Gemeenteraad van Wieringen.
Vergadering van 18 Augustus 1908.
Voorzitter de Burgemeester.
De Voorzitter opent de vergadering, de
notulen worden na voorlezing vastgesteld.
Ingekomen stukken
Goedkeuring van Gedeputeerde Staten, van
het besluit tot af- en overschrijving en tot
beschikking over den post van onvoorziene
uitgaven, zoomede van de geldleeniug voor
de brandspuiten.
Bericht dat de uitkeering van het Rijk is
vastgesteld op f 4530.05; dat door den Be
taalmeester is gehort f1121.en door den
Rijksontvanger f 378.74.
Dankbetuiging van de Vereeniging tot be
vordering van getrouw schoolbezoek voor de
toegekende subsidie.
Berichl van den heer N. J. Poel, dat hij
zijne benoeming tot opper-brandmeester aan
neemt.
Voorstel om aan den Rijksveldwachter
wegens bewezen diensten bij de gemeente
politic, eene gratificatie van f70.toe te
kennen. Aangenomen.
Verzoek van A. C. Toet en Mej. A. Dek
ker om ontheffing van hoofdelyken omslag,
wegens vertrek uit de gemeente. Toegestaan.
Voorstel om de subsidie voor den post-
sehipper volgens van Gedeputeerde Staten
te bepalen op 1 100.Aangenomen.
Voorstel van den Schoolopziener te Hel
der, tot invoering eener verordening op de
mazelen. Aangenomen.
Verzoek van den Gemeente-secretaris om
verlof tot het volbrengen van Militiediensten.
Toegestaan.
De Burgemeester wordt met algcmeene
stemmen met de waarneming belast, waartoe
hij zich bereid verklaart, behoudens hoogere
goedkeuring.
Suppletoire begrooting voor den loopenden
dienst wordt aangenomen en een besluit tot
aankoop van grond voor twee brandspuit
huisjes goedgekeurd.
De gemeenterekening over het afgeloopen
dienstjaar, sluitende met een batig saldo van
f 528.21, wordt aangeboden en ter inzage
gelegd.
De geloofsbrieven der gekozen raadsleden
worden onderzocht, in orde bevonden en tot
toelating besloten.
Aan P. Wiegman wordt een half jaar
hondenbelasting kwijtgescholden.
Daar het besluit van den Raad, om de kleine
nieuwe brandspuit op het Stroe en de oude
op Westerland te plaatsen, niet naar genoe
gen van de bewoners van Westerland blijkt
te zijn, stelt de heer Obreen voor. om de
oude brandspuit, die nog zeer goed is, op
Hippolytushoef te laten en de groote nieuwe
brandspuit op Westerland te plaatsen.
Dit voorstel wordt echter met 4 tegen 3
stemmen verworpen.
Daarna gaat de Raad over in besloten
vergadering.
Nadat de vergadering weder geopend was,
wenl het suppletoir kohier van den Hoof-
delijken Omslag vastgesteld.
Bij de rondvraag zegt de heer Obreen, dat
hij de plaatsing der brandspuiten toch gaarne
nog in deze vergadering geregeld zag en
wordt na eenige bespreking besloten, om de
kleine nieuwe brandspuit en de oude gelijk
tijdig te beproeven en vertrouwt de Raad
dat de bewoners van Westerland alsdan de
overtuiging zullen verkrygen dat de plaatsing
der oude spuit op Westerland hen niet ver
ongelijkt
Daar het de laatste vergadering is, die
door het aftredende lid, den heer P. Luijt,
wordt bijgewoond, spreekt de Voorzitter zyn
dank uit voor hetgeen de heer Luijt in het
belang der gemeente heeft gedaan, met den
wensch dat het hem verder wel moge gaan.
Daarna wordt de vergadering door den
Voorzitter gesloten.