KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje Di sAM lei Zuidzee voor Helder, Texel, Wierlngen en Anna Paulowna Waarschuwing. FEUILLETON. No. 3388. Zaterdag 5 Augustus 1905. 33ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat. Telef, 59. Bureau: Konlngitr. 29. Interc.-Telef. 50. Projectielen, alsmede be- standdeelen en stukken daarvan, afkomstig- Tan de gcbietoefening-en der Artillerie, welke gevonden worden op de Zandplaat Onrust of op de Texelsche kust of die uit zee worden opgevischt, zijn 's Rijks eigendom. Hij die zich deze [voorwerpen toeeigent is der halve strafbaar volgens de wet. Het oprapen en vervoeren van geladen, niet gesprongen projectielen islevensgevaarlijk, ook voor de omgeving van hem die zulks verricht. De Commanderende officier van het 4de Regiment Vesting-Artillerie, A. W. KATTENBÜSCH. - Indische Peukrassen, g. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. 116. )V(ti weel 6611 nieuwtje, een nieuwtje dat nog niemand weet, dat nog in geen Indische cou- til rant gestaan heelt en dat telfs in Buitenzorg p M gohcel onbekend is. De lezers en lezeressen der Penkrassen zullen dus de primeur hebben tref «n de Indische Pers zal het misschien uit Nederlandsche bladen moeten overnemen. I Zijne Hoogheid de Soesoehoonan wil nog eene Ratoehuwén, in de stille hoop, dat Allah Hem dan eens 'n echten Goesti schenkt, die eenmaal als Pakoe Boewono XI den troon of liever den dampar zyner vaderen bestijgen er. »i, waardoor, by eventueel overlijden van den Vorst, alle mogelyko kweslie's zonden f worden voorkomen. Ik schroef reeds vroeger u een on ander uit Solo over de drie pretendenten- Laop Kroonprins en bun aanhang. Het besluit vau R._ den Soesoehoenan is dus en zal ook der Begeering zeer welgevallig wezen. Wie nu l echter de gelukkig. uitverkorono ziju zal, is voor het moment nog een onoplosbaar geheim, Ij misschien weet de Keizer dat zelf nog niet Do jonge Prinsen waren recht hartelijk on deelden my mode, dat de Koizer ons om 9 uur 's avonds by den dans der Bedojo's ver wachtte. Nu, op het vastgestelde uur marchoer ik dan ook in groot tenue op, mot de Prinsen Koesoemo Joeddho on Hadi Widjojo. Zyne Hoogheid is meer dan vriondelyk, informeort dadelijk naar Jogjakarta on is blijkbaar ten zeersto gestreeld, als hy hoort dat ik het aan het Soloscbe Hof zooveel aan- genamer vind, dan aan het moer styve Jog- jasche. Als ik den Soesoehoenan oindelyk mededeel, dat ik als persman' per só eens een oogen blikje rond moet wandelen om de omgeving coz. op te nemen, gaat Zyne Hoogheid hier dsdelyk mede accoord en wordt de Kolonel der Kratontroepen ontboden, om me do noodige inlichtingen te geven. Mijn oude vriend Kaden Mas Ario Koesoemo Winote kwyt zich uitstekend van die opdracht. Hy vertelt my, dat op hot ruime erf vóór Vorsten verblyf alleen vrouwen mogen Bontonnen (kyken), terwyl bniten het hek de mannen zich verdringen. Het Westerscho honneur anx dames, dos ook in het Oosten toegepast, hoewel het wol een beetje tegen de Oostersche begrippen indruizcht. Do Pradjoerits houden goede wacht en de •ukele schalk die, over het bek geklommen, zich tnsschen de dochteren Eva's waagt, wordt met de noodige oorvijgen weer netjes verdreven. In een ruime bangsal, vlak over de Pendopo, zitten de gamalanspelers, alsmede de zangers •n zangeressen, die straks den dans der Bedojo's sullen begeleiden. Hechts daarvan zitten de onderregenten en de subalterne officieren der cavalerie, allen in de u reeds bekende silahouding, te wachten op de dingen, die komen znllen. j In de helverlichte Pendopo sien we, hoe do Keizer zich met Zyne broeders Prins Pra- W'iiingrHt en Prins Noto Koesomo aan het edele belegering.pel wjjdt, p-rwyl links van Hem de overig© Prinsen, de Ho fdofficieren van het Kratonleger, d» Regenten en vier zoons van i'rins Mangkoe Negoro, dio bi*»r gast zyn, op den grond hebben plaats genomen. De Keizerin blyft in hare vertrekken, doch enkele hofdames zijn op het alignement, om den Keizer te bedienen. Heeft do ©enigszins klassiek aangelegde Sultan van Jogjakarta steeds edolknapeu om zich heen, de meer modern denkende Soesoe hoenan prefereert „dameabddieniog' 1 Do volle maan schiet hare matgouden stralen naar omlaag. Ze belicht de schilder achtige omgeving met dat goddelyke schynsel der tropennachten, wat wy in Europa slechts uiterst zelden genieten by helder vriezend weer. Nog altyd is Indië my dan bet liefst, als die prachtige maan door de hoornen achjjnt en de gamelan haar droomerig-schoone melo dieën hooren laat, odhn ruil ik Java niet voor Amsterdam, Parys of Londen, dku zou ik hier willen blijven tot myn laatsten snik, om eenmaal te mogen rusten onder het loover der palmen. Ik ga thans weer een genot smaken, zóó hcmelsch goddclyk, zóó intens hoog verheven bovon ons benaal Westersch gedoe, dat ik de talenten van 'n Henri Borel, 'n Olto Knaap, 'n Couperus zou behoeven, om u er slechts een zeer vaag begrip van te kunnen geven. Deze Penkrae heb ik wel tienmaal omge werkt, en telkens weer verscheurde ik mis troostig 't geschrevene, omdat 't zoo ontzet tend ver bleef van 't geen ik te Perging genoot. De Indische nachten zyu onzegbaar wee moedig schoon en harmoniceren zoo geheel volkomen aan het droef geluid van de gamelan. Luisterluster m -t aandacht houd do toonen met uw gehoor vast en neem ze op in u, doo ze samenvloeien met uw st< mming, teweeggebracht door den wonder- sta'igcn nacht. 'n Droeve melodie stillezacht geprevel, 'n klagelyke wys, toch helder en sonoor, gelyk het maanlicht schynend in een land van ne vel, of als 'n klare stem, zich uitend wanden door. Hoe droomerige klank, zoo wondervol van beving, komt schuchter en vol schroom den luist'raar tegemoet. .'t In teere droefenis, melancholies herle ving, aanruischend, in een kalmen reinen tonen- vloed Daar breekt 'n zwaar slaginstrument de wceke stemmingde maat wordt dra versneld en derhytmi'-k verkort'n Woeste tonenhorde klankt op zonder stremming, als bad zy zich tot stryd, de lendenen omgord. Zy deint nu hevig op, ze dondert door de luchten en vaurt on woedt en stormt, verzadigd van de smart. Slechts hier en daar, wat weif'lend nage- galm van zuchten, al spoedig door den wil den luiden drom overstemd. Een tecre, broze toon maar blyft gestadig klinken, trots overmacht en praal van al het krachtgeluid Hoor, hy wint veld l Hoor, hoe de luchthestormers zinken'n Wyle nog en het geweld is plots gestuit- Thans ranken om dien teeren toon zich klankfiguren, heel fyu en ylgeheimeniavol subtiel. „En vrederijk blyft deze stemming lange duren; de stemming van gelatenheid der moede ziel I Zóó schreef de begaafde Sastro Prawiro (Otto Knaap) in hot Muziektijdschrift „Cecilia" van 15 November 1902 en al is zyn rhyt- I mirch proza ook ver verheven boven mijn eenvoudig Pongekras, tóch geeft onze talent- volle knnstkritiens van de Telegraaf, onze hier op Java geboren auteur, wien 't Oostersch 1 blood door do aderen vloeit, m. i. slechts zeer ft huw weer, wat ik na weer op Pcnging te I genieten kryg. Misschien is onze taal te koud, misschien zon men Italiaansch of Spaansch moeten schry- ven of wellicht ook heeft Otto Knaap het slechts gehad over een gamelan van Batavia, die zich dan verhoudt tot eene van 't Soloscbe Hof, als een troepje Doitsche straatmuzikanten tot het bekende strijkorkest der Grenadiers. Hemelsche klanken begeleiden er een stem- menkoor, waarin na eens het sachtvrouwe- lyke, dan weer de diepe bastoon van mannen of de heldere knapenzaug domineert. De bedejo's, negcaj zwezende zielen, komen langzaam aangetrild. In extase zicB wy toe- j Die zachte gratie grenst aan 't onstoftelyke Ons hoogere ik ontwaakt nu, 't herinnert zich t'n afstraallevens in de hoogere gebieden, ontworstelt zich aan het plompe grofstoftslyke lichaam van deze aard» ro weent van heim wee. Daar is dus de betnolsche sfeer, als geopenbaard aan 'toog van den nietigen aardbewoner. Myn God, myn God, wat is dat schoon 1 Dat kan niemand beschryven I De muziek zwijgt. De Javaansche hofdan seressen zyn er weer zacht weggegleden en ik hoor plots achter my de stem van myn vriend Pinilih Hé, boy, hoe vind jo dat on Dal it toch nog wat anders dan jullie cake- walk I" Ja, zeker, brave kerel! Wy Europeanen zyn je tol nog toe de haas in allerlei exacte kennis, maar, ik erken 't volmondig, wy zyn niet zoover in deze kunst. Daarin zyn de Indiërs ons verre vooruit en vooral do Ja vanen met hun Hindoezielen moeten wy op dit gebied als superieuren beschouwen We gaan weer naar hoven en maken ons welgemeend compliment aan Zyno hoogheid over den meer dan bevalligen natuurdans Zyner bedojo's. ,Ook in de krant schryvcn, hoor I" zoo zegt my de Vorst, niet begrypende, dat slechts een groot Meester in de woordenkunst zou kannen weergeven, wat myn ziel zoo juist genoot. Na de bedojo's krygen we wirëng een dansspel voor mannen. I Dal is niet zoo mooi, alhoewel toch nog heel wat verheffender dan onze kruispolka! I De jongere broeder van Zyne Hoogheid Bcndoro liadvn Mo Nurojono, veertien jaar I oud, is als 'n oud Javaanscbu Prins gekleed en heeft te stryden met een monsterachtige reus, zyn dansmeester Konggo Mangoen Ma- i taj i. Natuurlyk wordt do reus eindelyk door een boogschot gedood. j Na de Wirèng weer een uur van verfynd genot een serimpidaus, door vier jonge meis- •jee uitgevoerd. Het ryn nichtjes van Zyne Hoogheid, veertien a vyltien jaar oud, dio zoo mogelyk de bedojo's nog overtreffen in hemelsche gratie Dit is nn wel de mooiste avond geweest van myn geheele loven. Lt. Clockknek Bkousson, b. d. Penging. Uit het Buitenland. Engeland zendt twaalf panterschepen en vyf kruisers naar de Oostzee, om oefeningen te honden. Dat wil zeggen, volgens graaf Ksv-entlow, een specialiteit in maritieme kweslie's, een oorlog voorbereiden door peilingen te doen in de Sond en de boido Beits, door het foto- graieeren van belangrijke punten aan de kust, door hot opnemen van bestaande ver sterkingen enz. In hoeverre zulks waar is is moeielyk uit te maken, doch wordt hierdoor do verhouding tusschen Duitschland en Enge land sterk gespannen. Wol wordt van Engelsche zyde beweerd, dat dit alleen geschiedt om een vloot-manoenvre in open zoo te houden, maar daarvoor behoeft de vloot niet door do Oostzee te stoomen. De ware bedoeling is zeker wel een demonstratie tegen Duitschland. De Doitsche pers geeft dan ook op ondub belzinnige wyze te kennen op zulk een visite allerminst gesteld te zyn. Enkele bladen be weren, dat Duitschland zoo spoedig mogelyk met do andere Oostsee-staten een overeen komst moet sluiten, waarby de Oostzee, alleen toegangelyk voor do oorlogsbodems van de omliggende landen verklaard wordt. Andere bladen, als de Voas. Ztg., willen zoover niet gaan, want, laten zy er evenmin vriendelijk op volgen, Duitschland is sterk genoeg om eiken aanval op zyn kosten af te slaan. De Engelsche pers doel alsof te zeer veront waardigd is over de achterdocht der Duitschers en vindt daarin zelf aanleiding de verant woordelijkheid voor mogelyke conflicten al vast op Duitschland te werpen. Do zenuw achtigheid aan beide zyden bcwyst dat het politieke ovenwicht verbroken is en het noch de Doitsche noch de Britsche regeering ernst is met baar beweerden ijver tot bewaring van den vrede. De „Pall Mali Gazetts' steekt evenwel den draak met deze opwinding en vraagt of de warme luchtstroom het oor deel en den aard van politici en publicisten heeft aangetast. Nu, wy willen hopen, dat de geruchten van komende oorlogen praatjes zyn om dezen komkommertijd eenigszins belang wekkend te doen schijnen. Het ongelukkige Rusland is nog niet aan het einde van zyn rampspoed uit verschil lende streken van Midden- «n Oost-Rusland komen zeer treurige oogstberichten binnen. De zomer is al te droog ge «eest en het uit- bljjven van regen heelt alle hoop der Russi sche boeren vernietigd; een hongerjaar staat te wachten. De eenige hoop is nog op de regeering gericht, terwyl het verschijnsel van boerenopstanden zich vertoont. Men loopt reeds in de dorpen naar het raadhuis en roept«Geeft ons onze mannen terug, of voedt ons.* Hot spook van de hongerjaren 1891 en 1897 dreigt weer bovan Rusland. De ministerraad is weer aan het beraad slagen over 't ontwerp Boclygin, en wel over byzaken. Den 12en Aug. zou dan het mani fest tot instelling der Volksvertegenwoordi ging verschynon. Ondertosschon wordt alweer beknibbeld op de toegestane godsdienstige vrijheden. Zoo is er onlangs een oekaze verschenen over de geloofsvrijheid en deze had ten gevolge, dat in de westelijke provinciën oen aantal .lersonen, die ongetwyfeld reeds vroeger in het geheim aan hangers waren geweest der Katholieke kerk, thans publiek zich in don schoot dier kerk lieten opnemen. Dit schynl de regeering niet verwacht te hebben, althans se wil de toegestane vryheden weder verkorten. Wie thans voor orthodox te boek staat en over wil gaan, moet beginnen een verzoek te richten tot den gonverneur. Deze stelt -het in handen van de geestelijkheid, die nagaat, welke redenen den verzoeker leiden tot den gcwcnschtcn overgang en bovendien alles in het werk stelt «in hem te overreden het orthodoxe geloof niet ontrouw te worden. Kerst als alle pogingen daartoe afstuiten op de gemoedsbezwaren van dion persoon, zal de ovtrgang worden toegestaan. Maar er is niet bepaald hoeveel tjjd aan do geestelijkheid voor hare pogingen tot overreding is toege staan on van wolke middelen se zich mag bedienen. De Turksche politie zet mot grooten jjver haar onderzoek naar de bedryvers van den aanslag op den Sultan voort. Er moeten reed* niet minder dan 3000 personen van allerlei nationaliteit en godsdienst in voorloopige hechtenis zyn genomen. Maar men kwam geen stap verder, de ware dader werd nog niet gevonden. Thans echter komt een zeer belangrijk bericht nit Konstautinopel. De correspondent van het Berl. Tagebl.* aldaar deelt namelyk mee, dut een hoogwaardig heidsbekleder van het keizerlijk hof is gevan gen genomen verdacht van medeplichtigheid aan den aanslag op den Sultan. Belangryk is dit bericht, omdat reeds eonige dagen geleden een ooggetuige van bet gi.buurde in een te Praag verschijnend blad «en uitvoerig relaas gaf en daarby meedeelde, dat onmiddellijk na de outplnftlng van den boni oen aantal officieren mei getrokken sabel op het rijtuig van don Sultan toesnelden. L)e vorst ontkwam slechts aan het dreigende gevaar door do trouw en de toewijding van zyn lijfgarde, die de aanvallers neemabnlde. De ooggetuige kwam door dit incident tot de overtuiging, dat men hier te doen had met een militair complot. Indien het bericht van het «Berl. Tagebl.' juist is, sou deze overtuiging hierdoor wel worden versterkt. Nieuws ty dingen. HELDER, 4 Aug. 1905. Da matroos 2a kl. Andriessea deser teerde vau Ur. M>). Gilde, land kort voor het vertrek uit Iadiü Zyn naam vervalt dus van de bemannigsljj-t, verleden week io ons blad opgenomen. Bevorderd met ingang van 1 Juli tot klerk der postergsu en telegrali lvte klaise, de klerk 2 le kUsse ra-j. J. M. Leger. De heer E H. Ooatenbrug is met ingang «au den lsten dezer aangesteld tot Rgks- k"urmeester van vee en vleesch aan de export-slagerg te Uarliogen. Voor het eindexamen II. B. S. is t* Haarlem geslaagd de leerling J. Begers de Jongh alhier. De heer 3. Dalmeger, alhier, heeft met gunstig gevolg te 's-Gravenhsge het examen afgel-gd voor de Eugelsche taal (L.O) Wieriogerwaard, 1 Augustus. G*de puteerde Staten van Noord-Holland hebben aan het comité voor het tramplan Wie lingen—Schagen" bericht, dat zg bereid zgn a-in Provinciale Staten voor te stellen het verleenen van een renteloos voorschot en deelneming io het maatschappelijk kapitaal tot een gezamenlgk bedrag van 163,333, zynde van f 490.000 of de kosten, waarop de aanlr-g dezer spoortram- verbindiog is begroot. Als hoofdvoorwaarden daarby is echtsr gesteld, dat zekerheid zal verkregen zgn omtr<nt de resteerende twee derd-n, en wel, dat deze door het rgk en belanghebbenden zullen worden bijgedragen. Zulphsn. De te Zutphen g-houden stemming voor een lid van de Tweed) Kamer (vacature door het bedanken van mr. Borgesins) h ft den volgenden uitslag gehad: Aantal geldig uitgebrachte stemmen 6787. Hiervan verkregen de heer W. P. G. Helsdingen (soc.-d©m917. de heer F Lieftinck (L. U3085, de heer R. P. J. Tutein Nnlthecius 2835 stemmen. Kr moet du* herstemming plaats hebben tus schen de heeren Lieftinck en Tutein Noltheniu*. Bg de stemming op 16 Juni j I zgn er in het district Zutphen uitgebracht, 7475 geldige stemmen, waarvan de heeren Goe man Borgeziua (L U.), Van der Goes (toc.- dem en Talma (antir.) er re«p»ctievelgk verkregen 3484, 628 en 3368, Kg de herstemm Dg op 28 Juni zgn er 7613 geldig» stemmen uitgeb-acht. waarvan i mr Goeman Borgesiu* er 4137, d*. Talm* er 3476 had i Het aantal kiezers in het district Zntphen is 8175. Bevende Huizen. j Naar het Vad. verneemt, is een ernstig I onderzoek in gang van een commissie van gemeente ambtenaren naar de oorzaken j van het beven vau verschillende Schevening- scbe huisen. Dinsdagmiddag is in de damesbaden Ite Scheveningen eene jonge dame van 17 jaar, die zich, trots alle waarschuwingen en vermaningen van dan badman en d» j bad-touw, te ver in zee had gewaagd, plotseling weggezonken. De badman Toet, die zich het dichtst in hare nabgheid bevond, zwom haar on- mid lellgk na, dook, doch waarschgnlgk door I v.jjn zware kleeding in zgn bew-ging ge- hiuderd, kwam ook bg niet meer boven. Dadelijk toog men met paird en zwemmers en Ijjnen op redding uit en men slaagde er dan ook in, Toet op het strand te bren- gen. Dad'-iyk werden door 4 doctoren en eeu pleegzuster alle pogingen in het werkgesb-ld om de levensgeesten wed»r op te wekken, welke pogingen echter vergeefs bleken. Het verdronken jonge meisje ia juffrouw R uit Berlgn, dochte* van een expediteur ald tar, die met zgn familie te Schevenin- g*n verto-ft. Toet was voor de tweede maal gehuwd eu laat een vrouw met acht kinderer ach ter, onder wie nog zeer jeugdige. Voor het vinden van h9t Igk van mej. Rhotenstein, de dame die in zee verdronk, is door den vader f 1000 belooniug gesteld. Te Dorp gemeente Havelte (Dr), ia een moordaanslag gepleegd, op den land bouwer v. L. Eerst werd in zgn woning een ruit verbrgzeld. Toen v. L. daarop uit b«-d sprong en een revolver wilde grgpen, viel er een schot door h«t raam. Een 40- tal hagelko'rels troffen v. L. in deo a'm, ter wyl de overige hagel* io de bed-tede «Joe gen en het 2-jarig dochtertje doodelgk in het hoofd treffen. Van den dader geen spoor. Bljjkens bg de Regeering uit lodië ont vangen bericht zgn 28 Juli bg Badj >a zw.«a- gewond de matroo» 3 kl isse W. Wel- man licht gewond de kwartiermeester P. Erkelens, de ma'rooi le klasse F. Smit, de matroos 2e kloste J. Lmgeuberg en A Koenegnu, de matroos 3e klasse W. Visser en ds marinier le klasse J. Smits. af 30 Juni voor allen in- en uitvoer ge sloten. In verband hiermede zgn de comman danten van land- en zeemacht, de expeditie commandant en de chef van den staf dtr rxpeditie tegen 6 dezer door den gouver neur-generaal opgeroepen. De resident van Bandjermauin seinde 2 dezerciviel getaghebber Mocara Tewe I rapporteert dat 29 Juni de Selaton io Tewoh-rivier bg kampong Hadjah ia he- schoten. Luitenant ter zee Van Slootan werd licht gewond. Op 2 Juli werden aan den vorst van Goa teruggegeven al de destyds op last van den gouverneur io beslag genomen kostbaren poesaka en andere goederen, toebeboorende aan de prinsen vau Goa en hun volgelingen, die op weg uaar Djampoea door h^t stoomschip Zwaan we'den aangehouden en opgebracht. De vorst van Goa w<-igerde de goederen te ontvangen en zond die aan den gouver neur terug. Blykens een 4 Juli bg de regeering ont vangen telegram van den gouverneur van Celebee heeft ook Loewoe geweigerd onze eirchen in te willigen. Het was te voorzien dat dit oproerige rgkje zich, evenals met Goa en Wadjo het geval ral zjjn. hg Boni zou aansluiten, z«gt het »B. N.« Loewoe omringt het noordelyk deel van de Golf van Boei en grenst te zuiden aan Wadjo. Het geh*e|e land is zeer bergachtig; langs de Oostkust van da Golf van Boni loopt het gebergte steil in zee af Alleen langs de west- en noordwestkust wordt vlak land aangetn ffen Die vlakten, welke zich eeoige kilometers landwaarts uitstrekken, zgn net meest bevolkt. Onze kennis van de wegen in Loewoe is uiterst geringonze troepen sullen er dan ook, indien zg er noodig zgn, een harden dobber hebben. De bevolking wordt gpschat op ongeveer 20J,000 zielen, voornamelijk beataaoda nit Bo 'giueezen. Het aartal et'gdbare mannen is niet bg benadering op te geven. Alleen weet men, dat de hoofdstad Paloppo en omstreken ongeveer 1500 strydbare mannen zou kannen leveren. Een vgnnd dus, m <t wiens sterkte en wjjze van oorlogvoeren wjj niet bekend zgn. Baan er troepen genoeg naar Boni 7 Over het antwoord op deze vraag kar nen Java Bode en Soef. Hbl. het blgkbaar niet e«n» worden. De Java Bod» bregfert dat de commandant dercxpediiionaire macht nog bcechikt over een duizend man van do mArine-landings-divisie, een krachtige ver sterking, welke do troepenmacht op 2500 man brengt. En dat geeft inderdaad een beteren in druk dan twee en een half bataljon zon der meer. Uit de mail. Hli 0UNI- De gouverneur van Celebes seinde 2 Juli Inwilligiog eiech door radja Boni gewei gerd. Hem kennis gegeven landschap van De moord op de Duivelsberg bij Berg en Dal. (Vervolg.) De zittingen van het hof van gezworenen wer den Maandag 1.1. hervat. Toen moeeten nog 81 getuigen worden gehoord. De meeaten legden verklaringen af, tn seor verwyderd verband tot de zaak staande. Bij de opening der siuing van Dinsdag voor het Hol van Gezworenen te Luik deed de advocaat-generaal mededeeling van inlich tingen, die hfj ontvangen heeft omtront den man. die Cherpion aan het station te Vieé sou gezien hebben, in den avond van den 18 Februari om 6 aar. Die man was dronken geweest sn had daar een twist veroorsaakt, waarover Cherpion gesproken had. Niet op de I8en, tooals deze beweerde, maar op den 20en was het geweest Vervolgens kwam aan 't woord Mr. Tschuffea, de advocaat die sicb civiele partij Seteld heeft voor den Vader van Mari» roixhe. In een lang pleidooi geelt hjj het verbaal, hoe het leven was van hel meisje, dat hoewel argeloos en wispelturig toch rerlyk was. Er is geeo enkel feit, waardoor sulks ontkend kan worden. Wat Cherpion betreft deze schetst hy als juist deo man voor dien misdaad in staat, mtd» 17.) k W Bene HOOFDSTUK XIV. Het liep tegen den avond. Perkins rat o*er een bundel papieren gebogen cn sta dfrde nog, terwyl zyne klerken reed* naar huis waren gegaan, behalve Ned, dio zyn pstroon nooit alleen liet. M «Wat is er Ned?» vroeg Perkins, toen hy u. *Ön rerlrouweling zag binoentreden. «Mynheer, er is iemand, die u wenscht te TL «preken. Hy zegt, dat hy Deep heet Vlag als een aal werkte op datzelfde i Oogenblik een jongmensch zich voorby Ned roerhj de kamer binnen het jongmensch leek op KJO»| het eerste gezicht wel een vagebond. Cos .Het is Deep maar, mynheer Perkins,* p|»<) sprak hy bescheiden, terwyl hy stok cn hoed g luf op ^en stoel legde. 'Ah zoo, zjjt gy daar, Deep P GoedGa inifS naar heen, Ned,- zei Perkins, en toen Ned de deur achter zich gealoten bad, vroeg hy: W»1 Deep, wat voor nieuws brengt go?' .Niels, mynheer Perkins. Ik kom inder- daad alleen om u te zeggen, dat ik geen nieuws heb.» j,,, »Dat is om wanhopig te worden, Deep.» Zoo is het werkelyk, mynheer. Het lykt ne een wonder. Wy hebben het signalement •w al onze agenten gegeven racer dan tweehonderd. Ze hebben een en twintig ged achtige mannen gevondendaarvan snorkten KL dertien in hun slaap, vyf hadden een ge spleten oorlapje en twee hadden een litteeken aan het voorhoofd. Maar geen enkele was de man, dien wy zoeken. Het is om wanhopig te worden.» .En toch moet die man gevonden worden, Dorp. Daar hangt veel, zeer veel van af.- Dat is my onverschillig, mynheer. Als my wordt opgedragen iemand op tc sporen, doe ik al het mogelyke om hem te vinden. Maar alle moeite is in dit geval tevergeefs gedaan. Green is verdwenen, alsof de aarde hem heeft verzwolgen. Of hy is niet moor in I Londen Het is om moedelooste worden.' j .Hoor eens, Deep, ge moogt den moed niet verlieirn. Houd het hoofd boven water, zoolang ge kuntMooi honden Wy moeten hem vinden en wy zullen hem vinden ook-. Deep nam zyn hoed en stok weer op. (Vaarwel, mynheer Perkins. Het mogelyke tal gedaan worden. Gjj weet wy stellen prys op onze klaoten, en trachten aan hunne op drachten te voldoen. Maar nog nooit hebben wy zooveel moeite gehad als met dien ver- wenschten GreenZon hy misschien dood zyn O noen, dat geloof ik niet, Deep Houd maar moedEn als ge hem vindt, knnt ge op een extra beluoning rekenen.* .Vaarwel, roynbeer Ferkins.. Deep ging been. De voorgespiegelde extra- belooniug scheen hem zoo te bezielen, dat hjj geen minuut wilde verloren laten gaan. Toen by een eindje geloopen had, haalde hy een stuk brood uit zyn zak en voederde daarmoc de duiven, die op eoo pleintje rond- trippelden. Terwyl hy dit deed. kwam er een kleine dikke vrouw naar hem toe. .Geen nieuws, juffrouw?' vroeg Deep. „Niets, Deep', antwoordde de vrouw, en Deep stak syn brood weor io des zak, zonder zich verder om de duiven te bekommeren. Herhaaldelijk een zyslraat inslaande, nu eons rechts, dan weer links, ging hy in de richting van de Hollborn-viaduct. Onderweg trad bjj nn eens een hotel, dan weer een kruideniers winkel, verder weer een loge meetje binnen, en overal deed hy navraag. Overal ook kende men hein, en gaf men blyken van geheime verslandhouding. Het was reeds donker, toen Deep aan de Theems een klein logement, De drie Kronen», binnentrad. Het ging daar nogal luidruchtig toe. Daar zaten matrozen le drinken, te zingen, te rookt-n en te twisten, maar Deep ging toch naar binnen en drong langzaam voort, totdat hy by de toonbank atond, waarachter een dikke, tamelyk bejaarde vrouw zat. „Ken arme reiziger', sprak Deep, terwyl hy syn hoed vooruitstak, alsot hy een aal moes verwachtte. Myn God, het is Deep. Ik schrik ervan', fluisterde de vrouw. Hebt ge niets voor mjj, juflrouw Westers De vrouw zei niet* meer, maar nam nit hare toonbanklade een opgevnnwen papiertje, dat zy Deep in den boed wierp. Deep ging been, doch nauwelyks was hy op straat, ot b(j ontvouwde het papier en las de weinige woorden, die op den gedrukten signalement- staat hygrachreven waren. Die staat bevatte bet signalement van Thomas Green, zooals de markiezin d'Aigre het had opgegeven. Onder aan het papier atond met potlood geschreven Hy is gewoonlijk na elf uur hier, «n slaapt sedert drie dage.i in het buil no. 2 van de binnenplaats hierachter.' .Weeter*.' Ontroerd hield Deep een oogenblik den adem in. Zon hy eindelgk den man gevonden hebben Stond hy zoo dicht by het doel Dat had by waarlyk niet durven hopen. Sedert een week had I>e»p nacht en dag gezocht, hy had byna alle hoop reeds ver- lorco. En moest hy dien man nu in een gewoon logement vinden? Deep keek op ayn I horlogehet was nog gren halfell. Kr wa« juist nog tyd genoeg om Perkina het nieuw* te melden. Hy riep ren vigelante aan en reed in draf naar Lincoln's Inn terug Perkina s ond gereed om naar bed te gaan, doch was onmiddellyk bereid, Derp te ver gezellen naar „De drie Kronen*. Onder het ryden begon hy echter het inueicl(jke van het geval in te sien. Als Green werkelyk gevonden was, had Deep volbracht wat hem opgi dragen was Doch dan eerst begon de laak van Perkins. Hij motst het getuigenis van dien man hebben en bovondien den tuan zelf, want sla Green ten tweede male ver dween, kon hy niet voor den rechter in ver hoor gebracht worden. Ernstig dacht Perkins hierover na, doch eindelyk scheen hy een besluit genomen te bebt>©u en liet het rytoig op den hoek van de Xewmarkrlstraat stilhouden. Daar ging hjj een buis binnen, wiar een roode lantaarn uithingDeep bleef in het rytuig zitten wachten. Na ren poos kwam Perkius terug met een man van veertig vyfiig jaar, met wicn hfj een druk geeprek voerd*-. Beiden i in, en Perkina vervolgde: «Ge knnt xnslandighedcn handelen, mjjubeer San- Geven de woorden van dien man u aanleiding, neem hem dan gevangen. Maar als dat niet noodig is, das te heter. Later kan ik a dan toch oproepen oen te getuigen wat gy gehoord hebt. Dat ia goed, niet waar „Natuurlyk, mynheer. Het is mjjo plicht, roor den rechter alles te zeggeu, wat ik weet. „Juiat, mjjnheer Sandow. Ge kent m|j ook als een man, die de politie niet voor een kleinigheid lastig valt. Doch doe n hrel on schuldig voor. opdat de man geen lont ruikt en z|jn woorden daarnaar inricht.' «Heb daarvoor maar geen sorg, mynheer Perkina. Ge weet wel, dat ik geen nieuweling in het vak ben-. Thans had Perkins twee geloofswaardige getuigen en hy gevoelde sich meer op syn gr mak. Ken eind weegs van «De drie Kr.oen* stapten de heeren uit en gingen verder le vort om geen opzien le wekken. Kerst gluur de Deep nog door do vensterruiten en toen gingen ze óón voor óën binnen, om zooveel mogelyk onbemerkt te bl|jven. Zoo byzonder voorzichtig behoefden zy echter niet te zyn. Ilrt lokaal stond vol tabakswalm en er was veel rumoer, aoodat de binnenkomenden nau welyks werden opgemerkt. Neen', riep de buffetjuffrouw, tusschen eenige matrozen staands, .al wa« hy met goud beslagen ik trouw nooit met een man, die snorkt in zyn alaap De matrozen lachten luidkeels. Met den hoed in de hand werkte Deep sich aalglad door do gasten heen naar bet achtereinde van bet lokaal, nabjj de toonbank. Daar zat een k li-in, geelachtig kereltje alleen aan een tafeltje. Hy had een g« spleten oorlapje en een litteeken boven het rechteroog, dat voort liep in de wenkbrauw. Perkina keek ham scherp aan en juint sloeg ook bet kereltje de oogen op. Ken vluchtige glimlach scheen over ■jjn gelaat te vliegen, doch dat kon ook ver beelding geweest z|jn, want bet mannetje at rustig voort. Perkins ging dicht by hem zitten en zei .Goeden avond, mynheer Green.' De man scheen te schrikkenhy keek Perkins aan alsof bjj een spook sag, en zeide eindelyk stotterend „Ge vergist u, mijnbeer. Ik bert niet Green'. „Thomas Greea,* sprak Perkins weer op vasten toon, en h|j schikte nog wat dichter by. „Heelemaal mis, mynheer. Ik ben geen Thomas, en geen Green. M|jn naam is TUli- water, Nepomuk Tilliwaler, hoefsmid te Canttrburj.Ge hebt dus den verkeerden voor-. Wanneer uit Canterbury waart m(ln- bëer Green, soudl ge beter Kngelsch spreken, en als g» hoefsmid waart, sou dat aan uw handen le sien wezen. Speel dus maar geen komedie. Dat is volstrekt niet noodig, wsul ik kom als vriend. Ge keut my toch weL lk ben de advocaat Perkina* „Ik heb niet da eer,» s«i het mannetje kortaf, en keek Deep en Sandow eons onder zoekend aan. .Ah fc>o, sjjt ge bang voor m|jn beide vrienden vervolgde Perkins. „Welnu, luister dan eens goed. Green. Ge zult allee weten, en dan snit ge uw wantrouwen wel laten varen. W|j z|jn hier niet gekomrn, omdat wjj kwaad tegen u in den sin hebben. Integen deel 1 Last er gebeurd zjjn, wat wil in mg zult ge een bekwaam en yverig ver dediger vinden. Deuk daaraan, als ge in den nood mocht komen. Ik ben de advocaat van de markiezin d'Aigre in haar proces tegen den ouden Elrerdaal heb ik uw getuigenis noodig. Begrepen Ik begr|jp niets van allee wat ge zegt.' (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1905 | | pagina 1