KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
Di sAM lei Zuidzee
voor Helder, Texel, Wierlngen en Anna Paulowna
Waarschuwing.
FEUILLETON.
No. 3388.
Zaterdag 5 Augustus 1905.
33ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat.
Telef, 59.
Bureau: Konlngitr. 29.
Interc.-Telef. 50.
Projectielen, alsmede be-
standdeelen en stukken
daarvan, afkomstig- Tan de
gcbietoefening-en der Artillerie,
welke gevonden worden op de
Zandplaat Onrust of op de
Texelsche kust of die uit zee
worden opgevischt, zijn 's Rijks
eigendom. Hij die zich deze
[voorwerpen toeeigent is der
halve strafbaar volgens de wet.
Het oprapen en vervoeren
van geladen, niet gesprongen
projectielen islevensgevaarlijk,
ook voor de omgeving van
hem die zulks verricht.
De Commanderende officier van
het 4de Regiment Vesting-Artillerie,
A. W. KATTENBÜSCH.
- Indische Peukrassen,
g. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
116.
)V(ti weel 6611 nieuwtje, een nieuwtje dat nog
niemand weet, dat nog in geen Indische cou-
til rant gestaan heelt en dat telfs in Buitenzorg
p M gohcel onbekend is. De lezers en lezeressen
der Penkrassen zullen dus de primeur hebben
tref «n de Indische Pers zal het misschien uit
Nederlandsche bladen moeten overnemen.
I Zijne Hoogheid de Soesoehoonan wil nog
eene Ratoehuwén, in de stille hoop, dat Allah
Hem dan eens 'n echten Goesti schenkt, die
eenmaal als Pakoe Boewono XI den troon
of liever den dampar zyner vaderen bestijgen
er. »i, waardoor, by eventueel overlijden van
den Vorst, alle mogelyko kweslie's zonden
f worden voorkomen. Ik schroef reeds vroeger u
een on ander uit Solo over de drie pretendenten-
Laop Kroonprins en bun aanhang. Het besluit vau
R._ den Soesoehoenan is dus en zal ook der
Begeering zeer welgevallig wezen. Wie nu
l echter de gelukkig. uitverkorono ziju zal, is
voor het moment nog een onoplosbaar geheim,
Ij misschien weet de Keizer dat zelf nog niet
Do jonge Prinsen waren recht hartelijk on
deelden my mode, dat de Koizer ons om 9
uur 's avonds by den dans der Bedojo's ver
wachtte.
Nu, op het vastgestelde uur marchoer ik
dan ook in groot tenue op, mot de Prinsen
Koesoemo Joeddho on Hadi Widjojo.
Zyne Hoogheid is meer dan vriondelyk,
informeort dadelijk naar Jogjakarta on is
blijkbaar ten zeersto gestreeld, als hy hoort
dat ik het aan het Soloscbe Hof zooveel aan-
genamer vind, dan aan het moer styve Jog-
jasche.
Als ik den Soesoehoenan oindelyk mededeel,
dat ik als persman' per só eens een oogen
blikje rond moet wandelen om de omgeving
coz. op te nemen, gaat Zyne Hoogheid hier
dsdelyk mede accoord en wordt de Kolonel
der Kratontroepen ontboden, om me do noodige
inlichtingen te geven.
Mijn oude vriend Kaden Mas Ario Koesoemo
Winote kwyt zich uitstekend van die opdracht.
Hy vertelt my, dat op hot ruime erf vóór
Vorsten verblyf alleen vrouwen mogen
Bontonnen (kyken), terwyl bniten het hek de
mannen zich verdringen. Het Westerscho
honneur anx dames, dos ook in het Oosten
toegepast, hoewel het wol een beetje tegen
de Oostersche begrippen indruizcht.
Do Pradjoerits houden goede wacht en de
•ukele schalk die, over het bek geklommen,
zich tnsschen de dochteren Eva's waagt,
wordt met de noodige oorvijgen weer netjes
verdreven.
In een ruime bangsal, vlak over de Pendopo,
zitten de gamalanspelers, alsmede de zangers
•n zangeressen, die straks den dans der Bedojo's
sullen begeleiden.
Hechts daarvan zitten de onderregenten
en de subalterne officieren der cavalerie,
allen in de u reeds bekende silahouding, te
wachten op de dingen, die komen znllen.
j In de helverlichte Pendopo sien we, hoe
do Keizer zich met Zyne broeders Prins Pra-
W'iiingrHt en Prins Noto Koesomo aan het
edele belegering.pel wjjdt, p-rwyl links van
Hem de overig© Prinsen, de Ho fdofficieren
van het Kratonleger, d» Regenten en vier
zoons van i'rins Mangkoe Negoro, dio bi*»r
gast zyn, op den grond hebben plaats genomen.
De Keizerin blyft in hare vertrekken, doch
enkele hofdames zijn op het alignement, om
den Keizer te bedienen.
Heeft do ©enigszins klassiek aangelegde
Sultan van Jogjakarta steeds edolknapeu om
zich heen, de meer modern denkende Soesoe
hoenan prefereert „dameabddieniog' 1
Do volle maan schiet hare matgouden
stralen naar omlaag. Ze belicht de schilder
achtige omgeving met dat goddelyke schynsel
der tropennachten, wat wy in Europa slechts
uiterst zelden genieten by helder vriezend
weer.
Nog altyd is Indië my dan bet liefst, als
die prachtige maan door de hoornen achjjnt
en de gamelan haar droomerig-schoone melo
dieën hooren laat, odhn ruil ik Java niet
voor Amsterdam, Parys of Londen, dku zou
ik hier willen blijven tot myn laatsten snik,
om eenmaal te mogen rusten onder het loover
der palmen.
Ik ga thans weer een genot smaken, zóó
hcmelsch goddclyk, zóó intens hoog verheven
bovon ons benaal Westersch gedoe, dat ik
de talenten van 'n Henri Borel, 'n Olto Knaap,
'n Couperus zou behoeven, om u er slechts
een zeer vaag begrip van te kunnen geven.
Deze Penkrae heb ik wel tienmaal omge
werkt, en telkens weer verscheurde ik mis
troostig 't geschrevene, omdat 't zoo ontzet
tend ver bleef van 't geen ik te Perging genoot.
De Indische nachten zyu onzegbaar wee
moedig schoon en harmoniceren zoo geheel
volkomen aan het droef geluid van de gamelan.
Luisterluster m -t aandacht
houd do toonen met uw gehoor vast en neem
ze op in u, doo ze samenvloeien met uw
st< mming, teweeggebracht door den wonder-
sta'igcn nacht.
'n Droeve melodie stillezacht geprevel, 'n
klagelyke wys, toch helder en sonoor, gelyk
het maanlicht schynend in een land van ne
vel, of als 'n klare stem, zich uitend wanden
door. Hoe droomerige klank, zoo wondervol
van beving, komt schuchter en vol schroom
den luist'raar tegemoet.
.'t In teere droefenis, melancholies herle
ving, aanruischend, in een kalmen reinen tonen-
vloed
Daar breekt 'n zwaar slaginstrument de
wceke stemmingde maat wordt dra versneld
en derhytmi'-k verkort'n Woeste tonenhorde
klankt op zonder stremming, als bad zy zich
tot stryd, de lendenen omgord. Zy deint nu
hevig op, ze dondert door de luchten en
vaurt on woedt en stormt, verzadigd van de
smart.
Slechts hier en daar, wat weif'lend nage-
galm van zuchten, al spoedig door den wil
den luiden drom overstemd.
Een tecre, broze toon maar blyft gestadig
klinken, trots overmacht en praal van al het
krachtgeluid
Hoor, hy wint veld l Hoor, hoe de
luchthestormers zinken'n Wyle nog en het
geweld is plots gestuit-
Thans ranken om dien teeren toon zich
klankfiguren, heel fyu en ylgeheimeniavol
subtiel.
„En vrederijk blyft deze stemming lange
duren; de stemming van gelatenheid der moede
ziel
I Zóó schreef de begaafde Sastro Prawiro
(Otto Knaap) in hot Muziektijdschrift „Cecilia"
van 15 November 1902 en al is zyn rhyt-
I mirch proza ook ver verheven boven mijn
eenvoudig Pongekras, tóch geeft onze talent-
volle knnstkritiens van de Telegraaf, onze
hier op Java geboren auteur, wien 't Oostersch
1 blood door do aderen vloeit, m. i. slechts zeer
ft huw weer, wat ik na weer op Pcnging te
I genieten kryg.
Misschien is onze taal te koud, misschien
zon men Italiaansch of Spaansch moeten schry-
ven of wellicht ook heeft Otto Knaap het
slechts gehad over een gamelan van Batavia,
die zich dan verhoudt tot eene van 't Soloscbe
Hof, als een troepje Doitsche straatmuzikanten
tot het bekende strijkorkest der Grenadiers.
Hemelsche klanken begeleiden er een stem-
menkoor, waarin na eens het sachtvrouwe-
lyke, dan weer de diepe bastoon van mannen
of de heldere knapenzaug domineert.
De bedejo's, negcaj zwezende zielen, komen
langzaam aangetrild. In extase zicB wy toe-
j Die zachte gratie grenst aan 't onstoftelyke
Ons hoogere ik ontwaakt nu, 't herinnert zich
t'n afstraallevens in de hoogere gebieden,
ontworstelt zich aan het plompe grofstoftslyke
lichaam van deze aard» ro weent van heim
wee. Daar is dus de betnolsche sfeer, als
geopenbaard aan 'toog van den nietigen
aardbewoner. Myn God, myn God, wat is
dat schoon 1 Dat kan niemand beschryven I
De muziek zwijgt. De Javaansche hofdan
seressen zyn er weer zacht weggegleden en
ik hoor plots achter my de stem van myn
vriend Pinilih Hé, boy, hoe vind jo dat on
Dal it toch nog wat anders dan jullie cake-
walk I"
Ja, zeker, brave kerel! Wy Europeanen
zyn je tol nog toe de haas in allerlei exacte
kennis, maar, ik erken 't volmondig, wy zyn
niet zoover in deze kunst. Daarin zyn de
Indiërs ons verre vooruit en vooral do Ja
vanen met hun Hindoezielen moeten wy op
dit gebied als superieuren beschouwen
We gaan weer naar hoven en maken ons
welgemeend compliment aan Zyno hoogheid
over den meer dan bevalligen natuurdans
Zyner bedojo's.
,Ook in de krant schryvcn, hoor I" zoo
zegt my de Vorst, niet begrypende, dat slechts
een groot Meester in de woordenkunst zou
kannen weergeven, wat myn ziel zoo juist
genoot.
Na de bedojo's krygen we wirëng een
dansspel voor mannen.
I Dal is niet zoo mooi, alhoewel toch nog
heel wat verheffender dan onze kruispolka!
I De jongere broeder van Zyne Hoogheid
Bcndoro liadvn Mo Nurojono, veertien jaar
I oud, is als 'n oud Javaanscbu Prins gekleed
en heeft te stryden met een monsterachtige
reus, zyn dansmeester Konggo Mangoen Ma-
i taj i. Natuurlyk wordt do reus eindelyk door
een boogschot gedood.
j Na de Wirèng weer een uur van verfynd
genot een serimpidaus, door vier jonge meis-
•jee uitgevoerd. Het ryn nichtjes van Zyne
Hoogheid, veertien a vyltien jaar oud, dio
zoo mogelyk de bedojo's nog overtreffen in
hemelsche gratie
Dit is nn wel de mooiste avond geweest
van myn geheele loven.
Lt. Clockknek Bkousson, b. d.
Penging.
Uit het Buitenland.
Engeland zendt twaalf panterschepen en
vyf kruisers naar de Oostzee, om
oefeningen te honden.
Dat wil zeggen, volgens graaf Ksv-entlow,
een specialiteit in maritieme kweslie's, een
oorlog voorbereiden door peilingen te doen
in de Sond en de boido Beits, door het foto-
graieeren van belangrijke punten aan de
kust, door hot opnemen van bestaande ver
sterkingen enz. In hoeverre zulks waar is is
moeielyk uit te maken, doch wordt hierdoor
do verhouding tusschen Duitschland en Enge
land sterk gespannen. Wol wordt van Engelsche
zyde beweerd, dat dit alleen geschiedt om
een vloot-manoenvre in open zoo te houden,
maar daarvoor behoeft de vloot niet door do
Oostzee te stoomen. De ware bedoeling is
zeker wel een demonstratie tegen Duitschland.
De Doitsche pers geeft dan ook op ondub
belzinnige wyze te kennen op zulk een visite
allerminst gesteld te zyn. Enkele bladen be
weren, dat Duitschland zoo spoedig mogelyk
met do andere Oostsee-staten een overeen
komst moet sluiten, waarby de Oostzee, alleen
toegangelyk voor do oorlogsbodems van de
omliggende landen verklaard wordt. Andere
bladen, als de Voas. Ztg., willen zoover niet
gaan, want, laten zy er evenmin vriendelijk
op volgen, Duitschland is sterk genoeg om
eiken aanval op zyn kosten af te slaan.
De Engelsche pers doel alsof te zeer veront
waardigd is over de achterdocht der Duitschers
en vindt daarin zelf aanleiding de verant
woordelijkheid voor mogelyke conflicten al
vast op Duitschland te werpen. Do zenuw
achtigheid aan beide zyden bcwyst dat het
politieke ovenwicht verbroken is en het noch
de Doitsche noch de Britsche regeering ernst
is met baar beweerden ijver tot bewaring
van den vrede. De „Pall Mali Gazetts'
steekt evenwel den draak met deze opwinding
en vraagt of de warme luchtstroom het oor
deel en den aard van politici en publicisten
heeft aangetast. Nu, wy willen hopen, dat de
geruchten van komende oorlogen praatjes zyn
om dezen komkommertijd eenigszins belang
wekkend te doen schijnen.
Het ongelukkige Rusland is nog niet aan
het einde van zyn rampspoed uit verschil
lende streken van Midden- «n Oost-Rusland
komen zeer treurige oogstberichten binnen.
De zomer is al te droog ge «eest en het uit-
bljjven van regen heelt alle hoop der Russi
sche boeren vernietigd; een hongerjaar staat
te wachten. De eenige hoop is nog op de
regeering gericht, terwyl het verschijnsel van
boerenopstanden zich vertoont. Men loopt
reeds in de dorpen naar het raadhuis en
roept«Geeft ons onze mannen terug, of
voedt ons.* Hot spook van de hongerjaren
1891 en 1897 dreigt weer bovan Rusland.
De ministerraad is weer aan het beraad
slagen over 't ontwerp Boclygin, en wel over
byzaken. Den 12en Aug. zou dan het mani
fest tot instelling der Volksvertegenwoordi
ging verschynon.
Ondertosschon wordt alweer beknibbeld op
de toegestane godsdienstige vrijheden. Zoo is
er onlangs een oekaze verschenen over de
geloofsvrijheid en deze had ten gevolge, dat
in de westelijke provinciën oen aantal .lersonen,
die ongetwyfeld reeds vroeger in het geheim
aan hangers waren geweest der Katholieke
kerk, thans publiek zich in don schoot dier
kerk lieten opnemen. Dit schynl de regeering
niet verwacht te hebben, althans se wil de
toegestane vryheden weder verkorten. Wie
thans voor orthodox te boek staat en over
wil gaan, moet beginnen een verzoek te
richten tot den gonverneur. Deze stelt -het in
handen van de geestelijkheid, die nagaat,
welke redenen den verzoeker leiden tot den
gcwcnschtcn overgang en bovendien alles in
het werk stelt «in hem te overreden het
orthodoxe geloof niet ontrouw te worden.
Kerst als alle pogingen daartoe afstuiten op
de gemoedsbezwaren van dion persoon, zal de
ovtrgang worden toegestaan. Maar er is niet
bepaald hoeveel tjjd aan do geestelijkheid
voor hare pogingen tot overreding is toege
staan on van wolke middelen se zich mag
bedienen.
De Turksche politie zet mot grooten jjver
haar onderzoek naar de bedryvers van den
aanslag op den Sultan voort. Er moeten reed*
niet minder dan 3000 personen van allerlei
nationaliteit en godsdienst in voorloopige
hechtenis zyn genomen. Maar men kwam
geen stap verder, de ware dader werd nog
niet gevonden. Thans echter komt een zeer
belangrijk bericht nit Konstautinopel. De
correspondent van het Berl. Tagebl.* aldaar
deelt namelyk mee, dut een hoogwaardig
heidsbekleder van het keizerlijk hof is gevan
gen genomen verdacht van medeplichtigheid
aan den aanslag op den Sultan.
Belangryk is dit bericht, omdat reeds
eonige dagen geleden een ooggetuige van bet
gi.buurde in een te Praag verschijnend blad
«en uitvoerig relaas gaf en daarby meedeelde,
dat onmiddellijk na de outplnftlng van den
boni oen aantal officieren mei getrokken sabel
op het rijtuig van don Sultan toesnelden. L)e
vorst ontkwam slechts aan het dreigende
gevaar door do trouw en de toewijding van
zyn lijfgarde, die de aanvallers neemabnlde.
De ooggetuige kwam door dit incident tot
de overtuiging, dat men hier te doen had
met een militair complot. Indien het bericht
van het «Berl. Tagebl.' juist is, sou deze
overtuiging hierdoor wel worden versterkt.
Nieuws ty dingen.
HELDER, 4 Aug. 1905.
Da matroos 2a kl. Andriessea deser
teerde vau Ur. M>). Gilde, land kort voor
het vertrek uit Iadiü Zyn naam vervalt
dus van de bemannigsljj-t, verleden week
io ons blad opgenomen.
Bevorderd met ingang van 1 Juli
tot klerk der postergsu en telegrali lvte
klaise, de klerk 2 le kUsse ra-j. J. M. Leger.
De heer E H. Ooatenbrug is met ingang
«au den lsten dezer aangesteld tot Rgks-
k"urmeester van vee en vleesch aan de
export-slagerg te Uarliogen.
Voor het eindexamen II. B. S. is t*
Haarlem geslaagd de leerling J. Begers
de Jongh alhier.
De heer 3. Dalmeger, alhier, heeft
met gunstig gevolg te 's-Gravenhsge het
examen afgel-gd voor de Eugelsche taal
(L.O)
Wieriogerwaard, 1 Augustus. G*de
puteerde Staten van Noord-Holland hebben
aan het comité voor het tramplan Wie
lingen—Schagen" bericht, dat zg bereid
zgn a-in Provinciale Staten voor te stellen
het verleenen van een renteloos voorschot
en deelneming io het maatschappelijk
kapitaal tot een gezamenlgk bedrag van
163,333, zynde van f 490.000 of de
kosten, waarop de aanlr-g dezer spoortram-
verbindiog is begroot.
Als hoofdvoorwaarden daarby is echtsr
gesteld, dat zekerheid zal verkregen zgn
omtr<nt de resteerende twee derd-n, en wel,
dat deze door het rgk en belanghebbenden
zullen worden bijgedragen.
Zulphsn.
De te Zutphen g-houden stemming voor
een lid van de Tweed) Kamer (vacature
door het bedanken van mr. Borgesins)
h ft den volgenden uitslag gehad:
Aantal geldig uitgebrachte stemmen
6787. Hiervan verkregen de heer W. P.
G. Helsdingen (soc.-d©m917. de heer
F Lieftinck (L. U3085, de heer R. P.
J. Tutein Nnlthecius 2835 stemmen. Kr
moet du* herstemming plaats hebben tus
schen de heeren Lieftinck en Tutein
Noltheniu*.
Bg de stemming op 16 Juni j I zgn er
in het district Zutphen uitgebracht, 7475
geldige stemmen, waarvan de heeren Goe
man Borgeziua (L U.), Van der Goes (toc.-
dem en Talma (antir.) er re«p»ctievelgk
verkregen 3484, 628 en 3368,
Kg de herstemm Dg op 28 Juni zgn er
7613 geldig» stemmen uitgeb-acht. waarvan
i mr Goeman Borgesiu* er 4137, d*. Talm*
er 3476 had
i Het aantal kiezers in het district Zntphen
is 8175.
Bevende Huizen.
j Naar het Vad. verneemt, is een ernstig
I onderzoek in gang van een commissie van
gemeente ambtenaren naar de oorzaken
j van het beven vau verschillende Schevening-
scbe huisen.
Dinsdagmiddag is in de damesbaden
Ite Scheveningen eene jonge dame van 17
jaar, die zich, trots alle waarschuwingen
en vermaningen van dan badman en d»
j bad-touw, te ver in zee had gewaagd,
plotseling weggezonken.
De badman Toet, die zich het dichtst in
hare nabgheid bevond, zwom haar on-
mid lellgk na, dook, doch waarschgnlgk door
I v.jjn zware kleeding in zgn bew-ging ge-
hiuderd, kwam ook bg niet meer boven.
Dadelijk toog men met paird en zwemmers
en Ijjnen op redding uit en men slaagde
er dan ook in, Toet op het strand te bren-
gen.
Dad'-iyk werden door 4 doctoren en eeu
pleegzuster alle pogingen in het werkgesb-ld
om de levensgeesten wed»r op te wekken,
welke pogingen echter vergeefs bleken.
Het verdronken jonge meisje ia juffrouw
R uit Berlgn, dochte* van een expediteur
ald tar, die met zgn familie te Schevenin-
g*n verto-ft.
Toet was voor de tweede maal gehuwd
eu laat een vrouw met acht kinderer ach
ter, onder wie nog zeer jeugdige.
Voor het vinden van h9t Igk van mej.
Rhotenstein, de dame die in zee verdronk,
is door den vader f 1000 belooniug gesteld.
Te Dorp gemeente Havelte (Dr), ia
een moordaanslag gepleegd, op den land
bouwer v. L. Eerst werd in zgn woning
een ruit verbrgzeld. Toen v. L. daarop uit
b«-d sprong en een revolver wilde grgpen,
viel er een schot door h«t raam. Een 40-
tal hagelko'rels troffen v. L. in deo a'm, ter
wyl de overige hagel* io de bed-tede «Joe
gen en het 2-jarig dochtertje doodelgk in
het hoofd treffen.
Van den dader geen spoor.
Bljjkens bg de Regeering uit lodië ont
vangen bericht zgn 28 Juli bg Badj >a
zw.«a- gewond de matroo» 3 kl isse W. Wel-
man licht gewond de kwartiermeester P.
Erkelens, de ma'rooi le klasse F. Smit,
de matroos 2e kloste J. Lmgeuberg en
A Koenegnu, de matroos 3e klasse W.
Visser en ds marinier le klasse J. Smits.
af 30 Juni voor allen in- en uitvoer ge
sloten.
In verband hiermede zgn de comman
danten van land- en zeemacht, de expeditie
commandant en de chef van den staf dtr
rxpeditie tegen 6 dezer door den gouver
neur-generaal opgeroepen.
De resident van Bandjermauin seinde 2
dezerciviel getaghebber Mocara Tewe
I rapporteert dat 29 Juni de Selaton io
Tewoh-rivier bg kampong Hadjah ia he-
schoten. Luitenant ter zee Van Slootan
werd licht gewond.
Op 2 Juli werden aan den vorst van
Goa teruggegeven al de destyds op last
van den gouverneur io beslag genomen
kostbaren poesaka en andere goederen,
toebeboorende aan de prinsen vau Goa
en hun volgelingen, die op weg uaar
Djampoea door h^t stoomschip Zwaan
we'den aangehouden en opgebracht.
De vorst van Goa w<-igerde de goederen
te ontvangen en zond die aan den gouver
neur terug.
Blykens een 4 Juli bg de regeering ont
vangen telegram van den gouverneur van
Celebee heeft ook Loewoe geweigerd onze
eirchen in te willigen.
Het was te voorzien dat dit oproerige
rgkje zich, evenals met Goa en Wadjo het
geval ral zjjn. hg Boni zou aansluiten,
z«gt het »B. N.«
Loewoe omringt het noordelyk deel van
de Golf van Boei en grenst te zuiden aan
Wadjo.
Het geh*e|e land is zeer bergachtig;
langs de Oostkust van da Golf van Boni
loopt het gebergte steil in zee af
Alleen langs de west- en noordwestkust
wordt vlak land aangetn ffen Die vlakten,
welke zich eeoige kilometers landwaarts
uitstrekken, zgn net meest bevolkt.
Onze kennis van de wegen in Loewoe
is uiterst geringonze troepen sullen er
dan ook, indien zg er noodig zgn, een
harden dobber hebben.
De bevolking wordt gpschat op ongeveer
20J,000 zielen, voornamelijk beataaoda nit
Bo 'giueezen. Het aartal et'gdbare mannen
is niet bg benadering op te geven. Alleen
weet men, dat de hoofdstad Paloppo en
omstreken ongeveer 1500 strydbare mannen
zou kannen leveren.
Een vgnnd dus, m <t wiens sterkte en
wjjze van oorlogvoeren wjj niet bekend zgn.
Baan er troepen genoeg naar Boni 7
Over het antwoord op deze vraag kar
nen Java Bode en Soef. Hbl. het blgkbaar
niet e«n» worden. De Java Bod» bregfert
dat de commandant dercxpediiionaire macht
nog bcechikt over een duizend man van do
mArine-landings-divisie, een krachtige ver
sterking, welke do troepenmacht op 2500
man brengt.
En dat geeft inderdaad een beteren in
druk dan twee en een half bataljon zon
der meer.
Uit de mail.
Hli
0UNI-
De gouverneur van Celebes seinde 2 Juli
Inwilligiog eiech door radja Boni gewei
gerd. Hem kennis gegeven landschap van
De moord op de Duivelsberg
bij Berg en Dal.
(Vervolg.)
De zittingen van het hof van gezworenen wer
den Maandag 1.1. hervat. Toen moeeten nog 81
getuigen worden gehoord. De meeaten legden
verklaringen af, tn seor verwyderd verband
tot de zaak staande.
Bij de opening der siuing van Dinsdag
voor het Hol van Gezworenen te Luik deed
de advocaat-generaal mededeeling van inlich
tingen, die hfj ontvangen heeft omtront den
man. die Cherpion aan het station te Vieé
sou gezien hebben, in den avond van den 18
Februari om 6 aar. Die man was dronken
geweest sn had daar een twist veroorsaakt,
waarover Cherpion gesproken had. Niet op
de I8en, tooals deze beweerde, maar op den
20en was het geweest
Vervolgens kwam aan 't woord Mr.
Tschuffea, de advocaat die sicb civiele partij
Seteld heeft voor den Vader van Mari»
roixhe. In een lang pleidooi geelt hjj het
verbaal, hoe het leven was van hel meisje,
dat hoewel argeloos en wispelturig toch rerlyk
was. Er is geeo enkel feit, waardoor sulks
ontkend kan worden.
Wat Cherpion betreft deze schetst hy als
juist deo man voor dien misdaad in staat,
mtd» 17.)
k W
Bene
HOOFDSTUK XIV.
Het liep tegen den avond. Perkins rat
o*er een bundel papieren gebogen cn sta
dfrde nog, terwyl zyne klerken reed* naar
huis waren gegaan, behalve Ned, dio zyn
pstroon nooit alleen liet.
M «Wat is er Ned?» vroeg Perkins, toen hy
u. *Ön rerlrouweling zag binoentreden.
«Mynheer, er is iemand, die u wenscht te
TL «preken. Hy zegt, dat hy Deep heet
Vlag als een aal werkte op datzelfde
i Oogenblik een jongmensch zich voorby Ned
roerhj de kamer binnen het jongmensch leek op
KJO»| het eerste gezicht wel een vagebond.
Cos .Het is Deep maar, mynheer Perkins,*
p|»<) sprak hy bescheiden, terwyl hy stok cn hoed
g luf op ^en stoel legde.
'Ah zoo, zjjt gy daar, Deep P GoedGa
inifS naar heen, Ned,- zei Perkins, en toen Ned
de deur achter zich gealoten bad, vroeg hy:
W»1 Deep, wat voor nieuws brengt go?'
.Niels, mynheer Perkins. Ik kom inder-
daad alleen om u te zeggen, dat ik geen
nieuws heb.»
j,,, »Dat is om wanhopig te worden, Deep.»
Zoo is het werkelyk, mynheer. Het lykt
ne een wonder. Wy hebben het signalement
•w al onze agenten gegeven racer dan
tweehonderd. Ze hebben een en twintig ged
achtige mannen gevondendaarvan snorkten
KL
dertien in hun slaap, vyf hadden een ge
spleten oorlapje en twee hadden een litteeken
aan het voorhoofd. Maar geen enkele was de
man, dien wy zoeken. Het is om wanhopig
te worden.»
.En toch moet die man gevonden worden,
Dorp. Daar hangt veel, zeer veel van af.-
Dat is my onverschillig, mynheer. Als
my wordt opgedragen iemand op tc sporen,
doe ik al het mogelyke om hem te vinden.
Maar alle moeite is in dit geval tevergeefs
gedaan. Green is verdwenen, alsof de aarde
hem heeft verzwolgen. Of hy is niet moor in I
Londen Het is om moedelooste worden.' j
.Hoor eens, Deep, ge moogt den moed
niet verlieirn. Houd het hoofd boven water,
zoolang ge kuntMooi honden Wy moeten
hem vinden en wy zullen hem vinden ook-.
Deep nam zyn hoed en stok weer op.
(Vaarwel, mynheer Perkins. Het mogelyke
tal gedaan worden. Gjj weet wy stellen prys
op onze klaoten, en trachten aan hunne op
drachten te voldoen. Maar nog nooit hebben
wy zooveel moeite gehad als met dien ver-
wenschten GreenZon hy misschien dood
zyn
O noen, dat geloof ik niet, Deep Houd
maar moedEn als ge hem vindt, knnt ge
op een extra beluoning rekenen.*
.Vaarwel, roynbeer Ferkins..
Deep ging been. De voorgespiegelde extra-
belooniug scheen hem zoo te bezielen, dat
hjj geen minuut wilde verloren laten gaan.
Toen by een eindje geloopen had, haalde
hy een stuk brood uit zyn zak en voederde
daarmoc de duiven, die op eoo pleintje rond-
trippelden. Terwyl hy dit deed. kwam er
een kleine dikke vrouw naar hem toe.
.Geen nieuws, juffrouw?' vroeg Deep.
„Niets, Deep', antwoordde de vrouw, en
Deep stak syn brood weor io des zak, zonder
zich verder om de duiven te bekommeren.
Herhaaldelijk een zyslraat inslaande, nu eons
rechts, dan weer links, ging hy in de richting
van de Hollborn-viaduct. Onderweg trad bjj
nn eens een hotel, dan weer een kruideniers
winkel, verder weer een loge meetje binnen,
en overal deed hy navraag. Overal ook kende
men hein, en gaf men blyken van geheime
verslandhouding.
Het was reeds donker, toen Deep aan de
Theems een klein logement, De drie Kronen»,
binnentrad. Het ging daar nogal luidruchtig
toe. Daar zaten matrozen le drinken, te
zingen, te rookt-n en te twisten, maar Deep
ging toch naar binnen en drong langzaam
voort, totdat hy by de toonbank atond,
waarachter een dikke, tamelyk bejaarde
vrouw zat.
„Ken arme reiziger', sprak Deep, terwyl
hy syn hoed vooruitstak, alsot hy een aal
moes verwachtte.
Myn God, het is Deep. Ik schrik ervan',
fluisterde de vrouw.
Hebt ge niets voor mjj, juflrouw Westers
De vrouw zei niet* meer, maar nam nit
hare toonbanklade een opgevnnwen papiertje,
dat zy Deep in den boed wierp. Deep ging
been, doch nauwelyks was hy op straat, ot
b(j ontvouwde het papier en las de weinige
woorden, die op den gedrukten signalement-
staat hygrachreven waren. Die staat bevatte
bet signalement van Thomas Green, zooals
de markiezin d'Aigre het had opgegeven.
Onder aan het papier atond met potlood
geschreven
Hy is gewoonlijk na elf uur hier, «n
slaapt sedert drie dage.i in het buil no. 2
van de binnenplaats hierachter.'
.Weeter*.'
Ontroerd hield Deep een oogenblik den
adem in. Zon hy eindelgk den man gevonden
hebben Stond hy zoo dicht by het doel
Dat had by waarlyk niet durven hopen.
Sedert een week had I>e»p nacht en dag
gezocht, hy had byna alle hoop reeds ver-
lorco. En moest hy dien man nu in een
gewoon logement vinden? Deep keek op ayn I
horlogehet was nog gren halfell. Kr wa«
juist nog tyd genoeg om Perkina het nieuw*
te melden. Hy riep ren vigelante aan en reed
in draf naar Lincoln's Inn terug
Perkina s ond gereed om naar bed te gaan,
doch was onmiddellyk bereid, Derp te ver
gezellen naar „De drie Kronen*. Onder het
ryden begon hy echter het inueicl(jke van
het geval in te sien. Als Green werkelyk
gevonden was, had Deep volbracht wat hem
opgi dragen was Doch dan eerst begon de
laak van Perkins. Hij motst het getuigenis
van dien man hebben en bovondien den tuan
zelf, want sla Green ten tweede male ver
dween, kon hy niet voor den rechter in ver
hoor gebracht worden.
Ernstig dacht Perkins hierover na, doch
eindelyk scheen hy een besluit genomen te
bebt>©u en liet het rytoig op den hoek van
de Xewmarkrlstraat stilhouden. Daar ging
hjj een buis binnen, wiar een roode lantaarn
uithingDeep bleef in het rytuig zitten
wachten. Na ren poos kwam Perkius terug
met een man van veertig vyfiig jaar, met
wicn hfj een druk geeprek voerd*-. Beiden
i in, en Perkina vervolgde: «Ge knnt
xnslandighedcn handelen, mjjubeer San-
Geven de woorden van dien man u
aanleiding, neem hem dan gevangen.
Maar als dat niet noodig is, das te heter.
Later kan ik a dan toch oproepen oen te
getuigen wat gy gehoord hebt. Dat ia goed,
niet waar
„Natuurlyk, mynheer. Het is mjjo plicht,
roor den rechter alles te zeggeu, wat ik weet.
„Juiat, mjjnheer Sandow. Ge kent m|j ook
als een man, die de politie niet voor een
kleinigheid lastig valt. Doch doe n hrel on
schuldig voor. opdat de man geen lont ruikt
en z|jn woorden daarnaar inricht.'
«Heb daarvoor maar geen sorg, mynheer
Perkina. Ge weet wel, dat ik geen nieuweling
in het vak ben-.
Thans had Perkins twee geloofswaardige
getuigen en hy gevoelde sich meer op syn
gr mak.
Ken eind weegs van «De drie Kr.oen*
stapten de heeren uit en gingen verder le
vort om geen opzien le wekken. Kerst gluur
de Deep nog door do vensterruiten en toen
gingen ze óón voor óën binnen, om zooveel
mogelyk onbemerkt te bl|jven. Zoo byzonder
voorzichtig behoefden zy echter niet te zyn.
Ilrt lokaal stond vol tabakswalm en er was
veel rumoer, aoodat de binnenkomenden nau
welyks werden opgemerkt.
Neen', riep de buffetjuffrouw, tusschen
eenige matrozen staands, .al wa« hy met
goud beslagen ik trouw nooit met een
man, die snorkt in zyn alaap
De matrozen lachten luidkeels. Met den
hoed in de hand werkte Deep sich aalglad
door do gasten heen naar bet achtereinde
van bet lokaal, nabjj de toonbank. Daar zat
een k li-in, geelachtig kereltje alleen aan een
tafeltje. Hy had een g« spleten oorlapje en
een litteeken boven het rechteroog, dat voort
liep in de wenkbrauw. Perkina keek ham
scherp aan en juint sloeg ook bet kereltje de
oogen op. Ken vluchtige glimlach scheen over
■jjn gelaat te vliegen, doch dat kon ook ver
beelding geweest z|jn, want bet mannetje at
rustig voort.
Perkins ging dicht by hem zitten en zei
.Goeden avond, mynheer Green.'
De man scheen te schrikkenhy keek
Perkins aan alsof bjj een spook sag, en zeide
eindelyk stotterend „Ge vergist u, mijnbeer.
Ik bert niet Green'.
„Thomas Greea,* sprak Perkins weer op
vasten toon, en h|j schikte nog wat dichter by.
„Heelemaal mis, mynheer. Ik ben geen
Thomas, en geen Green. M|jn naam is TUli-
water, Nepomuk Tilliwaler, hoefsmid te
Canttrburj.Ge hebt dus den verkeerden voor-.
Wanneer uit Canterbury waart m(ln-
bëer Green, soudl ge beter Kngelsch spreken,
en als g» hoefsmid waart, sou dat aan uw
handen le sien wezen. Speel dus maar geen
komedie. Dat is volstrekt niet noodig, wsul
ik kom als vriend. Ge keut my toch weL lk
ben de advocaat Perkina*
„Ik heb niet da eer,» s«i het mannetje
kortaf, en keek Deep en Sandow eons onder
zoekend aan.
.Ah fc>o, sjjt ge bang voor m|jn beide
vrienden vervolgde Perkins. „Welnu, luister
dan eens goed. Green. Ge zult allee weten,
en dan snit ge uw wantrouwen wel laten
varen. W|j z|jn hier niet gekomrn, omdat wjj
kwaad tegen u in den sin hebben. Integen
deel 1 Last er gebeurd zjjn, wat wil in
mg zult ge een bekwaam en yverig ver
dediger vinden. Deuk daaraan, als ge in den
nood mocht komen. Ik ben de advocaat van
de markiezin d'Aigre in haar proces tegen
den ouden Elrerdaal heb ik uw getuigenis
noodig. Begrepen
Ik begr|jp niets van allee wat ge zegt.'
(Wordt vervolgd).