der Boeren in do Kaapkolonie een nieuwe factor in den strjjd, welken zelfs Roberts niet had kunnen voor zien. Toch is dio invHl geon toevallige ge beurtenis, maar klaarbljjkoljjk do uitvoering van een vooraf in bizonderheden vastgcstöld plan. De nagenoeg geljjktydigo invasie op drie, althans twee punten alleen wjjst daar reeds op. En zjj bevestigt ook volkomen de meening, die wjj in tegenstelling mot veler opinie hebben voorgestaan, dat do Wol tjjdens zjjn verbljjf ten zuiden van do Calodon, niot door de zoogenaamd afdoende bewaking van de Oranjerivier door de garderegimenten van het binnenrukken in de kolonie is weerhouden, doch eenvoudig daar persoonljjk geen plan op beeft gehad. Waarschjjnljjk hooft de inval op drie punten plaats gegropon en wel bjj Krantz- kloof door het naar Kuapdaar opgerukte com mando, bij van Tonder»- of Krugersdrift door de Boeren, die Venterstad bobben genomen, en nu via Rhcnostarkop naar Stajjnsburg op trekken en bjj Zanddrift (do wosteljjko na tuurlijk er is ook e«n bjj Aliwal-Noord) door de republikeinen, die Philipstown bezet heb ben. Het spreekt van zelf dat, zoo deze af- deelingen al geen bjjstand gekregon hebben door de aansluiting der gewapende Kapenaars, zjj de gelegenheid niet hebben verzuimd omzioh terdege van paarden, wagens en proviand op Engelscbe hoeven en in do dorpen te voorzien. Veel zadels, kleedcren en schoenen zullen ook nergens overgebleven zjjn, waar de commando's langs zijn gekomen. Wat do duizend man, die nu uit Kaapstad worden afgezonden en uit verschillende regi menten zijn samengesteld, in dozc bergwereld moeten uitrichten togen de Boeren, is niet geraakkeljjk te verstaan. Het is voor laatst genoemden echter ta hopen dat zjj er in sla gen znllen den Ëngelschen ecnig geschut af te nemen, waarvao geeu der commando's voor zien schjjnt en dat voor het succes der ver metele onderneming onontboerljjk zal bljjken. Hot terrein is overigens als 'twaro geknipt voor de Bocron-krjjgstactiok. Het maakt of fensieve bewegingen zeer bezwaarlijk, terwjjl.. op den verdediger van eenmaal" bozotto stel-' lingon geen moeiljjke noch erg gevaarljjko taak rust, zooals trouwens de geschiedenis van do eerste vjjf maanden van don oorlog dnideljjk heeft bowozen. De groote verliezen hebben de Boeren toen geleden bjj hnn aan vallende bewegingen, vooral op French en Clements bjj Colesberg. Een blik op do kaart is voldoende om hot gewicht aan te toonon van do reeds nu door de Boeren bozetto punten. Venstorslad ligt slechts een kleine 10 K.M. van do Vrjjstaat- sche grens, maar Stajjnsburg ongoveor 50, dus al een heel eind in de kolonie, terwjjl het tevens een boiangrjjk punt op de spoorweglijn tusschen Stormberg-junclie en Nauw poort is. De Boeren hebben Stajjnsburg reeds vroeger in bezit gehad. Het gewichtigste punt is ochtor de Aar, waarheen vermoedeljjk do nutoPhi- lopsiown vertoevende Boeren op weg zjjn. Als zjj er in slugen deze sterke stelling ta bezitten, dan hebben zjj den spoorweg van Kaapstad naar Kimberley en naar den Vrjj staat in hun macht en zal Kitclioner zich slechts van den hongerdood kannen redden door bet open houden der inmiddels ook reeds bedreigde Ijjn naar Port-EIizabeth. Het in gewikkelde eB moeiljjk ta beschermen spoor wegstelsel der Kaapkolonie maakt vooral het voor een deel weder daarheen overbrengen van den strjjd zoo belangwekkend. LONDEN, 21 December. Reu ter's bij zondere correspondent seint uit Tabs 'Nchu Tan 16 dezer een beschrijving van De VVet's ontsnapping, toen hjj de Engelsche linie bij Taba 'Nchu doorbrak, nadat hjj zag dat het hopeloos was te pogen iu de Kaap kolonie door te dringên. De correspondent FEUILLETON. EGON's VROUW. 43) Een gunstig gestornte had Leo dieper in het land on tot den oom van Frits Ritter geroerd, dio daar als een schatrjjk mijnbezit- tor gevestigd was. In den aanvang met wantrouwen ontvangen, dat bitter zwaar op hora gedrukt had, hadden zjjn noeste vlijt, zjjn vastberadenheid, zjjn moed en zijn geest kracht van lieverlede maar zeker het welge vallen van den ouden millionnuir opgewekt cn toen zjjn eenige zoon tengevolge van een noodlottig toeval kwam te overljjden, nam bij don jongon graaf' mot zijn nietig bedrijfskapi- taaltjo tot associé aan. De inkomsten grens den aan het fabelachtige. Graaf Leo had het bedrag der schuld, tor wille waarvan hjj Europa had moeten verlaten, dan ook weldra in handen en maukta zich tot de reis gereed. Een bittere glimlach speelde er om zijne mondhoeken, toen hjj den mammon bij zich stak. Hoevele zweetdroppels, hoeveel ruste looss arbeid, hoeveel onbeschrjjfeljjke inspan ning kostte dit geld niet. En ware het de gunst van den rjjken mjjnbezitter niet geweest, welk een lange, ja, onafzienbare tjjd zon er dan niet hebben moetan verloopen, vóór Leo het kapitaal had kunnen afvragen. Hjj had den ouden Ritter openhartig en ecrljjk verteld van de ver plichting die hem in Duitachland wachtte, en deze had er oogenschjjnljjk ternauwernood naar geluisterd. Ritter waa een klein, taan- Jtleurig mannetje, met trekken even hard onbeweegljjk als het erts, dat hjj door machines en menschenhauden uit de donkere aardlagen liet ophalen. Hjj telde juist banknoten cn gevulde geldzakken, vergeleek rekeningen en papieren, deed alles in een groote jjzereu kast en sloot die zorgvuldig af. Hoe nietig klonken de onbeduidende cjjfors in zjjn ooren. De man rekende met millioencn. Hjj had zooeven eerst zjjn jongen associé zjjn aan deel uitbetaald, cn verder was het hem vol komen ouvorschillig, waarvoor deze dat geld gebruikte. Gjj wilt dus weor naar uw vaderland terug en al spoedig?» had hjj hem toen ge vraagd. Als het eenigszius kan, morgen.' Wanneer het zjjn moet, best. En wanneer komt ge terug?' Toen graaf Leo bosluiteloos mot het ant woord draalde, zeide do oudo man plotseling ,Ge zult niot wedorkeeren, nu go hier geen doel meer to vervullen hebt. Ge zult u in 't slot uwer vaderen vestigen, on u een vrouw nemen.' •Onvoorwaardeljjk wil ik niet «neon" zeg gen, doch voorhands bestaat dit voornemen nog niet bjj mjj." Hm, ik wil u niet tegenhoudon, ga maar gerust, doch wanneer ge toch liever in Europa wonen wilt, hadt ge u eerst een flink kapitaal moeten verwerven, bjj de vooruitziohten, dio ik u geopend heb zou den eenige jaren daartoo voldoende zijn ge weest." Mijnheer Ritter, ge zjjt werkeljjk een goed, onbaatzuchtig vriend, waarmede kan ik nw vertrouwen beloonen Daarmede, dat gc terugkeert. Ik beu oud, mjjn dochter Mabel is mjjn eenige erfgename, cn of zjj de mjjn na mjjn dood zal aanhou den, dit hangt al van den echtgenoot, dien zjj krjjgen zal. Ik voor mij wilde niets liever dan dat de zaak in beproefde, kundige handen bleef. Wat zjj thans is, dat is zjj door mjj geworden. Men ziet niet gaarne zjjn schep ping tot niets* vervallen. Ook do ranchero's willen hun tcezicht hebben en do opperleiding begint mjj nu al tameljjk zwaar to vallen. Wanneer Mabel's keuze zich vestigt op een man, die mjj niet aanstaat, dan zal ik dit alles hier verkoopen en ik zou het aan u dan nog het liefBl geren, en ik geloof wel, dat dit het hoogste bewijs van mjjn vertrouwen is. Overweeg dit voorstel een» met uw fami lie. In Amerika toch geldt geen stamboom, geen afkomst, do naam doot niets ter zake, zon a dat du» kunnen bevredigen Een diepe zucht deed Loo's borst rjjzen, het was een schitterend vooruitzicht, hjj wist zulks zeer goed, en zjjn toekomst zou hjj aan geen $ndere omstandigheid te danken hobben, dan aan zjjn eigen kracht. Het trotscho zelfbewustzijn, deed zjjn borst opzwellen. Hjj behoefde slechts de hand uit to strekken en Mabel Ritter behoorde hom maar graaf Leo's blik snelde verlangend naar het verschiet, het ging niet aan, in hot vadorlaud, ja, in het vaderland, wachtte het geluk immers op hem, een onbestemd voor gevoel zeide hem, dat het hem te huis verbeidde. «Wat zoudt gjj er wel van zeggon, als ik mot papa binnenkort eveneens eens naar Duitachland kwam vroeg Mabel met gehei men angst in do bruine oogen, toen Leo, lianchero's, afkomstig van het Spaansche woord rancho, kameraadschap, noemt men in Mexico landbouwers, die gesproten zijn uit Spaansch bloed cn van hun jeugd af in den zadel zitten, zoodat zjj uitstekende jagers en ruiters zjjn. afscheid nemend, voor haar stond. ,Mag ik op Hallwey komen?* Ik zal mjj gelnkkig achten, u daar to kunnen begroeten.* En zult go dan met ons torugkeeren vroeg zjj haastig. Ik denk wel van ja.» ,Zooga dan met God en met mjjn beste wenschen,» had Mabel hem toen nog nageroe pen, als moest hut voor hem een aanneming zjjn om haar niet te vergeten. Op hot slot Hallwey en zjjne bewoners scheen sinds gister de hoorn van overvloed der vreugde te zjjn uitgestort. Gravin Stephanie droeg het hoofd trots opgeheven on wierp een vcrachtelyken blik naar de jonge vrouw, wanneer zjj deze ont moette. Eindelijk zou dit gehate gelaat moeten wjjken uit dit kasteel, waar het overal opdook, evenals hoordo het er thuis. De oude gravin herademde weder, thans eerst besefte zij hoe bitter do aanwozigheid van do udvo- calcnduchtcr iutar gevallen was. Een onbu- schryfeljjk triumfeerond bewustzijn, bedwelmde al» 't ware do gruafljjke vrouw; haar .jong ste* had alleB .klaargespeeld* en na dreigde niet meer op den achtergroad het onteerende spook. Thans gold het alleen nog maar Egon's banden te verbreken en de draden van Leo's lot daarginds in het •prinscljjke» ta bevesti gen, om eindeljjk de vljjtige handen werkeloos in den schoot ta kunnen leggen. Dit alles, meendo zjj, zou nu nog slechts kinderspel zijn. Met een blik van voldoening beschouwde de graviu-moeder de gestalte harer beide zoons, met wie zjj aan de ontbjjttafel onder de eiken zat. Zjj wilde reeds de Voorzienig heid spolen en zachtjes aan te werk gaan, om de verbittering en den gekrenktan trots vau Leo wegens Adèle's huweljjk met den prins Eboratain wat jte doen bedaren. Met geen enkel woord had hjj naar de voormalige geliefde gevraagd, integendeel voor hem scheen het prinseljjks lustkastaeltje, uit welks geopende vensters lieflijke klaviertonen dron gen, in hot geheel niet te bestaan. Hij was in een ernstig gesprek met zjjn broeder ver diept en thans schoen het der gravin bij een nauwkeuriger beschouwing toe, als ware Leo tien jaar ouder dan <Igon, wiens sombere gelaatsuitdrukking hjj zl mogeljjk nog over trof. Hier on daar lioj er een witte draad door zjjn hoofdhaar en aan de slapen was het geheel vcrgrjjsd. Werkeljjk, bjj had zwaar geboet voor zjjn jeugdige dwaasheid, daarvan getuigden de strenge ljjnen om de oogon, dio zich daar in weinige jaren in don strjjd met het leven gevormd haddon. Ook de handen bezuton niot meer de zachtheid en de schit terende witheid, hard on bruin lagen zjj daar op hot hagehvitto damast van hot tafelkleed, eolterige uitwassen ontsierden do eenmaal zoo schoon gevormde vingors on een hoorn achtige huid bedekte do binnenvlakte daar van. Hcrhftttldcljjk reeds haddon de blikken der moeder daarop gerust en nu streek zij zuchtend met het servet daarover heen, als wilde zjj het ontsiurendo er vau verwjj- deren. Leo lachte. Het was oen zonderling, ge dwongen lach, evenals hadde hij het in lang niet gedaan cn reeds verleerd, zjjn trekken werden daarbjj scherp en hookig, zjj bezaten niets jeugdigs meer, niet meer de bekoor- ljjke weeke trek om de lippen. Do zorg had alles uitgewischt in het ernstige mannen- gelaat. «Ik begrjjp, moodcr, wat ge daarmede be doelt, doch wanneor ik mjj met geweld in die nauwe glacé-handschoenen moet wringen, ziet niemand den aan werken gewenden Amerikaan in mjj, ik zal u geen oneer aan doen de holle phraaen der groote wereld gaan mjj nog tameljjk wol af; cn don rug zal ik denkeljjk ook nog wol buigen kunnen.» Het is mjj lief zulks te hooren. Heden gaan wjj naar do prinses, zjj weet, dut wjj je verwacht hebben on vroeg reeds meer dan eens naar jo. Op dit oogenblik hooft zjj logé's, je komt dus juist van pas, geon twij fel of je zult jo wel acclimatisecren in onze kringen Van daag al? Ik waa van plan om met Egon naar de stad to rjjdon, ten einde oen notaris de uitbetaling van hot gold aan Kem- per op te dragen. Die zauk brandt mjj op het hart, ik zal niet eorder rnst hobben, dan wan neor de laatste pfenning betaald is.» ,Dat treft magnifiek. Ik heb togen don middag don notaris van ons huis hier doen ontbieden, ton einde met hem to spreken over Egon's echtscheiding, de zaak zal weinig moeieljjkheden oplovoron, draag hom gerust de gansche aangelegenheid op, zo is bjj hem aan goede handen toevertrouwd, Loo.» •Zou er voor Egon dan nog do mogeljjk- beid bestaan voor oon tweede huweljjk.* «Wel natuurljjk. Hjj hooft van den be ginne af gescheiden van zjjn vronw geleefd, onoverwinnoljjke afkeer en een gedwongen huweljjk zjjn toch, dunkt me, voldoende rede nen tot scheiding. De nuntius en alle hooge prelaten, die ik in deze zaak om raad vroeg, hebben mjj de verzekering gegeven, dat do Heilige Vader na onderzoek der feiten, wel □iet anders zou kunnen handelen.» (Wordt vorvolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1