Vervolg der [berichten. De stranding der Koningin Regentes. Uit den mond van een passagier, met de Prins Hendrik to Tandjong Priok aange komen, vernam het «Bat. Nbld." het onder staande omtrent het wedervaren van de «Ko ningin Regentes", welk 6chip, na Donderdag avond (22 October) met een dertigtal passa giers en de mail aan boord de liaven van Tandjong Priok te hebben verlaten, Vrijdag middag om half zes vast liep op het rif Brom Brom in Straat Banka Wij waren allen blij het laatste station op onze overigens vrij voorspoedige reis, Singa pore, achter don rug te hebben wij hudden reeds de ergernis vergeten welke onB ver blyf in Sabang had medegebracht, waar wij een onnoodig oponthoud van vier uron hud den gehad, omdut het met het lossen der voor die plaats bestemde lading niet zoo vlot ging als mocht worden verwacht en stoomden met mooi weer en kalme zee met een aardig vaartje straal Banka in. Den vuurtoren van Muntok hadden wij juist links laten liggen en het liep zoo tegen half twaalf (Zaterdag) toon plotseling van de brug het bericht naar ons r.p het achterdek overwaaide dat vóór uit een schip op het strand zat, niet ver vóór ons, even buiten de koerslijn, De kapitein en de stuurlui, druk in de weer met hun kykers, hadden ul spoedig uitgemaakt dat het de .Koningin Regentes" was, die vast was gc- loopen op het Brom Brom rif. Van het par tijtje, ons laatste, waar wij aan zaten, kwam niet veel meerde meest luie passagier kwam uit zyn gemakkelijkcn stoel, de hofmeester beldo vergeefs voor het middagmaal ieder lag over de verschansing om naar het schip te zien dat er zoo ongelukkig aan toe was. «Voor zoover ik het door mijn kyker kon waurnemen, ging hot aan boord van het ge strande schip heel kalm toe, de passagiers lagen, net als wij, over do verschansing naar ons te kijken slechts op de brug was men druk in de weer seinen te wisselen met ons schip. En jawel, wy hadden het natuurlijk reeds begrepen dat het zou gebeurenwij werden gespraaid om hulp te bieden plot seling stopte de machine, de ankerkettingen ratelden in den kluisen, een paar slagen ucliternit en daar draaiden wij voor ons anker naar de richting van den stroom. •Nu konden wy de Regentes" beter zien. Het voorschip lag iets hooger dan het achter schip en de kleine witgekuifdc krulgolfjes aan den boeg maakten duidelijk dat daar maar heel weinig water stond toen was het naar onzo stuurman zei nog niet eens eb en hij geloofde dat bij laag water de kiel wel bloot zou komen, wut later bleek juist te zijn. Zijwaurls overhellen deed het gestrande schip echter niethet stond recht en onwrikbaar op bet rif. Achter liet schip, in dieper water, lagen alle sloepen geheel gereed om in geval van nood te worden bemand en de passagiers op te nemen «Zóó vonden wij de .Regentes'. Behalve onze boot lag ook nog de .Speelman* van de Pakctvaart in de buurt, die echter 's middags weder vertrok om laadprauwcn te halen van Palemhaug. liet was namelijk in een raad van do drio kapiteins, aan boord van de •Regentes' gehouden, besloten eerst te beproeven of onze boot het gestrande schip kon afsleepen, zoo niet en reeds van to voren vreesde men voor den goeden afloop dan zou de lading gelost worden en in de Speelman» en de prauwen overgeladen, waarna men hoopte het schip gemakkcly'k van zijn onvrijwillige rustplaats weder in het ruime sop to kunnen brongen. «Toen onzo „ouwe* aan boord terug kwam, antwoordde hy niet veel op de vragen waar mede hy bestormd werd j toch hoorden wij al spoedig dat het gaaf was, geen water maakte en dat op de plaats waar het op hot rif was geloopon een laag hard zand de onderliggende koraalsteen bedekte, zoodat de huid van het schip waarschynlyk vrij was gebleven en dat de passagiers, dank zij der kalme houding van commandunt on bemanning, geheel niet verontrust waren, het oogenblik uitgezonderd toen dc vuurt van het schip plotseling ge stuit werd. Doch dc angst, toen gewekt, was weldra hezworon en er waren onder dc pas sagiers die don nacht, volgende op do stranding sliepen als rozen, nu hot schip zoo «heel rustig" lag. .Later vernamen wij nog, dat het den vo- rigen dag in Straat Banka „vuil* weer was geweest, zooals dc zeeman het noemtwind, zwaar bewolkte lucht, regenvlagen die het uitzicht bclcinmerdon. Het was nog dag, bemerkte en wat haar in hem onaangenaam aandeed. Haren man wilde zij echter van hare vrees niets mededcclcn. De eerste maal in haar leven, dat zij iets voor hem ver zweeg. Geheel in beslag genomen door zijn lite- rarischen arbeid en door zijne colleges, was hy een minder scherpe waarnemer dan zy gclyk do mannen over het algemeen maar op het groote zien. op de duizenden kleine trekken, waaruit een karakter is samenge steld, niet altijd voldoende achtslaan, ook wist zy, dat hy thans, nu er tot het huwc- Iyk besloten was, alleen voor ernstige tegen werpingen toegankelyk zoude zijn. En welke verwyten had zy eigenlyk gezegd ook wel tegen Kulgatschow kunnen inbrengen Zij liepen goed en wel beschouwd ten slotte toch maar alleen op de beschuldiging uit, dat hij nu eenmaal hij en geen ander was. Zij zwoeg bygevolg, deed al haar best om de rooskleurige zijde van dit huwelijk in het oog te houden, en leerdo van lieverlede om er zich met Eelicia in tc verheugen, wanneer deze met een stralend oog op eenig nieuw geschenk van den bruidegom to wijzen had, of wanneer zij met trots vertelde, met welk een weelde hij de villa liet inrichten, die hy te Kr. had gehuurd. Alle moeders van hare kennissen benijdden haar om het groote lot, dat hare dochter had getrokken, dat wist zij, en op slot van zaken blijft liet toch voor dc meeste mensehen, zelfs voor hen, die een bescheiden aard hebben, oene zekere toldoeaing om zich benijd te zien, alhoewel zy xelven zich wel licht niet als benijdenswaardig beschouwen. Eindelijk kwam het govreesdo schrijven uit Kr. „Waarde broeder», heette het daarin (zwa gers, ja, zelfs vrienden spreken elkander in Polen aldus aan.) Met do tyding, die ge me maar reeds duister; de lichten waarop men peilingen kon doon, waren echter nog niet ontstoken, vau den vuurtoren was niets te zien. De „Regentes* had daarom de vaart verminderd en stoomde met halvo kracht, steeds uitkijkend naar eenig baken, toon opeens een schok door het schip voer; men hoorde een schuren over een harden grond, plotseling lag het schip stil ,/Intusschen werd het bedrijvig by ons aan boord. Weldra ging weer het anker op en verbond een zware stalen tros ons schip mot het gestrande. Eerst met een langen bocht in het water hangend, kwam de kabel lang zaam boven, daar strekte bij zich, strak stond hij, de •Hendrik» trok en trok, dc tros schuurde krakend langs do zwaro gcleid- yzers op het achterdek, pang-.... do kabel knapte af als glas, de einden omhoogvliegend. De poging was mislukt en het niet herhaald worden. De «Speelman* lichtte het anker en wij bleven, het was iutusscben avond ge worden, in de buurt van het onfortuinlijke schip om, als er 's nachts soms iets gebeurde, hulp tc kunnen bieden. Maar alles bleef rustig en met ccn gerust hart gingen wij Zondag morgen om vijf uur weder onder stoom. „Van beide schepen werd natuurlijk druk gewuifd toen wij de .Regentes» uit het oog hadden verloren, toen de laatste zakdoek was weggeborgen, prees ik mijzelf gelukkig goed en wel aan boord van de .Hendrik" te zijn, die ons liet land van belofte tegemoet voerde, maar ook welde een welgemeend kas sian nit mijn hart voor dc onfortuinlijke pas sagiers van de .Regentes», vau wie waar schijnlijk heel wat graag met ons naar Tand jong Priok waren teruggestooind. Het drama in het Grand Théatre. Het Gerechtshof deed Woensdag uitspraak in de zaak van A. J. van Ingen, die in den avond vau 7 Mei j.1. tijdens de voorstelling in bet Grand Théütrc in de Amstelstraut 2 revolverschoten loste op mej. M. J. J. Anje lier, gescheiden hnisvrouw van C. N. Sclimidt, en door do vierde kamer der Rechtbank al daar werd veroordeeld tot 2 jaren gevange nisstraf wegens poging tot moord, waarbij het vernemen des daders zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard en de uit voering alleea niet is voltooid door de van den wil van beklaagde onafhankelijke om standigheid, dat geen voor het leven onmis bare organen zijn getroflcu. Het Gerechtshof' overwoog dat de Recht bank bewezen heeft verklaard, dat de poging tot moord tengevolge vau do mindere quuli- teit van liet vuurwapen geen voldoende in driugiugsvermogen had om mej. Anjelier doo- delijk te verwonden, doch geon acht hoeft geslagen op de verklaringen van don des- knndige Van Egrnond, waarom het Hof het vonnis, als niet behoorlijk met redenen om kleed, vernietigde. Opnieuw rechtdoende overwoog het Hof dat niet aauemelijk is de opgavo van bekl. ter terrechtzitting van don liove gedaan, dat hij van huis gaande de revolver niet heeft medegenomen omdat hy toen reeds hot voor nemen had opgevat mej. Anjelier van hot le ven to bcrooven, daar hy dit wapen steeds bij zich droeg aangezien hij vroeger was aan gerand, en het Hof achtte die opgave niet aannemelijk omdat beklaagde reeds vroeger bedreigingen tegen mej. Anjelier liud geuit en do bekl. zich in den schouwburg vau to voren heeft vergewist, waar mej. Anjelier zat. Uit de verklaringen der deskundigen maak te liet Ilof' op, dat. de op mej. Anjelier ge richte schoten levensgevaarlijke wonden had den kunnen teweegbrengen. Het Hof was dan ook van oordeel, dat wettig vaststaat dat do uitvoering van hot voornenion van bekl. om mej. Anjelier van liet leven te bcrooven al leen niet is voltooid doordat een der kogels geen voor liet leveu onmisbare organen trof, terwyl dc andere kogel het achtorhoofdsbeen niet heeft doorboord door de mindere (nulli teit van het vuurwapen dat geen voldoende indriiigingsvermogcn had. Wegens poging tot moord waarbij het voor nemen des daders niet werd voltooid door van den wil van den bekl. onafhankelijke omstandigheden, veroordeelde het Hof den bekl. tot eene gevangenisstraf voet' don tijd van vyf jaren. Zondagavond omstreeks acht uur kwamen onder HeinkeuBzand by een werk man, wiens vronw alleen thuis was, twee personen binnen, die om onbekend te blyven, een zak over het hoofd hadden geworpen. De mannen vroegen de vrouw toezondt, hebt go zeker zelf niet gemeend, my genoegen te doen, en bij gevolg zult ge dan ook wel niet verwonderd zyn, wanneer ik u zeg, dat ze my onaangenaam aandeed, reden dau ook, waarom ik ccnigen tyd ver strijken liet, alvorens ik baar beantwoordde. Je hebt toegesU'md in do verloving van Felicia met don heer Kulgatschew, zult er dus wel uwe grondige redenen voor hebben en bent zeer zeker van diens vroeger loven goed onderricht. Ongetwijfeld zult gij ook de uitstekend-» eigenschappen x .in dezen heer kennen, die u uit het oog konden doen ver liezen, dat het tot dusver de trots van uwe, zoomede van mijne familie was, dat neg nooit een Rus daarin werd opgenomen. In mijne afzondering is diens roep echter nog niet tot mij doorgedrongen. Mijne vrouw, die zooala allo vrouwen, naar alles vraagt, zegt vei nomen te hebben, dat Felicia's aanbidder zeer ryk is en hier eene villa voor zich cn zijne jonge vrouw heeft gehuurd, die hy met eene verfijnde weelde laat meubilceren. Vrouwen hebben van zulke zaken gewoonlijk nog al verstand, die van u ook, liarc vreemde afkomst zal haar dc om standigheid, die ray pijnlijk aandoet, waar scbijnlijk als een voorrecht doen beschouwen. Daar Felicia, myn nichtje, myn petekind is, zal ik niet in gebreke kunnen blyven, haar te bezoeken, wanneer zij hierheen komt, dat ik er my ten allen lyde in verheugen •/al, wanneer zy my bezoekt, dat ik er ook de voorkeur aan zal geven, wanneer zij niet in gezelschap van haren man komt, dit alles behoef ik u zeker wel niet eer.-t te zeggen. Hij zal de eerste Rus zijn, die myn drempel overschrijdt. Dat hij met zijne eigene regee ring overhoop ligt, gelyk ge my hebt mede gedeeld, verandert niets aan mijn gevoelens. Wat men is, dat moet men ook geheel zyn, om geld, dat deze verklas'de niet te heb ben, bij welke verklaring zy bleef, toen de indringers beweerden dat er wel geld moest zyn, wjjl de aardappels verkocht waren. Daarop werd de vrouw geslagen en geschopt. waarna de mannen een kast je doorsnuffelden en een baaien rok mede- namen Een hoedendoos, waaronder juist het geld lag, lieten de dieven staan. De vrouw vluchtte naar buiten en riep om hulp, doch zonder gevolg. De dieven ver wijderden zich toen. 13jj eenige verdachte personen ia, nadat de burgemeester van het feit in kennis was gesteld, huiszoeking gedaan, doch zon der resultaat. De oudste telegrambesteller in ons land, de 92-jarige D. Schuyt te Heusden, is overleden. De laatste dag*"n kon hy zyn functie niet meer waarnemen, waarom hy ontslag vroeg. Uit Terneuzen wordt aan de M. C. gemeldDe commissaris der veiligheids politie uit Gent was Woensdagmorgen hier om een onderzoek in te stellen, naar een moordenaar, uit Brussel, van wien men vermoedde dat hjj naar Nederland was uitgeweken. De gemeente politie arresteerde een met het portret overeenkomst vertoonend rei ziger, die zyn identiteit wist te bewyzen. In den loop vau den volgenden dag sein de men uit Gent dat de moorde:i:*ar al daar was gearresteerd. Een oud gebruik. In het westelijk deel der Veluwe, de streek waarvan Putten het middelpunt vormt, vierde men den 18den dezer, het zoogenaamde 8midsvet. Het is de dag, waarop de boer by wagenmaker en smid, soms ook by den schoenmaker, zyn schul den komt betalen. Veertien dagen te voren zeuden genoemde ambachtslieden een bode by hun klanten rond, met de uitnoodiging om sop 't vet" te komen. Wie niet ge- noodigd wordt verschynt niet, al heeft hy ook honderden schuld. 's Morgens zeer vroeg reeds, trekt de boer er op uit. By den smid gekomen wordt hem allereerst een steenen pyp en tabak g'-presenteord. Voorts heeft hij maar te zeggen, wat hy drinken W:l, brandervyn, bitter, klare, 't is er volop. Vroeger schonk men in een bierglas en ieder dronk daar uit, naar dat het hem smaakte; thans schenkt men uit een gewoon glaasje, dat is fatsoenlijker. Smid of wagenmaker zitten ia een afzonderlijke kamer, om de centeu van de kluut.en in ontvangst te nemen. Heeft hy betaald dan krjjgt hij een borrel voor quitantie en kan zich aan tafel zetten. Die tafel ziet er goed uit. Wittebrood, kaas, suiker, alles is er in overvloed. Vroeger kookte men groote ketels soep, doch die tijd is voorby. Van buiten gewone eetpartyon, zooals men die vroeger kende, hoort men thans ook niet meer. Toen gebeurde het wel, dat er op het smidsvet" afschuwelijke dingen gebeurden en sommigen zich minder mensckwaardig aanstelden. Is men nu by den smid geweest, dan wordt b(j den wagenmaker hetzelfde pro gramma afgespeeld. Men begint er van voren af aan te eten en te drinken. De onderwerpen van gesprek aan tafel behan deld, zyn velerlei. De afloop der Hoornsche veemarkt komt er echter zeker onder voor en voorts de stand van knollen en spurrie. Intusschen schenkt de gastheer nog eens in en 't is niet te verwonderen als de boer 's avonds in vroolyke stemming huiswaarts keert. Als wagenmaker en smid elkaar den volgenden dag ontmoeten, dan is het niet zeldzaam, dat er geklaagd wordt over de vele wegbljjvers. tloe minder er geweest zyn, hoe lichter de beurs. en druomen van ineonsmelting van twee elkander vijandelijke volken beschouw ik als de afdwaling van een dwaas hoofd. Vuur en water kan men nimmer verbinden het resultaat is damp.» De brief bevatte de verdere mededeeling, dut een bruidsgeschenk voor Felicia reeds was afgezonden en buitendien kwamen er als 't ware uit berouw over de voorafgaande scherpe zinsneden, nog eenige zeer hartelijke woorden voor den professor, en daarmede sloot het schryven. Hoofdschuddend reikte Lcntowska het zijne vrouw .jou had hij buiten spel moeten laten,' merkte hy op >al het overige houd ik den kluizenaar ten goede.» Zij glimlachte. .Zijn verwijt treft mij zóó weinig, dat het my zelfs niet eens krenkt.' By zijn denkwijze vind ik 't overigens zeer lofwaardig, dat hij zich niet geheel en al van Felicia losmaakt. Hy heelt zijn zeer goede eigenschappen en op zijne manier heeft hij werkelijk lief,* gaf zy toe, blijkbaar ge wonnen door het scherpe oordeel van den zwager omtrent Kulgatschew. Maar hoe dan ook, het doet me genoegen, dat ze in de vreemde stad aan hem een steun heeft.» Felicia zelve was van een geheel andere mecning, toon haar dc inhoud vau den brief werd medegedeeld. Te kalm, om zich tot groote demonstraties te laten vervoeren, ver klaarde zij eenvoudigOuderdom en al te groote afzondering hadden oom partijdig en bijna onnoozcl gemaakt. Zij dacht er in de verste verte niet aan, om hem zijne woorden kwalijk te maken, wie echter haren man niet van harte welkom heette, met dien zon zij ook niets te maken willen hebben. Inmiddels werd echter het toegezegde ge schenk gebracht on dit bewerkte nu oen Buitenlandsche berichten. Bijna levend begraven in St. Pierre. Men herinnert zich misschien nog wel, hoe na de verwoesting van St. Pierre be richt werd, dat de eenige, die de verschrik kelijke uitbarsting overleefde, een neger was, die in een twist een aoder gedood had en daarom juist op den dag van de catastrophe in de gevangenis geworpen was. Deze neger, Ludger Sylbaris, schildert in Let jongste nummer van het »Wide World Magazine< uitvoerig zyn lotgevallen, terwyl er officieële verklaringen als bewy zen zyn bijgevoegd. ZyGe ervaringen na het komen in de gevangenis in den kelder van het gerechtshof schetst hy als volgt »Een aantal trappen leidde naar myn cel die aan bet uiterste eind van het ge rechtshof lag. Ik ging op het stroo zitten, dat op den grond lag. De twyfel of ik een moordenaar was of niet, maakte my bijna waanzinnig. Half onbewust voelde ik een op en neer gaan vau den vloer en een of tweemaal een geluid, dat klonk als een verwjjderde donderslag Maar ik dacht niet meer aan de dreigende waarschuwingen van den Mout Pelée en sliep in. Toen ik wakker werd was mjjn eerste indruk dat de grond waggelde en hoorde ik weereen verwijderd gerommel. Eerst was er eenig licht. Aan de deur hoorde ik een geruisch de cipier kwam met water en broodik at nauwelijks en bleef onbeweegelyk zitten. Opeens, met een niet te beschrij »en snelheid, veranderde myn cel geheelzóó plotseling, dat ik er niets van begreep. De lucht werd dik, het beetje licht, dat nog in de cel drong, was weg. Ik hoorde in de gang boven mij loopen. Verschrikkelijke onverstaanbare ge luiden kwamen tot mg. Ik kon niets zieD. Maar toen, even plotseling als het eerst donker geworden was, scheen myn cel in vuur te veranderen het was overal aan de mureD, van den grond tot den zolder, in myn oogen, neusgaten, mond, longen, myn geheele lichaam, het was een droog, stekend vuur, zouder vlammen, schroeiender dan de gloed van een oven. Ik schreeuwde luid op maar geen menschelyko stem antwoordde tny ik brulde als krankzinnig, dat men er mg moest uitlaten. Van een brand kon die hitte niet komen, want niemand kwam er mg nitlateu en er was geen geraas alsof m«n trachtte het vuur te blusschen. Nu begonnen de grond slagen van het gebouw te wankelen, ik hoorde de gebouwen ineenstorten, door het gedonder en gerommel heen. Ik werd door geen van die vallende massa's ge troffen, ofschoon op myn cel reusachtige massa's vielen. Plotseling voelde ik in de duisternis een brandende pijn aan myn voeten iets als gloeiend zand viel in de cel, het brandde als gesmolten ijzer. Het vloeibare vuur verbrandde myn beenen, en toen ik een poging deed ze weg te trekken, viel ik er in en was het onderste deel van mijn lichaam als verlamd. Het stonk verschrikkelijk naar zwavel, ik kon nauwelyks ademhalen. Na een poos werd de pyn minder. De tyd ging voorby ik wist niet of het dag of nacht was. Ik zocht of er nog brood en water was en, daar de beete massa langzamerhand bekoeld was, strekte ik er mij op uit. Om mij heen heerschte een doodsche stilte. Spoedig kwamen weder lichtstralen in myn cel vallen en kon ik onderscheiden of het dag of nacht was. Driemaal ver wisselde het licht met de duisternis toen hoorde ik een zacht kloppen tegen de puinmassa en menschelyke stemmen. Spoedig werd het lichter, de bijlslagen vielen snel en krachtig op het puin, de opening werd grooter, een man sprong naar binnen. Eenige oogenblikken later was ik buiten, bijna te zwak om te staan, half blind, maar vry Marine kazernes in Amerika. Het bouwea van kazernes tot hot huis- geheelen ommekeer in hare gevoelenshet was een kostbaar parelsnoer, voor den zach- ten betooverenden glans ervan begon haar wrok tegen liaar oom Stanislaus te smelten. Zy deed het snoer om, bekeek zich bewon derend in don spiegel, en toen Kulgatschew zijn namiddagbezoek, dat uren lang duurde, bracht, vond hij haar daarmede getooid. Zij vertelde hem met trotsche vreugde, dat de paarlen een geschenk waren van haren oom Szymonski. Hoe de rijke graaf Szymonski is je oom riep hij, zichtbaar aangenaam aangedaan. Geen erfoom, Wladimir», antwoordde mevrouw Lentowska, met hure gulle open hartigheid, die zij tegenover hem gaarne aan den dag legde, en hem het gevoel gaf, als moest hij landen cn zeeën tusschcn zich en zyue schoonmoeder leggen. «Geen erfoom, zooals ge wellicht denkt, maar een man, die eene dochter en een half dozyn kleinkinderen heeft.' Dat is my zeer wel bekend, lieve mama» gaf hy zuurzoet ten antwoord, •alleen dat hij met 11 verwant was, dat wist ik niet. Al mag ik mij van het woon! «rijk» ook soms al niet bedienen, dan zal het mij toch zeker wel geoorloofd zijn om hem een «zonderling» te noemen, waarvoor hij dan ook bekend staat. Het is in dezen gelijkmakenden tijd werkelijk heerlijk, om zulk een lid in de familie te hebben.' Alleen moest zijne originaliteit niet zoo ruw en zoo scherp te voorschyn treden,«zeide Felicia, wie enkele plaatsen in den brief weder invielen. Vat de zaak niet zoo tragisch op, mijn engel, zeide hy haar geruststellende en trok liaar ieder tegen zich aan. Ziet ge het dan nier, hy moet zich zeiven en zijn vooroor- dcelen getrouw blyven, om zich niet bloot vesten van marine-schepelingen, in plaats van aan boord der wacht- en kazerne schepen, welk systeem in verschillende landen langzamerhand wordt ingevoerd, zal ook in de Vereenigde Staten van Noord- Amerika weldra krachtig worden ter hard genomen. Een commissie is benoemd tot liet ontwerpen van plannen voor derge lijke inrichtingen. De hoofdinspecteur van den geneeskun digen dienst der zeemacht daar te lande schryft de veelvludig voorkomende ziekte gevallen toe aan het verblyf op de slecht ingerichte wacht- en kazerneschepen, die dikwijls overbevolkt zyn, daar aan boord van schepen die slechts 450 man kunnen huis vesten, er 800 onder dak gebracht moss ten worden. Er is nu 1.200.000 dollar aangevraagd voor den bouw van twee kazernes, ieder voor 100 man. Moge de tyd niet ver af zyn, dat ook in ons land de oude houten wachtschepen moeten plaats maken voor de in alle op zichten zoo te verkiezen kazernes de onge- kawde schepelingen behoeven dan niet meer in kroegen, waarvan vele van het slechtste allooi, de gezelligheid te zoeken, die de wacht- en logementschepen niet verschaf fen kunnen en de gezondheid der man schappen, die niet gebaat wordt door het verblyf op de onde uitgewoonde schepen, zal er zeker op vooruitgaan. Een verschrikkelijk gevolg van het dringen op de perrons van een station is het ongeluk, gebeurd in Maison Blanche, een klein station te Parys. Meer dan 350 memeken stonden er op 't per ron, en jaisfc toen een buitenlandsche trein binnenstoomde, was er een groot gedrang ontstaan, met het gevolg dat de vooraan staanden vooruit geduwd werden en een vrouw, Vaseur geheeten, met haar doch ter, een meisje van tien jaar, letterlijk vóór den trein op de rails geworpen wer den; de moeder werd gedood, de dochter heeft slechts een lichte verwonding aan het been. Aanbestedingen in Noord-Holland. 26 Nov. Haarlem 10 ure. Degenio, bestek no. 210: het maken van bomvrije gebouwen in liet fort by Hoofddorp, le gcd., aardwerk, begr. f 67000 bestek no. 216 het maken van bomvrye gebouwen in hel fort bij Hoofddorp, 2o ged., levering ran steenslag, begr. f' 37400bestekken en bo- grootingen zullen van af 18 Nov. en d< processen-verbaal van gegeven inlichtingen van af 23 Nov. ter lezing liggen op het buree van den besteder. 3 Dec. Haarlem 11 ure. Het Min van W., H. en N. aan het gebouw van hei Prov. bestd e voorziening der boorden vai liet Noord Ilollandsch kanaal in 3 perc., begr lo perc. f 12000, 2e perc. f 8600, 3e perc f 4900, massa f 25500bestek no. 200 lig na 19 Nov. ter lezing aan gen. Min., aai de lokuien der Pr. Staten en is te bekome! bij de firma Gebr. v. Cleef, Spui no. 28a ti 's-Graveuhage. 3 Dec. Haarlem 11 ure. Het Mii v. W. II. en N. aan het gebouw van he Prov. best.het driejarig onderhoud vai de werken der Rijkszeehaven het Nieuwedie) in dc prov. Noordholland ged. do jaren 1904 1905 en 1906, begr. per jaar f 28400bes! no. 32 ligt na 19 Nov. ter lezing aan get Min., aan de lokalen der Prov. best. en i te bekomen by de firma Gebr. van Cleo! Spui no. 28a te 's-Gravenhage. 10 Dec. Haarlem 11 ure. Hot Mie van W., H. en N. aan het gebouw van li< Prov. bost.het driejarig onderhoud de Rijkszeeweringen op het eiland Texel, pro; Noordholland, gcd. de jaren 1904, 1905 e| 1906, begr. f 2500 per jaar; bestek 110. 3 ligt na 26 Nov. ter lezing aan het gen. Min, aan de lokalen der Prov. best. cn is to b( komen bij de firma Gebr. v. Cleef, Spui n< 28a te 's-Gravonhage. te geven, aldus heeft hij zich nu eenma in het hoofd gezet. Eóno concessie hcett t echter algedaan, jou neemt hy in genade aa my natuurlijk voorbijgaande, do eerste sti is gedaan, het overige is slechts eene quaest van tijd.» Dan vergist ge u in het karakter vi Stanislaus', zeide Lcntowska zeer ernsti Een man, een woord, zoo luidt het spreq woord.* ,.Ta zoo luidt het spreekwoord,» zei Kulgatschew losjes, >maar in de werkelijkhi is het geheel anders. Enfin, we zullen ziq Ik vermoed, dat zyn angst om Russen zijn huis to ontvangen, wel daarin zijn gro vindt, dat het een brandpunt van allo mo lijke samenzweringen is, ik hoorde daar minste iets van mompelen.» Dan lieeft men u verkeerd onderricl voor samenzweringen zijn Szymonski's dei wyzen te voornaam,» antwoordde Lentows Kon de opstanding van Polen met het zwa bevochten worden, ondanks zijn twee zeventig jaren trok hij ten strijde. Aangez dit nu echter niet doènlyk is, begraaft zich in zijne bibliotheek, zit over oude f anten heengebogen en leeft in het vorle een eenzame, miskende oude man.' •Een eigenaardig, maar ridderlijk karakb men meent over een kruisvaarder te hoe spreken,' merkte Kulgatschew op. Speelt hij komedie, of is het hem ei met zijne bewondering vroeg mevr* Lentowska zich zelve af en liet een wanti wenden blik langs den schoonzoon glijder Het kinderlijk vrome geloof van kruisvaarder heeft hy zeer zeker,» antwa de do professor argeloos, in wiens ziel am maar zelden urgwaan opdook. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1903 | | pagina 2