KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulownam
32ste Jaargang.
De Oorlog in het Oosten-
DE ZIGEUNER.
No. 3272,
Zaterdag 25 Juni 1904.
Bureau: Spoorstraat.
Telef 59.
Bureau: Koningetr. 29.
Interc.-Telef. 50.
Aan onze abonré's buiten
de gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonnementsgeld
Vliegend Blaadje en Zondagsblad 2e kwar
taal 1904, te willen overmaken per Post
wissel of in postzegels vóór S Juli,
zullende anders daarover met 5 cents ver
hooging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/s Ct. beplakt
te worden.
Indische Penkrassen.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
65.
Wij zullen het dan heden eens hebben over
de Inlandsche hulpkorpsen op Madoera en
Soerakarta. Wat op die plaatsen toch moge-
lyk bleek, zou overal kunnen worden ver
kregen en, overtuigd als wjj zijn, lo. van de
bedroevend geringe sterkte onzer Indische
Legermacht en 2o. van de financidele onmo
gelijkheid om die armee met een honderd
duizend vrijwilligers aan te vullen, moeten
we practisch zijn en met een minimum van
kosten een maximum van strijdkrachten op de
been brengen.
Daendels was de man, die het eerst een
proef heeft genomen met het oprichten van
geregelde Inlandsche hulpkorpscn. Hij besloot
daarop, op Madoora een legertje te vormen,
bestaande uit Infanterie, Cavalerie, Artillerie,
Pioniers en Piekeniers en omdat hjj daar
voor natuurlyk do instemming der vorsten
noodig had, gaf de practische Landvoogd aan
den toonmaligen Regent van West-Madoera
den titel van Sulthan, terwjjl diens oudste
zoon Kolonel en de jongere, Regent van
PamakaBsan, Overste werd.
Daendels had reeds drie regimenten infan
terie, elk ter sterkte van drie bataljons, toen
de Engelschen op Java landden en do jonge,
nog zeer kort geoefende Madoereesche Barisan
bij de verdediging van Moester Cornelis den
vuurdoop onderging.
Tydens don Java-oorlog van 18251830
streden ongeveer 5000 man Madoereesche
Barisan dappor aan onze zjj de en waar dit
gesohiedde tegenover stamverwanten en go-
loofsgenooton, kunnen we bjjna met zekerheid
rekenen op krachtige hulp der bevolking,
waar het b. v. een rjjk als Japan geldt, be
woond door eene Heïdensche natie, verder
van den Islam verwijderd dan de Christen-
Nederlander. Men zal de menschen echter
moeten organiseeren, wapenen en oefenen.
De echt-Hollandsche sleur en angstvallig
heid verzetten zich tot nog toe natuurlyk
steeds om het werk, door den practischen
Daendels begonnen, verder te voltooien. Had
men de zaak Hink doorgezet, we zouden nu
naast het staande leger over eeno krachtige
Inlandsche militie of Barisan hebben te be
schikken, eene militie, zoowel op Java als op
de Buitenbezittingen.
In 1873 werd een bataljon Barisan inge
deeld bjj de eerste expeditie tegen Atjeh en
by de tweede giDg oen half bataljon mede
naar het front.
In 1875 werden wederom twoo bataljons
op Sumatra's Noordkust in het gevecht ge
voerd en ook op Lombok, na den overval,
werd van de Barisan gebruik gemaakt.
Do kapitein van den Indischen Gcneralen
Staf W. R. de Greve zeide 6 Maart 1902
in de Vereeniging ter beoefening van de
Krijgswetenschap over deze Madoereesche
hulptroepen nog het volgende
«De waarde van deze troepen voor den
stryd tegen den buitenlandschen vjjand wordt
veelal te klein geschat. Velen zjjn van meo-
ning, dat men er eigenlyk goen raad medo
zal weten, en ze hoogstens tot bewaking van
treinafdeolingen of begeleiding van konvooien
zal kunnen bezigen.
«Dikwijls wordt die meening gegrond op
de minder goede houding van de Barisan by
do le Atjeh-expeditie. In de eerste plaats
moet ik er op wyzen, dat oefening en gehalte
van deze troepen sedert de reorganisatie van
1891 enorm verbeterd zjjn, en dat by do
eerste Atjeh-expeditie by de compagnieën
Barisan, behalve voor administratief werk,
goen Europeesch Kader was ingedeeld. In de
tweede plaats heeft men van die troepen
hetzelfde gevergd, wat men eischen zou van
de troepen van het staande Leger.
«Bjj de landing werden ze geheel zonder
steun van andere troepen zelfs bestemd voor
een aanval op een steenen fort, Kota Mogat,
waarvoor Europeesche en Amboineesche Com-
pagniëon reeds tweemaal het hoofd gestooten
hadden.
>Wel is waar werd er toen niet uit het
fort gevuurd en bleek hot later verlaten te
zyn tengevolge van het vuur der marine,
doch onstuimige en plotselinge klcwangaan-
vallen, waaraan de troepen den vorigen dag
blootgesteld waren geweest, waren wel reden
de Barisan wantrouwend to maken tegenover
die stiltedat maakt het wel begrypelyk,
dat het ten aanval voorwaarts gaan eenigs-
zins aarzelend plaats had. By do 2e Atjeh-
expeditie schenen ze veel beter te hebben
voldaan. Generaal van Nwietcn rapporteerde
over hen«de Barisan hebben zich flink
gehouden en met orde gemanoeuvroerd'.
(Generaal Pel nam zo bij zyn 70-daag-
schen veldtocht in de IX, VI, IV en XXVI
Moekims van het begin tot het einde toe
mede, om ze herhaaldelijk in het aanvallende
gevecht te bezigen, niettegenstaande reeds bij
het begin van den voldtocht, 7 veldbataljons
als bezettingen van verschillende posten
werden achtergelaten soms waren toen zelf
standige colonnes nagenoeg geheel uit die
Barisan samengesteld.
(Generaal Vetter rapporteerde vun du by
de Lombok-expeditie ingedeelde Barisan, dat
de geest onder hen zeer goed was, evenzoo
do krygstueht. In het gevecht zyn ze toen
echter bijna niet gebruikt.
(Uit het voorafgaande valt m. i. wel af te
leiden, dat, al moge men do Barisan niet
geljjk kunnen stollen mot do troepen van het
staande Leger, ze toch tegenover don buiten
landschen vjjand zeer goed te gebruiken
zullen zijn in voorbereide verdedigingsstel-
lingen. Ik stel dau echter op den voorgrond,
dat by dc mobilisatie, op dezelfde wyzo als
in 1874 en 1875 in Atjeh en in 1894 op
Lombok, aan die troepen Europeesche officieren
en Europeesch kader moet worden toegevoegd,
zoowel omdat daardoor ongetwijfeld een
krachtige steun aan het moreel van den troep
gegeven wordt, alsook om verzekerd te zyn
van een stramme oefening en eene strenge
handhaving der krygstueht gedurende de
maanden na de mobilisatie en voor het in
gevecht komen dier troepen.
Het komt mij dan voor, dat zij niet achter
gesteld behoeven to worden bij de meeste
Britsch-Indische bataljons, waarbij slechts
weinige Europeesche officieren en in 't geheel
geen Europeesch kader ingedeeld zyn.*
Wjj zullen in een volgende Penkras eens
nagaan, hoe sinds 4 April 1891 de Barisan
van Madoera georganiseerd zyn.
Nieuwstijdingen
HELDER, 24 Juni 1904.
A.s. Maandag 27 Juni zal het 25
jaar geleden zijn dat J. Snel, alhier, als
werkman bij de Gemeente-reiniging in
dienst trad.
VERGADERING
van don Raad der gemeente Helder,
op Dinsdag, den 28 Juni 1901, 'e avonds
ten 77a uur.
Onderwerpen ter behandeling
1. Ingekomen stukken en adressen.
2. Voorstel verbouwing huis Kanaalweg.
3. Af- cu overschrjj vingen.
4. Betalingen onvoorziene uitgaven.
5. Supplctoire begrootingen.
6. Benoemingen.
Kon. Marina-Jachtclub.
Wjj ontvingen lieden de aankondiging
van den roei- en zeilwedstrijd, te houden
op Zaterdag 9 Juli a.s., ter reede van Tex3l.
Het programma is in hoofdzaak gelyk
aan dat van het vorige jaar.
Een nieuw nummer is aan de af deeling
Scherpe en Middeazwaard-Jachten toege
voegd en wel de A. B. C. klasse, te zeilen
volgens het reglement van de K. N. Z.-
en R.-V., gestuurd door H H. lief hebbers,
leden der Jachtclub of eener uitgenood'gde
vereeniging.
In de afdeeling roeivaartuigen zjjn
medailles en prjjzen beschikbaar gesteld,
behalve door de Jachtclub, ook door Z. E.
den Minister van Marine.
In de afdeeling zeilvaartuigen, behalve
door de Jachtclub, ook door H. M. de
Koningin. Z. K. H. den Prins der Neder
landen, Z. E. den Minister van Marine,
den Schout-bjj nacht Directeur en Comman
dant der Marine te Willemsoord, de Marine-
Vereeniging, de Vereeniging »Het Zeewe
zen", d^n heer W. Djjserinck, president van
de zeilvereeniging Ȇet Spaarne".
Door de Naauilooze Vennootschap
»Zuid-Hollandsche Stoomvisscherjj" direc
teur de heer Louis Groen, is heden aan
gekocht de stoomlogger Petronella Neeltje,
V.L. 179" van den heer H. v. d. Boog,
te Vlaardingen. Het schip zal voortaan
den naam dragen van »AIida" en spoedig
ter haringvangst uitgaan.
Da Nedarlandsche haringvloot in 1904.
Niettegenstaande de teleurstellende uit
komsten die de haringvangst in 1903 he»-l't
opgeleverd, is de vloot nog met 30 nieuwe
lojgers vermeerderd daaruit bljjkt, dat
het vertrouwen van velen in die visschery
uog ongeschokt w.
De haringvLot bestaat uit 795 schepen
488 loggers. 47 stoomloggers, 1 motor
sloep, 0 logger bom men en 253 bommen.
In 1904 bestond de vloot uit: 463 log
gers, 50 stoomloggers, 1 motorsloep, 5
ioggerhommen en 271 bommen, een totaal
van 790 scbepen.
Den Helder neemt in 1904 weder met
1 logger aan de haringvisscberjj deel.
Het Duitsch eskader.
Te Vlissingen worden op 14 Juli ver
wacht Kuiser Wilhelm II, vlagschip van
de vlootKaiser Wilhelm der Grosze,
Kaiser Carl der Grosze, Kaizer Fried«rich
III, Wittelsbach, Wettin, Zabringen, Meck-
lenburg, Prinz Heinrich en Blitz, benevens
de 2de klasse torpedoboot Pseil. Slechts
4 vau deze bodems zullen op de haven
komen, de anderen moeten wegens te
grooten diepgang vóór de haven bljjven.
Bovendien wordt nog te Vlissingen ver
wacht de Duitsche kruiser Gazelle, welk
schip daar van 11 tot 17 Juli zal big ven.
De meesten van deze schepen zouden
oorspronkelijk te Nieuwediep zyn binnen
gevallen.
De ingestorte huizen.
De werklieden, die Zaterdagmiddag be
gonnen het puin van de.ingestorte huizen
aan de Da Costakade te Amsterdam weg
te ruimen, schijnen dit spoedig reeds ge
staakt te hebben. Althans de aanblik, dien
de ruïne nu oplevert, verschilt zeer weinig
van dien van Vrijdagmiddag, even nadat
hpt ongeluk had plaats gehad
Het justitieel onderzoek naur de oorzaak
van het ongeval duurt nog voort. De heer
O. B. Posthumes Meyes treedt hier bjj als
deskundige op Reeds moet gebleken zyn
dat de oorzauk niet te zoeken is in een
minderwaardige kwalite.t der gebruikte
specie.
Do plek des onheils ia uog steeds afge
zet en wordt door een tweetal politieagenten
bewaakt.
Wat de acht gewonden betreft die in
het Wilhelmina Gasthuis worden verpleegd,
hun toestand is nog steeds naar omstan
digheden bevredigend.
De heer E. de Lanoy, te Haarlem,
heeft aan de rechtbank het verzoek gedaan
tot zyuer onder curateelestelling, wegens
zwakheid van vermogens.
Men meldt uit den Haag
Als een staaltje van buitengewonen ver-
kiezingsyver bjj de jongste stemming voor
de Provinciale Staten kan worden medege
deeld, dat een der werkers voor de vrij
zinnige caud daten, teneinde een markvenfur
in de gelegenheid te stellen zyn kiezersplicht
te vervullen, in diens oud-roeststalletje op
de Groote Markt ging zitteD, om tydens
de afwezigheid van den koopman de klan
ten te bedienen.
Keizer Frans Jozef heeft zjjn land
Dinsdag minzaam aanbevolen in de gunst
en recommandatie van d»n zyn afscheids
bezoek brengende Chiueezen gezant. Vooral
als China nieuwe oorlogsschepen, wapens
of munitie noodig had, hoopte de Kezier,
dat het om Oostenrijk zou denken, dat de
gew-ardeerde orders eventueel met een
prompte uitvoering zou beantwoorden.
Frans Jozef voegle er de wensch by, dat
de handelsbetrekkingen tusschen Oosten» jjk
en China in 't algemeen tot grootere ont
wikkeling zouden komen.
Het telegram zegt niet, of de Keizer
don gezant ook eenige monsters ter hand
stelde.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oort-Indiê
Verzanding»* eg.
Datum l.t.n *^'V d','
lest busl
P-'t-belo.g, J t/l Po„k.
p. zeepost vis Amsterdem 1 en 15 Juli 7-'esv.
p. zeepoet vis Rotterdam 1 24 Juni 7-—
p. Holl. mail via Geuuu j 28 - 7.'tav.
p. Holl. muil via Msrseille 5 cu 19 Juli 3.30'snam
p Fransche inail via Martcille 24Juni| 7.'aav.
Naar Palembang, Rionw,')
Buolm Hillit- n en 7. IV
Afd. vau Horueo,
p EngeUehe muil via Brindisi 1 en 15 Juli 8.30'smor
p Holl. mail via Genua 28 Juni! 7.'aav.
Naar Atjeh en de Oostkust
van Snmntra
p. Kngelsche mail via llrindiii eiken Vrijdau! 8 30'smor
p Holl. mail via Genua 28 Juni: 7 'aav
p. Duitsche mail via Napela*) 5 en 19 Jnli| 11.30'smor
Alleen nuar Atjeb, Sumatra's Oostkust, Palembang.
Rïonw, Bnnka, Billiton en Z.-W. Afd. van Borneo.
Het overige gedeelte van Ned. Oost-Iodië worilt alleen
op verlangen der afzenders via Napela verzonden.
Naar Guyana (Suriname)
p. zeepost via Amsterdam
p. mail over Engeland
p. mail via St. Nazairc
1 Juni! 7.—
I 18 Juli 7.—
7 Julii 7.—'a
Naar Curagao, Bonaire en Aruba:
p. zeepost via Amsterdam I 28 Juni
p. mail via Soulhomplon j8'^0 Vr(jda^
8.30 m
p. mail via Hamburg .120 en 29 Juni
(alleen op verlangen der
afzenders).
Naar St. Martin, St. Eu.italius en Saba t
p. zeepost via Amsterdam 28 Junil 7.—'aav.
p mail over Engeland I 4 en 18 Juli] 7.—'aav.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-
Riviorkolonie en Transvaal:
eiken Vrjjdag, 3.30 'snam.
Voor Hr. Ms. (Nautilus" naar Las
Pal in as (Gran Canaria)25 en 28 Juni,
naarCadix: 11, 14, 18, 21, 25 en 28 Juli,
7.uur 's av.
Voor Hr. Ms. «Hertog Hendrik*
en (De Ruytor* naar Dronthoim
24 en 25 Juni, dageljjks 3.30 's nam.
Uit het Buitenland.
Het stofleljjk overschot van den
den gouverneur-generaal van Finland is
Dinsdag te St. Petersburg met grooten luister
begraven. Dc Czaar zelve, de grootvorst!-
troonopvolger en de andere grootvorsten waren
by de plechtigheid aanwezig.
Sehuumann, do bedrijver van den moord,
had reeds vóór maanden het plan geopperd.
Op hem moet gevonden zjjn een brief aan
den Czaar, waarin hij de motieven, die hem
tot zjjne daad brachten, uiteenzet. Hjj wjjst
daarin op den treurigen toestand waarin
Finland verkeert, dat zjjne beste en trouwste
burgera ziet gevangennemen en verbannen.
Hjj bezweert den Czaar den toestand to
onderzoeken eu niet aftegaan op de inlich
tingen van den minister voor Finscho zaken,
die geen Finlandcr is, en de zeden en wetten
des landa niet kont. Vorder zegt hij, dat zjjn
daad het eenige middel is, om Finland te
verlossen van een man, dio in spjjt van de
door den Czaar bezworen grondwet, in het
land een toestand van volkomen rechtloosheid
heeft doen ontstaan. De correspondent van
de „Times* weet mede te deelen dat afschrift
van dezen brief reeds voor maanden gezonden
was aan oen vriend, die hem echter niet
mocht openen vóór bjjzondere gebeurtenissen
hem daartoe rechtigden.* Wanneer deze medo-
deeling waarheid bevat is het duideljjk, dat
hier gceno samenzwering bestond en dat dc
moord ook niet is opgestookt door de Zweed-
sclio revolutionnairc partjj in Finland, welk
denkbeeld de Russische pers ingang tracht
to doen vinden. Zal de Czaar door dit alles
zachter gestemd worden voor Finland? Wjj
gelooven het niet.
Keizer Wilhelm is te Cuxhaven aange
komen om tegenwoordig te zjjn bjj den
grooten roei- en zeilwedstrijd en hoeft daar
reeds een redevoering gehouden, waarin hjj
de hoop uitsprak, dat de banden van solida
riteit tusschen de beschaafde volkeren steeds
nauwer zullen worden toegehaald.
Koning Eduard wordt over een paar dagen
verwachtwaarschjjnljjk zal hy ook con be
zoek brengen aan keizer Frans-Jozef.
We hoordon in de laatste dagen weinig
over den toestand in Duitsch Zuid-West-Afrika.
Generaal von Trotha is thans daar aange
komen en zond, nadat hjj zich van den stand
der zaken heeft op de hoogte gesteld, verslag
aan zjjno regeering, waarbjj hjj tevens om
versterking vraagt. Kolonel Leutwein heeft
zich nogal blootgegeven. Enkele Kallerhoof-
den zjjn den strjjd moede, doch de andere
zjjn nog lang niot gezind zich te onderwer
pen. Het heele gebied ten Zuiden van den
Waterberg is nog door een krachtigen en
goed gewapenden vjjand bezet.
Omtrent de Engelscho expeditie in Tibet
deelde minister Brodrick in het Lagerhuis
mede, dat de troepen den 25 Juni naar Lsssa
zullen oprukken, als vóór dien tijd voor de
regeering van Tibet geen bevoogd onderhan
delaar, vergezeld van een Chineesche afge
zant, naar (-'yangtse, het hoofdkwartier der
Engelschen, is gezonden. En daar is niet veel
kans op, want do Tibetaneu wapenen zich
om Lassa te verdedigen. Do «Times* erkent
dat de Tibetanen in den lautstcn tjjd sterk
vooruitgegaan zjjn, zoowat de bewapening als
wat de wjjzS van oorlogvoeren betreft. Het
blud meent echter, dat generaal Macdonald,
wel niet zoo gemakkcljjlc, maar toch zonder
groote verliezen den tocht naar LoAsa zal
kunnen volbrengen. De gezondheidstoestand
en du gocat onder do Engelsche troepen is
uitstekend.
Bjj een tweetal tusschentjjdsche verkiezin
gen in Engeland hebben de Liberalen een
overwinning bohaald op de candidaten der
conservatieve regeeringspartjj.
De «commissie van drio en dertig* uit do
Fransche Kamer richt hare aanvallen vooral
tegen Edgar Combes, den chef van het mini-
striëele kabinet.
Vooral het feit, dat deze de beweerde poging
tot omkoop niet voor den rechter bracht,
meet zij breed uit.
Edgar Combes beweert, dat hjj de zaak
niet vervolgde, omdat Millerand het terwille
van hooge staatsbelangen onraadzaam oor
deelde. Het oordeel dat de Fransche bladen
vellen over de schuld of onschuld van den
aangevallene hangt af van hunne politieke
kleur. Het orgaan van Móline I». v. noemt
den minister-president en zjjn zoon (Onbe
schaafde leugenaars'' terwjjl de «1'etit Bleu
zegt, dat de commissie niet anders poogt,
dan het ministerie ten val to brengen vóór
het wetsontwerp betreffende het orden-onder-
wjjs in den Senaat is aangenomen.
In de Fransche Kamer is een wetsontwerp
aangenomen waarbjj de gemeenten worden
gemachtigd belasting te heflen op piano's.
Terechtstelling van spionnen.
Een der medewerkers van de «Temps*
heeft een Russisch zeeofficier gesproken, bjj
Port Arthur gewond, die naar Italië zou ver
trekken tot herstel vau gezondheid. Deze Rus
was te Charbin tegenwoordig geweest bjj do
gevangenneming, het verhoor en dc terecht
stelling vau de beide Japansohe officieren,
die in Mantsjoerjje een spoorbrug hadden
willen laten springen.
Ik heb gezien, zoo vertelde hjj, dat de twee
spionnen werden opgepakt, ik ben tegenwoor
dig geweest bjj de terechtstelling, dat toonoel
vervolgt rajj steeds ik kan het niet vergeten.
Toen de beide officieren worden binnenge
bracht in het kleine Chineesche vertrek, waar
het verhoor plaats had, toon konden de rech
ters en het publiek, trouwens bjjua uitsluitend
officieren, hun bewondering voor die wakkere
kerels niet inhouden.
Het verboor ging hoogst eenvoudig in zjjn
werk. De beide officieren namen d&delyk de
volle verantwoordeljjkboid van hun daad op
zich ze waren trolsch op hetgeen ze hadden
gepoogd. Zonder trilling van stem noemden
zjj beiden hun naam en hun ambt. Tsjomo
Jokaha, 44 jaar, kolonel van den grooten
staf, als nummer een van de hoogcrc krijgs
school van Jeddo gekomen, zeide de oudste
der beschuldigden, een klein mannetje met
een energiek hoofd.
Teisko Jokki, 31 jaar, zei de ander, kapi
tein van den staf. Deze was grooter dan zjjn
makker. Hjj had ct-n hoekig on zeer bruin
gezicht, en keek cenigszins minachtend naar
de omstanders.
Boeddhist, voegde hjj er bjj.
En u kolonel vroeg de president van den
krjjgsruad, bent n van hetzelfde geloof
Neen president, ik ben ChriBten. Jokoka
bemerkte de lichte verbazing, die er over de
aanwezigen kwam, en hjj verklaarde: Ik
ben wel een echte Japanner, van Japansche
ouders, maar toen ik jong was voelde ik me
aangetrokken tot het zachtmoedig woord van
Christus, en ben ik bekeerd tot het Lutherdom.
Toen de auditeur zjjn requisitoir uitbracht
en de doodstraf door worging eischte, was
er niet eenige aandoening te lezen op do
beide gezichten der Oosterlingen.
De advocaat der Japanners pleitte voor
levenslangen dwangarbeid, omdat de beide
beschuldigden volledig bekend hadden. De
officieren uit het publiok hadden allen een
milde straf verwacht, want de krjjgswet
staat dat toe.
Een half uur werd er beraden. Do krjjgs
ruad veroordeelde de beide spionnen tot do
nllerzwaartste straf, do galg.
Generaal Koeropatkin, die per telegram
het vonnis bevestigen moest, heeft die straf
veranderd in de meer eervolle straf fusilleeren.
De beide Japanners hoorden hot vonnis
aan zonder eanig tcckcn van belangstellig to
geven. Toen zjj oven later vernamen, dat de
wjjzc van executie veranderd was, zeide
kolonel Jokokaik ben gereed.
De kapitein zeide niets hem scheen het
geheel kond te laten.
Jokoka vroeg toestemming om aan zjjn
familie te schrjjven. Daarop omhelsde hjj den
kapitein.
Ik sterf geruster dan u, kolonel, zeide deze.
Waarom dat?
Ik heb mjjn plicht jegenB het vaderland
volbracht en jegens de voorzicningheid en
n hebt nog slechts met het vaderland af
gerekend.
Wat bedoelt u, kapitein
Ik heb veel nagedacht, kolonel, over wat
n mij vnn het Christendom hebt verteld
altijd hebt u daarvan de meerderheid staande
gehouden Ik vind, dat u niet afgerekend
hebt met Christus en ik mjj niets te
verwjjten.
U hoeft misschien gcljjk, kapitein, en
ik heb u een gunst te verzoeken geef
mjj machtiging de duizend roebel, die ik nog
altjjd bjj mjj heb in Chineesch bankpapier,
aan het Russische Roode Kruis te geven,
dat is misschien de eerste w&arljjk christelijke
daad die ik van mjjn leven volbreng.
Na eenig nadenken gaf Jokki toe. Jokoka
gaf het bankpapier aan den Kussischen be
velhebber.
Of dat niet beter voor do families bestemd
was, vroeg do Russische officier.
O, neen, do mikado zal onze vrouwen en
kinderen niet vergeten, was het antwoord.
Reeds wachtte het rjjtnig, dat do veroor
deelden weg zou brengen, en buiten drongen
de menschen om de twee spionnen te zien.
Op do plaats der cxceutie staken beidon
een cigaret op. De kolonel keek zeer somber.
Zjj verzochten, niet vastgebonden te worden.
Do kolonel bond zichzelf een zakdoek voor,
dien de Russische bevelvoerende officier hem
reikte, mnar Jokki weigerde den blindoek.
Daar stonden twaalf soldaten voor den kolonel,
en twaalf s .Maten voor den kapitein.
Als gjj roedeljjdon hebt met deze ongc-
lukkigen, zeide dc commandant tot de soldaten,
mik dan op het hart en zjj zjjn dadeljjk dood.
Dan klonk het salvo.
Jokoka viel opzjj.
Jokki sloeg voorover zonder met do oogon
te knippen.
Beiden waren morsdood onze goede sol
daten hadden medeljjdon met hen gehad.
Het Wladiwostoksche smaldeel is, vol
gens een ambtelijk telegram uit Petersburg,
Dinsdag onbeschadigd in do haven terug
gekeerd, en Kamim >era heeft weer raisge-
vinkt. Toen deze laatste op zjjn basis bjj
Wladiwostok lag, waren de Russen in het
Zuidenop het oogenblik echter dat Ka-
mitnoera in een dikken mist naar de Rus
sen zocht iu de buurt van het eiland
Tsoesjima in de straat van Korea, waren
de Russische kruisers reeds weg naar het
Noorden. De fout ligt ditmaal riet bjj
Kamiwoera, maar bjj dengeen die hem
bevel heeft gegeven, zich van zjjn basis te
verwjjderen. Had hjj de Russen daar kalm
kunnen afwachten, dan zou hg misschien
gelegenheid gekregen hebben, om zich te
meten. Het zou daarom onredelijk zyn,
om aan te dringen op Kamimoeri's zelf
moord of aftredenMaar aan den anderen
kant begrypt men dat men het, om nieuwe
rampen te voorkomen, in Japan wensche-
Ijjk achtte dat het Japansche smaldeel in
de zeeëngte van Korea waakte tegen over
rompeling van andere transportschepen.
Bjj de vernieling van Japansche trans
portschepen zyn waarschijnlijk ook enkele
Engelsche scheepsofficieren verdronken of
gevangen genomen.
De Nippon Joesen Kaisja die ditmaal
een paar van haar groote schepen heeft
verloren, heeft op het oogenblik, van haar
FEUILLETON.
HOOFDSTUK I.
De laatste stralen der scheidene zomerzonno
wierpen baar rosachtig licht over de onaf
zienbare poeszta die groote korenschuur
der Oostonrjjkacho landen en weldra
ademde de gansche natuur do plcchtigo stilte
en den zoeten vrede van den avond. Een
zacht koeltjo strook roet zwak gesuis over de
schjjnbaar eindelooze Hongaarscho vlakte, als
ecu flauw zuchtje van verlichting na de druk
kende hitte van don dag.
Op den zandigen weg, die midden door do
vruchtbare maïsvelden voert, bewoog zich met
langzamen, loomen tred een vrouwelijk wezen,
slank van lichaamsbouw cn naar haar uitor-
ljjk te oordeelen, nog betrekkeljjk jong. Ze
was hoogst armoedig gekleed, en dc bruine
huidskleur zoowel als dc glanzend zwarte
haarlokken, deden terstond in haar de Zigeu
nerin herkennen. De eigenaurdige zeldzame
schoonheid, waarop velen harer jeugdige
stamgenooten zich met recht kunnen beroe
men, was haar door moeder nutuur op bui
tengewoon kwistige wjjze toebedeeeld. Haar
taille was onberispelijk en bare fijn besneden
felaatstrekkeu waren, um zoo te zeggen,
lassiek zuiver. Wel droegen ze op dit oogen
blik den stempel van namelooze smart en
groote afmatting, en tusschen dc donkere
wenkbrauwen lagen twee diepe rimpels, welke
bljjkbaur de l.atste sporen waren eener
nauwelijks te boven gekomen hevige gemoeds
aandoening.
Stevig hield zjj een allerliefsten, kloinen
jongen bjj de hand, wiens teore voetjes nog
met moeite hunnon dienst schenen to ver
richten. Toch trippelde hjj geduldig naast
haar voort, zonder een kik te geveneerst
toen de jonge vrouw zich plotseling tot hem
vooroverboog om hem op liefdevollen toon te
vragen: «Ben jc moe, Gyula?» stamelde zijn
zwak stemmetje, terwjjl er zich op zijn ge
zichtje een pjjnljjke trek vertoonde: (O, ju,
moe erg, heel erg 1"
Het was hem derhalve zeer welkom, dat
zijne moeder, na zyn antwoord al was het
ook onder het loozen van een zwaren zucht
op den zoom van het maïsveld zitten ging.
Gewillig legde de kleine zjjn kopjo in haren
schoot en vljjde zich zoo gemakkeljjk mogelijk
neer. Toon zjj evenwol zjjn hoofdje tusschen
bare heide handen vatte cn een warmen kus
op het blanke voorhoofd drukte, barstte ze
in een krampachtig snikken los.
Niet lang nog hadden moeder en kind daar
gezeten, of een licht gedruisch, dat zich achter
hen tusschen do hooge halmen liet hooren,
deed de Zigeunerin opschrikken uit hars
overpeinzingen, waarin ze langzamerhand
verzonken was. Een jeugdig hoofd, met
scherpe, energischo ljjnen van den Magya-
i rischen typus, kwam eensklaps uit de groene
j wildernis opduiken' en in 't volgende oogen
blik stoud een slank en lenig jongmensch
naast haar in do kleeding der Hongaarscho
tschikos (paardenhocdera).
j Onwillekeurig ontsnapte haar een kreet
j van schrik cd verrassingmaar de andere
lei de vingers op do lippen en fluisterde ge
biedend: (Stil, Julcsa, stil! Ik ben hier zoo
heel veilig niethet minste leven zou mjj
kunnen verraden
Van hare eerste verrassing een weinig be- j
komen, spiedde ze thans met angstige behoed-
zaamheid om zich heen.
Welk een krankzinnige vcrmctolhcid,
Mihalyzei zo zachlkons en op min of j
meer verwjjtcndon toon. Slechts een ellendig j
toeval, en ze moeten je hier ontdekken
Begrjjp je dun niet, dat zo je eenmaal toch
snappen, of je ten minste tot den dood toe
vervolgen zullen, als een wild dier
„Ik woet wel, dat hot hun in dit opzicht
niet aan goeden wil ontbreektklonk zjjn
antwoord en er gleed een glimlach van zelf
bewuste kracht over zjjn gelaat, dat in grenen
dcelo van schoonheid ontbloot was. ,Maar
tot dusverre heb ik nog geen reden om mjj
beangst to maken. Nauweljjks honderd passen
hier vandaan, op eeno veilig© plaats staat
mjjn paard, do beste renner van de wereld.
Van dit dier zullen ze mjj niet scheiden, cn
zoolang ik mjjn •üstromlo* onder mjj heb,
is 't hun onmogeljjk mjj te vangen.*
Hjj ging naast haar plaats ncmon, en de
bljjkhare zorgeloosheid, die uit zjjne woorden
en uit zjjno blikken sprak, miste ook op do
jongo vrouw hare geruststellende uitwerking
niet.
Wanneer ik niet een beetje bevreesd ware
voor uwe veiligheid, Mihaly,* zei ze, ,dan
zou ik mjj van harte verheugen, je nog een
maal weer te zien. Jo weet, dat we vrienden
zijn, en eerlijk gesproken jo toestand
hooft me in de laatste dagen vrjj wat zorgen
gebaard. Maar, bjj alle heiligen, hoe is «lat
alles toch zoo plotseling in zjjn werk gegaan?
Het rechte heb ik er tol dusverre uog niet
van kunnen bcgrjjpen.*
Mihaly keek somber voor zich n«
dau streek hjj met een trotsch gebaar
zjjno bruine lokken naar achteren.
-Hoe dat alles gebeuren kon?* herhaalde
hij. «O, dat is zoo heel vreemd niet. 't Is
nu den vorigen Zondag juist drio weken ge
leden wc zaten toen in de herberg der blonde
Mariska, je weet wel aan den weg, dio naar
Keresztu leidt. Do menschen vertellen immers, i
dat deze Mariska een oogje op mjj hcoft j
geslagenen 't kan best wezen, dat er iets
van waar iswant, sedert ik baar tamelijk
duideljjk aan 't verstand heb gebracht, dat zo
mij volkomen onverschillig is, zet ze alle
knapen, dio in hare netten verstrikt raken,
togen mij op. Vooral hjj Jaucsi, den ljjfhuzaar
van den graaf, had ze, zooals licht te be
grepen valt, gemakkeljjk spel. De kerel toch
kan het mjj nooit vergeven, dat ik 's graven
paard, «Oslromblo*, dresseeren moest, terwijl
hjj mjjnheer de ljjfhuzaar maar niet
met het beest klaar kon komen. Juist op dien
Zondag nu was hjj voortdurend bezig mjj op
alle mogeljjke manieren to sarren cn te prik
kelen. Evenwel, ik bekommerde mjj al even
weinig om hem als om de andere aanwezigen,
en zat rustig in mjjn hoekje mjjn wjjn te
drinkon.
Daar ik zoo kalm bleef, begon do vent
zich zeker te verbeelden, dat ik bang voor
hem was, en iu zjjn overmoed kreeg hjj 't
eindelyk in zjjn hoofd ook jou to beschimpen,
Julesu. Met luider stemme, zoodat het door
de gcheele gelagkamer weergalmde, vertelde
hjj me daar ccne geschiedenis van eene Zigeu-
nerdeern, dio den overleden graaf God
hebbe zjjne zielebjj zjjn leven overal
nageloopen was als een houd, en die men
thans, net als een hond, met schoppen en
slagen wegjagen moest, vóór ze met hare
verlcideljjku bruine oogeu nog een paar arme
tschjiko's den kop op hol had gebracht. Wat
er met uie plaats greep, toeu ik die taal
hoorde, kan ik je niet vertellen, maar 't was
me of ik plotseling oen geweldigen schok
door mjjn binnenste voelde, en eer de ellen- j
deling zulks vermooddc, had ik hem met 1
krachtige hand bjj de keel gegrepen. Met de
snelheid van den bliksem greep de schnrk
naar zjjn mes ik bemerkte het echter ter
stond en was toch Goddank nog vlugger
dan hij. Met een stok, die naast mjj op tafel
lag, sloeg ik hem zoo hevig op 't hoofd, dat
hjj bewusteloos op den grond tuimelde. Ik
dacht niot anders, of de schoelje had er het
hachje bjj ingeschoten trouwens, dat liet
mjj geheel koud. Allen in do tschjardo, met
de lieve Mariska vooraan, stelden zich aan
als razenden se lamenteerden als bezetenen
cn liepen van rehrik do deur uit. Dc eenige,
die bleef en op mjjno hand was, was do
wakkere Forencz.
Hjj hoeft het to bont gemaakt!* moendo
deze, terwjjl hjj me de hand drukte, dn jon
plaats zou ik don schobbejak evonzoo ge-
tracteerd hebben. Maak na echter, dat je
wegkomt, voordat de pandoeren je hier «nappen.
Buiten staat Jancsi's paard nog. Vlug opge
stegen en dan marsch Je leven is cr immers
mee gemoeid Wat kan het je dun nu nog
schelon, of ze zeggen, dat jo ven paard go-
stolen hebt." En hjj had geijjk de bravo
kerel. Ilot was meer dan tjjd, dat ik op den
schimmel van den huzaar dc poeszta inreed,
want do heeron van het gerecht zaten me
gauw genoeg op do hielen. Maar, soomIs je
ziet, hebben ze tot dusverre nog niet veel
voordeel op mjj behaald. Daar het nu toch
eenmaal zoover gekomen was, vereerdo ik
nog denzelfden nacht den stal van den graaf
met een bezoek en vcrwisseldo Janci's paard
tegen «Oa trom blo* van zjjn moester, 't Is een
pracht-exemplaar van een dier, dat mjj vrjj
wat beter kent dan zjjn werkeljjkon eigunaur.
Laten ze thans hun beet maar doen om mjj
te vangen.
Gedurende mjjno omzwervingen heb ik
goede kameraden opgedaanbovendien ben
ik in 't bezit van een geweer, waarop ik mij
verlaten kan. Ik denk wel, dat menigeen
hiermee nog eens eene herinnering aan mjj
zal oploopcn, dio hem zjjn gohcele loven
hengen zal".
Jnlesa had hem al dien tjjd zwjjgend aan
gehoord. Ook was do sombere, strakke uit
drukking niet van haar gelaat verdwenen,
zoodat bet moeiljjk viel op to maken, of haro
belangstelling in het lot van den vervolgde
groot of gering was. Toen Mihaly zjjn verhaal
geëindigd had, keerde zo hem langzaam haar
gezicht toe, waarna ze hem op kaltneu toon
tsevoegde»En hoe zal het met je afloopen,
als ze jc in handen krjjgen Want reken er
op. ceumaal gebeurt dit zeker!*.
Do banneling haalde de schouders op en
iwillokcurig vestigde zich zjjn blik op de
beide hooge hoornen in zjjne onmiddclljjko
nabijheid.
«Welnu, dan zullen ze me ongctwjjfcld
aan den eersten den besten lak opknoojjen
antwoordde hjj op een toon, waarin bittere
humor lag opgesloten. «Ik ben immers een
paardendief en dus vogelvrjj*.
Beiden zwegen een korte poos. Plotseling
evenwel schoof do tschjikos iets dichter naar
do Zigeunerin toe cn begon gejaagd en met
een zekeren weemoed in zjjno stem tot haar
te spreken
(Wordt vervolgd.)