KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulovrna
Oe Gouvernante.
No. 3546.
Zaterdag 9 Februari 1907.
35ste Jaargang.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Nieuwsberichten.
S'BTJIXjXiEITOlir.
8
Bureau: Spoorstraat.
Telef, 59.
eau: Kinlngrtr. 29.
Intert.-Telef. 50
2
iLi^onnement
"Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p. post 75 ct., Boitenl. f 1.25
J l Zondagsblad 87' 45 0.75
f Modeblad 55 80 >0.90
(Muzik. Bloemlezing» ><60>>> >85» >0.90
Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Bureaux: Spoorstraat en Koning-straat.
Aavertentlön
van 1 tot 4 regels25 Cent.
Elke regel meer0
Bewjjs-exemplaar21/,
Vignetten en groote letten worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Uit het Buitenland.
Wjj hebben indertijd melding gemaakt van
het schrijven van de Russische minister
president aan de autoriteiten om zich bij de
verkiesingen voor de Doema volstrekt on
partijdig te gedragen. In sommige districten
■chjjnen die autoriteiten zich echter Diet veol
om die circulaire te bekommeren en wordt
het aan alle partyen, behalve aan de z.g.
Octobristen onmogelijk gemaakt te vergaderen.
Wanneer een spreker zal optreden, van wie
verwacht wordt dat hjj in oppositie tegen de
regeering is, wordt eenvoudig de vergadering
ontbonden. Met het oog op de goede orde' 1
De bekende zaak van de knoeieryen bjj
graanlevering voor de noedlydende provincies
zal nu op den duur nog voor de rechtbank
komen. Onder-minister Goerko, die by deze
saak betrokken is of genoemd wordt, weigert
syn ambt neer te leggen en eiscbt behande
ling voor de reohtbank. Een tweetal leden
van den Ryksraad en de minister van justitie
confereerden herhaalde malen met Goerko te
sijnen huize. Wat daar behandeld is, wordt
sorgvuldig geheim gehouden.
De rust in Rusland laat nog veel te wcn-
schen over. Zoo overvielen rooversbenden een
tweetal stations aan den Weichselspoorwog,
ledigden do kassen en vernielden de telegraaf
toestellen. Te Sosnowice overvielen roovers
den kassier eener yzergietery en ontnamen
hem 5000 roebel.
Heeft men in Dnitscbland het aantal ge-
vallon waarin majesteitsschennis kan gepleogd
syn verminderd, in Bulgarye heeft de regee
ring het noodig geoordeeld, om, naar aan
leiding van de studenten-oproeren, strafbe
palingen voor te stellen tegen hem, die het
hoofd van den staat of zijn gemaliD, ef de
troon (opvolger belcedigt, hen berispt of aan
hen ietB toeschrijft, dat Dadeelig is over de
belangen van het algemeen of van den Staat.
Ook de bladen die zoo iets opnemen znllen
worden gestraft en in beslag genomen. Over
het algemeen vallen de maatregelen niet in
goede aarde en van verschillende zjjden
maakt men zich op tegen de politiek der re-
ring in deze, te protesteeren. De regeering
heeft verklaard dat zjj echter nasst die be
palingen een hervorming op onderwijs gebied
voorbereid om het onderwys aan do jeugd
meer en boter tot zjjn recht te laten komen.
De uitslag der herstemmingen voor den
Dnitachen Rijksdag is ongevcor sooals men
dien de den eersten uitslag der verkiezingen
had verwacht. De regeering zal kannen bu-
sehikken over een meorderheid, samengesteld
vit verschillende groepen, conservatieven, na-
tionaal-liberalen, vrijzinnige volksparty, Duit-
sche rjjkspartjj, vrijzinnige vereeniging, enz.,
die samen 28 stemmen meer dan de helft
kunnen uitbrengen.
Geweldig ie de nederlaag der sociaal-de
mocraten. Van de 79 mandaten, die deza par
ty in den vorigen Rjjksdag had, zjjn slechts
48 behouden gebleven. Een verlies van 36
setels alzoo. Het is te bagrjjpen dst dit door
de Duitsche regeering beschouwd wordt als
eene groote overwinning. Het tweede gedeelte
der leuze, dia Bülow op en na 13 Dec. als
verkiezingsparool uitgaf, .Tegen het Centrum"
dat inzake koloniale politiek met de soci
aal-democraten ééne ljjn trok is niet op
gevolgd. Niet alleen dat het Centrum onver
wachts uit dan strjjd gekomen is, het heeft
zelfs 6 setels meer dan in den vorigen Rjjks
dag. Er is over 't algemeen zeer druk ge- j
Na het bekend worden van den uitslag
trok eene ontzaggelijke menigte te B er ljjn
naar het paleis van den Rjjkskanselier en
bracht Von Bülow onder het zingen van va-
darlandsche liederen een geestdriftige ovatie.
De Rjjkskanselier hield eene toespraak tot de
menigte. Daarna trok deze naar het keizerljjk
paleis, waar na herhaalde kreten een marine
officier te voorschjjn kwam en den keizor aan
kondigde. Keizer Wilhelm, vergezeld van de
keizerin, trad voor het open raam en sprak
de menigte toe
«Ik dank u, mjjne heeren, van ganscher
harte, voor de huldobctooging die u mjj heden
breDgt. Zjj komt voort uit het bewustejjn, dat
gjj tegenover hot vaderland uw plicht hebt
gedaan, en het woord van den Rjjkskanselier
bewaarheid hebt; ,Duitschland kan rjjden,
als hot wil." (Stormachtige toejuiching.)
»Ik ben rotsvast overtuigd, dat, als tot
dusver alle standen, hoog en laag, alle gods
diensten (luido bjjval) eenigszins samenwer
ken, wjj niet alleen kunnen rjjden, maar alles
omverrjjden, wat ons in den weg staat."
(voortdurende hoera l-kreten).
Het antwoord der Fransche regeering op
de nota der bisschoppen, in den vorm van
eene circulaire aan de prefecten schjjnt een
stap nader te zullen brengen tot oplossing
der haDgende kwestie. De meest rechtsche
bladen zjjn van oordeel dat eene aannneme-
ljjke schikking thans binnenkort kan getrof
fen wordeD. De uiterste linkerzjjde is niet te
vreden over de circulaire. Zjj meent dat mi
nister Briand te voel concessies deed en heeft
eene interpellatie in de Kamer aangekondigd.
Heldsr, 8 Februari 1907.
Woensdagmiddag had hier ter plaatse
een niet alledaagscbe plechtigheid plaats. Er
was hier een vrouweljjke heilsoldaat overleden
en deze werd op plechtige wjjze de laatste
eer bewezen. Tal van heilsoldaten, zoowel
manneljjke als vrouweljjke, allen in uniform
met do bRnier voorop, vergezelden de afge-
st-Tveno naar haar laatste rustplaats. Op de
begraafplaats aangekomen, werd de doodenbaar
door de vrouweljjke soldaten naar het graf
(.•edragen, torwjjl de overigen een treurzang
aanhiovon. Bjj do geopende groeve werd een
dienst gehouden, zooals men dat bjj het
Leger des Heils gewoon is, waarvan de leiding
wes toevertrouwd aan kapitein Ra wie. Ver
schillende personen voerden het woord en
spraken over leven en dood, over verlossing,
over onsterfelijkheid enz., terwjjl tot de
familieleden woorden van troost en opwekking
werden gericht. Het zangkoor, onder leiding
van kapitein StaalmaD, zong eenige stichte-
ljjke liederen en de kist werd met bloenion en
groen bedekt. Het was een treilende en
aandoenljjke plechtigheid, die door velen werd
bjjgowoond.
KulsvlIJttentoonstelling.
De omstandigheden, waaronder het tegen
woordige geslacht opgroeit, verschillen veel
van die, welke de ouden vaa dagen in hunne
jeugd kenden. Toen bestond geen rjjwiel;
hot voot- en korfbalspol was niet zoo alge
meen bekend; sohool- en andere volksbiblio
theken kwamen zeer sporadisch voor en toch
wisten de knapen en meisjes zich te ontspan
nen.
Tal van gezelschapsspelen hielden hen aan
den huiselijken haard, en hoe bedreven wa
ren ze vroeger in 't vervaardigen van aller
lei voorwerpen, die te pas komen bjj het spel,
fluitjes, vliegers, scheepjes, klepperhoutjes,
tooverringon enz. Men staat verbaasd over
de hand- en kunstvaardigheid, die velen jong
reeds eigen washet doet weldadig aan te
hooren, hoe de hnisvljjt 't huiseljjk leven
verhoogt. De vrees is niet denkbeeldig, dat
die liefhebberjj, die zin voor arbeid in huis,
bjj hot tegenwoordige geslacht, dat in de be
oefening van allerlei sport afleiding en ont
spanning te over vindt, aan 't kwjjnen gaat.
Flinke beweging in de open lncht moge
gezond zjjn en zeer aan te bevelen voor onze
knapen en meisjes, de sport moge het drank
misbruik bestrjjden of zelfs voorkomen, ze
ODtegenzeggeljjk de uithuizigheid bevor
deren, de geestelijke ontwikkeling voor die j
des lichaams te kort doen.
Als tegenwicht voor te veel sport komt het
ons voor, bjj onze jeugd den lust op te wek
ken, om ook ontspanning te zoeken in huis
arbeid, 't knutselen, 't ontwerpen en maken
van practische en aardige versierings- voor
werpen. Die arbeid, uit liefhebberjj gedaan,
om eens wat aardigs, nuttigs en fraais te
vervaardigen, heeft groote vormende waarde.
Hjj oefent den mensch in geduld en vol-
harding, hjj dwingt hem tot zoeken, bjj voor
komt verveling en bindt aan huis, als 't ruwe
klimaat ons belet nasr buiten te gaan.
Huisvljjt worde naast sport beoefend, en
door die dubbele beoefening is men onafhan
kelijk van weer of wind.
Wat sommigen met geringe hulpmiddelen
in vrjje, zoogenaamd verloren oogenblikken,
al kunnen maken, is gebleken op onze laat
ste huisvljjttentoonstelling.
Nu beoogt de afdeeling vaa den Volksbond
weder een tentoonstelling in 't leven te roe
pen. Een negental prjjsvragen zjjn uitgeschre
ven en bjj voldoende toezegging zal omstreeks
Pinksteren een tentoonstelling gehouden wor
den, van de gemaakte voorwerpen. Een com
missie, samengesteld uit de volgende dames
en heeren:
C. J. A. BOSCH, Binnenhaven 78,
Egb. J. BOK, Ankerpark 2,
W. V. VERHOEVE BRUINVIS, Kanaal-
[weg 90,
Ch. L. VAN DE BILT, Vosstraat 14,
Mej. N. v. BENDEGOM, Parallelweg 38,
G. B. H. FILBRI, Jb., Hoofdgracht 73,
Y. DE HAAN, Molengracht 5,
A. KLIK, Jb., Westgracht 9,
J. KRUIJS VOORBERGE, Keizerstraat 105,
Mej. KLOTS, Zuidstraat 75,
J. K. LABOUT, Spoorstraat 110,
Mej. METZELAARDenker Huneman,
[Middenstraat 34,
D. VAN ZOONEN, Hoogstraat 96,
heeft zich met de regeling belast.
Voorwerpen kunnen ingezonden worden ter
opluistering en om mede te dingen naar prij
zen. Ook tekoop-stelling der ingezonden voor
werpen wordt in uitzicht gesteld. Honderden
strooibiljetten, met opgave der prjjsvragen,
zjjn door de gemeente verspreid, maar zjj die
nog niet voldoende op de hoogte mogen zjjn,
kunnen bjj de commissieleden alle inlichtin
gen bekomen, en ook de prjjsvragen nog.
Op tal van plaatsen in ons land sullen in
't voorjaar wederom tentoonstellingea gehou
den worden van hnisvljjt.
Burgers onzer gemeentel laat onze woon
plaats niet achterstaan bjj zoovele andere
plaatsen.
Aan 'twerk voor de tentoonstelling 1
Wieringen, Februari 1907.
J.1. Zaterdag werd in tConcordia" het door
de kinderen reeds lang met ongeduld ver
wachte feestavondje van de kinderzangschool,
geleid door den heer C. Rijkeboer, gehouden.
Vele ouders en belangstellenden waren tegen
woordig en er was maar een roep, dat de
zangstukjes bizonder lief klonken en het too-
neelstukje //Een leugentje om bestwil" heel
aardig was opgevoerd. Een waar feest was
het voor de leerlingen die volop werden
onthaald en genoten van het tooneelspel hun
ner makkers. Voor den heer Rjjkeboer was
het een waar succes, zoowel wat zang,
tooneel als belangstelling betrof.
De Tweede Vredesconferentie.
»Het Vad.< verneemt, dat het bijeen
komen der tweede Vredesconferentie in de
tweede helft van Juli zal plaats hebben,
indien ten minste geen onverwachte ver
wikkelingen tusschen groote mogendheden
zullen tusschenbeide komen.
Influenza.
De influenza, de gevreesde, teistert het
menschdom weer geducht. In alle inrich
tingen waaraan veel personeel verbonden
is, heeft men met gebrek aan werkkrach-1
ten te kampen. By de telephoon, by de
posteryen euz., kortom overal tracht men
door tjjdelyke krachten in den dienst te
voorzien. By de post te Amsterdam is het
aantal zieke bestellers geklommen tot 65.
Verstikking door gas?
Nader verneemt de N. R. Ct. over de
oorzaak van het overlijden van den Gro
ninger advocaat te 's-Gravenhage, dat de
heer H. waarschynlyk is overleden ten
gevolge van een ernstigen aanval van in
fluenza. De meening van den dokter was
eerst wel, dat verstikking de oorzaak was,
daar er een kachel in de kamer stond,
maar by nader geneeskundig onderzoek
bleek hiervan geen sprake te zyn. Verder
was ook niet de pjjp uit de kachel geval
len deze werd nog flink brandend gevon
den.
Hoo komt men in de gevangenis?
Onder de oorzaken die iemand in de
gevangenis kunnen doen jkomen behoort,
bijjkens een voor de Haagsche rechtbank
behandeld zaakje, ook het ongehuwd zyn.
Voor genoemd college toch had zich te
verantwoorden J. C. O. een groentenboer
uit Leiden die van een uitstalling van een
winkel aldaar een pak zeemlappen had
gestolen. De winkelhondster die de man
op heeterdaad betrapt, haar lappen dade-
Ijjk ternggekregen en das geen schade
had geleden, deed geen aangifte van den
diefstal omdat zy meende dat de man ge
trouwd was. Toen zy echter later hoorde
dat deze de voorkeur gaf aan het vryge-
zellenleven, was het gedaan met haar
msdeljjden en vond zy, >dat de dief dan
maar achter slot moest".
Geeischt werd 4 maanden gevangenisstraf.
Ook een held 1
Trein 39 uit Rotterdam, die te Roosen
daal moet zyn om 9.05, kwam Zondag
rnim 1/t nar te laat aan, waardoor alle
correspondentie met Zeeland gemist werd.
Wat was hiervan de oorzaak Hevig ges-
ticuleerende en luidop redeneerende reizi
gers, die in groepjes rond de groote tafel
in de 2e wachtkamer Btonden, maakten er
geen geheim van dat zy de dupe gewor
den waren van een belachelyke onbegrij
pelijke angst, waarmede een paar mooie,
schitterende vrouwenoogen een hunner me
dereizigers, zoodanig hadden gehypnotiseerd,
dat de Man, bevreesd voor z'n haggie,
pardoes aan de noodrem trok. Angstig
toeschietende reizigers en conducteurs, (de
held zat in een doorloopende wagen), hoorden
met verbazing 's mans bespottelyke uitleg
over deze daad in uitersten nood, dat
hy zat in een coupé niet rooken waar
in, behalve hy zelf, één dame en één heer
de heer sliepde dame sliep niet,
keek hem zelfs aanfixeerde hem
z'n knap gezichtnam een zakje bon
bons proefde er eenoffreerde
hem er toen ook eenGroote Hemel
dat was te veel; nitgepnt van angst, sid
derend voor de demonisch schitterende
vrouwenoogen, trok hy in z'n vertwijfeling
aan den noodrem, met het bekende ge
volg de gewone boete wegens on-
noodig gebruik maken van de noodrem en
als snrprise voor zyn medereizigers
een extra trein, die in plaats van om 9.14,
thans omstreeks half twaalf van hier naar
Zeeland aanvaardde. (Grondw.)
Door de politie te Gouda is aange
houden en naar het huis van bewaring
te Rotterdam overgebracht zekere A. H.
L., kellner, zonder werk, die, zonder
geld zynde, eenige dagen een heeren
leventje heeft geleid. Hy ging met
>dame" uit rijden, gaf, toen hjj den
koetsier moest betalen, te kennen, dat de
>dame" van hem een bankbiljet had ge
rold en hield dit op 't politiebureau ook
vol.
's Nachts logeerde hy in een hotel, had
allerlei mooie praatjes en ook daar liet
men hem gaan zonder te Malen, zelfs
i hy met den trein van hier naar Gouda
voor sniks", doch in een retirade werd
by gesnapt en op 't perron gezet. Daarna
ging hy hier naar een hotel, bestelde een
diner, dronk een kleintje koffie, liet zich
zelfs nog postzegel geven en dreef de bru
taliteit zóó ver, dat hy aan 't politeburean
om reisgeld ging vragen.
Men had daar nog geen aangifte gedaan,
vandaar dat een medelydend politie-beambte
den man twee kwartjes leende. Met dit
geld vertrok hy naar Woerden, stapte daar
ook in een der beste hotels af, gaf zich
uit voor reiziger, logeerde daar, en toen hij
den volgende morgen vertrok, beloofde hy
terug te zullen komen.
Doch de Goudsche politie was hem voor.
Staking te Deventer.
Men meldt nit Deventer:
De staking aan de tapytfabriek is ge
ëindigd. De directeur heeft, in overleg met
comissarisBen, den eisch der stakers, be
treffende het loon van Jorgens, ingewil
ligd, nn de eisch hunnerzyds, betreffende
Yan de Lear, vervallen is.
Vrijdagmorgen wordt de arbeid hervat.
In verband met het verdwynen van
den gemeente-ontvanger te Rucphen (N.
Br.) wordt ons nader gemeld:
Sedert 66nigen tjjd was het met de be
taling van vorderingen op de gemeente
erg slordig toegegaan. Zoo moesten o. a.
ook de openbare onderwijzers het vorige
kwartaal meermalen op betaling van hun
salaris aandringen, waarbij de ontvanger
dan beweerde, dat er geen geld in kas
wasdoch hy had dat geld dan ten eigen
bate aangewend. Geconstateerd is reeds,
dat er rnim f 1000 verduisterd is. Het
staat thans ook vast, dat de ontvanger
de wjjfe naar België heeft genomen. De
gemeente zal geen nadeel ljjden, daar de
borg van den voortvluchtige de schade
dekt.
Door een oommissie, te Kopenhagen
gevormd, om mede hulde te brengen aan
de nagedachtenis van den Qollandschen
zeeheld De Rnjjter, is besloten een gouden
benkentak met opschrift te laten vervaar
digen en dien te leggen op het grafteeken
in de Nienwe Kerk te Amsterdam.
Men heeft een benkentak gekozen, om
dat de beuk in Denemarken de nationale
boom is.
De Ruyter bij Chattam.
Dec 22en Maart 1907 is het drie eeuwen
geleden, dat Michiel Adriaanss. de Ruyter
geboren werd.
Daar is in geheel de geBchiedenis van ons
vaderland wel geen tweede persoon aan to
wjjzen, die zoozeer het jongenshart aantrekt
als De Rnyter. Michiel, altjjd behalve in
school haantjo de voorste, die den kerk
toren van Ylissingen beklimt en ongedeerd
weer den grond bereikt; Michiel, voor een
achelling in de week in eene ljjnbaan het rad
draaiend, tot men hem, als voor niets anders
deugend, naar zee stnurtlater het met boter
besmeerde schip en de zeeroovers, die hjj met
kokend water ontvaugt het zjjn tafereelen,
die wjj ons nog van de sehoolbanken herin
neren, die wjj als het ware meeleefden on
waarvoor wjj meer gevoelden dan voor zijne
latere grootsche wapenfeiten, die boven ons
bereik gingen.
Te Vlissingen staat het standbeeld van den
grooten admiraal, met den rag naar de zee
gekeerd, die van zjjne daden getuige was.
Steeds is hg Neerland# roem geweest on
werkeljjk, wjj mogen trotsoh gaan op den man,
die van den laagsten rang tot zulk eene hoogte
klom, den man, die in zeven oorlogen zyn
vaderland diende en voor dat vaderland zjjn
leven gaf, den held, die in meer dan veertig
gevechten en vjjftien groote zeeslagen, bewjjzen
van moed en beleid gaf en zoowel vriend als
vjjand met eerbied vervulde, den nederige, die
hoe ook door de machtigen der aarde om strjjd
met eerbewjjzen overladen, eenvoudig bleef
en zich nooit over zjjne afkomst schaamde,
den vrome, die steeds vol vertrouwen op Gods
hulp den slag begon en na de overwinning
Hem alleen de eer der zegepraal gaf, den man,
door een tjjdgenoot met recht bezongen ais
tde held, der Staten rechterband,
de redder van 't vervallen vaderland,
het roer der vloot, de arm waar God door stree".
Een dor stoutste bedrjjven uit zjjn zoo veel
bewogen leven is wel de tocht, in de geschie
denis bekend als de tocht naar Chattam.
Sedert 1665 was ons land in oorlog met
Engeland. Schitterend had De Rnyter de eer
der Nederlandsche vlag gehandhaafd in den
vierdaagscben zeeslag; nog grooter had hjj
zich kort daarna getoond in sjjne meester! jjken
aftocht, roemvoller dan menige zegepraal.
Sedert werden te Breda de vredesonderhande
lingen gevoerd en terwjjl deze aan dea gang
waren, viel een Eogelsche vloot het Vlie
binnen, verbrandde meer dan honderd koop-
vaardjjschepen, en planderde Terschelling. Die
daad wilde Jan de Witt hnn betaald zetten en
tevens de Engelschen dwingen, wat meer
spoed met het sluiten van vrede te n
want men was den kostbaren oorlog i
en er dreigden moeiljjkheden met Frankrjjk.
Men zou de Engelschen in hun eigen land
aantasteneen stonte onderneming voorzeker,
want sedert eenwen had Engeland geen vjjau-
deljjke vlag meer in zjjne havens gezien,
doch de twee mannen, die het plan tot deze
onderneming ontwikkelden, Jan de Witt en
De Ruyter, waren, elk op zjjn gebied, de
grootste van hnn tjjd en niet gewoon zich
door hinderpalen te laten afschrikken.
In Juni 1667 zeilde de Nederlandsche vloot
uit, waarop zich behalve de admiraal, ook
Cornelis de Witt bevond, de broeder van den
raadpensionaris, als gevolmachtigde der Sta
ten zjj bereikte na weinige dagen den mond
der Theems, en zeilde zonder oponthoud deze
rivier en hare zjjrivier de Medway op tot bjj
Chattam. Hier lag eene Engelsohe vloot in
zulk een veilige stelling, dat het vermetel
heid mocht heeten, haar aan te tasten. Vier
branders en twee groote vaartuigen, die men
had doen zinken, versperden den weg, zoodat
er slechts een nanwe doorvaart overbleef.
Een zware jjzeren ketting sloot do rivier af;
voor dien ketting lag een groot sterkbemand
fregat en aan weerszjjden ervan, op de beide
oevers, lagen verschansingen, met zwaar ge
schat bewapend en door musketiers bediend.
Achter dien ketting lagen de grootste en
schoonste schepen dor Engelsche vloot, alle
ruim van soldaten en kanonnen voorzien.
Hét was een moeieljjke taak, den vjjand
aan te tasten, want slechts zeer langzaam
kwamen de Hollandsche vaartuigen door het
nauwe en ondiepe vaarwater voorwaarts, on
ophoudelijk bestookt door het geweldig voor
der Eogelschsn. Toen nam een dapper man,
Jan van Brakel, een kloek besluit. Hjj wil
zjjn schip, een oud fregat er aan wagen en
biedt aan het vaartuig, dat voor den ketting
ligt, aan te vallen. Zjjn aanbod wordt aan
genomen en aanstonds zeilt hjj recht op het
vjjandeljjke schip af; met een regen van
kogels wordt hjj ontvangen, maar niets weer
houdt hem; onversaagd klampt bjj den Engelsoh-
man aan, en springt bjj hem aan boordslechts
weinige oogenblikken dnnrt de strjjd, en het
fregat is in handen der Hollanders.
Thans zeilt Jan Daniëlszoon van de Bjjn
met een brander recht op den ketting aan,
zoodat deze breekt en entert een groot En-
gelsch vaartuig, dat weldra in volle vlam
staat. De overige schepen volgen hem en
openen snik een geweldig vnnr op de batterjjen,
dat de Engelsohen in aUerjjl terugtrekken. Na
kan niets de Hollanders langer stuiten, alle
vjjandeljjke schepen worden tegeljjk aange
vallende rivier is in rook en vlammen
gehuld en daartosscben hoort men het ge
donder van het geschut, het geknal der mus
ketten en de zegekreten der Nederlandsche
zeelieden. Dooh slechts kort duurt het gevecht,
want een paniek maakt zicb van de Engelschen
meesterin radeloosen angst nemen se de
vlnoht, velen trachten zich zwemmende te
redden en bjjna zonder slag of stoot vallen de
prachtige oorlogsschepen in de handen der
onsen. Tal van vaartuigen werden in den
grond geboord en acht der grootste in triomf
medegevoerd het schoonste van alles was de
(Royal Charles", het prachtige admiraalschip,
de trots der Engelsche vloot.
Vanaf den vasten wal hadden de Britsohe
aanvoerders het aangesien, hoe hnn geheele
scheepsmacht vernietigd werd en het bericht
der nederlaag, naar Londen overgebracht,
veroorzaakte daar onbesohrjjieljjke schrik en
ontzetting; velen dachten niet anders, dan
dat de Hollanders na hunne overwinning, naar
de hoofdstad zouden optrekken. Zulks lag echter
niet in de plannen van De Rnyter: zoo
spoedig mogel jjk keerde hg met sjjn buit naar
het vaderland terug. Het doel der onderne
ming was ten volle bereikt. Angst en vrees
vervulde het geheele land, en de Engelschen
haastten zich thans den vrede te sluiten, die
reeds den 31en Juli van hetzelfde jaar tot
stand kwam. ((Centrnm").
Naar het Duitsch.
15)
In Rome kreeg ik kosteloos onderricht in
den zang en werd mjjn stom gevormd door
een voortreffeljjk onderwijzer. Dat was een
groote troost voor mjjn arme moeder. Haar
oogen straalden van vreugde, toen zjj voor
de eerste maal haar kleine wildzang in fat-
soenljjke kleeren met een rol muziek in de
hand naar de zangschool zag gaan. Rodolfo
ia lichtzinnig, maar bjj heeft oen goed mede-
ljjdend hartaan hem had mjjne moeder het
te danken, dat zjj in baar laatste levensdagen
minder zorgen had dan zjj sedert vele jaren
had gekend. Het overige is spoedig verteld.
Ik was vljjtig, leerdo vlug. trad met mjjn
zestiende jaar voor het eerst in het publiek
op en werd toegejuicht. Sedort dien tjjd heb
ik mjj gcblanket, ik heb gezongen en hot
leven soo luchtig opgenomen ali het slechts
mogeljjk was. Daar heb je mjjn geheele ge
schiedenis Elisabeth Mag ik nn die van jon
hooren
Ik vrees, dat ik je zon vervelen. Car-
mela! Wat zou ik je ook moeten vertel
len
Alles! antwoordde de signora terwjjl zjj
met de hand het blonde hoofd streelde van
het jonge meisje dat sioh naar haar overboog.
Wat ben je mooi! Je ziet er uit, of je ge
schapen bent om vertroeteld te worden Ik
zou wel eens willen weteB, wie daarmee be
gonnen is. Zeker niet die heks, die je in
den Rozenburger slottuin aan de haren
trok.
Ingeborg meen je, riep Elisabeth lachend
uit. Ja, met die viel niet te gekscheren, geloof
dat maar zeker
Dat weet ik! Ik zag, hoe zjj aan je
lange vlechten trok, toen je op je teenen gingt
■taan om mjj dien halsband om te hangen.
Lang heb ik dien halsband bewaard, Elisa
beth, nog lang nadat de glinsterende kastan
jes verdroogd aan het snoer hingen. Eer ik
er van scheidde, trok ik er een parel af en
bewaarde die. Dikwjjls heb ik die bekeken
en dan herinnerde ik mjj telkens het liefe-
ljjkste tooneel uit mjjn kindeijaren. Maar
waarom begin je niet Begin voor mjjn part
met Ingeborg, zeide zjj glimlachende, doch
met tranen in do oogen.
En Elisabeth begon. Ze vertelde alles wat
ze nog wist van haar rustige kinderjaren, en
deed dit met znlk een warmte van gevoel,
dat die herinneringen daardoor nog aantrek
kelijker werden. Toen sprak ze over haar
vorbljjf ten huize van mevrouw Bergenau,
over Laura, Fanny en Otto, maar Edgar
noemde zjj niet.
De beide jonge meisjes zaten hand in hand.
Carmela luisterde met aandacht, haar don
kere oogen hingen aan Elisabeth's lippen.
Is dat alles? vroeg zjj, toen deze
zweeg.
Ja, antwoordde Elisabeth.
Vaarwel dan, riep Carmela uit, en op
springende stapte zjj ving naar de deur in de
omheining.
Ga je nu al heen vroeg Elisabeth
verwonderd. Wanneer kom je weer hier?
Nog slechts een enkele maal, en daD
kom ik door de tuinpoort aan den straatweg
om mevrouw Bergenan mjjn afscheidsbezoek
te brengen. Dat bezoek geldt niet de gouver
nante.
Wat heb ik je gedaan? Bon je boos op
me vroeg Elisabeth, terwjjl Carmela met
kracht don roestigen sleutel in het slot om
draaide.
Ja, riep ze. Ik houd niet van menschen,
die zoo openhartig en rein schgnen, alsof men
op den bodem hunner ziel kan lozen, en die
toch vol hnichelarjj en valschheid zjjn.
Ik heb geen enkel onwaar woord ge
zegd Carmela.
Nn, dan is het goed. Op een anderen keer
behoef ik dan geea inbraak te plegen om je
te troosten riep de overmoedige Italiaansche.
Mevrouw Bergenau is goed voor je, de jonge
dames ook en baron Edgar ken je zeker
heelemaal niet, hè?
Wat bedoel je? vroeg Elisabeth blo
zend.
Ik bedoel, dat men zich niet behoeft
te schamen, wanneer men een man liefheeft,
maar dat men zich wel moet schamen, wan
neer men liegt om die liefde te verbergen.
Ik heb me zeker vergist, toen ik meende je
onder een boom te zien zitten in een ver
trouwelijk gesprek met dienzelfden baron
Edgar, dien je vandaag niet schjjnt te ken
nen.
Dat heb je heel goed gezien, Carmela,
antwoordde Elisabeth kalm, maar dat ge
sprek leek me te onbednidend om er over te
spreken. Dat weet je toch zelf ook wel, als
je ons gehoord hebt.
Ik luister geen gesprekken af.
Moet ik dan elk woord van dat ge
sprek voor je herhalen vroeg Elisabeth be
schroomd, maar Carmela schudde ongeduldig
het hoofd.
Carmela, riep Elisabeth plotseling, ik
geloof, dat je eigenljjk jaloersoh bent.
Ikjaloersohherhaalde de sig
nora.
Zjj bloosde diep en keek Elisabeth toornig
aan, maar deze beantwoordde haar booze
blikken met een glimlach.
En op wie?
Op mjj natuorljjk, antwoordde Elisa
beth. Beken het maar eerljjk, je kunt niet
verdragen, dat ik met anderen spreek.
Als door een wonder brachten deze woor
den plotseling Carmela tot kalmte; bjjna ang
stig keek zjj Elisabeth aan als ware dit een
kind, wiens vlekkelooxe onschuld men niet
mocht bezoedelen.
Je hebt geljjk, Elisabethik heb je
harteljjk lief, zeide zjj ernstig. Ik heb je
doen schrikken door mjjn binnendringen als
een ongetemd wild dier. De jonge leeuw,
waarmee je vroeger gespeeld hebt, is opge
groeid en heeft een mooiere huid en glad
dere manen, maar zjjQ aard is nog dezelfde
van vroeger. Hier, neem mjjn sleutel! Sluit
de deur goed en werp don sleutel in het
water. Ik kom nooit weer hierdoor om je te
bezoeken.
Carmela! riep Elisabeth op smeekenden
toon.
Dat heb ik wel verwacht, zei Carmela.
Ik kende mjjn weekhartige vriendin van
vroeger en wist wel, dat ze niet zoo gemak
kelijk iemand loslaat. Daarom neem den sleu
tel van mjjn leenwenkooi, en gebruik hem
zoo dikwjjls als je wil.
En Elisabeth greep begeerig naar den ver
roesten sleutel.
VUI.
Op zekeren avond, toen Carmela alleen
was, werd er zacht op de denr geklopt. Zjj
dacht, dat het Elisabeth zon zjjn en liep
heen om de denr te openen. Verbaasd her
kende zjj in den laten bezoekerbaron
Hjj bemerkte haar vragenden blik en zeide
daarom
Ik kom als afgezant.
Van welk hof? vroeg de signora
lachend.
Van mevrouw Bergenau. Ik moet u
uitnoodigen om thee te komen drinken.
Hjj nam plaats op een stoel en Carmela
bemerkte, dat hjj er zeer bleek en vermooid
uitzag.
Wat scheelt u? vroeg ze.
Ik heb eens goed over mjjn toekomst
gedacht en dat moet men niet doen, dat maakt
een mensch maar ongelukkig.
Zjjt ge dan bjj een waarzegster ge
weest vroeg de Italiaansohe, die evenals
alle zuideljjke volkeren bjjgeloovig was.
Neen, antwoordde Edgar bitter lachend.
Ik heb een nitstapje gemaakt voor mjjn ge
noegen daarbjj wilde ik de proef nemen om
te zien hoe lang ik het leven son kunnen
uithouden in de toekomst, die mjj wacht. Ik
stelde mjj voor, dat ik reeds met Laura ge
trouwd was. Ik bood Otto mjjn paard aan
en ging alleen met Lanra den geheelen lan
gen weg te voet. Ik geloof wel, dat de schold
aan mjj ligt, ja, dat ik onrechtvaardig ben,
maar ik kan er niets aan veranderen. Haar
doen en laten stoot mjj af, haar opmerkingen
beleedigen mjj, haar laohon klinkt hiteljjk
in mjjn oor. En tochik eisch werkeljjk
niet veel. Ik zou er nooit over klagen, dat
een meisje niet jong, niet mooi of niet ver
standig genoeg was, maarals Lanra,
neen, als Laura mag se niet sjjn.
Hjj was zeer opgewonden. Carmela stond
naast hem en luisterde naar zjjn harlstoeh-
teljjk klagen se zag er echter niet uit als
een vriendin, die ia zjjn leed deelde. Somber
en swjjgend liet zjj den blik op Edgar rus
ten bjjna benjjdde ze Lauradie werd wel
niet bemind, maar leed daar ook niet on
der.
En Elisabetk, ging Edgar voort. Waar-
n moet ik haar nu juist dageljjks voor
oogen hebben Waarom moet ze mjj door
haar stille teraghonding juist zoo aantrekken
en toch soo onbereikbaar ver van mjj ver-
wjjderd zjjn?
Hjj verborg het gelaat in de handende
Italiaansche keek hem swjjgend aan.
Iz Rodolfo bjj mevrouw Bergenan vroeg
zjj plotseling.
Ja! Wjj ontmoetten hem hier in de
nabjjheid, toen wjj uitgingen. Dat treft in
den laatsten tjjd nog al dikwjjls.
Zoo? Werkeljjk? zeide Carmela met
een vlochtigen glimlach.
Hjj doet, alsof hjj alle dames van ons
gezelschap attenties bewjjst, zoowel mevrouw
Bergenau als Laura en Fanny. Alleen Elisa
beth schjjnt hjj niet te willen zien, en daar
om geloof ik eigenljjk, dat sjjn hnldigingen
haar gelden. Uwe iandgenooten, Carmela,
■pelen liefst verdekt spel. Wjj ontmoeten
hem telken», wanneer wjj uitgaan; hjj moet
dus voortdurend op deu uitkgk staan.
Of goed ingelicht worden, zei Car
mela.
Door wie vroeg Edgar heftig.
Ik ken Rodolfo's geheimen niet.
En ge kent evenmin de Deensche da
mes, veerde Edgar haar met overtuiging
tegemoet.
(Werdt vervelgd)»