KLEINE COURANT
't Uliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen
No 3031
Weensdag 5 Maart 1902.
30ste Jaargang.
BureauSpooritraat.
Telefocnn0. 59.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn». 59.
ATaonnem ent
p. 3maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/|Ct-
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. Toor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bureau i Spoorstraat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regel*
Elke regel meer
4 maal geplaatst, 1 maal gratis.
Groote letter* en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
25 Cent.
5
Arivertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan het, Bureau bezorgd zijn.
Uit het Biiifeiilfiiid.
Frankrijk heeft gedurende do jonpstver-
loopen dapon feest gevierd, üp den 26 Febru
ari jl. was het een eeuw geleden, dut zjjn
prooien denker, scbrjjver en dichter Victor
Hugo het levenslicht aanschouwde.
In de verschillende re.ngen en standen der
maatschappij was de geestdrift algemeen voor
de nagedachtoni* van den grooten man, die
ia zijn roemrijk leven zulk een bij'zondere
mate van aantrekkelijkheid had. Men vond
in Frankrijk dezer dagen ieder gezind en
bereid, om, ook na zijn verscheiden, op luis
terrijke wijze holde te brengen, dankbaar
heid te betoonen aan dei onovertroffen roman-
schrijver, redenaar en dichter, die, tydens zjjn
leven streed en leed voor zyne beginselen,
wiens reuzenwerk ovorweldigend was. Men
herinnert zich thans do dugen der glorierijke
regeering van Keizer Napoleon IIIdoch
Victor Hngo kon er niet toe komen, des
machtigen potentaat te bewonderen en te hul
digen. Verbanning was zijn deel. H|j nam
do wyk naar eon dor Normaadische eilanden,
die, schoon zoor uabjj de Fransche kust ge
legen, aan Engeland toebchooren. Ui1 dien
t\jd dagtcekent Hugo's bekende geschrift, onder
den titel: «Napoloon de kleine".
Dezer dagen is aangovangen het 25«t«
het jubeljaar van Paus Leo XIII» die
ook op jl. Zondag het zeldzame voorrecht
mocht smaken, zjjn 92sten verjaardag te vieren.
Op 7 Februari 1876 overleed Paus PiusIX;
den 20sten dier maand werd Paus Leo door
het conclave tot die hooge waardigheid g«-
kozen. Slechts aarzelend, met he( oog op zyn
toen reeds gevorderden leeftyd, nam hy de
benoeming tot Opperpriester aan met de woor
den: .Daar God het wil, verzet ik mjj niet".
Gedurende een tydvak van 24 jaren hoeft
Paus Leo XIII thans het Opperpriesterschap
in de Katholieke kerk boklecd, en hy heeft
zich in den loop der jaren by allen, die hem
leerden kennen en zijne daden en handelingen
gadesloegen, in ruime mate liefde en vereering
weten te verwerven. Zyne regeering ving in
moeilyke tijdsomstandigheden aan. In Duitsch-
land heerschte de zeer lastige stryd over de
kerkelijke orden, waardoor Kerk en Staat
daar te lande in eene zeer lastige verhouding
waren geraakt. In Frankrijk betoonde de
geestelijkheid zich nog altyd ongezind, om de
verzoenende hand naar de republikeinsche
regeering uit te steken. En in Spanje was het
mede onrustig, daar de Carlistcu de vaan van
den opstand verhieven, zich beroepende op den
Heiligen Stoel. Doch Paus Leo wist hier
en daar vrede en rust te doen wederkeeren,
en sedert zyne vredelievende bemoeiingen is
de Kerk mot de regeeringen in de verschil
lende Staten op den besten voet. De Paus
heeft onderscheidene Encyclieken uitgevaar
digd, waarin hy o. a. de sociale quaestie be
handelde, en op die wjjze den stoot gegeven
heeft tot eene andere opvatting van het vraag
stuk onder do Katholieke geestelyken. Men
zegt naar waarheid van dezen Paus, cn rekent
dat tot zyne groote eer toe, dat hy de ver
zoening heeft gezocht van de Kerk met do
XIXde eeuw, en hierdoor is Paus Leo ge
worden de meest moderne van allo Pausen
die de Kerk ooit bestuurd hebben.
Dezer dagen is nit de Oostenryksohe haven
stad Fiume weder een stoomschip naar Zuid-
Afrika vertrokken, geladen met 750 Hon-
gaarsche paarden, aangekocht voor het Eng.
leger in het land van bestemming. Deze is
reeds de vyftigste stoomboot, dio Daar hst
oorlogsterren» daarginds is gegaan, om voor
rekeniog van 't Eng. gouvernement Hone.
paarden derwaarts te transporteeren. In liet
geheel zyn op dio wyze uit Fiume 38365
viervoeters voor het bekende doel verscheept.
En nu liggen er weer twee stoomschepen in
die haven te laden. Paarden zyn getn
oorlogsoonlrabaude; de aanvoer daarvan wordt
dus voor onzijdige mogendheden niet voor
onmogeljjk geacht. Toch zou het zeker, ook
in Oostenryk-IIong&ryo, menigen vriend der
Boeren-zaak genoegen doen, wanneer de Eng.
regeering tevergeefs moest trachten, om het
gedurig ontbrekende aantal paarden door
aankoop in dat land aan te vullen.
Het bezoek van Prins Heinrich van Pruisen,
broeder van Keizer Wilhelm van Duitachland,
aan de Wreenigdo Staten van Noord-Amerika,
getuigt voortdurend van do meest warme
vriendschap tusschen de vulkea van beide
landen. De Prins wordt daar, aan de over-
zyde van den Atlantisclien Oceaan, aller
hartelijkst bejegend, en verheugt zich voort
durend in een zeer grooto mate van sympathie,
waarloo zyne hupsche, voorkomando houding
en zyn zesmansrondbeid niet wsinig bijdragen.
In Duitschland is men met het huldebotooa
aan den Prins in do Nieuwe Wereld ten
zeerste ingenomen. Te IWlyn wordt thans
eene Vereoniging opgericht, welke zich ten
doel stelt, de vriendschappelijke betrekkingen
tusschen Duitschland en de Vereenigde Staten
to bevorderen, wederzydsche wanbegrippen te
bsstryden, en tot uitbreiding der handelsbe
trekkingen zooveel mogelyk mede to werken.
De voornaamste personen op het gebied van
handel cn nijverheid in de Duitsche hoofdstad
hebben zich voor dat doel aaneengesloten,
't Is zeker in bet belang der boido volken,
ja, der geheele wereld, dat deze twee groote
volken elkander verstaan en waardcercn.
\IEU*V*TiJI>lYUfcV
HELDER, 4 Maart 1902.
Heldersch Komitee voor Volkslezingen.
Donderdagavond sprak in «Tivoli" dr. H.
C. Redeke voor een zeer talryk publiek over
,de afstammingsleer van Darwin of het «Dar
winisme."
Spr. begon met te wijzen op de verkeerdo
voorstelling, die by velen nog bsstaat omtrent
den waren aard van de Darwin'scha theorie.
Hy wil trachten een helder beeld te geven
van den hoofdinhoud van het Darwinisme,
omdat deze leer nog steeds van vor-rcikonden
invloed is op het gedachtenloven van onzen tyd.
Darwin (1809—1882) maakte in zyn jeugd
een reis om de wereld met de .Beagle" en
werd op deze roia o.m. getroffen door eigen
aardigheden in de dierenwereld van Zuid-
Amerika en de in de Babyheid der Zuid-
Amerikaanaehe kust gelegen Galapago-eilandan,
eigenaardigheden, die er op wezeD, dat de
daar levende diersoorten afstamden van an
dere, die er in vroegere geologische tydperken
geleefd hadden, doch thans uitgestorven waren.
Zoo kwam hy op de gedachte, die ook
vroeger door undere natuuronderzoekers reedt
was uitgesproken, dat de thana levendo planten
eu dieren zich ontwikkeld hadden uit, af-
atamden van eenvoudiger samengestelde, voor
wereldlijke stamvormen.
Van toen af aan legde hij zich stelselmatig
toe op het verzamelea van gegevens met be
trekking tot hot vraagstuk van den oorsprong
der soorten en eindelijk, na twintigjarigen
arbeid, publiceerde hy in 1859 zyn beroemde
werk: «Het ontstaan der Soorten door Na
tuurlijke Teeltkeus of het bewaard blyven
van bevoorrechte Rassen in den stryd voor
het Bestaan."
In dit boek bracht Darwin voor hot eerst
een verklaring van het ODstaan der plant- en
diersoorten, die berustte op verschillende reeds
lang bekende verschijnselen in de levende
natuur, doch waarvan by het eerst het juiste
verband en de beteokenis begreep.
Spr. stond vervolgens meer uitvoerig stil
by de bespreking dezer fnndamenteelo ver
schijnselen, dia onder den naam van erfelyk-
hoid, veranderlijkheid, aanpassing en strijd
voor het bestaan bekend zijn.
Erfelijkheid noemt men het verschijnsel, dat
het kroost van oenig plant of dier in hoofd
zaak althans op zjjn ouders geljjkt.
Onder veranderlijkheid verstaat men het ver
schijnsel, dat do nakomelingen onderling in
meerdere of mindere mato van elkaar als
mede van hun ouders afwjjken.
Aanpassing wil zeggen, dat alle planten en
dieren in al hun organen in doelmatige over
eenstemming reet de omgeving, aan de om
geving aangepast zyn.
Do beteekenis van den Strijd voor het Be
staan eiudeljjk is hierin gelegen, dat voor de
tslryke nakomelingschap der planten en dieren
geen voldoendo bestaansmiddelen zjjn, zoodat
alleen de best toegerusten in het leven zullen
blyven, tcrwjjl do minder goed toegeruste en
zwakke individuen zullen te niet gaan eD
sterven.
Darwin verklaart het ontstaan der soorten
nu als volgt: Onder de talrijke nakomelingen
ecner bepaalde planten- of diersoort zullen
grootero of kleinere individneelo verschillen
worden aangetroffen. Alleen de beate, het
m'est in overeenstemming met de omïoving
toegeruste, zullen in het leven blijven on op-
nieuw nakomelingen voortbrengen. Daaronder
zullen er zjjn, dio de voortreffelijke eigen
schappen hunner ouders in nog hoogere mato
bezitten cn deze zullen dus opnieuw de hoogste
kans hebben in den stryd om het bestaan te
zegevieren.
Er heeft dns eaa zekere keuze plaats, te
vergelijken met de keus, die een kweeker
uitoefent op paarden of honden of granen om
een bepaald ras t« fokken. Hier ia bet even
wel de natuur zelve, dio schiftend te werk
gaat en daarom spreekt men van natuurkau.
Deze natuurkeus, deze selklie nu is volgens
Darwin het werkzame beginsel, dat als uit
vloeisel van den stryd voor bet bestaan, ge
leid heeft tot de overweldigende rykdom aan
planten- en diervormen, waarmede onze aarde
tegenwoordig bedekt is.
Deze verklaring, varrassend door haar een
voud, vond in korten tyd, vooral iu Duitsch
land, tal van aanhangers en wordt tegen
woordig door nagenoeg de goheele geleerde
wereld aanvaard.
Geen wonder! Immers zjj bracht een een
voudige verklaring voor tal van totnutoo
onbegrepen verschijnselen op bet gebied dor
vergelijkende ontleedkunde cn ontwikkelings
geschiedenis, goljjk door spr. nader wordt
uiteengezet. En bovenal baweea zy diensten
bjj de studie van de verspreiding der dieren
t planten by de leer der voorwereldlijke
organismen.
Zy spoorde aan tot tal van nienwo onder
zoekingen en opende een reeks nienwo ge-
zichtspnnten op letterlijk alle wetenschappe
lijk gebied.
Niet ten onrechte heeft men daarom de
negentiende eeuw wel eena de eeuw dor
evolutie genoemd.
Ten slotte stond spr. nog even stil by ver
schillende bedenkingen, die van natuurweten
schappelijke zydo tegen het Darwinisme ge
opperd zjjn. Dexo betreffen vooral da mate
van veranderlijkheid der organismen, die, wil
het Darwinisme steek houden, in volstrakton
zin onbegrensd moet zyn. Nieuwere onder
zoekingen hebben evenwel aan het licht ge
bracht, dat de normale veranderlijkheid d*r
planten en dieren begrensd is eo wal zoodanig,
dat da eigenschappen der ouders wel in min
dere of meerdere mate, soms st-lfs seer sterk
vergTOot by de nakomelingen worden aange
troffen, doch dat de normale veranderlijkheid
nimmer het aanzyn geeft aan nieuwe eigen
schappen, die het individu tot een nieuwa
soort zouden stempelen.
Integendeel, uit proeven, die door den
Amsterdamschan hoogleeraar Hugo de Vries
genomen zyn, is gebleken, dat nieuwe soorten,
althans by planten, plotseling, als het waro
met aen sprong, ontstaan cn kant en klaar
ter wereld komen, zonder dat de natuurkeua
er iets aan doet.
In hoeverre de Darwin'schc theorie hierdoor
onbondbaar wordt, zal de tyd leerenals
werkhypothese, als instrument voor velerlei
onderzoekingen op botanisch en zod'ogischgebied
zal z|j niettemin haar groote beteekenis
blyven behouden.
Zaterdagavond vierde de Onder
officiers-Vereeniging «Vaderlanden Oranje"
haar 30-jarig bestaan. De groote zaal
van «Tivoli" was geheel gevuld en er
heerschte bjj de leden en introduceé's een
recht prettige toon. Nadat de President,
de heer A. Klein, op gebruikelijke wyze
de vergadering geopend en in korte trek
ken de geschiedenis der vereeniging had
geschetst, trad het Bestuur van Volksbjj-
eenkomsten op het tooneel, die by monde
van zjjn Voorzitter «Vaderland en Oranje"
met haar feesi 'e.iciteerde en zyn erken
telijkheid betuigde voor de verdienstelijke
en vriendschappelijke wyze, waarop zy in
den loop der jaren ontelbare malen de
Volksbjjeenkomsten steunde en aan haar
welslagen medewerkte. Als blijk van waar
deering en hulde bood hy de feestvierende
vereeniging een fraaie lauwerkrans aan.
De heer Klein dankte in gepast bewoor
dingen voor dit bewjjs van sympathie,
waarmede de vergadering door daverend
applaus instemde. Hierna werd een
alleraardigst programma uitgevoerd. Be
halve muzieknummers kreeg men bjj
afwisseling vroolyke voordrachten, een
lief tooneelstukje en een vermakelijke
operette te hooren, terwjjl met een zeer
gezellig bal besloten werd.
Vrjjdaginorgen j.1. omstreeks lOunr
ontstond in de Veldatraat by den heer W.
J. M. door de felle hitte van de kachel
een begin van brand. Een kind, dat alleen
in de kamer was, begon hevig te schreeu
wen, waardoor het gevaar spoedig ontdekt
en grooter onheil voorkomen werd. Niet
temin zyn de kamer en de meubelen door
't vuur en het water zwaar beschadigd.
't Kunstlicht van Kijkduin.
Naar aanleiding van een klacht, uitgesproken
in do Kamer van Koophandel te Amsterdam,
over de onvoldoende sterkte dor kustlichten
to IJmuiden, wijst «Een oud-zeeofficier* in
het «Handelsblad* op de verlichting
tot het aandoen van het Schulpegat, toegang
gevende tot de rtê van Texel. Doze verlich
ting dus merkt de schrjjver op laat
voor een behoorlyken verkeersweg bjj minder
goed weder te wenscben. Bjj helder weer
krjjgt men het licht van Kykduin ia het
zicht, kort nadat men dal van IJmuiden heeft
zien verdwyuen, doch dikwyla is dit niet het
geval. Want het licht van Kykduin is geen
zoogenaamd schitterlichtware dat het geval,
dan zou het eerder worden waargenomen. Nu
hot licht van Kykduin een vast licht is, kan
men het soms niet van het licht van een
visscherevaartuig onderscheiden. Tengevolge
van een cn ander werd indertyd, voornamelijk
in het belang van stoomschepen naar Bremrn
en Hamburg, het lichtschip «Haaks* ïd station
gelegd. Van om de Zuid komende, het licht
van IJmuiden uit hot gezicht verliezende, en
Kykduin niet dadelyk waarnemende, is men,
den vloed mode hebbende, vooral roet te j
diepgaand schip, tot grooto voorzichtigheid
gedwongen. Tusschen IJmuiden en Kjjkduin
heeft mon niets dan het zwakke, roode licht
van Egmond, dat wol dateert uit den tyd,
toen ook daar nog loodsen te krijgen waren
voor de rcé van TexeL Wanneer nu op Kam
perduin een scbitlerlicht van voldoendo sterkte
werd geplaatst, sou men zich beter en spoedi
ger kunnen verkennen, op voldoenden afstand
van do Zuiderhaaks ziju standplaats ook ten
opzichte der Pottemorpolderdroogt# kunnen
bepalen, en mot vertrouwen vandaar op het
Schulpcgat aanaturen. Reeds zou een veran
dering in het karakter van het licht van Kijk
duin een verbetering zyn.
Aan het slot van zjjn artikel zegt de
schrjjver: «Een betere kustverlichling tot hel
aandoen van onze voornaamste oorlogahavcn
is, naar onze bescheiden mcening dan ook
geen overdreven luxe».
In Koegras is II. Zaterdag op het
land van den heer G. de Beurs het eerste
kievitsei gevonden, hetwelk zeer vroeg is.
Het ei werd voor 12.50 verkocht.
Verdronken.
Zaterdagmiddag omstreeks 1uur liep
de 8-jarige A. P. W. op het ys van den
Kloppersingel, ongeveer achter de villa
Carolina-Heuvel te Haarlem. Oe knaap
werd van dat ys gejaagd door élèvea van
het instituut li. P. Prins. Dezen werden
daarop door genoemden knaap op steen worpen
onthaald, waarna hy zich wederom op het
ys gewaagde, vermoedelijk om een hoed te
bemachtigen, die ongeveer op het midden
van dien Singel op het jjs lag De knaap
zakte er door, doch hield zich aan het ijs
boven water. Op zyn hulpgeschreeuw snelde
de elfjarige J. VV. Kromhout, (vroeger te
Helder woonachtig) hem te hulp. Hy zakte
er ook door. Toen waagde zich op het |js
G. D. chinaasappel venter, en na hem L.
H., timmerman, oud 17 jaar, en J. A.
Bruigom, bediende by den instituteur Prins.
Deze allen zakten echter ook door het ys,
doch wisten zich zelf en met behulp van
toegestoken ladders en touwen te redden,
terwyl de 11-jarige redder J. W. K. in
in de diepte verdween en onder het |js
schoot. Een half uur daarna werden de
beide drenkelingen opgehaald, en on
middellijk behandeld door den arts dokter
Ootmar, wonende Kenaupark, waarna zjj
werden overgebracht naar het paviljoen
van den heer Prins, die dit bereidwillig
afstond Aldaar kwamen mede te hulp de
artsen Krol en Prins. Een uur lang heeft
men getracht de levensgeesten op te wek
ken, doch te vergeefs. Beiden waren dood,
en werden naar hunne ouders overgebracht.
Van schuld of opzet is geen sprake, wel
van een ongeluk.
De Oerlog in Zuid-Afrika.
Het moot wal de aandacht hebben getrek
ken van opmerkzame lezers, dat bjj alken
Britschen tegenslag ook de Boeren zware ver
liezen l|jden, zoo-lat hun overwinningen veol
krijsen van die in oude tydsn door Pyrrhus
op de Romeinen bevochten. Als toegiftje na
©enige tegenslagen geeft lord Kitchener dan
gewoonlyk nog een verrassing van eer. Bóeren-
lager, waarbjj steeds een vr|j aanzienlek getal
Boeren in gevangenschap worden weggevoerd
Wie geregeld de Londenache bladen inziet,
weet hoeveel waarde deze hechten aan de
gedurige vermindering van het aantal Boeren
strijders, daar z|j wel boselfen dat de oorlog
niet nit zal z|jn, zoolang nog een Boer in
staat is het wapen te voeren tegen de Brit-
sche onderdrukking.
Zy zullen het daarom te meer betreuren
dat sjj niet geregeld de opgaven der Boeren-
verliezen hebban bygehouden en opgesteld,
wanneer z|j tbana vernomen dat het gunstige
oogenblik reeds voorby is en het aantal
strydende Boeren negatief is geworden.
W(j lezen daaromtrent in de «N. R. C*.
het volgende
«Den 8en Juli 1901 waren er volgens
Kitchener'a rapport in do Londen Gazctte
(Deepatch frora Lord Kitckener (o the Secre-
tary of S at« for War) in Transvaal, de
Orarje-Rivirr-Kolonie- en de Kaapkolonie niet
roe r dan 13,500 Boeren in het veld.
•Volgens Kitchener'a opgavo zyn er ver
volgens
8 Juli/5 Aug...
5 Aug./2 Sept.
2 Sept./l Oct..
1 Oct./4 Nov-
4 Nov./2 Dec-
2 Dcc./l Jan...
1 Jan.,'4 Feb
4 Feb.; 24 Feb.
*•-
P-
z*-
Of-ff»
dood
wond
TiDRea
P«»««
147
101
940
397
124
67
1284
492
180
114
1379
393
203
79
1261
646
161
158
881
70
192
54
1271
169
147
57
1098
309
106
34
1060
299
"Ï26Ö"
664
9174
2775
Totaal 13,873 Boeren.
,Er zyn dus van 8 Juli 1901 tot 24 Fe
bruari 1902 373 Boeren meer gevangen (of
gedood enz.) dan er waren."
Derhalve vechten de Britsche soldaten op
het oogenblik tegen een vijand die niet be
stas*. Hoewel de mannen, die achter kopjea
en in spruiten met hun zelden falende roeren,
den Britschen troepen over het algemeen geen
verliezen toebrachten, verdwenen zyn. duurt
de oorlog voort en bljjkens de laatste berich
ten, nemen do Britsche verliezen onrustbarend
toe. Zonden bij toeval de steeds juist aohie
tende Britsche soldaten op hot oogenblik el
kander bevochten Dit sou althans de merk
waardige verandering, die is ingetreden sedert
hst opraken der Boeren, voldoende verklaren.
Moeten er daa, o «Times», nog meer ver
sterkingen naar Zuid- Afrika om den oorlog uit
te maken
Nog meer van die gedachte, juist schieten
de soldaten, dio do verliezcnlysten van het
Britsche ieger zoo sterk doen stygen in
aantal
Wat wilt gy beginnen, o .Times'
Meer versterkingen, d. w. z. meer bloed
vergieten, verlengen van den oorlog tegen een
vyand wiens getal reeds negaliof is en nooit
meer kan terugkomen op nnl.
Wilt gy waarachtig het einde van den
oorlog.
Vraag dan aan de Britsche re peering ota
zyn troepen terug te trekken tot den hm/sten
man.
Anders veobt wellicht de laatste der Tom-
rnies tot in eeuwigheid door tegen den denk-
becldigen vyand. («H.blad*).
Het correspondentiebureau Nederland U
's-G raven hage meldt, dat het de onomstoo-
telijke bewyzen beeft, dat de bekende inslui
ting van De Wet zich niet heeft voorge
daan op 6 of 7 Februari, tsaar reeds vóór
24 Januari. Niet alleen is het gebeurde
dus langen tyd verzwegen, maar ook op
een verkeerden datum gesteld.
Tevens [zegt dat bureau de bewyzen te
hebben, dat De Wet niet als het in het
nauw gedreven wild, als een aal door de
mazen heeft weten te glippen, maar dat
by de Engelschen openlijk heeft aangetast
en zelfs een belangryk voordeel heeft be>
haald.
Het bureau heeft in verband daarmede
ter kennis van de bladen gebraoht >de vol
gende vaststaande feiten"
«Reeds Vrjjdag 24 Januari was lord Kit
chener'a nieuwste en grootste mislukking te
Johannesburg algemeen bekend.
Reeds Zaterdag 25 Januari dronken de
Britsche officieren te Pretoria by den maal-
tyd in de «Pretoria-Club" met leedvermaak
op de blamage van lord Kitchener, zich,
evenals de Tommies, op hnn wyze, vroo-
ljjk makend over de nederlaag van den op
perbevelhebber, die aan het hoofd van 40.000
man in hoogst eigen persoon alle operatie*
tegen De Wet heeft geleid, om zyn onbe-
kwamen aanvoerder eens een geducht lesje
te geven.
«Reeds Woensdag 29 Januari keerde lord
Kitchener met zjjn staf van de mislukte
jacht op De Wet geheel vertwjjfeld (in ut-
ter despair) naar Pretoria terug.
De Wet is dus reeds vóór 24 Januari
uit het hem bedreigende blokhuizen- en co-
lonnen-vierkant Pnthietersrust-Kroonstad-
Wolvenhoek-IIeilbron gebroken en wel na
dat by, zooals wjj authentiek kunnen mede-
deelen, Kitchener'a Kighting Scouts b|j ver
rassing aanviel en bjjna geheel vernietigde
waarop hjj zich met een buit van vier
kanonnen (naar mededeelingen van een En-
Selschen soldaat zelfs 14) in den rug der
ritsche colonnes langs Liebenbergvlei naar
het noorden wendde.
LONDEN, 28 Februari. Het telegram
van Kitchener, waarvan Brodrick in het
Lagerhuis gewaagde, beschrijft de twee-
daagsche operaties, die deu 27sten eindigden
met het dry ven der Boeren op de biok-
huizenlinie van Harrismith naar van Ree-
nenspas. De troepen hielden het geheele
land tusschen de Wilgerivier en de Natal-
sche grens bezet. Kitchener gewaagt nog
eens van de reeds gemelde poging der
Boeren otn door te breken op het punt,
waar de Nieuw Zeelandera de lyn verde
digden, en zegtCommandant Manie Botba
is gedood en 35 gedoode Boeren werden
in het veil gevonden. Tweo pogingen om
met kleine troepjes d<>or te breken slaag
den. Op den laatsteu dag werden er 450
Boeren met geweren en paarden gevangen
genomen. De rapporten zjjn nog niet van
alle colonnes ingekomen, maar er zyn
meer dan 000 Boeren gesneuveld of ge
vangen genomen. Ook zyn er 2000 paarden,
28,000 stuks ree, 200 wagens, 00,000
schapen, 600 geweren. 50,000 patronen
genomen. Onder de gevangenen zyn de
zoon en de secretaris van ae Wet, com
mandant Meyer en verder verscheidene
veldcornettcn.
rBUILLHTOir
De doode Millionnair.
29)
Voorloopig niets, dat met den moord
in betrekking kan staan, luidde het antwoord
maar op grond van uwe mededeelingen wordt
bjj scherp in het oog gehouden.
Gelooft gjj niet, dat bjj ook mede
plichtig is?
Do inspecteur schudde ket hoofd.
Ik zou niet weten, hoe hy dat moet
wezen. Mijns inziens heeft Hollonberg zich
hoofdzakelijk in betrekking gesteld met Wor-
ling om door dezen te worden goholpen bjj
vaiach apelen of zulke zwemdelarjj Ik denk,
dat Werling gich mooi heeft voorgedaan aan
den graaf toen zy samen bjj Hollonberg
waren, hem later naar huis heeft vergezeld
en met hem naar binnen ie gegaan om later
sjjn medeplichtigen te kuunen binnonlaten.
Wel mogcljjk, gaf Schraelzer toe. In
dat geval ia hoogst waarschijnlijk een van die
laatsten de eigenlyke moordenaar.
Proft haalde de schouders op.
Of Werling den moord gepleegd heeft
of niet, is slechts bijzaak in ieder geval ia
hy er bjj betrokk.-n
Toen de oude heer lvobiu en zyne vrouw
's nachts halleen thuis kwamen, vondun zy
een menigte mouschen voor hunne woning
slaan.
Om 'a hemels wil, man,kijk een»! riep
de waardige juffrouw. Er moet iets gebeurd
zjjn. Daar heeft Guata ons huis in brand
gestoken of wat anders gedaan dat ver
schrikkelijk is.
Myoheer Kobitz was niet zoo angstig uit
gevallen en lachte om dit denkbeeld. Hy
was echter in slechte stemming omdat deze
avond htm van zyne gewoonte had doen
atwyken bovendien was het by zjjne familie
erg tochtig in de kamer geweest zoodat hy
in don re htersch ouder geduchte rheumatische
pijnen voelde.
Och wat, gekheidzei hy. Als hot
huis in brand stond, moesten wjj toch de
vlammen zien, of ten minste den rook. Er
zal een dronken man voor ons huia liggen.
Maak maur voort, dat wjj thuis komen, ik
heb zooveel pjjn, dat het mo niets verwonderd
als ik nist in de eerste drie wekeo geen roet
buiten de deur kan zetten.
Toen zjj bij huis waron, bleek het, dat de
vrees van juffrouw Kobitz maar al te gegrond
was geweest.
Zoo juist heelt de politie in dit hnis een
moordenaar gevangengenomen, hoorde zjj een
vrouw tot andere zeggen.
Een moordenaar! schreeuwde jnffYoow
Kobitz. Dat is onze huurderIk heb je
altyd wel gezegd, man, dat ik hem niet ver
trouwde
Mijnheer Kobitz schelde aan, en bleek en
bevend kwam Gusta de deur openen.
Nu trok do lieer des huizes zyne vr-mw
naar binnen en sloeg de opiringonde
ai u* .-gierige» de deur voor den neus
dicht.
Toen Scbmelxcr met den dokter en don
inspecteur was teruggekomen ea den politie
agent met een boodschap had weggezonden,
was Gusta in haar angst bij de kachel neer
gehurkt, in gespannen verwachting luisterden
zy of 't boven tot cea bloedig in stryd kwam
tusschen Werling eo de politie.
Dsar zy de kamer niet weer bad durven
verlaten, had zjj ook niets vernomon van
Werling's dood.
Toen echter de inspecteur den heer Kobitz
en eohtgenoote hoorde thuiskomen, kwam hy
de trap al, deelde hun mede wat er gebeurd
was, en zei ook dat hy de bovenkamer moest
afsluiten en een politieman zon achterlaten,
totdat het lijk kon weggevoerd worden.
Doodsnikte Gusta. En hjj heeft my
jnist nog een mark gegoreo, toen ik uit-
g«»f*
De inspecteur kaek haar onmiddellyk
aan.
Ben je vunavond uit geweest vroeg
Mi-
Ja, laid ie het aarzelend gegeven ant
woord.
Hoe lang
Gosta keek aogsiig naar hare tante.
Bjj zevenen ging ik weg eo en
ach, Unte wees r.iet boos, ik zal het nooit
weer doen, om halfolf waa ik weer thuis.
Dan is die man langer dan drie ni
alleen geweest, sprak de inspecteur. Dit is
gewichtig nieuws. Wanneer dus iemand van
avond by hem was geweest, zon je daarom
trent niets kunnen modedoelen
Neen, soikte Gusta. Hjj beloofde mij,
dat hjj zou opendoen als er iemaud kwam
gedurende mijne afwezigheid.
De inspecteur maakte nog eeniga aan-
tcakeuingen en giog heen.
Bewust van hare schuld en omdat er tydens
hare afwezigheid iets verschrikkelijks gebeurd
was, keek Gusta smeckend naar hare tante; doch
deze was zoo aanged<an d >or het vreeaolyke
wat er in haar huia was gobeurd, dat zy er
niet aan dacht boos te zjjn.
Te één uur kwam Wilhelm thuis.
De menigte voor het huis was uiteen ge
gaan, en de jonkman was te veel met zyne
eigen gedachte om do ongewone stemming in
huis op te merken.
Vader, vandaag is er oen in de Dier-
gaardeslraat vermoord, sprak hjj. Ik kwam
er langs ryden en hub ook eens naar dat
huis gekeken. Zoo kwam ik ook voorbij de
woning van my.iheer James Walter. Daar
was de verdieping geheel verlichtdie is dtis
zeker aangekomen. Nu ga ik er morgen dade
lyk met mjjn brief heen.
HOOFDSTUK XXVII.
Het bericht van dos moord, op graaf
Ahlers geploegd, had bjj do heoren Hollen-
berg eu Goldstoin zeer verschillende gewaar
wordingen gewekt. Toen Gold«teia de tjjding
ia de krant had gezien, was hy met zjjne
gedachten reeds bezig om de vierhonderd
doizend mark met zyn makker te doelen
doch Hollenberg bekeek de zaak uit oen
ander oogpunt. Het eerat veman» hjj hel
nieuws op den terugweg naar huis.
Toen hjj thuiskwam, was zjjn schoonvader
juist bezig om iu groote opgewondenheid aan
Melly hol nieuwa van den moord mede te
deeU-n. Melly verbleekte er van.
O Koert, riep zjj hem bjj het binnen
treden toe, heb je bol verschrikkelijke nieuws
al geboord Dio arme graaf Ahlers is ver
moord, en de politie heeft nauwkeurig»»
inlichtingen gevraagd omtrent je vriend
Heinzoo, die met den graaf oua huis heelt
verlaten. Hoe ontzettend, in zoo'n zaak be
trokken te worden Ik
Haar man frooate bet voorhoofd en wierp
een veelbeteekendcn blik naar zjjn schoon
vader. Daar hjj ongaarne in diens tegen
woordigheid iets besprak, begreep Melly hom
en zwoeg plotseling. Hjj vreesde dat in baar
opgewonden toestand zjj zjjn voorschrift* mocht
vergeten en den naam Werling zon uit
spreken.
Er volgde een oogenblik vaa stilte, en de
oude Schwichert, die gevoelde dat hjj te
veel was, gaf zjjne dochter een kus, zeide
goadennacht en ging naar zyn eigon kamer
waar hjj bjj een pijp tabak en een atyf grogje
verder over de ontzettende misdaad kon na
denken.
Naowclyks was Hollonberg met sijn vrouw
alleen, of driftig begon hjj
Wat heb je aan je vader gezegd?
Niets, ik waz nog pas kort thuis en hjj
vertelde m|j het akelige nieuws.
Jo hebt toch niet gezegd, dat Ueineen
nie'. zyn ware naam is?
Neen; toen ik van den moord hoorda,
was ik ion ontsteld, dat ik daaraan heele-
maal niet dacht. Ach, Koert, jo denkt toch
niet, dat die man iets met den moord heelt
uit te staan
O, wel neen Maar de politie is hier
geweest, zooals jo vader zegt, en ze zzl
terugkomen, dat is kwaad genoeg. Ik zal
moeten zeggen, wie die .Heinzen" ie, want
als da politie die van anderen vernam, zou
dat ons io een kwaad licht stollen.
Een dienstbode kwam binnen en meldde dat de
politie beambten er waren en mjjnheer wensch-
ten (e spreken.
Hullenberg zond zyne vrouw de kamer
uil en de beambte trad binnen. Reeds de
eersto vraag bracht Hollenberg in verlegen
heid.
Zoudt ge zoo goed willen wezen rajj
het adres op te goven van dien mjjnheer
Heinsen, die gisterenavond in gezelschap
van graaf Botho Ahlers uw huis verlaten
heeft.
Zeggen dat hjj dien heer niet kende Dat
koo hij niet. Al de jongr| lieden werden
ondervraagd, die ook aan bet diner hadden
deelgenomen, zouden zjj zeggen, dat Heinzen
by Hollenberg ten eten govraagd was om
kennis te maken mot graaf Ahlers, die oen
geschikt persoon zocht om hsm op eene
wereldreis to vergezellen. Het zon «en
-zonderlingen indrnk maken, als Hollenberg
daarvoor een geheel onbekeod man aan
graai Ahlers had voorgesteld. Hjj kon ook
uiet best zeggen: *lk heb hem posto-reatante
geschreven." Na een oogenblik na gedacht te
hebben, besefte hjj, dat hjj in dit geval go-
dwongen waa de waarheid to zeggen.
Ik moet n eerljjk bekennen, dat die
heer eigenljjk niet Heinsen heetzjjn waro
naam is Heinz Werling. Indertfjd was bjj
betrokken in een swendelary op sportgebied,
en daarom had bjj volgens zjjn zeggen zjjn
naam gewyzigd.
Heinz Werling, herhaalde do beambte
zonder eenige verwondering te toonen, dan
hebben w(j het ad ree. Nu moet ik u echter
met nog enkele vragon lastig vallen. De oude
heer, dio mjj hot eerst te woord heeft ge
staan, vertelde my, dat ge hier aan hel diner
een klein gezelschap hsdt genodigd. Graaf
Ahlers en mjjnheer Heinsen gingen samen
weg. Wie waren de andere gasten Zoudt
ge mjj bnn naam en adres eens willen op
geven.
Hollenberg voldeed aan dit verzoek daarna
«lelde bjj ook eenige vragen, daar hjj gaarne
iels naders omtrent den moord wilde ror-
(Wordt vervolgd.)