KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel eo Wieringen. Nieuwjaarsgroet. No. 3011 Woensdag 25 December 1901. 29ste Jaargang, Bureau Spoorstraat. Telefoonn». 59. BureauSpoorstraat. Telefoonr,0. 59. Onze lezers, die met I Januari a. s. aan Familie, Vrienden of Begunstigers in onze Courant een Welkomsgroet willen rich ten, worden beleefd uitgenoodigd hunne opgaven aan ons Bureau tijdig in te zenden. DE UITGEVERS Vrede op aarde Voor de eerste maal in de twintigste eeuw komt op de beide feestdagen, die ons wachten, het Kerstfeest ons weder de herinnering brengen aan de eeuwenoude ▼oorspelling, dat er eens vrede op aarde zal wonen. Deze profecy, uit den vroegen dageraad des Christendoms af komstig, werd de eeuwen door op de ge denkdagen van Jezus' geboortejaar aan jaar in herinnering gebracht, doch de ver vulling laat zich steeds wachten. Hoop vol hebben de besten van ons geslacht steeds daarnaar uitgezien, en den wensch gekoesterd, dat zij de heerschappij van den >vrede op aarde" nog zouden mogen beleven. IJdel was die hoopDe zwaar den zouden, naar men verwachtte, tot ■paden worden omgesmeed, maar inte gendeel werden de oorlogswapenen steeds verscherpt en die nieuwere uitvin dingen tot grootere volkomenheid gebracht, om nog meer menschen aan dood en ver nietiging prijs te geven. Wij slaan het boek der geschiedenis open en lezen daar, hoe, terwijl de godsdienst, die vrede en liefde predikt, meer en meer over de aarde werd verspreid, toch altijd door de vrede op vaak ernstige wijze werd verstoord en oorlogen gevoerd werden, die menigmalen den naam van menschenslachtingen ver dienden Als Christenen aanvaardde men 't voorschrift»Hebt uwe naasten liet als u zeiven", om dat met den mond te be lgden door daden toonde men, dat gebod r:el en al in den wind te slaan. Doch Christelijke beschaving begon in den loop der eeuwen steeds meer veld te winnen, en van haar verwachtte men betere dingen voor de toekomst, 't Is waar, de wereld geschiedenis van den laatsten tijd is niet meer een historie, die, zooals voorheen, enkel van oorlogen gewaagt, de geschied schrijver heeft in de laatste tientallen van jaren, gelukkig, meer het oog te richten op de vorderingen van wetenschap en kunst, op handel, ngverheid in 't algemeen op de welvaart der volken. Maar, helaas, de oorlogsfakkel is nog niet gebluscht, en dagelijks moeten we ons nog bedroeven over gebeurtenissen, die ljjnrecht strgden met het verheven voorschrift der naasten liefde, gebeurtenissen welke ons haast zouden doen twjjfelen of de voorspelling van zvrede op aarde" wel iets meer is dan een waan. De schoone, verhevene profetie van het Kerstfeest en de oorlogs berichten uit Zuid-Afrika welk eene ontzettende tegenstelling De liefde tot den naaste en de mishan deling van vrouwen en kinderen in de concentratie-kampen door de Engelschen, die toch ook door 't licht des Evangelies worden beschenen en op de aanstaande feestdagen, met den mond althans, met het vrede op aarde zullen instemmen kan men zich iets ergers denken We lezen dageljjks van wreedaardig bloedver gieten op het oorlogsveldjj we zjjn over tuigd, dat het volk, dat daar zjjn vrjjheid en zelfstandigheid zoekt te handhaven, door een ander, zoogenaamd christenvolk, wordt aangevallen, als 't kon uitgemoord, verdreven van hof en haard, terwijl vele gevallen de geopenbaarde vrjjkeidszin met verbanning, jarenlange gevangenschap, strop of kogel wordt ^achtervolgd. En, te midden van die verschrikkelijke, aau- doenlijke berichten, klinkt op het aanstaand Kerstfeest de hefinnering aan de eeuwen oude, heilspellende profecy over bet aard- rjjk, en ook over Zuid-Afrika's velden heen>Er zal vrede wonen op aarde Dat woord komt ook in herinnering bij de menschen, die op verren afstand van hun vaderland, op St. Helena, Ceylon, in de Indien in gevangenschap zuchten, ver van hun land, ver van hunne familie ver- wjjderd. Ook hun klinkt op 't Kerstfeest de voorzegging tegen: Vrede zal er een maal op aarde wonen 1" Dat woord is evejieens bestemd voor de bewoners der moordkampen, waarin door de onchriste lijke behandeling der zich noemende chris telijke Engelschen in zes maanden tijda niet minder dan ruim 10.000 kinderen ten doode zijn gedoemd. Dat alles is een ge volg van den rampzaligen oorlog, terecht den geesel der menschheid genoemd, en waar men bjj 't vernemen der ontzettende berichten, welke omtrent die moordkampen tot ons komen, met droefheid en innig aiedelgden wordt vervuld, daar ontstaat twijfel, of wel ooit de verheven schoone profecy in vervulling zal komen>Er zal eens vrede op aarde wonen Die twijfel moge rijzen in veler gemoed bij 't vernemen van zulke diep betreurens waardige feiten hij late echter plaats voor het geloovig vertrouwen, dat de ver vulling er van toch niet uitbljjven zal. Dat profetische woord is geen ijdele klank geweest, en schoon op de vraag of een dageraad van een beteren dag reeds is aangebroken, nog steeds het antwoord luidt, dat de morgenstond wel gekomen, doch dat het nog nacht is Godlof, 't is begonnen te dagenHoe langzaam ook, 't licht breekt merkbaar door de duisternis heen De verschrikkingen van den menschmoordenden krijg bewogen voor jaren het hart van Jean flenri Dunant, te Genève, om daartegenover zoomogelijk de zegeningen der menschenliefde uit te storten. Hem ontbrak de macht, om den verfoeilijken oorlog te doen ophouden, maar hij stichtte den Bond »Het Roode Kruis", ter verzorging en verpleging van zieke en gewonde krijgslieden in tjjden van oorlog, en richtte zoodoende op een altaar der naastenliefde op het bloedig oorlogsveld. Aan duizenden heeft in den loop der jaren deze liefderijke Vereeniging tot zegen gestrekt, en al kan ook de witte vaan met het roode kruis niet de verze kering geven, dat de dag des vredes aan gebroken of nabjj gekomen is, als symbool der menschenliefde waait ze ons vriende lijk en hoopvol tegen. Twee jaren geleden kwam in Den Haag op aandrang van Keizer Nicolaas van Rusland de Vredesconferentie bijeen, die bij velen de gedachte deed ontstaan, dat nu eindelijk een betere toestand zou aan breken. Men zou nu voortaan dus meende men de tusschen volken en vorsten voorkomende geschillen niet meer met de wapenen beslechten, maar ze op lossen door bemiddeling. Heezeer vond men zich weldra teleurgesteld. Enkele maanden nadat d« Conferentie uiteenging ontbrandde reeds de krjjg in Zuid-Afrika. Doch dit bljjft overhet denkbeeld van bemiddeling houdt stand en de Vredes conferentie van het voorlaatste jaar der XIXde eeuw zal mettertijd wèl gevolg hebben, want de volkeren der be schaafde wereld verklaren zich meer en meer hardnekkig tegen den oorlog. Dit is te bemerken aan de allerwege zich openbarende sympathie voor de Boeren aan het medelgden dat men koestert voor de vrouwen en kinderen in de concentratie kampen aan de belangrijke stoffelijke hulp, die men aan zoovele verdrukten verleent aan het wel ouuitvoerbaar gebleken boy cotplan, maar dat toch blijk gaf, hoezeer men den rampzaligen oorlog verfoeiten aan den baat en de verachting die men toedraagt aan de machthebbeude onder de Engelschen aan Chamberlain, Milner, Ithodes en Kitchener. De Engelsche staats man Rosebery merkte dezer dagen terecht op, dat men in de eerstdaags te wachten Troonrede, als gewoonlijk, kan verzekeren, dat Engeland met buitenlandsche regee ringen op den meest vriendschappehjken voet verkeert, doch dat zulks niet het geval is met de volkeren, die haat en wrok tegen Engeland koesteren, wegens den oorlog in Zuid-Afrika. Maar ondanks dat alles ver, zeer ver is het nog af, dat er vrede op aarde" woont, veraf nog, dat wij die heileeuw, waarin de oorlogswapenen vernietigd zullen worden, zouden zgn ingetreden. Zal zij komen, zal de voorspelling, nu negentien maal honderd jaren oud, te eeniger tijd tot vervulling komen Zeker, ver verwij derd nog is het tjjdstip, waarop er geheel geen oorlog zal worden gevoerd op de wereld, ver verwijderd ia zeker nog de tijd, dat vrede en liefde zullen huisvesten in de harten der menschenvrede en liefde in maatschappelijke en in vriendenkringen, vrede en liefde in den engeren familiekring; in de gezinnen, vrede ook in 't eigen hart. Is dat het geval, dan is de zoo lang ver beide vrede op aarde" in werkelijkheid gekomen, want waarheid is het, wat de dichter eens zong: >Als de harten eens in rust zgn, Volgt de vrede in Kerk en Staat, >Zal de laatste vonk gebluscht zijn >Van het vuur van twist en haat." IJlt tiet Buitenland. Men heeft weieens de meening genit, dat, ofschoon do Engelsche regeoring don oorlog met de Zuid-Afrikaansche Republieken heeft gewild en daarmede nog altijd voortgaat, het eigenlyko volk daar in 't geheel niet meê in stemt. Dit is evenwel dezer dagen gansch anders gebleken. Een ware vriend der Boeren, een zuivere liboraal do heer Lloyd-George had het plan opgevat, om te Birmingham een politieke voordracht te houden, 't Opgekomen publiek heeft er echter voor gezorgd, dat men niet te weten is gekomen, welk onderwerp door hem zou worden behandeld. De regee- ringsgozindc dagbladen in Engeland verheugen zich natuurlijk over dit feit. Een dier bladen merkt op, dat men buiten 's lands nu duidelijk kan bemerken, dat ook de klasse der werk lieden in Engeland het ten volle mot de re- gcoring eens is. Doch wanneer men verder kennis neomt van het gebeurde te Birming- ham, dan valt er waarlijk niet te roemen op het aanhangsel der party, die de voortzetting van den oorlog voorstaat. Op 't oogenblik, dat de spreker met zjjno rede zou aanvangen, was er eeD betooging, die de zaal met gebrul ver vulde de man was niet te verstaan. Door de ramen werd met steenen geworpen. Een stormloop begon naar 't verhoogde gedeolte der zaal, waar de spreker zich bevond en waar ook de vorslaggevers gezeten waren. De politie had zoer groote moeite, do aanvallende party terug te drijven. In den uniform van een po- litie-agent verkleed, wist de redenaar te ont snappen en zyn leven te redden. De glas- ruitei van 't vergaderlokaal werden verbrijzeld do politie had ulle moeite de bestorming van dat lokaal te beletten een inspecteur kreeg een steen op het hoofd en viel bewusteloos nocrgeneeskundige hulp moest voor ver scheidene gewonden worden ingeroepenpi stoolschoten werden uit de menigte gelost. Men verzekert, dat er één doode is gevallen. Dit alles had plaats alleen omdat een li beraal zou mededeolen, op welk eene wjjzo, naar zjjne meening, het herstel van den vrede in Zuid-Afrika mogelyk was. En zoo iets ge schiedde nu in het vrije Engeland Nadat het gebeurde te Birmingham in wij den kring bekendheid heeft verkregen, begint i zich toch in Engeland te schamen over zulk eon ruw en laaghartig bedrjjf, waarbij i iemand belot zyn gevoelen openbaar to makon. Het schandelijke optreden der leven makers wordt vrjj algemeen afgekeurd. Men verzekert zelfs, dat door minister Chamberlain do houding der vergaderde menigte hoogst onwaardig genoemd wordt. Dat kan dan ook wel niet anders in een land, 't wolk zich altjjd heeft kunnen beroemen, vrjjheid van vorga- deron en vrjjhoid van spreken te huldigen. Een der Engelsche nieuwsbladen voert te dezer zake aan «Wjj zouden ons nog kunnen voorstollon, dat men den spreker zou hebben belet met zjjne rede voorttegaan, wanneer hjj hot eon of ander had gezegd, waardoor hij de aanwezigen had gekrenktmaar liet is een heel zonderlinge opvatting van vryheid, ala men alleen luisteren wil naar hetgeen men zelfs meent jnist en waar te zjjo en don tegen stander nist aan hot woord wil laten. Te Birmingham heeft men het nog erger gemaakt de spreker heeft geen woord kunnen zeggen. De lovenmakers hebben hem elko gelegenheid benomen, om iets in bet midden te brengen. Do man is geëindigd met zijne redevoering to dicteeren aan de verslaggevers der dagbladen, terwjjl in de vergaderzaal het auditorium te koer ging als een stormachtige zee. De vry heid van spreken, door 'slands wetten ge waarborgd, is daar wel wat erg bekrompen opgevat". Een Engelsche oorlogs-correspondent kwam dezer voor de zooveelste maal het nieuwtje aandragen, dat de oorlog in Zaid-AfrHca nu weldra *uit" zal zyn. Hij verzekert, dat hot zeggen van generaal Botha, dat hy nog wel zes jarou kan doorvochten, niets is als bluf. Langzaam maar zeker, zegt hy, worden de Booron tot overgave gedwongen, en het einde van den krjjg kan niet ver meer af zijn. Goef oas dus voogt hy er aan toe ver trouwde, vechtlustige aanvoerders, en de oorlog zal weldra tot het verledene behooren. 't Blijkt gedurig, en telkens in sterkere mate, dat Engeland zich door do wijze, waarop het togen de Boeren en hunne weerlooze vrou wen en kinderen te keer gaat, in groote mate den haat in het buitenland heeft opgewekt. De bloedverwantschap tnsschen de hoven te Londen en te Berljjn hoeft totnogloo een goede verstandhouding met Duitschland bevorderd, doch op den duur zou daarin wellicht ook verandering komen. Sedert den Fransch- Duiuchcn oorlog van 1870/71 en het inpalmen door Duitschland van de beide Fransche de- partomonton Elzas en Lotharingen bestond er steeds tusschen beide natiën een groote ver koeling, niet ver verwijderd van aen vyandige stemming. In Frankrijk klonk zelfs menigmaal de kreet: ,Iïevanche!" Men wilde het gsbeurde den Dnitschors betaald zetten, en de verloren landstreken herwinnen. De tijd doet echter veel, om onde veeten to doen vordwynen, om toenadering te doen ontstaan, waar die aan- koljjk scheen onmogelykte zijn. Indertyd werd door do Fransche vloot deelgenomen aan oen vloot-revue te Kiel; in China werden do troepen der Europccsche mogendheden dus ook die van Frankrijk onder de hevelen geplaatst van den Duitschen veldmaarschalk Graaf Waldersec, en bjj onderscheidene andore gelegenheden bleek hot dut er eeno moor aan gename verhonding begon te ontstaan zoowol tusschen de beide volken als tusschen do re- geeringon. Eon der Fransche staatslieden op porde dezer dagen het denkbeeld, en beval met veol nadruk de verwezenlyking daarvan aan, om eene nauwe aaneensluiting mot Dnitschland tot 9tand te brengen. Hy verze kerde by de mededeeling hiervan, dat het denkbeeld by verschillende hooggeplaatste per sonen in groote mato instemming heeft ge vonden, en daarom meent hij, dat eon verbond met den Dnitschen nabuur volstrekt niet strjj- dig zou zyn met Frankryk's oor en waardigheid. Hy stelt zich voor, dat Frankryk, Rusland en Duitschland eene staatkundige overeenkomst zullen sluiten, tot verzekering van elkanders belangen en ter bevordering, desnoods, van een gezamoDlyk krachtig optreden tegen En geland, dat mot het sluiten van zoodanig ver bond maar heel weinig in zyn nopjes zou wezen. IIKU WNT IJ III ««KK. HELDER, 24 December 1901. De Secretaris der gemeente Helder brengt ter kennis, dat de Secretarie (afd. Burgerl. Stand) op den tweeden Kerstdag, van des voormiddags 10 tot 11 uur, ge legenheid zal worden gegeven tot het doen van aangiften van geboorten en o- verlgden. Ter bevordering van een geregelde bezorging van de bg de jaarwisseling ter post komeude stukken wordt evenals in vorige jaren de gelegenheid openge steld om brieven, briefkaarten en gedrukte stukken, welke men op 1 Januari e.k. aan de geadresseerden wenscht te zien uitge reikt, reeds van 23 December af ter post te brengen. Om die stukken van de overige te on derscheiden, behooren over de geheele lengte van het adres twee zich kruisende streepen getrokken te zgn. Zij moeten uiterlijk 31 December, te 12 uren 'smid dags, ter plaatse van bestemming zjjn aan gebracht. Tram Egmond -Alkmaar—Bergen Den 20 Dec. is voor notaris mr. A. P. H. de Lange gepasseerd de akte van oprichting der Naauilooze Vennootschap Stoomtram wegmaatschappij Egmond-Alkmaar- Bergen, waarvan op de outwerp-akte de Konink lijke bewilliging is verleend bjj Koninkl. besluit van 11 Dec. j.1 De zetel der ven nootschap is gevestigd te Alkmaarhaar doel is de aanleg van een tramweg van Egmond naar Alkmaar en van Alkmaar naar Bergen en de exploitatie van dien tramweg, betzjj door de Vennootschap zelf, hetzjj door anderen. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt f 120.000. Bjj de akte van oprichting zjjn tot leden van het be stuur benoemd de heeren C. Bosman, G. Ripping en J. van Reenen te Alkmaar en P. W. Schipper te Egmond aan Zee. lu het maatschappelijk kapitaal is deel genomen door de Provincie Noordholland voor f 60,000, de gemeente Alkmaar voor 1 10.000, de gemeente Bergen voor f 20.000 en de heeren C. Bosman voor f 15.000, J. van Reenen voor f 10.000, P. VV. Schip per voor f 3000 en G. E. A. van Hall voor f 2000. Accijns op het gedistilleerd Vrjj algemeen werd bij het afdeelings- onderzoek in de Tweede Kamer van het wetsontwerp, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op het gedistilleerd, er over geklaagd, dat het wetsontwerp eerst is ingediend op een tjjdstip, waarop de leden der Kamer met werkzaamheden zijn overladen. Ernstig betreurde men het dat inet de ze aangelegenheid niet meer spoed is ge maakt. Verscheidene leden betwijfelden het of de voorgestelde maatregelen inderdaad afdoende zijn om fraude te voorkomen. Terwijl men zich met het repressief karak ter van de voorgestelde maatregelen niet algemeen kon vereenigen, hadden vele leden bovendien nog andere bezwaren. Zoo meende men dat de beperking van vervoer van gedistilleerd zonder document tot een hal ven liter veel belemmering in het vrije verkeer tengevolge zou hebben en aanlei ding zou geven tot benadeeling en schade voor allerlei ngveren. Sommige leden wa ren van oordeel, dat de thans voorgestel de maatregelen van repressie geen doel zouden treffen, omdat zij aan de ambte- nareu met het visiteeren of bewaken be last, geen voldoende bevoegdheid toeken nen. De Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van vogels verzoekt iedereen vriendeljjk de vogels bjj dit ruwe weder niet te vergeten en door eenig voedsel te geven ze te helpen koude en honger te trotseeren. Hooge Raad. Bjj Koninklijk Besluit van 21 Dec. 1901 is benoemd tot raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, jhr. mr. W. H. de Savornin Lobman, thans rechter in de ar- rondissements-rechtbank te 's-Gravenhage. (»St.-Ct".) Op het drietal voor de vervulling der predikants-vacature bg de Hersteld Evangelisch Lutersche gemeente te Gorin- chem, komt voor de heer C. Stadermann, proponent. Treinongeluk. Zaterdagmiddag te ongeveer 5 uur heeft in de onmiddellijke nabgheid van het station Velsen een botsing plaats gehad tusschen een goederen- en een goederentrein ten gevolge waarvan de laatste derailleerde. Persoonlijke ongelukken hadden, niettegen staande de schok vrjj hevig was, niet plaats. Het verkeer ondervond nogal ver traging, doch de dienst kou op geen enkel spoor worden voortgezet. Het oprui mi ngs- work werd onmiddellijk door een sterke ploeg werklieden uit Haarlem, onder leiding van den heer H. Baron, adjunct-inspecteur van den weg, aangevangen. De materieels schade is vrjj aanzienlijk. In een roothol aan de Spuistraat te Amsterdam raakte een bezoeker een 5- tal bankbiljetten kwjjt. Als verdacht van de zen diefstaf is gearresteerd eene vrouw, in wier woning, in de Reguliersdware- straat. twee der bankjes teruggevonden zjjn. Naar de drie andere wordt nog ge zocht. Een studenten-aardigheid Aan het Oude Delft te Delft had, naar het D b 1 d. bericht, dezer dagen een vreemd feit plaats, dat ernstige_gevolgen had kunnen hebben. Een 6-tal studenten ontmoetten een ond-collega, den heer P., thans ingenieur aldaar. Hg werd aangegrepen en medege nomen naar een kapper aan het Oude Delft om hem aldaar te laten ontdoen van hoofdhaar en baard. Twee studenten hiel den hem vast, de andere dreigden met een pistool en een was reeds bezig de lokken af te knippen. De vader van den heer P. was inmiddels gekomen en maakte met behulp van den brigadier van de Rjjks- veldwacht een einde aan het schandaal. Tegen de studenten is proces-verbaal op gemaakt. i f De Oorlog in Zuid-Afrika. Volgens een »Laffan"-telegram uit Pre toria werd Kritzinger gewond, toen hjj een zijner manschappen, dio dicht bg een blokhuis gewond lag, wilde redden. Drie maal poogde hjj hem mee te nemenbjj de derde maal werd hg zelf getroffen. Toen sleurde zjj hem het blokhuis binnen. Twee andere Boeren, die ook den gewonde trachtte te redden, werden eveneens gewond en gevangen genomen. Volgens eeu »Reu- t«r"-telegram werd Kritzinger gewond in den arm en in het ljjf. Volgens een Reuter"-telegram uit Oudshoorn, in de Kaapkolonie, zgn daar veertien Boeren veroordeeld, omdat zjj geen kennis hadden gegeven van de tegen woordigheid van de Boeren, of de levens middelen, die zij bezaten, niet ingeleverd hadden. Twaalf hunner kregen twee maao- den gevangenisstraf en f 600 boete, twee kregen zes maanden en, de een f 1200, de auder f 2400 boete. Twee anderen, die schuldig geacht werden aan het opnemen vau de wapenen tegen Engeland, kregen een jaar. Over een paar maanden zullen de Boerenaanvoerders in de Kaapkolonie dus een dozjjn nieuwe strijders hebben. Volgens de »Daily Telegraph" zjjn er onder de menschen, die te Johannesburg wegens medeplichtigheid aau de zoogenaam de samenzwering vervolgd worden, twee predikanten. Het transportschip >Dilwara" heeft veer tig Boeren, die door een krjjgsruad tot gevangenisstraf zjjn veroordeeld, te Gi braltar aangebracht. Zg zgn daar in de militaire gevangenis opgesloten. Wie zal er daar het oog op houden, dat zjj behoorlnk behandeld worden. Uit een nader bericht over Kritzinger'e gevangenneming volgt, dat zjjn commando hoofdzakelijk bestond uit Kapenaars, en dat ook Louis Wessels, Jacobus Wesseb en Gordon Fraser tot de leiders behoorden Het commando heeft zich doorgeslagen in zuidwesteljjke richting. ÏEITIIjLBTOU. De doode Millionnair, Neen, maar er is mjj veel aan gelegen hem in kennis te brongen met graaf Ahlers. Nadat Melanie de kamer weder verlaten had, stak Koert een sigaar aan en ging bjj den haard staan, met don rug naar het vuur. Ja mompelde hjj, daar is hij juist de man voor. Ahiors zoekt iemand, om hem naar Amerika te vergezellen. Werling zal wel in zjjn smaak vallen, en als ons dat gelukt, houden Geiger en ik toch nog vierhonderd duizend mark over, na aftrek van het bedrag, dat wjj aan Werner moeten uitbetalen. Zon hjj mjjn brief wel ontvangen hebben Ha, daar wordt aangescheldAls het Werling is, ben ik toch nieuwsgierig, of hjj mjjn voorstel aanneemt. Doet hjj dat, dan weet ik, dat hjj genoeg beeft van het hongerljjden, en dan neemt hjj ook dien anderen naam aan. Marten kwam binnen en zei, dat er een heer was, die zjjn meestor wenschte tespreken. Noemde de heer zjjn naam niot P Jawel, mjjnheor Heinzen. HOOFDSTUK VIII. De tjjd in ,Do Kluis* verliep. Majoor Hartmann's voet, die erger was dan men aan- vankeljjk meeede, genas langzamerhand, zoo dat hjj weer kon rondhinken. Gerhard Heyl was alle dagen naar zjjn toestand komen vragen, en steeds een wel kome gast geweest. Mevrouw Werling, Liesbeth's moeder, met wie hjj bjj zjjn tweede bezoek kennis maakte, had een diepen indruk op hem gemaakt. Hare beminneljjkheid en daarbij de diop treurige uitdrukking op haar nog altjjd schoon gelaat deden hem eigenaardig aan. Majoor Hartmann was oon man, met wien hjj het heel goed kon vindon ODdanks diens zonder linge manier van spreken, en Liesbeth met haar vrooljjk humeur was de zonneschjjn in het huis. Zooals Gerhard Heyl ook wist, was mevrouw Werling ljjdende; maar als zjj indruk gesprek gewikkeld was, verminderde do zwaarmoedigo trek op haar gelaat en nam zij met zekeren humor deel aan het onderhond, totdat zjj plotse ling weder in haar treurig zwjjgen verviel. Op den dag, dat Heyl den brief ontving, waarin James Walter hem kennis gaf van zjjn aankomst te Berljjn, nam de jonkman met bezwaard gemoed afscheid van Liesbeth. Ik zie u misschien niet weder, juffrouw Liesbeth, want olk oogenblik kan ik naar Berljjn geroepen worden, sprak hjj. O, is mjjnheer Walter gekomen Dat spjjt mjj. En oom zal u zeker ook missen. De jonkman nam hare hand in de zijno, maar terwjjl hjj dio zacht drukte, waagde hjj hot niot do woorden uit te spreken, die hom op de lippen lagen. Hjj wilde haar vragen, of zjj hem ook niot zou missen. Hoe kort zjj elkaar ook kenden, toch was zjj de eorste, wier beeltenis zich in zjjn hart had gegrift, wier stem hjj telkens meonde te booren, wier mooie oogen hem tot in zjjne droomen vervolgden. Gerhard Heyl beminde het schoone meisje, en nu ging hjj haar verlaten en zou haar misschien in vele maanden, misschien in vele jaren niet wederzien, want hjj had de ver plichting op zich genomen om James Walter ook op groote reizen te vergezellen. En zjj konden elkaar nog te kort om aan Liesbeth of aan haar oom te bekennen dat hjj liefde voor haar koesterde. Het scheen hem toe, dat Liesbeth zjjn zachten handdruk beantwoordde. Of vergiste hjj zich Wjj zullen u toch nog wel eens zien, als ge weer hier komt, vroeg zjj. Wanneer ik weer te Freienwalde kom, zal mjjn eerste bezoek u gelden. Vrooljjk gestemd was Heyl gekomen, in ontevredon, gedrykto stemming verliet hjj ,Do Kluis*. In gedachten verdiept voortgaande, kwam hjj aan do plek, waar hij Liesbeth de oersto maal had gezien, en kwam hem het geheele voorval levendig voor den geest: dat schoone, half lachende, half angstige gelaat, dio be vallige gestalte, die trouwe bruine oogen, die hem zoo sraeokond aankeken. Ik bemin haar doch welke uitzichten heb ik om haar eenmaal de mjjne te mogen noemen? Wie ben ik? Een verkwister, dio zjjn erfdeel heeft verspeeld en daarna in den vreemde is gigaan, omdat thuis voor hom hot gemeste kalf uiot werd geslacht. En nu hen ik de secretaris van een man, omtrent wien ik niets weet en die een govaarljjk avonturier kan zyn I Mjjn vooruitzichten om haar te bezitten zijn dus niet bemoedigend. In zjjn woning aangekomen, vond Heyl een telegram. Daarin lietjJames Walter hem weten dat hjj hem over een,week verwaohtte in zyne woning, in de Diergaardestraat no. 43, Dus heb ik nog een week uitstel eiken dag kan ik nog naar «De Kluis'gaan, en misschien Wat kon er in een week nog gebeuren Kort nadat Gerhard Heyl was heengegaan, kwam mevrouw Werling de kamer binnen en vond daar den majoor allcon. Reeds sinds verscheidene dagen had zjj ge- wenscht iets met hom te bespreken dat haar op het hart lag; zjj had daarmco echter ge draald, omdat haar broeder ten gevolge van zjjne kwotauur aan den voet zeer prikkelbaar was. Wol, Mario, sprak hjj, maar nu zeor bedaard en in goed humeur, wat zie jo er weer opgewonden uitIn de laatsto dagen ben je zeker weer erg aan het kniezen geweest. En je hobt me toch beloofd, dat je dapperzoudt wezenter wille van Liesbeth. Ik doe er mjjn best toe, maar ik kan niet, antwoordde mevronw Werling met een zucht. Volgens mjjne berekening moet Heinz nu vrjj wezen. Do majoor draaide zich om en koek zjjno zuster ontsteld aan. Het was toch zeven jaar Ja dat is zooMaar je weet toch wel, dat ik toen heb vernomen, dat hjj door goed gedrag van elk jaar drie maanden afslag zou kunnen krjjgen. Als dat zoo is, dan mooi hij nu uit de gevangenis sjjn. Jo kuat golijk hebben, antwoorddo haar broeder, terwjjl bjj het voorhoofd fronste. Uit de gevangenis een ontslagen tuchthuisboef! O, liet is verschrikkelijk, verschrikkelijk Maar bedenkt toch eene, hoe zwaar hjj gestraft ia, hoo veeseljjk hjj voor ejjno schuld heeft moeten booten. Als hy' weer in vrijheid is, staat hjj zonder vrienden en zonder geld. Zouden wjj niet eens daarnaar onderzookon Is dat onzo plicht niet? Zou je hem helpen, als jo kunt? Je kunt hem toch wel opsporen En mag ik hem dan wederzien Ach Richard, als je wist, wat ik Ijjdhoo ik dag cn naoht er aan moet denken, dat hjj mijn man, do vader van mjjn kind mis schien in kommer en clleade rondzwerft, zonder vrienden, terwjjl hij smacht naar een vriendelijk woord van ons 1 Sta mjj tenminsto toe, dat ik hom eon woord van vergiffenis cn van hoop zend. Do majoor schndde het hoofd. Noen, Malie, dat gaat niet, dat kan niot, dat mag niet! Hjj hoeft afstand gedaan van allo rochten op jon en dit was het eenige, wat hjj kon dom jou niet to laten doelen in zyn schande. Wanneer wjj ons mot hem gaan bemoeien, ala je hom wederziet, wordt daardoor een band aangeknoopt, die niot weder losgomaakt kan wordenTor- wille van Liesbeth moot hjj dood voor je wezen dood voor je Schreiend stond mevrouw Werling op. Misschien heb je wel gelijk, zoido zjj, maar hot is mjjn dood. Den gantchen nacht lig ik wakker en zie ik hoe hjj do armen naar mjj uitstrekt, dan hoor ik, hoo hjj mjj roept. O, hoe vreeselyk is datIk wist toen der tjjd niet wat ik deed ik wist niet wat het betcekendc, dat de deuren der gevangunis voor hem zonden opengaan en ik, zjjne vrouw, hem niet zou mogen opzoeken om hem te troosten 1 Het kan nu eenmaal niet, zei de majoor op vasten toon. Je zoudt Wat zou ik vroeg zjj snel. Je zoudt dan zjjn leven, zjjne verban ning moeten deelen, on ovenals hjj voor Liesboth dood moeton zjjn. De ongelukkige vrouw slaakte een gil. Mijn kind verlaten snikte zjj.Lies beth nooit wederzien? Er is geen andere keuzebedenk dus wel, wat je doet. Als je hom gaat opzoeken, ik ben cr van overtuigd, zal Lioibeth spoedig van anderen du waarheid vernemen dan zal men haar niet langer achtten als mjjn nicht maar haar beschouwen als de dochter van een tuchthuisboef! Wat heeft zjj van do toe komst te verwachten? Wolk een fatsoenlijk man zal baar dan tot vrouw willen nomon Je hobt geljjk, snikte mevrouw Werling, terwyl zy het gelaat met de handen bedekte. Ik raag er met aandenken. Kon ik hem maar eens zien, of wist ik maar, waar hjj is --om hom in een paar regels te laten weten, dat mijn hart hom nog toobohoort. Arme Heinz, wat kan ik voor je doen Niet langer in staat hare tranon te be dwingen, stond zjj op en ging naar haro kamer. Daar knielde zjj nedor en smeekte God, dat Hij zich erbarmen en haar don weg mocht wijzen om haar echtgenoot, die zjj nog altjjd lief had, nog eenmaal to zien, vdór zij kwam te sterven. HOOFDSTUK IX. N» een grondig ondoraoek word Werling. veronuchuldiging door do politic n»„g.oom.n, en liet men hom ,un mol do verm.ning, dot hU in hot vervolg boter op ijjo tgd moe» komen. Vnn zijo voornomen om nu, Anurik» te gmtn h»d hu mot gMproken bö «ildo cent noll nog oon. goed vgno pl.„„„„ overwegen. "toek en neouwnchtig voriiet hij het burenn vnn politieh(j gevoelde niob no weer roo ternoergedrukt. AU gornngooe verkeerde hij .lle.0 onder lotge.iootonde eorljjlte mon.chon, dto in vryaoid leefden, zagen niets van hem en zjjne schande, ihans bevond hjj zich echter weer als vrjj man onder de menschen. Het geheim van zijn waren toestand was alleen bekend aan hem zclvon en aan de politie. Eerst toen hij het bureau vau politio binnen- trud, werd voor do eerste maai in hem wak- kor, dat ondanks do ondergane straf zjjne misdaad hem nog altjjd achtervolgde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1