KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulownam 32ste Jaargang. De Oorlog in het Oosten- DE ZIGEUNER. No. 3272, Zaterdag 25 Juni 1904. Bureau: Spoorstraat. Telef 59. Bureau: Koningetr. 29. Interc.-Telef. 50. Aan onze abonré's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zondagsblad 2e kwar taal 1904, te willen overmaken per Post wissel of in postzegels vóór S Juli, zullende anders daarover met 5 cents ver hooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/s Ct. beplakt te worden. Indische Penkrassen. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. 65. Wij zullen het dan heden eens hebben over de Inlandsche hulpkorpsen op Madoera en Soerakarta. Wat op die plaatsen toch moge- lyk bleek, zou overal kunnen worden ver kregen en, overtuigd als wjj zijn, lo. van de bedroevend geringe sterkte onzer Indische Legermacht en 2o. van de financidele onmo gelijkheid om die armee met een honderd duizend vrijwilligers aan te vullen, moeten we practisch zijn en met een minimum van kosten een maximum van strijdkrachten op de been brengen. Daendels was de man, die het eerst een proef heeft genomen met het oprichten van geregelde Inlandsche hulpkorpscn. Hij besloot daarop, op Madoora een legertje te vormen, bestaande uit Infanterie, Cavalerie, Artillerie, Pioniers en Piekeniers en omdat hjj daar voor natuurlyk do instemming der vorsten noodig had, gaf de practische Landvoogd aan den toonmaligen Regent van West-Madoera den titel van Sulthan, terwjjl diens oudste zoon Kolonel en de jongere, Regent van PamakaBsan, Overste werd. Daendels had reeds drie regimenten infan terie, elk ter sterkte van drie bataljons, toen de Engelschen op Java landden en do jonge, nog zeer kort geoefende Madoereesche Barisan bij de verdediging van Moester Cornelis den vuurdoop onderging. Tydens don Java-oorlog van 18251830 streden ongeveer 5000 man Madoereesche Barisan dappor aan onze zjj de en waar dit gesohiedde tegenover stamverwanten en go- loofsgenooton, kunnen we bjjna met zekerheid rekenen op krachtige hulp der bevolking, waar het b. v. een rjjk als Japan geldt, be woond door eene Heïdensche natie, verder van den Islam verwijderd dan de Christen- Nederlander. Men zal de menschen echter moeten organiseeren, wapenen en oefenen. De echt-Hollandsche sleur en angstvallig heid verzetten zich tot nog toe natuurlyk steeds om het werk, door den practischen Daendels begonnen, verder te voltooien. Had men de zaak Hink doorgezet, we zouden nu naast het staande leger over eeno krachtige Inlandsche militie of Barisan hebben te be schikken, eene militie, zoowel op Java als op de Buitenbezittingen. In 1873 werd een bataljon Barisan inge deeld bjj de eerste expeditie tegen Atjeh en by de tweede giDg oen half bataljon mede naar het front. In 1875 werden wederom twoo bataljons op Sumatra's Noordkust in het gevecht ge voerd en ook op Lombok, na den overval, werd van de Barisan gebruik gemaakt. Do kapitein van den Indischen Gcneralen Staf W. R. de Greve zeide 6 Maart 1902 in de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap over deze Madoereesche hulptroepen nog het volgende «De waarde van deze troepen voor den stryd tegen den buitenlandschen vjjand wordt veelal te klein geschat. Velen zjjn van meo- ning, dat men er eigenlyk goen raad medo zal weten, en ze hoogstens tot bewaking van treinafdeolingen of begeleiding van konvooien zal kunnen bezigen. «Dikwijls wordt die meening gegrond op de minder goede houding van de Barisan by do le Atjeh-expeditie. In de eerste plaats moet ik er op wyzen, dat oefening en gehalte van deze troepen sedert de reorganisatie van 1891 enorm verbeterd zjjn, en dat by do eerste Atjeh-expeditie by de compagnieën Barisan, behalve voor administratief werk, goen Europeesch Kader was ingedeeld. In de tweede plaats heeft men van die troepen hetzelfde gevergd, wat men eischen zou van de troepen van het staande Leger. «Bjj de landing werden ze geheel zonder steun van andere troepen zelfs bestemd voor een aanval op een steenen fort, Kota Mogat, waarvoor Europeesche en Amboineesche Com- pagniëon reeds tweemaal het hoofd gestooten hadden. >Wel is waar werd er toen niet uit het fort gevuurd en bleek hot later verlaten te zyn tengevolge van het vuur der marine, doch onstuimige en plotselinge klcwangaan- vallen, waaraan de troepen den vorigen dag blootgesteld waren geweest, waren wel reden de Barisan wantrouwend to maken tegenover die stiltedat maakt het wel begrypelyk, dat het ten aanval voorwaarts gaan eenigs- zins aarzelend plaats had. By do 2e Atjeh- expeditie schenen ze veel beter te hebben voldaan. Generaal van Nwietcn rapporteerde over hen«de Barisan hebben zich flink gehouden en met orde gemanoeuvroerd'. (Generaal Pel nam zo bij zyn 70-daag- schen veldtocht in de IX, VI, IV en XXVI Moekims van het begin tot het einde toe mede, om ze herhaaldelijk in het aanvallende gevecht te bezigen, niettegenstaande reeds bij het begin van den voldtocht, 7 veldbataljons als bezettingen van verschillende posten werden achtergelaten soms waren toen zelf standige colonnes nagenoeg geheel uit die Barisan samengesteld. (Generaal Vetter rapporteerde vun du by de Lombok-expeditie ingedeelde Barisan, dat de geest onder hen zeer goed was, evenzoo do krygstueht. In het gevecht zyn ze toen echter bijna niet gebruikt. (Uit het voorafgaande valt m. i. wel af te leiden, dat, al moge men do Barisan niet geljjk kunnen stollen mot do troepen van het staande Leger, ze toch tegenover don buiten landschen vjjand zeer goed te gebruiken zullen zijn in voorbereide verdedigingsstel- lingen. Ik stel dau echter op den voorgrond, dat by dc mobilisatie, op dezelfde wyzo als in 1874 en 1875 in Atjeh en in 1894 op Lombok, aan die troepen Europeesche officieren en Europeesch kader moet worden toegevoegd, zoowel omdat daardoor ongetwijfeld een krachtige steun aan het moreel van den troep gegeven wordt, alsook om verzekerd te zyn van een stramme oefening en eene strenge handhaving der krygstueht gedurende de maanden na de mobilisatie en voor het in gevecht komen dier troepen. Het komt mij dan voor, dat zij niet achter gesteld behoeven to worden bij de meeste Britsch-Indische bataljons, waarbij slechts weinige Europeesche officieren en in 't geheel geen Europeesch kader ingedeeld zyn.* Wjj zullen in een volgende Penkras eens nagaan, hoe sinds 4 April 1891 de Barisan van Madoera georganiseerd zyn. Nieuwstijdingen HELDER, 24 Juni 1904. A.s. Maandag 27 Juni zal het 25 jaar geleden zijn dat J. Snel, alhier, als werkman bij de Gemeente-reiniging in dienst trad. VERGADERING van don Raad der gemeente Helder, op Dinsdag, den 28 Juni 1901, 'e avonds ten 77a uur. Onderwerpen ter behandeling 1. Ingekomen stukken en adressen. 2. Voorstel verbouwing huis Kanaalweg. 3. Af- cu overschrjj vingen. 4. Betalingen onvoorziene uitgaven. 5. Supplctoire begrootingen. 6. Benoemingen. Kon. Marina-Jachtclub. Wjj ontvingen lieden de aankondiging van den roei- en zeilwedstrijd, te houden op Zaterdag 9 Juli a.s., ter reede van Tex3l. Het programma is in hoofdzaak gelyk aan dat van het vorige jaar. Een nieuw nummer is aan de af deeling Scherpe en Middeazwaard-Jachten toege voegd en wel de A. B. C. klasse, te zeilen volgens het reglement van de K. N. Z.- en R.-V., gestuurd door H H. lief hebbers, leden der Jachtclub of eener uitgenood'gde vereeniging. In de afdeeling roeivaartuigen zjjn medailles en prjjzen beschikbaar gesteld, behalve door de Jachtclub, ook door Z. E. den Minister van Marine. In de afdeeling zeilvaartuigen, behalve door de Jachtclub, ook door H. M. de Koningin. Z. K. H. den Prins der Neder landen, Z. E. den Minister van Marine, den Schout-bjj nacht Directeur en Comman dant der Marine te Willemsoord, de Marine- Vereeniging, de Vereeniging »Het Zeewe zen", d^n heer W. Djjserinck, president van de zeilvereeniging »Üet Spaarne". Door de Naauilooze Vennootschap »Zuid-Hollandsche Stoomvisscherjj" direc teur de heer Louis Groen, is heden aan gekocht de stoomlogger Petronella Neeltje, V.L. 179" van den heer H. v. d. Boog, te Vlaardingen. Het schip zal voortaan den naam dragen van »AIida" en spoedig ter haringvangst uitgaan. Da Nedarlandsche haringvloot in 1904. Niettegenstaande de teleurstellende uit komsten die de haringvangst in 1903 he»-l't opgeleverd, is de vloot nog met 30 nieuwe lojgers vermeerderd daaruit bljjkt, dat het vertrouwen van velen in die visschery uog ongeschokt w. De haringvLot bestaat uit 795 schepen 488 loggers. 47 stoomloggers, 1 motor sloep, 0 logger bom men en 253 bommen. In 1904 bestond de vloot uit: 463 log gers, 50 stoomloggers, 1 motorsloep, 5 ioggerhommen en 271 bommen, een totaal van 790 scbepen. Den Helder neemt in 1904 weder met 1 logger aan de haringvisscberjj deel. Het Duitsch eskader. Te Vlissingen worden op 14 Juli ver wacht Kuiser Wilhelm II, vlagschip van de vlootKaiser Wilhelm der Grosze, Kaiser Carl der Grosze, Kaizer Fried«rich III, Wittelsbach, Wettin, Zabringen, Meck- lenburg, Prinz Heinrich en Blitz, benevens de 2de klasse torpedoboot Pseil. Slechts 4 vau deze bodems zullen op de haven komen, de anderen moeten wegens te grooten diepgang vóór de haven bljjven. Bovendien wordt nog te Vlissingen ver wacht de Duitsche kruiser Gazelle, welk schip daar van 11 tot 17 Juli zal big ven. De meesten van deze schepen zouden oorspronkelijk te Nieuwediep zyn binnen gevallen. De ingestorte huizen. De werklieden, die Zaterdagmiddag be gonnen het puin van de.ingestorte huizen aan de Da Costakade te Amsterdam weg te ruimen, schijnen dit spoedig reeds ge staakt te hebben. Althans de aanblik, dien de ruïne nu oplevert, verschilt zeer weinig van dien van Vrijdagmiddag, even nadat hpt ongeluk had plaats gehad Het justitieel onderzoek naur de oorzaak van het ongeval duurt nog voort. De heer O. B. Posthumes Meyes treedt hier bjj als deskundige op Reeds moet gebleken zyn dat de oorzauk niet te zoeken is in een minderwaardige kwalite.t der gebruikte specie. Do plek des onheils ia uog steeds afge zet en wordt door een tweetal politieagenten bewaakt. Wat de acht gewonden betreft die in het Wilhelmina Gasthuis worden verpleegd, hun toestand is nog steeds naar omstan digheden bevredigend. De heer E. de Lanoy, te Haarlem, heeft aan de rechtbank het verzoek gedaan tot zyuer onder curateelestelling, wegens zwakheid van vermogens. Men meldt uit den Haag Als een staaltje van buitengewonen ver- kiezingsyver bjj de jongste stemming voor de Provinciale Staten kan worden medege deeld, dat een der werkers voor de vrij zinnige caud daten, teneinde een markvenfur in de gelegenheid te stellen zyn kiezersplicht te vervullen, in diens oud-roeststalletje op de Groote Markt ging zitteD, om tydens de afwezigheid van den koopman de klan ten te bedienen. Keizer Frans Jozef heeft zjjn land Dinsdag minzaam aanbevolen in de gunst en recommandatie van d»n zyn afscheids bezoek brengende Chiueezen gezant. Vooral als China nieuwe oorlogsschepen, wapens of munitie noodig had, hoopte de Kezier, dat het om Oostenrijk zou denken, dat de gew-ardeerde orders eventueel met een prompte uitvoering zou beantwoorden. Frans Jozef voegle er de wensch by, dat de handelsbetrekkingen tusschen Oosten» jjk en China in 't algemeen tot grootere ont wikkeling zouden komen. Het telegram zegt niet, of de Keizer don gezant ook eenige monsters ter hand stelde. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oort-Indiê Verzanding»* eg. Datum l.t.n *^'V d',' lest busl P-'t-belo.g, J t/l Po„k. p. zeepost vis Amsterdem 1 en 15 Juli 7-'esv. p. zeepoet vis Rotterdam 1 24 Juni 7-— p. Holl. mail via Geuuu j 28 - 7.'tav. p. Holl. muil via Msrseille 5 cu 19 Juli 3.30'snam p Fransche inail via Martcille 24Juni| 7.'aav. Naar Palembang, Rionw,') Buolm Hillit- n en 7. IV Afd. vau Horueo, p EngeUehe muil via Brindisi 1 en 15 Juli 8.30'smor p Holl. mail via Genua 28 Juni! 7.'aav. Naar Atjeh en de Oostkust van Snmntra p. Kngelsche mail via llrindiii eiken Vrijdau! 8 30'smor p Holl. mail via Genua 28 Juni: 7 'aav p. Duitsche mail via Napela*) 5 en 19 Jnli| 11.30'smor Alleen nuar Atjeb, Sumatra's Oostkust, Palembang. Rïonw, Bnnka, Billiton en Z.-W. Afd. van Borneo. Het overige gedeelte van Ned. Oost-Iodië worilt alleen op verlangen der afzenders via Napela verzonden. Naar Guyana (Suriname) p. zeepost via Amsterdam p. mail over Engeland p. mail via St. Nazairc 1 Juni! 7.— I 18 Juli 7.— 7 Julii 7.—'a Naar Curagao, Bonaire en Aruba: p. zeepost via Amsterdam I 28 Juni p. mail via Soulhomplon j8'^0 Vr(jda^ 8.30 m p. mail via Hamburg .120 en 29 Juni (alleen op verlangen der afzenders). Naar St. Martin, St. Eu.italius en Saba t p. zeepost via Amsterdam 28 Junil 7.—'aav. p mail over Engeland I 4 en 18 Juli] 7.—'aav. Naar Kaapland, Natal, Oranje- Riviorkolonie en Transvaal: eiken Vrjjdag, 3.30 'snam. Voor Hr. Ms. (Nautilus" naar Las Pal in as (Gran Canaria)25 en 28 Juni, naarCadix: 11, 14, 18, 21, 25 en 28 Juli, 7.uur 's av. Voor Hr. Ms. «Hertog Hendrik* en (De Ruytor* naar Dronthoim 24 en 25 Juni, dageljjks 3.30 's nam. Uit het Buitenland. Het stofleljjk overschot van den den gouverneur-generaal van Finland is Dinsdag te St. Petersburg met grooten luister begraven. Dc Czaar zelve, de grootvorst!- troonopvolger en de andere grootvorsten waren by de plechtigheid aanwezig. Sehuumann, do bedrijver van den moord, had reeds vóór maanden het plan geopperd. Op hem moet gevonden zjjn een brief aan den Czaar, waarin hij de motieven, die hem tot zjjne daad brachten, uiteenzet. Hjj wjjst daarin op den treurigen toestand waarin Finland verkeert, dat zjjne beste en trouwste burgera ziet gevangennemen en verbannen. Hjj bezweert den Czaar den toestand to onderzoeken eu niet aftegaan op de inlich tingen van den minister voor Finscho zaken, die geen Finlandcr is, en de zeden en wetten des landa niet kont. Vorder zegt hij, dat zjjn daad het eenige middel is, om Finland te verlossen van een man, dio in spjjt van de door den Czaar bezworen grondwet, in het land een toestand van volkomen rechtloosheid heeft doen ontstaan. De correspondent van de „Times* weet mede te deelen dat afschrift van dezen brief reeds voor maanden gezonden was aan oen vriend, die hem echter niet mocht openen vóór bjjzondere gebeurtenissen hem daartoe rechtigden.* Wanneer deze medo- deeling waarheid bevat is het duideljjk, dat hier gceno samenzwering bestond en dat dc moord ook niet is opgestookt door de Zweed- sclio revolutionnairc partjj in Finland, welk denkbeeld de Russische pers ingang tracht to doen vinden. Zal de Czaar door dit alles zachter gestemd worden voor Finland? Wjj gelooven het niet. Keizer Wilhelm is te Cuxhaven aange komen om tegenwoordig te zjjn bjj den grooten roei- en zeilwedstrijd en hoeft daar reeds een redevoering gehouden, waarin hjj de hoop uitsprak, dat de banden van solida riteit tusschen de beschaafde volkeren steeds nauwer zullen worden toegehaald. Koning Eduard wordt over een paar dagen verwachtwaarschjjnljjk zal hy ook con be zoek brengen aan keizer Frans-Jozef. We hoordon in de laatste dagen weinig over den toestand in Duitsch Zuid-West-Afrika. Generaal von Trotha is thans daar aange komen en zond, nadat hjj zich van den stand der zaken heeft op de hoogte gesteld, verslag aan zjjno regeering, waarbjj hjj tevens om versterking vraagt. Kolonel Leutwein heeft zich nogal blootgegeven. Enkele Kallerhoof- den zjjn den strjjd moede, doch de andere zjjn nog lang niot gezind zich te onderwer pen. Het heele gebied ten Zuiden van den Waterberg is nog door een krachtigen en goed gewapenden vjjand bezet. Omtrent de Engelscho expeditie in Tibet deelde minister Brodrick in het Lagerhuis mede, dat de troepen den 25 Juni naar Lsssa zullen oprukken, als vóór dien tijd voor de regeering van Tibet geen bevoogd onderhan delaar, vergezeld van een Chineesche afge zant, naar (-'yangtse, het hoofdkwartier der Engelschen, is gezonden. En daar is niet veel kans op, want do Tibetaneu wapenen zich om Lassa te verdedigen. Do «Times* erkent dat de Tibetanen in den lautstcn tjjd sterk vooruitgegaan zjjn, zoowat de bewapening als wat de wjjzS van oorlogvoeren betreft. Het blud meent echter, dat generaal Macdonald, wel niet zoo gemakkcljjlc, maar toch zonder groote verliezen den tocht naar LoAsa zal kunnen volbrengen. De gezondheidstoestand en du gocat onder do Engelsche troepen is uitstekend. Bjj een tweetal tusschentjjdsche verkiezin gen in Engeland hebben de Liberalen een overwinning bohaald op de candidaten der conservatieve regeeringspartjj. De «commissie van drio en dertig* uit do Fransche Kamer richt hare aanvallen vooral tegen Edgar Combes, den chef van het mini- striëele kabinet. Vooral het feit, dat deze de beweerde poging tot omkoop niet voor den rechter bracht, meet zij breed uit. Edgar Combes beweert, dat hjj de zaak niet vervolgde, omdat Millerand het terwille van hooge staatsbelangen onraadzaam oor deelde. Het oordeel dat de Fransche bladen vellen over de schuld of onschuld van den aangevallene hangt af van hunne politieke kleur. Het orgaan van Móline I». v. noemt den minister-president en zjjn zoon (Onbe schaafde leugenaars'' terwjjl de «1'etit Bleu zegt, dat de commissie niet anders poogt, dan het ministerie ten val to brengen vóór het wetsontwerp betreffende het orden-onder- wjjs in den Senaat is aangenomen. In de Fransche Kamer is een wetsontwerp aangenomen waarbjj de gemeenten worden gemachtigd belasting te heflen op piano's. Terechtstelling van spionnen. Een der medewerkers van de «Temps* heeft een Russisch zeeofficier gesproken, bjj Port Arthur gewond, die naar Italië zou ver trekken tot herstel vau gezondheid. Deze Rus was te Charbin tegenwoordig geweest bjj do gevangenneming, het verhoor en dc terecht stelling vau de beide Japansohe officieren, die in Mantsjoerjje een spoorbrug hadden willen laten springen. Ik heb gezien, zoo vertelde hjj, dat de twee spionnen werden opgepakt, ik ben tegenwoor dig geweest bjj de terechtstelling, dat toonoel vervolgt rajj steeds ik kan het niet vergeten. Toen de beide officieren worden binnenge bracht in het kleine Chineesche vertrek, waar het verhoor plaats had, toon konden de rech ters en het publiek, trouwens bjjua uitsluitend officieren, hun bewondering voor die wakkere kerels niet inhouden. Het verboor ging hoogst eenvoudig in zjjn werk. De beide officieren namen d&delyk de volle verantwoordeljjkboid van hun daad op zich ze waren trolsch op hetgeen ze hadden gepoogd. Zonder trilling van stem noemden zjj beiden hun naam en hun ambt. Tsjomo Jokaha, 44 jaar, kolonel van den grooten staf, als nummer een van de hoogcrc krijgs school van Jeddo gekomen, zeide de oudste der beschuldigden, een klein mannetje met een energiek hoofd. Teisko Jokki, 31 jaar, zei de ander, kapi tein van den staf. Deze was grooter dan zjjn makker. Hjj had ct-n hoekig on zeer bruin gezicht, en keek cenigszins minachtend naar de omstanders. Boeddhist, voegde hjj er bjj. En u kolonel vroeg de president van den krjjgsruad, bent n van hetzelfde geloof Neen president, ik ben ChriBten. Jokoka bemerkte de lichte verbazing, die er over de aanwezigen kwam, en hjj verklaarde: Ik ben wel een echte Japanner, van Japansche ouders, maar toen ik jong was voelde ik me aangetrokken tot het zachtmoedig woord van Christus, en ben ik bekeerd tot het Lutherdom. Toen de auditeur zjjn requisitoir uitbracht en de doodstraf door worging eischte, was er niet eenige aandoening te lezen op do beide gezichten der Oosterlingen. De advocaat der Japanners pleitte voor levenslangen dwangarbeid, omdat de beide beschuldigden volledig bekend hadden. De officieren uit het publiok hadden allen een milde straf verwacht, want de krjjgswet staat dat toe. Een half uur werd er beraden. Do krjjgs ruad veroordeelde de beide spionnen tot do nllerzwaartste straf, do galg. Generaal Koeropatkin, die per telegram het vonnis bevestigen moest, heeft die straf veranderd in de meer eervolle straf fusilleeren. De beide Japanners hoorden hot vonnis aan zonder eanig tcckcn van belangstellig to geven. Toen zjj oven later vernamen, dat de wjjzc van executie veranderd was, zeide kolonel Jokokaik ben gereed. De kapitein zeide niets hem scheen het geheel kond te laten. Jokoka vroeg toestemming om aan zjjn familie te schrjjven. Daarop omhelsde hjj den kapitein. Ik sterf geruster dan u, kolonel, zeide deze. Waarom dat? Ik heb mjjn plicht jegenB het vaderland volbracht en jegens de voorzicningheid en n hebt nog slechts met het vaderland af gerekend. Wat bedoelt u, kapitein Ik heb veel nagedacht, kolonel, over wat n mij vnn het Christendom hebt verteld altijd hebt u daarvan de meerderheid staande gehouden Ik vind, dat u niet afgerekend hebt met Christus en ik mjj niets te verwjjten. U hoeft misschien gcljjk, kapitein, en ik heb u een gunst te verzoeken geef mjj machtiging de duizend roebel, die ik nog altjjd bjj mjj heb in Chineesch bankpapier, aan het Russische Roode Kruis te geven, dat is misschien de eerste w&arljjk christelijke daad die ik van mjjn leven volbreng. Na eenig nadenken gaf Jokki toe. Jokoka gaf het bankpapier aan den Kussischen be velhebber. Of dat niet beter voor do families bestemd was, vroeg do Russische officier. O, neen, do mikado zal onze vrouwen en kinderen niet vergeten, was het antwoord. Reeds wachtte het rjjtnig, dat do veroor deelden weg zou brengen, en buiten drongen de menschen om de twee spionnen te zien. Op do plaats der cxceutie staken beidon een cigaret op. De kolonel keek zeer somber. Zjj verzochten, niet vastgebonden te worden. Do kolonel bond zichzelf een zakdoek voor, dien de Russische bevelvoerende officier hem reikte, mnar Jokki weigerde den blindoek. Daar stonden twaalf soldaten voor den kolonel, en twaalf s .Maten voor den kapitein. Als gjj roedeljjdon hebt met deze ongc- lukkigen, zeide dc commandant tot de soldaten, mik dan op het hart en zjj zjjn dadeljjk dood. Dan klonk het salvo. Jokoka viel opzjj. Jokki sloeg voorover zonder met do oogon te knippen. Beiden waren morsdood onze goede sol daten hadden medeljjdon met hen gehad. Het Wladiwostoksche smaldeel is, vol gens een ambtelijk telegram uit Petersburg, Dinsdag onbeschadigd in do haven terug gekeerd, en Kamim >era heeft weer raisge- vinkt. Toen deze laatste op zjjn basis bjj Wladiwostok lag, waren de Russen in het Zuidenop het oogenblik echter dat Ka- mitnoera in een dikken mist naar de Rus sen zocht iu de buurt van het eiland Tsoesjima in de straat van Korea, waren de Russische kruisers reeds weg naar het Noorden. De fout ligt ditmaal riet bjj Kamiwoera, maar bjj dengeen die hem bevel heeft gegeven, zich van zjjn basis te verwjjderen. Had hjj de Russen daar kalm kunnen afwachten, dan zou hg misschien gelegenheid gekregen hebben, om zich te meten. Het zou daarom onredelijk zyn, om aan te dringen op Kamimoeri's zelf moord of aftredenMaar aan den anderen kant begrypt men dat men het, om nieuwe rampen te voorkomen, in Japan wensche- Ijjk achtte dat het Japansche smaldeel in de zeeëngte van Korea waakte tegen over rompeling van andere transportschepen. Bjj de vernieling van Japansche trans portschepen zyn waarschijnlijk ook enkele Engelsche scheepsofficieren verdronken of gevangen genomen. De Nippon Joesen Kaisja die ditmaal een paar van haar groote schepen heeft verloren, heeft op het oogenblik, van haar FEUILLETON. HOOFDSTUK I. De laatste stralen der scheidene zomerzonno wierpen baar rosachtig licht over de onaf zienbare poeszta die groote korenschuur der Oostonrjjkacho landen en weldra ademde de gansche natuur do plcchtigo stilte en den zoeten vrede van den avond. Een zacht koeltjo strook roet zwak gesuis over de schjjnbaar eindelooze Hongaarscho vlakte, als ecu flauw zuchtje van verlichting na de druk kende hitte van don dag. Op den zandigen weg, die midden door do vruchtbare maïsvelden voert, bewoog zich met langzamen, loomen tred een vrouwelijk wezen, slank van lichaamsbouw cn naar haar uitor- ljjk te oordeelen, nog betrekkeljjk jong. Ze was hoogst armoedig gekleed, en dc bruine huidskleur zoowel als dc glanzend zwarte haarlokken, deden terstond in haar de Zigeu nerin herkennen. De eigenaurdige zeldzame schoonheid, waarop velen harer jeugdige stamgenooten zich met recht kunnen beroe men, was haar door moeder nutuur op bui tengewoon kwistige wjjze toebedeeeld. Haar taille was onberispelijk en bare fijn besneden felaatstrekkeu waren, um zoo te zeggen, lassiek zuiver. Wel droegen ze op dit oogen blik den stempel van namelooze smart en groote afmatting, en tusschen dc donkere wenkbrauwen lagen twee diepe rimpels, welke bljjkbaur de l.atste sporen waren eener nauwelijks te boven gekomen hevige gemoeds aandoening. Stevig hield zjj een allerliefsten, kloinen jongen bjj de hand, wiens teore voetjes nog met moeite hunnon dienst schenen to ver richten. Toch trippelde hjj geduldig naast haar voort, zonder een kik te geveneerst toen de jonge vrouw zich plotseling tot hem vooroverboog om hem op liefdevollen toon te vragen: «Ben jc moe, Gyula?» stamelde zijn zwak stemmetje, terwjjl er zich op zijn ge zichtje een pjjnljjke trek vertoonde: (O, ju, moe erg, heel erg 1" Het was hem derhalve zeer welkom, dat zijne moeder, na zyn antwoord al was het ook onder het loozen van een zwaren zucht op den zoom van het maïsveld zitten ging. Gewillig legde de kleine zjjn kopjo in haren schoot en vljjde zich zoo gemakkeljjk mogelijk neer. Toon zjj evenwol zjjn hoofdje tusschen bare heide handen vatte cn een warmen kus op het blanke voorhoofd drukte, barstte ze in een krampachtig snikken los. Niet lang nog hadden moeder en kind daar gezeten, of een licht gedruisch, dat zich achter hen tusschen do hooge halmen liet hooren, deed de Zigeunerin opschrikken uit hars overpeinzingen, waarin ze langzamerhand verzonken was. Een jeugdig hoofd, met scherpe, energischo ljjnen van den Magya- i rischen typus, kwam eensklaps uit de groene j wildernis opduiken' en in 't volgende oogen blik stoud een slank en lenig jongmensch naast haar in do kleeding der Hongaarscho tschikos (paardenhocdera). j Onwillekeurig ontsnapte haar een kreet j van schrik cd verrassingmaar de andere lei de vingers op do lippen en fluisterde ge biedend: (Stil, Julcsa, stil! Ik ben hier zoo heel veilig niethet minste leven zou mjj kunnen verraden Van hare eerste verrassing een weinig be- j komen, spiedde ze thans met angstige behoed- zaamheid om zich heen. Welk een krankzinnige vcrmctolhcid, Mihalyzei zo zachlkons en op min of j meer verwjjtcndon toon. Slechts een ellendig j toeval, en ze moeten je hier ontdekken Begrjjp je dun niet, dat zo je eenmaal toch snappen, of je ten minste tot den dood toe vervolgen zullen, als een wild dier „Ik woet wel, dat hot hun in dit opzicht niet aan goeden wil ontbreektklonk zjjn antwoord en er gleed een glimlach van zelf bewuste kracht over zjjn gelaat, dat in grenen dcelo van schoonheid ontbloot was. ,Maar tot dusverre heb ik nog geen reden om mjj beangst to maken. Nauweljjks honderd passen hier vandaan, op eeno veilig© plaats staat mjjn paard, do beste renner van de wereld. Van dit dier zullen ze mjj niet scheiden, cn zoolang ik mjjn •üstromlo* onder mjj heb, is 't hun onmogeljjk mjj te vangen.* Hjj ging naast haar plaats ncmon, en de bljjkhare zorgeloosheid, die uit zjjne woorden en uit zjjno blikken sprak, miste ook op do jongo vrouw hare geruststellende uitwerking niet. Wanneer ik niet een beetje bevreesd ware voor uwe veiligheid, Mihaly,* zei ze, ,dan zou ik mjj van harte verheugen, je nog een maal weer te zien. Jo weet, dat we vrienden zijn, en eerlijk gesproken jo toestand hooft me in de laatste dagen vrjj wat zorgen gebaard. Maar, bjj alle heiligen, hoe is «lat alles toch zoo plotseling in zjjn werk gegaan? Het rechte heb ik er tol dusverre uog niet van kunnen bcgrjjpen.* Mihaly keek somber voor zich n« dau streek hjj met een trotsch gebaar zjjno bruine lokken naar achteren. -Hoe dat alles gebeuren kon?* herhaalde hij. «O, dat is zoo heel vreemd niet. 't Is nu den vorigen Zondag juist drio weken ge leden wc zaten toen in de herberg der blonde Mariska, je weet wel aan den weg, dio naar Keresztu leidt. Do menschen vertellen immers, i dat deze Mariska een oogje op mjj hcoft j geslagenen 't kan best wezen, dat er iets van waar iswant, sedert ik baar tamelijk duideljjk aan 't verstand heb gebracht, dat zo mij volkomen onverschillig is, zet ze alle knapen, dio in hare netten verstrikt raken, togen mij op. Vooral hjj Jaucsi, den ljjfhuzaar van den graaf, had ze, zooals licht te be grepen valt, gemakkeljjk spel. De kerel toch kan het mjj nooit vergeven, dat ik 's graven paard, «Oslromblo*, dresseeren moest, terwijl hjj mjjnheer de ljjfhuzaar maar niet met het beest klaar kon komen. Juist op dien Zondag nu was hjj voortdurend bezig mjj op alle mogeljjke manieren to sarren cn te prik kelen. Evenwel, ik bekommerde mjj al even weinig om hem als om de andere aanwezigen, en zat rustig in mjjn hoekje mjjn wjjn te drinkon. Daar ik zoo kalm bleef, begon do vent zich zeker te verbeelden, dat ik bang voor hem was, en iu zjjn overmoed kreeg hjj 't eindelyk in zjjn hoofd ook jou to beschimpen, Julesu. Met luider stemme, zoodat het door de gcheele gelagkamer weergalmde, vertelde hjj me daar ccne geschiedenis van eene Zigeu- nerdeern, dio den overleden graaf God hebbe zjjne zielebjj zjjn leven overal nageloopen was als een houd, en die men thans, net als een hond, met schoppen en slagen wegjagen moest, vóór ze met hare verlcideljjku bruine oogeu nog een paar arme tschjiko's den kop op hol had gebracht. Wat er met uie plaats greep, toeu ik die taal hoorde, kan ik je niet vertellen, maar 't was me of ik plotseling oen geweldigen schok door mjjn binnenste voelde, en eer de ellen- j deling zulks vermooddc, had ik hem met 1 krachtige hand bjj de keel gegrepen. Met de snelheid van den bliksem greep de schnrk naar zjjn mes ik bemerkte het echter ter stond en was toch Goddank nog vlugger dan hij. Met een stok, die naast mjj op tafel lag, sloeg ik hem zoo hevig op 't hoofd, dat hjj bewusteloos op den grond tuimelde. Ik dacht niot anders, of de schoelje had er het hachje bjj ingeschoten trouwens, dat liet mjj geheel koud. Allen in do tschjardo, met de lieve Mariska vooraan, stelden zich aan als razenden se lamenteerden als bezetenen cn liepen van rehrik do deur uit. Dc eenige, die bleef en op mjjno hand was, was do wakkere Forencz. Hjj hoeft het to bont gemaakt!* moendo deze, terwjjl hjj me de hand drukte, dn jon plaats zou ik don schobbejak evonzoo ge- tracteerd hebben. Maak na echter, dat je wegkomt, voordat de pandoeren je hier «nappen. Buiten staat Jancsi's paard nog. Vlug opge stegen en dan marsch Je leven is cr immers mee gemoeid Wat kan het je dun nu nog schelon, of ze zeggen, dat jo ven paard go- stolen hebt." En hjj had geijjk de bravo kerel. Ilot was meer dan tjjd, dat ik op den schimmel van den huzaar dc poeszta inreed, want do heeron van het gerecht zaten me gauw genoeg op do hielen. Maar, soomIs je ziet, hebben ze tot dusverre nog niet veel voordeel op mjj behaald. Daar het nu toch eenmaal zoover gekomen was, vereerdo ik nog denzelfden nacht den stal van den graaf met een bezoek en vcrwisseldo Janci's paard tegen «Oa trom blo* van zjjn moester, 't Is een pracht-exemplaar van een dier, dat mjj vrjj wat beter kent dan zjjn werkeljjkon eigunaur. Laten ze thans hun beet maar doen om mjj te vangen. Gedurende mjjno omzwervingen heb ik goede kameraden opgedaanbovendien ben ik in 't bezit van een geweer, waarop ik mij verlaten kan. Ik denk wel, dat menigeen hiermee nog eens eene herinnering aan mjj zal oploopcn, dio hem zjjn gohcele loven hengen zal". Jnlesa had hem al dien tjjd zwjjgend aan gehoord. Ook was do sombere, strakke uit drukking niet van haar gelaat verdwenen, zoodat bet moeiljjk viel op to maken, of haro belangstelling in het lot van den vervolgde groot of gering was. Toen Mihaly zjjn verhaal geëindigd had, keerde zo hem langzaam haar gezicht toe, waarna ze hem op kaltneu toon tsevoegde»En hoe zal het met je afloopen, als ze jc in handen krjjgen Want reken er op. ceumaal gebeurt dit zeker!*. Do banneling haalde de schouders op en iwillokcurig vestigde zich zjjn blik op de beide hooge hoornen in zjjne onmiddclljjko nabijheid. «Welnu, dan zullen ze me ongctwjjfcld aan den eersten den besten lak opknoojjen antwoordde hjj op een toon, waarin bittere humor lag opgesloten. «Ik ben immers een paardendief en dus vogelvrjj*. Beiden zwegen een korte poos. Plotseling evenwel schoof do tschjikos iets dichter naar do Zigeunerin toe cn begon gejaagd en met een zekeren weemoed in zjjno stem tot haar te spreken (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1904 | | pagina 1