KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringenm IübbOT DE GEITENHOEDER. D. KOPPEN, ZUIDSTR. 73. Spreekuur 12-2. ING. Fotografie. Mej. A. C. LEIJER, W. J. Aggenbach Jr. De gestoomde en geverfde VEEREN, zijn heden terugge komen. WOONHUIZEN No. 2939 Woensdag 17 April 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoons0. 59. lilt het Buitenland. Onrustbarend klonk in de vorige week het bpricht, 'twelk natuurlijk weer van Engel- sche zijde tot ons word overgebracht, dat de geestvermogens van generaal de Wet op ern- «tige wjjze verstoord waren, 't Bericht was zóó duidelijk en klonk zóó stellig, dat ook andere dan Engelsche nieuwsbladen dat be richt overnamen en onder hunne lezers ver spreidden. Vastgeknoopt daaraan was de vreemde, onverwachte tijding, dat deze zeer verontrustende toestand, waarin do Boeren generaal zich bevond, opnieuw aan generaal Botha aanleiding had gegoven, om met de Engelschen over don vrede te onderhandelen. Het bericht was zoo, als het ware, nit de lucht komen vallen geen enkele mededeeling, die op geestverstoring wees, had men vooraf vernomen. Geen wonder dus, dat de altijd zeer onbetrouwbaar gebleken Engelsche oorlogs berichten ook nu sterk betwjjfeld werden, en weldra bleek hot, voor de zooveelstc maal, dat de Engelsche oorloga-correspondenten ook dit zonderling nieuwtje uit den duim hadden gozogen. Generaal do Wet is, volgens de latere tydingen, gelukkig nog altjjd in het bezit zijner lichamelijke en geestelijke ver mogens, en in stede van over den vrede te praten, is Botha met zjjne vrienden er voort durend op bedacht, om den krjjg, als tot nog toe, met moed en overleg voort te zetten, 't Zou voor de Engelschen zeker een aange name mededeeling zijn geweest, wanneer wer kelijk gebleken was, dat zulk een man van ge wicht als de Wet aan de zaak der Boeren was ontvallen voor de, ik weet niet hoeveelste maal, hebben echter de correspondenten hnnne Engelsche lezers ook nu weer met een doode mnsch bly gemaakt. Uit het verspreiden van znlk een tyding valt inmiddels wèl af te leidon, hoezeer in Engeland naar hot opnienw ope nen der vredes-onderhandelingen verlangd wordt. De Engelschen hebben, nadat het gebleken is, dat Botha hoegenaamd nog geen uitzicht biedt op do hervatting der vredes onderhan delingen, nieuwe plannen gevormd, om den steeds volyverigen de Wet aan het werk te houden. Men voert hier een bezetting heen, en drijft daarheen de Boeren voor zich uit, en op die manier zal men den rusteloozen gene raal handen vol werks geven, hem afmatten, misschien op het laatst onmogelijk maken. De plannen, met dat doel ontworpen, zjjn echter zóó ongerijmd, dat men moot donken aan af standen als die van Borlyn naar Rome, op welk traject mon dan den Bóeren-generaal voor zich uitdrijven zou. En dan spreken de berichtgevers Engelsche, natuurlijknog tan de andero generaals, die nok maar even zullen wordon voortgedreven, alsof het schapen zjjn, naar plokken, waar de Engelsche bevel hebbers met troepen gereed staan, om hen op- tewachten. Ovorigons hebben verschillende EngelBche generaals handen vol werk met het beschermen van spoorwegen en van spoor treinen. Op papier is hot Engelsche leger wel 2SO.OOO man sterk, doch er mankeert weieens een enkele op het appèl. en de te bewaken weg is zoo schrikkelijk lang. Maar bovendien hebbon de Engelsche militairen ook nog iets anders te doenzy moeten behalve de wegen bewaken, ook nog de Bonren verslaan, want anders krijgt mon in Engeland geen over- winnings-bul'.etins thuis gestuurd. En waar zou het op die wijze heen moetan met het Engel sche volk, 't welk met reikhalzend verlangen dagelijks uitziet naar de berichten van schit terende zegepralen en naar de smeekbeden der Boeren, die naar het herstel des vredes uitzien. Een telegram uit Harrismith (in het N. W van don Vrijstaat) meldt voorts: „Het is gebleken, dat generaal Do Wet, terwyl hy hield, of hy de Vaal wilde over trekken, geen andor doel had, dan den tocht van Louis Botha naar den Vrijstaat te dek ken. Goneraal Botha heeft een onderhond gehad met generaal De Wet en president Steyn in een hoeve naby Heilbron, in het N. van den Vrjjstaat ton W. van den spoorweg. De 3 Boerenaanvoerders zouden besloten hebben, den stryd tot het oinde voort te zet ten. Generaal Botha is daarop naar Transvaal teruggekeerd. IIEÜIIKiTliUKiGEl HELDER, 16 April 1901. Tweede Kamer. Hedenmiddag zal het Paasch-recès ein digen. Tot afdoening van een aantal spoed- eischende en zeer belangrijke onderwerpen komt zij heden middag weêr bijeen, en reeds de vassftelling der orde van de nu nog in behandeling komende ontwerpen is van veel belang. Heden zal o. a. zeer- waarschijnlijk een beslissing worden geno men, omtrent de voortzetting van behan deling der Legerwetten. Ook omtrent de wijziging der Draukwet moet vóór 1 Mei een besluit worden uitgelokt. Schadevorderingen wegens uitzetting uit Zuid-Afrika. De Britsche secretaris voor buiten- landsche zaken heeft een commisie be noemd ten einde de schadevorderingen, te onderzoeken, die door onderdanen van bevriende mogenheden uit hoofde hnnner uitzetting naar Europa door de Britsche militaire autoriteitea in Zuid-Afrika zijn of zullen worden ingediend, Alle eischen tot schadevergoeding be- hooren vóór of op 25 April e. k. bij het Britsche Departement vau Buitenlandsche Zaken te zjjn ingediend. De Nederlandsche Regeering zal zich bij de zittingen van bedoelde commissie doen vertegenwoordigen door den heer rar. W. Roosegaarde Bisschop, advocaat te Londen, ter ondersteuning van de aanspraken der Nederlandsche belanghebbenden. Bij het Departement van Buitenlandsche Zaken te 's Gravenhage zijn reeds onge veer 900 aanvragen tot schadevergoeding ingekomen, welke door tusschenkomst van Hr. Ms. gezantschap te Londen bij de Engel sche regeering zijn of zullen worden inge diend. Het is zeer geraden verdere schadevor deringen voor 20 dezer aan het Departe ment van Buitenlandsche Zaken te 's Gra venhage in te zenden. Die vorderingen moeten vergezeld zijn van een korte vermelding der omstandig heden waaronder de uitzetting in Zuid- Afrika plaats greep, en van een zoo nauw keurig mogelijk en te goeder trouw opge - maakte specificatie van het als schadeloos stelling gevorderde bedrag voor de recht streeks geleden stoffelijke schaden. De aanvaring van de >Frederik Cornelis". Op Zondagmorgen 3L Maart te 1.30 bevond de stoomtrawler „Froderik Cornelis*, toebe- hoorendo aan de maatschappij Hoek van Hol land, waarvtn de directeur is de heer A. S. Groen te IJ muiden, zich in de nabjjheid van het eiland Ailsa Craig in de Firt of Clyde, en juist had de bemanning de netten tot visschen uitgezet toen do boot werd aange varen door het stoomschip ,Aranraore«,kapitein Williams, toebehoorendo aan do Clyde Steam- ship Co. Ltd. te Glasgow en komende van Plymoulh. Op het dek bevonden zich H. Miczelmoe, M. Kryger, P. J. Houtwipper, L. Witvliet, I. Rietdijk en de gezagvoerder F. Nonnekes, terwjjl J. Hooft, L. Hooft, J. van Gelder, W. Molendyk en de Engelsche loods G. Akett, als op het oogenblik wacht te kooi bobbende, zich beneden bevonden. Het was lichte maan en doodstil weer zoo dat do «Aranmore* die volgens de scheeps- verklaring, afgelegd door de geredde matrozen en machinisten L. Witvliet, M. Krijger. D. Jonker, en P. J. Houtwipper, bij don vice- consul der Nederlanden te Glasgow, den heer A. R. Mees, gedurig groene lichten deed zien, waaruit kon worden opgemaakt dat voor de trawler geen gevaar bestond, dit vaartuig terdege goed kon hebben gezien. De aanvaring geschiedde op de hoogte van de maohinckamer en was zóó hevig, dat in dio kamer een gat werd geboord van naar schatting 7 voet, terwyl van de aanvarende boot zelf een deel van den boeg werd in gedrukt. Dadel jjk begon de .Freierik Cornelis» te zinken. M. Kryger wist aan boord der «Aranmore* te komen, waarop do tweede stnurman de wacht had. Die stuurman was echter vrywel in de war, zoodat eerst een boot werd uitgezet, toen de kapitein, die boven was gekomen, daartoe last gaf, doch toen was het reeds te laat en kon alleen nog gored worden D. Witvliet, die dry vende was pp de omgekeerde reddings boot van don trawler, terwyl de loods Akett en D. Jonker zich langs een touw van de .Aranmore. hadden naar boven gewerkt. Ook P. J. .Houtwipper gehikte dit nog net bijtyds, of hater, zyn geluk is het geweest dat hij de bovenste was van drie anderen, waaronder kapitein Nonnekes en H. Miezel moe, die ook een touw hadden gevat. Want toen zij met hnn drieën daaraan hingen begon de trawler, met het achterschip het eerst, te zin kon en streek daarbjj met den top van den mast langs het touw, waar door Nonnekes en Miezelmoe daarvan worden afgegrist en met den trawler in de diepte verdwenen. Met hem kwamen omJ. Haaff, L. Hauff, J. van Gelder, W. Molendyk en I. llietdyk. Nonnekes, Miezolmoe on Rietdyk zyn ge huwd cn vaders van gezinnen. De geredden werden naar Glasgow gebracht en zjjn daar, zooals reeds gemeld, in het Zeemanshuis. Zij ontvangen 5 shilling per dag en per man en roemen ten zeerste de hulpvaardigheid van den heer A. R. Moes, onzen consul. Het zal nog wel een dag of veertien aanhouden, voordat zy in het land terngkeoren, daar zij eerst nog moeten gehoord worden tegon de bemanning van de ,Aran- Valt die getuigenis in het voordeel van den trawler uit, dan is de directie der fA- ranmore, volgens do Schotsche wet verplicht aan de nabestaanden der verongelukten uit te betalen een pond sterling per ton inhouds maat. Door de maatschappij was de bemau- ning verzekerd, de kapitalen o. m. voor f 1300. Do kapitein, Nonnekes, pas 27 jaar en vader van 1 kind, wordt te IJmuiden algemeen be treurd als een bekwaam zeeman en oen goed oppassend persoon. De hr. A. S. Groen heeft de geredden per soonlek bezocht en ze van het noodige voorzien. Doodgeschoten. Een droevig ongeluk had Vrijdag plaats op het terrein der Baarnsche schietvereeni- ging waar de wefeelijksche oefening op 300 meter afstand, gehouden werd. De aanwij zer, die steeds nauwgezet dezen post vervulde en zeer voorzichtig was, had de uitdrukke lijke opdracht om onder geen voorwaarde uit zijn observatieplaats te komen dan na het vallen van het schot Om een onverklaar bare reden echter trad de man naar voren op het moment dat een der schutters vuur de op hetzelfde oogenblik viel de aanwjj- zer doodelyk getroffen voor de roos ne der. Nader schrijft men nog Het slachtoffer van het noodlottig toe val, Van Vulpen, heeft indertijd verschei den malen in Atjeli gevochten. Het ongeluk heeft zich aldus toegedragen. De heer IJ. on langs uit Utrecht uaar hier verhuisd, zou zyn gewone serie van vijf schoten lossen. Na het derde schot keek de marqueur hoogst onvoorzichtig uit zyn verdekte stelling, om te zien waar het 4e schot bleef. Te gelijker tijd drong de kogel in zyn oog en doodde hem onmiddellijk. Men zag hem bjj 't be gin der baan (300 M.) wankelen en de han den uitstrekken ijlings snelde men er heen, doch vond hem badende in zyn bloed. De ge neesheer kon slechts den dood constateeren. Meermalen was v. V. gewaarschuwd niet zoo onvoorzichtig te zyn, maar gewoonlijk was zyn antwoord dat er wel 1000 kogels om zijn ooren gevlogen waren, en hij er niet bang voor was. Het ongeluk is dan ook aan hemzelf te wijten. Niettemin kan men zich den toestand van den heer IJ. voorstellen. Door gas gestikt. Een treurig geval heeft zich in den nacht van Vrijdag op Zaterdag te Amsterdam voorgedaan. Op de Heerengracht bij de Raadhuis straat woonden de twee dames S., eene moeder met haar ongeveer 30-jarige doch ter. Toen Zaterdagmorgen als naar ge woonte de dienstboden zich aanmelden om haar dagtaak te beginnen, kregen zij, ook na herhaald schellen, geen gehoor. Toen eindelyk, onder politietoezicht, de deur door een smid van buitenaf was geopend, kwam een benauwende lucht den binnen- tredenden tegemoet. Bij onderzoek bleek Jat in de slaapkamer van de beide dames do gaskraan open stond en dat de beide vrouwen in haar slaap gestikt waren. Een in allerijl geroepen dokter kon slechts den dood constateeren. Dit droevig sterfgeval, dat zoo kort plaats greep na den dood van den heer S., die ongeveer een half jaar geleden is overleden, wekte in de buurt algemeene deelneming. De moord op Marius Bogaardt. Naar men verneemt, beeft Willem Maria- nus de Jongh, die in 1881 door den Hoogen Raad tot 25 jaren tuchthuisstraf werd veroordeeld, wegeus den moord, gepleegd op het jongetje Boogaardt, en aan wieu onlangs nog 3 maanden afslag is verleend, een verzoek tot revisie bij dien Raad inge diend. Zwendel met loten. In Groningen tracht men tegenwoordig loten aan den man te brengeu, welke vol strekt geen waarde hebben zij zijn dan ook niet geteekend en dragen slechts een stempel. Bij den kassier Meursing te Hooge- zand, kwam dezer dagen iemand uit den kleinen burgerstand, die voor f 150 vau ilie loten had gekocht, inlichting vragen over de waarde dier loten. Hij moest toen tot zijn groote teleurstelling vernemen, dat die papieren alleen de waarde bezaten vanscheurpapier. Oplichterij. De Parysclie politie is op het spoor ge komen van een kolossale oplichtery, ge pleegd door een Londensch agentschap. De oplichtersfirma liet zich door agenten in Frankrijk bericht geven van het over lijden van personen, wier naam en positie het vermoeden wettigde dat zij wel iets aan hun erfgenamen zouden nalaten en zond dan aan deze een schrijven met de mededeeling dat onmiddellijk voldaan moest worden de laatste termyn van de levens verzekering van den overledene, wilden de erfgenameu niet de aanspraken op de uit- keering van het bedrag der verzekering verliezen. Zeer vele slachtoffers liepen in den val en zonden het geld aan het opge geven adres. Werd later de boedel geregeld dan vernamen zy dat er geen polis bestond, in elk geval dat ze waren opgelicht. Er zyn reeds vijftig aanklachten tegen de zwendelfirma ingediend. De Oorlog in Zuid-Afrika. Het bericht dat De Wet gek zou zijn geworden, geeft de Engelsche couranten heel wat stof tot bespiegelingen. Heel ernstig nemen ze het bericht niet op, het geen ten minste voor haar normale her- sengesteldheid pleit. Geen der bladen is echter zoo helder om de conclusie te trek ken dat het er eigenlijk in het geheel niet op aankomt, of een helderhoofdig, een zwakhoofdig of volslagen krankzinnig tegen stander de Engelsche treinen doet derail- leeren en de Engelsche pratouilles oplicht. De „Daily Mail" zegt nogal sceptisch „Als De Wet werkelijk gek is, zal men moeten bekennen, dat hij veel methode in zijn krankzinnigheid heeft gelegd". En de „Daily News" herinnert niet onaardig aan de uitvlucht van de Oosterijksche generaals die door Napoleon verslagen waren, dat hun tegenstander gek was. „Inderdaad, is hij gek zeide een Oostenryksche Keizer, „dan zou ik willen, dat hij eenige uwer beet." Een beet van De Wet zou heel wat generaals zelfs in deze phase van den Zuid-Afrikaanschen krjjg nog zeer vau pas kunnen komen. In een brief van een troepsoldaten vin den wjj in de „Daily News" weer eenige klachten over de wijze waarop de trans porten geregeld zijn. De schrjjver richt een formeele aanklacht tegen de transport dienst dat deze zich bevoordeelt te koste der vechtende Toiu mi na; feitelijk bereikt geen der gerief!jjkheden, die van huis voor de soldaten worden verzonden hun doel doch verdwijnen zy onderweg naar de transport-ornisatie, „cette sale populotion". Terwijl de soldaten zoo zwak zjjn, dat zy in 't zadel moeten worden geholpen, op kwart rantsoenen leefden, maakte de transport- cliqeu goeden sier eu stal openljjk het voedsel, voor de str jjdende soldaten bestemd. De schrijver noemt den transportdienst „de dieven van de zieken en hongerigen". VRIJHEIDSLIED. Iq vrijheid vloot, zacht mnrm'lend, Het beekje door het woud, Eti leende zich als .pi.gol Aan 't avondzonnegoud. Haar zachte, kalme stemme, Klonk lokkend door 't gebu-d. En zon» bij 't avondkoeltje Een lieflijk vrijheidslied. Een woestling uit bet Onston, Beroerde beek on vliet, En snerpend klonk zjjn stemme Door 't naakte oeverriet. Hy sloot do beek in boeien, En machi'loo8 lag zjj neer. Zoo hield hij baar gevangen. Goen vrijheidslied klonk moer. Doch eind' l(jk gnot do zonne Op 't beekje weer haar gloed, En onder 't spieg'lend jjsdak, Herleefde allengs de moed. Toen plasten regens neder 't IJs smolt in beek en meer, Eo 't vrijheidslied klonk lokkend En vriendlyk als weleer. Moog 't eenmaal ook don Boeron Als 't kleine beekje gaan O, wyken eens de wreedaards, Die hen in boeien slaan De zon van recht en waarheid Verlichte 't grondgebied Der BoerenDoor hun bergen Weerklink' dra 't vrijheidslied 1 W. M. Tz. Marine en Leger. By Kon. Besluit is, met ingang van 16 dezer1. bevorderd tot inspecteur van den marine-stoomvaartdienst, de officier-machinist lste klasse A. Jongkeos, en tot offic.-macb. lste kl„ de off.-mach. 2de kl. J. F. P. Nuboer; 2. benoemd bij den marine-stoomvuartdienst tot off.-mach. 2de kl„ de koofdmachiniaten lste kl. G. P. W. van der Klugt, J. Koop man en G. H. Brakke. Blykens bij het Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdeksehip .Zeeland', ouder bevel van kapitein ter zee H. F. Konwenberg, 12 dezer te Willemstad tCura<j»o) aangekomen. ADVERTENTIE N. Or. SQR6ESIUS, Oogarts. BINNENHAVEN 48. Opgericht In 1839. Gevestigd te ROTTERDAM. Sluit alle mogelijke contracten op het gebied van Levensverzekering, Ljjfrenten en Weduwpensioenen. Verzekering van toekomstige Kapitalen en Studiebeurzen. Inlichtingen en tarieven te bekomen by C. GHAAT—GR00T, AGENTESSE. - DIJKSTRAAT SI, FE VIL LE TO N. Vrjj bewerkt door AMO. 15) >Burger Jacques Boaucbène,* zei Made- leine, weet ge, waar de Conciergerie staat .Zeker burgeres. Ik bon daar gistermiddag nog geweest. Het is hot huis, waar zij steeds op de karren geladen worden.' Madeleino kromp ineen. »Ik wou u vragon, Jacques, of gij zoo good wilt zijn Vera en mij daarheen te bren gen.' «Gy wilt naar de Conciergerie vroeg Jacques verrast. «J») gii weet ook wel waarom. Ik wil mijn vader daar bezoeken. Ja, maar wanneer Verrast zag hij Madeleino aan. «Wat meent gy burgerpa »Hm hm wanneor mon u ook eens daar hield, burgeres?* Hy scheen werkolijk door die gedachte buitengewoon verschrikt. Burgeres Madeleino wisselde snel een blik met den slotenmaker, als won zy zeggen: .Ziet ge wel, dat ik gelijk heb?' Deze haal de de schouders op. „Dat behoef ik niet te vreezen", antwoord de zy; .ik heb van hot ministerie van ju stitie verlof tot een bezook aan de Conciergerie ontvangen. Wilt gy dus met ons gaan?' •Gy hebt slechts to bevelen, burgeres!* Nd stond Madeleino, op, riep hare vriendin Vera en met hun drieën gingen zy de Boom straat uit naar do plaats waar de Concier gerie het voorportaal der guillotine, stond, Terwijl zy door de drukke straton voort gingen, verwonderde Madeleine er zich over met welk een gevoel van zekórheid dit ge schiedde. Maar ofschoon zjj ook omtrent hare persoonlijke veiligheid volkomen gerust was, verkeerde zjj toch in een vreesolyko opwin ding. Hoe zou ze haar vader aantreffen Deze vraag schoot haar telkens weer door het broin. Zjj siddeide voor het wederzien, en slechts de sterke, innige drang om iets tot redding baars vaders bij te dragen, kon haar het verschrikkelijke hiervan doen over winnen. Op het kloine plein voor de Conciergerie drong zich oen menigte volks te zamen. Men schreeuwde en joelde, zong en dronk, Jacques Beauchèno baande de meisjes een weg door het gewoel en bracht ze in een groote hal, waar sausculottes met pieken rookend en pra tend bjjeonstondon. Jacques Beauchêne wenkte een van hen. „Wat wilt gy, burger?" vroeg dezo. Jacques Beanchóne wees hem op Madeleine. .Ik wensch in de zalen der gevangenen geleid te worden., zei Madeleino met een merkwaardige vastheid, .hier ia mjjn verlof- bewjjs.* „Verlofbawys", mompelde de sansnlotte en keerde het papier om en om. Hé, Brutus, kom eens hier! Kunt gij lezen?' De geroepene wondde zich om, maar kwam geen stap nader. Zoo moest men ten slotte wel tot hem komen. .Lezen!* antwoordde de man. «Lezen?" Wat voor den duivel behoeven wjj te lezen. Al onze ellende komt van die vervloekte prulschriften. Werp haar met dat vod de trappen af zjj is een adellijke, men ziet het aun haar bleek gezicht en fjjno handen. .Is burger Lanjon niet hier?* riep Mado- leine in haar angst. ,Ik wil naar burger Lanjon.* «Burger intendant Lanjon?* riep e«n dor sanculottes, .ja juist, breng haar daar heen, dan kan zjj hem haar zaak voordragen." Onder begeleiding van eenige sansculottes klom men nog nu een paar trappen op en kwam in een bnreau, waar Madeleine een man gewaar werd, die aan een lessenaar zat te schrijven. Het bleek, dat de burger intendant Lanjon niet aanwezig was, maar de man die aan de lessenaar zat, zei, jna het papier te hebben ingezien: «Het is in orde, de burgeres kan met haar gezelschap de zalen der gevangenen bezoeken. Hè daar, burger Hemard! Wat duivel Hemard! Ben je weer dronken?" Een man met een rooden neus, domme oogen en verwarde haren richtto zich in een zijvertrek, waar hjj op eé.i bank geslapen had omhoog. Hij droeg de kleeding der natio nale gardes. .Wat is er?« vroeg hjj norsch. „Geleid deze burgeres en haar gezelschap in do zalen der gevangenen, die zij uit een bijzonder zwak bezichtigen wil.* «Vooruit dan,* antwoordde de gardist, ter wyl hy voorging. Madoleine met haar ge leide volgde hem. In de Conoiergerie waren toenmaals somtyds wel zevenhonderd perso nen opgesloten. Daar er geen denken aan was in zoo'n beberkte ruimte een zoo groot aantul personen ook maar op eenigszina mensch waardige manier te herbergen, zaten of lagen daar mannen, vrouwen en kinderen, allen in een vochtigen walm gehuld, slecht of gedeeltelijk gekleed, hongerig, krank en met don dood voor oogen, doch met eiken vezel zich nog vastklampend aan het leven, Het was een jammerlijk, diep aangrijpend schouwspel. Een kleine afwisseling in het tragisch eentonige dezer gevangenschap brach ten do morgenuren, als de veroordeelden wordon afgehaald. Dan opende zich do groote middeldeur; een commissaris trad binnen met de lyst, namen werden afgeroepen, on de geroepenon stegen dan de weinige trappon af om achter de deur te verdwjjnen en nimmer torag te keeren. Madeleine gevoelde zich overweldigd door de ellende, die zij aanschouwde; zelfs Janques Beauehène werd bevangen door een ontroe ring van medelyden die hem huiveren deed. Plotseling trad hjj terug en zag schuw in een bjj na donkeren hoek, waar slechts gekleed in broek on hemd, vermagerd, ellen dig, zyn voormalig heer, burggraaf Etienno da Leuronsac, lag. Wat was er van den trjtsehen edelman gewerdenTóón hoorde Jacques Boaucbène een hangen kreet en ter stond daarop zag hjj, hoe Madeleino aan de voeten van haar vader noerstorte. O t schoon van verre staande en bljjkbaar slechts een onwillig toeschouwer, bemerkte Jacques Beauchèno toch iedere beweging, ieder gebaar. Hoe Madeleine snikkend mot haar teere hand over de vermagerde handen vader streek, hoe zjj hom op de oogen kuste, die diep in hun kas sen lagen, hoe zjj hem fluisterend moed on vertrouwen insprak. Dat alles zag Jacques Beauchéne met een nauwkeurigheid, met eun opmerkzaamheid, die hem iedere bewoging onvergetelijk maakte. Wat ging er ia doze oogenblikken in hot gemoed van den man om? Niemand kon het zeggen, hjj zelf misschien niet. Maar steeds was het hem, als riep een inwendige stem hem toe: .Dat is uw werk, daaraan hobtg gjj en uw domheid en uw verradei ljjke misdadigheid!" Burggraaf Ettienne had daar den ganschon tjjd op water on brood gezeten, al hot ando re had hem ontbrokou. Voeg daarby de zorg voor zijne kinderen, de voortdurende doods angsten zjjn jammerlijke toestand was waarljjk geen wonder. Thans zag Jacques Boaucbène, hoo Mado leine hem heimeijjk een handvol banknoten toestak. Wanneer zjj het niet kon doen, zou hjj hot zeer zeker hebben gedaan, hoe zeer zjjne voorraad ook geslonken was, Wie is dat daar?' vroeg burggraaf Etion- ne plotseling en wees op Jancquos. .Hjj is onze geleider geweest van uit ous kasteel do Leuronsac naar hier, vador!" ant woordde Madeleine, fkent gjj hem niet? Het is Jacques Beauchè.ic, uw vroogeren geiten hoeder.' Burggraaf Ettionne scheen to schrikken. Daarna wenkte hjj hem met de hand naderbjj te komen. «Wilt ge rnjju kind beschermen, Jaqnes Beauchéne, zooals gy tot dusver hebt gedaan?* vroeg hjj zacht met sidderende, bjj na vleien de stem. Jacques Beauchèue wildo iets zeggen maar een wonderbare ontroering snoerde hem de keeL .Heer!" bracht hjj eindelyk uit. Stil, stil! Ik ben burger Etienno en gjj ejjt burger Beauchèno niets meer. Wilt gjj haar beschermen «Zoo goed ik kan.' «Ook wanneor ik dood ben?* ,lk zal haar beschermen, tot gjj hot weder zelf kunt doen, heer (Wordt vervolgd.) P. Puinbroek, Él ZAA0HAN0EL, Molengracht 6 bericht de ontvangst van: IditiiKlM-ti miKIOEü SMS- tn ILMEHMN. Extra kwaliteit en concurreerende prijzen. Speciaal adres voor het aanleggen, opknappen en onderhouden van Tuinen. VOORHANDEN s een uitgebreide collectie STAM- en KLIMPLANTEN, enz. enz. Aanbevelend. Spiegels ei PortretlijslBi Eexichtig slecht» tle extra rijke sorteer ing. LAAGSTE PRIJZEN. Agentuur bij Mej. G BERKHOUT, Magazijn „De Witte Roos", Zuidstraat 71, den Helde. KIPPEIVUEUER. Oehtendmeel voor hoenders bij de 5p. 25 c. Gerstemeel 5p.20c. Gemengd Kippenv. No. 1, by de 5 k.271/» No. 2, 5 k. 25 c. No. 3, 5 k. 221/8 Blanke dikke Haver, bij de 5 kop 20 c. Gerst, bjj de 5 kop 23 o. Chevelier bij de 5 kop 30 c. Fjjne kleine Maïs, bjj de 5 kop 27 Groote Maïs, bij de 5 kop 25 c. Grove Voertarwe, bij de 5 kop 24 c. enz. - enz. Verkrijgbaar bij A. G0VERS Rz., Klaas Ouitstr. No. 24 en bij 1. T. v. d. KUIJL, Californiestraat No. 31. Bierkyrachl SO. beveelt zich aan tot het fotografeeren van Familie- en Gezelschapsgroepen, Gebouwen, Intérieurs, Grafmonumenten, enz. Reproduceeren en vergrooten van oude Portretten in platina- en onveranderljjken kooldruk. Fraaie zee- en stadsgezichten zyn aan hetzelfde adres te verkrygen, alamede by alle Boekhandelaren. lek wal Hei t TIJIX'£ IDK.1 Verkrijgbaar op de Bloemisterij .,WiLHELMINA" Laan 12, SPLIAZIÜZAAD 13 cent per 5 ohm. Aanbevelend, DE B0ER-J0NGKEES, KANAALWEG. UIT DE HAND TE KOOP. AdresK. ZEEMAN, Kanaalweg 142. WAARSCBL UW ING. De ondergeteekende koopt tegen de hoogste waarde Koper, Tin, Zink, Lood, IJzer, enz. in het huis met het recht van wederinkoop, J. KIKKERT, Langeatraat No. 11, hoek Blomiteeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1