I KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje iiriiDD-.uumni P. Puinbroek, A Poiireiliisiei D. KOPPEN, ZUIDSTR. 73. DE GEITENHOEDER. voor Helder, Texel en Vlieringen. A. BARNEVELD, Keizerstraat 93, pi Molengracht 6 de nieuwe TUIN- en BLOEMZADEN, GRAS- en KLAVERZADEN. No. 2937 Woensdag 10 April 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 59. Ationnomont 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87%,Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. voor liet Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder. Bureaus i Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlên van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5» Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des D1.N8DAG8- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. 11 Kuwrnmno ew. HELDER, 9 April 1901. Yan den heer A. Kwant alhier, die eenige jaren in Transvaal doorbracht, daar gedu rende 6 maanden op commando was en in December 11. het land is uitgezet, ontvingen we een geschrift betreffende de aankomst en behandeling van de verdreven vrouwen en kinderen, naar de zoogenaamde kampen, in de omstreden van Johannesburg. Deze bij zonderheden zijn hierin medegedeeld door den heer P. van Trotsenburg te Johannes burg, die er getuige van was en een werk zaam aandeel nam aan de pogingen, om de ongelukkigen hulp te verleenen. Deze schrijft Johannesburg, 20 December 1900. Nog altijd zitten we hier ingesloten en nog woedt de oorlog met al zijn verschrik kingen, slechts bij schokken leven we. Nu eens komen er geruchten, die ons met blijde hoop en nieuwen moed vervullen, en dan komen ons berichten ter oore, uit de Zuid-Afrikaansche nieuwsbladen, die ons ter neer slaan en allen moed doen bene men. Sedert November zijn we een nieuwe phase van dezen onzaligen krijg ingetreden. De strgd tegen de vrouwen en kinderen reeds begonnen, breidt zich uit. Wij vernemen, dat uit alle plaatsen in de beide Republieken de vrouwen en kinderen zullen uitgedreven en in kampen bijeengebracht worden, ter wijl de mannen als krijgsgevangenen naar elders zullen worden vervoerd. Maar laat ik het pleit niet vooruitloopen- Op het einde van November kwam mijn buurvrouw mij om hulp en bijstand verzoeken, voor vrouwen en kinderen, die in vuile beesten wagens waren aangekomen. Vijf dagen hadden ze gereisd, honger en dorst geleden en nat en 'ziek als ze waren, lagen ze daar in armoede neder. Mjjn eerste vraag was >wat zijn dat voor menschen »Wel onze eigen boerenmenschen, die door de Engelsche soldaten van hun plaatsen en hoeven zjjn verdreven. Och, kom toch en laat ons helpen, allen roepen om brood en lijden dorst, terwijl kleeren en dekens hoog noodig zijn. Met mjjne vrouw en eenige anderen gingen we heen en kregen een tooneel te aanschouwen waarbij het hardste hart zou gebroken hebben. In eene stad, waarin aan alles gebrek is, heeft men in een uur tyds geen voedsel voor een paar honderd menschen. Liefdadige mannen en vrouwen waren er echter, die door de ellende getroffen, samen alles in 't werk stelden, om- te helpen. De predikanten verleenden hierbjj hun machtigen steun. Van alle kanten kwam hulp opdagen. Die bracht een blikje melk, gene brood, deze wat koffie, weer een ander dekens en klee deren. Het was Vrijdag tegen den avond en we vroegen ons af, zouden die opge; propte wagens met hunne droeve lading op deze plaats blijven en voor den nacht invalt niet hunne bestemming verkrijgen? Men ging naar den Engelschen officier, die was opgedragen voor die arme schep sels te zorgen. Deze bevond zich in het North Western Hotel, waarvan ook al een gedeelte vol was met uitgezette vrouwen. »Zoo!" zegt de officier, »is er een trein aangekomen Het is nu te laat, de muilen zijn moe en de Kaffers weg, morgen vroeg zal ik er voor zorgen." En dezen nacht »Nu ja, laten ze het zich zoo gemakkelijk mogelyk maken." Met deze hartelooze woorden werden de mannen afgescheept. Het werd donker, een koude mist stak op en het uur was daar, dat we allen weg moesten. Zij, die vrouwen en kinderen, konden bljjven en waren in dien guren nacht aan weer en wind blootgesteld Vroeg in den morgen waren we weer op de plaats der ellende en hadden nauwelijks gelegen heid ora dien armen schepsels wat brood uit te reiken, toen de trein naar de ren baan, een uur buiten de stad, gevoerd werd, waar ook reeds vele lotgenooten zich be vonden. Een commissie werd gevormd van predikanten, ouderlingen en notabelen. In de Irenekerk kwam deze commissie den zelfden morgen bijeen, en besloot alle pogingen aan te wenden om verbetering aan te brengen in het vervoeren van de verdrevenen, zoodat zulks op een mensche lijker wijze mocht geschieden. Voor een bedrag van 200 p.st. werd terstond inge schreven voor dadelijke hulp. Geld is voor zeker goed, maar wat baat het-, als men er geen voedsel voor koopen kan, als opnieuw treinen met verdreven vrouwen aankomen Toch wilde men gaarne helpenieder zou eenig voedsel afstaan en in depót bezorgen Mj mevrouw Calfijn, mevrouw Levi en bjj my aan huis. Van alle zijden werd het ons toegezonden, zoodat we voorbereid waren, om die arme menschen bij aankomst te voeden en te laven. Edoch, we hadden niet gerekend op die aller-Christelijkste natie, die ons belette de aankomende spoor wagens te naderen. Bidden en smeeken er voor hielp niet, maar moedige vrouwen drongen door en hadden nog het geluk dat liefdewerk te kunnen uitvoeren. De commissie zou iedere week vergaderen, maar de drang der omstandigheden was zoo groot, dat men eiken dag moest hijeen- komen. Op één dezer bijeenkomsten was een mejnffr. Botha, die het woord vroeg. Zij begon met den dichter P. A. de Ge- nestet en zeide »Zoo u het hart tot spreken dringt, Zoo spreek." Zelden of liever nooit heb ik een vrouw zoo hooren spreken, als dat eenvoudige boerenmeisje. Drie dagen en nachten was zij met hare zusters in de renbaan geweest om de vrou wen en kinderen te helpen, te troosten, te verzorgen en te voeden. Thans was zij uitgeput en ten einde raad. »Niet de minste voorzorgen," zeide ze, »waren er genomen, opdat die vrouwen konden slapen. Geen beddegoed, geen water, geen kook- gereedschap, niets voor reiniging en ver warming. Onvoldoend en slecht voedsel, het meliesmeel was stinkend en de zwarte suiker bedorven. Was het niet God ge klaagd Welk eene ramp voor onze men schen Van de meeste vrouwen in de ren baan was haar goed door de zorgeloosheid van de Kaffers verloren gegaan, doordat de kisten en pakken misschien in de andere kampen waren terecht gekomen. Een vrou wenkamp is te Rosettenvil, één aan de Robinsondiep en een ander aan de Village Mainreef. Stel u den toestand voor, door mej. Botha geschetst, die allertreurigst was, waarin onze boerenvrouwen en familie verkeeren Het was hartverscheurend om aan te hoorenMen besloot een deputatie naar den Militairen Gouverneur van Johan nesburg te zenden, om hem te vragen onze menschen niet meer als beesten te behan delen. Ze werden heen en weer gestuurd en verkregen op hun dringend verzoek het ant woord, dat alles van hoogerhand en in overleg met den geneeskuudige was vastgesteld. Wijziging in den toestand had niet plaats, alleen werd een soort winkeltje bij de kam pen en laagers geopend, waarin melk roastbeef te koop was. Ik eindig en hoop dat mijn schrijven in Nederland aankomt en daar liefdevolle harten zich zullen openen, om die ongelukkige vrouwen en kinderen te troos ten en te helpen en moge het meewerken om het protest tegen den verschrikkeljjken krijg, door het heerschzuchtig Engeland begon nen, uit te breiden en te versterken. P. v. T. Aan andere bladen doe ik het beleefd verzoek, het stuk over te nemen. De Kamer van Koophandel en Fa brieken in deze gemeente, zal vergaderen op Vrijdag den 12 April a.s. des avonds ten 7'/s ui»". Stukken voor deze vergadering worden ingewacht vóór genoemden datum bij den voorzitter of een der leden. 1 In de Marnixstraat te Amsterdam is een droevig ongeluk gebeurd. Een kind van een jaar of acht liep daar op de tramrails, toen er een wagen van de electrische tram in volle vaart naderde. Een werkman van de tram, die toevallig vlak bij was, zag het gevaar waarin het kind verkeerde en snelde toe om het weg te rukken. De kloeke man, Visser genaamd, duwde 't kind weg, maar werd 't slachtoffer van zijn goede daad. Hij struikelde, raakte onder den wagen, die niet snel genoeg kon stilhouden en werd deerlijk gewond opgeno men. Men bracht hem stervende naar het Binnen-Gasthuis, maar onderweg bezweek de man. Het knaapje, dat een niet ernstige kwetsuur had gekregen, werd ter verbin ding in het Gasthuis opgenomen. De bestuurder van den electrischen wa gen had aan het ernstig ongeluk geen schuld. Alles gebeurde zóo snel en zóo plotseling, dat er geen meer was om te remmen. De Oorlog in Zuid-Afrika. Het meest merkwaardige bericht Vrij- jl. uit Zuid-Afrika ontvangen is wel dit, dat generaal French zjjn bevel neder- legt om de bereden versterkingen uit En geland te organiseeren. Men zal moeten toegeven, dat de Britsche generaals een tsd kiezen om hun taak over te dragen op andere schouders. Generaal Bulier keerde naar Engeland terug, toen hij naar he$ heette, de macht der Boeren in het oosten 'van Transvaal had gebroken, Pole Carew en anderen behaalden groote successen en gingen daarop op bun lauweren rusten, lord Roberts maakte den oorlog uit op papier althans en reorganiseert nu het Britsche leger. En nu verdwijnt French ook voor- loojpig althans van het oorlogstoon'eel. Ook hij heeft lauweren geoogst in Zuid- Afrika, wel het meest, en ook wij erkennen dit volmondig, door het ontzet van Kim- berley. Maar ook in het vervolg van den oorlog is hij steeds even gelukkig geweest en gedurig was het French die op de moeilykste ondernemingen werd uitge zonden. Zoo heeft lord Kitchener hem ook op gedragen de Boeren in het zuidoosten van Transvaal in een hoek te dry ven en hun macht te vernietigen. Gedurig als de regen het hem niet belette heeft hy wagens, vee, munitie, kanonnen zelfs buit gemaakt, en onderwierpen zich zooveel Boeren aan hem, dat men nog maar een honderdtal van deze krijgsgevangenen heeft kunnen wegzenden, lord Kitchener werd niet moede te verzekerén eiken dag weder, dat nu toch de laatste uren der Boeren in het zuidoosten van de Zuid-Afrikaan- sche Republiek geteld waren en de dag bladcorrespondenten zeiden het hem vol mondig na. Maar intusschen is de verwachte over gave der Boeren uitgebleven; ze zijn nog wel altijd erg iu het nauw, ze verliezen nog steeds vee en kanonnen zelfs bun laatste stuk en hebben niet eens meer munitie maar de taak van generaal French is niet voltooid. Zelfs vertelt een correspondent van de Standard", dat de operaties tegen de Boeren waarschijnlijk wel weer belemmerd zullen worden dooi den regen. En hy laat zich daarbij heel naief ontglippen, dat een aantal Boeren, die bij het begin van den tocht van French ontsnapten, Erinelo. en Amersfoort weer hebben bezet, terwijl anderen stellingen hebben tegenover Paardekop, Zandspruit en Stander ton. Als men zich de moeite geeft deze po sities even op de kaai t na te gaan, zal meii zien dat de Boeren, die ingesloten moesten worden, thans in den rug van de troepen van generaal French zitten. Of dat voor zijn colonnes ernstig g.'vaar op levert kunnen wij niet zeggen, daar alle bijzonderheden over zijn operaties ons zorg vuldig zijn onthouden, maar iedereen zal moeten toegeven, dat generaal French zjjn taak nog lang niet heeft voltooid. En toch wordt deze uiterst bekwame generaal vervangen door een die nog niet zulke doorslaande bewijzen van bekwaam heid heeft gegeven, om een werk te ver richten, dat men gerust aan een minder goeden legeraanvoerder had kunnen over laten. Dat geeft wel te denken. De maand Maart heeft zich, naar luid der Britsche berichten, gekenmerkt door een aantal weinig beteekenende gevechten, waarbij de Britsche verliezen steeds nihil of althans zeer gering waren. Men zal daarom met verbazing in het telegram hebben ge zien, dat de geringheid of de afwezigheid der verliezen heeft geleid tot een totaal van 3731, dat is ongeveer 125 man per dag. Ze zijn als volgt verdeeld: gesneuveld 9 officieren en 103 man. aan bekomen ver wondingen gestorven 5 officieren en 48 man aan ziekte overleden 12 officieren en 446 man, vermist en gevangen 3 officieren en 36 man, naar Engeland teruggekeerd als invaliede 129 officieren en 2940 man, totaal 158 officieren en 8573 man. Het totaal der Britsche verliezen in den oorlog is daardoor gestegen tot 60625, te weten 2599 officieren en 58.026 man. waaronder altjjd nog zijn 17 officieren en 758 man die vermist of krijgsgevangen zjjn. Aan gesneuvelden, gewonden of zieken, die zijn gestorven, invalieden, die voor altijd ongeschikt zijn voor den dienst heeft het Britsche leger verloren 17,662 man, waar van 711 officieren. LONDEN, 5 April. De officieele ver liezenlyst van den oorlog over Maart be loopt 3731 officieren en manschappen. Central News" verneemt dat generaal Hildyard het bevel van generaal French zal overnemen. Deze gaat de bereden ver sterkingen organiseeren die uit Engeland komen. LONDEN, 5 April. Een telegram van lord Kitchener uit Pretoria van heden meldt, dat kolonel Plumer Piet Potgieters- rust zonder tegenstand bezette. Generaal French maakte nog een pom- pom buit, het laatste, voor zoover men weet, dat de vijand in het zuidoosten bezit. Ver der maakte hij een groot aantal wagens en veel vee buit en nam vele Boeren ge vangen. Een deel der Boereotroepen in de Kaap kolonie trok over de Oranjerivier den Vrij staat binnen. DUNDEE, 5 April. De generaals Dart- nell en Alderson hebben den vijand belet zich te Vryheid te vereenigen en naar het noorden te vluchten. Zjj joegen hem naar het zuiden en maakten honderd wagens en duizenden stuks vee buit. De vyand was zeer in het nauw gedreven en wierp een pompom in een afgrond. Aan de grens van Zoeloeland gaven zich een aantal Boe- a over. MADRID, 5 April Berichten uit Por tugal melden, dat aan boord van de Por- tugeesche transportschepen niets was gereed gemaakt, om de 1200 Boeren te ontvangen, ledurende de reis werden velen ziek, an deren werden kraukzinnig De bevolking zeer hulpvaardig voor hen. ADVERTENTIE N. KEIZERSTRAAT 93. is steeds het BESTE en GOEDKOOPSTE ADRES voor het Repareeren en Bekleeden van Meubelen. éA flinke JONGENS kunnen direct geplaatst worden. ZAADHANDEL, bericht de ontvangst van: Extra kwaliteit en concurreerende prijzen Speciaal adres voor het aanleggen, opknappen en w r^ onderhouden van Tuinen. VOORHANDEN: collectie STAM- en BLOEMHEESTERS, KLIMPLANTEN, enz. enz. Aanbevelend. JLmJSLJ^N. Ondergeteekende heeft voorhanden, een ruime sorteering Groenblijvende en Blosl ende Kamerplanten, tegen uitent lage prijzen. Benevens alle soorten Rozen, Heesters, Klimplanten- en Tuinbenoodigdheden. Aanleg, opknappen en onderhonden van Tuinen. Wegens plaatsgebrek voor spotprjjs een party aardbeziën-Planten, Bessen-Boom pjes, Frambozen-Struiken en 4 zware grootvruchtige Lei-Pereboomen. Aanbevelend W J AGGENBACH Jr. Ik orirleryeteeken- de bericht, dat de BARBIERSZAAK in de lste VROOMST 11. Mo. 21, op denzelfden voet door mijn broeder zal worden voortgezet. BC Hopende dat hij ook sich de gunst waardig moge maken. 4» WIJTMIV Bezichtig slechts de extra rijke sorteering LAAGSTE PRIJZEN. De ondergeteekende bericht de ontvangst van een groote collectie elegante Modelhoeden en Nouveauté's in alle prijzen, welke van af heden te bezichtigen zijn. Onder beleefde aanbeveling, Uw dw. dienaresse M. de Boer- Kanaalweg 65. Agentuur bij Mej. G. BERKHOUT, Magazijn „De Witte Roos", Zuidstraat 71, den Helder. UlPPGIVOieUEK Ochtendmeel voor hoenders bij de 5 p. 25 c. Gerstetneel 5p. 20 c. 2 Gemengd Kippenv. No. 1, bjj de 5 k. 27l/i ■g No. 2, 5 k. 25 c. No. 3, 5 k. 22'/, cd Blanke dikke Haver, bjj de 5 kop 20 c. q Gerst, bjj de 5 kop 23 c. »o Chevelier bij de 5 kop 30 c. Fijne kleine Maïs, bij de 5 kop 27'/» Groote Maïs, bjj de 5 kop 25 c. Grove Voertarwe, bij de 5 kop 24 c. enz. - enz. Verkrijgbaar bij A. G0VERS Rz., Klaas Duitstr. No. 24 en bij J. T. v. d. KUIJL, Californiestraat No. 31. De ondergeteekende gaat steeds door met het vegen van Schoorsteenen. Adres: ie MOLENS 1 RAAT No. il% J. NUK00P. FEUILLETON. Vrjj bewerkt door AMO. 13) Danton overlegde een oogenblik. Toen vroeg hjj: ,Gij weet, wat gisteren in de Conventie gebeurd is?* «Ik weet liet. »Gjj woetalzoo ook, hoe mjjn tusschenkomst in deze zaak als een misdaad gebrandmerkt kan worden?» Madeleine liet treurig het hoofd hangen. »Ik weet het.» «.Dat het levensgevaarljjk is?" ,Ja.' //Gjj znlt niet zeggen, dat Danton een laf aard ie, burgeres Madeleine. Wacht een oogenblik." Hjj zag zoekend in het salon ora. //Burger Danjonl» riep hjj dan tot een man, die dichtbij te midden van eenige joöge dames stond. De geroepene kwam terstond nader. .Wat verlangt gjj, burgor Danton?" •Ik heb gisteren, dadeljjk na de zitting der Conventie, naar u gezonden oin de akten over. de zaak Ettienne de Leuronsac. Waar om heb ik ze nog niot ontvangen?' .Men kon zo eerst niet vinden. Nu, tegen den middag zjjn ze onder een berg andere akten ontdekt en terstond naar het ministerie gezonden. Ge zult ze allen morgen vroeg in uw bureau vinden, burger Danton.» iGoed, burger Lanjon. En waar bevindt zich de gevangene thans?» .Sinds drie weken is hjj in de Conciergerie. Door de vele menschen, die daar opgesloten zitten, is men er nog niet toe gekomen hem te verhooren.* .Goed. Ziet gjj deze dame hier burger Lanjon .Burgeres, het is mjj een eer, zeide de man met een koffuljjke buiging. «Zjj is burgeres Madeleine, een onzer beste patriottiscben van geheel Parjjs. Zjj moet in de zaak Leuronsac getuigenis afleggen en ik wil haar daarom een verlof tot een be zoek in de Conciergerie tor hand stellen.* .Zeer goed, burgor Dunton.' .Burger Lanjon*, voer deze tot Madeleine voort, is intendant der Conciergerie. Gij wilt hem, indien het noodig mocht zjjn, u herin- neron, burgeres en zal het hem een eer zjjn u van dienst te wezen.» Men boog van weerszijden, was zeer hof- foljjk en vriendeljjk tegen elkander, en toen burgeres Rialmont terugkwam, werd men werkeljjk vrooljjk en oagedwongen, alsof men een praatje over het weer gehouden en do nieuwste geostigheid verteld had. Do salons van burgeres Lucretia maakten een volkomen onschuldigen indruk j slechts dan klonk er een scherp woord, wanneer weer hot terrein der politiek betreden werd. In een nis, half door een gordjjn verbor gen, stond de schoone burgeres Tallien, de vurige Spaanschc, de meesteres in intrïgeeren met eene oude vrouw, de waarzegster Thèot. Deze vronwgenoot in de toenmalige Parjjsche gezelschappen een merkwaardig aanzien Het is een oude ervaring, dat in woelige tjjden het bijgeloof s:ork op den voorgrond treedt, en derhalve behoeft hetgeen verwon dering te baren, dat burgeres Théot; als be kende waarzegster, in die kringen een rol speelde, waarvan men had mogen aannemen dat ze boren zulke bjjgeloovige knusten ver heven waren. Och, lieve Théot,» lachte de schoone Spaansche luid en overmoedig, .dat is niet te gclooven. Gjj wilt mjj foppen." //BurgereB», sprak de waarzegster, geloof, wat gjj wilt; ik zog u, wat ik weet.» Rohespiere zou bijgeloovig zijn?" .Zoo is het. Maar geljjk bjj na alle menschen gelooft hjj slechts aan die voorspellingen, welke in zijn kraam te pas komen. Wanneer ik hem morgen profeteer, dut hjj binnen vier weken gehangen zal worden, zal hjj datver- mofdeljjk niet geloovon. Zeg ik hem echter, dat hjj binnen tien jaar keizer wordt, wie weet, of hjj daaraan geen geloof hecht Burgeres Thé >t was een nauwkeurige op merkster en daardoor ook een groote menschen- kenster. Zoodoende trof zo in vele gevallen met verrassende zekerheid haar doel. De schoone madame Tallien had met ge spannen belangstelling hare mededeelingen aangehoord. ,Gij wilt mjj bedriegen, burgeres Théot', zoi zij thans. »U bedriegen? U? Dat is mjj onmogeljjk. Als hot op bedriegen aankomt, mag ik wel bjj u ter school gaan.» »Eo komt hjj workeljjk nu en dan in nwe woning?» .Vroeger kwam hjj vaker. Thans is hjj sinds een jaar niot bjj mjj geweest.* .Wat wilde hjj?» Do waarzegster haalde do schouders op; toen zei ze afwerend: .Gjj vraagt zooveel, burgeres Tallien.* .Al moest ik de woorden met duizend frankstukken nit uw mond trekken,, fluisterde de Spaansche in groote opgewondenheid," gij moet mjj antwoord, geven, burgeres Thé ot." Daarop scheen de andere slechts gewacht te hebben. Ha', zei zjj nu langzaam en zacht», gjj zjjt or nieuwsgierig naar?» //Hier, neem aan, burgeres Théot. Maar ik wil de geheele waarheid weten. Verstaat gjj Alles, alles Met deze woorden reikte zij haar onge merkt een handvol geld over, wat de oude vrouw meesmuilend aqnnam. .Vraag nu, burgeres.» .Wat wilde Eobespierro bjj u Hjj wildo van mjj het lot des koning weten.» «Nu?» .Ik zei het hem. Hot was op het oogen blik toen hjj het mjj vroeg ook niet moeiljjk meer te radon.» .En verder .Verder wou hjj zjjn eigen lot vernemen,» .Zoo en wat zeidet gjj tot hem?» Hoe heftiger en dringender madame Tallien vroeg, Koe achterhoudender de oudo vrouw word. Thans haalde zjj weer outwjjkend de^ schouders op en mompelde: z/Zjjn lot zei ik hem." De vorige Spaanscho stampte ongeduldig met don voet op den grond. .Ik heb niets meer bjj mjj, Théot, maar maar morgen kom ik bjj u. Dan zult ge spreken, niot waar?* Misschien burgeres. Ik zal moeten op passen, dat ik mjj op dozo wjjze niet in mjjn klandizie benadeel. Onzin, Théot I Ik verzeker u veeleer het tegendeel. Gjj weet toch, dat ik beter be taal dan de teringachtige Robespierre. Wan- neer gij mij dus invloed op hem kunt ver schaffen, is mjj geen som te hoog." Théot n Burgeres merkte aan de opgewon denheid en warmte waarmee madame Tallien iprak, dal deze het moonde. Evenwel vro«g zij nog aarzelend en voorzichtig: 'Ik weet niet, burgeres hoe ik u invloed kan verschaf- op den machtigsten man van geheel Frankrjjk.' Eenvoudig door hom te voorspellen wat ik u zeg.» Burgeres, bedenk wel, dat hot een man betreft, die ons beiden met één penneslreek onder de guillotine kan brengen.» Wat «doet dat er toe Gjj weet toch bur geres Théot, dat, hoe machtiger oen man is, des te gemakkeljjker men hom zjjn wensch kan voorspellen." Do oudo vrouw schoen thans mot hare lastgeefster tevreden to zijn. Zjj knikte meer malen en zei eindeljjk: .Kom morgen burge res Tallien, ik zal u wachten en wjj zullen het zeker eens worden." Daarbij scheidden zjj en tradon uit de nis in de salon. Het kon zoowat tweo uur 's nachts zjjn. Het was een schoone, zachte nacht en in de salons van burgeres Lucrotia had men wegens de hitte de ramen opengrzet, zoodat de koele lucht binnenstroomde. Plotseling ontstond er een geheimzinnige stilte. Toen vernam mon eenig schril geroep, en eindelijk hoorde men, hoe de stormklokken vreeselijk dreigend door de stad klonken en de slapcnden wekten. Vragend zag men elkaar aan, maar men durfde niet spreken. Velen werden bleak en kaddeu zich gaarne stilletjes verwijderd. Toen roffelden de alarmtrommen door do straten. De nationale gardes en sans culottes snelden schreeuwend naar hun ver- zamelingsposten, ruiters draafden in vollen galop de straten door. Men kende in dien t jjd het alarmgelui zeer goed. Hot was gowoouljjk de inleiding tot bloedige botsingen en straatgevechten. Na eonigen tjjd hoorde men voortdurend aan groeiende bondon door de straten trokken. Toon vernam men ook don bruisenden rovo- lutiezang der woeligo menigte de Marsellaise. Dat klonk geheel anders dan zoo straks het gezang van burgeres Rialmont. Het bruiste als do golven eener omketende zee, als do orkaan van raenschelijke hartstochten. Ofschoon de toenmaligo Parjjsche gezelschap pen aan dorgeljjko verschrikkingen gewoon waren, las men toch vrees op de aangezichten van hen, die in het salon van burgeres Lu cretia bjjeen waron. Wat was er geboord Wat zou er gebeuren Het raadselachtige vergrootte nog aller schrik en spanning. Van al de aanwezigen bewaarde slechts één zjjn kalmte dat was Danton. Hjj was bljjkbaar met de zaak op de hoogte. Met een tevreden lach zag hij, hoe de klsine, teere burgeres Madeleine zich doodsbleek op een sofa had laten vallen. Zelfs de altjjd slagvaardige burgeres Rialmont verloor voor eenigen tijd haar kalmte. Vrees niet, dames,' zei Danton eindeljjk lachend tot haar, .hot is slechts oen kleino machtsvertooning van de majesteits des volks tegenover de Conventie. Wanneer gjj echter een schoon verheven schouwspel wilt zien, verzuim dan niet morgen voormiddag op da tribune in de Conventie aanwezig te zjjn." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1