KLEINE COURANT DE TIJD". 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen, OE GEITENHOEDER. Een delicatesse is G. M- SMITS. Mooie gele Stalschelpen Gezouten Groenten. BLIKGROENTEN, A. Pnstma, Spoorstaaf. Pijlrog-Olie, G. DE ROODE, Wagenstraat No. IS, No. 2952 Zaterdag I iuni 1901. 29st« Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spooritraat. Telefoons". 59. ATDonnomont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877»Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bur Advortentlön van 1 tot 5 regela25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewjjs-Exemplaren franco per post 27n Cent. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. JUNI, Zunermaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 8 u. 45 m. Oaderg. 8 u. 11 m. Zondag 2 Volle Maan. Maandag 3 Dinsdag 4 Woensdag 5 Donderdag 6 H. Sacramentsdag. Vrijdag 7 Zaterdag 8 lilt het Buitenland. Omtrent den tegenwoordigen toestand, waarin de strijdende Boeren in Zuid-Afrika zich bevinden, worden van Engelsche zijden vaak allerlei onjuiste berichten medegedeeld. By menigeen ontstaat daardoor de vrees, dat de wakkere strijders voor hunne vryheid door de ongunstige omstandigheden, waarin zy ge raakt zyn, het weldra tegen de Eogelschen zullen moeten opgeven, 't Is daarom van veel belang to vernemen, wat dezer dagen door een der geneesheeren van het /,Roode Kruis* ten aanzien vanden huidigen toestand, waarin de Boeren zich bevinden, word gezegd. De voedselvoorraad is onuitputtelijk, mag men zeggenhij bestaat uit mielies en vleesch, maar daar kuuueu de Boeren lang op teren. Zelfs met een leger van een millioen man zon het onmogelyk zyn, alle oogsten te ver nielen. De Engelsche colonnes vegen de streek langs hun weg schoon, maar het is onmoge lyk, het groote tusschenliggende gebied, door versohillonde colonnes te doen verwoesten. De kleeren raken echter opde Boeren nemen nu en dan van de Engolschen schoenen af, die al lang voor ben een groote weelde zijn. Veel Boeren loopen gewoonlyk barrevoets, eu trekken schoeren aan als zij gaan vechten. Van zadels zyn zij ruimer voorzien dan vroeger. Veel kleine commando's zyn geheel voorzien van gloednieuwe Engelsche zadels. Do stem ming der Boeren is beter dan ooit. De uit- stooting van ongewensche elementen is vol tooid, en het zedelijk peil daardoor veel hooger geworden. Er kan geen twyfel zyn, of de Boeren zullen volharden totdat heel bijzondere omstandigheden of onoverwinnelijke bezwaren den oorlog onmogelyk maken. Het is daar nu nog verre vandaan. Do Engelsche oorlogsberichten zyn absoluut leugenachtig. Lord Kitchener zelf is wel rondborstig en waarheidlievend, doch hij steunt steeds op de rapporten zijner onderbevelhebbers. Geld is er weinig meer by de Boeren, maar het is ook overbodig. De krygatucht heeft het algemeene peil der commando's veel verbeterd. Het aantal vreemdelingen, dat meevecht, is niet groot meer; er zyn echter nog verschei dene Hollanders. Yoor sommige commando's ziin de vreemdelingen een groote moreele kracht. Nieuws krygen de Boeren geregeld uit cou ranten en brieven van de overrompelde mails en met gewone treinen-Couranten, waarop de Eogelschen zeer verzot zyn, maar die ook voor de Boeren een bolangryken inhoud heb ben, worden door dezen van tyd tot tijd in beslag genomen. Het is groote onzin, dat de aanvoerders de commando-Boeren voorliegen omtrent den waren toeBtand. De Boeren weten zeer goed den toestand van Europa, uitbuit- gemaakte couranten, door Engeland gunstig voorgesteld natuurlijk, maar zij zien het kwaad sedert lang flink onder de oogen. Flinke ver bindingen bestaan tusschen verschillende com mando's met den Vrystaat en generaal de la Rey. De verbinding met westelyk Transvaal was een tydlang gebrekkigdit is nu weêr beter. Een uitmuntend korps rapportgangers onderhoudt een geregelden dienst, Onbegry- pelyfe is het, hoe snel het nieuws daar ver spreid wordt. Yerhalon van omsingelen van Buller en Frencli door Boeren, doch vrijlating op hun eerewoord, zijn beslist onwaar, ondanks de herhaalde verzekering van sommigen. Nu komt de moeilijke tijd voor de Booren ellende, moeilijkheden en ontberingen zullen gedurende den winter ongetwijfeld verdriedub beld worden, maar geen twyfel is byna raogelyk of de Boeren zullen deze wel te hoven komen. Het is een treurig feit, dat een aantal vrouwen en kindoren door kleurlingen vermoord zyn, men meent wel een vijftigtal. De Engelsche bevelhebbers schijnen te mcenen, dat zij de hulp der kleurlingen niet kunnen ontberen. 't Ts buiten quaestie, dat hot Engelsche leger van den minsten soldaat tot den hoogsten officier walgt van den oorlog. De verhalen over hun slechte verpleging zyn erg overdrevende hospitalen zya thans bijzonder goed ingericht, 't Is verbazingwekkend, welk groot aantal dap pere kerels onder de nog vechtende commando's zich bevindt. De verliezen zijn dan ook naar evenredigheid groot. Da Engelsche opgaven hebben eoliter weinig waarde. Een groo'e zed-lyke steun voor do Boeren zijn de groote onstoffelijke en stofielijke blijken van sympathie over de geheele wereld. Zij weten, wat vooral 't Nodorlandsche volk voor hen en bun vrouwen en kinderen doet, en gevoelen daarvoor zeer diepe erkentelijkheid. Ofschoon Rusland door den ijzeren vuist van den alleenheerscher wordt bestuurd, ont breekt het ook daar niet aan woelingen by het volk, dat reikhalzend naar 't genot van meerdere vrijheid uitziet, 't Blijkt zelfs, dat de beweging om tot meerdere staatkundige rechten en vrijheden te komen, goed georga niseerd is, en zich niet, zooals men weieens meent, uitsluitend tot de studenten bepaalt. Ook in wijdere kringen vindt de beweging voedsel. Dit wordt gestaafd door het feit, dat behalve studenten, ook hoogleeraren, boeren en burgera uit de middenklasse in groote getale zyn gevangen gezet. De tegen woordige beweging moet veel overeenkomst vertoonen met die, welke plaats greep onder Keizer Alexander II, toen de verwachtingen by do hoeren opgewekt door de afschaffing van de slavernij werden teleurgesteld, en het duidelyk werd. dat de Keizer geen andere hervormingen zou invoeren. Ook nu hadden vele klassen van het Russische volk ban hoop gevestigd op Keizer Nicolaas, en zij werden tot dusver niet bevredigd. Onder de werk lieden der Keizerlijke marine-werken te Oboekhof naby Petersburg is dezer dagen een oproer uitgebroken. Ofschoon aanvanke lijk werd verzekerd, dat dit oproer heel wei nig te beteekenen had, bljjkt het nu, dat deze beweging een veel grootoren omvang heeft gehad, dan de aanvankelijke berichten deden vermoeden. De hospitalenv van de genoemde plaats en in den omtrek zijn met gewonden gevuld, maar de deuren dier gebouwen wor den bewaakt door de politie, die de opdracht heeft, de bezorgde familiebetrekkingen buiten te honden. In Spanje hebben vóór eenige dagen nieuwe Kamer-verkiezingen plaats gehad. Ef heerschte in de meeste districten groote beroering, woor denstrijd, enz., en vele arrestantiën hebben plaats gehad. Hier en daar werden de straten door patrouilles doorkruist. Vele socialisten waren met stokken gewapend. Omkoopery van kiezers had in verscheidene steden plaats. De gendarmes werden op straten en pleinen met steenen geworpen, en vele personen werden gewond. De uitslag van deze verre van kalme verkiezing is geweest, dat de li berale party heeft gezegevierd. HICillWNTIJUnOËf. HELDER, 31 Mei 1901. De uitslag der stemming, gehouden op Dinsdag jl., door de stemgerechtigde leden der Ned. Herv. kerk alhier, of de eerstvolgende 10 jaren het beroepen van een predikant en het benoemen van ouder lingen en diakenen door den kerkeraad of door een kiescollege zal geschieden, is als volgt: 242 stemmen werden uitgebracht voor kiescollege 120 voor den kerkeraad, zoodat de eerstvolgende 10 jaren het beroepen van predikanten door een kiescollege zal geschieden. Bij Kon. besluit is de heer' C. J. J. H. van Kempen alhier, herbenoemd tot lid van het College voor de Zeevisscherijen. Kwartet »Zaisman". Over de uitvoering te Zaandam schrijft het Dagblad voor de Zaanstreek": Met dit concert heeft het kwartet Zals- man zich doen kennen als een stel ernstig willende goed geschoolde kunstenaars, ieder met goede stemiuiddelen begiftigd, elk op zichzelf met genoeg muzikaliteit begaafd om in de dikwijls zoo eenvoudige muziek de juiste uitdrukking te leggen. Vooral Mej. Böhm beschikt over een ui terst liefelijk sopraangeluid, dat zich won derwel paarde aan de niet minder-wel- luidende stem der altiste. Ook de stem van den heer Zalsman kwam in het kerk gebouw uitstekend tot haar rechtmachtig en klankrijk, ook in de fato-passages vol en welluidend, vormd9 zij een en hechten grond, waarop het, dunkt ons, voor de overige uitvoerenden een genot moet zjjn te steunen. De afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. De belangen van den landbouw. In de laatste kwarteeuw is de belangstel ling iu den landbouw in Nederland in zeer hooge mate toegenomen. Verschillende om standigheden hebben daartoe medegewerkt zooals daar zijnde gevoelige daling in de waarde van liet bouwland, do zware concur rentie, ons door Amerika aangedaan, door den steeds stijgenden invoer van voedings middelen, in het hyzonder van de tarwe en van bloem, de verbetering van het land- en tuinbouw-onderwijs, de onvermoeide werk zaamheid van bekwame landbouw-leeraars, die op bevattelijke, verstaanbare wijze voor don landbouwer, hom do voordeelen van don meer intensieven bouw, dor voedings- en meststoffen, om kort te gaan, alles wat op 't landbouwbedrijf betrekking heeft, hebben aan het verstand gebracht, de grootere belang stelling der bewoners van onze groote steden in alles wat op de natuur en op den landbouw betrekking heeft, zich uitende in bet steeds drukker wordend bezoek aan de landbouw tentoonstelling, waarby onze geëerbiedigde Koningin in de toekomst vergezeld van Haar Koninklijken Gemaal, Prins Hendrik aan Haar volk zulk een navolgenswaardig voorbeeld geeft. Is het onder dergelyke omstandigheden niet gewenscht een afzonderlijk dagbladartikel te wijden aan de belangen van den landbouw 'ly de droogmaking der Zuiderzee? Wy vermeenen van wel, vooral daar dit grootsche werk in ons oog ook zal moeten me dewerken tot verbooging van de volkswel vaart in Nederland, vooral van de landeiyke bevolking, dat gedeelte der natie, dat uitmunt in zoovele goede eigenschappen, zooals daar zyn werkzaamheid, lichamelijke kracht, hui selijkheid, spaarzaamheid, kalme levenswyze, wanneer zo ten minste maar behoorlyk te eten hebben met ban vrouw en meestal talryk kroost. In de laatste jaren is er, vooral door de groote werkzaamheid der democratische party in ons vaderlaud, een aanmerkelijke verbe tering ontstaan in de arbeiders-toestanden, in het algemeen ook van de veld-arbeidersde droogmaking van do Zuiderzee kan in niet geringe mate bijdragen tot een voortgezette, blyvende verbetering in do toekomst. De bodem der Zuiderzee is alluvialle vor ming waarvan bet bestaan niet ouder is dan de geschiedenis van het menschelyk geslacht hy ontleent zyn oorsprong aan de aanspoelingen door liet regenwater voortgesleept het kiezel zand en slib van beken, rivieren de bezinkselen zoeten en zoutwatermeren en aan waddenvor ming. Voor een juiste beoordeeling der economi sche en der agrarische gevolgen *an de droog legging der Zuiderzee is het noodzakelijk dat men goed rekening houdt met de waarde dor gronden uit een zuiver landbouwkundig oog punt beschouwd. Nu hebben reeds door de Zuiderzee-Vor- eeniging op zulk een uitgebreide schaal on derzoekingen plaats gehad naar den aard van den Zuiderzee-bodem in het geheel 1409 grondboringen dat het der Staatscommissie onnoodig is voorgekomen omtrent dit punt nog meerdere gegevens te verzamelen. In den regel heeft men geboord tot een diepte van 2 h 3 M. tevens heeft men den onder grond onderzocht. By die grondboringen had men zich tot taak gesteld zóó diep te boren totdat een afdoend oordcel kon worden ge veld. Slechts daar waar de grond niet quaes- tieus was en geon vijandige elementen wer den waargenomen heeft men zich bij de bo ringen tot een geringo diepte bepaald. Het scheikundig onderzoek van don Zui derzee-bodem is' geschied door de proffesoren Van Beramelen en Adolph Mayer dezelf den die het onderzoek van den bodem der IJ-polders vóór de drooglegging met zulk een meesterlyke nauwkeurigheid hebben geleid beiden kwamen zonder iets van eikaars c derzoekingen af te weten ongeveer tot de zelfde uitkomsten. De Staatscommissie spreekt omtrent de waar de der droog te leggen gronden het navol gend oordeel uit «Dat de gronden, welke door de inpolde ring van de Zuiderzee zullen worden verkregen voor het grootste gedeelte van zulke uitste kende qualiteiten zyn, dat wat de hoeda nigheid betreft de droogmaking er vanals gewettigd kan worden beschouwd.' Uit een zuiver landbouwkundig oogpunt beschouwd, moet dan ook alleen vruchtbaar land worden ingep ilderd; wordt op sommige plaatsen ook zand blootgesteld, dan moeten daarvoor andere redenen bestaan. Zandgron den opzettelyk bloot te loggen om ze later in cultuur te brengen, b. v. door bevloeiïng wordt niet raadzaam geacht. Omtrent den invloed der drooglegging op de waarde van den grond in Nederland, zegt de Slaatcommis- sie als haar oordeel het navolgendo Dat de drooggelegde Zuiderzee, door hot openen van een ruim arbeidsveld, de waarde der arbeidskrachten zal verbongen, en do vraag is gewettigd, of ook niet in de waarde van den bodem in het algemeen, en in die der producten van landbouw, veeteelt en landbouwindustrie in het byzonder, wyziging is te verwachten.' Deze uitspraak der Staatscommissie is ge schreven geworden in oen der jaren van 1892 tot 1894, toe-1 de waardevermindering der landeryen en der zuivel- en landbouwpro ducten haar toppunt had bereikt, zachtjes aan is in beide door verschillende omstandigheden een blijvende verbetering iogetreden. Daarby moet rekening worden gehonden met de waarde der prodacton die de bodem voortbrengt. Wanneer deze slechts een markt vinden, en dit zal zeker het geval zijn met de producten die oreral noodig zyn, vooral by de te ver wachten vermeerdering der bevolking, dan zal uit dien hoofde zeker geen vermindering vau do waarde van den grond iutreden. Maar ook de verdeeling en cultuur van den grond komt in aanmerking. Te groote splitsing en verdeeling van oud- boevigen grond, werken in sommige deelen van het land nadeelig op de opbrengst, en, indien door het aanwinnen van veel nieuwen grond, overdreven splitsing van den ouden bodem wordt voorkomt, dan zal dit in plaats van de rentabiliteit van den bodem te ver minderen deze juist verhoogen. [Rott. Nieuwsbl.] - Voor de zitting van den Hoogen Raad van Dinsdag was de rivisie-aanvrage van W. M. de Jong aangekondigd. De voor zitter, de heer mr. Van Meerbeke, deelde mede, dat twee dagen geleden by hem was ingekomen een verzoek van De Jong zelf, strekkende om de behandeling van zyn aanvrage uit te stellen. Hij stelde dit verzoek in handen van den procureur- generaal. De beer jhr. mr. Rethaan Macaré, adv.-generaal, verklaarde reeds van dit ver zoek te zyn gesaisisseerd, daar hij Zater dagnamiddag een schryven ontving van de moeder van de Jong, overleggende een telegram van dezen, met verzoek om uit stel. Of in dezen stand van zaken nog uitstel van behandeling kon worden verleend, liet hy over aan het oordeel van den Hoogen Raad. De voorzitter verklaarde hierop, dat de zaak onbepaald werd uit gesteld. - Dienstboden hebben nogal eens de onvoorzichtigheid, lampen en petroleum- toestellen bij te vullen, terwijl deze nog branden. Welke vreeselijke gevolgen deze onvoor zichtigheid kan hebben, blijkt uit het volgende De dienstbode van mej. v. d. Meulen, lepenweg 16, 3 hoog, te Amsterdam, was 's avonds om halfelf bezig met stryken en vulde het petroleumtoestel op genoemde wijze bij. De gevolgen bleven niet uit de vlam sloeg naar binnen, het toestel sprong en de kleeren van de dienstbode raakteu in brand. In radeloozen angst snelde het meisje de trap af en de straat op. Twee wakkere mannen, de heeren W. C, A. Faber en de kruidenier A. A. Phaff, snelden onmiddellijk toe, de laatste met een deken. Vreeselyk aan het onderlijf verbrand werd de ongelukkige vrouw in deernis- wekkenden toestand naar het L. Gast huis gebracht, waar zij eenige oogenblikken later onder smartelijke pijnen overleed. Mijnramp in Zuid-Wales. Een verschrikkelijke mynontploffiig heeft te Engeland, in Zuid-Wales plaats gehad Zaterdag, Zondag en Maandag zijn verschil lende reddingsbrigades voortdurend bezig geweest met het wegruimen der hinderpalen in de Senghenyd mijn by Cardiff in de hoop nog overlevenden van de ramp van Vrydag te vinden, maar geen slachtoffer is levend te voorachyn gehaald en men is langzamerhand tot de overtuiging gekomen, dat de ramp noodlottig is geweest voor allen, die op dat oogenblik in de schacht werkzaam waren, met uitzondering van den mynwerker, die Vrydag zwaar gewond naar boven werd ge bracht en dien men hoopt in het leven te kunnen behouden. De verwoesting, die door de ontploffing word teweeggebracht, is vree selyk geweeBt. Zaterdag werd met het on derzoek der lijken een aanvang gemaakt, doch in den loop van den dag werd het weer uitgesteld. Een telegram van den koning, hetwelk aan zyn diepe droefheid over het gebeurde zijn sympathie voor de in rouw gedompelde weduwen en weezen en zyn be wondering voor de moedige pogingen om de slachtoffers te redden, uiting gaf werd Zater dagmorgen te Cardiff ontvangen. Gistermorgen om 1 uur bedroeg het totaal der uit de mijn naar boven gebrachte lyken diie-en-dertig. Ongeveer vyftig menschen liggen derhalve nog onder puin en kool be dolven. Zyn zy nog in leven Men weet bet uiet, durit het nunwelyka hopen. Bovendien zou hun, wanneer zy nog in leven waren, oen nog vreeselyker dood, die door den hon ger, wachten. Want de reddingsbrigades vorderen, in weerwil van alle inspanning en heldhaftigheid, slechts uiterst langzaam in het opruimen der versperringen en men moet de grootste voorzichtigheid in acht nemen, opdat zich geon nieuwe slachtoffers voegen aan do toch reeds ontzettend lange lijst. Do mynin- specteur Dyer verklaarde, dat allen, die ty- dens de ontploffing in de schacht waren, moeten zyn omgekomen. Gisteren in den vroegen ochtend werden nog vyf lyken aan oppervlakte gebracht. Het schijnt, dat er mijnwerkerslampen ontbreken. De scène rondom den ingang der schacht is aangrijpend,niet minder dan vyftig lijkkisten wachten daar op een inhoud, waar uit op te maken valt, dat men er op re kent, slechts dooden terug te vinden. Tel kenmale, wanneer de kooi van de eerste on- deraardsche galerij aan de oppervlakte komt, snellen vrouwen, wier gelaat haar doodelyken angst weerspiegelt, toe, maar gewoonlyk zyn het slechts vormlooze vleeschklompen, die niemand herkennen kan. De ellende, waaraan een groot gedeelte der in rouw gedompelde bevolking binnen kort ten prooi zal zyn, dreigt vreeselyk to worden. Ondersteuning in geld en levens middelen stroomt van alle zjjden toe. Marine en Leger. Blijkens bij het Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip wNoord-B-abantonder bevel van den kapt. ter zee I. van den B isoh, 28 dezer van Albauy (King Goitrge Sound) vertrokken. FE U J LLETO N. Vrg bewerkt door AMO. 'Maar waarom den duivel der heorschzucht dje in hem steekt, aangemoedigd, in plaats van bom met koene, krachtige hand te ver nietigen Dat zou een moord zyn.* «Nu, wat zon dat?' Een moord dient nergens toe. Ik wil hem vonnissen. Zie, Thórèse, ik ken hem. Maar de anderen kennen hem niet en daarvoor geef ik mij moeite. Begrijpt ge mij tik vrees ja', antwoordde zijn vrouw, zacht rillend. Ik moet Robespierro op dat standpunt plaatsen, dat ik tot de Conventie kan zeggen Hier staat de man, die het eind der revolu tie is; de man die Frankryk heeft doen lij den, die ons recht verstoord, ens bloed aan zyn waanzin opgeofferd heeft. Als ik zoover ben, dan zal de tijd komen, dat Robespier ro zyn vonnis krygt.» «En gy hoopt, dat die tyd spoedig zal aanbreken?' •Zeker!' Ik vrees, Tallien, dat hy u voorkomen «al. Hebt gy vergeten, wat hy op het feest van het Hoogste Wezen zeide? //Heden», sprak hy, willen we ons verheugen in het geen verkregen is, om morgen weder de mis daad en den laster in hun schuilhoeken te TOitoren,* //Weet ge, wat dat inRohespierre's mond betoekent. Ik weet het. Men spreekt van een nieuwe zuivering der Conventie, op de wijze der Gi- rondisten, Dantonisten en anderen." •Ja, maar met dit onderscheid, dat boven aan op de lyst do naam Tallien staat." Tallien werd bleek; niet uit angst voor den dood, maar van spyt, dat Robespierre zyn spel doorzien had. „Ilobt ge iets vernomen, Thórèse?» vroeg hy haastig. ,Ja, Burgeres Rialmont is in het bezit dier lyst gekomon en zy heeft my laten waar schuwen.» »Z i Hoe komt ze aan de lyst?" Door een toeval. St. Just heeft die by haar verloren.* Tallien liep eenige malen in heftige ge moedsbeweging de kamer op en neer. •Tfiórése", zei by daarna opgewonden, verschaft mij de lijst.» •Ik heb de burgeres daarover natnurlyk reeds gesproken. Zij verbindt een voorwaarde aan het overgeven er van.* Welke?' Mon moet haar sckriftelyk do vrijlating van burger Charles de Miruye, die in de Luxemburg-gevangenis zit, waarborgen. Zy raag, wat my bolreft, al de gevange nen van de Luxemburg-gevangenis en die der Conciergerie er by, als ik Blechts in het bezit der lyst kom Madame Tallien dacht even na. Wij moeten vlug zyn, vlugger dan hy, of we zyn verloren,' mompelde zij, Verschaf my de lyst, Thórése, on in drie dagen is alles afgeloopen!* •Goed. Wy zullen samen handelen Tallien Kom!« Dit onderhoud vond in den namiddag van den 25eu Juli 1794 plaats. Nog vóór middernacht van dienzellden dag bevonden zich in een achterkamer in de Vaugiardstrattt, waar burgeres Rialmont een mutaunwinkel hield, een aantal leden der Conventie. Zy waren onopgemerkt, èèn voor èèn, als samenzweerders binnengeslopen en troffen daar burggraaf Etienne de Lenron- sac on burgeres Rialmont aan. De mede- deeling, die zij ontvingen, scheen hen te ont roeren. Een blad papier ging onder hen van hand tot hand, waarop Robespierre eigenhandig twee-eu-twintig namen geschreven bad. Bovenaan Tallien, dan Duval, Legendre, Lacointre, Rovere, Cambon, Monastier, enz. Allen uitten zich in heftige smaadredenen tegen Robespierre eu onderrtekendeu ten slotte een papier, dat burgeres Rialmont tot zich nam, en waarop de lijst aan den afge vaardigde Tallien werd overiiandigd, die haar zorgvuldig in zijn borstzak verborg. In twee uren tijds was alles geschied en in alle stilte gelyk zij gekomen waren, verwyderden de afgevaardigden zich weder. Den volgenden dag, don 2Gen Juli, sprak Robespierre in de Conventie. Zyn rede was goed voorbereid. Hij beklaagde zich over de onregelmatigheden die bij het Comité van Openbaar Welzyn waren voorgekomen en die het aanzien der Couventie dreigden te ondermijnen. Het was zyn oude sluwe manier om eigen zaken tot die van de Conventie to maken. Ieder proefde uit deze redevoering, dat er weder een groote actie te wachten was; oogenschynlyk wist echter niemand nog, tegen wie deze nieuwe, vreeselijke was gericht. «Namen noemen, namen noemen//, riep men hem toe. Ik zal ze noemen, wanneer het tyd is«, antwoordde hy. Nu wisten Tallien en zyn makkers, dat do dag der gaoote afrekening, aanbrak, en voor ieder van hen gold het thans: hy of ik. Een parlementaire wedloop om het leven dat was de toostand der Conventie in de J uitdagen. De stryd was ongelyk. Robespierre was de onbeperkte meester in de Conventie en in bet Comité van Openbaar Welzijn en de gewapende macht van Parys stond steeds tot zyn dienst, terwyl zyn tegenstanders geen ander hulpmiddel hadden dan bun eigeu be kwaamheid. En Robespierre had reeds meer dan eens bewezen, dat hy het hein ten dienste staande geweld goed wist te gebruiken. Zoo kwam de 27e Juli zooals men zeide t de 9de 1'hermidor de dag, waarop de Con ventie hare merkwaardige zitting hield, waar in het lot van Frankryk een keer nam. Ge heel Parijs wist reeds voor den aanvang der zitting dat er weer iets grootsch op t>l was. Opgewonden groepen bevolkten reeds iu den vroegen morgen de straten en pleinen. Ook do vergaderzaal dor Conventie iu de Tuilerieën had een ongewoon levendig aan zien. De tribunes waren overvol; men vocht letterlyk om de plaatsen; de afgevaardigden gingen yverig tusschen bun zitplaatsen heen en weer en onderhielden zich met elkander. Tallien vooral was reeds langen tijd voor het begin der zitting aunwezig en verwel komde persoonlyk itderen afgevaardigde. Dik- wjjls stiet hy hierby op een hem vriendelyke gezindheid, maar ook dikwyls op medelyden- de, de schouders ophalende hoffclykheid. Vast aaneengesloten stonden eigenlyk al leen de twee-en-twintig verdachten, die voor hun leven vochten; de overigen waren on- versobillig of stondon geheel onder den invloed van Robespierre. Gy moet allen het woord vragen*, zii Tallien nog voor het begin der zitting, //al komt ge ook niet aan de beurt. Wy moeten op deze wyze verhinderen, dat onze tegen standers bet woord verkrygen. Wij moeten hen voor zyn, onze kracht ligt in den aanval als de verdediger, die verrichtte, zonden wy verloren zyn.' Tegen den middag trad Robespierre de vergadering binnen met een aantal afgevaar digden van den Berg. Van alle zijden werd hij levendig begroet. Terstond daarop nam de president Collot d'Hcrbois zijn zetel in en opende do vergadering met eenige inede- deelingen, waarnaar byna niemand luisterde Door de ganscho zaal ging een zenuwachtige rumoerigheid, die van minuut tot minuut toenam. Burger Tallien beeft het woord", klonk plotseling de scherpe stom van Collot d'Her- bois. Het werd terstond zeer stil en met vasten tred schreed Tallien naar do rede naarstribune. //Medeburgers!' begon hy met zijn heldere krachtige stem, «gy hebt gisteren gewenscht de namen te weten van ben, die door Robe spierre verdacht worden. Hij echter heeft ge weigerd de personen te noemen, die hy aan klaagt. Daarom zal ik ze u noemen. Hier is de lyst van de twee-en-twintig personen, wier hoofden hjj heden van u vragen zal. Zie hem goed aan, den burger Robespierre zoonis hy daar zit, gekapt en uitgedost, als ging hy naar een feest. Zoo is hy gi komen, om twee-en-twintig hoofden zijner medebur gers, zyner collega's te vorderen, menschen, die, niets vermoedend, sinds jaar en dag met hem hebben gearbeid voor het welzyn des vaderlands. Tot dank daarvoor verlangt hjj heden onze hoofden.' (Wordt vervolgd.) ADVERTENTIE N. Eigenaren of Beheerders van huizen, liggende aan gedeelte Sluis— dijkstra at, Parallelweg', brand stee^ J onkersf raa t tot Fabrieks- graclit, van Berkstraat en P. Quantstraat, die uitloozing wensehen, kunnen dagelijks in- formeeren omtrent directe aan leg* aan de te maken rioleeringf tegen concurreerenden prijs, bij den A annemer SPR 171T, AJ iaai P. J. A. CHRISPIJN's vermaarde Bessenwijn, Appelwijn, Kruisbessen- wijn, Boschbessenwijn en Lemon- quash, zijn verkrijgbaar te Den Helder bij den Heer A. VAN TWI5X, 't Centrum - Molenstraat. 19 18. Schagenstraat 18. Ruim gesorteerd in Vitrages-, Franjes Kwasten-, Gordijnkatoe- uen-, afgepaste Gordjjaen-, Karpetten-, Kleedjes-, Loopergoed-, Matjes-, enz., enz. Gewaste Bed-, Peluwen-, Kussentgken-, Loostijk-, Beddenbont-, Matraslinnen Gemaakte en Tricotondergoederen, uit sluitend prima kwaliteit. Zwarte en gekleurde Japonstoffen, Calicots-, Katoentjes- en Drile. (Diverse witte goederen ruime voorraad). Fronts-, Boorden-, Manchetten-, Strikken^, Cola-, Heerendassen-, Sporthemden-, wittè Heeren-Overhemden-, enz., enz. Fantasie-, Keuken- en Huisboudschorten, Corsetten-, Handschoenen-, Kousen-, Lijf jes-, Coraetlgfjes-, Dames-Nachthemden, enz. Bijzonder wordt de aandacht gevestigd, op de gemaakte, bruine, witte en gedruk te Bevertienbroeken. voor den werkman, alsmede op de blauwe Keperbroeken Jassen enz. Concurreerende prijzen. Aanbevelend, Attentie s.v.p.I Ondergeteekende maakt het geachte publiek bebnd, dat zijn van oude be kende Scheersalon dagelijks is geopend van 's morgens 7 uur tot 's avonds 10 uuruitgezonderd Zon- en Feestdagen tot 2 uur 's namiddags. C. G. LANDMETER, Coiffeur. KRUISWEG No. 1. - zijn weder voorhanden aan de STEENKOOPERIJ van: W. F. STOEL ZOON, ts Alkmaar. OpruiminK van alle soorten van Fijne Snijboontjes 10 ets. het pond Gebroken Spersieboontjes 6 ets. het pond Gele Andijvie 4 ets. het pond 3 pond a 10 cent. Zuurkool4 ets. het pond 3 pond 10 ets. Nog ruim voorzien van alle soorten per blik en uitgewogen. eerste Ijl walltelt, Per halve en heele fv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1