KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en WIerIngen
Na. 2914.
Zaterdag 19 Januari 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoons0. 59.
Al3onnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87% Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id.voor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureiuxi Spoeralraat en Zuid»traat.
Advertentlên
ran 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatarnimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Buream bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
JANUARI, Louwmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 2 m.
Onderg. 4 u. 21 m.
Zondag 20 Nienwe Maan.
Maandag 21
Dinsdag 22
Woensdag '23
Donderdag 24
Vrijdag 25
Zaterdag 26
Uit het Buitenland.
In hoe een benarde positie zijn de Engel-
schen van lieverlede geraakt door den oorlog
in Zuid-AfrikaOver den toestand daar en
over hetgeen er op het oorlogstooneel voor
valt, wordt, zooveel mogelyk, door het depar
tement van oorlog te Londen een hardnekkig
stilzwygen bewaard, doch op den duur zal
hst moeilijk vallen, aan de bezorgdheid van
het publiek het zwjjgen opteleggen, 't Volk
in Engeland begint nit de spaarzame mede-
deelingen, die er gedaan worden, toch zeer
goed te begrijpen, dat de Engelsche troepen
daar in de Republieken en in de Kaapkolonie
handen vol werk hebban, overal bedreigd door
de voor hen zoo gevaarlijke Boeren-commando's
die nu telkens aanvallend optreden. Zelfs
wordt de toestand in de Kolonie door som
mige berichtgevers als zeer bedenkelijk ge
schetst, en meer en meer naderen de Boeren
de koloniale hoofdstad, en de K a a p d e
Goede Hoop. Die kaap gaf in ouden tjjd
den Portugeezen moed en hoop, dat zjj einde
lijk den weg ter zee naar Indië zouden vin
den het naderen van die landpunt bij hunne
operatiën in de kolonie moge ook nu aan de
vrijheidlievende Boeren moed en hoop geven, om
in den strijd voor hun zelfstandig volksbestaan
te volhardenNiet inééns hebben de voor
een deel uit Hollanders bestaande bewoners
der Kaapkolonie zich bjj de indringende
Boeren aangesloten, doch steeds meer vestigt
zich do [overtuiging, dat dezen daar niet met
zoo een verbluffende snelheid konden zijn
voortgerukt, om er sterke stellingen te be.
zetten, wanneer dit niet was geschied naar
een vooraf wèlomschreven plan, e i met me
deweten en medewerking dor Hollandsche
Kapenaars. Het moorddadig geweld tegen
de republikoinsche stamverwanten, de laat
dunkendheid tegen do Afrikaner-bevolking, de
toepassing der krijgswet in eenige districten
der Kolonie, het berooven van het burger
schapsrecht aan ieder, van wien, naar ver
moed wordt, dat hjj den Boeren bjj hun eer
sten inval de behulpzame hand hebben geboden
dat alles heeft ook voorheen den Engelschen
wélgezinde burgers afkeerig gemaakt van het
Britsche bestuur.
Gevormde plannen woelen lang niet altjjd
uitgevoerd. Vaak bljjven ze heel en al zonder
gevolg. Deze opmerking uit het dageljjksch
leven is ook van toepassing op Lord Roberts,
die tot het aanvaarden der hooge betrekking
van opperbevelhebber des legers in Engeland
uit Zuid-Afrika naar het moederland terug
keerde, en daar met luisterrijke eerbewijzen,
door 't houden van een plechtigen dankstond,
en luidruchtige ovaties, als den overwinnaar
der Boeren, als den veroveraar der beide
Zuid-Afrikaansche Republieken, en als den
beëindiger van den oorlog zou worden ont
vangen. Hoe geheel anders is dat afgeloopen
Den plechtigen dankstond, ter zjjner eere be
raamd, werd, met het oog op de voor Enge
land hoogst ongnnstige berichten van het
oorlogstooneel niet gehouden, en de schitteren
de ovaties moesten wegens dezelfde oorzaak
achterwege bljjven. En zóó weinig is in de
laatstverloopen weken de oorlogstoestand voor
Engeland verbeterd, dat de legerbevelhebber
dezer dagen aan verschillende gemeentebestu
ren des lands, die hem, den kloeken stryder",
het eereburgerschap wilden aanbieden, de uit-
noodiging heeft gezonden, om, lettende op de
ongunstige berichten uit Zuid-Afrika, met die
aanbieding nog maar wat te wachten. Dit
verzoek om uitstel is wel een duideljjk bewijs,
dat het voor de Engelschen daarginds er treu
rig uitziet. Lord Robert9 dit zal ieder
wel begrjjpen kan oneindig beter over don
toestand oordeelen dan iemand anders. Hy
zal dus wel innig overtuigd zjjn, dat de om
standigheden voor Engeland nog veel meer
dreigend zjjn, dan door zjjn opvolger Lord
Kitchener in diens oorlogsberichten wordt
medegedeeld, 't Engelsche volk, in zooverre het
niet geheel bevooroordeeld is, zal op die wjjzo
toch eindelyk wel inzien, dat de tegenwoor
dige oorlog aan het land vreeseljjk groot na
deel berokkent. Menschenlevens in menigte
worden er door verslonden, en als het in den
loop dezes jaars tot eene aanmerkelijke vër-
hooging der belastingen moet komen, dan
zullen de klachten over den zeer kostbaren
oorlog stellig niet uitblijven. De Regeering
der Kolonie in Noord-Amerika toont, reeds
helder intezien, dat de beëindiging van den
oorlog voor Engeland thans zeer wenschelyk
is, en de Engelsche staatslieden zullen door
het gebeurde wel reeds tot de overtuiging zijn
gekomen, dat Engeland's invloed in buiten-
landsche aangelegenheden sterk aan 't ver
minderen is geraakt. Rusland in Perzië en
Oost-Azië, en de Vereonigde Staten in Noord-
Amerika doen precies, of zjj zich om Engeland's
belangen en eischen heel niet meer hebben
te bekommeren. Door den voor Engeland zoo
nadeeiigen oorlog in Zuid-Afrika heeft dat
land een zwaarwichtig blok aan het been!
Een Fransche schrijver doet in een tijdschrift
de vraag: Wat heeft Engeland nu in de 15
maanden, die de strjjd thans duurt, behaalt
met de reusachtige opofferingen, die het zich
heeft getroost? De oplossing dus merkt de
schrijver op is nog ver verwijderd, want
de toestand is onzekerder dan ooit. De Boeren
dwingen niet alleen don Engelschen opper
bevelhebber zich te concentreeren langs den
spoorwegzjj hebben door hun inval in de
Kaapkolonie resultaten behaald, die hun in staat
stellen, den strjjd nog lang vol te houden. Zjj
hebben versterking aan paarden en mannen
gekregenwellicht kunnen zjj er in slagen,
de verbindingslijnen alle aftesnjjden, en het
Engelsche leger daardoor noodzaken Pretoria
en Johannesburg, misschien zelfs Bloemfontein,
te ontruimen. En het is ten slotte nog mogelijk,
dat de Kaapsche Afrikaners eindelyk openlijk
de party kiezen van de Boeren der Republieken.
In al deze gevallen wordt de toestand der
Engelschen in Zuid-Afrika zeer ernstig en hun
nederlaag hoogst waarschjjnljjkEngeland
is zelfs niet meer in staat, een legertje van
60.00U man, dat hoog noodig wordt geacht,
naar Zuid-Afrika te zenden. Met groote moeito
kan het ongeveer zijn effectief aanvullen. Het
moet om hulp bedelen bjj de koloniënen
door zjjn onwetendheid en aanmatiging heeft
Chamberlain ia alle koloniën het Rjjk meer
benadeeld dan bevestigd. Al deze omstandig
heden brengen den bedoelden schryver er toe,
om een der neutrale mogendheden optewekken
haar tusschenkomst aantebieden in de Zuid-
Afrikaansche verwikkelingen. Dat kan z. i.
niet als eeno onvriendschappelijke daad worden
opgevat. Do Haagsche conventie leidt er toe,
en in Engeland wordt het verlangen naar't
herstel des vredes steeds grooter.
VIi:i IVMTIJIH Yt.lvV
HELDER, 18 Januari 1901.
Aan den heer dr. R. Rjjkens, direc
teur der R. H, B. school alhier, ia we
gens gezondheidsredenen een verlof toege
staan van drie maanden. Tot tijdelijk
directeur is voor dien tyd benoemd de
heer H. L. Bouman, leeraar aan die in
richting.
Bij Kon. besluit is met ingang van
1 April a. s. aan dr. R. U. Reinders, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool
te Helder.
Door den architect S. Krynen werd
in Café Central" bjj onderhandsche in
schrijving aanbesteedhet bouwen van een
winkelhuis, Zuidstraat No. 80, alhier.
Ingeschreven werd door de heeren Schoef-
felenberger ad f 3375W. de Jong f 3300;
Gebrs van Os f 3177; Gebrs. van Pelt
f 3094; Quak en van Pelt f 3060; A.
Krynen f 2971; J. Duinker f2933; V. d.
Sterr Glotze f 2913. Het werk is aan
de laagste inschryvt
Van de lichting 1901 worden 600
miliciens ingedeeld bjj de zeemacht; voor
de opleiding dezer miliciens wordt Hr. Ms.
>Neptunus" in Febr. a. s. in dienst gesteld.
Provinciale Staten.
De Prov. Staten van Noordholland waren
jl. Dinsdag in buitengewone zitting, bijeen
tot het kiezen van een lid der Eerste Ka
mer, ter vervanging van wijlen den heer
M. C. van Hall, onlangs overleden. Aan
de nagedachtenis van dien achtenswaar-
digen man werden door de Voorzitter zeer
waardeerende woorden gewjjd, die den bij
val der leden uitlokten. Tot lid der Eer
ste Kamer werd daarop met 41 van de
71 stemmen gekozen de heer J. P. R. Tak
van Poortvliet, thans lid der Tweede Ka
mer voor het district Beverwijk. Bjj aan
neming van deze benoeming door den heer
Tak, zal nog voor den zittingtyd tot Sep
tember a. s. een verkiezing in het district
Beverwijk moeten plaats hebben.
Bij beschikking van den minister
van waterstaat handel en nijverheid zijn
voor het jaar 1901 in de commissie van
examen ter verkrijging van een diploma
als stuurman aan boord van koopvaardij
schepen, benoemdtot lid en voorzitter
de heer A. E. Arkenbout Schokker, direc
teur der filiaalinrichting van het Kon.
Ned. Met. Inst. te Rotterdam, tot lid en
plaatsvervangend voorzitter de heer J. van
Scheers, gepensionneerd kapitein-luitenant
ter zee, te 's Gravenhage, tot lid en secre
taris de heer mr. A. J. Cnoop Koop-
mans, advocaat en procureur, te Amster
dam tot leden, de heerenJ. C. Graue,
oud-officier-machinist der 1ste klasse, te
HaarlemH. C. Haacke, oud-gezagvoer
der in de groote vaart, te Amsterdam
W. P. Harten, oud-gezagvoerder in de
groote vaart, directeur van het »Zeemans-
huis" te Amsterdam J. P. J. Lucardie,
directeur der maatschappij »de Maas", te
Rotterdam, en J. H. Meijer, oud-gezag
voerder in de groote vaart, expert, te
Rotterdam.
Men meent te weten, dat aan Z. H.
Hertog Hendrik kort vóór of op den dag
van zyn huwelijk met H. M. de Koningin,
een hooge rang of titulatuur in staatsdienst
of leger zal worden verleend.
Kruger.
President Kruger zal te Utrecht, waar
heen hij nu Dinsdag a. s., althans indien
de weergesteldheid 'tdien dag toelaat, zal
vertrekken, intrek nemen in het hötel des
>Pays-Bas". Ook de Zuid-afrikaansche
deputatie zal tijdens het verblijf van den
President te Utrecht, aldaar aanwezig zyn.
De heer Kruger zal een lichte operatie
aan de oogen moeten ondergaan, te ver
richten door prof. Snellen, waarop een
tijd van volslagen rust voor den President
zal moeten volgen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat hij
daarna weder naar 's Gravenhage zal komen.
Voor de Krijgsgevangen Boeren.
Door de Ned. Z.-Airik. Yereeniging
werd aan den Nederl. consul, den heer
De Waal, te Kaapstad, gezonden f 3000,
waarvan f 1200 voor de Boeren-iwijgs-
gevangenen te Durban en de rest voor de
uit hun woning en land verdrevene nood
lijdenden te Kaapstad.
Onschuldig veroordeeld?
Melden we in ons vorig no. dat de
Ostender visscher van Turnhout door de
rechtbank te Haarlem onschuldig veroor
deeld was, aangezien zekere R., te Osten-
de, bekend had den dader van den moord
te IJmuiden te zijn, thans bericht het
»Haarl. Dagblad", dat hiernaar onderzoek
deed, bij den Officier van Justitie, dat zjj
het bericht kan tegenspreken.
Op de terechtzitting is toch door over
stelpende getuigenissen bewezen, dat Van
Turnhout de dader was. Reeds vroeger
heeft de bemanning van de sloep beweerd,
dat zekere Louis de Rijckere zelf gezegd
had, dat hij den steek aan Gerrit Heilig
had toegebracht, doch deze, indertijd on
dervraagd ontkende zulks ten stelligste,
terwjjl ook geen der getuigen dit gezien
had. Wel had De Rijckere met een mes
gestoken en verwondingen aan anderen
toegebracht, doch aan den moord op G.
Heilig bleef bij alle schuld ontkennen,
zoodat dit bericht als een los gerucht kan
worden beschouwd.
De alleenwonende bjjna 87-jarige
daglooner Jan Oostingte Mid wol de Wester
kwartier) is Zaterdagavond ellendig om het
leven gekomen. Voorbijgangers, eene bij
zondere brandlucht vernemende, waarschuw
den de buren. Om toegang tot de woning
te verkrijgen, werd door T. Nieuwhof een
venster ingeslagen.
In de woning heerschte een onaangename
lucht, de bewoner werd in een hoek der
kamer smeulende aangetroffen. Na hem naar
buiten gedragen te hebben, bleek het, dat
de arme man vau voren grootendeels ver
koold was; de inmiddels geroepen gemeente
geneesheer kon geen hulp meer brengen.
Spoedig daarna stierf de arme grijsaard.
(N. G. C
De toestand van het door haar vader
gewonde meisje te Vlissingen is minder
gunstig. Er bestaat vrees voor longont
steking.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De Boeren schgnen zich nog niet te erg
te laten verontrusten door de waarschuwing
van de Engelschen dat er in de nabijheid
van Johannesburg dynamietmynen liggen,
bij wijze van voetangels en klemmen. Den
ldden is een afdeeling Boeren op het erf
van een hoeve verschenen, op 9 K M. van
Johannesburg, om verscheidene" paarden
weg te halen. Misschien was het wel een
stoeterij van het Engelsche legerbestuur,
een zoogenaamde governement farm. Want
Johannesburg behoort tot de districten,
waar de Engelschen alle hoeven van levende
have beroofd hebben.
Ds. Adriaan Hofmeyr (Adderjan noemen
hem de Afrikaander patriotten) is van Kaap
stad naar Transvaal vertrokken om de
Boeren van het hopelooze van den strijd
te overtuigen. Ook deze vredesbode kan
zeker zyn van een pak slaager jeuken
sinds lang handen om Addeijan af te.
ranselen.
De vNorddeutsche Ztg." ontvangt uit
Londen een mededeeling, die den toestand
van Kitchener als hacheljjk doet voorko
men. Het blad verneemt, dat 1500 Boeren
Donderdag en Zaterdag den spoorweg van
Pretoria naar Middelburg vernielden, en
generaal Knox terugdreven. Tegelijkertijd
bezette Beyers Zuurfontein aan den spoor
weg van Pretoria naar Johannesburg, en
wist hij door zyn stouten tocht in ooste-
lyke richting de verbinding tusschen de
troepen van De la Rey en die van Botha
te herstellen, zoodat naar de >Norddeutsche
Ztg." betoogt, Kitchener te Pretoria feite
lijk rondom door Boerencorpsen ingesloten
is. Dit moge nu eenigszins overdreven
zyn, zeker is het dat de Boeren voortdu
rend den omtrek van Pretoria onveilig
maken en wachten op een gelegenheid om
een goede slag te slaan.
Hoe noodig het is, dat Kitchener maat
regelen neemt om geen convooien meer
uit te zenden, blykt uit het lot, dat het
Engelsche convooi bij Rhenosterkop in
den Vrijstaat ten deel viel.
En nu moge sir Henry Fowler in zyn
redevoering in Willenhall nog zoo krach
tig betoogen, dat Zuid-Afrika onder één
vlag, de Engelsche vlag, moet komen
voor het oogenblik ziet het daar nog niet
naar uit.
De >Paris-Nouvelles" meldt zelfs dat
Vrjjdag in den Engelschen ministerraad de
Traag zal worden besproken of interventie
kan worden toegelaten. Het verzoek daar
toe zou uitgaan van een mogendheid, die
steeds op zeer vriendschappelyken voet
met Engeland stond Engeland zou vooraf
gepolst zijn en toestemming hebben gege
ven, en Nederland zou het voorstel doen.
In hoeverre dit bericht van het Fran
sche blad, door de >Temps" verspreid,
waar is, zal nu wel spoedig blyken.
Het vervolg over het gevecht bij Lindley
is nu verschenen". Deze feuilleton-achtige
wijze van oorlogsnieuws te geven is een
uitvinding, die het Engelsche vernuft om
voor afwisseling te zorgen, alle eer aan
doet.
We hebben hedenmorgen de Lyfwacht
in de knel gelaten onder een overstelpend
vuur der Boeren op minder dan 600 M.
afstand, met 500 Boeren tusschen hen en
de te hulp geroepen kolonel White. Reuter
vertelt nu verder, dat de Lijfwacht in deze
benauwdheid naar een >donga" vluchtte en
vocht als tijgers. Ongeveer op dit oogen
blik werd kolonel Laing door een Martini
Henry-kogel in het hart getroffen en tege
lijkertijd begon een ware slachting. De
Boeren drongen steeds meer op. De Engel
schen aarzelden echter, volgens Reuter,
geen oogenblik, doch vuurden koelbloedig
en vastberaden terug. De officieren, die
de geweren der gesneuvelde manschappen
hadden opgenomen en in het dichtste van
den strijd alle mogelijke hulp verleenden,
vielen snel na elkaar, hetzjj gewond of
gedood.
Eindelyk gelukte het luitenant Bateson
door het vuur der Boeren te galoppeeren
en kolonel White den hopeloozen toestand
van de Lyfwacht mede te deelen. Kolonel
White zond een afdeeling tot ontzet uit,
maar deze kwam eerst 20 minuten nadat
het overschot der Lyfwacht gevangen was
genomen.
De meeste wonden aan Engelsche zjjde
waren toegebracht door Martini Henry-
en uitzetbare kogels. De begrafenis der
gesneuvelden had des avonds om tien uur
plaats. De gewonden werden naar Kroon
stad gebracht onder de Roode Kruis-vlag,
die de Boeren echter niet ontzagen. Zjj
vuurden op de wagens met de zieken en
bestookten ze ook op andere wijze op hun
weg naar het hospitaal.
Door het tot nu toe openbaar gemaakte
weten wij althans iets van het driedaagsch
gevecht. Maar nog steeds bljjft Knox'
wedervaren in die dagen met geheimzin
nigheid omhuld. We kunnen hier terloops
even byvoegen, dat de Knox, wiens opruk
ken naar Elandsfontein dezer dagen ge
meld werd, is generaal William Knox. De
Wet's vervolger heet Charles.
(N. Rott. Ct.)
Lord Kitchener zal weldra een leger
order uitgeven, behelzende dat iedere Boer,
die gevangen zal worden genomen, de uni
form of een Engelsch teeken dragende,
gefusilleerd zal worden.
Uitgeputte Boerengevangenen.
Onder de 200 Boerenkrygsgevangenen,
die Zaterdag op St. Helena zyn aaugeko-
men, waren er ettelijke zoo zwak door
uitputting en gebrek aan voldoende voed
sel, dat hun opneming in de ambulance
dadelijk dringend noodig was.
De gepubliceerde cyfers omtrent de zware
verliezen der Eugelschen bjj Belfast op den
7den, in 't geheel 128 man, bewijzen o. i..
dat de gelijktijdige aanvallen der Boeren
op vijf plaatsen op dien dag, alle slecht®
het enkele doel beoogden Belfest in handen
te krygen. De aanval op Belfast, die vol
komen geslaagd is, was de eenig ernstig
gemeendede andere vier waren slechts
schijnannvallen, die ten doel hadden de
aandacht van den vijand op die plaatsen
af te leiden van de actie tegen Belfast.
Van de 71 vermisten behooren er 55 tot
het 1ste Royal Irish en 16 tot het 2de
Shropshire lichte infanterie.
De Daily Mail" verneemt uit Kaap
stad, dat Clanwilliam Zondag door de
Boeren bezet is Een sterke Engelsche
macht jaagt hen achterna. Brabant wapent
nog 500 wielryders.
Uit Pretoria wordt aan de Daily Mail"
geseind, dat verkenners der Boeren Zater
dag gezien zyn op 16 K.M. afstand van
Pretoria aan den kant van Daspoort.
(Westzijde, op den weg naar Rustenburg).
LONDEN, 15 Jan. De burgemeester
van Portsmouth had aan lord Roberts
verzocht een datum te bepalen voor de
aanbieding van een eeresabel. Lord Ro
berts antwoordde daarop, dat het hem
tegen de borst stuitte, gefêteerd te wor
den, terwijl zooveel menschen in hittere
ellende verkeeren en vóórdat men genoege-
lyk dank kan zeggen dat de wolken weg
gevaagd zijn, die gedurende meer dan een
jaar van zoovelen in den lande den huise-
lyken haard hebben verduisterd en de
harten hebben gebroken.
LONDEN, 16 Januari. De Daily Mail"
verneemt uit Pretoria in een telegram van
gisteren, dat de Boeren een konvooi van
twaalf wagens, begeleid door 23 manschap
pen, bjj Rhenosterkop hebben buitgemaakt.
Twee Engelschen sneuvelden, elf werden
gewond en de overigen gaven zich over,
maar werden door de Boeren vrygelaten.
LONDEN, 16 Jan. De officieele Engel
sche verliezenlyst constateert, dat de En
gelschen den llden dezer een ernstig verlies
hebben geleden by Murraysburg in do
Kaapkolonie (tusschen Graaff Reinet en
Victoria-West). De Engelsch-koloniale rui
ters verloren kapitein Fitzherbert en vyf
cavaleristen aan gesneuvelden. Luitenant
Fleming en vijftien manschappen zyn ge
wondluitenant Venables en vier man
worden vermist.
JOHANNESBURG, 15" Jan. Naar
wjj vernemen, is De Wet de Vaalrivier
overgetrokken en heeft hg zich aangesloten
by de Transvaalsche commando's.
Uit nadere bjjzonderheden moet blyken
dat de Boeren nogal zware verliezen ge
leden hebben, toen zjj terugtrokken na hun
vergeefschen aanval op Zuurfontein en
Kaalfontein 1.1. Zaterdag. Hun verlies werd
geraamd op 60 dooden en gewonden.
FE3UILLE3TOKT.
EGOFs VROUW.
50)
-•€>00-
,Gjj zult u aan velo gevaren blootstellen
en een vermoeiende tocht hebben.*
Ik heb daarop gerekend. Hm, wat geeft
het trouwens ook. Neef Schlichting moet
mjjn reismaarschalk worden, hy is een vin-
rij ka geest. Voor zyn vertrek sprak ik er met
hem over en wanneer hij met den hertog
terugkeert, wil ik het plan nogmaals uitvoe
rig met hem bespreken. Overige gevaren
trotseer ik, en wat zon mij ook kunnen
deren. De Rittersche kolonie is immers veilig,
ik brand van verlangen om de huizen en
de bewoners van dat mynwerkersdorp te
zien.*
Graaf I<eo plaste lustig in het water, het
scheen als speelde hy met de golven. ,Een
waterlelie.' Zyn scherp oog had haar in de
nabyheid van den verweerden watertoren
ontdekt. Hy boog zich voorover om haar te
plukken. Toen hy zich weder oprichtte, lag
er een lichte, zegevierende glimlach om zjjne
lippen.
•Wat een heerljjke geur.» Prinses Adèle
greep bjjna driftig naar de schoone, zeldzame
bloem, die de graaf van haar verbazend lange
steel bevrjjdde.
»'t Spjjt mjj zeer, maar de waterlelie mag
ik u niet aanbieden, de sage wil, dat er van
haar een noodlottige betoovering uitgaat, die
de menschen onder den dwang des gevers
brengt. Ik wil haar liever zelf behouden,
werkeljjk, ik zou het anders niet kunnen
verantwoorden.'
Wat een bjjgeloof.» Eugenie lachte ver
achtelijk.
Bijgeloof is het, daar hebt ge geljjk in.
't Is zonderling, dat wjj ondanks onzen ver
lichten tjjd daar nog zooveel aan hechten.*
Graaf Leo bevestigde de zeldzame bloem
zeer voorzichtig in zjjn knoopsgat.
Adèle had moedeloos de armen latea zinken.
Zou het haar immer nog gelukken, om den
vroegeren geliefde voor zich te winnen Een
halve zucht ontsnapte er aan hare borst.
Wat had zjj al niet beproefd? Doch te ver
geefs. Leo oatweek alle herinneringen, iedere
toespeling op vroegere vertrouweljjke tijden
stuitte onverschillig en zonder eenige werking
op zjjn hart af. Waren de tijden, waarin zjj
zjjne bruid was, werkeljjk door hem vergeten
of wol hinderde het hem er aan te denkon,
dat hjj er niet meer over sprak
Een plotsolinge angst maakte zich van haar
meester, dat hjj zjjne liefde aan de onbokande
Mabel Ritter geschonken kon hebbenen
thans kon zjj aan het verlangen om meer
van dit meisje te weten, niot langer weerstand
bieden. Zjj sloeg niet verder acht op Eugenie's
antwoord en de polemiek, die zich tusschen
deze en den graaf ontspon, maar profiteerde
van een rustpoos, om aan de stilzwijgende
Lindis de plotselinge vraag te richten .Koes
tert gij evenzeer gean verlangen om vreemde
landen en steden te doortrekken
«Dat zou voor mjjn persoon een zaer ver
metel verlangen zijn, ik laat dit dan ook
zelfs niet bjj mjj opkomen
Hoe schrander weet gjj het verstand te
beteugelen, wie zoo omzichtig ontwijkt, zal
zeker wol nimmer in conflict met zjjn hart
geraken.' Adèle verkreukelde ongeduldig de
donkerroodo atlassjerp van haar licht kleed,
zjj rolde het ruischende zjjden lint om hare
vingers en rolde het ook weder langzaam af.
Wat zjjt gij toch goed af,« liet zjj er
peinzend op volgen.
.Benjjdt uwe doorluchtigheid mjj Boms?'
vroeg Lindis ongeloovig.
,Om de koelheid van uw verstand, ja, en
ook om de draagkracht des geestes, die zjjn
elasticiteit niet verliest.'
Eugenie wierp beiden een zonderlingen
blik toe en schudde peinzend het schoone
blonde hoofd. Met een zeldzame uitdrukking
keek zjj naar den watertoren.
.Hoe licht moeten u de vermoeienissen en
de ontberingen der reis vallen bij de geluk
kige gave, om u in de omstandigheden te
kunnen schikken," hernam Adèle.
,'t Is waar, ik weet me nog al te schikken,
ik ben niet verwend.»
„Men verandert van gevoelen, naar gelang
dit voor den stand van zaken het beste is.*
Eugenie had het met boosaardigen spot ge
zegd. Strjjd vaardig richtte zjj zich op «n liet
een uittartenden blik langs graaf Leo's ge
laat glijden, dat zich vragend naar haar toe
gekeerd had.
Hjj nam echter den handschoen niet op,
maar glimlachte toegevend. Hjj wist immers
dat Eugenie hare verbittering lucht gevon en
met opzet beleedigen wilde.
Zoudt go ook niet eens tot ons in Cali-
fornië willen komen, juffrouw Werner?'
Hoe vriendeljjk kon hjj zjjn stem model-
laeren «n hoe belangwekkond sprak hjj. Adèle
beet zich op de onderlip.
•Ik, ach neen,' weerde Lindis af, uit vrees
dat zjj de hoofdpersoon van het gesprek zou
worden.
»Ge zoudt aan miss Mabel de beminneljjkste
gozelschaphoudster vinden, het is eon aller
liefst meisje mot onwaardeerbare deugden,
het zou baar zeer zeker een buitengewoon
groot genoegen doen, wanneer ik haar een
Duitsche dame tot vriendin medebracht.'
"Mis Ritter spreekt dus Duitsch?» vroeg
Adèle schielijk.
Onberispeljjk. Zij heeft een voortreffeljjke
opvoeding genotendaarbij verloochent zy
echter geenszins de Amerikaansche, zjj is moo-
dig en koen, en joeg ons in vroeger tijden, toen
de veiligheid in ons dorp nog niet zoo goed
georganiseerd was, meer dan eens vrees aan.
Zjj reed uren lang op haren mustang (wild
paard uit de Zuid-Amerikaansche pampa's)
in de prairie rond en meer dan eens is zjj
door een vijandeljjke Indiaan achterna ge
zeten.»
Is het dan niet gevaarljjk om daar voort-
derend te wonen
„Dat is het thans zoo bijzonder niet, prin-
868. Bjj de goed geordende toestanden woont
men daar veiliger zelfs dan in menige streek
van Duitschland.'
•En zoudt ge een geliefde vrouw, uwe
vrouw, daar eveneens heenvoeren, graaf Hall-
wey
Zonder eonigen twjjfel. Ik zou haar ner
gens veiliger rekenen dan aan mijne zjjde.
Ach, prinses, als ge mjjne woning eens gezien
hadt, dan eerst zoudt ge u een denkbeeld
kunnen maken van de veiligheid. Ze is ge
heel en al van sterk ijzer gebouwd, en zelfs
de vensters kunnen door ijzeren platen ver
sperd worden, een kinderhund is voldoende
om dit te bewerkstelligen. Mjjn woonplaats
wordt verder omgeven door twee jjzeren
wallen in de gedaante van hooge heggen van
sterk gevlochten jjzerdraad. Een allerbekoor
lijkste tuin met uitgestrekte wandelingen be
vindt zich daarbinnen, bosschage's, priëelen,
inheemsche en uitheemsche boomen en strui
ken, fonteinen, hangmatten, in één woord
alles, wat tot een behaaglijk comfort behoort
is daar aanwezig. Het huishouden zelf wordt
waargenomen door twee trouwe dienstboden
en een oude Mulat, die mjj met ljjf sn ziel
zijn toegedaan. Twee groote Bernardshonden
volgen mjj steeds op den voet en bewaken
dag en nacht het huis zoo wel als den tuin.
Sinds langen tjjd weten wjj niets meer van
vijandeljjke overvallen, d# beschaving schrjjdt
steeds voorwaarts en dringt de Indianen meer
en meer terug. Mocht het geluk mjj te beurt
vallen om mjj een geliefde vrouw te verwer
ven, dan zouden wjj wel zeer eenzaam leven,
maar toch ook al weer niet eenzamer daa
menige groote grondbezitter hier in Duitsch
land. Wjj maken veel visites en ontvangen
veel bezoek; de omtrek is tameljjk bevolkt
door kolonisten, die het tot een zekere wel
gesteldheid gebracht hebben, en die onze
nabjjheid zoeken, zoowel wegens zaken als
wegens het gezellig verkeer. De majestueuze
eiken van ons vaderland heb ik wel niet,
maar daarentegen wel trots zich verheffende
palmen, pjjnboomen en ceders, die in don
beginne zelfs mjjn verbazing opwekten. En
dat alles is mjjn eigendom, 't welk ik mjj
zelve verworven heb.
's Avonds wanneer ik thuis kom van het
kantoor, na een harden dageljjkschen arbeid
mjj verfrischt heb in het bad, dat de zwarte
voor haar .massa* klaargemaakt heeft en
mjj languit leg op den gemakkeljjken divan,
do Duitsche couranten en tjjdschriften ter
hand neem en mjjn sigaar rook, zou ik zelfs
met den' m&chtigsten ter wereld niet willen
ruilen.
„En droomt ge dan in die uren van rust
niet van het verleden, van het oude vader
land?' vroeg Adèle zacht, zeer zachf.
«Ja, zulke droomen heb ik geregeld, het
is het verlangen, de onbegrepen droefgeestig
heid onzer ziel, ik zie dan dit meer, hot park
van ons slot, mjjn moeder en broeder. Doch
deze liefeljjke beelden gljjden voorbjj goljjk
al het onbereikbare. De tevredenheid des
harten is een machtige factor oa het bewust
zijn ze spoedig weer te zien, die beiden maakt
dat men er licht over heen stapt.*
Ge wilt dus zeker niet meer bjj ons bljj
ven, maar u meer en meer gewennen aan het
leven van een grooten grondbezitter?' zeide
Adèle met een flauwe stem.
„Bljjven, neen. Wat zou ik hier doen?
De hoogst aristocratische zienswjjzen mjjuer
moeder zjjn u bekend. Wat zou ik hier moeten
aanvangen, om mjjn fortuin te maken
.O, ge kondet trouwen.' Eugenie scheen
er eeu genoegen in te vinden om Adèle in
verlegenheid te brengen.
Deze werd zoo rood als vuur, en maakt*
een heftige beweging, doch do woorden wa
ren nu eenmaal gevallen en konden niot
ongesproken gemaakt worden. Het scheen
dan ook of graaf Leo ze niet met betrekking
tot de een of ander, maar geheel algemeen
opvatte.
.Toch zeker niet om mjj door mjjn vrouw
te laten onderhouden, freule von Bietingboft,"
voegde hjj er met een ernstigen glimlach
aan toe.
Wanneer echter nu toevallig de vrouw
uwer keuze eens met geluksgoederen en hoo-
gen rang was bedeeld, en niet wilde mede
trekken onder de wilde Indianen en de
zwarten, wat dan
•Ik geloof haast niet, dat ik zulk eene
Ge zoudt zeggou Uw land is mjjn land,
üw huis is mjjn huis, en wat gjj lief hebt.
zal ten allen tjjde door mij gsliefd worden.'
(Wordt vervolgd.)