KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringenm
IübbOT
DE GEITENHOEDER.
D. KOPPEN, ZUIDSTR. 73.
Spreekuur 12-2.
ING.
Fotografie.
Mej. A. C. LEIJER,
W. J. Aggenbach Jr.
De gestoomde en
geverfde VEEREN,
zijn heden terugge
komen.
WOONHUIZEN
No. 2939
Woensdag 17 April 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoons0. 59.
lilt het Buitenland.
Onrustbarend klonk in de vorige week het
bpricht, 'twelk natuurlijk weer van Engel-
sche zijde tot ons word overgebracht, dat de
geestvermogens van generaal de Wet op ern-
«tige wjjze verstoord waren, 't Bericht was
zóó duidelijk en klonk zóó stellig, dat ook
andere dan Engelsche nieuwsbladen dat be
richt overnamen en onder hunne lezers ver
spreidden. Vastgeknoopt daaraan was de
vreemde, onverwachte tijding, dat deze zeer
verontrustende toestand, waarin do Boeren
generaal zich bevond, opnieuw aan generaal
Botha aanleiding had gegoven, om met de
Engelschen over don vrede te onderhandelen.
Het bericht was zoo, als het ware, nit de
lucht komen vallen geen enkele mededeeling,
die op geestverstoring wees, had men vooraf
vernomen. Geen wonder dus, dat de altijd zeer
onbetrouwbaar gebleken Engelsche oorlogs
berichten ook nu sterk betwjjfeld werden, en
weldra bleek hot, voor de zooveelstc maal,
dat de Engelsche oorloga-correspondenten ook
dit zonderling nieuwtje uit den duim hadden
gozogen. Generaal do Wet is, volgens de
latere tydingen, gelukkig nog altjjd in het
bezit zijner lichamelijke en geestelijke ver
mogens, en in stede van over den vrede te
praten, is Botha met zjjne vrienden er voort
durend op bedacht, om den krjjg, als tot nog
toe, met moed en overleg voort te zetten,
't Zou voor de Engelschen zeker een aange
name mededeeling zijn geweest, wanneer wer
kelijk gebleken was, dat zulk een man van ge
wicht als de Wet aan de zaak der Boeren was
ontvallen voor de, ik weet niet hoeveelste
maal, hebben echter de correspondenten hnnne
Engelsche lezers ook nu weer met een doode
mnsch bly gemaakt. Uit het verspreiden van
znlk een tyding valt inmiddels wèl af te leidon,
hoezeer in Engeland naar hot opnienw ope
nen der vredes-onderhandelingen verlangd
wordt.
De Engelschen hebben, nadat het gebleken
is, dat Botha hoegenaamd nog geen uitzicht
biedt op do hervatting der vredes onderhan
delingen, nieuwe plannen gevormd, om den
steeds volyverigen de Wet aan het werk te
houden. Men voert hier een bezetting heen,
en drijft daarheen de Boeren voor zich uit, en
op die manier zal men den rusteloozen gene
raal handen vol werks geven, hem afmatten,
misschien op het laatst onmogelijk maken. De
plannen, met dat doel ontworpen, zjjn echter
zóó ongerijmd, dat men moot donken aan af
standen als die van Borlyn naar Rome, op
welk traject mon dan den Bóeren-generaal
voor zich uitdrijven zou. En dan spreken de
berichtgevers Engelsche, natuurlijknog
tan de andero generaals, die nok maar even
zullen wordon voortgedreven, alsof het schapen
zjjn, naar plokken, waar de Engelsche bevel
hebbers met troepen gereed staan, om hen op-
tewachten. Ovorigons hebben verschillende
EngelBche generaals handen vol werk met het
beschermen van spoorwegen en van spoor
treinen. Op papier is hot Engelsche leger wel
2SO.OOO man sterk, doch er mankeert weieens
een enkele op het appèl. en de te bewaken
weg is zoo schrikkelijk lang. Maar bovendien
hebbon de Engelsche militairen ook nog iets
anders te doenzy moeten behalve de wegen
bewaken, ook nog de Bonren verslaan, want
anders krijgt mon in Engeland geen over-
winnings-bul'.etins thuis gestuurd. En waar zou
het op die wijze heen moetan met het Engel
sche volk, 't welk met reikhalzend verlangen
dagelijks uitziet naar de berichten van schit
terende zegepralen en naar de smeekbeden
der Boeren, die naar het herstel des vredes
uitzien.
Een telegram uit Harrismith (in het N. W
van don Vrijstaat) meldt voorts:
„Het is gebleken, dat generaal Do Wet,
terwyl hy hield, of hy de Vaal wilde over
trekken, geen andor doel had, dan den tocht
van Louis Botha naar den Vrijstaat te dek
ken. Goneraal Botha heeft een onderhond
gehad met generaal De Wet en president
Steyn in een hoeve naby Heilbron, in het
N. van den Vrjjstaat ton W. van den spoorweg.
De 3 Boerenaanvoerders zouden besloten
hebben, den stryd tot het oinde voort te zet
ten. Generaal Botha is daarop naar Transvaal
teruggekeerd.
IIEÜIIKiTliUKiGEl
HELDER, 16 April 1901.
Tweede Kamer.
Hedenmiddag zal het Paasch-recès ein
digen. Tot afdoening van een aantal spoed-
eischende en zeer belangrijke onderwerpen
komt zij heden middag weêr bijeen, en
reeds de vassftelling der orde van de nu
nog in behandeling komende ontwerpen
is van veel belang. Heden zal o. a. zeer-
waarschijnlijk een beslissing worden geno
men, omtrent de voortzetting van behan
deling der Legerwetten. Ook omtrent de
wijziging der Draukwet moet vóór 1 Mei
een besluit worden uitgelokt.
Schadevorderingen wegens uitzetting
uit Zuid-Afrika.
De Britsche secretaris voor buiten-
landsche zaken heeft een commisie be
noemd ten einde de schadevorderingen,
te onderzoeken, die door onderdanen van
bevriende mogenheden uit hoofde hnnner
uitzetting naar Europa door de Britsche
militaire autoriteitea in Zuid-Afrika zijn
of zullen worden ingediend,
Alle eischen tot schadevergoeding be-
hooren vóór of op 25 April e. k. bij het
Britsche Departement vau Buitenlandsche
Zaken te zjjn ingediend.
De Nederlandsche Regeering zal zich bij
de zittingen van bedoelde commissie doen
vertegenwoordigen door den heer rar. W.
Roosegaarde Bisschop, advocaat te Londen,
ter ondersteuning van de aanspraken der
Nederlandsche belanghebbenden.
Bij het Departement van Buitenlandsche
Zaken te 's Gravenhage zijn reeds onge
veer 900 aanvragen tot schadevergoeding
ingekomen, welke door tusschenkomst van
Hr. Ms. gezantschap te Londen bij de Engel
sche regeering zijn of zullen worden inge
diend.
Het is zeer geraden verdere schadevor
deringen voor 20 dezer aan het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken te 's Gra
venhage in te zenden.
Die vorderingen moeten vergezeld zijn
van een korte vermelding der omstandig
heden waaronder de uitzetting in Zuid-
Afrika plaats greep, en van een zoo nauw
keurig mogelijk en te goeder trouw opge -
maakte specificatie van het als schadeloos
stelling gevorderde bedrag voor de recht
streeks geleden stoffelijke schaden.
De aanvaring van de >Frederik Cornelis".
Op Zondagmorgen 3L Maart te 1.30 bevond
de stoomtrawler „Froderik Cornelis*, toebe-
hoorendo aan de maatschappij Hoek van Hol
land, waarvtn de directeur is de heer A. S.
Groen te IJ muiden, zich in de nabjjheid van
het eiland Ailsa Craig in de Firt of Clyde,
en juist had de bemanning de netten tot
visschen uitgezet toen do boot werd aange
varen door het stoomschip ,Aranraore«,kapitein
Williams, toebehoorendo aan do Clyde Steam-
ship Co. Ltd. te Glasgow en komende van
Plymoulh.
Op het dek bevonden zich H. Miczelmoe,
M. Kryger, P. J. Houtwipper, L. Witvliet,
I. Rietdijk en de gezagvoerder F. Nonnekes,
terwjjl J. Hooft, L. Hooft, J. van Gelder, W.
Molendyk en de Engelsche loods G. Akett,
als op het oogenblik wacht te kooi bobbende,
zich beneden bevonden.
Het was lichte maan en doodstil weer zoo
dat do «Aranmore* die volgens de scheeps-
verklaring, afgelegd door de geredde matrozen
en machinisten L. Witvliet, M. Krijger. D.
Jonker, en P. J. Houtwipper, bij don vice-
consul der Nederlanden te Glasgow, den heer
A. R. Mees, gedurig groene lichten deed zien,
waaruit kon worden opgemaakt dat voor de
trawler geen gevaar bestond, dit vaartuig
terdege goed kon hebben gezien.
De aanvaring geschiedde op de hoogte van
de maohinckamer en was zóó hevig, dat in
dio kamer een gat werd geboord van naar
schatting 7 voet, terwyl van de aanvarende
boot zelf een deel van den boeg werd in
gedrukt.
Dadel jjk begon de .Freierik Cornelis» te
zinken.
M. Kryger wist aan boord der «Aranmore*
te komen, waarop do tweede stnurman de
wacht had.
Die stuurman was echter vrywel in de
war, zoodat eerst een boot werd uitgezet, toen
de kapitein, die boven was gekomen, daartoe
last gaf, doch toen was het reeds te laat en
kon alleen nog gored worden D. Witvliet,
die dry vende was pp de omgekeerde reddings
boot van don trawler, terwyl de loods Akett
en D. Jonker zich langs een touw van de
.Aranmore. hadden naar boven gewerkt.
Ook P. J. .Houtwipper gehikte dit nog net
bijtyds, of hater, zyn geluk is het geweest
dat hij de bovenste was van drie anderen,
waaronder kapitein Nonnekes en H. Miezel
moe, die ook een touw hadden gevat.
Want toen zij met hnn drieën daaraan
hingen begon de trawler, met het achterschip
het eerst, te zin kon en streek daarbjj met
den top van den mast langs het touw, waar
door Nonnekes en Miezelmoe daarvan worden
afgegrist en met den trawler in de diepte
verdwenen.
Met hem kwamen omJ. Haaff, L. Hauff,
J. van Gelder, W. Molendyk en I. llietdyk.
Nonnekes, Miezolmoe on Rietdyk zyn ge
huwd cn vaders van gezinnen.
De geredden werden naar Glasgow gebracht
en zjjn daar, zooals reeds gemeld, in het
Zeemanshuis. Zij ontvangen 5 shilling per
dag en per man en roemen ten zeerste de
hulpvaardigheid van den heer A. R. Moes,
onzen consul. Het zal nog wel een dag of
veertien aanhouden, voordat zy in het land
terngkeoren, daar zij eerst nog moeten gehoord
worden tegon de bemanning van de ,Aran-
Valt die getuigenis in het voordeel van
den trawler uit, dan is de directie der fA-
ranmore, volgens do Schotsche wet verplicht
aan de nabestaanden der verongelukten uit
te betalen een pond sterling per ton inhouds
maat. Door de maatschappij was de bemau-
ning verzekerd, de kapitalen o. m. voor f 1300.
Do kapitein, Nonnekes, pas 27 jaar en vader
van 1 kind, wordt te IJmuiden algemeen be
treurd als een bekwaam zeeman en oen goed
oppassend persoon.
De hr. A. S. Groen heeft de geredden per
soonlek bezocht en ze van het noodige
voorzien.
Doodgeschoten.
Een droevig ongeluk had Vrijdag plaats
op het terrein der Baarnsche schietvereeni-
ging waar de wefeelijksche oefening op 300
meter afstand, gehouden werd. De aanwij
zer, die steeds nauwgezet dezen post vervulde
en zeer voorzichtig was, had de uitdrukke
lijke opdracht om onder geen voorwaarde
uit zijn observatieplaats te komen dan na
het vallen van het schot Om een onverklaar
bare reden echter trad de man naar voren
op het moment dat een der schutters vuur
de op hetzelfde oogenblik viel de aanwjj-
zer doodelyk getroffen voor de roos ne
der.
Nader schrijft men nog
Het slachtoffer van het noodlottig toe
val, Van Vulpen, heeft indertijd verschei
den malen in Atjeli gevochten. Het ongeluk
heeft zich aldus toegedragen. De heer IJ. on
langs uit Utrecht uaar hier verhuisd, zou
zyn gewone serie van vijf schoten lossen.
Na het derde schot keek de marqueur hoogst
onvoorzichtig uit zyn verdekte stelling, om
te zien waar het 4e schot bleef. Te gelijker
tijd drong de kogel in zyn oog en doodde
hem onmiddellijk. Men zag hem bjj 't be
gin der baan (300 M.) wankelen en de han
den uitstrekken ijlings snelde men er heen,
doch vond hem badende in zyn bloed. De ge
neesheer kon slechts den dood constateeren.
Meermalen was v. V. gewaarschuwd niet
zoo onvoorzichtig te zyn, maar gewoonlijk
was zyn antwoord dat er wel 1000 kogels
om zijn ooren gevlogen waren, en hij er
niet bang voor was. Het ongeluk is dan
ook aan hemzelf te wijten. Niettemin kan
men zich den toestand van den heer IJ.
voorstellen.
Door gas gestikt.
Een treurig geval heeft zich in den nacht
van Vrijdag op Zaterdag te Amsterdam
voorgedaan.
Op de Heerengracht bij de Raadhuis
straat woonden de twee dames S., eene
moeder met haar ongeveer 30-jarige doch
ter. Toen Zaterdagmorgen als naar ge
woonte de dienstboden zich aanmelden om
haar dagtaak te beginnen, kregen zij, ook
na herhaald schellen, geen gehoor. Toen
eindelyk, onder politietoezicht, de deur
door een smid van buitenaf was geopend,
kwam een benauwende lucht den binnen-
tredenden tegemoet. Bij onderzoek bleek
Jat in de slaapkamer van de beide dames
do gaskraan open stond en dat de beide
vrouwen in haar slaap gestikt waren. Een
in allerijl geroepen dokter kon slechts den
dood constateeren. Dit droevig sterfgeval,
dat zoo kort plaats greep na den dood
van den heer S., die ongeveer een half
jaar geleden is overleden, wekte in de
buurt algemeene deelneming.
De moord op Marius Bogaardt.
Naar men verneemt, beeft Willem Maria-
nus de Jongh, die in 1881 door den Hoogen
Raad tot 25 jaren tuchthuisstraf werd
veroordeeld, wegeus den moord, gepleegd
op het jongetje Boogaardt, en aan wieu
onlangs nog 3 maanden afslag is verleend,
een verzoek tot revisie bij dien Raad inge
diend.
Zwendel met loten.
In Groningen tracht men tegenwoordig
loten aan den man te brengeu, welke vol
strekt geen waarde hebben zij zijn dan
ook niet geteekend en dragen slechts een
stempel.
Bij den kassier Meursing te Hooge-
zand, kwam dezer dagen iemand uit den
kleinen burgerstand, die voor f 150 vau
ilie loten had gekocht, inlichting vragen
over de waarde dier loten. Hij moest toen
tot zijn groote teleurstelling vernemen,
dat die papieren alleen de waarde bezaten
vanscheurpapier.
Oplichterij.
De Parysclie politie is op het spoor ge
komen van een kolossale oplichtery, ge
pleegd door een Londensch agentschap.
De oplichtersfirma liet zich door agenten
in Frankrijk bericht geven van het over
lijden van personen, wier naam en positie
het vermoeden wettigde dat zij wel iets
aan hun erfgenamen zouden nalaten en
zond dan aan deze een schrijven met de
mededeeling dat onmiddellijk voldaan moest
worden de laatste termyn van de levens
verzekering van den overledene, wilden de
erfgenameu niet de aanspraken op de uit-
keering van het bedrag der verzekering
verliezen. Zeer vele slachtoffers liepen in
den val en zonden het geld aan het opge
geven adres. Werd later de boedel geregeld
dan vernamen zy dat er geen polis bestond,
in elk geval dat ze waren opgelicht.
Er zyn reeds vijftig aanklachten tegen
de zwendelfirma ingediend.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Het bericht dat De Wet gek zou zijn
geworden, geeft de Engelsche couranten
heel wat stof tot bespiegelingen. Heel
ernstig nemen ze het bericht niet op, het
geen ten minste voor haar normale her-
sengesteldheid pleit. Geen der bladen is
echter zoo helder om de conclusie te trek
ken dat het er eigenlijk in het geheel niet
op aankomt, of een helderhoofdig, een
zwakhoofdig of volslagen krankzinnig tegen
stander de Engelsche treinen doet derail-
leeren en de Engelsche pratouilles oplicht.
De „Daily Mail" zegt nogal sceptisch
„Als De Wet werkelijk gek is, zal men
moeten bekennen, dat hij veel methode in
zijn krankzinnigheid heeft gelegd". En de
„Daily News" herinnert niet onaardig aan
de uitvlucht van de Oosterijksche generaals
die door Napoleon verslagen waren, dat
hun tegenstander gek was. „Inderdaad, is
hij gek zeide een Oostenryksche Keizer,
„dan zou ik willen, dat hij eenige uwer
beet."
Een beet van De Wet zou heel wat
generaals zelfs in deze phase van den
Zuid-Afrikaanschen krjjg nog zeer vau pas
kunnen komen.
In een brief van een troepsoldaten vin
den wjj in de „Daily News" weer eenige
klachten over de wijze waarop de trans
porten geregeld zijn. De schrjjver richt
een formeele aanklacht tegen de transport
dienst dat deze zich bevoordeelt te koste
der vechtende Toiu mi na; feitelijk bereikt
geen der gerief!jjkheden, die van huis voor
de soldaten worden verzonden hun doel
doch verdwijnen zy onderweg naar de
transport-ornisatie, „cette sale populotion".
Terwijl de soldaten zoo zwak zjjn, dat zy in
't zadel moeten worden geholpen, op kwart
rantsoenen leefden, maakte de transport-
cliqeu goeden sier eu stal openljjk het
voedsel, voor de str jjdende soldaten bestemd.
De schrijver noemt den transportdienst „de
dieven van de zieken en hongerigen".
VRIJHEIDSLIED.
Iq vrijheid vloot, zacht mnrm'lend,
Het beekje door het woud,
Eti leende zich als .pi.gol
Aan 't avondzonnegoud.
Haar zachte, kalme stemme,
Klonk lokkend door 't gebu-d.
En zon» bij 't avondkoeltje
Een lieflijk vrijheidslied.
Een woestling uit bet Onston,
Beroerde beek on vliet,
En snerpend klonk zjjn stemme
Door 't naakte oeverriet.
Hy sloot do beek in boeien,
En machi'loo8 lag zjj neer.
Zoo hield hij baar gevangen.
Goen vrijheidslied klonk moer.
Doch eind' l(jk gnot do zonne
Op 't beekje weer haar gloed,
En onder 't spieg'lend jjsdak,
Herleefde allengs de moed.
Toen plasten regens neder
't IJs smolt in beek en meer,
Eo 't vrijheidslied klonk lokkend
En vriendlyk als weleer.
Moog 't eenmaal ook don Boeron
Als 't kleine beekje gaan
O, wyken eens de wreedaards,
Die hen in boeien slaan
De zon van recht en waarheid
Verlichte 't grondgebied
Der BoerenDoor hun bergen
Weerklink' dra 't vrijheidslied 1
W. M. Tz.
Marine en Leger.
By Kon. Besluit is, met ingang van 16
dezer1. bevorderd tot inspecteur van den
marine-stoomvaartdienst, de officier-machinist
lste klasse A. Jongkeos, en tot offic.-macb.
lste kl„ de off.-mach. 2de kl. J. F. P. Nuboer;
2. benoemd bij den marine-stoomvuartdienst
tot off.-mach. 2de kl„ de koofdmachiniaten
lste kl. G. P. W. van der Klugt, J. Koop
man en G. H. Brakke.
Blykens bij het Departement van Marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdeksehip
.Zeeland', ouder bevel van kapitein ter zee
H. F. Konwenberg, 12 dezer te Willemstad
tCura<j»o) aangekomen.
ADVERTENTIE N.
Or. SQR6ESIUS,
Oogarts.
BINNENHAVEN 48.
Opgericht In 1839.
Gevestigd te ROTTERDAM.
Sluit alle mogelijke contracten op het
gebied van Levensverzekering, Ljjfrenten
en Weduwpensioenen. Verzekering van
toekomstige Kapitalen en Studiebeurzen.
Inlichtingen en tarieven te bekomen by
C. GHAAT—GR00T,
AGENTESSE. - DIJKSTRAAT SI,
FE VIL LE TO N.
Vrjj bewerkt door AMO.
15)
>Burger Jacques Boaucbène,* zei Made-
leine, weet ge, waar de Conciergerie staat
.Zeker burgeres. Ik bon daar gistermiddag
nog geweest. Het is hot huis, waar zij
steeds op de karren geladen worden.'
Madeleino kromp ineen.
»Ik wou u vragon, Jacques, of gij zoo
good wilt zijn Vera en mij daarheen te bren
gen.'
«Gy wilt naar de Conciergerie vroeg
Jacques verrast.
«J») gii weet ook wel waarom. Ik wil
mijn vader daar bezoeken.
Ja, maar wanneer Verrast zag hij
Madeleino aan.
«Wat meent gy burgerpa
»Hm hm wanneor mon u ook eens
daar hield, burgeres?*
Hy scheen werkolijk door die gedachte
buitengewoon verschrikt.
Burgeres Madeleino wisselde snel een blik
met den slotenmaker, als won zy zeggen:
.Ziet ge wel, dat ik gelijk heb?' Deze haal
de de schouders op.
„Dat behoef ik niet te vreezen", antwoord
de zy; .ik heb van hot ministerie van ju
stitie verlof tot een bezook aan de Conciergerie
ontvangen. Wilt gy dus met ons gaan?'
•Gy hebt slechts to bevelen, burgeres!*
Nd stond Madeleino, op, riep hare vriendin
Vera en met hun drieën gingen zy de Boom
straat uit naar do plaats waar de Concier
gerie het voorportaal der guillotine, stond,
Terwijl zy door de drukke straton voort
gingen, verwonderde Madeleine er zich over
met welk een gevoel van zekórheid dit ge
schiedde. Maar ofschoon zjj ook omtrent hare
persoonlijke veiligheid volkomen gerust was,
verkeerde zjj toch in een vreesolyko opwin
ding. Hoe zou ze haar vader aantreffen Deze
vraag schoot haar telkens weer door het
broin. Zjj siddeide voor het wederzien,
en slechts de sterke, innige drang om iets
tot redding baars vaders bij te dragen, kon
haar het verschrikkelijke hiervan doen over
winnen.
Op het kloine plein voor de Conciergerie
drong zich oen menigte volks te zamen. Men
schreeuwde en joelde, zong en dronk, Jacques
Beauchèno baande de meisjes een weg door
het gewoel en bracht ze in een groote hal,
waar sausculottes met pieken rookend en pra
tend bjjeonstondon.
Jacques Beauchêne wenkte een van hen.
„Wat wilt gy, burger?" vroeg dezo.
Jacques Beanchóne wees hem op Madeleine.
.Ik wensch in de zalen der gevangenen
geleid te worden., zei Madeleino met een
merkwaardige vastheid, .hier ia mjjn verlof-
bewjjs.*
„Verlofbawys", mompelde de sansnlotte en
keerde het papier om en om. Hé, Brutus,
kom eens hier! Kunt gij lezen?'
De geroepene wondde zich om, maar
kwam geen stap nader. Zoo moest men ten
slotte wel tot hem komen.
.Lezen!* antwoordde de man. «Lezen?"
Wat voor den duivel behoeven wjj te lezen.
Al onze ellende komt van die vervloekte
prulschriften. Werp haar met dat vod de
trappen af zjj is een adellijke, men ziet
het aun haar bleek gezicht en fjjno handen.
.Is burger Lanjon niet hier?* riep Mado-
leine in haar angst. ,Ik wil naar burger
Lanjon.*
«Burger intendant Lanjon?* riep e«n dor
sanculottes, .ja juist, breng haar daar heen,
dan kan zjj hem haar zaak voordragen."
Onder begeleiding van eenige sansculottes
klom men nog nu een paar trappen op en
kwam in een bnreau, waar Madeleine een
man gewaar werd, die aan een lessenaar zat
te schrijven.
Het bleek, dat de burger intendant Lanjon
niet aanwezig was, maar de man die aan de
lessenaar zat, zei, jna het papier te hebben
ingezien: «Het is in orde, de burgeres kan
met haar gezelschap de zalen der gevangenen
bezoeken. Hè daar, burger Hemard! Wat
duivel Hemard! Ben je weer dronken?"
Een man met een rooden neus, domme
oogen en verwarde haren richtto zich in een
zijvertrek, waar hjj op eé.i bank geslapen
had omhoog. Hij droeg de kleeding der natio
nale gardes.
.Wat is er?« vroeg hjj norsch.
„Geleid deze burgeres en haar gezelschap
in do zalen der gevangenen, die zij uit een
bijzonder zwak bezichtigen wil.*
«Vooruit dan,* antwoordde de gardist, ter
wyl hy voorging. Madoleine met haar ge
leide volgde hem. In de Conoiergerie waren
toenmaals somtyds wel zevenhonderd perso
nen opgesloten. Daar er geen denken aan
was in zoo'n beberkte ruimte een zoo groot
aantul personen ook maar op eenigszina
mensch waardige manier te herbergen, zaten
of lagen daar mannen, vrouwen en kinderen,
allen in een vochtigen walm gehuld, slecht
of gedeeltelijk gekleed, hongerig, krank en
met don dood voor oogen, doch met eiken
vezel zich nog vastklampend aan het leven,
Het was een jammerlijk, diep aangrijpend
schouwspel. Een kleine afwisseling in het
tragisch eentonige dezer gevangenschap brach
ten do morgenuren, als de veroordeelden
wordon afgehaald. Dan opende zich do groote
middeldeur; een commissaris trad binnen met
de lyst, namen werden afgeroepen, on de
geroepenon stegen dan de weinige trappon af
om achter de deur te verdwjjnen en nimmer
torag te keeren.
Madeleine gevoelde zich overweldigd door
de ellende, die zij aanschouwde; zelfs Janques
Beauehène werd bevangen door een ontroe
ring van medelyden die hem huiveren deed.
Plotseling trad hjj terug en zag schuw
in een bjj na donkeren hoek, waar slechts
gekleed in broek on hemd, vermagerd, ellen
dig, zyn voormalig heer, burggraaf Etienno
da Leuronsac, lag. Wat was er van den
trjtsehen edelman gewerdenTóón hoorde
Jacques Boaucbène een hangen kreet en ter
stond daarop zag hjj, hoe Madeleino aan de
voeten van haar vader noerstorte.
O t schoon van verre staande en bljjkbaar
slechts een onwillig toeschouwer, bemerkte
Jacques Beauchèno toch iedere beweging,
ieder gebaar. Hoe Madeleine snikkend mot
haar teere hand over de vermagerde handen
vader streek, hoe zjj hom
op de oogen kuste, die diep in hun kas
sen lagen, hoe zjj hem fluisterend moed on
vertrouwen insprak. Dat alles zag Jacques
Beauchéne met een nauwkeurigheid, met eun
opmerkzaamheid, die hem iedere bewoging
onvergetelijk maakte.
Wat ging er ia doze oogenblikken in hot
gemoed van den man om? Niemand kon het
zeggen, hjj zelf misschien niet. Maar steeds
was het hem, als riep een inwendige stem
hem toe: .Dat is uw werk, daaraan hobtg
gjj en uw domheid en uw verradei
ljjke misdadigheid!"
Burggraaf Ettienne had daar den ganschon
tjjd op water on brood gezeten, al hot ando
re had hem ontbrokou. Voeg daarby de zorg
voor zijne kinderen, de voortdurende doods
angsten zjjn jammerlijke toestand was
waarljjk geen wonder.
Thans zag Jacques Boaucbène, hoo Mado
leine hem heimeijjk een handvol banknoten
toestak. Wanneer zjj het niet kon doen, zou
hjj hot zeer zeker hebben gedaan, hoe zeer
zjjne voorraad ook geslonken was,
Wie is dat daar?' vroeg burggraaf Etion-
ne plotseling en wees op Jancquos.
.Hjj is onze geleider geweest van uit ous
kasteel do Leuronsac naar hier, vador!" ant
woordde Madeleine, fkent gjj hem niet? Het
is Jacques Beauchè.ic, uw vroogeren geiten
hoeder.'
Burggraaf Ettionne scheen to schrikken.
Daarna wenkte hjj hem met de hand naderbjj
te komen.
«Wilt ge rnjju kind beschermen, Jaqnes
Beauchéne, zooals gy tot dusver hebt gedaan?*
vroeg hjj zacht met sidderende, bjj na vleien
de stem.
Jacques Beauchèue wildo iets zeggen maar
een wonderbare ontroering snoerde hem de
keeL
.Heer!" bracht hjj eindelyk uit.
Stil, stil! Ik ben burger Etienno en gjj
ejjt burger Beauchèno niets meer. Wilt
gjj haar beschermen
«Zoo goed ik kan.'
«Ook wanneor ik dood ben?*
,lk zal haar beschermen, tot gjj hot weder
zelf kunt doen, heer
(Wordt vervolgd.)
P. Puinbroek,
Él
ZAA0HAN0EL,
Molengracht 6
bericht de ontvangst van:
IditiiKlM-ti miKIOEü
SMS- tn ILMEHMN.
Extra kwaliteit en concurreerende prijzen.
Speciaal adres voor het
aanleggen, opknappen en
onderhouden van Tuinen.
VOORHANDEN s
een uitgebreide collectie STAM- en
KLIMPLANTEN, enz. enz.
Aanbevelend.
Spiegels ei
PortretlijslBi
Eexichtig slecht» tle extra
rijke sorteer ing.
LAAGSTE PRIJZEN.
Agentuur bij Mej. G BERKHOUT,
Magazijn „De Witte Roos",
Zuidstraat 71, den Helde.
KIPPEIVUEUER.
Oehtendmeel voor hoenders bij de 5p. 25 c.
Gerstemeel 5p.20c.
Gemengd Kippenv. No. 1, by de 5 k.271/»
No. 2, 5 k. 25 c.
No. 3, 5 k. 221/8
Blanke dikke Haver, bij de 5 kop 20 c.
Gerst, bjj de 5 kop 23 o.
Chevelier bij de 5 kop 30 c.
Fjjne kleine Maïs, bjj de 5 kop 27
Groote Maïs, bij de 5 kop 25 c.
Grove Voertarwe, bij de 5 kop 24 c.
enz. - enz.
Verkrijgbaar bij A. G0VERS Rz.,
Klaas Ouitstr. No. 24 en bij 1. T. v. d.
KUIJL, Californiestraat No. 31.
Bierkyrachl SO.
beveelt zich aan tot het fotografeeren van
Familie- en Gezelschapsgroepen, Gebouwen,
Intérieurs, Grafmonumenten, enz.
Reproduceeren en vergrooten
van oude Portretten in platina- en
onveranderljjken kooldruk.
Fraaie zee- en stadsgezichten
zyn aan hetzelfde adres te verkrygen,
alamede by alle Boekhandelaren.
lek wal Hei t TIJIX'£ IDK.1
Verkrijgbaar op de Bloemisterij
.,WiLHELMINA" Laan 12,
SPLIAZIÜZAAD 13 cent
per 5 ohm.
Aanbevelend,
DE B0ER-J0NGKEES,
KANAALWEG.
UIT DE HAND TE KOOP.
AdresK. ZEEMAN, Kanaalweg 142.
WAARSCBL UW ING.
De ondergeteekende koopt tegen de
hoogste waarde Koper, Tin, Zink, Lood,
IJzer, enz. in het huis met het recht van
wederinkoop,
J. KIKKERT,
Langeatraat No. 11, hoek Blomiteeg.