KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen. Waarschuwing. No. 2973 Woensdag 14 Augustus 1901. 29ste Jaargang. Bureau Znidstraat 72. Bureau: Spoorttraat. Telefoonn", 59. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., ra. ZondagBbl. 87!/i Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT ét Co., te Helder. Aavertentl&n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn Projectielen, scherven, banden, looden kogels, enz., welke gevonden worden op de zandplaat ONRUST, op de Texel- sche kust of uit zee worden opgevischt, zijn 's Rijks eigendomhij, die zich deze voorwerpen toeeigent, is derhalve strafbaar volgens de wet. Het oprapen en vervoeren van geladen niet gesprongen projectielen is levensgevaar lijk, ook voor de omgeving van hem, die zulks verricht. De KolonelCommandeerende Officier van het 4e Regiment Vesting-Artillerie, J. J. DE GREVE. is Het Nieuwe Modeblad voor ieder, die op de hoogte wil blijven van hetgeen de mode voorschrijft. Het bevat practiscbe raadgevingen voor wie de mode niet wil verwaarloozen en toch geen groote kosten maken. Patronenbladen en duidelijke bijschriften maken 't voor ieder mogelyk, het model zijner keuze zelf uit te voeren. De boeiende romanwaarvan bij elk nummer een gedeelte in boekformaat ver- gchjjnt, maakt het Nieuwe Modeblad nog meer belangwekkend. Het blad verschijnt tweemalen per maand en is van alle modebladen het goedkoopste. Prijs 55 ct. per drie maanden, franco per post 80 ct. Het biedt een schat van modellen, ook van handwerken. Men abonneert zich bij de uitgevers van dit blad. Met No. 19 begint het nieuwe kwartaal. Men gelieve achterstaand inteekenbiljet ingevuld te zenden aan de Uitgevers. Uit het ItulteiilaBid. Op 7dezer is door Lord Kitchener, de En- golsche opperbevelhebber in Zuid-Afrika, eene proclamatie uitgegeven, waarop in de laatat- verloopen dagen, sedert de inhoud van het stuk aan de Parlementsleden werd medege deeld, de algemeene aandacht gevestigd is. We ontleenen er aan het volgendeAlle commandanten, vcldcornots en verdere aan voerders van gewapende benden, die burgers zpn van de vroegere Ropublieken, en die nog weerstand bieden aan de Engolsche troepen, hetzij in de Oranje-kolonie, in Transvaal, of •in eenig ander deel der Engelsche bezittingen in Zuid-Afrika, zullen, tenzü ZÜ z'ch vóór 15 September a.s. overgeven, voor eeuwig uit Zuid-Afrika worden verbannen. De kosten van het onderhoud van families van burgers, die in het veld staan, en die zich vóór 15 September niet overgeven, zullen op die bur gers, kannen worden verhaald, en zullen zijn als een gepriviligeerde schuld op het roerend en onroerend goed der beide koloniën. Een aan deze proclamatie voorafgegane cor respondentie toont aan, dat deze grootendeels het gevolg is van overleg met de regeering van Natal, Onder do motieven, die in de opgaaf der redenen van deze proclamatie wor den genoemd, verdienen vooral deze de aan dacht: ,Do Engelsche regeering is derhalve vast besloten, een einde te maken aan den tegenwoordigen toestand, die nutteloos bloed vergieten en verwoesting doet ontstaan, en den ondergang brengt aan het meorendeel der inwoners, welke verlangend zyn, in vrede te leven en zich een vreedzaam bestaan te verzekeren. Het is rechtvaardig optreden tegen hen, die voortgaan weerstand te bieden, speciaal tegen diegenen, welke in eene ge zaghebbende positie zyn geplaatst, en daar door verantwoordelijk zijn voor den tegen woordigen staat van wetteloosheid, hunne medeburgers aansporende, om het hopeloos verzet tegen Zr. Ms. regeering voorttezettei»» Do tekst der proclamatie is, blijkens offi- cieële mededeelingen, afkomstig van minister Chamberlain, die in den loop der vorige maand daarvan aan Lord Kitchener mededeeling deed, daarbij den wensch te kennen gevende, dit stnk weldra uitgevaardigd te zien. De bepa lingen, daarin voorkomende, moesten echter vooraf aan de regeringen van Natal en de Kaapkolonie ter beoordeeling worden mede gedeeld. In 't bijzonder werd Lord Kitchener opgedragen, er op te wijzen, dat de procla matie er toe moet leiden, om het einde van den oorlog te bespoedigen. De regeering der Kaapkolonie keurde het ontwerp onmiddellijk goed die van Natal voegde aan hare goed keuring den wensch toe, zoo mogelijk nóg krachtiger maatregelen te nemen. Hoe ernstig en nadeelig de voortduring van den oorlog voor Natal is, blijkt uit het bijge voegd schrijven der regeering aldaar. Aange voerd wordt, dat de invallen der Boeren bet steeds onmogelijk maken, dat het den verjaagden bewoners mogelijk wordt gemaakt naar hunne landhoeven terug te koeren en hun bedrijf te hervatten. Die invallen dus wordt verzekerd verwekken onrust bij de Kaffers, de in komsten dalen, de handel is verlamd, do spoor wegen zijn gemonopoliseerd door de militairen, de steden zijn overbevolkt door vluchtelingen en menschen, die vrachten op de gelegenheid, om naar Transvaal terug te keeren, de veestapel wordt met ziekte aangestoken door den invoer van buitgemaakt vee uit de nieuwe koloniën, overal heerscben hongersnood-prijzen en do kolonie gaat gebakt onder de toepassing der krijgswet en van de consnur. In zulk oen hoogst treurigen toestand is het waarlijk geen wonder, dat de regeering en de bevolking van Natal mei reikhalzend verlangon uitzien naar het herstol van den lieven vrede. Doch of de proclamatie van Lórd Kitchener het tot stand komen van den vrede zal bespoedigen, valt wel zeer te betwijfelen. Een groot deel der Engelsche dagbladpers dat zyn dan dè regeeringsgezinde bladen is zeer ingenomen met de prachtige proclamatie van don Engelschen opperbevelhebber in Zuid- Afrika. De bedreiging, gericht tegen de Boereu- aanvoerders, welke zonder twijfel een ernstige schending is van het volkenrecht, worde door die pers wol wat zwak geacht. Een dier bladen drukt den wensch uit, dat de Boeren nu zullen begrijpen, dat dit maar het begin van de pij niging is. Het bewuste blad drukt de verwach ting uit, dat de Boeren nu toch eindelijk wel zullen inzien, dat de Engelschen hen altijd eerlijk bestreden en overwonnen hebben, en het vervolgt dan Wanneer later vrede en vriendschap niet mochten komen, zal het do schuld zijn van de Boeren en niet onze schold. Maar wy gelooven met eenig vertrouwen, dat zij wel zullen komen. De Boeren weten zelf al, hoe wy hen hebben behandeld in het veld, in het hospitaal en in de gevangenis, en hoe wij hun vrouwen en kinderen behandeld hebben in de kampen. En wanneer de stryd voorby is, en de gemoederen zyn gekalmeerd, dan zullen zij zei ven erkennen, dat wij hen be streden hebben, zooals zij, met weinige uit zonderingen, ons hebben bevochten in een raannelijken en weiwillenden stryd". Laten we daar maar geene opmerkingen aan toe voegen 1 Heel anders is de toon, die de oppositie bladen aanslaan. Een van deze bladen wijst op de dwaasheid, om te onderstellen, dat menschen, die den dood in allerlei vormen onder de oogen hebben gezien, wier hoeven verbrand, wier gezinnen opgesloten zyn, die geene eigendommen meer hebben en geen geluk znllen smaken, wanneer zy hnn land niet als vrije mannen knnnen betreden, iets znllen geven om verbanning. Het blad verwacht niet de minste uitwerking van dezen „onge vaarlijken bliksem, geslingerd door een afgematten en wanhopigen Jupiter!" Door een ander Engelseh blad wordt aangevoerd: iDo voornaamste uitwerking der proclamatie zal zyn, ons laag en verachtelijk te maken in de oogen van Europa. »De rykste natie ter wereld, zal men zeggen, verbrandde de boeven van een paar duizend Boeren. Zy roofde hun vee en hun oogst, zy bracht hun vrouwon weg naar eoncentratic-karapen, waarin zy ze opsloot. Toen de oorlog uit was, leverde zy oen rekening in van de kosten van onder houd bij de mannen van hun gevangenen, wier huizen en goederen zij had vernield." Keizer Franz Josepli van Oostonrijk heeft dezer dagen aan de Mexieaansche zangeres Cóhcha Mendez by gelegonheid van haar taehtigsten verjaardag een vorstelijk geschenk gezonden. Naar de Mexieaansche bladen melden, heeft de Keizer dit gedaan uit dank bare herinnering aan een eertijds kranig op treden der kunstenares. Kort na de terecht stelling van den ongelukkigen Maximiliaan van Oostenrijk, die door Napoleon III op den keizerlyken troon van Mexico was geplaatst en na het uitbreken der krankzinnigheid bij keizerin Charlotte, eischic het publiek in een der Mexieaansche sclfbnwburgen van de zan geres eenige coupletten, die beleedigend waren voor do ramspoedige vorsten. Maar zeer nit de hoogte sprak de kunstenares tot de menschen in de zaal: ,Neen, ik beleedig geen dooden en ongelukkigen!" Zoodra keizer Franz Joseph het gebeurde vernam, zond hy dor zangeres eene dankbetuiging, en nn zij haar taehtigsten verjaardag vierde, heeft de Keizer uiting gegeven aan zyno erkentelijkheid door het zenden van een kostbaar geschenk. Deze daad van den gryzen monarch lykt ons toe eece getrouwe opvolging van de oude, schoone spreuk: .Scbr^f genoten weldaden in marmer." ilKUUWlJDIIGEft. HELDER, 13 Augustus 1901. Yele zeeofficieren van onderscheide ne rangen, o. a. de vice-adniiraal Engel- brecht, commandant in de stelling van den Helder; de schout-bij-nacht van Waning, commandant in de stelling van de mon den der Maas en van het Haringvliet de commandant van het korps mariniers, kolonel van Welyzoomede inspecteurs van administratie en van Het loodswezen, kwamen heden op de eerste audiëntie, welke minister Kruijs verleende, hem hun ne opwachting maken. ATJ EH. Bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende, van den 9den gedagteekende regeeringstelegram, betref fende de onderwerping van eenige voor name Atjehers, en de verwonding van den pretendent-sultan De echtgenoote van Toeankoe Mahmoet met hare kinderen, waaronder de echt genoote van den pretendent-sultan, hebben zich aangemeld bij het bestuur in Atjeh. De verblijfplaats van den pretendent- sultan is ontdekt. De pretendent is gevlucht en verwond. Holland—Friesland. De openingstocht van de Holland Frieslandlijn per stoomjacht »Heerenveen" werd Zaterdag door een tachtigtal genoo- digden medegemaakt. Onder hen bevonden zich verschillende leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten van* Friesland, bene vens de oud-Minister van Waterstaat Van der Sleydén, onder wiens bestuur werd besloten tot den aanleg van de haven van De Lemmer, waardoor het mogelyk is dat booten als de >Heerenveen" en de »Bols- ward" aldaar kunnen binnenkomen. De HollandFrieslandlyn, samenwerkende met de Nederlandsche Tramwegmaatschappy, verbindt de voornaamste plaatsen van de geheele provincie Friesland met Amsterdam en zal later hetzelfde doen ten opzichte van de provincie Groningen. Doorgaande tarieven voor personen- en goederenvervoer zyn gemaakt, die belangrijk lager zijn dan de spoortarieven, al is het traject over het algemeen wat langer. Met aanvang van Vrijdag a. s. zal over deze lijn de post worden verzonden. De overtocht geschiedt met flinke booten, de »Heerenveen" en de >Bolsward", welker capaciteit is 325 pk. en die een lengte hebben van 51 Va hij een breedte van 6s/t en een holte van 3.70 M., een snelheid kunnen ontwikkelen van 12 knoopen en waarmede de overtocht van Amsterdam naar Lemmer in 4}/2 uur wordt verricht. De schepen zijn flink ingerichtzy hebben een salon, benevens 8 hutten voor le klasse passagiers, evenwel zonder couchets. Directeur der maatschappij is de heer P. J. M. Verschure, terwijl de exploitatie is opgedragen aan de firma's Verschure Co. en J. G. Koppe. Een voordeel dat de lyn aanbiedt op het spoor is denaoht- verbinding, waardoor de passagiers van Amsterdam uit des morgens vroeger in Friesland kunnen zyn. De stoomschepen zijn ingericht op vervoer van 850 passa giers, benevens van goederen en vee. In de katoenreinigingsfabriek der firma Rozendaal te Enschede is Vrijdag morgen de arbeider van Eooten om de dryfstang geraakt en totaal verpletterd. De man was 44 jaar oud en ongehuwd. De jongeman, die Zondag jl. in de Raamstraat te 's-Gravenhage van een vrouw een slag met een bierglas op het linkeroog kreeg en lie thans daar ter ste de in het ooglijdersgesticht wordt ver pleegd, zal voorgoed het gebruik van het verwonde oog missen. Zoodat de man, wiens rechteroog een kunstoog was, ten gevolge van verwonding volslagen blind is. Er gaat een gerucht en als zoo danig geeft de N. Gr. Ct. het dat de heer Ter Laan zyn mandaat voor Hooge- zand zal neerleggen terwille van mr. Troelstra. Te Groningen is gekozen als lid der Tweede Kamer de heer Drucker, die de eenige candidaat was. De gewezen zeeofficier G. AF. Ra land, die zich te Arnhem en te Wagenin- gen aan verschillende oplichteryen schuldig maakte, is Vrijdag te Doorn aangehouden en Zaterdagmorgen naar Arnhem overge bracht. Buitenlandsche berichten. De aanvaring van de Oceanic. Nadere bijzonderheden omtrent de aan varing van de »Oceanic" vau de White Star Line met het stoomschip >Kincora" doen zien dat er tijdens de aanvaring een zeer zware mist was. Beide stoomers stoomden zeer langzaam en deden voort durend mistsignalen hooren. Eenklaps zag kapitein Power van de Kincora", den reusachtigen boeg van de Oceanic" uit den mist opdoemen, en vóór hy tyd had om uit te wijken had die boeg zyn schip al in tweeën gespleten. De zee stroomde onmiddellijk door de reusachtige opening, die gevormd was, naar binnen. Kapitein Cameron van de Oceanic" liet direct sloepen strijken en liet van het 50 voet hooge voorschip einden touw werpen op de zinkende sKincora". 14 van de meh- Bchen aan boord van de Kincora" konden zich op die wijze redden doch 7 anderen gingen, terwyl zij nog naar middel^/i om zich te redden uitzagen, met het plotse ling kantelende en zinkende schip naar de diepte. Eenige sloepen kruisten nog een uur op de plaats van het onheil rond zonder echter iets of iemand te vinden. Ten gevolge van groote hitte in de poolstreken zyn vele ijsbergen losgeraakt en naar Atlantische Oceaan gedreven. Kapiteins van booten, die tusschen New- York en Canada varen, hebben dozijnen ijsbergen ontmoet, waarvan enkele 150 voet hoog waren. De straat van Belle Isle lykt geheel met ijs te zyn gevuld. Door bloedzuigers gedood. Met het vangen van bloedzuigers vinden in Zuid-Rusland, aan Don od Donez, de vrouwen een loonend, maar gevaarlyk be drijf. De bloedzuigersvangsters moeten nu en dan haar arbeid onderbreken, wijl nog niet gevangen dieren zich aan haarlichaam vastzuigen. Dezer dagen nu heeft in de streek van Kamenskaja het volgende droeve voorval plaats gehad. Een vrouw had in haar kruik circa 150 bloedzuigers ver zameld. Ofschoon reeds tal van dieren aan haar lichaam hingen en haar bloed afzogen, zette zy, zonder daarop te letten, haren arbeid ijverig voort, totdat zy ten gevolge van groot bloedverlies duizelig werd en uit het water stapte. Zy bereikte nog juist den oever, doch viel toen bewusteloos neer. Ongelukkig wierp zy daarbij haar kruik om, zoodat de zich daarin bevindende bloedzuigers ontsnapten en zich ook aan de weerlooze vrouw vasthechtten. Toen men haar later vond, was haar gansche lichaam opgezwol- en blauw. Na veel moeite gelukte het, de bezwijmde tot het bewustzyn terug te bren gen, maar weldra viel zij opnieuw in on macht, en na enkele uren gaf zij den geest. Niet gekleed. De Figaro" verhaalt van President Krüger het volgende. Vier jaar geleden toen nog alles in vollen vrede was gaf de Frausche kolonie te Johannesburg op den nationalen gedenk dag (14 Juli) een bal, en het gelukte den Franschen consul, den heer Aubert, den President, ofschoon deze zeer weinig van uitgaan hield, over te halen, dat bal met zyn tegenwoordigheid te vereeren. De dames hadden groot toilet" gemaakt, wat by dit bal een omgekeerde beteekenis had. Toen de president kwam, werd hij door den consul aan den ingang van het gebouw ontvangen en begaf men zich naar de balzaal, waarvan hij zelf de deur opende Nauwe lijks had hij echter een blik in de zaal geworpen, of hy sloeg haar ijlings weer dicht en riep uit»lk ben nog te vroeg de dames zyn nog niet gekleed." Men haalde inderhaast doekjes en fichus omdat de president niet wilde binnentreden, vóórdat de dames >gekleed< waren. Da Oorlog in Zuid-Afrika. De heer Benneth Burleigh seint aan de Daily Telegraph' dat de Boeren in den Vrijstaat klaarblykelyk levensmiddelen ontvangen uit Basoetoland, daar in de buitgemaakte wagens zich blikken met koffie en een hoeveelheid meel bevonden. Het laatste middel. De onbeschaamde proclamatie van Kit chener aan de nog te velde staande Boeren, die haar wedergade slechts vindt in de annexatie-proclamatie van Roberts, zal ongetwijfeld een storm van verontwaardi ging in de niet door Londensche beurs- >jobbers" gefinancierde pers op het vaste land als in Groot-Brittanië zelf doen uitbreken. Het blykt uit het telegram al terstond, dat Kitchener zelf niet aansprakelijk ge steld kan worden voor de ignobele bedrei gingen, waarmede Engeland poogt te» koste van het laatste restje van zijn militair prestige, de Boeren na twintig maanden stryda er eindelijk onder te krijgen. Op aanstoken van de Natalsche regeering, dia waarschijnlijk het langdurig derven va* inkomsten uit het verkeer met Transvaal te zwaar wordt en die vreest, dat de her haalde invallen der Boeren in het district Dundee, ja. in do geheele streek ten noor den van Kliprivier tot een soortgelijke» toestand zal leiden als in de Kaapkolonie, heeft de Engelsche regeering Kitchener gelast het treurige document in het licht te geven. Sir Alfred Milner is zoo wel willend geweest den Boeren vier weke* bedenktijd te bezorgen, door voor te stellen 15 September als fatale termyn te bepalen. Natuurlijk zal het heeten, dat deze vier weken den Boeren zyn toegestaan, opdat tot in de verste hoeken van het land de proclamatie behoorlijk bekend worden kan. De eigenlijke reden is even natuurlijk, dat Engeland voelt, dat het, vooral tengevolge van de uitbreiding van den Kaapsch'en opstand, met snelheid naar den afgrond ijlt, en weet, dat het verloren is, wanneer het den Boeren niet vóór den zomer een doodelyken slag kan toebrengen. Het ia voor de achtenswaardige ontwerpers dezer proclamatie echter te vreezeu, dat zy in hun goedheid te ver zyn gegaan, eu dat vóór 15 September de Boeren al weder in volle actie zyn. Het veld begint in deze dagen al belangrijk beter te worden en, zooals men weet, hangt de bewegelijkheid en de gevechtswaarde der commando's ten nauwste met den toestand van het al* weide dienende veld samen. LONDEN, 10 Ang. Kitchener seint uit Pretoria van 9 dezerIn den nacht van den 7en werd na een hevig gevecht ee* blokhuis by Brandfort bestormd en geno men. De Engelsche verliezen zyn één doode, drie gewonden. Generaal Elliot zond naar binnen onze linies 70 gevangenen, groote hoeveelheden vee en wagens. Verdere byzonderheden niet ontvangen. ROSMEAD, 9 Ang. In het Midland- district spreidt de vijand in kleine troepen hernieuwde levendigheid ten toon. Gisteren waren vier gepantserde treinen binnen vyftig mijlen van deze plaats slaags met de Boeren. De vijand beschoot van achter een kopje bij den weg van Betbesda een gepantserde* trein en doodde den bevelvoerendeu sergeant. Een Boerencommando stak ten Zuiden van Conway Zaterdagmorgen voor het aan breken van den dag den spoorweg over. Een Britsche kolonist meldde datditcom- mando dat van Kritzinger was, hy herkende verschillende mannen die daartoe behooren. liet commando was byna 400 man sterk die allen slecht bereden waren. Van een correspondent, die zich den tocht met Pilcher's colonne in denVrjj- staat meemaakt Heden kreeg kolonel Pilcher instructie* van het hoofdkwartier dat alle schape* moeten vernield worden. Dat dit onver mijdelijk was, dat was het besluit waar zy, die weten waar de boer van leeft tegen wil en dank toe gedreven waren. Wil hg niet vechten, dan moet men hem van allo voedsel beroovenen daar het geheel on mogelijk is om de ontzettende menigta schapen weg te dry ven als men ver van "middelpunten van bevolking ia, dan is da keus die men thans nemen moet de eenig* mogelijke, al betreurt men ook nog zeer de noodzakelijkheid en al is 't werk nog zoo akelig. Zoodra de Boeren dit feit leeren kennen als iets meer dan een dreigement waar men hen mee bang maakt, dan zal PBUILliBTON. DE BOOZE GEEST. Vry bewerkt door AMO. 19) Het was werkelyk een aantal Apaches ge lukt om hun vervolgers te ontkomen en de kleine uitgangspoort to bereiken maar wat is dat? Waren het helache geesten, die opeens uit de prairie opdoken en hun ook dezen uitweg versperden Daarbuiten wachtte hen eene kleine schare Choctaws te paard, met de Zittendo Stier aan hot hoofd. Op hunne vlugge rossen gezeten, vervolgden zy de Apaches en maakten nog menige scalp buit. Van de groote bende Apaches bereikten slechts enkelen het beschermende woud en vluchtten zoo snel ze konden om den opper- aanvoerder Wolventand de tyding te brengen van deze eerste, verpletterende nederlaag der Roodhuiden De laatste der in de kolonie achtergebleven Apaches vielen onder de slagen der blankeD. Het waren de dapperste krygslieden van hun stam en ze sneuvelden als helden. Menig ■oldaat zonk doodelyk getroffen van zyn paard en ook twee der kolonisten vielen op het laatste oogcnblik. Jean Houdance had na het wederzien zyner dochter ook een werkzaam deel aan don strijd genomen. Door de kleioe poort rende nu het opper hoofd de Zittende Stier de kolonie binnen en liet zyne blikken over de talryke lyken gaan, die den grond bedekten. .Gegroet opperhoofd,' riep Charles Larnon, die ongedeerd uit den stryd gekomen was, hem hartelyk toe. De Zittende Stier beantwoordde dezen groet en vroeg haastig„Waar is Hiakowa «Naar de aodere wereld,» gaf Jacqnes Leroy ten antwoord, die naast do dokter stond. Het Choctaw-opperhoofd begreep den zin dezer woorden, en een uitdrukking van groote teleurstelling vertoonde zich op zyn donker gelaat. Hy zou gaarne vyf jaren van zyn leven gegeven hebben, als hy zyn doods vyand nog levend aangetroffen had, om den smaad, hem by^ het raadavuur aangedaan, bloedig en met eigen hand te wreken. «Uit den weg,* riep eene waarschuwende stem en de drie mannen maakten ruim baan voor Jean Houdance, wiens paard door hot geweldig rumoer schichtig was geworden en met zyn beryder op hol ging. Houdance was er de man niet naar, om zich door een schichtig paard bang te laten makenmet vaste hand hield hij de teugels vast. Hy kon echter geen stuur in den razenden loop van het paard brengen, dat gelukkigerwijze recht naar de geopende poortdeur holde. Volg hem,» verzocht Charles Larnon het Choctaw-opperhoofd, .en tracht zyn paard tot staan te brengen, anders zal het slecht afloopen.» De Zittende Stier voldeed zonder aarzelen aan dien wensch, hoewel hy zelf hem volko men onverschillig was en by hem zelfs haat toedroeg. Toen echter het opperhoofd op zyn vurig ros de poort bereikt had, was Hou dance met zyn hollend paard reeds vlak by het bosch, zoodat het ongeval gebeuren moest voordat hij hulp kon bieden. Met onver stoorbare kalmte wendde hy zyn paard en greep naar een voorwerp, dat de Trapper op zyn razende rit verloren had. Het zag er uit als een opgevouwen doek. Het opperhoofd vouwde het open en bekeek het, waarop hij als door een kogel getroffen ineenkromp. Onder het uiten van een kreet, zóó vreeselijk en bloeddorstig, dat Charles Larnon en Leroy verbaasd opkekeu, rende hy nu den Trapper na. Jean Houdance had intusschen met de hem eigen bedachtzaamheid gehandeld, een eigen schap, die de Amorikaansche Trappers ken merkt. Toen al zijne pogingen om het dier naar de prairie te doen wenden mislukten, wierp hy zyn buks weg, greep zyn scherp jachtmes en stiet dat het paard in den nek. Het dier deed eenige geweldige sprongen, wankelde en stortte dood nederbehendig sprong hy uit den zadel en stond ongedeerd op den grond. Zijn kleeding echter was vreeselyk geha vend ongerust voelde hy in den borstzak van zyn jas en toen hy hot voorwerp, dat hy zocht, niet vond, werd zyn gebruind go- laat zeer bleek. Daar drong de oorlogskreet der Choctaws in zyn ooren en hy zag de Zittende Stier op zich afkomen, het vermiste voorwerp in zijn rechterhand zwaaiendo. Uit de prairie kwamen ook Choctaws aanrydou om hun opperhoofd, zoo noodig ter hulp te komen. Charlos Larnon en Leroy hadden zich by Ninette gevoegd, die met bezorgdheid vroeg wat er gaande was. De beide mannen haalden de schouders op en snelden naar het woud. Met onbevreesden blik wachtte Jean Hou dance het opperhoofd af. Do buks van den Trapper lag op den grond, doch in zijn hand hield hij het jachtmes, nog druipend van het bloed van het doorstoken paard. Toen de Zittende Stier van het paard sloeg, scheen Houdance plotseling van plan te veranderen, keerde zich om en verdween in het woud. De Zittende Stier volgde hem op deu voet. Het was Jean Houdance's plan geenszins om te vluchten, doch by wensohte slechts zyn tegen stander alleen voor zich te hebben. Hjj wachtte het opperhoofd aan den voet van een reusachtigen benk op. De baide mannon keken elkaar een wyle zwijgend aan. In de blikken van den Choctaw was doodclyke, onverzoen lijke haat te lezen, in dien van den Trapper iets duivelachtigs. Zich nederbuigende mat de Zittende Stier met den steel van zijn tomahawk het spoor, dat door den voet des Trappers in het zand was gedrukt. Doch Houdance riep: .Spaar die moeite, ik ben do man, dien gy zoekt. Gelyke stryders, gelyke wapensTer stond wierp hot opperhoofd zyn tomahawk neder, benevens het voorwerp, dat hij gevon den had, en was nu, evenals de Trapper, slechts met het mes gewapend. Moordenaar mijns vaders, vloek van myn volk, sterf!' brulde de Zittende Stier en wierp zich met de vlugheid van een tygor op zyn tegenstander. Eonige oogeublikkcn worstelden de beide mannen met elkaar. Jean Houdance was reusachtig sterk, doch de Zit tende Stier -zoor behendig. Zoo onverwacht, zoo behendig waren de bewegingen van den Choctaw, dat ieder ander, al wure hy nog sterker dan Houdance geweest, het onderspit zou hebben gedolven. Houdance paarde aan zijn reuzenkracht een groote mate van be hendigheid. Alle stooten, die do Zittende Stier hem wilde toebrengen weerde hij af. De Choctaw ontstak in drift en gaf zich bloot, wat zijn dood geweest ware, als Houdance zulks gewild had. Toon de kracht en de be hendigheid van de Zittende Stier eenigszins verflauwden, ging Houdance, die zich tot nu toe slechts tot zelfverdediging beperkt bad, aanvallenderwyzo te werk. Zonder den Zitten- den Stier de geringste wond toe te brengen, drukte hy hem mot zyn reuzonkracht tegen den grond en hield den met het mes gewa- penden arm vast. De overwonnene kon geen lid verroeren, doch zonder een kreet te uiten, wuchtte hy met onbevreesde doch van onver- zoenlyken haat fonkelende blikken den genade- stoot af. Jean Hondance bracht hem echter dien stoot niet toe. .Gy ziet,* zeide hjj, .dat ik uw leven in myn hand heb, doch ik schenk het u, daar gy myn dochter uit de gevangenschap der Apaches gered heb. Onze rekeniug is vor- eff'end.» By die woorden stoud hy op en wilde zich verwijderen. Zinneloos van schaamte en woedde, richtte de Zittende Stier zich op, greep zyn scherpe kling en stiet die tot de helft in de breede borst des Trappers, die het allerminst daarop verdacht was. Als een gevelde eik viel hy neder. Paardengetrappel liet zich nu hooren en de bereden Choctaws, die aan Ninotto's bevryding medegewerkt haddon en heden weder op het tooaeel van den stryd versche nen waren om de kolonisten by te staan, schaarden zich zwygend om hun opperhoofd. De Zittende Stier maakte echter eerder don indruk van een overwonnene, dan van een overwinnaar. Hy stond daar, met het hoofd op de borst gezonken. Zyn krijgsmanstrots was gevoelig gekwetst door de gedachte, dat hy den Trapper niet door eigen dapperheid verslagen had, doch eerst door de grootmoe digheid zijns vyands in de gelegenheid was gesteld geworden het werk der wrake uit te voeren. Krygslieden der Choctaws,' zeide de Zit tende Stier met doffe stem, .een vreeselyko vyand van ons volk is heengegaan naar de eeuwige jachtgronden der blanken. De Zit tende Stier had gezworen, door hot bloed van dien man te vergieten, onze vermoord* broeders te wreken. Ziet, het eersto opper hoofd der Choctaws heeft dien eed gehouden, doch niet in eerlyken stryd heeft by dién vyand gevold laat hem daarom zyn scalp behouden. Op, Choctaws, naar onze wigwamsAan hot ruadsvuur van ons geheele volk, zal ik u zeggen, welke schuld dit bleekgoz^ht op zich geladen bad. Schuw en verbaasd keken de Choctaws bjf deze verklaring, waarvan zy niets begrepen, bourtolinga naar hun opperhoofd en naar d* bewegingloozo gestalte des 'Trappers, maar niemand sprak oon woord. Zy spoorden hnnna paarden aan en waren weldra in het bosch verdwenen. Een zonnestraal drong door het licht* looverdak op het doodsbloeke gelaat van Houdance, die mot gesloten oogen daar aan den voet van don heuvel op den donkeren mosgrond nedorlag. Nauwelijks waren d* Choctaws verdwenen of de stem van Jacquet Leroy weerklonk: .Ilierheon, myuhoer Larnon en mejuffrouw Ninetto 1 Hier zyn sporen van voetstappen zo voeren naar gindschon benk. De beide mannen en Ninette kwamen nador, zc slaakten een kreet van ontzetting.. M*t een vreeselyken gil wierp Ninette zioh op hot bowegingloozen lichaam baars vaders. .Vermoord!» zeide de dokter op'doffen toon en trok het mes uit de bont- de* Trappors. «Het mes van het Choctaw-opperfioofd voegde Leroy er by. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1