KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel en Wieringenm
Waarschuwing.
No. 2970.
Zaterdag 3 Augustus 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 59.
Projectielen, scherven,
banden, looden kogels,
enz,, welke gevonden
worden op de zandplaat
ONRUST, op de Texel-
sche kust of uit zee
worden opgeviseht, zijn
's Rijks eigendomhij,
die zich deze voorwerpen
toeeigent, is derhalve
strafbaar volgens de wet.
Het oprapen en vervoeren
van geladen niet gesprongen
projectielen is levensgevaar
lijk, ook voor de omgeving
van hem, die zulks verricht.
De KolonelCommandeerende Officier
van het ie Regiment Vesting-Artillerie
J. J. DE GREVE.
KALENDER DER WEEK.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 25 m.
Onderg. 7 u. 46 m.
Zondag 4
Maandag 5
Dinsdag 6
Woensdag 7 Laatste kwartier.
Donderdag 8
Vrydag 9
Zaterdag 10
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 30 Jnli 1901.
Voorzittter de heer Van Steyn, Burge-
meester.
Tegenwoordig zijn 16 leden; afwezig de
heéren Van Breda en De Ven; 1 vacature.
Nadat de vergadering is geopend en de
notulen van do vorige zitting zijn gelezen,
die na een kleine opmerking van den heer
Korver worden goedgekeurd, geschiedt mede-
deeling van de volgende
Ingekomen Stukken
1. Een k e n n i 8 g e v i n g van den heer
J. Kruys Voorberge, dat hij zijn benoeming
als directeur van de burgeravondschool aan
neemt.
2. Een missive van Ge d. Staten,
behelzende de goedkeuring van het raadsbe
sluit, waarbij bepaald is het doen van eenige
af- en overschrijvingen op de begrooting van
1900 en het doen van betalingen uit den post
onvoorziene nitgaven.
8. Het proces-verbaal van de op
27 Juni 1901 gehouden kasverificatie by den
gemeente-ontvanger, waaruit blykt, dat op
genoemden datum f 70542,08^ in kas was en
de boeken in orde zijn bevonden.
Deze stukken worden voor kennisgeving
Verhuring huis Kanaalweg 79.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer A.
J. Paehlig de gemeente verlaat en daardoor
de huur vervalt van het huis aan den Ka
naalweg. Hij vraagt daarom machtiging om
met ingang van 1 Augustus a.s. met den heer
G. A. Linckers op denzelfden voet een huur
contract aan te gaan. Mot eenparige stommen
wordt dit goedgevonden.
Rekening dienst 1900.
Aangeboden wordt de gemeente-rekening
over het dienstjaar 1900. Deze wyst aan,
dat de ontvangsten f 441.000,506 en do uit
gaven f 400.077,166 hebben bedragen, zoodat
zy sluit met een batig saldo van 140.923,34.
De rekening zal in 3 sectie-vergaderingen,
onder voorzitterschap van een der leden van
het Dagelyksch Bestuur, onderzocht en in
een openbare zitting nader behandeld worden.
Politie-verordening.
De Voorzitter brengt in het midden, dat
door Ged. Staten tegen de door den Raad
vastgestelde politie-verordening eenige beden
kingen zyn ingebracht. Hy -stelt daarom voor
eenige artikelen dier verordening overeen
komstig de gemaakte opmerkingen te herzien,
daar het grootendeels redactie-wyzigingen zijn.
Niemand verklaart zich hier tegen.
Alsnu komt ook in behandeling het voor
stel van den heer Terra, hetwelk in de vorige
vergadering werd gedaan, om art. 141 zoo
danig te wyzigen, dat het aan veehouders
vergund zou zyn gedurende 6 wintermaanden
2 dagen per week hunne stalmest naar hunne
landerijen to vervoeren. B. en W. advi-
seeren dit voorstel niet aan te nemen, wegens
den last, dien neringdoenden, wandelaars, enz.
daarvan ondervinden en stellen voor aan hen
de beslissing voor elk der afzonderlijke gevallen
op te dragen. Na eenige bespnking, waarbij
de Voorzitter verzekert, dat alsdan de toe
stand blijfc, zooals zy tot dusverre was en by
aanvragen de billijkheid in het oog zal wor
den gehouden, wordt het voorstel-Terra in
stemming gebracht en met 11 tegen 5 stem
men verworpen. Vóór stemden de heeren
Dito, Van Ede, Verfaille, Krijn en en Terra.
De politie-verordening wordt daarna in haar
geheel met 15 stemmen vastgesteld. Alleen
de heer Terra stemde tegen.
Verordening op het afkondigen
van stukken.
Aan de orde komt de behandeling van een
verordening regelende de afkondiging van straf-
en belastingverordeningcn en van allo andere
stukken, waarvan de afkondiging uitdrukke
lijk is voorgeschreven of raadzaam wordt
geacht, alsmede do wyze, waarop van de
gedane afkondiging zal blyken. De ont
worpen verordening wordt in haar geheel
voorgelezen, waaruit blijkt, dat men de afkon-
diging in het vervolg niet meer wil doen
plaats hebben, door voorlezing door een ge
opend raam van het raadhuis, maar door het
ter lezing leggen op de Secretarie, door aan
plakking en zoo B. en W. zulks noodig
oordeelen de stukken in éón of meer dag- of
weekbladen te publiceeron. De heer Staal
man vcrlaDgt, dat er meer bekendmaking aan
de verordeningen gegeven wordt dan tegen
woordig geschiedt, vooral als overtredingen
met straf bedreigd worden. Hy acht de
publicatiën van B. en W. in één of meer
dag- en w ekbladen onvoldoende en wil deze
doen plaats hebben in alle plaatselijke bladen.-
De kosten zullen z. i. niet beduidend veel
hooger zijn dan thans. Van verschillende
zijden wordt dit voorstel bestreden, maar toch
acht men publiciteit gowenscht. De hoer
Over de Linden wil van alle stukken afdruk
ken tegen geringen prys verkrygbaar stellen.
De heer Korver opport het denkbeeld een
gemeenteblad uit te geven. Do heer Van
Neck meent, dat het niet aangaat tc bepalen,
dat alle plaatselyke bladen de publicatiën
opnemen. Dit zou te kostbaar zyn en men
zon alsdan genoodzaakt zyn ze tot eiken prys
te plaatsen. Het voorstel van den heer
Staalman wordt verworpen met 9 tegen 7
stemmen. Vóór stemden de hh. Seveuhuijsen,
Van Ede, Staalman, Krijnen, Kramer, Terra
en Viejou. De voorgestelde verordening
wordt daarop met 14 tegen 2 stemmen aan
genomen. Tegen stemden deheeren Staalman
en Viejou.
Onderwijzerswoning Parallelweg.
De Voorzitter deelt mede, dat het B. en W.
is mogen gelukken na de vacantie de school
aan den Parallelweg tot wykschool in te
richten en dat de leerlingen, die daar thans
school gaan onderwijs in de pasgebouwde
hulpschool zullen ontvangen. Dientengevolge
zal de heer Heeroma de onderwijzerswoning
aan den Parallelweg betrekken. Aan dit huis
moet met het oog op het gezin van don
onderwijzer eeu kleine verbetering aangebracht
worden en is het verrichten van eenig schilder
en behangwerk noodzakelyk, waarvoor volgens
raming f 200 benoodigd zal zijn. B. en W.
vragen daarom machtiging tot het doen uit
voeren van dit werk. Met algemeene
stemmen wordt die machtiging verleend.
Spoorstraat.
Do bestrating van de Spoorstraat, die de
vorige zttting besproken en waaromtrent door
B. en W. een voorstel gedaan was, maar
door de gemaakte opmerkingen tot geen be
sluit leidde, wordt opnieuw aan de orde ge
steld. De Voorzitter zegt, dat hij een onder
zoek heeft doen instellen, 'twelk tot resultaat
heeft, om de keien, die over zyn te ge-
bruikon voor een rijweg, die dan 4 M. broed
kan worden. Tusscbcn de vootstraten en don
ryweg wordt een klinkerbestrating aangebracht.
Volgens raming zyn de kosten dau f 825
hooger dan de aaunemingssom. Hieronder is
evenwel ook de verbetering begrepen van den
weg, die leidt door het Plantsoen van het
hótel Bellevue naar de goederenloods van
den spoorweg. Na eenige bespreking,
waarbij de heer Krijnen vooral doet uitko
men, dat het vlak leggen van don Spoorstraat
gepaard moet gaan met een verlaging van
den weg, wordt met algemeene stemmen het
voorstel van B. en W. aangenomen.
Leeraar Zeevaartschool.
Ter tafel komt oen adres van den héér
J. Huisman, leeraar in de vreemde talen aan
de Zeevaartschool, verzoekende definitief te
worden benoemd tot leeraar aan die school.
B. en W. hebben daaromtrent inlichtingen
ingewonnen van do Commissie van toezicht
en van den inspecteur van 't middelb. on ier
wijs. De coramissio adviseerde het verzoek
in te willigen, maar do inspecteur achtte zulks
niet wenschelyk, omdat de combinatie van
twee betrekkingen op den duur te veel van
de krachten van één persoon vergt, en gaf
er de voorkeur aan hem voor éóa jaar te
benoemen. B. en W. stellen voor den hr.
Huisman wederom voor een jaar als looraar
in de moderne talon aan de Zeevaartschool
aan te stellen. Aldus wordt door den Raad
unaniem besloten.
Benoeming Onderwijzeres.
Ter benoeming van een onderwijzeres aan
school 8 worden door B. en W. voorgedragen
de dames P. T. Zunderdorp te Burgerbrug,
gem. Zijpe, A. M. A. Dyksterhuis te Borkulo
en A. van Loon te Sneek, Met 12 stera
men wordt mej. Zunderdorp benoemd, terwijl
4 stemmen op mej. Dijksterhuis werden uit
gebracht.
Rondvraag.
De heer Terra vraagt eenige ophelderingen
over de niet-benoeming van onderwijzend
personeel voor de school aan den Parallelweg.
De Voorzitter zegt, dat eerst heden de
voordrachten zyn ingekomen en de benoemin
gen de volgende zitting aan de orde worden
gesteld.
De heer Hartsinck wijst op den slechten
toestand van de bestrating der Bassingracht
en op de noodzakelijkheid eenige herstellingen
te doen plaats hebben in de bestrating van
de Gasstraat by de brandsteeg. De Voorz.
belooft daaromtrent een onderzoek en zegt
zoo noodig daarin verbetering te zullen aan
brengen.
De heer Stammes, die voor de laatste maal
een raadszitting heeft bygewoond, spreekt een
woord van afscheid en dankt den Voorzitter
en de leden voor de welwillendheid, waar
mede zy hem steeds hebben bejegend. Do
Voorzitter drukt zyn leedwezen uit ovor hot
heengaan van den heer Stammes, billijkt
evenwel de redenen, die hem er toe geleid
hebben en uit de beste wenschen voor zijn
welzyn. (Applaus.)
De heer'Korver vestigt de aandacht op het
gemis van een geschikte gelegenheid tot
zwemmen en baden en acht uit een oogpunt
van hygiëne en zedelykheid de inrichting van
een gemeente-zwembassin zeer wenscheliik.
Een gedeelte van de Binnenhaven was z. i.
zeer geschikt. De heer Kryuen wijst er op.
hoe eenvoudig te Hoorn oen dergelijke zwem-
gelegenheid is ingericht, n.1. aan de kust der
Zuiderzee zyn palen geslagen, waaromheen
een zeil is bevestigd. Do Voorzitter belooft
de ter sprake gebrachte zaak te zullen over
wegen.
Hierna niemand meer het woord verlan
gende, wordt de vergadering gesloten.
IJit het Huiteaiiaiid.
De Fransch-Duitsche oorlog, van do jaren
1870 en 1871 heeft, toen hij voor Frankrijk
zulk een heel ongnnstig verloop had, in groo-
te mate kwaad bloed gezet bij de Franschon
tegen do Duitschers. Het betalen een er groote
som als schadeloosstelling aan Duitschland
werkte daartoe niet weinig meê, maar vooral
ook het verlies der beide departementen Elzas
en Lotharingen, die in ouder tyd tot het
Duitsche Rijk behoord hadden, doch nu na
eeuwen geheel Fransch waren geworden. Do
verhouding der Franschon tot hunne Duitsche
naburen bleef lang, zeer lang, hoogst ongun
stig, vaak zelfs gespannen, en menige Fraoaeh-
man zag maar steeds verlangend uit naar het
oogenblik, dat de Regeoring des lands het
«te wapen zou doen weerklinken, om den
revanche-oorlog tegen Duitschland aantevan-
gen. De opvolgende presidenten der Fransche
Republiek en hunne raadslieden hebben zich
echter wel gewacht, om dat woord te doen
hooren, dat woord, waardoor een groot deel
van Europa in ruur en vlam zou worden ge
zet. Veeleer beyverde men zich om de rampen,
die Frankryk door den noodlottigen oorlog
hadden getroffen, te lenigen, en, geholpen
door de vele hulpbronnon des lands, kwam
men het ondervonden leed vry spoedig te bo
ven. Van lieverlede werd de verhouding tot
Duitschland ook beter, en de krachtige me
dewerking der Duitsche nyverheid en indus
trie op de ten vorigen jare gehouden wereld
tentoonstelling to Parys was een nieuw en
schitterend bewijs, dat men by de Duitsche
naburen welwillendheid en vriendschap bo-
traebtte, en den weg der verbroedering dor
beide volken op wilde. Door zijne handelingen
werkt Keizer Wilhelm van Duitschland deze
pogingen tot verbroedering heel sterk in de
hand. liet plan, thans door hem openlijk
kenbaar gemaakt, zal ongctwyfeld in Frank
rijk algemeen oen diepen, hoogst gunstigen
indruk maken. Nabij Metz liggen een groot
aantal Franschen begraven, die daar in 1870
zijn gesneuveld. In het belang van den bouw
van nieuwo forten aldaar, is bet noodig, die
graven te verplaatsen, on nu is de Keizer
voornemens, de kisten to laten opgraven, en
ze in plechtigen optocht, mètj Keizer Wilhelm
zeiven aan 't hoofd, ovor te brengen naar de
Fransche grens, waar Fransche ambtenaren
ze dan in ontvangst kunnen nemen.
Meermalen werd ten vorigen jare reeds
gewaagd van en geklaagd over den diep treu-
rigen toestand in Engelsc-h-Indië, waar oen
niet onaatizienlyk deel der talrijke bevolking
door hongersnood wordt geteisterd. Aanhou
dende droogte vermeerderde de ellende, want
daardoor werd het uitzicht op een betere toe
komst nog meer verduisterd. In den jongsten
tyd is er echter een verandering ten goede
gekomen; flinke regenbuien zyn neergevallen,
en hebben den dorstigen grond gedrenkt. De
uitzichten zyn daard or in groote mate ver
helderd. Do officieële berichten der Regeerfng
luiden thans dan ook heel wat meer opgewekt,
en doen de hoop koesleren, dat de vreësolyke
hongersnood in die gewesten weldra zal op
houden te heerschen. Het aantal ondersteunden
is nu al 40.000 minder dan een paar weken
geleden, en nog maar een half millioeo inen-
Bchen moeten door Staatshulp voor den honger
dood worden gevrijwaard, 'tls wel verschrik
kelijk, van zalke yselijke toestanden kennis te
nemen 't is waarlijk ontzettend, dat daarginds
in 't zuiden van Azië, de hongerlyders nog
bij honderdduizenden geteld worden.
Vroeger hebban wy aleens vermeld, dat Pre
sident Kruger herhaaldelijk aanzoek had ont
vangen, om kaperbrieven tegen de Engelsche
koopvaarders uittegeven, en dat hy deze aan
zoeken beslist had afgeslagen. Opnieuw wordt
thaus uit Brussel op het vroeger vermelde
teruggekomen. Men heeft den President op
nieuw willen bewegen, om, lettende op de gru
welen der Engelschen met betrekking tut de
kampen voor vrouwen en kinderen in Zuid-
Al rika, alsnog zyne toestemming tot de kaap
vaart te geven, 't Antwoord nuet ook nu af
wijzend zyn geweest, vooreerst uit raeuach-
lievendheid, ten andere met het oog op het
volkenrecht. Ook heeft de heer Kruger. doen
opmerken, dat hy het bewind over Transvaal
by zijn vertrek aan andere handen heeft over
gegeven, zoodat zyne bevoegdheid om in deze
te handelen niet bestaat. De mededecling van
dit eeu en ander wordt gevolgd door de ver
zekering, dat de volhardende ontwerpers der
kaapvaart het er niet by zullen laten zitten.
Zy willen desnoods de zaak op eigen risico
ondernemen. Over do noodige fondsen en ma
terialen kunnen zij beschikken.
Niet vaak, stellig hoogst zeldzaam, komt
het voor, wanneer de betaling van een groote
geldsom wordt gevorderd, en vooral wanneer
<lie som zoo goed als wordt afgeperst, dat
hot vooruitzicht daarop door deugene, die tot
de voldoening verplicht wordt, nog met be
leefdheids-betuigingen, met glimlachjes be
antwoord wordt. Dit moet toch inderdaad
het geval geweest zijn met de gevolmach
tigden der Chineoscho Rogoering, by gele
genheid dat zij aan de gezanten der mogend
heden de verzekering gaven, de schadeloos-
stolling van oorlogskosten met alle genoegen
namens de liegeering van het Hemelache Ryk
te zullen betalen. De gevolmachtigden had
den zich het boterbriefje nog veel ongunstiger
voorgesteld, en dus waren zij recht iu de
wolken, toen het totaal bedrag nog al
meêviel. Toch is het feitelijk bedrag nog zeer
belangrijk, en 't zal ongetwijfeld veel moeite
kosten, om die schuld tot het laatste af te
doen. 't Kapitaal met den interest zal in 't
geheel bijna twee duizend millioen gulden
boloopen, dat is meer dan 5 gulden per hoofd
der talryko bevolking. Als alles goed en ge
regeld gaat, zal China zijn schuld in het
jaar 1940 hebben afgelost. Ook de be
straffing der schuldigen by de indertijd voor
gevallen troobelen is nu dezer dagen afge
handeld. De gezanten dor mogendheden heb
ben zich maar tevreden gesteld met hetgeon
door de Chineesche Rogoering in deze zaak
is gedaan. Degradaties van ambtenaren, die
er gedaan zyn, rekent men echter, dat niet
veel meer dan strafFelooze verplaatsingen in
golyken rang geweest zijn. De instelling van
één ministerie van Buitenlandsche Zaken in
China een nieuwigheid beeft den gezanten
bevrediging geschonken, ofschoon hot wel wat
vreerad is, dat er twee ministers aan het
hoofd van dit departement geplaatst zijn.
Doch de Chineezen hebben in bijna allos een
bijzondere, van Westersche begrippen afwy-
kende, manier van handelen. Wij, Europeanen
zouden meenen, dat één minister voor dat
departement wol voldoende zou zijn.
Oogslmaanda tweede morgen
Brengt een feestgetij
Voor de Nederlanders,
En stemt ieder blij.
Dan verjaart de Moeder
Onzer Koningin,
Die wij allen eeren
Als do volksvriendin.
Niet in luid gejubel,
Niet door feestgerucht,
Geeft hot volk van Neerland
Aan zijn vreugde lucht,
Koninginne-Moeder,
Op Uw jaarfestyn,
Maar wel bidt het dat Gy
Lang gespaard moogt zyn.
Voor Uw liefde en goedheid,
Voor Uw milde hand
En Uw weldoend harte,
Dankt U Nederland.
Koninginne-Moeder,
Ga 't U immer goed
Heil U, op Uw naamfeest,
Heil U, wees gegroet!
W. M. Tz.
KIEUWSTIJDIVUEN.
HELDER, 2 Augustus 1901.
Bij de Ned. Herv. gemeente te Eindhoven
is beroepen Ds. A. L. Th. van der Ven,
predikaat alhier.
De heer J. Koetsier, onderwijzer
alhier, is te Amsterdam geslaagd voor de
hoofdacte.
De heer C. Smit, onderwijzer alhier
aan de school voor uitgebr. l.o., heeft te
*8 Gravenhage acte bekomen voor de Hoog-
duitsche taal l.o.
Op 's Rijkswerf alhier zijn aan de
navolgende personen medailles toegekend
voor eerlijken en trouwen dienst als
De zilveren medaille aan de conserveer-
der J. G. van der Klauw, scheepsbeschie-
ter J. Klerk, conserveerder A. J. Bohlen,
voorslager P. M. Koomau en de werfsjou-
wer J. Slort.. De bronzen medaille aan de
schilders G. Rijkers en H. Abbenes, de
ketelmakers D. Geertvliet en L. Dunk,
schrijver le kl. J. van Otteren, bewaarder
H. Bouwhuis eu de werkman L. Wiegman.
Het programma van het Slafmuziekkorps
der Kon. Nederl. Marino, kapelmeester Jhc.
Koning, hedenavond van 8 tot 10 uur voor de
Sociëteit M iriue-Club" uit to voeren, luidt
uls vo'gt:
a. I Volkslied.
b. f Volkslied van Waldeck-Pyrmont.
1. „1'Etat-Major», Marche-Militaire, Jac.
Koning. 2. «Festival - Ouverture"Albert
Leutner. 3. ,Souge d'amour aprés le Bil-,
Intermezzo, Alphonse Czibulka. 4. Grande
Fantaisie dol'opéra „Carmen", Georges Bizct.
Pauze.
«Wilhelmus van Nassauon,' in de oude
toonzetting (1626), Adrianus Valerius.
5. .Ouverture zum Volksfcst", Franz von
Suppé. 6. .Die Wachtparade Komt!!!!»,
Humoreske, liichard Eilenberg. 7. «Grand
Bouquet do Mélodies", O. Clement. 8. «Les
Fleurs», Valse, Emil Waldteufel. 9. Finale.
„Eu avaut!», Galop, Carl Ilauschild.
N.B. Door afwezigheid van het Stafmnziek-
korps zal het e. v. Concert voor do Sociëteit
Marine-Club worden gegeven op Vrijdagavond
28 Augustus 1901, van 8 tot 10 nHr.
Voor de Kamer van Arbeid voor de
bouwbedrijven alhier schijnen onder de pa
troons geen liefhebbers te zyn, althans bg
de stemming op Dinsdag jl. hebben slechts
vier kiezers gestemd, die er echter een
aardigheidje van gemaakt hebben, door op
een vrouw te stemmen.
Te Amsterdam is tot lid der Tweede
Kamer gekozen in district IV, waarvoor
de heer Borgesius had bedankt, de heer
J. T. Cremer, (lib.) oud-minister van Ko
loniën.
Te Gouda, waar mr. Heemskerk werd
gekozen, doch die voor Amsterdam zitting
neemt, de heer A. W. Idenburg, antirev.,
kapt. bij het O. I. leger.
Te Veendam komen in herstemming, mr.
P. J. Troelstra socialist, en mr. A. E.
Smidt vrgz.-democraat.
Nieuwe verkiezing te Groningen.
Men meldt uit Groningen aan de »N.
R. Ct.":
Aangezien prof. Drucker heeft verzuimd,
binnen den door de wet bepaalden ter
mijn aan den burgemeester kennis te ge
ven, dat hg zijn benoeming tot lid der
Tweede Kamer aanneemt, wordt hij over
eenkomstig art. 136 der kieswet geacht die
benoeming niet aan te nemen. Men heeft
getracht prof Drucker, die in Tyrol ver
toeft, op zijp verzuim attent te maken,
maar daartoe afgezonden brieven en tele
grammen zijn hem blijkbaar niet tijdig
genoeg in handen gekomen.
De nieuwe verkiezing zal zich naar alle
waarschijnlijkheid niet bepalen tot de offi-
cieele candidaatstelling. Het is zoo goed
als zeker dat een tegencandidaat gesteld
zal worden.
Roodvonk.
Te Oudeschild leden tal van kleine
kinderen in de verloopen maand aan ma
zelen thans is het roodvonk uitgebroken
in een gezin. In den tijd van twee dagen
overleden de 30-jarige moeder en een
zoontje van 6 jaren daaraan. Door dr.
Wagemaker zijn de noodige maatregelen
tegen verdere verspreiding genomen.
Maandagmiddag werden vijf matro
zen, onder geleide van twee politieagen
ten van Middelburg naar boord van de
»Utrecht" voor Vlissingen gebracht. Toen
men bij het oorlogsschip gekomen was,
wisten drie der matrozen zich los te ruk-
keu en het hazenpad te kiezen.
Moord te Leiden.
De agent van politie De Vries, te Lei
den, die door een kermishouder met een mes
levensgevaarlijk werd verwond, is kort daar
op overleden.
De dader, A. W., 21 jaar, machinebank
werker werkzaam, te Haarlem had in zijn
vlucht het mes weggeworpen.
Hij is, na in het politie-posthuis tot ont
nuchtering te zijn geraakt, Zondagavond
om tien uren geboeid naar het bureel aan
de Breestraat overgebracht, ten einde ge
hoord te worden voor het op te maken pro
ces-verbaal.
De verslagene, een zeer oppassend
man, die sedert 18 April 1899 in dienst der
gemeente was, laat een jonge weduwe
met ééu kind achter, terwijl de vrouw boven
dien in bijzondere omstandigheden ver
keert.
Schandaal in de Belgische Kamer.
BRUSSEL, 34 Juli. Gedurende de gehee-
le ochtendzitting van de Kamer beletten
de socialisten de discussies door de Car-
magnole eu de internationale Marseillaise
te zingen, door te fluiten, te schreeuwen
en de sprekers uit te jouwen, in het bij
zonder minister Liebaert, die trachtte
het woord te voeren over de begroóting
van spoorwegen,
De socialisten maakten een helsch la
waai door met de lessenaars te kloppen.
Eindelgk werd de zittiug te 12 u. 35 miti.
onder groot rumoer opgeheven. De socia
listen riepen >Wg zullen dit hervatten".
FE3UILLBTON.
DE BOOZE GEEST.
Vry bewerkt door AMO.
16)
«Ben je dol geworden,» riep de Franschman
nit: «laat de paarden los, zeg ik je, we moe
ten of voorwaarts of terug.»
«Het opperhoofd is van gevoelen dat wy
stil moeten blyven waar we zyn," hernam
Jacques Leroy, kalm, zonder de teugels los te
laten.
«Toen het losse paard uit het bosch kwam
rennen, sprongen de Apaches van den grond
op."
«Enkelen trachtten het dier tegen te
honden, doch de meesten maakten aanstalten
om het woud binnen to dringen.»
«Plotseling weerklonk nu hot krijgsge
schreeuw der Choctaws en de ruiters met do
Zittende Stier aan de spits, vertoonden zich
op de vlakte.»
,Om liet gevaar van overreden to ontko
men, stoven de Apaches naar alle kanten uit
een.'
«In plaats van tot den aanval over te gaan,
reden de Choctaws in rechte lijn door de prai
rie.»
,Een luid geschreeuw ovor de vermeende
lafhartigheid hunner doodvijanden aanheffend
begonnen de Apaches in matigen draf rijden
de Choctaws nu te vervolgen.»
Binnen weinige oogenblikken was nu de
weg naar de kolonie vrij en dat was juist
hetgeen de Zittende Stier gewenscht had.»
«Nu kunnen we Ninette in veiligheid bren
gen,' zeide Jacques Leroy en liet de tengels
los, «vooruit, het geldt uw leven.»
«Charles liet zich dit geen tweemaal zeg
gen en als pijlen uit den boog vlogen de die
ren recht op de kolonie aan.»
Zywaarts zagen de drie ruiters een ver
ward gewoel van menschen en paarden.'
De kolonisten stonden met geladen buksen
achter de palissaden en wisten niet wat dit
zondering schouwspel te beduiden had, dóch
spoedig herkenden ze de drie ruiters. De poort
werd wyd geopend en Ninette met hare met
gezellen reden naar binnen.
De schermutseling in de prairie nam inmid
dels grootere verhoudingen aan en voortdu
rend kwamen nieuwe bendon Apaches uit-
het wond te voorschijn om tiun bedreigde stam-
genooten te hulp te snellen.
De Zittende Stier begreep dat die groote
overmacht zyner krijgslieden verderfelijk zou
worden en daar buitendien zyn doel beroikt
was, gaf hy bevel om het gevecht te sta
ken.
Twee dor Choctaws waren gesneuveld, doch
zeker tien maal meer Apaches.
Plotseling kwam na een onbereden Choc-
taw nit het bosch te voorschijn, greep een
der paarden van de gosneuvolden en sprong
behendig in den zadel.
«Het was Berenklauw.'
«Met onweerstaanbare vaart braken de ge
zamenlijke Choctaws door de ryon hun Der
vyanden en renden in goede orde de prairie
in, terwyl de verschalkte Apaches een woe
dend geschreeuw aanhieven en zich in het
woud terugtrokken.
Charles Larnon's eerste vraag aan de kolo
nisten was: «waar is Jean Houdance?»
Hy was hier,„ zeide de heer Bouleau aar
zelend.
»Maar waar is hy op het oogenblik vroeg
Ninette angstig.
,De geestelijke gaf do volgende verkla
ring
XH.
Op den dag van uw vertrek kwam Jean
Houdance des namiddags hier uud.«
Hy zag er doodelijk vermoeid uit en was
ongewapend; hy verlangde onmiddellijk u te
spreken, doch ik gaf hem te kennen dat ge
juist met inynheer Leroy op weg waart ge
gaan om te beproeven hem en Ninette met
behulp der Choctaws uit de gevangenschap te
verlossen.
Dit bericht verheugde hem zeer en hy ver
heelde niet, dat bij herwaarts gekomen was
om uwe hulp te verzoeken, ten einde zijne
dochter nit de handen der Apaches te verlos
sen.
Hem zelf was hot gelukt to ontvluchten.
Jean H rndanco had vervolgens en ammu-
nitie verzucht zoomedo om een paard ter
leen.
Nog donzelfden avond verliet hy, door spijs
en drank verkwikt, de kolonie, na ray opge-
dragcu te hebben u mede te deelen, dat ver
scheidene stammen der Apaches bijeengeko
men waren, met het doel om, onder aanvoe
ring van Uiakowa, de kolonie to verwoesten,
alle bewoners te vermoorden en zich vervol
gens bij het leger van Wolventand to gaan
voegen.
Eer Houdance te paard steog, voegde hy
my de volgen le woorden toe: «daar mjjnheer
Larnon uitgetrokken is om mijne dochter te
bevrijden, zal ik wederkeerig trachten alle
bewoners van Libreville het leven te red-
deD.
Mocht ik niet terngkoeren, dan is mijn
plan mislukt en ik behoor niet meer tot de
levenden.
«God beschorme dan do kolonie!»
,Een zonderling mensch,» zeide Charles
Laruon, terwyl hij onwillekeurig aan den
noodlottigen avond in het-Ulokhuis dacht, toen
de Trapper evenzeer van 't geheimzinnig red
dingsplan gewaagd had, doch waarvan do uit
voering door de plotselingo tusschonkomst der
Apaches met de gevangen Ninette verjjdeld
was geworden.»
,Ja, zeer zonderling,» gaf de heer Bloulean
zuchtend toe, «maar waarheid heeft hy ge
sproken, waut het eerste gedeelte zyner voor
spellingen is reeds vervuld.»
Dezen morgen vroeg legerden de Apaches
zich in het woud en hebbon reeds twee aan
vallen op de kolonie gedaan."
«Even voor uwe komst hebben we zo te
ruggeslagen, maar ze overtoffen ons meer dan
zesvoudig in aantal,
Hun aangeboren wreedheid en bloeddorst
schynt hunne voorzichtigheid zelfs te beheer-
schen, anders zouden zo hunne lichamen niet
op klaarlichten dag aan de kogels onzer man
nen blootstellen.»
«Een zware stryd wacht ons."
«Ik vrees voor den aanstaanden nacht.»
Laten wy echter bopen dat het tweede
gedeelte van Hondance's woorden waarheid
moge worden en de beloofde hulp verschynt.»
,Do dokter zeide niets, want hij geloofde
niet aan die hulp.'
«Waarin zou die toch kunnen bestaan?»
Die belofte van den Trapper klonk even
raadselachtig en onverklaarbaar als die in het
blokhuis gedaan, en over welker betcekenis
Charles Larnon by zijne eersto ontmoeting
met Jean Houdance zich zekerheid wilde ver
schaffen.»
Als myn vader iets belooft, houdt hy zyne
belofte," merkte Ninette op, „en nu vrees ik
niet meer voor zyn levengoed gewapenden
bereden als hij nu is kan hy gemakkelyk
alle valstrikken der Roodhuiden trotsoeren.'
«Charles Larnon nam nu alle mogelijke voor
zorgen tegen een verachten aanval.'
De palissaden waren goed in orde, doch
men deelde hem mede, dat het den Apaches
niet te doen was om die te vernielen, daar
ze veeleer op elkanders schouders klommen,
om op die wijze or over heen te komen.'
Het hevige geweervuur had hen echter
tot tweemaal toe verdreven."
Charles Larnon moest erkoonen, dat deze
wyze van aanval, vooral gedureode den nacht
een groot gevaar opleverde, en hy kwam op
een goeden invalwaren de spitse palen geen
beletsel voor de Apaches, dan moest daarin
voorzien worden, door lange spijkers door de
spitse ponten to slaan.»
„Zoo gezegd, zoo gedaan.»
«Hy gaf terstond do noodige bevelen en
spoedig was alles wat handen aan het lijf had
aan hol werk.
,Ondanks de duisternis was het binnen con
ir gereed.»
„Middernacht was voorbij en onheilspel
lend lag de sluier van den nacht over Libre
ville gespreid.»
«Niemand in do kolonie had een oog ge
sloten."
„De vrouwen baden, de mannen stonden op
hun post, wel met een bezwaard hart, maar
vaat besloten om wat hun lief was op de we
reld tot het uiterste te verdedigen.»
„De maan was achter de wolken verdwe-
neu en do weinige sterren gaven slechts eon
mat licht."
„Men moest dus alles in het werk stellen
om op zyne hoede te zyo.'
(Op korte afstanden brandden perkkran-
sen.'
«De aanwezigheid van Jacques Leroy en
andere Trappers van ondervinding boezemde
den kolonisten zelfvertrouwen in.'
,Deze mannen der wildernis legden eene
koelbloedigheid aan den dag, als ware or slechts
sprake van iets zeer gewoons.
,Ninette bovond zich in de hut der wedu-
i en dochter van den vermoorden poortwach
ter en deelde de diepbedroefde vrouwen na
dere bijzonderheden betreffende diens dood mo
de."
Charles Larnon en Leroy liepen langs do
palissaden op en neer.»
«De laatste wierp hier en daar een blik
door de schietgaten naar buiten doch schudde
ton laatste geërgerd het hoofd.»
,Zoo donker als een nacht in dit land maar
zijn kan,* mompelde hij, ,het bosch is niets
dan een donkere massa.»
„Laat de pekkransen toch wat feller bran
den, mynheer Larnon, anders sluipt dat gifti
ge gebroedscl tot vlak onder do palissaden,
zonder dat we er iets van bemerken.»
«Een uur na middernacht, toen de boht-
handolaar weer door oen der schietgaten
keek, berichtte hij den dokter dat er onraad
was."
„Hoe zoo, mijnheer Leroy?»
«De duivel halo my als de kerels niet iets
in hun schild voeren, doch ik kan nog niets
onderscheiden.»
«Kort daarna zeide hy: «nu wordt ray de
zaak duidelijk, ziet ge nog nieïsi mynheer
Larnon?»
«Tot na toe niets maar wacht, daar zie
ik iets bewegen in de prairie.»
Wordt vervolgd.