KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, WIerIngen en Anna Paulowna- De Oorlog in het Oosten. Haat en Smart. No. 3263. Woensdag 25 Mei 1904. 32ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat Telof. 59. Bureau: Koningstr. 29. Interc-Teief. 50. Abonnement Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr.p. post 75 ct., BoitenL f 1.25 I Zondagsblad 37'45 >0.75 Modeblad 55 80 0.90 Mozik. Bloemlezing >>>60> 85 0.90 Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Burtaui Bpooratpaaft. Ad.vertentlên van 1 tot 4 regels 25 Cent. Elke regel meer6» 4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Bewgs-exemplaar 21/, Ct Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan het Bureau bezorgd z\jn. Nieuwstijdingen HELDER, 24 Mei 1904. VERGADERING van den Raad der Gemeente Helder, op Donderdag, den 26 Mei 1904, des avonds ten 7'/j nor. Onderwerpen ter behandeling 1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Overdracht grond hnis van bewaring. 3. Vaststelling verordening tot uitvoering van art. 1 der woningwet. 4. Regeling van den burgeljjken stand. 5. Benoemingen. De heer C. J. Rjjkers alhier is Vrjj- dag te Haarlem geslaagd voor het examen als onderwijzer. Uit Transvaal. Wy werden in de gelegenheid gesteld inzage te nemen van een brief van een landgenoot in Transvaal, waarin veel voor komt, dat in ruimeren kring bekendheid verdient. Daarom laten wjj eenige gedeel ten hiervan volgen Het Afrika van vroeger bestaat niet meer. Van alle gebouwen waait de Union Jack. En nu beeft men zich maar te ergeren over het wanbestuur, waaraan de over- rompelaar zich zoo ernstig schuldig maakt. Alles wat men hoort en ziet is vijand schap tusschen Boer en Brit. En wat een geest van diepe verdorvenheid, ten gevolge van den oorlog, is er gekomen over het menschdom eerloosheid, zedeloosheid, ka rakterloosheid spelen nu de baas en schul den maken is aan de orde van den dag. Waarop dat alles op den duur moet uit- loopen weet ik niet. Van keuze van werk is geen sprake men moet aanpakken wat m»n krjjgen kan. De verdiensten zjjn daarby niet hoog. Treurig is 't om te zien, hoe ze m«t het materieel van de Z A. S. M. werken alles ziet er even vuil en schunnig uit. Ik zou niemand raden hierheen te komen, of 't moest dan zyn om onze party te versterken. Maar je kunt niet van den wind leven en 't is zwaar om iets te kry gen. Alles verwachten, speculeerende op den boem", die zeker door de Chineezen moet worden gebrachtOnder de Boeren merk je nu ook zoo 'n heel anderen geest dan vroeger 't is net of zy zich beklemd gevoelen by het aanschouwen van de En- gelsche vlag. Ik kan me hun positie dan ook zoo goed begrypen. Veel Hollanders, uitgezonderd een paar timmerlieden, tref je hier niet meer aan in administratieven dienst; by 't spoor is nog een enkele, dien ze niet kunnen mis sen, maar anders is 't alles Jingo. Als je een >Volkastem" leest is 't zoo zonderling wanneer je velen van die oude hoofdambte naren geadverteerd ziet als wets- of alge- meene agentjes, boedelberedderaars of iets dergelyks. Velen, die het financieel en lichamelyk vermochten te doen, trokken zich wjjseljjk uit die kliek terug en werden hoer daarbuiten. Werkelyk, het nu zoo verwaarloosde land heeft alle aantrekkelijkheid verloren. (>Alkm. Ct.") Heldenmoed van een knaap. Als blyk van diepgewortelde liefde voor vryheid en nationale onafhankelijkheid, deelde een Engelsche militaire afgevaardig de uit zyn ervaringen in den jongsten Boerenoorlog, het volgende staaltje van heldenmoed van een Boerenknaap mede. Hy zeide >My werd gevraagd, eenige vrywilligers- te zoeken om te trachten op een twintig mjjlen afgelegen plaats een commandant gevangen te nemen. Ik kreeg zonder moeite de noodige manschappen en ging met hen er op uit. Het was een gevaarljjke onderneming, maar wjj kwamen veilig ter plaatse. Nog zie ik de plek, het dal en de hofstede, nog hoor ik het gekletter der paardenhoeven. De Boeren-generaal was echter verdwenen. Waar was hy heen gegaan Wjj liepen kans zelf gevangen te worden genomen in plaats van hem met ons mee te voeren. Wjj reden naar de boerdery en vonden daar een aardigen knaap met eenige yeomen. Ik vraag den jongen, of de commandant daar geweest was en, verrast, antwoordde hy in zyn taal >ja<. Waarheen is hy gegaan vroeg ik. De knaap werd achter dochtig en zeide >Ik weet het niet.< >Ik besloot toen*, vervolgde majoor Seely, »iets te doen, dat mjj, naar ik hoop, ver geven zal worden omdat het leven mijner manschappen in gevaar verkeerde. Ik be dreigde den knaap met den dood als hy het verblyf van den generaal niet wilde vertellen, daarna liet ik hem tegen een muur plaatsen, zeggende dat ik hem zon laten doodschieten. Terzelfder tyd fluisterde ik myne man schappen toe >Om hemelswil, schiet niet*. De knaap bleef weigeren, schoon ik be merkte, dat hy vast geloofde gefusilleerd te worden. Ik commandeerde Aan En alle geweren werden op den weigerachtige Ik zeide tot hem»Nu, vóór ik het laatste bevel geefin welke richting is de generaal vertrokken Ik herinner mjj levendig de uitdrukking van het gelaat van den knaap nog nooit bad ik zoo'n uitdrukking gezien. Zyn gezicht veranderde compleet, terwjjl hy daar vóór mjj stond. Zjjne oogen drukten iets bovenmenschelyks uit. Hy wierp zyn hoofd achterover en zei kalm en vastberaden in het Hollandsch »Ik zeg het u niet.* >Ik kon niets anders doen dan den knaap de handen te drukken en onverrichter zake terug te rjjden*, besloot de majoor onder stormachtige toejuiching van zyn gehoor, waaronder allicht enkelen waren, die, als de meerderheid dezer i natie, by den aanvang van den oorlog de Boeren voor miserable co warde hielden. Kleeren van Viaschenvel. Dat de visschen ook stof voor kleederen kunnen verschaff«n, hebben tot vóór korte n tyd slechts weinigen gedacht. De Visscherjj- Commissie der Vereenigde Staten houdt zich sinds eenigen tyd met de quaestie bezig en zjj is reeds tot de wetenschap gekomen, dat de huid van verscheidene visschen een soort van leder kan opleveren, dat voor allerlei doeleinden geschikt is. Zalmhnid b.v. is niet alleen zeer geschikt gebleken voor schoenen, maar wordt ook sinds gernimen tyd door de Eskimo's ge bruikt voor het maken van waterdichte kleederen. De bewoners van het hooge noorden maken buizen en dergelyke van kabeljauw huid. De huiden, welke door de Yisschery- Commissie het bruikbaarst en sterkst worden geacht, zyn die van den walvisch en van den dolfyn of tuimelaar en zjj kunnen ook zeer goed geverfd worden. De bekende drankbes trjjder pastoor dr. Alph. Ariëns te Steenderen, ontving een niet geteekende briefkaart uit Tiel, van den volgenden in hond Wel Eerwaarde Heer Hebt u wel eens gezien, dat het drank gebruik werd bestreden door personen, die weten wat zweeten is Zeker niet, wel Maar wel door personen, die niet weten wat werken is, die niet weten wat zweeten is, door diegenen gewoonl jjk, die het grootste gedeelte van de week den tyd hebben, om met een sigaar in het hoofd, een wandel stok in de hand en een stuk kachelpjjp op het hoofd door de een of andere ge meente te wandelen Is het u ooit overkomen (iets wat een degelyk werkman wel overkomt) dat gjj 'a avonds eens by uw vrouw zyt gekomen en dat gy tegen uw vrouw hebt kunnen zeggen vrouw, nu kan ik n met een woord van waarheid getuigen, nn kan ik mjjn hemd wel uitwringen van het zweet, dat ik vandaag heb gelaten." 't Is u nooit overkomen, nietwaar Welnn, gevoel er dan iets voor, voor hem, dien dat wèl overkomt en gun dan het gebruik van een glaasje drank aan den werkman. Misschien geeft dit voor n, na eenig ernstig nadenken, wel stof tot overweging." De heer Ariëns publiceert de briefkaart in de Kruisbanier" met het volgende onderschrift >Het leuke van 't geval is, dat ik die briefkaart op mjjn tafel vond, toen ik te rugkwam van een propaganda-reis en zóó danig zweette dat ik onmiddellyk van kleeren verwisselen moest. Ik heb echter heusch geen behoefte aan 'n borrel gehad. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat dit jaar vier studenten in de geneeskunde aan eene der Nederlandsche universiteiten kunnen worden aangenomen om voor rekening van het departement van marine te worden opgeleid tot officier van gezondheid 2de kl. by de zeemacht, onder genot van een subsidie van f 5600, overeenkomstig de bepalingen van het reglement, vastgesteld by Kon. besluit van 6 Mei 1886 no. 41 en laatsteljjk gewyzigd by Kon. besluit van 5 Maart 1900 no. 29. (Zie Staatsct. no. 117.) Uit Haarlem meldt men: Een kind dat voor de electrische tram in den Hout wilde oversteken, raakte daar onder en werd gedood. Veel vroeger dan andere jaren ver toont de kwal zich in de Noordzee tot grooten last van de visschers, die met net ten visschen. De kwal komt dan in het net en houdt het dryvend, waardoor de visch gelegen heid krjjgt om te ontsnappen. De kwal dryft altjjd op het water en is steeds in schommelende beweging. Zjj is paraploie- vormig, in allerlei afmetingen en is soms ook met zeer lange haren bezet, welke dieren dan baardkwal genoemd worden. Behalve het dryvend maken van het net zyn ze voor de visschers nog gevaarlyk om aan te raken, daar het gevolg dier aanraking altjjd hevige jeuk, maar ook veelal zweren in de handen tengevolge heeft. Maar de kwal is ook tevens een schuil plaats voor millioenen jong» visschen die daaronder beschermd worden voor de roof zucht der grootere visschen. Immers, even als de visscher komt ook de groote visch □iet by de kwal en vervolgt sjjn prooi niet verder dan tot daar. Brand te Rotterdam. Geljjk in ons vorig nummer reeds met een enkel woord is medegedeeld, moest te ongeveer halfvier Vrijdagmorgen te Rotter dam alarm worden gemaakt voor een drei genden brand in de modern ingerichte, zeer uitgebreide stoomhoutzagerjj, kisten- makerjj en kuipery der firma Arnold J. van den Bergh Limited aan de Nassauhaven. De zagery en kuipery waren niet te redden, daarin bevonden zich niet minder dan 25 stoomzagen, 8 stoomschaven, 5 cirkelzagen en nog een groot aantal andere machines, te zamen wel 100 in getal, ter wjjl een groote voorraad bewerkt hout I lag opgeslagen. De taak der brandweer was dus deze gebouwen te redden. Daar met het oog op brandgevaar de gebouwen zeer laag zyn genomen, gelukte zulks. De opstallen van de fabriek waren, uit- fenomen de hontloodsen, verzekerd voor 455.850. Te Trier is weder een onderofficier wegens mishandeling van ondergeschikten veroordeeld. De man, die in niet minder dan 500 bewezen gevallen zich aan mis handeling schuldig had gemaakt, werd tot 1 jaar en negen maanden gevangenisstraf veroordeeld en tot degradatie. Een uitgestrekt deel van het Reicbs- wald te Kleef, dicht by de Nederlandsche grens, is Dinsdag door brand vernield. Hst anarchistenproces te Luik. Luik, 20 Mei. In het anarchistenproces werd hedenavond vonnis gewezen. De jury beantwoordde de 31 vragen bevestigend. Lambin en Gndefin werden ter dood ver oordeeld; Bontet tot levenslange dwang arbeid. De veroordeelden bleven uitsrljjk kalm. Geen incident had plaats. Hertog Paul Frisdrich van Mecklenburg. f Kiel, 20 Mei. De luitenant ter zee her tog Paal Friederich van Mecklenburg is aan hartverlamming ten gevolge van een val overleden. Hertog Panl Friedrich geboren in 1882, is de oudste zoon van hertog Paul Frie drich, halfbroeder van Prins Hendrik der Nederlanden. TWEEDE KAMER. Drankwet. De behandeling van art. 6 wordt voort gezet. Het artikel, zooals het nn door de regeering is gewyzigd, bepaalt in hoofdtrek ken, dat voor hot eerst in 1905, en vervol gens om de vjjl jaar, door de Kroon, Gede puteerde Staten gehoord, op voorstel van den Gemeenteraad, in eene gemeente 1. het maximum dor vergunningen worden verlaagd; - 2. kan worden bepaald dat geen nieuwe vergunningen door B. en W. mogen worden verleend. 8. kan worden bepaald dat die vergun ningen na 1 Mei 1904 verleend, vervallen en geen nienwe mogen worden verleend. Amendementen zjjn ingediend, door de heeren Ter Laan <xe., dal verlaging ook door dommee rdeijarige ingezetenen der gemeente kan worden gevraagd, door den heer Goeman Borgeains om hel koninkljjk besluit te nemen op voorstel van Ged. Staten en niet van den gemeenteraad, door den heer Talma om de sociëteiten onder de niet meer te verleenen oi vervallen te verklaren vergunningen te begrjjpen en door den heer van Idsinga om alinea 3 te schrappen. Na vrjj uitvoerige en eenigszins verwarde debatten werden alle amendementen verwor pendat van den heer Ter Laan met 70 tegen 8, dat van den heer Borgesius met 46 tegen 35 en dat van den heer Talma met 43 tegen 40 stemmen. Artikel 6 is daarop goed gekeurd. Art. 7 stelt voor dat door de Kroon ver gunningen kunnen worden verleend (boven hot maximum) voor buitengewone inrichtin gen van maatschappelijk verkeer. Nog worden bjjgevoegd 8 alinea*, waarin bepaald wordt dat een vergunning kan worden verleend tegen afstand van twee ten name van één vergunninghouder staande vergunningen. Volgens de toelichtingen der regeering vallen onder deze buitengewone inrichtingen de Knrhauzen kleine inrichtingen, waar men bijeenkomt voor repetiliën, vallen er niet onder. Z|j worden alloon verleend als geen andere middelen het verkr|jgen der vergunning mogel|jk maken. Vergunningen ontstaan uit den aankoop van twee andere kunnen binnen de eerste 10 jaren niet vervallen worden ver klaard. Deze laatste zinsnede door de Re geering overgenomen van den heer Nolting trachtte de heer Talma weer uit te lichten, wat echter met 40 tegen 33 stemmen ver worpen werd. Een amendement Ter Laan geen buiten gewone vergunningen werd verworpen met 52 tegen 21 stemmen. Artikel 7 wordt daar op met 55 tegen 14 stemmen goedgekeurd. De kamer is tot Woensdagmiddag uiteen gegaan. Limburger kaas. Verleden Zaterdag was ik b|j onzen kruide nier om voor ma een rekening te betalen. De bediende was een erg vriendelijk mensch hg g*i mjj een cadeautje, iets in zilverpapier gowikkeld, hetwelk naar h|j zeide, een stukje echte Limburger kaas was. Op straat maakte ik het open en rook er eens aan; 't was of ik van m|j-zelTo viel. Ik nam bet echter mede naar huis en smeet het in het kolenhok. Den volgenden morgen ging ik er nog eens naar k|jken, doch het lag er nog. Niemand scheen er belust op te zyn geweest, ook de hond niet. en die last anders nog al 't een en ander. Ik overlegde wat ik er wel mede zou kunnen doen. Vader en moeder stonden klaar om naar de kork te gaan. Ik zocht 't stukje weder op en stak een stukje in vaders achterzak, als ook één in de voering van ma's mof. W|j togen kerk waarts, en ik wandelde op m|jn gemak achter bon aan. Hot begon al eenigszius zoel in de lucht te worden. Toen wjj het kerkgebouw binnentraden keek vader eenigszins onrustig moeder keek eens rood alsof er iets niet in den haak was. Na het eerste gezang gaf moeder vader fluis terend den raad, maar niet mee te zingen doch zyn mond goed gesloten te honden en vooral door den neus te ademen. Na het ge bed droop het angstzweet van vaders voor hoofd en verschillende kerkbezoekers in de nabyheid van onze bank stonden op en gin- heen. Na het volgende gezang fluisterde er moeder is, dat het niet kwaad zou •ga, .1. zjj ook maar heen ging, dan kon i|j wat uitluchten. Na het tweede gedeelte der preek zag ik den koster angstig rondspeuren of er soms ook wat byzonders in de kerk was gekomen. Weder stonden eenige menschen in de naby heid onzer bank op en gingen heen, de zak doeken stjjf togen den neus gedrukt. Dominé eindigde maar haastig zyn preek en hield met het kerkbestuur later op het ▼oorplein een lang gesprek over den slechten staat, waarin nit gezondheids-oogpunt, de kerk in den laatelen tyd verkeerde. Vader vroeg moeder of het voor haar niet beter ware go- et t|jdig naar huis te z|jn gegaan. Moeder gaf vader echter den raad zelf den naasten weg naar huis te nemen en sich te laten desinfecteeren voor zy kwam. Thnis gekomen, gingen wy in de voorka mer zitten, doch geruimen tyd werd er niet gesproken, 't Was moeder, die weder het eerst sprak en vader verzocht gauw de kat, waar hy een hekel aan had, uit de kamer te doen. Vader kwam echter te laat; het beest schrok van de lucht en was er uit vóór hy haar kou grijpen. Toen moeder de kamer eens rond keek, merkte zy op, dat de kanarie dood in zyn kooitje lag. Moeder zeide vader niet zoo dicht b|j den haard te gaan zitten, hot vuur mocht eens dooven, waarop vader haar aan raadde oen beetje op het dak te gaan zitten. Juist kwam onze dienstmeid binnen, die vroeg of zy de vensters ook zou openzetten, daar 't in de kamer letterlyk stonk. Vader ging naar boven om van kleeren te verwisselen en nam tevens een warm bad. Moeder nam vaders jas en schonk hem aan een bedelaar, die oebter zeide: Lieve dame, 't spyt m|j zeer, maar die jas is me een beejje te nauw''. Moeder smeet de jas over de schutting in de vaart. Weinigen tyd later kreeg vader een bekeuring thuis, wegens het vergiftigen van het vischwater. Zooeven ontving vader een briefje, hetwelk hy vluchtig inzag. Tegen tien uur kwam va der op myn kamertje om mjj goeden-nacht te zeggen, in de eeno hand het briefje, in de andere een scheerriem. Ik vond het veiliger onder het bed. De buren dachten, dat wjj bezig waren op Zon lag kleeden te kloppen, doch ik heb de volgende tien dagen mjjn eten maar staande by den schoorsteenmantel ge nuttigd, daar ik niet heel goed zitten kon. Ik heb mjjn kleine zusje de rest van de Lim burger kaas gegeven. Ik vond het waarljjk zonde het weg te smjjten. Tsjifoe, 20 Mei. Particuliere telegram men uit Japansche bron wjj zen erop, dat er behalve de >Hatsoese« en de >Voshino< Zondag nog twee Japansche schepen by Dalny zyn beschadigd. De Russen beweren nog een Japansch schip by Port-Arthur voor het gebruik ongeschikt te hebben gemaakt. De namen der Maandag bjj Dalny in de lucht gevlogen Japansche schepen, die, volgens berichten nit Tsjifoe, weer andere zjjn dan de beide bovengenoemde, zouden het slagschip >Shikishima< en de kruiser >Asama< zyn, beide uitstekende schepen. De eerst» zou gezonken zyn binnen twee minuten de tweede zonk terwjjl hy weg gesleept werd. Bevestigd worden deze voor Japan noodlottige verliezen nog niet. Aan de >Echo de Paris* wordt over de toekomstige plannen van Koeropatkim ge meld, dat zyn voornemen toch schjjnt te zjjn, slag te leveren. Hy zoo de twee Japansche legers afzonderlyk willen ver pletteren. Wanneer hy het onderspit delft zou hy terugtrekken en den regentyd af wachten, daar de Japanners dan zeker niet zullen knnnen oprukken, tenminste onmogelyk snel Kharbin kunnen bereiken. En hier komt het in hoofdzaak op aan, omdat Kharbin Koeropatkine's hoofdkwar tier is, van waar hy in Augustus met zyn 400.000 man sterke leger het offen sieve zal nemen. Tolrio, 20 Mei. Bjj den ondergang van de Hatsoes zyn drie kapitein-luitenants ter zee en 32 andere officieren en onder officieren omgekomen; met de Jnsjino een kapitein ter zee, een kapiteinluitenant ter zee en 30 officieren en onderofficieren. Het aantal omgekomen manschappen is nog onbekend. Men acht de opvatting dat de Hatsoese niet door een myn maar door een onder- zeesche boot vernield zou zyn. ongegrond; en het gerucht dat de Sjikasjima bescha digd en de Foedzji gezonken zou zyn, wordt tegengesproken. Het berust waar- schjjnljjk op verwarring met andere schepen. Uit Tokio ontving de Daily News* bericht, dat zoodra de voorbereidingen be ëindigd zyn de Japanners zullen trachten Port Arthur aan te vallen. Het belegerings geschut is nog niet opgesteld en de troepen dienen nog versterkt. De autoriteiten zyn van oordeel, dat men de Russen van de nit te zenden Baltische vloot in Port Arthur geen steunpunt mag laten. Men beseft wel dat de aanval duur zal kosten, maar men meent menschenlevens te kunnen sparen door deze vesting te doen verdwynen Bo vendien leveren de slapende mjjnen e n voortdurende bedreiging op, die een krach tig geneesmiddel noodig maakt. De bekende maritieme deskundige F. J. Jane zegt van den ondergang van de Hatsoese en de Josjino dat het verlies op zichzelf zwaarder is dan dat van de Petropavlolsk. Het is ook mogeljjk dat de Kasoega beschadigd ishet ia een schip van 8000 ton, en betrekkeljjk zwak van huid, maar al* zy de Josjino ingeloopen heeft, zal zy wel slechts licht beschadig zyn. Een botsing in den mist ia iets dat ia elke marine kan voorkomen. De Japanners zyn zeer behendig in het manoeuvreeren I'EIILLETOV, 24.) „God vergeve het mjjIk ik kan daaraan niet gelooven en dat doodt mjj!» steunde bet schoone kind. Zjj rukte zich los en vlood heen, voor Camory haar dat kon beletten. Het meisje zocht haar vertrek op en ver borg zich voor ieders oogeD. Thans, nu ge juich en namelooze smart in haar ziel streden, zou zjj haar grootmoeder niet onder de oogen durven komen. In de eenzaamheid moest zjj om kracht bidden. Do eerstvolgende tyd bracht niets nieuws. Het verhoor der getuigen duurde steeds voort en herhaalde malen werd Raiuer voor een kruisvuur van vragen geplaatst. Doch steeds betuigde hy zjjn onschuld, zonder dat men hem geloof schonkevenwel ontbrak vol doende bewjjs om hem te kunnen veroordeelen. De vrjjhocr werd met het gebeurde in kennis gesteldhjj ontving hot bericht in Zwitserland waar hjj met zjjn jonge vrouw vertoefde en hjj verbleekte, toen hjj vernam, dat al zjjn kunstschatten in vlammen waren opgegaan. Hjj kon slechts met moeite zyn toorn bedwingen. .Wat is er gebeurd?» vroeg Conctance, die in een bekoorljjk nachtgewaad aan het venster leunde. Zwjjgend reikte hjj haarden brief over, waarin hem het onheil werd mede gedeeld. .Maar dat is schandelijk Welk een laag hartige wraak 1* riep zjj nit. .Hans Rainer boezemde wjj altjjd reeds zulk een afkeer in. Hjj cal, hoop ik, de gerechtelijke straf niet ontgaan.' «Blinde haat en wraakzacht moeten hem het verstand hebben doen verliezen», zei Giabert, terwjjl hjj met somber gelaat de kamer op en neer stapte. „Zjjn woestheid was mjj bekend, doch tot zulk een schurk achtige daad achtte ik hem niet in staat. De terugkeer van het paar was niet een der vrooljjkste Soms gevoelde de vrjjheer een oogenblik van woede, dat Alexandra of de rentmeester hem niet oerder hadden ge waarschuwd. Maar dan dacht hjj weer, dat zy misschien zjjn geluk niet hadden willen sloren. En toch was dat geluk zoo groot niet Constance was zeker een der schoonste vrouwen, doch zjj kon zoo onbeschrjjfljjk hard en nukkig zjjn. Wanneer hjj haar hartstochtelijk karakter beschouwde en in haar vurige oogen blikte, dacht hjj onwillekeurig aan de eenwige sneeuw, die ook schynt te gloeien en toch nooit smelt. Gedurende de reis sprak ook zjj zeer weinig en verzonk steeds in diep ge peins. De wonde, die haar hart had ont vangen, was nog bij lange na niet geheeld Een gevoel van spjjt verbitterde nog altijd haar leven, naast een gevoel van haat tegen Camory en Hildegard. Op .Hohenfols' werden zjj door Alexandra ontvangen. Ik heb voor Olga uw komst verzwegen,» zei de oude jufier. «Zjj is thans weer meer ljjdende dan anders en een lang opbljjven zon haar kannen schaden, bovendien moet ik u verzoeken in haar bjjzijn zoo weinig mogeljjk over het afgebrande paviljoen te spreken. De schrik heeft een vreeaeljjke uit werking op haar gehad, en nog raakt zy opgewonden, wanneer gebeurde herinnert. Zeer somber ging deze eerste avond voorbjj. Men ging spoedig scheiden. De vrjjheer bleef echter nog lang aan het venster van zyn kamer staan. Alles kwam hem zoo vreemd en veranderd voor. De heerljjke geuren, welke de avondwind hem tegenwaaide van de rozen nit hot park, herinnerden hem aan het venster, met rozen omgeven, waar achter jaren ge leden de schoone, bleeke engel lag, van wiens lippen hjj den laatsten ademtocht had gekast. Plotseling vloog een herinnering hem door den geest. Morgen is het haar sterfdag, en zeker denkt niemand er aan haar grël te bezoeken. Maar toch mag het der ontslapene niet aan een bewjjs van herinnering ont breken. En den volgenden morgen plukte de vrjjheer de schoonsto witte roos uit het park en wandelde naar het stille, eenzame kerkhof. Langzaam naderde hjj den groep dennon, die het graf verborgdaar meende hij een zacht wecnen en snikken te hoorenhjj zag een meisjesgestalte over den grafsteen gebogen. „Hildegard klonk het van sjjn lippen, zonder dat hjj wist ot deze uitroep de doode gold of haar evenbeeld. Het jonge meisje verhief zich sidderend stond zjj op. Zy had gaarne willen vluchten, doch het gelaat van den vrjjheer drukte zooveel goedheid uit, zjjn blik rustte zooveel welgevallen op haar, dat de h looze een gewaarwording kreeg, als kon alleen hulp en redding brengen. Geen wo kunnende spreken, zonk zy langzaam op de knieën en strekte smeekend de banden naar hem uit. „Mjjn arm kind!» zei hjj, terwjjl hjj haar ophief en haar over het glanzende haar streek. i woord Wanneer ik slechts goed kon maken wat geschied is», fluisterde sjj, terwjjl de tranen haar langs de ingevallen wangen pa relden. Maar „Hildegard, gjj hebt veel en zwaar ge leden., viel de beer von Hohenfels haar in de rede. .Ja, ik moet sterven onder den last van de ellende en do schande», antwoordde zjj. «is vader onschuldig heeft hjj de misdaad Dat vraag ik mjj dag en nacht, Mjg ge*?11 antwoord. Waarheen ik mjj ook wend, nergens troost en vrede, dage lijks wordt de hoop zwakker en ik voel dat het mjj aan moed en kracht ontbreekt, om dit nameloos verdriet langer te dragen.» an die gedachte moogt gjj niet toe- i", sprak de Vrjjheer, bjjna geschrokkon deze taal van het meisje. En weer stond nem het beeld voor oogen van de ontslapene, die ook door het verdriet ten gravc was ge sleept. Maar haar dochter kon hjj toch niet laten wegkwjjnen, zooals sjj weggekwjjnd was. Het ergste moest haar bespaard bljjven zoover bet in zjju macht lag moest haar vader gered worden! Vertwjjfel niet, mjjn lief kind', zei hjj zacht. «Nog is de sebuld van uw vader niet bewezen. En al mocht hjj in een oogenblik van verzoeking de daad hebben gopleegd, dan zjj sjj hem vergeven om de wille van haar, die hier raat. Wat van mjjn kant kan worden gedaan om eene veroordeeling te voorkomen, zal ge schieden. Mjjn woord heeft macht in deze streek vertrouw dus op mjj. Ik zal verklaren, dat Rainer in mjjn oogen steeds een eerljjk man is geweest». „O, God, hoe kan ik zooveel schuld ooit kwjjtea*, stamelde Hildegard. Koesier slechts niet weer zulke sombere gedachtengeloof, dat ik het oprecht met n meen en tracht gelukkiger te worden, dan uw moeder is gewocst. Dat is alles, wat ik verlang., antwoordde de heer von Hohenfels met een weemoedigen glimlach. Zjj greep sjjn hand, die hjj haar ten af scheid reikte en drukte die vol kinderljjken eerbied aan baar lippen. Toen legde Giabert de roos op den marmoren steen en ging heen om zjjn belofte gestand te doen. Lang zag het meisje hem na en toen zonk zjj weer op de knieën en prevelde een innig gebed. HOOFDSTUK XII. De Vrjjheer begaf sich naar het naburige G. en had daar een langdurig onderhoud met den rechter van instructie, die zeer verbaasd was, hem ten voordode van Hans Rainer te hooren spreken. De rechter schudde het hoofd, want alle getuigen waren het toch met elkaar eens, dat Rainer dikwjjls bedreigingen tegen den Vrjjheer had geuit. Het gerucht, dat Hohenfels ten gunste van den beklaagde had gesproken, verbreidde zich spoedig. Men roemde zjjn edelmoedig heid. zonder evenwel aan de onschuld van Rainer te gelooven. De overheid zag zich thans echter genoodzaakt den gevangene in vrjiheid te stellen. Op den dag, dat dit geschiedde, stond Constance met vlammende blikken tegenover haar echtgenoot. Haar boezem ging onstuimig op en neor, haar handen l»eefden van opge wondenheid en haar weiluidenden stem klonk hard, toen zjj sprak: „Dat is de zelfver loochening toch te ver gedreven. Wat drjjft u er toe als advocaat op te treden van dezen ruwen man, die u, zooals men mjj gezegd heeft, persoonljjk heeft bcloedigd Ik begrjjp zulk een grootmoedigheid niet en ik erken eerljjk, dat ik zulk een handel wjj ze i j" mjj hier beter miIMI zon betitelen. Zwakheid schjjnt t op hare plaats.» Constanceriep Gisbert op een toon, die haar onwillekeurig deed ineenkrimpen. Doch hjj behcerechte zich en kalm, maar toch niet zonder strengheid, vervolgde hjj Gjj hebt uw woorden niet overlogd cn 'igen, doch ee zal ik se verontschuldigen, doch eens altjjd. Ik behoud mjj de volle vrjjheid ▼oor omtrent mjjn besluiten, beslissingen en beheer mjjner domeinen.' Ik donk er ook niet aan mjj daarin te agen,' en haar gelaat kreeg een nog trotscher en vjjandiger uitdrukking. .Doch in dit geval kan ik mjjn verwondering niet ver- zwjjgen. Iedereen in de omgeving beschouwt het, dat Rainer de schurkenstreek heeft ge- pi, ja, men weet, dat hjj door sjjn wraak - t tot de gevaarlijkste anjetten behoort, die het best achter slot en grendel zjjn be waard, en gjj neemt hem in bescherming. Wie weet of bjj niet spoedig een tweede brandstichting waagt, die nu de oerste maal zoo goed is geslaagd De gedachte, dat een adder in mjjn onmiddellijke nabyheid loert, zal mjj iedere vreugde vergallen Uw woede die gjj op reis toondet, schjjnt spoedig be daard. Vroeger hadt gjj toch altjjd een afkeer tegen dezen man.» Dien heb ik oog en zal ik altjjd hebben', antwoordde de Vryheer somber. «Een ver zoening kan tusschen ons niet plaats vinden, al leefden we ook driemaal een menschenlevon. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1904 | | pagina 1