KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
Bontwerken
SI KICOLAAS
De vrouw van ieo Spion.
voor Heldor, Texel, Wieringen en Anna Paulowna.
De Directie der Broodfabriek „DE VOLHARDING"
a
Nergens goedkooper en solider
LANGESTRAAT 64. KANAALWEG 148-149.
Winterstoffen
eigengemaakte WINTER BLOUSES.
S. A. KANNEWASSER.
Stille armoede.
Tegen hoesten, kinkhoest enz.
No. 3208.
Zaterdag 14 November 1903.
31ste Jaargang.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn». 59.
Bureau: Spoorstraat
Telefoonn0. 59.
TWEEDE BLAD.
Vervolg der berichten,
Eenige werklieden, die Maandaga
vond te Weeep een schip met steenkolen
gelost hadden, gingen in de herberg van
F. aldaar eenige borrels drinken Zekere
Ter L. werd, daar hg naar den zin der
anderen niet genoeg dronk, op den grond
gelegd en hem toen eene hoeveelheid je
never in den mond gegoten, die hg tegen
zgn wil moest opdrinken. Hem werd zoo
veel toegediend, dat hg in bewusteloozen
toestand naar huis moe9t worden gebracht,
waar men hem den volgenden morgen
dood te bed heeft gevonden.
(Td.)
De politie te Vlissingan heeft pro-
ces-verbaal opgemaakt tegen twee vrouwen,
die io den nacht van 5 op 6 dezer een
persoon in haar woning hebben gelokt.
De persoon werd ongesteld en verkeerde
in bewusteloozen toestand, waarna de vrou
wen bem van een gedeelte van zgn geld
hebben beroofd, den man in bewusteloozen
toestand latende liggen. Eerst twee dagen
later is de man daar gevonden, nog steeds
bewusteloos.
By het comité tot ondersteuning van
de nagelaten betrekking der verongelukte
Arnemuidsche visschers is in het geheel
ingekomen f 22.302.
Het drama in het Grand Théatre" te
Amsterdam,
in den avond van 7 Mei 1. 1. gedurende
de vertooning van »Een berucht proces"
na de pauze afgespeeld, en waarin de 26jarige
sigarenwinkelier Alb. Joh. van Ingen en
mej. M. J. J. Anjelier, gescheiden huis
vrouw van C. N. Schmidt de hoofdpersonen
waren, werd heden voor het Gerechtshof
te Amsterdam in hooger beroep behandeld.
Waar deze zaak nog betrekkelgk zoo kort
geleden 17 Sept. j. 1. voor de 4de
Kamer der Rechtbank alhier diende en
we toen van de hoofdpunten in dit proces
vrg omstandig verslag gaven, mogen we
de bijzonderheden als bekend veronderstel
len. Wel verre van die dus hier wederom
te gaau oprakelen, meenen we thans te
kunnen volstaan met de herinnering, dat
Van Ingen twee schoten uit een met
scherpe patronen geladen revolver loste op
mej. Anjelier, die hem, volgens zgn advo
caat, »eerst zijn geld ontleend, hem ver
volgens in zorgen gelaten, gegriefd en ten
slotte verstooten" had. De aan mej. Anje
lier toegebrachte wonden waren betrekkelgk
spoedig genezen, een der kogels kon niet
verwijderd worden, de kaak kon zg on 17
Sept. 1.1. nog slecht bewegen. Het O. M.
eischte tegen den beklaagde, die het opzet
om te dooden ontkende, wegens poging
tot moord 8 jaren gevangenisstraf, doch
de Rechtbank veroordeelde hem tot 2 jaren.
De bekl. had in het vonnis berust, doch
het O.M. had appèl aangeteekend.
Nadat twee getuigen waren gehoord,
nam de advocaat-generaal mr. Pleyte een
requisitoir strekkende tot veroordeeling
van den beklaagde tot (3 jaren gevange
nisstraf. Spr. nam aan, dat Van Ingen
met voorbedachten rade heeft gehandeld.
Mr. Frikkers trad als verdediger op.
Ernstig ongeluk.
Bg de hoogovens van Providence te
Marchienne-du-Pont is Maandag een ernstig
ongeluk gebeurd. De gesmolten stof, in
een dier ovens opgehoopt, heeft plotseling
brand veroorzaakt, waardoor zes arbeiders
om bet leven kwamen en talrgke anderen
ernstig gewond naar het hospitaal werden
vervoerd.
Een zonderling beslag.
Te Mantua is de vorige week, het merk
waardig geval voorgekomen, dat gerechte
lijk beslag is gelegd op een gedenkteeken,
nog wel een dat niet onthuld was. De
Gemeenteraad had namelgk besloten op
een der pleinen in de zuilengang van het
paleis der Gonzaga's een marmeren steen
te| doen aanbrengen ui't de namen der
burgers die ruim een halve eeuw geleden
den opstaud tegen Oostenrjjk hadden moe
ten boeten m> t den dood of langdurige
gevangenisstraf. Oader deze namen was
ook die van een der oprichters van het
revolutionair comité van 1850, wien later
geen haar werd gekrenkt, zoodat men hem
voor een verrader" aanzag. Die verden
king is nog niet vergeten, zóó weinig zelfs,
dat de afstammelingen van werkelijke
slachtoffers bn den Gemeenteraad opkwa
men tegen het vermelden vau zgn naam-
Aan dit verzet werd echter geen gevolg
gegeven omdat geen bewijs voor het be
weerd verraai geleverd wa«. Nn kwamen
de afgewezenen in verzet tegen het gebruik
van de ramen hunner eigen vaders of groot
vaders, en de Rechtbank machtigde hen
het te beletten. Zoo gebeurde het, dat op
den dag vóórdat de onthulling zou plaats
hebben, een deurwaarder beslag legde op
het gedenkteeken en ten bewyzs daarvan
de schutting verzegelde.
InRezonden.
M. de R.
Men kan in den laatsten tijd in verschil
lende vaktijdschriften, en ook wel in die,
welke onder hunne rubrieken er eene van
kunstbeschouwingen of een verwant aan deze
hebben ingelascht, veel lezen over en vaak
zien van een tak van njjverheid die mon
gebruikskunst noemt.
Een hooge vlucht heeft deze tak de laat
ste jaren genomen en het is dikwyls de
moeite waard om de voortbrengselen meer
van nabij te leeren kennen.
Iemand die iets voelt voor deze beweging,
zal er zich zeker over verheugen, dat we
ook in onze plaats zoo nu en dan wat kan
nen opm rken.
Een streven om de reeds zooveel jaren
bestaande artikelen trachten te vervangen
door andere, die minstens even practisch,
maar die in het gebruik ook door hun vor
men beter zullen voldoen, verdient alleszins
aanmoediging.
Ik wil ii hier wijzen op een ameublement
hetwelk in het magazijn van de firma Klop
per sinds eenige dagen is geëtaleerd.
Van dat ameublement wil ik niet zeggen
dat alle onderdeelen mij bevallen (bij anderen
zal dat iiitu8schen wel hot geval zijn), doch
om het feit dat dit werk in onze ge
meente werd vervaardigd, én omdat het een
zekere oorspronkelijkheid in het geheel zoo
wel als in detail verraadt, is het mijns in
ziens do moeite waard hioraan even onze
aandacht te wijden.
Ik twijfel niet of velen zullen met mij
wenschen, dat onze andero firma's dat voor
beeld volgen en allen zullen streven om te
doen zien, dat men ook in onze plaats zich
voorzien kan van die artikelen, waarvan
men anders allicht geneigd is te denken, dat
men die alleen van bniten kan bekomen.
M. de II-, wellicht vindt u in boven
staande iets wat u aanleiding geeft om met
meerdere van onze stadgenooten die wen
schen te doen helpen vervullen.
Hoogachtend,
Uw dn.,
J. KUCIJS VOOKBKROE.
Mijnheer de Redacteur
liet laatste ingezonden stuk van het be
stuur der Bakkersgezellen vereeniging van
geeft de Directie der Broodfabriek «De
Volharding» aanleiding voor een wederant
woord nogmaals gastvrijheid in Uw blad in
te roepen.
De Directie wenscht zich daarbij te bepa
len tot het volgende, teneinde het publiek de
werkelijke bedoelingen met haar ad verten tie
duidelyk te maken, ingeval dit nog noodig
mocht zijn. Zij hoopt daardoor tevens de
strekking ervan meer genade te doen vinden
in de oogen van haar tegenstanders.
Zy begint dan met hier voorop te stellen,
dat ze in haar advertentie niets beweerd
heeft, dat den toets der waarheid niet kan
doorstaan.
Op verdraaiingen dus vau haar bedoelingen
met die advertentie en op dergelijke ver
dachtmakingen van den arbeiderstoestand in
haar fabriek a's in het stuk van genoemd
bestuur te lezen zijn acht ze het voorals
nog overbodig nader in te gaan. Het is haar
duidelyk «lat die verdraaiingen en verdacht
makingen voortkomendeels uit leugenachtige
inlichtingen van personen, die o zoo graag
«1e directie in haar zaak zouden willen
bcnadcclen, deels ook uil het verlangen van
de leden en van het bestuur der Gezellen-
vereenigjng toch vooral deze zeldzame gelo-
heid te benutten om met een werken naar
buiten van hun vereeniging een begin te
maken teneinde de inderdaad slechte Helder
sche bakkersgezellen-toestanden tot betere
veranderd te krijgen. Waar de Direc
tie in haar stukje het publiek verwijst naar
haar gezellen is dit met geen enkel ander
doel gebeurd dan om daarmee te getuigen,
dat het Bestuur der Bakkersgezellen-vereeni
ging zich geheel onnoodig (en zelfs tegen den
wensch in van haar gezellen is het geschied)
met haar zaken heeft bemoeid. Om die reden
ook heeft de Directie de vragen van genoemd
Bestuur niet zakelyk willen beantwoorden,
wal zy ook nu gaarne overlaat aan het Be
stuur als het daar lust toe gevoelt. Niets
maakt het noodzalkelyk dat de ware toe
stand op de fabriek behoeft verzwegen te
worden. Pe Directie is werkelyk niet bevreesd
voor openbaarmaking daarvan, door wien ook.
Indien do wijze, waarop deze geschiedt, naar
haar idee, niet het juiste licht op de kwestie
laat vallen, behoudt ze zich natuurlyk het
recht voor die bekendmaking ook nog eens
van haar kant te beschouwen.
Voor alles nu erkent ze hier evenwel nog
guarne en dit heeft ze ook reeds, weliswaar
indirect, in haar gewraakte advertentie gedaan,
datde arbeidstoesstand in haar
fabriek nog voor véél verbetering vatbaar is.
Immers volgens dezelfde advertentie is het,
by beduidend grooter worden van den omzet
harer fabriek, haar stellig voornemen de
belangen der gezellen te blijven bevorderen
door voortdurend verbetering aan te brengen
in hun positie.
Het publiek bekend te maken met haar
ernstig streven in die richting om telkens
zooveel iloenlijk de arbeidsvoorwaarden ha
rer gezellen te verbeteren is het doel der
Directie geweest met het stellen en plaatsen
van bewuste advertentie. Haar goed reebt
daartoe kan door niemand betwist worden.
In die adrertentie heeft de Directie in
geen enkel opzicht de loftrompet willen ste
ken (zeker niet om die lof zelf) over de aan
haar fabriek heerschenden arbeiderstoestand.
Wel meent ze hior nog te kunnen zeggen,
en dit weten alle Helderscho gezellen zelf
ook wel, dat die toestand - al is deze nog
lang niet, zooals hij zijn moet en zooals de
Directie het zelf wenscht in haar fabriek do
beste genoemd kan worilen vergeleken bij
andere werktoe9tanden in het bakkersbedrijf
hier ter plaatse.
Misschicu zullen daarom vele plaatsge-
nooten het wel met de Directie eens zyn,
«lat haar wel iets meer toekomt dan den
magoron lof, die verkondigd is den 10 dozer
in de .Voorpost" door den Helderschen cor
respondent van dat blad en die haar mede
aanleiding gat' de advertentie te plaatsen.
Zeker de arbeiderstoestand in .de Vol
harding1 i3 op zich zelf beschouwd nog altyd
niet rooskleurig; het tegendeel heeft de Directio
ook nooit beweerd.
Maar ieder onpartijdig lezer zal wel willen
erkennen, dat men bij de regeling vun zyn
hedryf rekening heeft te houden met veler-
lei omstandigheden o. a. voornamelijk ook
met stedelijke toestanden.
Hier in dei} Helder is onder «le brood-
leveranciers gedurende de laats'e twaalf
jaren de concurrentie zeer groot, bet brood
is hier goe«lkooper dan in eenige andere stad
in ons land en bovendien zijn de meelpry-
zen den laatsten tijd gestegen.
Evenmin als iemand anders bezit de Direc
tie het vermogen ijzer met handen te breken.
Ilaar zaakbelang eischt allereerst een
zóódanig beheer der fabriek, dat steeds een
behoorlijke financieele uitkomst verkregen
wordt, een uitkomst n.1., die haar in slaat
stelt éénmaal ingevoerde verbeteringen op den
duur to knnnen handhaven.
In de gegeven omstandigheden kan het
onmogelijke zeker niet van «le Directie ver
wacht worden.
Trots alle verdachtmakende pogingen mag
wöl verwacht worden, dat het publiek zijn
vertrouwen zal blijven schenken aan het
tot nog toe met daden gotoond streven dor
Directie om den arbeidstoestand in haar fabriek
zoo goed mogelyk te doen zyn en aan haar
belofte dezen toestand zoo uitstekend mogelyk
te doen worden, indien de gemaakte winst
dor fabriek het maar even toelaat.
Met vriendelijken dank voor de plaatsing
De Directie van .De Volharding."
Zie ook het ingezonden stuk voorkomende in dit blad en in dat van
't Dagblad van Zaterdag 14 Nov.
is, naar aanleiding van eene bewering, geuit in >De Voorpost* over bakkers-toestanden te Helder, biermede zoo vrjj de aau-
dacht te vestigen op het volgende. De bewering in dat verslag komt hierop n«er dat alleen in de grootste bakkerg hier ter
stede en dat ia volgens sckrgver van genoemd artikel >De Volharding* de toestand >betrekkelgk gunstig* kan genoemd
worden, altjjd voor zoover plaatselijk den toestand van bet belrgf is, waar 't betreft werktijd en loonen der gezellen, 'tïs waar,
de toestand van het bedryf is hier ter plaatse minder gunstig dan in grooterc steden, maar 't is misschien niet overbodig, om
misvatting te voorkomen, en alleen daarom wil de Directie er ev«u bet licht op doen vallen dit te verklaren het is
ook waar, dat zg (hier voor zichzelf sprekend) er steed» ernstig naar gestreefd heeft, telkens verbetering aan 'e brengen in de
positie der gezellen en dat zg dit getoond heeft, zoowel door geleidelijke verkorting der werktyden als door bg tusschenpoozen
verhooging der loonen. Sedert de oprichting der fabriek bedraagt de loonsverhooging 25 pet. Eigen inz*cbt heeft haar tot die
verbetering aangespoord en ook voor de toekomst zal het een vurige wensch van de Directie blgven, een zoo gunstig mogelgke
positie voor haar gezellen te scheppen. Zg meent er van overtuigd te kunnen zgn, dat haar in dit opzicht noch van den kant
van haar personeel, noch van den kant van het publiek grondig iets valt te verwgten, want steeds zgn door haar, voor zoover
de gemaakte winst der fabriek het maar even toeliet, zoowel de belangen der broodverbruikers als die der broodvervaardigers
zooveel mogelyk behartigd.
Telkens zal, bg beduidend grooter worden van den omzet, ds fabriek meer winst maken en 't is het stellige voornemen
der Directie, een groot deel dier meerdere winst te blgven aanwenden, niet alleen in het belang dor broodkoopers door een
hooger procent uit te keeren (nu reeds 10 pet., aauvankelgk 7 pet.) maar ook in het belang der gezelleu, door voortdurende
verbetering hunner positie.
Door brood van >De Volharding* te betrekken, zal men niets kunnen verliezen (alleen de Directie is verantwoordelijk
voor mogelgke verliezen der fabriek) Wel zal m«n op den duur veel winnen door het bekomen van eerste kwaliteit brood
tegen buitengewoon matige prjjzen. Iedere afnemer Bteunt bovendien de Directie in baar pogen om de arbeidsvoorwaarden der
gezellen zoo uitstekend ^mogelijk te maken.
Het brood van »DE VOLHARDING* staat onder scheikundige controle van de Heeren A. C. ROEM en G. 8MEETS.
Aanbevelend, De Dirsctie van „Db Volharding".
ie
S
a
a
a
a
dan in de
voor CosluiiiiiH, Mantels. Kinderjurken,
in aroote keu/.e.
Lama's, Flanellets, Baaien, Bevers,
flanellen, Molton,
in verschillende prijzen en soorten.
Speciaal adres voor uitsluitend
Groote keuze, ook op maat.
Zie de uitstallingen.
Aanbevelend,
ONTVANGEN
een ruime keuze in de nieuwete
Dames- en Heeren-Cadeaoi.
Alsmede een groote collectie
KINDER-SPEELGOEDfREN.
Lege prijzen.
A. KORFF Azn.
Wie staat ons hg om eene fatpoenljjke
wtduwe, door zwakte en slecht ge
zicht niet in staat, door handenarbeid
in haar onderhoud te voorzien, met 4
kinderen (2 jongens van 13 en 7 en 2
meisjes van 9 en 5 jaar), die aan alles
gebrek hebben, aan eon bestaan te helpen,
waardoor ze in staat gesteld worde, om
in haar onderhoud te voorzien.
Elke. gift zoowel in geld als in kleeding-
slukken etc. etc. zal in dankbaarheid worden
aangenomen door'.
Mevr. BEECKMAN, Weststraat 43.
Mevr. DRIJVER, Kanaalweg 77.
NliiiifNlofci'ij,
Ten kantore van den Collecteur
Th M KEIJSER Kanaal»» .g 64,
zijn voor d« 374ste Trakking,
wederom alle soorten van LOTEN en
gcderlten van Loten verkrijgbaar.
feirop Rhoeal (Koude Hoestsiroop)
is het beste geneesmiddel tegen hoesten, heeschheid en verkoudheid. Helpt spoedig
zelfs in de m^est hardnekkige gevallen en maakt den «Igm gncd los. Voor kindereu
is deze siroop zeer heilzaam in gevallen van kinkhoest en borstbenauwdheid. I)e smaak
is zeer aangenaam.
Prgs per flacon f 1.overal verkrggbaar in de Drogistwinkels.
Te Oen Helder bij J. BAARENS, Spoorstraat. Engro» bij firma BOOM, te Arnhem.
Als AGENT der Zeeuwsche Spaarkas
Ver. „F0RTUNA" voer Helder Is aange
steld de Heer
J. v. d. WIJK,
vi.%m\<JMTn vvrn»
Deze onderneming werkt met groot suc
ces door geheel Nederland, en stelt ieder
in de gelegenheid, door een kleine weke-
lijksche contributie, alle degelijke artikelen
in zijn bezit te krijgen. Attesten zoowei
van agenten als van de leden der soliditeit
van onze onderneming worden op aanvraag
fr. toegezonden.
Overal solide agenten.
Directeur,
C0RNS. DE JONGE,
Vli8singen.
IKf/ILLfiTOV
11.)
Jinka begon hardop te lachen. «Die moet
au eenmaal met u leven en voor haar toont
ge u anders dan voor my, maar alle gekheid
ierxyde, Mysliwetz, waren het geen betere,
vreedzamere dagen in uw huishonden, v«5«5r
ge zoo vaak de Poolsche Leeuw bezocht
.Alles begrypt ge, juffrouw, alleen dat niet.
Het is de plicht van iederen Pool, om er
het zijne toe by te dragen, teneinde het
Poolsche vaderland weder op te richten.
Leas maar eens, wat daaromtrent de «Prawda*
zegt.' Hy haalde eene vu:le, verkreukelde
courant uit den zak en hield haar die voor.
Met oen gebaar van walging week zij daarvoor
terug, een paar malen had haar oom het
werk een griftig broddelwerk genoemd, alleen
geschikt om den klassenhaat en den revolu
tionairen geest uan te wakkeren.
Wat daarin staat, Mysliwetz, weet ik wel
is waar niot en ik wil het ook niet weten,'
riep zy uit. .Maar dat weet ik wel, dat ik
door enkele personen hier in huis er nu en
«lan al eens over heb hooren klagen, dat ge
uw taak niet meer zoo nauwgezet verricht
als vroeger. Wanneer dit den eigenaar van
het huis, graaf Dombrowski ter oore komt,
zou het er wel eens leel^k voor u knnnen
uitzien en al uwe vrienden uit de .Poolsche
Leeuw' zouden met hen allen niet in staat
yn n te helpen.'
.Graaf Dombrowski,- stoof hij op en t ok
toornig aan zyn stoppeligen baard. .Dat is
er ook zoo een, wien het onverschillig is of
Russen dan wel Duitschers ons den voet op
den nek zetten, als hij maar zijn geld binnen
krijgt. Maar ook dat wordt anders, het konink
rijk wordt hersteld ook zonder hem.»
.Maar. Mysliwetz, zelfs wanneer het wordt
hersteldarme menschen en zulken, die
werken moeten, zullen er «laarom toch zijn.'
Zeker juffrouw, alleen zullen het wellicht
anderen zijn dan wy, die den arbeid ver
richten,' antwoordde hij met «mmi sluw lachje.
«Wie medegewerkt heeft aan de herstelling
van het koninkrijk zal in gouden koetsen
rondrijden. Qf gelooft dat niet Dan hadt
ge maar eens moeten hooren. hoe prachtig
de nieuwe heer eergistor daarover sprak.
«De nieuwe heer?" vroeg zij nieuwsgierig.
Wien bedoelt ge daarmede?'
Hy keek haar schuw aan .eigenlijk zoude
ik liet u niet mogen zeggen, maar ik weet,
dat gij een armen duivel niet in ongelegen
heid zult brengen en dat ge kunt zwygen.
Ik meen daarmede iemand, dio tot «lo groote
lui behoort, maar met ons g«*voelt, die nu eens
hierheen, dun weder daarheen reist, om de
menschen op de hoogte te brengen en hun te
zeggen, hoe zy het aan te pakken hebben,
een, die eergister nog in «lo .Poolsche
Leeuw' was.»
Hoe «iet er hy dan wel uit?'
«Ja, dat kan ik niet precies zeggen, het
was zoo rookerig in de .Leeuw» en ik stond
zoover vun hem af.
Ik zag alleen zyne verwar«le zwarte haren,
zyn grooten baard en hoorde zyne stem, ach
een stem, vol en diep, precies als een
kerkklok. Hy zeide tegen ons, dat we^veral.
op alle plaatsen ons best moesten doen, dat
moesten werken door overreding, desnoods
door schrik aan to jagen. Hy vroeg ook of
nog niemand 'van ons ooit van van ja,
hoe heet het ook al weer van dy dy
dynamiet bad gehoord.*
Dynamiet*, herhaalde Jinka en deinsde
van den man terug. «O foei, Mysliwetz, o,
foei. Het roekelooste en lafste middel, dat er
bestaat. Ge weet niet eens, over wat ge
spreekt, indien ge het wist, dan zou ik geen
woord verder aan u verspillen en het zelfs
tuyn plicht achten, om heden nog graaf Dom
browski voor n te laten waarschuwen*,zeide
zy onvervaard. .Wie u daar immer weer
over spreekt, zeg dien, dat hij een laffe
sluipmoordenaar is en gaat voor hem uit den
weg, beloof mij dit Mysliwetz.'
Maar wat maakt ge u warm, juffrouw,*
antwoordde hij, verwonderd over de uitwer
king zijner woorden. >Dat kan ik echter inet
alle pleizier beloven, van moord wil ik nie
mendal weten.'
Hoe heet de ellendeling, die u zulke voor
stellen doet riep zij in stee«ls toenemende
opgewondenheid.
«Juffrouw namen noem ik niet. En do
lieele zaak was ook maar een grap,' liet hy
er listig pinkoogend op volgen.
Op dit oogenblik hoorde men het gerinkel
van schellen. De slede, in plaats van binnen
te komen, hield echter voor de poort stil,
vaste schreden naderden de woning van den
corcierge. Conciërge, waar.hangt die lummel,
die luilak van een conciërge nu weer uit.'
Mysliwetz had te veel voordrachten aange
hoord over men8chenrechten om dit zoo
maar voor zoete koek aan t« nemen. Vol
waardigheid kwam hy te voorschyn met zijn
schop over den arm, terwyl Jinka na-r een
der heeetergroepen sloop, waarmede de bin
nenplaats gedeeltelyk was beplant, ten einde,
don bewoners de illusie van een tnin te geven
alhoewel ontbladerd gaven de met sneeuw
bedekte takken toch nog altyd eenige dekking.
De conciërge is daar, waar hy behoort,
by z(Jn werk,' zeide S^sliwolx trotsch, ter
wijl hij te voorschyn kwam.
Kulgatechew want niemand anders was
het, keek «le binnenplaats rond In elk ge
val heeft de conciërge zich by dien arbeid
niet doodgewerkt,' lachte hy spottend.
Alzoo rlytige arbeider, die zyn werk zoo
goed verricht, dat ik onlangs op de binnen
plaats byna omver werd geworpen, kunt gij
een boodschap onthouden
Als ze duidelyk wordt gegeven, dan wel,»
antwoordde Mysliwetz kortaf.
•Let dan op, wat ik je zeg, anders doe ik
myn beklag bij den huisheer,* hernam Kul-
Stachew. -Uit voorzichtigheid heb ik heden
(slede niet de binnenplaats laten inryden.
Wanneer de koetsier my vau avond komt
halen, meld het my dan by professor Len
to wska, begrepen?-
Mysliwetz zag hem gvruirnen tijd na en
toen eerst raapte hy het geld op. .Een kort
aangebonden sinjeur!' merkte hy op, «en
niot een van de vriendelykstcn. Maar die
stem waar kan ik dio stem al ceaa meer
hebben gehoord?'
.Zoker hier op de binnenplaat*, laatst, toen
hy bijna omgeworpen werd,* lachte Jinka,
die nn uit hare schuilplaats te voorschyn
trad. nik kan my zoo verbeelden, hoe hy toen
heeft aangegaan. Doch wees verstandig en
braaf, Mysliwetz en beloof me, dat jo myne
vermaningen niet in den wind zult slaan, doe
je dat?'
Hu re stem klonk z«4ó zacht, haar blik was
zóó vriendelijk, dat de de man wel van steen
had moeten zijn, om aan haar weerstand te
bieden. Boosaardig was hy niet, alleen maar
onwetend, lichtzinnig en vatbaar voor ver
leiding; die hem eohter van zyne goede zijd6
wist aan te pakken, kon veel met hem uit
richten. Wel kostte het nog veel woorden
om hem van gedachten te «ioen veranderen
en van hem de belofte te verkrygen, om in
't vervolg de .Leeuw to vermijden, het
energieke .kleine juftie" was echter voor die
taak ten volle berekend. Miildelcrwyl was
juffrouw Mysliwetz teruggekeerd. Jinka drukte
haar op het gemoed om maar wat toegevend
heid met haren man to gebruiken cn zyne
gebreken met gednld te verdragen, daarop
liefkoosde zjj de kinderen en verliet het
kleine vertrek.
De ontmoeting met Kulgatschew had haar
onaungenaam aangedaan het ruwe, gebie«iende
optreden van den man had bij haar een pyn-
lijken indruk achtergelaten. Van dien aard
was dus de meester, dien Felicia zich zelve
had gegeven, ter wille van wion zij met
Adalbért had gebroken. Zy kon niet nalaten
er eene soort voldoening over te gevoelen,
dat hare vooroordcclcn juist waren gebloken,
gelijk vastberaden karakters meestal, was |zij
eigenzinnig, de kleine Jinka, en toch deed
het haar in haar hart bitter wee, dat hare
speelgenoote, zij, die zy als een zuster be
schouwde, geen goede keus ge«laan zou
hebben.
In gedachten verzonken keerde zij stil en
ernstig in de woning van baren oom terug.
HOOFDSTUK VII.
Als in eene andere wereld verplaatst ge
voelde Jinka z«ch, toen zy d« woonkamer
botrad.
De ouders, vroeger zoo ernstig «n peinzend,
toonden vroolyke gezichten, de ruwe |Kul-
gatschew van zoo even was in een beminne
lijk man veranderd, wiens oogen |met dc
uitdrukking van «le hartstochtelykste liefde
op de schoone bruid neerzagen, wiens inond
haar «le zoetste vleitaal toefluisterde.
En zy zelve do kalme Felicia, met haar
koel ternghondend wezen was een schepsel
geworden, 't welk de vr«;ugde uit de oogen
straalde, cn dat in jubelende verrukking over
haar eigen geluk een warmte van gevoel
jegens allen, die haar omgaven, san den dag
legde, welke de duidclykste maatstaf was
den ernst der liefde, die dezen
Zy sprong op cn snelde naar Jinka toe.
.Waar heb je toch zoo lang gezeten, on
deugend nest!' riep zy terwyl zy haar om
helsde, «ik heb je goedig vriendelijk gezichtje
al lang gemist. Wensch me nu eens gauw
geluk, -my «n dien daar.* Zy wees op Kul
gatschew. Een broeder meer, Jinka. «Een
broeder, dien je zeer lief moet hebben.'
«Aan do hand, waarmede zy Jinka had
aangevat, schitterde een kostbare verlovings
ring, een armband van diamanten en saflierea
omsloot haar polsgewricht. Dc bruidegom had
geen tyd verloren laten gaan om zijn bruid
te tooien, de bi k van verrekking, waarmede
hij haar beschouwde, bewees, dat hy zich
bevond in dat stadium, waarin een minnende
gaarne zon, maan on sterren van den hemel
wil halen, om er eon diadeem voor bet hoofd
der geliefde van te maken, waarin hij geen
harer wenschen oavcrvald zou willen laten.
Daarom dan ook deed Kulgatschew al zijn
best, om Jinka, waarvan hy tot dusver niet
de minste notitie had genomen, met
oogen aan to zien.
(Wordt vervolgd.)