KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel en Wieringen.
Ons Zondagsblad.
Slim tegen slim.
No. 2999
Woensdag 13 November 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 59.
Atoomiement
p. 3maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877iCt.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bupeauzi Spoorstraat en Zuidstraat.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Arivertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMQKGKNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Nieuwe abonné's kunnen in dit kwartaal
nist worden aangenomen, omdat de
nummers van het Zondagsblad 42, 43 en
44 geheel zijn uitverkocht.
Het nieuwe kwartaal begint 16
December a. s., alsdan wordt de
Inschrijving van abonnementen
weder voortgezet.
DE UITGEVERS.
lilt hel Huitenland.
Hoop doet met eenig uitzicht op de vervulling
onzer weDsehen do toekomst tegengaan, en
waar wy allen, die met groote belangstelling
don zwaren stryd der Boeren van Zuid-Afrika
gadeslaan, en herhaaldelijk den wensch uiten,
dat te eenigertyd de Engel.schen genoodzaakt
zullen zijn, aan de beide Republieken dc vrij
heid en zelfstandigheid te hergeven, daar is
het zeker van belang, tot leering en voorlich
ting het boek der historie openteslaan. Daarin
vinden we o.a. opgeteekend, dat in do tweede
helft der XVIIIde eeuw door de Engelschen
een soortgelijke oorlog is gevoerd tegen de
kolonisten van Noord-Amerika, een oorlog, die
niat minder dan acht jaren heeft gedunrd.
Donker en zwart was de toekomst vaak ook
voor de naar vrijheid en onafhankelijkheid
smachtende kolonisten van Noord-Amerika,
doch ten slotte brak het licht door, om den
dagoraad der vrijheid a&ntekondigen. Evenals
nu, waren het ook toen de liboralen in Enge
land, die den oorlog afkeurden, en evenals
nu door de regeeringapartij voor verraders,
vijanden van hun land en vrienden van zijn
r^anden werden uitgemaakt. De libernlen er
kenden de eischen der vrijheidlievende Ameri
kanen en voorspelden hun zegepraal. Na een
langen en vaak hangen strijd hebben de op
gestane kolonisten den Engelschen den vrede
en de erkenning hunner vrijheid en zelfstan
digheid afgedwongen, en de Groote Republiek
van Noord-Amerika, die un langer dan een
eenw bestaat, maar eens een klein begin had,
levert een aanschouwelijk bewijs van wat een
valk vermag, ook zelfa tegenover eene groote
overmacht, als het moedig en volhardend kampt
voor onafhankelijkheid en vrijheid. Een der
Engelsche staatslieden herinnerde dezer dagen
in een Engelsch dagblad aan den vrijheidskrijg
der Noord-Amerikanen, en deed daarbij de
verwachting doorschemeren, dat ook nu het
•inde van den Zuid-Afrikaanschen oorlog zyn
zal de erkenning van de vrijheid der BovreD.
Het voorbeeld, eenmaal in Amerika gegeven,
geeft hoop en moed voor de toekomst in Afrika.
En waar wy ons vaak bezorgd maken over
het machtsvertoon van Engeland, daar versterkt
ons de blik in 't vorledine, om vertrouwend de
zegepraal van vrijheid en rechtvaardigheid
tegemoet te zien.
Jaarlijks wordt te Londen een feestmaal
gohouden op den dag, waarop dc nieuwe
Lord-Major (burgemeester) zyn ambt aan
vaardt en als zoodanig plechtig gehuldigd wordt.
In 't laatst der vorige week geschiedde dit
als gewoonlijk en de eerste minister van
Engeland Lord Salisbury hield bij die
gelegenheid, zooals gebruikelijk is, een staat
kundige rede. Hij verheugde zich erover,
dat de wereldvrede zoo goed als onverstoord
is gebleven, en sprekende over de quealie,
tusBchen Frankrijk en Turkije gerezen, merkte
hij op, dat, terwijl dit geschil nu in korten
tyd zonder ernstige gevolgen zal zijn beslist,
een dergelijk geval een vijftig jaren geleden
tot ernstige verwikkelingen zou hebben aan
leiding gegeven. Op het oogenblik zeidc
de minister is er niets van werkelijk ern-
stigen aard behalve den oorlog in Zuid-Afrika.
Hy vindt daaromtrent echter geen reden tot
ernstige bezorgdheid Wij, Engelschen heb
ben dus verzekerde deze bewindesmau
voortdurend en aanhoudend vorderingen ge
maakt naar een bepaald doel; het einde is
wel niet zoo nabij als wij gehoopt hadden,
maar de zorgen, die wij hebben doorgemaakt,
zyn grootendeels het gevolg van de omstan
digheid, dat wij het karakter van den oorlog,
die geen gewone oorlog is, niet juist hebben
begrepen. Het is zeer dikwijls gebeurd, dat,
ook in Europeeschc oorlogen een guerilla-
krijg, zooals in Zuid-Afrika, langer duurt dan
men verondersteld had. Men kan niet ge
noeg herhalen, dat wij iedere week een flinke
vordering maken!.... En nu deze blufferige
opmerkingen en verdraaide mededeelingen,
zooals wij van de Engelsche ministers in den
laatsten tijd gewoon zijn, verzekert hij, dat
op de tot nog toe gevolgde wijze zal worden
voortgegaan, en dat de eischen dei1 Boeren
onbestaanbaar zijn met Engeland's veiligheid.
Deze redevoering zal ongetwijfeld met be
langstelling gelezen worden, muar liet is zeker,
dat ook zelfs in Engeland zeer velen onge-
loovig het hoofd zullen schudden over zooveel
ellendige bombast.
De sinds eenigen tyd hangende quaestie
tusschen Frankrijk en Turkye heeft in de
vorige week grootere afmetingen aangenomen
en de algomeeno aandacht van geheel Europa
tot zich getrokken. Reeds vroeger werd door
ons medegedeeld, dat belangen van Fransche
onderdanen tegenover den Turkschen Sultan
door den Franschen gezant te KonsUntinopel
met ernst werden behartigd, doch dat de
Groote Heer zonder afdoening dier zaken te
bevorderen, het by beloften en toezeggingen
had laten blijven. De gezant keerde eindelijk,
steeds teleurgesteld in zyne verwachting, dat
de oplossing der quaestie niet langer op zich
zou laten wachten, naar Parijs terug. Waar
schijnlijk heeft de Sultan zich gevleid, dat
het met deze aangelegenheid niet zulk een
groote vaart zon loopen, doch dan heeft hij
zich danig vergist. De Fransche regeering
heeft hem gelegenheid gelaten, om over het
geschil eeD8 na te denken, doch toen door den
Sultan verzuimd werd om het geschil tot een
bevredigend einde te brongeu, is een deel
der Fransche-Middellandsche Zeevloot naar
de Turksche wateren gestoveud eu heeft het ei
land Mytilene (van onds Lesbos), op de kust van
Klein-Azië nabij de golf van Smyrna gelegen,
bezet. Inmiddels heeft de Fransche regeering
bare eischen gesteld, en zoolang die eischen niet
zijn ingewilligd, op geheel en al voldoende
wijze nogal, zal do bezetting voortduren. Op
een vry langdurig verblijf in de Turksche
wateren is door de Fransche regeering bij hot
uitzenden der schepen gerekend. Aan de ka
binetten der mogendheden is door de verte
genwoordiger van Frankryk in het buitenland
de verzekering gegeven dat met deze bezet
ting volstrekt Diet bedoeld wordt eenige uit
breiding van grondgebied, doch dat daardoor
alleen ge racht wordt, Turkye tot het nakomen
zyncr verplichtingen te noodzaken. Nadere
berichten omtrent deze aangelegenheid ver
melden, dat het geschil spoedig zal zijn uit
den weg geruimd. Naar men verzekert, heeft
de Sultan eieren voor zyn geld gekozen en
het hoofd in den schoot gelegd, doch de
Fransche regeering, in deze aan veel mis
leiding gewoon, eisebt nu volledige waarborgen
voor 't nakomen der verplichtingen.
Insezond.eii.
I'laaftgenoolen
De afdeeling Willemsoord van het Marine
fonds, wolk fonds zich ten doel stelt onderstand
te vcrleenen aan
a. de leden, die den dienst zonder pensioen
wegens lichaamsgebreken of met een kloin
pensioen hebben moeten verlaten
b. de weduwen en weezen van leden, als
zy in hulpbehoevenden toestaud verkeeren,
neemt de vryheid zich met het navolgende
tot U te wenden
Dezer dagen ontvingen wy van het Hoofd-
bestnnr het treurig bericht dat (zonder het
reserve kapitaaltje aan te spreken, dat daar
door aan zijn eigenlyko bestemming zou wor
den onttrokken en spoedig ingeteerd zou zyn)
in verband met de verminderde inkomsten in
het afgeloopon jaar, het niet doenlyk is aan
de ondersteunden in den aanstaanden winter
meer dan de helft toe te kennen van de be
dragen, hen het vorige jaar verleend, toen
deze ook reeds beduidend kleiner waren dan
in het daaraan voorgaande jaar.
Hoe diep treurig dit voor de betrokkenen
is, die voor den aanstaanden winter weder
hun hoop op het Marinefonds hadden goves-
tigd, behoeft wel niet te worden betoogd.
Wie eenigszins van nabij de ellende in de
meeste dier gezinnen heeft aanschouwd, zal
dit ten volle beseffen.
Waar nu in den laatsten tijd zoo herhaal
delijk met schitterend sncces op Uwe liefda
digheid een beroep is gedaan ten behoeve
van onze stamverwantem in Zuid-Afrika.
daar komen ook wy met vrijmoedigheid tot U
en vragen U dringend ook de hulpbehoevenden
in eigen kring niet te willen vergeten.
Helpt ons, verleent ons Uwen geldelykcn
steun, hetzy door toetreding als donateur of
begunstiger, hetzij door eene bijdrage in eens,
opdat het Marinefonds evenals vorige jaren
zich van zyn cdelo taak kunne kwyten, het
treurig lot van onze behoeftige kameraden
en hunne weduwen eu kinderen nog niet
ellendiger wordo en zij niet geheel aan de
algemeene liefdadigheid worden prjjs gegeven.
Nimmer werd op deze wijze voor het mari-
fonds een beroep op Uwe liefdadigheid gedaan
en gaan wij hier niet dan noode toe over.
Mochten daarom velen aan onze bede
gehoor geven
Gaarne stellen ondergeteekenden zich be
schikbaar tot htt ontvangen Uwer bijdragen,
boe gering ook, welke in dit blad naar be-
hooren zullen worden verantwoord.
Willemsoord, 11 November 1901.
Eerecommissarissen
A. P. TIMMERS, Luit.-Kol. der Mariniers,
Mariuierskazerne.
A. W. v. d. WORM, Officier van Adm. Ie kl.
Hoofdgracht no. 39*.
P. P. J. KLOPPERS, Voorzitter,
Nieuwstraat no. 14».
P. M. v. d. VEER, Secretaris, Weststr. no. 98.
T. BIEGEL, Penningm. Breewatorstr. no. i.0.
Leden
W. v. d. PUTTEN, 2e Vroonstraat no. 103.
S. D. LUIJTZE, Verl. Gasstraat.
A112 U WSTIJ 1> 1 tt E.V
HELDER, 12 November 1901.
Naar men ons mededeelt, is door het
Bestuur der Afdeeling Helder van de
Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst
tot Muziek-Directeur der aan de Atdeeling
verbonden >Zang- en Orchest-Ver-
eeniging benoemd de heer A. J. Leewens,
Muziekleeraar te dezer plaatse.
Vrijdagavond a.s. geven de dames
Ida Mollinger en Sophie Wichers van A m-
sterdam in »Tivoli" een kunstavond. Zij
zullen eenige tooneelstukjes opvoeren, die
overal, waar zij ze speelden, buitengewoon
geroemd werden. Haar spel en voordracht
moeten zeer goed zyn, zoodat kunstlief
hebbers een aangenamen en genotvollen
avond te wachten slaat
AT J E H.
Het Handelsblad heeft het navolgende
telegram
De colonne Van Daalen heeft lot twee
maal toe de macht van den pretendent-
sultan in de Gajoelanden overvallen en
daarbij 65 vyanden gedood, onder wie 7
hoofden.
De vervolging wordt voortgezet.
De Gajoes betonnen zich vijandig en
vuren allerwege op onze troepen.
De Anisterdamsche rechtbank ver
oordeelde Vrijdag een politieagent, die
een slachter, tegen wien hij een oude grief
had, naar het polibureau bracht ouder
voorwendsel dat hy beschonkeu was,
en hem daar zelfs nog mishandelde, tot
gevangenisstraf voor den tyd van 6 maan
den.
Gesnapt.
't Was jl. Woensdagmiddag, toen een
kromgebogen, reusachtige zwaar gebochelde
eu eenigszins bejaarde uian leunend op
zyn eikenhouten stok, nabjj Poldert (Gr.)
uit Holland de grens overschreed naar
Neu-Rhede. Even aan de overzijde der li
miet ontmoette hij twee Grenzaufscben
(kommiezen), die met den ongelukkige
een gesprek aanknoopten over koetjes en
kalfjes. Terwijl de oude met hen voort-
keuvelde, ontviel hem zijn stok. Om dien
op te rapen, bukte hy zich diep voor
over, toen plotseling zyn bochel op
den rug overdwars in tweeen spleet en
de koffieboonen hem over zijn rug
naar beneden rolden. Onmiddellijk schoten
de beide kommiezen toe, om den stroom
uit dien vreemden hoorn des overvloeds te
stuiten. Onder streng geleide werd de sluwe
smokkelaar nu naar het >Zollambt' (grens-
kantoor) geleid. Daar moest natuurlijk de
bochel geopereerd. De operatie deed vol
strekt geen zeer, maar de operatie, die hij
daarna aan zijn pjrtemonnaie voor Steucr
moest ondergaau, moet hem wel zooveel
pijn hebben veroorzaakt, dat de lust tot
smokkelen ten eenenmale is vergaan. Na
de amputatie had de kromgebogen oude
zich ontpopt in een 45-jarigen ingezetene
van Hede (Pr.)
Voor den raad van tucht voor de
koopvaardij, te Amsterdam dienende Vrijdag
de zaak van het stoomschip „Salak" kapitein
Jonath. Sharp, van de Rotterd. Lloyd.
welk schip in den nacht van 30 op 31
Juli strandde op Shingles by het eiland
Wight. Volgens verklaring van den gezag
voerder had de stranding plaats, ongeveer
7S uur nadat de loods, te 11 n. 50 m
even voorbij de Warden-boei het schip
verlaten had. De wind was W. Z. W. l/4
W. en het gezicht goed, hoewel het wat
heiïg was in de kim. Zeer belemmerd
werd echter de uitkyk door het manoeu-
veeren met electrische zoeklichten van de
Engelsche kust, vermoedelijk in verband
met oefeningen der Engelsche vloot. Ieder
aan dek werd verblind door de vier zoek
lichten die gedurig vóór het schip schenen.
Het licht van de gasboei, dat reeds was
opgemerkt, kon daardoor niet worden te
ruggevonden en al ware het rif de Shing
les boven water geweest, het zou van de
Salak" niet gezien kunnen zyn. Verschil
lende leden der equipage bevestigden de
verklaringen van den gezagvoerder gelijk
die ook overeenstemden met de scheeps-
verklaring. Bovendien werd den Raad over
gelegd een schryven van den luit. t. zee
le kl. F. Smith, die als passagier de reis
meemaakte. Hy verklaart, dat hij tot de
Nee die 8 ca. 15 zoeklichten heeft geteld,
die beurtelings op de Salak" waren ge
richt geweest, vóór de stranding. Hg maak
te toen voor zichzelf de opmerkinghoe
hinderlijk voor de scheepvaart dergelijke
manoeuvres zijn, ook in verband met het
schatten van afstanden, die dan doorgaans
te klein worden genomen. Verder had de
heer Smith slechts lof voor de zeeman
schap van den kapitein en de goede orde
bij de equipage. Het schip kwam ten slotte
vlot door eigen kracht en met behulp van
één sleepboot. Door de schuld der sleep
boot bekwam men wat averij.
Na eenige ondervragingen, bepaalde de
Raad de nitspraak op 15 dezer.
Buitenlandsche berichten.
Gevaar van ijzerdraad.
In de Alpen ziet men dikwijls dat op
gevaarlijke punten een omheining van ijzer-
draad wordt aangebracht om te beletten,
dat ongeoefende bergbestijgers in den af
grond storten. Dat dit ijzerdraad echter by
onweer zeer gevaarlijk kan zyn, bewijst
het volgende voorval, dat onlangs by het
bestijgen van den Tribulaun in de Stubayer
Alpen plaats had.
Het gezelschap had bijna den top be
reikt en bevond zich op een plaats waar
zulk ijzerdraad aanwezig was, toen de rot
sen begonnen te gonzen.
Toen een punt van een alpenstok met
het ijzerdraad in aauraking kwam, schoten
er vonken uit. Even te voren was er aan
den anderen kant van den berg een on
weerswolk neergedaald, waardoor die elec
trische verschijnselen veroorzaakt werden.
Een hevige bliksemslag volgde, waardoor
een gids en een der bestijgers getroffen
en in den afgrond stortten. Ook de overi
gen van het gezelschap werden getroffen
en tijdelijk bedwelmd.
Een haaientand in een onderzeeschen kabel.
De onderzeesche kab:l wordt door vele
vijanden bestookt, vooral in oudiep water,
waar ze hem soms groote schade toebren
gen. Toen eenige maanden geleden weer
een storing was ia den kabel vande»Ea-
stern Exteasion Telegraph Company Syd-
ney Nelson", bleek, dat op een diepte
van 330 vadem, waar hij lag, een taud in
den kabel Btak, die zelfs de binnenste draad
beschadigd had, niettegenstaande die als
gewoonlijk, dik omwoeld was. De tand
bleek by onderzoek, een haaientand te zijn.
Men kent vyf soorten van dezen visch,
die tot op een diepte van 31)0 vadem voor
komen en één die tot op een diepte van
500 vadem kan leven.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-IndU:
|D*tum der ter dfr
VoriundiQgiiweg. lunt. busl.
I PO't-beiorg. ,/h pÜStk_
p. zeepost via Amiterdam. 22 Nor.
p. zeepost via Roller Jam .15 ca 2V
p. Holl. mail ria Genua 19
p. Holl. mail vin Marieille 12 eo 2(5
p. Fraoaelic mail via Muraidlle
p. EngeUelio mail ria Brioditi
(naar Palembang, Kiouw.
Baoka, Billiloa en Z. W.
Afd. vaa Borueo)
Naar Atjch en de Oostkusteiken Vrijdag.
van Snmatra
p. Duitscha mail via Genua 25 Nov.
Naar Guyana (Suriname):
p. zeepost via Amsterdam .114 en 80 Nov.
p. mail over Engeland 25
p. mail na St. Nazaire 7 Dee.
Naar Curaqao, Bonaire en Aruba:
7.— a
7.— a
3.30'anai
7.— a
9.'smo
30 Nor.
etkeu Dinidtg
eiken Vrydag
1 Dee.
7— 's av.
8.30 'suam
8.30 'suam.
7— "s av.
p. zeepost via Amsterdam
p. mail ria Soothamplon
p mail via Queensioiru
(alleen op verlaugen der
afiender»).
Naar St. Martin, St. Eustatlus en Saba
p. mail over Engeland £1 Nor. 7.— 's
Correspondentie voor Hr. Ms. .Nautilus"
wordt verzonden
tot en met 13 Nov. naar Santa Cruz
de T o ne r i1f
en tot en met 18 Januari naar La L u z
(Gran Canaria).
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Te Southampton is de militaire overheid
nog even druk bezig met het uitzenden
van versterkingen naar Zuid-Afrika als in
het begin van den oorlog.
De »Bavarian" heeft daar gisteren 63
officieren, 40 vaandrigs en 1183 minderen,
aan boord genomen. Te Queenstown zou
het schip nog meer soldaten aan boord
krijgen.
Het 3de Northumberland Fusiliers op
Wight eu het 4de Lancashire Fusiliers te
Portamouth hebben aanvullings-detache-
menten van 100 man elk naar Zuid-Afrika
gezonden.
Te Hounslow is bevel ontvangen om
alle geschikte manschappen van de reser
ve-eskadrons van het 10de en 13de regi
ment huzaren uit te zenden.
Het 5de en Ode militie-bataljon van het
Worcestershire regiment is gevraagd om
dienst te gaan doen in Zuid-Afrika Tach
tig percent der vrijwilligers heeft toege
stemd. Elk bataljon telt ongeveer 600 man.
Alle beschikbare manschappen van het
reserve-escadron vaa het 5de en 7de gar
de dragonders en het 1ste koninklyke dra
gonders te Shorncliffe en Canterbury zul
len omstreeks 23 November naar Zuid-
Afrika gaan. Verder wordt de oprichting
van een nieuwe compagnie bereden infan
terie uit de garde-bataljon in Engeland
overwogen.
Allemaal wanhopige pogingen om de
groote gaten in Zuid-Afrika op te vullen.
Bensons nederlaag.
LONDEN, 8 Nov. De »Standard" publi
ceert een telegram van 5 dezer waarin een
uitvoerige beschrijving wordt gegeven van
Bensons gevecht.
Toen Opperman met een troep Boeren
zich op de achterhoede wierpen die het
convooi en de kanonnen escorteerde, was
de hoofdmacht van de colonne twee mylen
verderop bezig met het maken van het
kamp en dus nietin staat onmidellyk hulp
te bieden. De Boereu reden dwars door d«
achterhoede heen en schoten links en recht*
hun geweren af. Het plotselinge en het
hevige van denaanval bracht de achterhoed#
in verwarring maar zij herstelde zich weldra
en beantwoordde het vijandelijke vuur zoo
goed mogelijk waarbij de officieren zich
bovcnnienschelijk inspanden. De twe«
kanonnen zonden elk een kartets in den
vyandelijken troep maar alle artilleristen
werden in weinige minuten buiten gevecht
gesteld.
De overrompeling was zoo volkomen en
de aanval geschiedde met zulk een onstuimig
heid, dat de achterhoede, ongeveer 200 man
sterk, weinig tegenstand kon bieden. Bijna
allen werden gedood of gewond; zij lagen
al bij hoopen rondom de kanonnen vóór er
versterking kwam van de hoofdmacht.
Een ander deel van de Boerenmacht viel
toen van een andere zijde het kamp aan
maar trok na een dapper gevecht terug.
Niettemin bleef dit deel van den vyand
den ganschen middag eeu onsamenhangend
vuur op grooten afstand onderhouden. Na
het gevecht wierp de vijand verschansingen
op en kreeg nog aanzieulijke versterkingen,
maar de aaval werd niet hervat.
Er bljjkt echter nog meer uit het tele
gram van Kitcheuer. De Engelschen had
den zelfs hun gewonden en stervenden op
perbevelhebber bij de kanonnen moeten
achterlaten. Toe de ambulance kwam, haal
den de Boeren de kanonnen weg". Kitche
uer erkent dus, dat de Boeren, daartoe in
staat waren, m. a. w. dat zy meester wa
ren van het slagveld. Natuurlijk hadden
de Boeren dan hot volste recht, de stuk
ken weg te halen, of er al dan niet een
ambulance in den omtrek was (van een op
schorting van het gevecht, met weder-
zqdsch goedvinden, gewaagt Kitchener ni«t).
Moesten zij misschien wachten tot de En
gelschen ze weer binnenhaalden, onder
dekking van hun ambulance-wagens
Men zal reeds opgemerkt hebben dat do
3 a 400 doode en gewonde Boeren al ver
minderd zyn tot 144. En 't behoeft geen
betoog dat het een dwaasheid is als Kit
chener spreekt van betrouwbare bron. De
Eugelschen hebben geen gevangenen go-
maakt. De Boeren zyn weggetrokken na
hun den klap gegeven te hebben. Met niet
betrouwbare bron zullen wel óf inlichtin
gen van kaffers, of schattingen van En
gelsche officieren bedoeld zijn. In elk ge
val moet de Britsche opperbevelhebber
toegeven, dat het verlies de Boeren niet veel
meer dan de helft bedroeg van dat der
Engelschen. Dat geeft dus een anderen
kyk op zyn bewering: anders (behalven do
kanonnen) kregen de Boeren niets. Telt
FEUILLETON.
»U hebt gelyk, mr. Mitchel, ik herken
dit gelaat terstond, torwyl het uwe my
totaal onbekend was. Dit portret «telt den
man voor, dien ik steeds als de echtgonoot
van Rose Montalban gekend heb en als een
doortrapten schurk beschouwde,' zeide by.
„Wat zegt u daarvan, mr. Barnes?4 vroeg
Mitchel.
Hot antwoord van B u-nes was er op be
rekend de aanwezigen te verrassen, maar
miste die uitwerking:
„Mr. Mitchel, kunt u mij zeggen, wie de
moordenaar van Rose Montalban is?'
fIk goloof niet verplicht te zyn, die vraag
te beantwoorden,' antwoordde Mitchel.
Dan heb ik do eer u te groeien,' zeide
Barnes, ,gaat u mee, mr. Neuilly?"
(Neen, mynheer Ncuilly, ga niet heon en
doe ons het genoegen dezen middag onze gast
op het bruiloftsfeest te zyn.«
„Met alle genoegen,' zeide de oude lieer,
„u neemt mij toch niet kwalyk, mr. Barnes
.Volstrekt niet, u hebt gelyk, amuseer u
goedtot weerziens.4
De detective verwijderde zich.
„Het is waarlijk te erg,» zoido Mitchel tot
ayne vrouw, .zooals die detectives somtyds
in de war zyn. Verbeeld je, dat hy je man
voor een moordenaar aanziet, of beter gezegd
aanzag. Wat zeg je daarvan
Als antwoord gaf ze hem oen kus op het
voorhoofd, verliet de kamer en kwam met
de kleine Roaa aan de hand terug.
XVI.
Den dag na de bruiloft ging Mitchel mot
zijne jonge vrouw op reis naar het Westen.
Ze hadden met mevrouw Remsen de afspraak
gemaakt om elkaar in het Witte gebergte
omstreeks Angustus te ontmoeten.
Reeds half Juli waren mevrouw Remsen en
Dora, vergezeld door de Ralstons, naar Jef-
ferson vertrokken, een klein stadje, aan den
voet van het Plinius-gebergte gelegen. Ook
Randolph reisde derwaarts en was zeer on
aangenaam verrast, toen hy by het uitstappen,
aan het station door Thauret begroet werd,
die wederkeerig lang niet in zijn schik was
zyn medeminnaar te zien verschijnen. Hij be
sloot dun ook zoo spoedig mogelijk met zijn
aanzoek by Dora voor den dag te komen.
Dienzeltden avond was Dora alleen onder
de veranda en hy sprak haar aan.
„Miss Dora,* zoo begon hy, herinnert ge
u het gesprok nog, dat wij eenigen tyd ge
leden voerdeu Ik sprak over eenzaamheid
eu het verlangen naar een levensgezelin,*
•O ja, gaf zo toe, .waarom? Wenscht u
het voort te zetten?4
.Als u wilt, gaarne. Ge herinnert u nog
wel destijds gezegd te hebben, dat ge eerst
na het huweljjk uwer zuster uwe gevoelens
daaromtrent zoudt openharen.4
Daar ik vr.esde haar zeer te zullen
missen en my erg eenzaam to zullen gevoelen,
Nu gevoelde ik haar gemis natuurlyk wel,
maar eenzaam bon ik nog niet geweest, daar
voor hebt u gezorgd eu ik ben u daar zeer
daukbaar voor. Het was zeer vriendelijk vanu.-
,Is u dat ernst?' vroeg hy verheugd.
Zeker, waarom niet?"
„Natuurlyk, maar vele jonge dames ver
bergen hare ware gevoelens tegenwoordig en
onderdrukken die, meenende aldus goed te
bandelen.*
Onderdrukking?' riep zij lachend uit, „dat
zal ik wel nooit ondervinden.4
„Ik hoop het voor u, maar als ge u niet
eenzaam gevoelt, dan denkt u misschien aan
iets anders, bijvoorb:eld aan liefde. Denkt
u, dat ge u gelukkiger of oogelukkiger zoudt
gevoelen als u getrouwd waart?*
,Die vraag is moeielyk te beanwoorden,
want liet zou afhangen hoe mijn man zou
zyn, nietwaar?4
„Stel eens dat wij
„Niet persoonlijk, als 't u belieft, ik kan
op niets van dien aurd antwoorden, want ik
heb beloofd dat niet te doen.'
tBoloot'd dat begrjjp ik niet.4
„Ik heb namelijk eene weddenschap aan
gegaan mat mijn zwager Mitchel, dat ik voor
1 Januari my niet zal engageeren. Als ik
win en dat is myn vaste voornemen
dan moet hij mij 1000 dollars betalen. Ik bon
jong ou kan wel zóó lang wachten."
Eu als nu iemand, dio u vroeg, terstond
antwoord zou verlangen
Als hy niet zoolang zou willen wachten,
dan kun hy mij gestolen worden.'
Maar miss Dora miss Dora ik
heb u hartstochelyk lief."
Ga niet verder, mr. Thauret, als u dat
meent, zult u er ook niets op tegen hebben
tot 1 Januari op myn antwoord te wachten.
.Noen, miss, het zy zoo! ik zal wachten'
Dora verliet nu de veranda.
Randolph was gedurende de hierop volgende
weken zeer in het onzekere wat Dora betreft.
Als hy zich met haar alleen bevond, was] zij
lief en vriedelijk tegen hem, maar ook hij
kreeg, als hy over zyne liefde voor haar
sprak, even als Thauret ten antwoord wacht
maar tot 1 Januari.
Barnes had zich onderwyl nog steeds bezig
gehouden om te trachten in do raadselachtige
gebeurtenissen der laatste maandenden
spoorwegdiefstal, den moord en don diefstal
van don robijn een helder inztcht te krijgen.
Eene zaak was hem duidelyk gebleken, Fiekcr
had met den spoorwegdiefstal Diets uil te
staan, want hy was den nacht, waarin die
plaats had, in eene ver verwijderde streek
geweest. Aan den robynendiefstal achtte
Barnes liet mogelijk dat hy deelgenomen had,
maar het bleef by eeu vermoeden.
B -gin November was Mitchel van zijne
huwelijksreis te New-York teruggekeerd, en
Barnes besloot hem een bezoek to gaanbren-
g«n.
„Ah, mr. Barnes," riep Mitchel uit, hom
hartelijk de hand drukkend, .wel, is er wat
nieuws van den robyn ?4
„Neen, mr. Mitchel, tot myn spijt niet,
maar ik heb een besluit genomen, dat u wel
licht bevreemden zal, ik kom uwe ondersteu
ning verzoeken, by myne navorschingen,
don moord betreffende.'
Met alle gonocgen, mr. Barnes, wat ver
langt n van mij?'
„Ik wil er achter zien te koinen. welk ver
band or tusschen den spoorwegdiofstal en don
moord bestaat Ik neem aan, dat die heide
misdaden, door een en denzellden persoon
zijn gepleegd. Ejn draad heb ik, die, als ik
hem opneem, mij zonder omwegen naar den
moordenaar zou voerendaarvan ben ik over
tuigd.'
En die is
De door mij gevonden knoop. De
merkwaardige omstandigheid, dat die op den
uwen in het garnituur gelykt, moot opge
helderd worden.*
fOp welke wijze kan ik u dairby van dienst
i zyn
„Zoolang ik u voor schuldig hield, dacht
ik dat gy gelogen hadt, bij uwe bewering,
dat do zevende knoop die was met het portret
van Shakespeare, welke uw echtgenoot als
broche draagt; nu echter bon ik overtuigd,
dat gy de waarheid gesproken hebt! Maar
zeg my nu, als u wilt, waaraan zaagt u ter
stond, dat de knoop niet tot uw garnituur
behoorde
In de eersto plaats, daar ik zeker wist,
dat er geen enkele aan myn garnituur o:.t-
brak, maar er bestaat buitendien een ken-
toeken op de knoopen. Hebt n den gevonden
knoop by u
,Ja, hier is by.4
„Behoudt dion maar. Toon-miss Remsen
de knoopen bestelde, gaf ze do opdracht, dat
op iederen knoop oon kleine letter ge
sneden moest werden, en wel op de Rorneo-
boofden een R-, myn voornaam, en op de
Julia-hoofden oen EEmilie. Bij oppervlak
kige beschouwing merkt men die letters uiet
op, maar met een vergrootglas ziet men zo
duidelyk. Neem nu dit glas en bekjjk uw
knoop eens goed."
Drommels!4 riep de detective uit, „dat is
hoogst gewichtig, dit is een Julia-hoofd en
en bygevolg moest or een E. op staan. Ik
geloof dat men beproefd heeft or een lettertje
in te snyden, maar dat de stift uitgegleden
is, zoodat er een klein schilfertje van den
steen afgesplinterd is; ik kan er tenminste
geen letter uit maken4.
„U hebt gelyk, ik zocht er ook tevergeefs
naar, en toen ik die niet vond, was ik er
zeker van, dat het geen der myne was."
De knoop is waarschijnlijk door de zolfde
hand vervaardigd, als die van uw garnituur,
De man, dien ze gesneden heeft, of de per
soon, die er in het bezit van gekomen is, zal
my verklaren, hoe die knoop ia de kamer ge
komen is, waar ik hem vond, enu mootmy
zeggen waar do knoopen gekocht zyn.
Onder déne voorwaarde ben ik daartoe
bereid wat gy mocht ontdekken moet ge
meedeelen, eer gy verdere maatregelen neemt,
en my beloven vóór den len Januari niet
handelend op te zullen treden, tenzy het niet
anders kan.'
„U bed.ielt dat ik niemand arresteer?
•Ja, dat bedoel ik, en u kunt mo die be
lofte gerust do.-n, want ik sta u borg, dat de
man u niet ontgaan zal. Ik weet wie hot is."
(Wat! kont u hem?'
,Ja, dat wil zeggen ik ben innerlyk over
tuigd, dat ik hem ken. Ik heb hem langen
tyd in het oog gehouden en zeer goede aan
wijzingen tegen hem, maar nog niet voldoendo,
om hem to laten arresteeren.'
,Wilt u my dien naam noemen?"
Neon, het is beter dat wy, zonder onder
linge afspraak, tot hetzelfde resultaat komen.
Werk alleen, maar spoedig, want het zou my
aangenaam zijn, als do zaak den len Januari
uitgemaakt werd.'
,Waarom dat
Dat is de dag, waarop myn weddenschap
met Randolph beslist wordt, en dan geef ik
een diner, waar ik my veel van voorstel, en
ik in venteer u daaraan deel te nemen.'
Ik hoop de eer te zullen hebben, maar
geef me naam eu adres op van don juwelier,
die de knoopen geleverd heeft."
Mitchel schreef het verlangde op een stuk
papier, en tevens een introductie-brief voor
Barnes aan den juwelier to Parys.
De beide heeren namen nu afscheid en
waren tevroden over hun onderhoud.
(Wordt vervolgd.)