BIJVOEGSEL, letKrt lij ,,'T VLIEGEND BLAADJE" m Ml 22 Rmto 1902.
Vervolg der berichten.
Brieven en andere stukken voor het
oorlogsschip Koningin Regentes1' zullen,
opgenomen in een pakket aan het adres
van dat oorlogsschip, 22 dezer, met den
trein van 7.5 m. van Amsterdam naar
Antwerpen, naar Algiers, en 5 December
met den trein van 12.42 u. van Amster
dam naar Antwerpen, naar Colombo wor
den verzonden. Opdat die brieven en andere
stukken by de sorteering op de postkan
toren dadelijk in het oog vallen, worden
belanghebbenden uitgenoodigd ze te voor
zien van twee elkander snijdende ljjnen
over het geheele adres, loopende van den
eenen hoek naar den anderen.
Spoorwegtoestanden.
De verdediging van Java.
Minister Idenburg is van plan de uit
gaven voor de defensieplannen van Java
over vjjf jaar te doen verdeelen, zoodat
voor 1903 daarvoor wordt uitgetrokken
f 623.600 en op de begrooting van 1904
tot en met 1907 nog ongeveer f542.000;
hij wecscht daarom voor 1903 de aan
schaffing van geschut en Tadjong Priok
en op de accessen der hoogvlakte te be
perken tot een uitgave van i 435.000,
weshalve deze onderafdeeling zjjner be-
l grooting met f 300.000 wordt verminderd
In 't geheel wordt voor de volvoering
der defensieplannen van Java geëischt
f 2.789.000.
afdeelingen is verdeeld, waardoor 't binnen
dringen van de brandweer, zooals in ge
wone buizen, niet goed mogelijk was, en
door de aanwezigheid van licht brandbare
stof in 't gebouw, was van blusschen zoo
goed als geen sprake, zoodat te ongeveer
elf uur het gebouw nog steeds aan't bran
den was en vermoedelijk wel den geheelen
nacht zal doorbranden, zoodat het gebouw
geheel zal uitbranden.
Nader meldt men
De brand van het magnetenhuis, be-
hoorende bjj het Kon. Ned. Meteorologisch
Instituut, kan thans als gebluscht be
schouwd worden.
Door neerhalen van 't gebouw op ver
schillende plaatsen was men te ongeveer
twee uur Woensdagmiddag aanmerkelijk
met 't blusschingswerk gevorderd, zoodat
de Utrechtsche soomspuit met 't personeel
te ongeveer zes uur weder in Utrecht te
rugkwam.
De nog steeds smeulende en gloeiende
massa van 't gebouw wordt verder door
de Biltsche brandweer met de waterleiding
nat gehouden. Het kan nog wel eenige
dagen duren voordat deze massa geheel
uitgedoofd is
Aan de Utrechtsche brandweer komt een
woord van lof toe voor haar flink optreden.
Het afgebrande gebouw met de omge
ving levert een prachtig gezicht op. Alles
is één ijsklomp geworden.
De struiken in de nabijheid van het
huis zjjn, doordat ze overvloedelijk water
hebben gehad, alle in een massa ijs ver
anderd, terwjjl de omliggende grond een
ijsvlakte geworden is. Verder bieden ook
de fraaie gskegels langs 't gebouw een
bewonderenswaardig gezicht aan.
Naar men mededeelde, zal de schade
zeer aanmerkelijk zijn, daar slechts weinige
instrumenten gered zijn en 't huis inder
tijd voor een som van f 40 000 neer
gezet is.
Dinsdagavond brak er brand uit in
de vogelgalerij in Artis te Amsterdam.
De brand was vermoedelijk ontstaan
door een defect aan de verwarmingsinrich
ting. De oppasser, die er om tien uur nog
de ronde bad gedaan, had niets verdachts
bemerkt. De vlam sloeg even uit het dak,
maar de brandweer was het vuur met een
slang op de waterleiding spoedig meester.
Behalve een aantal verbrijzelde glasruiten
is de materieele schade zeer gering.
Maar droeviger voor Artis is het feit dat
de Orang-oetan, in het voorjaar van dit
jaar door den heer S. Feninga, een der
gezagvoerders der Maatschappij Neder
land", aan het Genootschap geschonken,
het slachtoffer, is geworden.
Het arme dier had zich in zjjn angst
aan de tralies van zijn kooi geklemd en
was in den rook gestikt. Dr. Kerbert had
het beest, dat nog eenigszins warm voelde,
dadelijk naar het directie-gebouw gedragen
en gepoogd of de levensgeesten nog waren
op te wekken, doch het baatte niet, het
arme dier had reeds den laatsten adem
uitgeblazen. De andere apen hadden zich
aan de tralies geklemd, angstig door den
rook en al die beweging; enkele kregen een
koud bad van de brandweer, doch gelukkig
kwamen zjj met den schrik vrjj.
Hoe de sociaal-democraten zich voor
stellen, hun doel, den socialistischen toe
komststaat, te verwezeljjken
Op deze vraag werd de vorige week in
een openbare vergadering door den open
baren sociaal-democratischen onderwijzer,
den heer Geertsema te Arnhem, een ant
woord gegeven.
Volgens de bladen heeft hg toen gezegd
»Wy willen van den kapitalist die een
ton bezit, eerst 10 duizend gulden afnemen;
daarvoor kan het proletariaat zich eerst
eens te goed doen, om zich te versterken
in den strijd, om ook de 90 duizend mees
ter te worden."
De koude.
Men meldt uit Ochten
Door de plotseling ingevallen felle vorst
zjjn in de Neder-Betuwe aanmerkelijke
hoeveelheden aardappelen, suikerbieten en
voederbieten, die nog niet geoogst waren,
verloren gegaan.
De vroeg ingevallen vorst heeft de
landbouwers in de Tieler- en Bommel-
waard overvallen. Geheele akkers met
suikerbieten zullen waarschijnlijk verloren
gaan, terwijl groote partijen beetwortelen,
gerooid zjjnde en op de ladingplaatsen
liggende, duchtig door de vorst Ijjden. Te
Brakel zullen ongeveer 20.000 H.L knol
rapen te velde staan, waarvan niet veel
terecht komt. Ook groote partgen aard
appelen, die niet gekuild zjjn, kunnen voor
de vorst niet beveiligd worden.
IJ8.
Men schrijft uit Monnikendam
De haven alhier is reeds met jjs bezet;
de schippers, die het veer naar Marken
bedienen, loopen met jjshandschoenen en
jompers aan, om de fello koude wat te
weren, en zien met bedenkelijk gezicht naar
de strakke lucht.
Wanneer het zóó doorgaat, is het niet
onmogeljjk dat wij nog vóór Zondag op
schaatsen naar het eiland kunnen rijden.
Wel zal het ijs wat ruw en hobbelig zjjn,
maar de vereeniging »01ympia" heeft nu
reeds besloten, allereerst voor een goeden
weg, zoowel voor schaatsenrijders als voor
voetgangers zorg te dragen.
De overtocht naar Marken zal wellicht
zeer bezwarend worden, daar het grondijs
reeds loopt, een teeken, dat de zee spoedig
dicht zal liggen.
Malle trouwpartij
Terwjjl de werkman Huisman te Grams-
bergen met zjjn aanstaande ter secretarie
verscheen om in ondertrouw te worden op
genomen, werd H. daar afgewacht door
den veldwachter Spa en den kleermaker
Aalsters.
Wat was er geschied
Den vorigen dag was H. in den winkel
van Aalsters geweest om een broek te
koopen en had hg te kennen gegeven ook
een jas te willen zien. Terwjjl A. zich naar
zjjn werkplaats had begeven om aan het
verlangen van den kooper te voldoen, was
deze met de broek verdwenen, zonder te
betalen. Onmiddellijk was de veldwachter
Spa van het voorgevallene in kennis gesteld,
die vermoedende dat de man op bet ge
meentehuis zou komen, daar had post
gevat.
Huisman kwamhjj had het vermiste
kleedingstuk aan het ljjf. Aalsters herken
de de broek als de zjjne, en Huisman ver
klaarde die te hebben medegenomen. H.
werd gelast zich van de broek te ontdoen,
en tegen hem werd proces-verbaal opge
maakt.
In de onderbroek nam Huisman plaats
naast zjjn meisje en beiden werden in on
dertrouw opgenomen
Had intusschen de burgemeester niet de
goedheid gehad, H. van een nieuwe broek
te voorzien, de bruidigom had zonder bo
venbroek naar huis moeten terugkeeren.
Der bruid mag wel een gelukkig huwe-
ljjk worden toegewenscht
Manslag in dronkenschap.
Terwijl de sergeant B., der infanterie,
te Venlo Zondagavond de wacht inspec
teerde, bemerkte hg, dat de soldaat A., zich
in verregaanden staat van dronkenschap
op post bevond. Toen B. de soldaat hier
over onderhield en hem dreigde hiervan
rapport te zullen maken, ontstak de laatste
hierover in woede, greep naar zjjn geweer
en dreigde den sergeant te zullen doodschie
ten.
Toen een kameraad het gevaarlijke van
zjjn voornemen inzag, greep hjj hem het
geweer uit de hand.
Eenige oogenblikken later, terwjjl B. op
het voorplein was, greep de soldaat weer
een geweer, hetwelk scherp geladen was
en mikte op den sergeant. Op het laatste
oogenblik greep een der toegeschoten man
schappen A. bij den arm, doch ic de wor
steling ging het geweer af, met het ge
volg evenwel, dat geene persoonlijke on
gelukken plaats hadden. De kogel drong
echter door het eerste en tweede plafond
en bleet in het derde zitten. A. werd hierop
onmiddellijk in arrest genomen en zal ter
beschikking van den krjjgsraad worden ge
steld. In de kazerne heeft bereids het voor-
loopig onderzoek plaats gehad.
Buitenlandsche berichten.
De schipbreuk van de „Elingamite".
De vroesoljjke ontberingen,
geleden door de schip
breukelingen.
Het verhaal van de acht laatst geredde
schipbreukelingen van het verongelukte stoom
schip „Elingamite*, die door hot Engclscho
oorlogsschip «Penguin* zjjn opgenomen, is zoo
vol Ijjden en zoo vol ootberineen, als nog
nooit (e voren door schipbreukelingen is go-
leden.
De .Penguin* vond het vlot met de on
geluk kigon Donderdagnamiddag der vorigo
week 66 mjjleu van du plaatswaarde Elin
gamite* vergaan is. Het vlot had sinds Zondag
morgen rondgedreven en de proviand der
opvarenden bestond slechts nit twee appels,
waarvan er één Dinsdag en de andere Woens
dag opgegeten is.
Dsar cr op dat moment nog 16 personen
op het vlot waren, n.1. 15 mannen en de
stewardess, mrs. Mc. Quirk, werd iedere appel
in 16 stukken gesneden, zoodat elk zjjn deel
ontving.
Drio mannen werden waanzinnig door het
drinken van zeewater, sprongen overboord en
verdronken.
Vier anderen stierven van gebrek en ont
bering. Do stewardess streed een wanhopigen
strijd om het leven, maar stierf Donderdag
morgen van uitputting. Het is onmogeljjk zich
een denkbeeld te vormen van hun Ijjden.
Het vlot, dat een afmeting had van 12 bjj
7 voet, was overvol en lag geregeld half
onder water en iedere golf doorweekte de uit
gehongerde bemanning. Na het wrak verlaten
tc hebben, trachtten zjj op de Threo Kings-
eilandcn tc landen hot geen mislukte. Een van
de roeiriemen brak nn en het vlot was aan
de genade van den sterken stroom overgcloverd.
Eenmaal wisten zjj door inspanning van boven-
merscheljjke krachten do rotsen tot op eenige
meters afstand te naderen, maar slaagden er
niet in deze te bereiken.
Over boord geworpen.
Maandagnacht stierven 3 van do beman
ning en hunno ljjken werden op het vlot ge
houden, in de hoop, dat zij spoedig gered
zouden worden, maar toen do ljjken tot ont
binding overgingen, moesten zjj ze overboord
werpen, hetgeen dan ook Dinsdag geschiedde.
Het vrecseljjkst leden zjj door den dorst,
die hen onophoudelijk kwelde. Niettegenstaan
de do waarschuwing van hun metgezellen
waren drie mannen zoo onverstandig zee
water to drinken, voor welke dwaasheid zjj
met den dood moesten boeten.
Dinsdagnacht werd door de schipbreuke
lingen het licht van een schip opgemerkt. Dit
deed hun hoop herleven. Zjj schreeuwden nit
alle macht en werden ook gehoord, daar het
schip een boot to water liet. De ongelnkkigen
waanden zich reeds gered, tot hun een wreedc
teleurstelling wachtte.
Ofschoon de schipbreukelingen steeds nit
al hun macht bleven schreeuwen, ging de
boot hen op ongeveer 50 meter voorbjj, zon
der hen te zien en keerde |nuar het schip
terug.
Niettegenstaande zjj elkander trachtten op
te beuren, wanhoopten zjj Woensdag allen aan
bnn redding. Eén man trachtte zelfs zjjn
zakdoek op te eten.
In een vroesoljjke positie.
Daar de ruimte op het vlot te klein was,
dat een ieder zich kon nederleggen, moeeten
de schipbreukelingen met hun hoenon en een
gedeelte van hun lichaam in het wator zitten,
waardoor zjj verstjjfd worden en krampen
kregen. Toch dachtc-n sommigen dat deze
vreescljjke positie hun leven verlengde, daar
hun lichaam zich op die wjjze een hoeveelheid
vocht inzoog.
In dezen onhoudbaren toestand loefden zjj
voort, totdat zjj door de loot van de .Fan
gum* werden opgenomen.
Tom d>to boot langszjj het vlot kwam,
waren de ongelnkkigen zoo zwak, dat slecht*
één hnnnor kon staan, do andere kropon hul-
pelors over het vlot ro ld. Zij waren vreeso-
ijjk vermagerd en hnn handen, boenen en
gezichten waren ranw van de zon en het
zoute water.
£fl)o moe*ten waren niet in staat een g< re-
geld verhaal van hun lotgevallen te doen.
Een man die overboord gesprongen was,
werd oen reddingsboei toegeworpen, maar hjj
wierp ze van zich af en zingende zonk bjj
weg.
Duizenden nieuwsgierigen haddon sich ver
zameld, toen de »Penguim4 met de geredden
aan boord te Auckland binnenkwam en er
hadden hartroerende tooneelen plaats.
Allen te tarnen, zjjn er tot op heden 149
van de bemanning en passagiers van de
Elingamite* gered. Drio ljjken zijn gevon
den op do plaat* wa-.r het schip vergaan is,
acht stierven op bet vlot en een vroaw stierf
aan ontbering. Één boot met, naar mor» ver
moedt, 30 personen wordt nog vermist. De
Pcnguim4 cn een ander stoomschip zjjn nog
aan het zoeken.
Een Deensch schip, dat in de buurt
van het eiland Anholt onderzoekingen deed,
heeft 17 kanonnen opgehaald, afkomstig
van een Engelsch oorlogsschip dat daar in
1800 vergaan is. De Deensche regeering
zal de kanonnen waarschgnlgk aan de
Engelschen afdragen.
Goede vangst.
Het was de vorige week Maandag in de
Britsche Noordzeehaven Yarmonth buiten
gewoon druk. Nooit was er zoo groote
aanvoering van haring gewee't als dien
dag. De volgeladen visschersbooten namen
de geheele kade van 3 mjjlen lengte in
beslag, om do 4000 last te lossen. Men
berekent dat ongeveer 53 millioen viscbjes
waren gevangen, ter gezamenlijke waarde
van ruim f 400,000. Tot dusver werd de
helft van dit bedrag reeds als iets bijzon
ders beschouwd.
BRUSSEL, 18 Nor. Generaal De
la Rey kwam hier uit Londen aan op de
doorreis naar Berljjn. Hjj vertelde aan een
verslaggever van de »Petit Bleu" dat de
generaals besloten hebben hun reis door
Europa af te breken en naar Afrika terug
te keereu. ten einde daar aan minister
Chamberlain den toestand uiteen te zetten.
De generaals zullen den minister te Pretoria
ontmoeten.
Generaal De la Rey vertelde ook nog dat
Botha te Londen vrg ernstig ongesteld ligt.
KAAPSTAD, 18 Nov. Generaal De Wet
is hier aangekomen. Hg ziet er goed uit.
In een interview verklaarde de generaal dat
de reden voor zjjn plotselingeu terugkeer
was gelegen in ziekten van zjjn familieleden
te Heilbron. Hg wenschte niet weder naar
Europa te gaan, omdat daar zooveel ver
plichtingen waren te vervullen en zoovele
bezoekers de generaals kwamen zien, dat
deze zelfs niet konden slapen.
Een ontploffing te Kaïro.
KAIRO, 18 Nov. Heden is hier een
magazjjn in de citadel, een hoeveelheid
houtsteen of ligniet bevattende, en aan een
particuliere maatschappij toebehoorende, in
de lucht gevlogen. Verscheiden personen
werden gedood en gewond. Eenige stukken,
die werden weggeslingerd, kwamen terecht
door het raam van een arsenaal van het
Egyptisch leger. De inhoud vau het
arsenaal vatte echter geen vuur.
Men schrijft uit Utrecht:
Dinsdag te ongeveer 5 uur brak er in
een der bijgebouwen van het Koninklijke
Nederlandsche Meteorologisch Instituut in
de Bilt, het zoogenaamde magnetenhuis
een, hoewel in de onmiddellijke nabij
heid van het zoogenaamde paviljoen afzon
derlijk staand gebouw een ernstige
uitslaande brand uit, vermoedelijk ontstaan
in de stookinrichting, hoewel dit laatste
niet zeker is.
Aanvankelijk trachtte men den brand te
blusschen met de spuiten van de gemeente
de Bilt, doch toen het bleek dat men den
brand op deze wjjze niet meester kon
worden, werd de hulp van de Utrechtsche
brandweer ingeroepen, die te ongeveer zes
uur met de stoomspuit op het terrein van
den brand verscheen.
Onder leiding van den Utrechtschen
brandweercommandant hielp de stoomspuit
van Utrecht voortdurend mede, doch ver
schillende oorzaken beletten 't blusschings
werk. Door den eigenaardigen bouw van
't huis, dat door muren in verschillende
Verscheidene leden der Tweede Kamer
drongen in do afdeelingavergaderingen op
Staatsexploitatie van de spoorwegen aan als
het eenige middel om in de spoorwegtoostan-
den afdoende verbetering te brengen. Hut
bljjkt meer en meer, dat de gevolgen, welko
de regeering verwachtte van do overeen
komsten mot de beido groote spoorweg
maatschappijen, niet zjjn verkregen. Voorts
werd betoogd, dat hetgeen geschied is met
den aankoop van do Hollandsche Electrisoho
Maatschappij en de Zuidhollaniache Elec-
tricho Maaischappjj ook aantoont, welken
schandelijken invloed de macht eoner groote
spoorwegmaatschappij op dea stand van zaken
kan oefenen.
Dat door de concurrentie a outrace tusschen
de beide maatschappijen onhoudbare toestan
den ontstaan zjjn, is door den minister ton
vorigen jare erkend.
Andere gleden betoogden, dat de onder
vinding, in andere landen opgedaan, niet
pleit voor invoering van Staatsexploitatie en
merkten op, dat hot publiek ook in menig
opzicht profiteert van de concurrentie tusschen
de beide groote maatschappijen. Overigens
meende men, dat de regeering krachtiger kon
optreden tegenover de spoorwegbesturen. Met
name kan zjj, waar zjj do dienstregeling heeft
goed te keuren, betor zorgen voor behoorljjke
aansluiting tusschen verschillende ljjnen.
FEUILLETON.
62)
Daniël Baxter had reeds aan boord der
stoomboot een begin gemaakt om oen uitvoe
rig verhaal to schrijven van zjjne buiten
gewone lotgevallen, om dit uit Soerabaja naar
zjjne vrouw te kucnon zenden.
De oude zeerob was bjjoa evenzeer het
voorwerp der algemeene nieuwsgierigheid en
belangstelling als zjjne landgenoo'e en moest
moormaleo de wondorljjke historie vertollen.
Zelfs het lot der baboo en alles wat zjj
sinds haar vertrek uit haar vaderland had
ondervonden, maakte veler sympathie voor de
ongelukkige Maleischo gaande.
Zjj was uit het Bantamsche, uit den omtrok
van Lebak afkomstig en zou weer gaamo daar
heen trekken, doch 't faalde haar natuurlijk
aan de middelen.
Daarvoor word echter op grootmoedige wjjze
gezorgd door eonigo ingezetenen van Soera
baja, die de reiskosten voor haar betaalden
en haar ook nog een mooie zakduit mede gaven.
't Afscheid tusschen Trinette en Jane was
werkelijk teeder. De baboo omhelste en kuste
het lieve meisje, dat zooveel verdriet [had ge
loden en de gevaren van oen gewaagden tocht
in eene kleine boot mot haar had gedoold.
Vermoedelijk zien wjj elkaar nooit weer*,
sprak de baboe, >maar mocht gjj immer weer
io Inditf komen, tracht dan een bezoek te
brengen aan Lebak, om elkander op nienw
te begroeten.»
Toen trok de Maleische heen, geslingerd
tnsschen vrees en hoop, of zij van hare ver
wanten nog in leven zou vindon.
Daniël Baxter had reeds een paar dagen
na zjjne aankomst op Soerabaja, gelegenheid
zich in te schepen op een Duilsch schip, dat met
eene lading koffie en suiker naar Bremen be
stemd was.
De oude zeerob monsterde daar aan als go-
woon matroos, op voorwaarde, dat hjj zich
ontslagen kon rekenen zoodra het schip do
plaats der bestemming had bereikt.
Jane was bljj toen hot stoomschip opnieuw
beladen was en de reis naar Manilla ondernam.
Juist voor het vertrek dor stoomboot werd
to Soerabaja voor 't eerst de tjjding vorbreid
van de tnebtiging des zeeroovers en zjjn dood.
Het aandeel dat de beide vrienden, onze
Hollandsche zeelieden, aan dit feit hadden ge
had, was door do faam ook over Java en om
streken in alle bijzonderheden ruchtbaar ge
worden. Over de eigenljjke toedracht van
een en ander liepen verschillende lezingen,
doch hoe nu precies alles in zjjn werk was
gegaan, zou eerst later algomoone bekend
worden.
Anton kon het denkbeeld maar niet van
zich zotten, dat zjjne geliefde misschien door
den seeroover mishandeld en gedood was, o
zoodanig opgeborgen, dat zjj in do geheimo
schuilhoeken op do eilandengroepen gevonden
onmogelük zou zjjn op te sporen.
*Had het Spaansche schip mjj maar nooit
gevondon4, morde hjj vaak tegen zjjn vriend
ik zweefde toch aan don rand des doods en
had van mjjn ellondigen toestand geen besef
meer.
Zij die mjj met do beste bedoelingen gered
hebben, konden niet vermoeden dat zjj mjj
slechts weer in staat stelden om door ziele-
smart gefolterd te moeten wordeD. En wat
is mjj 't leven zonder haar. Wat zjjn mjj de
genren der schoonste bloemen wat do wel
luidende tonen dor liefeljjkste muziek, nu ik
haar moet derven
De kluizenaar die in stille afzondering leeft,
kan zich nog gelukkig gevoelen bjj 't heer-
ljjk bloeien der bloem"n of bjj 't liefeljjke
gekweel der vogelkoren, maar voor mjj is
alles geur- en toonloos, sinds ik na zulk een
korten, zoeten droom, al mjjn levensheil op
eenmaal morst derven.'
Karei poogde den mismoedigen vriend zoo
goed on kwaad als 't ging door vrooljjk go-
kout en gulle scherts to bemoedigen, doch alle
middelen faalden.
Het verdroot den le venlnstigen Karei wel eens
steeds dat gejammer en eowi k'a?g te troeteo
aanho >r<n, maar toch liet Anton zulks niet m< r-
kan alleen uit vrees dat de wanhopige werkeljjk
oen eind aan zjjn beslaan zou kunnen maken.
Dagelijks gingen do vriendnn wandelen en dan
zorgde Karei er voor om een flinke vermoeiende
marsch to maken.
Eindeljjk brak do tjjd aan, dat de stoom
boot weer to Manilla kon binnenloopen.
Daar word op zekeren morgen aan de
haven door de vrienden heel in de verte den
rookpluim gezien. Meer en meer naderde de
boot en Karei herkende nn al spoedig zjjn
stoomschip.
Nog een paar uurtjes gewacht on daar
stoomde het statig binnen.
Jane stond op het achterdok en tuurde vol
verlangen naar hem, van wion zjj zoo hard
vochtig gescheiden was geworden.
Haar blik had hem horkend naast do forsche
gestalte van Karei. Nu kwam er een waas
voor hare oogen en zag zjj niets meer. De
bljjdechap ontroerde haar tot in 't diepet der
ziel en onder zenuwachtig snikken vloten haar
weldadige tranen nit de oogen. óoo mocht
Anton haar niet zien.
Het meisje spoedde sich naar do kajuiten
wondde alle krachten aan om 't gevoel dat
haar zoo geschokt had te bedwingen. Dit ge
lukte zoo spoedig niet.
Anton noch Karei hadden het meisje op
gemerkt, wat t« eerder te verklaren i», wjjl
zjj zulk een passagier» allerminst verwachten.
Beide vrienden sprongen aan boord dor stoom
boot zoodra dit mogcljjk was en begroetten
den stuurman.
Zoodra deze wist wie Anton was, zei hjj
glimlachend»U ziet er erg bedrukt uit,
stuurmanmaar als u wist waar uw ver
loofde zich bovond, sou u stellig wol wat
vrooljjker kjjken
•Om Godswil !4 liet de jonge man sich
ontvallen »wat weet ge van haar O,
leofl ze Spoedig, spo»dig, zeg 't mjj
,Ga maar eens in de kajuit zien, daar is
eene passagieren, die u er meer van vertellen
kan.'
Zonder iets meer te zeggen vloog Anton
meer dan hjj liep naar de aangewezen plaats.
Hjj stormde de trap neer en wanneer daar
werkeljjk een ongel had gezeten, zou hjj niet
meer verrast, althans niet blijder gestemd
hebben kunnen zjjn.
Met een wilden uitroepJane, lieve Jane,*
viol hjj het lieve meisje om den hals, dat
zich al deze liefkozingen liet welgevallen en
op den teederaten toon fluisterde: •Anton,
gjj daar Anton
Eerst toen bedacht zjj dat zij nog niet vor-
meljjk mot den beminden jongen man verloofd
was. Haastig rokte zjj zich los nit zjjue on-
arming en sprak .nn moogt gij mjj tot mjjne
moeder geleiden, Anton. Tot zoolang dat ge
dold.
«Maur wjj hebben elkaar zoolang niet ge
zien on zoovcol geleden, hoe zouden wjj voor
dit alles beter schadeloos gesteld kunnen wor
den dan door wederkeerige liefde*.
Wjj zjjn reeds verder gegaan dan wel
oorbaar was*, hernam zjj schuchter, «maar
nu geen woord meer daarover. Als mjjne
moedor en uwe moeder ouze p'annen hebben
goedgek-urd, wil ik de uwe zjjn voor altoos,*
Anton was bjjna dronken van gelnk en
liefde. Welk oen snelle omkeer had sjja lot
thans genomen.
O, wat had hot paar elkander veel tc ver
tellen. Nu eeus was Jane un dan weer Anton
aan hot woord en met allerlei uitroepen wor
den de wederkeerige verhalen onderbroken,
totdal de stem van Karei aan de trap ge
hoord werd. .Wat een ongalante hoogst on
dankbare vriend bon jjj toch4 klonk t reeds
uit dn verte .om mij niet eens terstond te
roepen en aan je meisje voor te stellen. Is
dat nu manier bjj eeo (linken Hollandschm
soeman
Daar verscheen bjj in do kajnit, maar hirld
e-nskl .pj stand vol verrassing over do l'.efc-
lyke v-i rzchjjning. Dit duurde slechts een
ooggnhlik, want aans'onds trad hjj voor uil
en op de schoone toe, mot do woorden #Ik
ben Karei, Anton's vriend ik heet u barte-
ljjk welkom op mjjn schip en feliciteer n niet
minder hartcljjk. Ik verzeker n echter dat ik
heel wat met dat korclij heb te stellen ge
had, on zoo je niet spoedig naar hier waart
gekom o, bad ik Anton in een dolhuis laten
opsluiten*.
Toen i-tuk hjj Anton de hand toe, drukte
stevig dio van «jjn vriend en zei op zjjn
goeden ronden, trouwhartigen toon wel geluk
gowooschf, ouwe jongen. Ik moet je m"te«n
maar vertellen dal je een eeuwige goede smaak
op dit gebied| hebt. Zijn er^nogjneer van