KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
Spoorstraat 49.
Twaalf pröe IMoeien
voor Heider, Texel er WSerirgen
Slim tegen slim.
verhuisd naar
Kanaalweg 16
J. HARJER.
Voor één gulden
HET PARK fe Enkhuizen
ino's te huur
L. W. WIECANT,
Winteraardappelen
No. 2998
Zoterdag 9 November 1901.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
KALENDER DER WEEK.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagon.
Opkomst der Zon 7 u. 14 m.
Onderg. 4 u. 14 m.
Zondag 10
Maandag 11 N. Maan.
Dinsdag 12
Woensdag 13
Donderdag 14
Vrjjdag 15
Zaterdag 16
lilt het Buitenland.
Een bekend spreekwoord, aan den klein
handel ontleend, luidt: »Geld is de ziel van
de negotie.'In een redevoering, dezer dagen
door den minister van Financiën in Engeland
gehonden, bleek dit spreekwoord te zyn om
gezet in: «Geld is de ziel van den oorlog."
Er moet geld zyn, altoos meer geld dus
klonk het uit den mond van den minister, die
lands geldmiddelen beheert, en dus het best
weet hoe de zaken staan. Hy erkende, dat nu
reeds do belastingen hooger opgevoerd zijn
dan ten tjjde van den zeer kostbaren Krim-
oorlog. En het ergste was, hij kon bij deze
erkenning geen uitzicht bieden, dat de oorlogs
uitgaven en de belastingen weldra zullen ver
minderen. Hy sprak zelfs de verwachting uit,
dat in de volgende zitting van het Parlement
nog weer een voorstel tot verhooging der be
lasting zal ter tafel komen. Zulke uitlatingen
der regeerings-personen worden zelfs te sterk
voor do meest gewone voorstanders van het
voortzetten van den oorlog, 't Is waar dit
wordt opgemerkt Engeland is een ryk
land, 't welk heel wat kan te koste leggen
aan zyn roem en aan zijn dwaasheden, doch
Engelsche nieuwsbladen beginnen nu toeh te
jammeren en te klagen, dat het land onder
den financieëlen last gebukt gaat. Hetgeen
gedurende de tweede helft der XIXde eeuw
door een voorzichtig en zuinig beheer tot af
lossing der nationale schuld bespaard werd,
wordt thans door den onzaligen Zuid-Afri-
kaanschen oorlog opgeteerd, nieuwe leeningen
moeten worden aangegaan, invoerrechten
moesten op suiker en uitvoerrechten op steen
kolen worden gelegd, en dit alles is nog niet
genoeg, er moet altoos meer geld zijn, want
geld is de ziel ook van den oorlog De re-
geeringsgezinde dagbladpers in Engeland be
gint al tamelyk heftig te worden, on, met het
oog op den ongunstigen toestand, stelt zij den
eisch, dat er deugdelijke verantwoording moet
worden gedaan van de schatten, die door de
bolasting-schuldigen worden bijeengebracht, en
dat er moet worden aangetoond, wat er met
hl dat geld is gedaan, en welke resultaten er
door «yn verkregen. Ja, 't is zelfs al zoover
gekomen, dat couranten van de kleur der
regeering al toegeven, dat de bolangry'ke ver-
hoogiug van belastingen, die te wachten staat
in Engeland groote schade zal toebrengen
aan handel en nyverheid en dus aan de
volkswelvaart.
De verzekering, onlangs door minister
Chamberlain in een zyner redevoeringen
gegeven, dat do oorlog, die thans door En
geland in Zuid-Afrika wordt gevoerd, een
stryd is, die zich door het betoonen van
goedheid en odolmoedigheid van de zyde der
Engelsche officieren en soldaten kenmerkt
die verzekering, waarover men in 't buiten
land ongeloovig de schouders ophaalt, wordt
thans door Engelschen ontzenuwd. Een aer
Londensohe dagbladen bevatte dezer dagon
•en brief uit Johannesburg, waarin werd
medegedeeld, dat de groote sterfte van vrou
wen en vooral van kinderen in de concentra
tie-kampen, gevoegd by het totale gebrek aan
geboorten binnen korten tyd zal leiden tot
uitroeing van het Boorenvolk in Zuid-Afrika.
Engeland trekt dus 't verdient opgemerkt
te worden van zyn .humane" wyze van
oorlogvoeren het dubbele voordeel, dat het
de menschen op hoogst wreedaardige, beest
achtige wyze bejegont, en tegelijk by het
voortduren van den oorlog de Boeren-bevol
king tot eene belangryke minderheid terug
brengt. Waar blijft, wanneer zulke opmer
kingen zelfs door Engelschen worden gemaakt
•n beaamd, de Engelsche minister met de
.fraaie» verzekering, die wy hierboven aan
haalden, en met eene andere uitspraak,
waarin hy gewaagde van zuiver militaire
gronden voor het bijeenbrengen dor concen
tratiekampen, die uitsluitend zouden moeten
dienen als middel, om het einde van den
oorlog te bespoedigen.
Onlangs is door den heer Ch. Boissevain,
directeur van het Amsterdamsche .Handels
blad», een open brief in do Engelsche taal
verzonden aan don hoer Roosevelt, President
der Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Groote aantallen van dit geschrift zijn
daarna over hot uitgestrekte land verspreid,
een en ander met do bestemming om by
regeering en volk licht te verspreiden over
den vorschrikkolijkon oorlog in Zuid-Afrika,
om to wyzon op de gruwelen, die daarginds
door de Engelschen worden gepleegd, om
belangstelliug te wekken voor de vrijheid
lievende Boereu, en, zoo mogelyk, den invloed
der Groote Republiek to verwerven, ten einde
aan dien bloedigon worstelstrijd een einde te
maken. De schrijver en afzender van dien
brief ontvangt nu, nadat zijne belangryke en
voor velen minder bekendo mededeeliugen
onder veler aandacht zyn gekomen, tal van
beantwoordingen, uit vele waarvan blijkt, dat
de oorzaken, waardoor de krijg is ontstaan,
en de ellendige handelingen, waardoor hy
zich meer en meer kenmerkt, in 't geheel
niet of maar zeer weinig bekend zijn by het
Amerikaansche volk, dat zich in den regel
laat voorlichten door Engelsche geschriften
en Engelsche nieuwsbladen. Van dit laatste
is tegeningenomenheid ten aanzien van de
Boeren en onjuiste voorstelling van feiten
het noodwendig gevolg. Men zou by het
vrijheidlievende volk van Amerika iets anders
verwachtenDo inhoud van den open brief
blijkt echter indruk te maken, en hel is niet
onwaarschijnlijk, dat hierdoor invloed wordt
uitgeoefend op den gang van zaken, 't Is
niet onmogelijk, dat de openbare mconing
zich krachtig zal uitspreken, en er op zal
aandringen, dat er aan de geweldenarijen in
Zuid-Afrika een einde kome.
In Engeland werd dezer dagen, stellig niet
op aansporen der regeering of van hare
vrienden, een blaadje verspreid, waarop aan
schouwelijk werd aangeduid, hoe groot, volgens
de officiëele cijfers, de vreeselijke sterfte is
in do Zuid-Afrikaansche concentratie-kampen,
't Is eene graphische voorstelling der sterfte
per duizend personen per jaar. Jn Engeland
sterven op de 1000 menschen 18 per jaar, in
de kampen 264, onder de kinderen in de kam
pen 433!
MEUWNTIJIHIXUEV
HELDER, 8 November 1901.
Bij Kon. Besl. is bij het Departe
ment van marine, met ingang van 1 No
vember, benoemd tot inspecteur over de
comptabiliteit van het materieel bij 's rijks
werven de gepensionneerde luitenant ter
zee 1ste klasse J. F. Graadt van Roggen
Aan het departement van marine
had gisteren de onderhandsche inschrijving
plaats voor den bouw en de levering van,
een stoomvaartuig ten behoeve van Ned.
Looswezen Slechts 3 inschrijvingon waren
ingekomen tusschen f 163,000 en f 173,000
varieerende. De minste was die van den
heer P. Smit Jr. te Rotterdam voor f163,000.
De arrond. rechtbank te Zierikzee
heeft A. W., evangelist, gedomicileerd te
Zwolle, thans gedetineerd, naar de openbare
terechtzitting verwezen, ter zake van het
op 19 Augustus jl. aanwenden vau pogingen
tot brandstichting in een woonhuis en daar
aan grenzend evangelisatielokaal te Zierik
zee, en tevens ziju gevangenhouding bevolen.
Mr. A. J. F. Fokker is den beklaagde ambts
halve als raadsman toegevoegd.
Een lijkrede.
De heer Henri D. Luppens deelt in het
»N. v. d. D." mede dat hij getuige is ge
weest van de begrafenis van een fuselier
op het kerkhof aan het Kanaal te 's-Gra-
venhage. Een sergeant hield daarbjj de
volgende toespraak
Makkers De overledene ons aller
vriend was 'n braaf man, had een blan
co strafregister, weinig schoenenreparatie
en ja nog zelfs te goed op z'n boekje.
Spiegelt jelui daaraan, jongens".
Uit een Amsterdamschen brief in bet
Haagsche Dagblad
Op een of ander Amsterdamsch plein moe
ten twee straten uitloopen, die de eigenschap
hebben, dat een vreemdeling steeds de eene
voor de andere aanziet en altijd de verkeerde
inwandelt. Kunnen het de Emma- en Adel-
heidstraat zyn Een Hagenaar moest onlangs
in de Emma- of Adelheidstraat ik weet
niet welke zyn, vergiste zich, zooals het
een welopgevoed vreemdeling betaamt en
schelde dus bij nuramero zooveel in de ver
keerde straat aan. Laat ik op den voorgrond
stellen, dat mijn vriend er niet ongunstiger
uitziet dan het type van den doorsnee-Hage
naar en allerminst denken deed aan den heer
Muselino of een anderen atruikroover. Do
deur gi°B open en hij vroeg, met liet eeno
oog op bet deurplaatje, waarop een hem
vreemde naam toonde, of de familie laat
ik maar zeggen Jansen misschien verhuisd
was en of men ook wist waar zo nu woonde.
Het dienstmeisje vau de familie laat ik
maar zeggon Muldor liet mijn vriend op
de stoep staan en ging naar binnen voor de
informatie. Mijn vriend, die niets ongedul
diger ia dan de moeste Hagenaars, wachtto
on bleef wachten en schelde ten slotte ton
einde raad weer aan. Toen ging met een
woesten ruk het raampje van de voordeur
open, verscheen een zenuwachtig knikkend
hoofd achter do tralies on schreeuwde woedond
Wat motje?» Myn vriend, die niets .most',
trok zyne schouders op en de stoep af.
Thuis en tot bedaren gokomon, schreef hy
den beer Mulder een brielkaart met niets
andera er op dan wat mot je Een paar
dagen later ging er een brief daar Amsterdam,
Emma Adelheid of Adelheid Emmastraat,
inhoudende de vraagwat mot je en de
vorige week werd de familie Mulder verblijd
met een aangeteekenden brief met aangegeven
geldswaarde van f 750.
Op een bol liop de hoor Muldor naar het
postkantoor, kreeg bij bet haastig openscheu
ren een stukje lak onder den nagel en las,
toen hij het lijvig document ontvouwd had,
met ossen van letters: wat mot je? Woedond
informeerde hij aan het lokot naar den af
zender. Een dag of wat later kwam ter be
scheid van do postafzender was de hoer
WA. T. Motje to 's Graveahage. Eergisteren
werd in het holst van don nacht by den beer
Muldor, of boe hij ook heeten mag, aange
scheld. Verschrikt sprong de heer des huizes
het bed uit en ijlde naar de deur. Een tele
grambesteller met een dringend telegram. De
heer Mulder moest weer naar boven om oen
potlood, verloor op de trap een slof, waarover
hij op den terugweg struikelde, teekende en
las, na eindelijk bet couvert met bevende
band verscheurd te hebbenwat mot ja
Hoe men er achter gekomen is, weet ik
nie', maar geen dag gaat er voorby of ep de
hardsteencn pui van zyn huis, schrijft de
straatjeugdwat mot je en thanB staat de
familie Mulder in do Emma-Adelheid of
Adelheid-Emmastraat by do kennissen en
buren algemeon bekend als de familie: Wat
Met-jo
De wraak eens Hagenaars is zoot
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De militaire briefschrijver van de West
minster Gazette" meent dat liet dwaasheid
zoude zijn h--t feit te willen verbergen,
dat het laatste oorlogsnieuws
uit Zuid-Afrika het Engelsche volk den
ernst van den militairen toestand sterk
heeft doen gevoelen. Op zichzelf zoude de
ramp, die Benson's colonne getroffen heeft,
den militairen toestand niet zoo ernstig
maken^- als hij overigens gezond was. Maar
Benson's ongeluk is een aanwijzing van
wat men nog meer te verwachten heeft,
een openbaring van de onbeduidendheid
van den Engelschen inlichtingendienst, een
schok voor de zelfvoldaanheid der autori
teiten en heeft als zoodanig ernstige ge
volgen. Als de Engelsche regeering ooit
een mooie gelegenheid had om een ge-
zonderden staat van zaken in 't leven te
roepen, dan is het nu, want het verbitterde,
verontruste, verbijsterde Engelsche volk
zal elk teeken van krachtig optreden wel
kom heeten. Maar volgt de regeering den
ouden weg en beproeft zij het gewicht
der jongste nederlagen te verkleinen, dan
zal het volk weldra weer in zijn gewonen
staat van zorgeloosheid geraken en de
oorlog eindeloos voortsmeulen.
Het wordt hoog tjjd, vervolgt de mili
taire medewerker der Westminster", dat
het publiek begrijpt dat het Engelsche
leger in Zuid-Afrika nog sneller uitgeput
raakt dan de Boerentroepen. De verster
kingen, die elke week gezonden worden,
zijn bloot voldoende om de verliezen door
sneuvelen, verwonding en zieken goed te
maken. Voor aflossing der afgewerkte troe
pen, wier energie is uitgeput, die naar
huis verlangen en den oorlog moede zyn,
wordt niets gedaan. De officieren zijn even
uitgeput als de soldaten. Waarom zijn
kampen en kazernes in Engeland niet vol
manschappen, die geoefend worden voor
velddienst ter aflossing hunner kameraden
aan het front Waarom worden er te
Alderschot en te Salisbury Plain geen
groote troepen yeomen gedrild
De schrijver meent, dat het geheele op
treden der Boeren met de officioele raming
van hun aantal op 10,000 in tegenspraak
is. Hij somt dan de tallooze moeilijkheden
op, waarmede het Engelsche leger te kam
pen heeft en eindigt met op de krachtigste
wijze aan te dringen op het zenden van
versche bereden troepen en steeds meer
bataljons yeomary, die terdege geoefend
zyn niet alleen in fotografeeren, steen-
kooldragen en corveeën en zonder dat
Lord Kitcheuer's al of niet er om vragen
er aan te pas komt. De tegenwoordige
politiek van werkeloosheid zal Engeland
in zwaren last brengen als het die niet
zonder verwijl laat varen.
Op het zenden van meer troepen hebben
al zooveel andere militaire en burgerlijke
deskundigen op oorlogsgebied aangedrongen
met niet minder klem dan de medewerker
der Westminster Gazette". Maar geen
van allen heeft nog ooit verteld, waar
die troepen vaudaan moeten komen en
dat is de vraag, die Brodrik c.s. waar
schijnlijk juist het meest zal interesseeren.
Reeds het R e u t e r-berickt dat de heide
kanonnen van kolonel Benson's achterhoede
door de Boeren zyn vermeesterd, deed zien
dat de verhalen der dagbladcorre pondenten
te Pretoria orer het gevecht te Bakenlaagte
op geheel onjuiste voorstellingen berustten.
Lord Kitchener's beschrijving van het ge
vecht in ziju telegram van 4 November
wekt het vermoeden dat de eerste verhalen
vrij wel geheel uit den duim waren gezogen.
Men kan dus niet beter doen dan met deze
berichten geen rekening meer te houden.
Lord Kitcheuer deelt omtrent de Brit-
sche nederlaag het volgende mede
Kolonel Benson's colonne verliet haar
kamp ten noorden van Bethel op 30 Oct.
bij het aaubreken van den dag en trok in
de richting van Brugspruit. Den kolonel
was gemeld dat de Boeren Bakenlaagte,
waar hy wilde kampeeren, hadden bezet.
Het weder was regenachtig en stormachtig.
«Tijdens de marsch werd de vijand ge
makkelijk op een afstand gehouden. Baken
laagte werd om één uur des namiddags be
zet De achterhoede met twee kanonnen,
gedekt door een eskadron cavalerie, was
geposteerd binnen geweerschotsafstand van
het Boereulager.
De aanval van de Boeren op een der flan
ken van de achterhoede werd afgeslagen.
De cavalerie werd teruggetrokken, waarop
de Boeren onder bedekking van het ge
accidenteerde terrein, de achterhoedde om
trokken en den heuvelrug aanvielen waar
op de kanonnen waren geplaatst. Wegens
de zware hagel en regenvlagen in den rug
(van de Boeren?) bleet de aanval onop
gemerkt totdat de vijand de stelling be
kroop tot vlak bij de kanonnen. Hij beschoot
daarop het escorte en de paarden der stuk
ken neer. Kolonel Bensou en overste Guin-
ness werden beiden bij de kanonnen ge
troffen.
»Ten gevolge vau een gelyktydigen
aanval op het kamp kon geen voldoende
ondersteuning worden gezonden naar den
heuvelrug.
»De Boeren konden de kanonnen niet
weghalen, voordat de Britsche ambulance
uitging. Toen haalden zy onder bedekking
vau ambulance de stukken weg.
Den 30en October, vertelt lord Kitche-
ner ons, ging de Britsche colonne op weg
naar Brugspruit. De aanvoerder was voor
nemens den avond van dien dag te kam
peeren te Bakeulaagte, op ongeveer 20
mijlen afstand van zijn vorig kamp, hoe
wel hij wist dat deze plaats door de Boeren
was bezet. Waarom hij niet liever een an
dere pleisterplaats koos, blyft onopgehel
derd, tenzij men aanneemt dat de aan
wezigheid van Grohelaar en Erasmus hem
noopte het kamp bij Bethel op te breken
en in de aangegeven richting te trekken,
in de hoop dat Bakenlaagte niet sterk zou
zyn bezet. De omstandigheid dat de co
lonne ook tijdens den marsch door de Boeren
werd lastig gevallen, zon erop kunnen wij
zen dat kolonel Bensou werd opgejangd.
Voor deze opvatting vindt men steun
in Kitchener's telegram. Om 1 uur des
middags van den 30en October werd Ba
kenlaagte «bezet", d. w.z. hield kolonel
Benson daar stil, misschien wel, omdat
hij niet verder kon. Het zou inderdaad in
het tegenovergestelde geval vreemd zijn,
dat hij zijn achterhoede met zijn beide
kanonnen, onder bedekking van een esca-
dron cavalerie opstelle binnen geweer
schotafstand van het Boerenlager en dan
niet eenmaal pogingen aanwendde om de
Boeren te verdrijven. Het heeft er voor
waar allen schijn van of kolonel Benson
werd gedreven in een voor hem gereed ge
maakte val.
En daarop kon het gevecht beginnen.
»De aanval van de Boeren op een der
flanken van de achterhoede werd afgesla
gen niet zonder zware verliezen voor de
dekkende cavalerie, gelijk is gebleken uit
de talrijkheid der dooden en gewonden by
de Schotsche ruitery. Inderdaad werd dit
korps zoo zwaar gehavend dat het moest
worden teruggetrokken."
Deze eerste aanval werd ondernomen van
de zijde, waar den Boeren de regen in het
aangezicht sloegzij maakten echter een
omtrekkende beweging en kregen daardoor
den regen in den rug. zoodat zij onopge
merkt de positie der achterhoede op den
heuvelrug kouden bekruipen tot vlak by
de kanonnen. De vijand schoot toen het
escorte en de paarden der stukken neder,
m. a. w. de geheele achterhoede werd ver
nietigd. Kolonel Benson en overste Guin-
ness, die zich beiden bij de achterhoede
bevonden, vielen met hun mannen.
Te gelijker tyd werd de Britsche hoofd
macht aangevallen, zoodat deze geen ver
sterkingen naar de achterhoede kon zenden.
Hiermede was het gevecht zoo goed als
geëindigd. Naar het schijnt waren de Boe
reu koen nog niet in het bezit der kanon
nen, maar stonden deze onbeschermd tus
schen de Britsche hoofdmacht en de Boe-
renliuies. Zoo althans werd de zaak voor
gesteld van Engelsche zij ie en Lord Kit-
chener geeft er de verklaring bij, dat de
Boeren de kanonnen hebben weggehaald
onder bescherming van een Britsche am
bulance.
Dat is tastbare onzin
De Boeren hebben de kanonnen of met
een weggehaald, toen ze terugtrokken na
Benson's achterhoede te hebben vernietigd,
of de Britsche hoofdmacht heeft een wan
hopige poging gedaan om de stukken terug
te nemen, waarop de vyand, ten einde niet
noodeloos menscheulevens in de waagschaal
te stellen, zich er toe heeft bepiald, de
hoofdmacht op behoorlijkeu afstand te
houden.
En daarop heeft waarschijnlijk de En
gelsche bevelhebber zyn toevlucht geno
men tot een middel dat door collega's van
hem in d<*zen oorlog reeds meer met suc
ces is toegepast. Hij zond zyn ambulance
uit om de gewonden op te zoeken, maar
liet achter haar en onder haar bedekking
een detachement volgen, dat de kanonnen
moest terugbrengen. Toen de Boeren dezen
hun welbekenden truc gewaar werden,
waren zij den Engelschen voor en voerden
de kanonnen weg.
Zy trokken nu af, vermoedelijk op het
bericht van de nadering van kolonel Bar-
ter, maar droegen zorg zich door een «on
samenhangend vuur" gedurende den nacht
voor achtervolging te vrijwaren.
FEUILLETON
fintegendeel, dat ontken ik en ziehier het
zwakke punt in uw roluas. Uw geheele keten
van bewijzen, steunt op de veronderstelling
dat ik de verleider der moeder van het kind
was en dat Rose Montalban mij in hare
macht had. Feitelyk echter ben ik haar vader
niet en Rose Montalban had geen macht over
my.»
,Maar u hebt vroeger toch bekend, dat
zo u onder bedreiging geld heeft afgeperst en
dat ge haar de verlangde som in juweelen
betoaldet.»
Juist, maar afgeperst heeft zo my dat
niet."
»Mr. Mitchol, ik vergeet nooit wat iemand
gezegd heeft
iOm 's hemels wil hoeren* viel de oude
Neuilly hem in do rede, «staak toch dien
nutteloozen woordenstrijd en die haarkloverij
en kom ter zake, want ik brand van ongeduld
om de waarheid te vernemen.*
Welnu, ik zal met myne jeugd aanvangen
Reeds als schooljongen had ik myne speel-
genoote, Rota's moeder, lief, en toen ik naar
de universiteit te Harward vertrok ze was
toen pas vyftien jaar verloofden wij ons.
Ik had een neef, die tien jaar ouder was dan
ik, een erge speler en drinker. Rose Montal
ban hield destyda een speelhol te New-Orleans
en myn ongelukkige neef behoorde tot hare
atamgasten. Op zekeren avond, toen hij erg
dronken was, haalde ze hem over haar te
trouwen en een geestelijke was gewetenloos
genoeg om het huwelijk terstond te voltrekken.
Eerst na eenige dagen werd myn neef weer
volkomen nuchter, doch van de huwelijks
voltrekking herinnerde hij zich hoegenaamd
niets. Daarop had Rose Montalban hare dui-
▼elsche plannen gebaseerd. Zy raadde hem
aan te trouwen, en deed hem zelfs een meisje
aan de hand, dat niemand anders was, dan
myne kleine verloofde. Geld en wraakzucht
waren hare beweegredenen. Zy wilde myn
neef tot bigami verleiden en hom dan, met
hare trouwacte in do hand, geld arpersen.
Ze wilde zich bovendien wreken op de familie
myner verloofde, die haar in de eene of an
dore zaak had tegengewerkt.
Haar plan gelukte maar al te goed. Myn
neef werd werkelijk verliefd op de jonge Cre-
oolsohe hy was een zeer knap man ik
was ver weg, ze was nog zeer jorg, en
zwak van karakterzo bezweek voor de
hartstochtelijke liefdesbetuigingen van miju
neef, en ze huwden. Nu was hy in la
Montalban's macht, die hem vjjf jaar lang
veel geld afperste.
Inmiddels kwam de kleine Rose ter wereld
en ik had myno studie volbracht, maar keer
de niet naar New-Orleans terug, verbitterd
als ik was, over do onttrouw myner vorloof-
de. To Parys, waar ik destyds vertoefde,
ontving ik een wanhopig schrijven van de
jonge vrouw. Rose Montalban was met de
acte van 't huwelijk mot neef voor den dag
gekomen en had daardoor de dochter van
haren doodvijand, aan de schande prijsgegeven.
Beheerscht door mijn voornemen, om mij op
myn neef te wreken, keerde ik naar Amerika
terug, maar kwam helaas to laat: de arme
vrouw was gestorven, en myn neef verdwe
nen."
«Na veel moeito kwam ik er achter, dat
hij naar het Westen gogaan was; ik volgde
hem, doch het was hoogst moeiclijk zijn spoor
te vinden. Vyf jaar vorliepon, totdat ik hem
eindelijk aantrof en bom zijn misdadig ge
drag verweet, maar hy lachto mo in mijn ge
zicht uit, weigerde mot mij te duelleeren en
ontvluchtte. Er bleef my niets auders over
dan bet b- sluit te nomen hom, waar ik kem
ook ontmoeten zou, als eon hond neer te
schieten.
Eindelijk kwam die gelegenheid voor. Op
zekeren dag trof ik hem op eone plaats aan,
die uren ver van elke mouschelyke woning
verwijderd was. Ik daagde hem uit, en hij
begreep ditmaal voor zijn levensbehoud te
moeten strijden. Ik was vast besloten hem in
het hart te treffen, en dacht niet aan myn
leven, want wraakneming was myn eenig
doel. Volkomen kalm en zeker van mijne
zaak stond ik tegenover hem, toon er iets
voorviel, dat my dio kalmte geheel deed ver
liezen, en de zaak een andore wonding deed
nemen.'
»Een oogenblik," zeide hy en liet zyn pi
stool zakken, ,ik moet je nog een verzoek
doen, want ik ben er zeker van, dat je mij
dooden zultals laatste gunst verzoek ik je
myn kind uit do klauwen van dio satan in
vrouwengestalte te verlossen.»
„Jou kind,» riep ik uit, ,ik meende dat
het dood was.»
«Dat was eene der leugens van dat wjjf:
het kind leeft en zy heeft het in hare macht.
Ik heb een testament gemaakt, waarbij ik
dat kind mijn geheele vermogen vermaak en,
't zal je vreemd voorkomen, ik benoemde jou
daarin tot executeur. Ik weet, dat je haar
moeder lief gehad hebt, maar zoowaar ik
hoop, dat God een genadig rechter voor my
zal zijn, zoo waar zweer ik je, dat ik zulks
niet wist, toon ik haar huwde. Ik ben bereid.»
Wy schoten cn in pluats vau in het hart,
trof ik hom aan het hoofd. Ik snelde naar
hem toe, om het bloed te stelpen on haalde
hulp. Twee maanden lag hy te bed cn her
stelde langzaam, doch zijn geestvermogens
waren gekrenkt, zoodat ik hem naar een
krankzinnigengesticht to New-Orlcans moest
brengen, waar hij zich nog bevindt.*
Alles goed en wel, mr. Mitchel,' zeide
Barnes, /.maar welke bewyzen hebt gij, dat
ge de vader van dat kind niet zjjt en do
krankzinnige neef dc schuldige is?«
«Welnu, in do eersto plaa's bestaat er
tusschen my en mijn neef niet do minste ge
lijkenis. Mr. Neuilly zal wel erkennen, dat
ik hem geheel oubekend ben, terwijl hy de
schuldige zeor goed gekend heeft. Het zal
mij trouwens niet moeielijk vullen myno iden
titeit te bewijzen, daar velo personen te New-
Orleans my kenneD, maar laat ik mijn ver
haal vervolgen. Ik was besloten mij van
het kind meester to maken, doch wist, dat
Rose Montalban het niet goedschiks zou af
staan. Langs wettigen weg kon ik niets doen,
zonder do herkomst van het kind openbaar
to maken, en dat wilde ik ook ter wille van
hare moeder vermyden. Ik ontvoerde nu het
kind op den openbaren weg.
«Detectives werden op my afgestuurd, maar
mr. Barnes zal misschien wol willen getuigen,
dat ik die niet vrees on zal nu beter begre
pen, waarom ik met de streken dier heeren
nogal vertrouwd ben. Twco jaar lang
ik ze op het dwaalspoor gebracht, totdat ze
huone navorschingen Blaakten, waarschijnlijk
omdat Rose Montalban niet meer betalen kon.
Toen eerst ging ik op reis naar Europa
kwam vervolgens, anderhalf jaar geleden, te
Now-York. Kort na mijuo komst alhier,
kroeg ik den bewusten brief, mot de photo-
graphie van Rose Montalban, die ik u toonde,
«Ik bon niet voornemens.' zeide zy, .ugeld
af te persen, tnaar u iets te verkoopon, dat
gij gaarne bezitten wilt.»
«Op mijn vraag, wat dat was, antwoordde
zy«oene trouwakte van uw neef met de
moeder van hot kind verder de tronwakte
vun uw neef met mij, en oindolyk do trouw
akte van vrocgeren datum, van my met eon
m, dio nog in leven is.*
Lieve hemel!' riep Neuilly uit, ,als gij
dio papieren hi-bt, blijkt daaruit, dat haar
huwelijk met uw neef ongeldig en dat van
hem met Rose's moeder volkomen geldig
was.'
•Zóó is hetik betaalde het wyf 10.000
dollars voor die oorkondon. Was dat to veel?
Maar laat ik myn verhaal vervolgen. Zy
dreigde mij, als ik haar niet betaalde, zich
voor myne vrouw uit to zullen gevon I Dat
schandaal wilde ik voorkomen en betaalde
haar.
«Ik moet u nogmaals vragen,* zeide Barnes
nu, «of gy my bewyzen kunt, dat gy niet de
man van Rose Montalban waart?»
«U is waarlijk een ongcloovige Thomas,
mr. Barnes, maar ik zal u een doorslaand
bewijs laten zion."
Hij ging naar zyn bureau en haaldo er
eon paar papieren uit en reikte eon daarvan
den heer Neuilly over.
Hier hebt u de trouwakte van myn neef
met Rose Montalban; zooals velen zulks doen,
heeft de vrouw haar portret en dat van myn
neef op die akte geplakt. Nu vraag ik u,
mijukeer Neuilly, is dat de mao, die gy ge
kend hebt
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE N.
Cm. I&sarkiink,
Aanspreker,
(ïolkskofflehiiis „De Hoop").
VEHIIU1SD
van da MOLENGRACHT,
NAAR DE
Zie de uitstalling
koopt men overal in Nederland een LOT
in de Eerste groote Verloting
in Hollands Noorderkwartier
te Enkhuizen. Trekking 3 MAART a.t.
het KAPITALE KOFFIEHUIS
mei Inventaris.
Deze bloeiende Zaak wordt desver-
kiezende teruggenomen voor
22010 Gulden.
2e Prijs:
ter waarde v. f2400, of f 2000 in gild.
3e Prijs
Ken keurige
Meubileering voor een Huis,
of f IOOO in geld.
4e Prijs
«en Noordhollandsch Gouden
Kapstel, compleet,
van f 650 of f 500 in geld.
5e Prijs
een prachtvol Amerikaansch Hnisorgel,
van f 325 of f 250 in geld.
Voorts belangrijke prijzen, als:
Rijtuigen, Rijwielen, Kinderwagen!,
Pendules, Gouden Horloges, Diamant ea
Zilverwerken. Naaimachines, enz.
Onbeduidende prijzen
komen in deze verloting
niet voor.
LOTEN zijn zoolang de voorraad strekt
alom voor f 1 00 verkrijgbaar, te Heldir
bg JAC. BERKHOUT, JAC. VERFAILLE,
en G. J. FEIJEN. Voor Wederverkoopers
te Enkhuizen bij den Heer D. C. EGMOND.
Zie verder het kosteloos verkrijgbaar ge
stelde Prospectus.
van af f 4,— per maand, met
inbegrip van stemmen.
Pianohandel.
Kalverstraat 56, - Amsterdam,
üümüüüül
Ontvangen
een partij puike puike blanke
alles bloem op schotel, f120 per '/j mud,
20 cent per 5 kop, 10 cent per kop,
zoolang de voorraad strekt,
bij C. STEEMAN, Kanaalweg 51,
en R. STEEMAN, Stationstr. 17.
Melk inrichting „De Bonte Koe",
2e Molenstraat 103.
Zoo even ontvangen 1
de versche welbekende BOTER 35, 40 en
50 ets., overheerlijk van smaak, SCHAGER
KOPBOTER marktprg9. Specialiteit in
GOUDSCHE-, LEIDSCHE- en EDAMMER
KAAS. Goudscbe Kaas van af 22cent.
Versche KIPEIEREN 4l/s a 6 cent.
Aanbevelend,
H. IIOODËRWIJN.
»Bij P. LENGERS.
Smidstraat 31,
HELDER.1
is alle dagen verkrijgbaar:
0SSENVLEESCH en VARKENSVLEESCH.
Lappen, Gehakt en
Polet 30 0
Rollade, Klomp-
stuk 35
Biefstuk, Haas 40
Lappen, Karbonade
Vette Lappen
Metworst
27*
Alles per 5 ons.