KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulovrna Oe Gouvernante. No. 3546. Zaterdag 9 Februari 1907. 35ste Jaargang. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Nieuwsberichten. S'BTJIXjXiEITOlir. 8 Bureau: Spoorstraat. Telef, 59. eau: Kinlngrtr. 29. Intert.-Telef. 50 2 iLi^onnement "Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p. post 75 ct., Boitenl. f 1.25 J l Zondagsblad 87' 45 0.75 f Modeblad 55 80 >0.90 (Muzik. Bloemlezing» ><60>>> >85» >0.90 Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Bureaux: Spoorstraat en Koning-straat. Aavertentlön van 1 tot 4 regels25 Cent. Elke regel meer0 Bewjjs-exemplaar21/, Vignetten en groote letten worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Uit het Buitenland. Wjj hebben indertijd melding gemaakt van het schrijven van de Russische minister president aan de autoriteiten om zich bij de verkiesingen voor de Doema volstrekt on partijdig te gedragen. In sommige districten ■chjjnen die autoriteiten zich echter Diet veol om die circulaire te bekommeren en wordt het aan alle partyen, behalve aan de z.g. Octobristen onmogelijk gemaakt te vergaderen. Wanneer een spreker zal optreden, van wie verwacht wordt dat hjj in oppositie tegen de regeering is, wordt eenvoudig de vergadering ontbonden. Met het oog op de goede orde' 1 De bekende zaak van de knoeieryen bjj graanlevering voor de noedlydende provincies zal nu op den duur nog voor de rechtbank komen. Onder-minister Goerko, die by deze saak betrokken is of genoemd wordt, weigert syn ambt neer te leggen en eiscbt behande ling voor de reohtbank. Een tweetal leden van den Ryksraad en de minister van justitie confereerden herhaalde malen met Goerko te sijnen huize. Wat daar behandeld is, wordt sorgvuldig geheim gehouden. De rust in Rusland laat nog veel te wcn- schen over. Zoo overvielen rooversbenden een tweetal stations aan den Weichselspoorwog, ledigden do kassen en vernielden de telegraaf toestellen. Te Sosnowice overvielen roovers den kassier eener yzergietery en ontnamen hem 5000 roebel. Heeft men in Dnitscbland het aantal ge- vallon waarin majesteitsschennis kan gepleogd syn verminderd, in Bulgarye heeft de regee ring het noodig geoordeeld, om, naar aan leiding van de studenten-oproeren, strafbe palingen voor te stellen tegen hem, die het hoofd van den staat of zijn gemaliD, ef de troon (opvolger belcedigt, hen berispt of aan hen ietB toeschrijft, dat Dadeelig is over de belangen van het algemeen of van den Staat. Ook de bladen die zoo iets opnemen znllen worden gestraft en in beslag genomen. Over het algemeen vallen de maatregelen niet in goede aarde en van verschillende zjjden maakt men zich op tegen de politiek der re- ring in deze, te protesteeren. De regeering heeft verklaard dat zjj echter nasst die be palingen een hervorming op onderwijs gebied voorbereid om het onderwys aan do jeugd meer en boter tot zjjn recht te laten komen. De uitslag der herstemmingen voor den Dnitachen Rijksdag is ongevcor sooals men dien de den eersten uitslag der verkiezingen had verwacht. De regeering zal kannen bu- sehikken over een meorderheid, samengesteld vit verschillende groepen, conservatieven, na- tionaal-liberalen, vrijzinnige volksparty, Duit- sche rjjkspartjj, vrijzinnige vereeniging, enz., die samen 28 stemmen meer dan de helft kunnen uitbrengen. Geweldig ie de nederlaag der sociaal-de mocraten. Van de 79 mandaten, die deza par ty in den vorigen Rjjksdag had, zjjn slechts 48 behouden gebleven. Een verlies van 36 setels alzoo. Het is te bagrjjpen dst dit door de Duitsche regeering beschouwd wordt als eene groote overwinning. Het tweede gedeelte der leuze, dia Bülow op en na 13 Dec. als verkiezingsparool uitgaf, .Tegen het Centrum" dat inzake koloniale politiek met de soci aal-democraten ééne ljjn trok is niet op gevolgd. Niet alleen dat het Centrum onver wachts uit dan strjjd gekomen is, het heeft zelfs 6 setels meer dan in den vorigen Rjjks dag. Er is over 't algemeen zeer druk ge- j Na het bekend worden van den uitslag trok eene ontzaggelijke menigte te B er ljjn naar het paleis van den Rjjkskanselier en bracht Von Bülow onder het zingen van va- darlandsche liederen een geestdriftige ovatie. De Rjjkskanselier hield eene toespraak tot de menigte. Daarna trok deze naar het keizerljjk paleis, waar na herhaalde kreten een marine officier te voorschjjn kwam en den keizor aan kondigde. Keizer Wilhelm, vergezeld van de keizerin, trad voor het open raam en sprak de menigte toe «Ik dank u, mjjne heeren, van ganscher harte, voor de huldobctooging die u mjj heden breDgt. Zjj komt voort uit het bewustejjn, dat gjj tegenover hot vaderland uw plicht hebt gedaan, en het woord van den Rjjkskanselier bewaarheid hebt; ,Duitschland kan rjjden, als hot wil." (Stormachtige toejuiching.) »Ik ben rotsvast overtuigd, dat, als tot dusver alle standen, hoog en laag, alle gods diensten (luido bjjval) eenigszins samenwer ken, wjj niet alleen kunnen rjjden, maar alles omverrjjden, wat ons in den weg staat." (voortdurende hoera l-kreten). Het antwoord der Fransche regeering op de nota der bisschoppen, in den vorm van eene circulaire aan de prefecten schjjnt een stap nader te zullen brengen tot oplossing der haDgende kwestie. De meest rechtsche bladen zjjn van oordeel dat eene aannneme- ljjke schikking thans binnenkort kan getrof fen wordeD. De uiterste linkerzjjde is niet te vreden over de circulaire. Zjj meent dat mi nister Briand te voel concessies deed en heeft eene interpellatie in de Kamer aangekondigd. Heldsr, 8 Februari 1907. Woensdagmiddag had hier ter plaatse een niet alledaagscbe plechtigheid plaats. Er was hier een vrouweljjke heilsoldaat overleden en deze werd op plechtige wjjze de laatste eer bewezen. Tal van heilsoldaten, zoowel manneljjke als vrouweljjke, allen in uniform met do bRnier voorop, vergezelden de afge- st-Tveno naar haar laatste rustplaats. Op de begraafplaats aangekomen, werd de doodenbaar door de vrouweljjke soldaten naar het graf (.•edragen, torwjjl de overigen een treurzang aanhiovon. Bjj do geopende groeve werd een dienst gehouden, zooals men dat bjj het Leger des Heils gewoon is, waarvan de leiding wes toevertrouwd aan kapitein Ra wie. Ver schillende personen voerden het woord en spraken over leven en dood, over verlossing, over onsterfelijkheid enz., terwjjl tot de familieleden woorden van troost en opwekking werden gericht. Het zangkoor, onder leiding van kapitein StaalmaD, zong eenige stichte- ljjke liederen en de kist werd met bloenion en groen bedekt. Het was een treilende en aandoenljjke plechtigheid, die door velen werd bjjgowoond. KulsvlIJttentoonstelling. De omstandigheden, waaronder het tegen woordige geslacht opgroeit, verschillen veel van die, welke de ouden vaa dagen in hunne jeugd kenden. Toen bestond geen rjjwiel; hot voot- en korfbalspol was niet zoo alge meen bekend; sohool- en andere volksbiblio theken kwamen zeer sporadisch voor en toch wisten de knapen en meisjes zich te ontspan nen. Tal van gezelschapsspelen hielden hen aan den huiselijken haard, en hoe bedreven wa ren ze vroeger in 't vervaardigen van aller lei voorwerpen, die te pas komen bjj het spel, fluitjes, vliegers, scheepjes, klepperhoutjes, tooverringon enz. Men staat verbaasd over de hand- en kunstvaardigheid, die velen jong reeds eigen washet doet weldadig aan te hooren, hoe de hnisvljjt 't huiseljjk leven verhoogt. De vrees is niet denkbeeldig, dat die liefhebberjj, die zin voor arbeid in huis, bjj hot tegenwoordige geslacht, dat in de be oefening van allerlei sport afleiding en ont spanning te over vindt, aan 't kwjjnen gaat. Flinke beweging in de open lncht moge gezond zjjn en zeer aan te bevelen voor onze knapen en meisjes, de sport moge het drank misbruik bestrjjden of zelfs voorkomen, ze ODtegenzeggeljjk de uithuizigheid bevor deren, de geestelijke ontwikkeling voor die j des lichaams te kort doen. Als tegenwicht voor te veel sport komt het ons voor, bjj onze jeugd den lust op te wek ken, om ook ontspanning te zoeken in huis arbeid, 't knutselen, 't ontwerpen en maken van practische en aardige versierings- voor werpen. Die arbeid, uit liefhebberjj gedaan, om eens wat aardigs, nuttigs en fraais te vervaardigen, heeft groote vormende waarde. Hjj oefent den mensch in geduld en vol- harding, hjj dwingt hem tot zoeken, bjj voor komt verveling en bindt aan huis, als 't ruwe klimaat ons belet nasr buiten te gaan. Huisvljjt worde naast sport beoefend, en door die dubbele beoefening is men onafhan kelijk van weer of wind. Wat sommigen met geringe hulpmiddelen in vrjje, zoogenaamd verloren oogenblikken, al kunnen maken, is gebleken op onze laat ste huisvljjttentoonstelling. Nu beoogt de afdeeling vaa den Volksbond weder een tentoonstelling in 't leven te roe pen. Een negental prjjsvragen zjjn uitgeschre ven en bjj voldoende toezegging zal omstreeks Pinksteren een tentoonstelling gehouden wor den, van de gemaakte voorwerpen. Een com missie, samengesteld uit de volgende dames en heeren: C. J. A. BOSCH, Binnenhaven 78, Egb. J. BOK, Ankerpark 2, W. V. VERHOEVE BRUINVIS, Kanaal- [weg 90, Ch. L. VAN DE BILT, Vosstraat 14, Mej. N. v. BENDEGOM, Parallelweg 38, G. B. H. FILBRI, Jb., Hoofdgracht 73, Y. DE HAAN, Molengracht 5, A. KLIK, Jb., Westgracht 9, J. KRUIJS VOORBERGE, Keizerstraat 105, Mej. KLOTS, Zuidstraat 75, J. K. LABOUT, Spoorstraat 110, Mej. METZELAARDenker Huneman, [Middenstraat 34, D. VAN ZOONEN, Hoogstraat 96, heeft zich met de regeling belast. Voorwerpen kunnen ingezonden worden ter opluistering en om mede te dingen naar prij zen. Ook tekoop-stelling der ingezonden voor werpen wordt in uitzicht gesteld. Honderden strooibiljetten, met opgave der prjjsvragen, zjjn door de gemeente verspreid, maar zjj die nog niet voldoende op de hoogte mogen zjjn, kunnen bjj de commissieleden alle inlichtin gen bekomen, en ook de prjjsvragen nog. Op tal van plaatsen in ons land sullen in 't voorjaar wederom tentoonstellingea gehou den worden van hnisvljjt. Burgers onzer gemeentel laat onze woon plaats niet achterstaan bjj zoovele andere plaatsen. Aan 'twerk voor de tentoonstelling 1 Wieringen, Februari 1907. J.1. Zaterdag werd in tConcordia" het door de kinderen reeds lang met ongeduld ver wachte feestavondje van de kinderzangschool, geleid door den heer C. Rijkeboer, gehouden. Vele ouders en belangstellenden waren tegen woordig en er was maar een roep, dat de zangstukjes bizonder lief klonken en het too- neelstukje //Een leugentje om bestwil" heel aardig was opgevoerd. Een waar feest was het voor de leerlingen die volop werden onthaald en genoten van het tooneelspel hun ner makkers. Voor den heer Rjjkeboer was het een waar succes, zoowel wat zang, tooneel als belangstelling betrof. De Tweede Vredesconferentie. »Het Vad.< verneemt, dat het bijeen komen der tweede Vredesconferentie in de tweede helft van Juli zal plaats hebben, indien ten minste geen onverwachte ver wikkelingen tusschen groote mogendheden zullen tusschenbeide komen. Influenza. De influenza, de gevreesde, teistert het menschdom weer geducht. In alle inrich tingen waaraan veel personeel verbonden is, heeft men met gebrek aan werkkrach-1 ten te kampen. By de telephoon, by de posteryen euz., kortom overal tracht men door tjjdelyke krachten in den dienst te voorzien. By de post te Amsterdam is het aantal zieke bestellers geklommen tot 65. Verstikking door gas? Nader verneemt de N. R. Ct. over de oorzaak van het overlijden van den Gro ninger advocaat te 's-Gravenhage, dat de heer H. waarschynlyk is overleden ten gevolge van een ernstigen aanval van in fluenza. De meening van den dokter was eerst wel, dat verstikking de oorzaak was, daar er een kachel in de kamer stond, maar by nader geneeskundig onderzoek bleek hiervan geen sprake te zyn. Verder was ook niet de pjjp uit de kachel geval len deze werd nog flink brandend gevon den. Hoo komt men in de gevangenis? Onder de oorzaken die iemand in de gevangenis kunnen doen jkomen behoort, bijjkens een voor de Haagsche rechtbank behandeld zaakje, ook het ongehuwd zyn. Voor genoemd college toch had zich te verantwoorden J. C. O. een groentenboer uit Leiden die van een uitstalling van een winkel aldaar een pak zeemlappen had gestolen. De winkelhondster die de man op heeterdaad betrapt, haar lappen dade- Ijjk ternggekregen en das geen schade had geleden, deed geen aangifte van den diefstal omdat zy meende dat de man ge trouwd was. Toen zy echter later hoorde dat deze de voorkeur gaf aan het vryge- zellenleven, was het gedaan met haar msdeljjden en vond zy, >dat de dief dan maar achter slot moest". Geeischt werd 4 maanden gevangenisstraf. Ook een held 1 Trein 39 uit Rotterdam, die te Roosen daal moet zyn om 9.05, kwam Zondag rnim 1/t nar te laat aan, waardoor alle correspondentie met Zeeland gemist werd. Wat was hiervan de oorzaak Hevig ges- ticuleerende en luidop redeneerende reizi gers, die in groepjes rond de groote tafel in de 2e wachtkamer Btonden, maakten er geen geheim van dat zy de dupe gewor den waren van een belachelyke onbegrij pelijke angst, waarmede een paar mooie, schitterende vrouwenoogen een hunner me dereizigers, zoodanig hadden gehypnotiseerd, dat de Man, bevreesd voor z'n haggie, pardoes aan de noodrem trok. Angstig toeschietende reizigers en conducteurs, (de held zat in een doorloopende wagen), hoorden met verbazing 's mans bespottelyke uitleg over deze daad in uitersten nood, dat hy zat in een coupé niet rooken waar in, behalve hy zelf, één dame en één heer de heer sliepde dame sliep niet, keek hem zelfs aanfixeerde hem z'n knap gezichtnam een zakje bon bons proefde er eenoffreerde hem er toen ook eenGroote Hemel dat was te veel; nitgepnt van angst, sid derend voor de demonisch schitterende vrouwenoogen, trok hy in z'n vertwijfeling aan den noodrem, met het bekende ge volg de gewone boete wegens on- noodig gebruik maken van de noodrem en als snrprise voor zyn medereizigers een extra trein, die in plaats van om 9.14, thans omstreeks half twaalf van hier naar Zeeland aanvaardde. (Grondw.) Door de politie te Gouda is aange houden en naar het huis van bewaring te Rotterdam overgebracht zekere A. H. L., kellner, zonder werk, die, zonder geld zynde, eenige dagen een heeren leventje heeft geleid. Hy ging met >dame" uit rijden, gaf, toen hjj den koetsier moest betalen, te kennen, dat de >dame" van hem een bankbiljet had ge rold en hield dit op 't politiebureau ook vol. 's Nachts logeerde hy in een hotel, had allerlei mooie praatjes en ook daar liet men hem gaan zonder te Malen, zelfs i hy met den trein van hier naar Gouda voor sniks", doch in een retirade werd by gesnapt en op 't perron gezet. Daarna ging hy hier naar een hotel, bestelde een diner, dronk een kleintje koffie, liet zich zelfs nog postzegel geven en dreef de bru taliteit zóó ver, dat hy aan 't politeburean om reisgeld ging vragen. Men had daar nog geen aangifte gedaan, vandaar dat een medelydend politie-beambte den man twee kwartjes leende. Met dit geld vertrok hy naar Woerden, stapte daar ook in een der beste hotels af, gaf zich uit voor reiziger, logeerde daar, en toen hij den volgende morgen vertrok, beloofde hy terug te zullen komen. Doch de Goudsche politie was hem voor. Staking te Deventer. Men meldt nit Deventer: De staking aan de tapytfabriek is ge ëindigd. De directeur heeft, in overleg met comissarisBen, den eisch der stakers, be treffende het loon van Jorgens, ingewil ligd, nn de eisch hunnerzyds, betreffende Yan de Lear, vervallen is. Vrijdagmorgen wordt de arbeid hervat. In verband met het verdwynen van den gemeente-ontvanger te Rucphen (N. Br.) wordt ons nader gemeld: Sedert 66nigen tjjd was het met de be taling van vorderingen op de gemeente erg slordig toegegaan. Zoo moesten o. a. ook de openbare onderwijzers het vorige kwartaal meermalen op betaling van hun salaris aandringen, waarbij de ontvanger dan beweerde, dat er geen geld in kas wasdoch hy had dat geld dan ten eigen bate aangewend. Geconstateerd is reeds, dat er rnim f 1000 verduisterd is. Het staat thans ook vast, dat de ontvanger de wjjfe naar België heeft genomen. De gemeente zal geen nadeel ljjden, daar de borg van den voortvluchtige de schade dekt. Door een oommissie, te Kopenhagen gevormd, om mede hulde te brengen aan de nagedachtenis van den Qollandschen zeeheld De Rnjjter, is besloten een gouden benkentak met opschrift te laten vervaar digen en dien te leggen op het grafteeken in de Nienwe Kerk te Amsterdam. Men heeft een benkentak gekozen, om dat de beuk in Denemarken de nationale boom is. De Ruyter bij Chattam. Dec 22en Maart 1907 is het drie eeuwen geleden, dat Michiel Adriaanss. de Ruyter geboren werd. Daar is in geheel de geBchiedenis van ons vaderland wel geen tweede persoon aan to wjjzen, die zoozeer het jongenshart aantrekt als De Rnyter. Michiel, altjjd behalve in school haantjo de voorste, die den kerk toren van Ylissingen beklimt en ongedeerd weer den grond bereikt; Michiel, voor een achelling in de week in eene ljjnbaan het rad draaiend, tot men hem, als voor niets anders deugend, naar zee stnurtlater het met boter besmeerde schip en de zeeroovers, die hjj met kokend water ontvaugt het zjjn tafereelen, die wjj ons nog van de sehoolbanken herin neren, die wjj als het ware meeleefden on waarvoor wjj meer gevoelden dan voor zijne latere grootsche wapenfeiten, die boven ons bereik gingen. Te Vlissingen staat het standbeeld van den grooten admiraal, met den rag naar de zee gekeerd, die van zjjne daden getuige was. Steeds is hg Neerland# roem geweest on werkeljjk, wjj mogen trotsoh gaan op den man, die van den laagsten rang tot zulk eene hoogte klom, den man, die in zeven oorlogen zyn vaderland diende en voor dat vaderland zjjn leven gaf, den held, die in meer dan veertig gevechten en vjjftien groote zeeslagen, bewjjzen van moed en beleid gaf en zoowel vriend als vjjand met eerbied vervulde, den nederige, die hoe ook door de machtigen der aarde om strjjd met eerbewjjzen overladen, eenvoudig bleef en zich nooit over zjjne afkomst schaamde, den vrome, die steeds vol vertrouwen op Gods hulp den slag begon en na de overwinning Hem alleen de eer der zegepraal gaf, den man, door een tjjdgenoot met recht bezongen ais tde held, der Staten rechterband, de redder van 't vervallen vaderland, het roer der vloot, de arm waar God door stree". Een dor stoutste bedrjjven uit zjjn zoo veel bewogen leven is wel de tocht, in de geschie denis bekend als de tocht naar Chattam. Sedert 1665 was ons land in oorlog met Engeland. Schitterend had De Rnyter de eer der Nederlandsche vlag gehandhaafd in den vierdaagscben zeeslag; nog grooter had hjj zich kort daarna getoond in sjjne meester! jjken aftocht, roemvoller dan menige zegepraal. Sedert werden te Breda de vredesonderhande lingen gevoerd en terwjjl deze aan dea gang waren, viel een Eogelsche vloot het Vlie binnen, verbrandde meer dan honderd koop- vaardjjschepen, en planderde Terschelling. Die daad wilde Jan de Witt hnn betaald zetten en tevens de Engelschen dwingen, wat meer spoed met het sluiten van vrede te n want men was den kostbaren oorlog i en er dreigden moeiljjkheden met Frankrjjk. Men zou de Engelschen in hun eigen land aantasteneen stonte onderneming voorzeker, want sedert eenwen had Engeland geen vjjau- deljjke vlag meer in zjjne havens gezien, doch de twee mannen, die het plan tot deze onderneming ontwikkelden, Jan de Witt en De Ruyter, waren, elk op zjjn gebied, de grootste van hnn tjjd en niet gewoon zich door hinderpalen te laten afschrikken. In Juni 1667 zeilde de Nederlandsche vloot uit, waarop zich behalve de admiraal, ook Cornelis de Witt bevond, de broeder van den raadpensionaris, als gevolmachtigde der Sta ten zjj bereikte na weinige dagen den mond der Theems, en zeilde zonder oponthoud deze rivier en hare zjjrivier de Medway op tot bjj Chattam. Hier lag eene Engelsohe vloot in zulk een veilige stelling, dat het vermetel heid mocht heeten, haar aan te tasten. Vier branders en twee groote vaartuigen, die men had doen zinken, versperden den weg, zoodat er slechts een nanwe doorvaart overbleef. Een zware jjzeren ketting sloot do rivier af; voor dien ketting lag een groot sterkbemand fregat en aan weerszjjden ervan, op de beide oevers, lagen verschansingen, met zwaar ge schat bewapend en door musketiers bediend. Achter dien ketting lagen de grootste en schoonste schepen dor Engelsche vloot, alle ruim van soldaten en kanonnen voorzien. Hét was een moeieljjke taak, den vjjand aan te tasten, want slechts zeer langzaam kwamen de Hollandsche vaartuigen door het nauwe en ondiepe vaarwater voorwaarts, on ophoudelijk bestookt door het geweldig voor der Eogelschsn. Toen nam een dapper man, Jan van Brakel, een kloek besluit. Hjj wil zjjn schip, een oud fregat er aan wagen en biedt aan het vaartuig, dat voor den ketting ligt, aan te vallen. Zjjn aanbod wordt aan genomen en aanstonds zeilt hjj recht op het vjjandeljjke schip af; met een regen van kogels wordt hjj ontvangen, maar niets weer houdt hem; onversaagd klampt bjj den Engelsoh- man aan, en springt bjj hem aan boordslechts weinige oogenblikken dnnrt de strjjd, en het fregat is in handen der Hollanders. Thans zeilt Jan Daniëlszoon van de Bjjn met een brander recht op den ketting aan, zoodat deze breekt en entert een groot En- gelsch vaartuig, dat weldra in volle vlam staat. De overige schepen volgen hem en openen snik een geweldig vnnr op de batterjjen, dat de Engelsohen in aUerjjl terugtrekken. Na kan niets de Hollanders langer stuiten, alle vjjandeljjke schepen worden tegeljjk aange vallende rivier is in rook en vlammen gehuld en daartosscben hoort men het ge donder van het geschut, het geknal der mus ketten en de zegekreten der Nederlandsche zeelieden. Dooh slechts kort duurt het gevecht, want een paniek maakt zicb van de Engelschen meesterin radeloosen angst nemen se de vlnoht, velen trachten zich zwemmende te redden en bjjna zonder slag of stoot vallen de prachtige oorlogsschepen in de handen der onsen. Tal van vaartuigen werden in den grond geboord en acht der grootste in triomf medegevoerd het schoonste van alles was de (Royal Charles", het prachtige admiraalschip, de trots der Engelsche vloot. Vanaf den vasten wal hadden de Britsohe aanvoerders het aangesien, hoe hnn geheele scheepsmacht vernietigd werd en het bericht der nederlaag, naar Londen overgebracht, veroorzaakte daar onbesohrjjieljjke schrik en ontzetting; velen dachten niet anders, dan dat de Hollanders na hunne overwinning, naar de hoofdstad zouden optrekken. Zulks lag echter niet in de plannen van De Rnyter: zoo spoedig mogel jjk keerde hg met sjjn buit naar het vaderland terug. Het doel der onderne ming was ten volle bereikt. Angst en vrees vervulde het geheele land, en de Engelschen haastten zich thans den vrede te sluiten, die reeds den 31en Juli van hetzelfde jaar tot stand kwam. ((Centrnm"). Naar het Duitsch. 15) In Rome kreeg ik kosteloos onderricht in den zang en werd mjjn stom gevormd door een voortreffeljjk onderwijzer. Dat was een groote troost voor mjjn arme moeder. Haar oogen straalden van vreugde, toen zjj voor de eerste maal haar kleine wildzang in fat- soenljjke kleeren met een rol muziek in de hand naar de zangschool zag gaan. Rodolfo ia lichtzinnig, maar bjj heeft oen goed mede- ljjdend hartaan hem had mjjne moeder het te danken, dat zjj in baar laatste levensdagen minder zorgen had dan zjj sedert vele jaren had gekend. Het overige is spoedig verteld. Ik was vljjtig, leerdo vlug. trad met mjjn zestiende jaar voor het eerst in het publiek op en werd toegejuicht. Sedort dien tjjd heb ik mjj gcblanket, ik heb gezongen en hot leven soo luchtig opgenomen ali het slechts mogeljjk was. Daar heb je mjjn geheele ge schiedenis Elisabeth Mag ik nn die van jon hooren Ik vrees, dat ik je zon vervelen. Car- mela! Wat zou ik je ook moeten vertel len Alles! antwoordde de signora terwjjl zjj met de hand het blonde hoofd streelde van het jonge meisje dat sioh naar haar overboog. Wat ben je mooi! Je ziet er uit, of je ge schapen bent om vertroeteld te worden Ik zou wel eens willen weteB, wie daarmee be gonnen is. Zeker niet die heks, die je in den Rozenburger slottuin aan de haren trok. Ingeborg meen je, riep Elisabeth lachend uit. Ja, met die viel niet te gekscheren, geloof dat maar zeker Dat weet ik! Ik zag, hoe zjj aan je lange vlechten trok, toen je op je teenen gingt ■taan om mjj dien halsband om te hangen. Lang heb ik dien halsband bewaard, Elisa beth, nog lang nadat de glinsterende kastan jes verdroogd aan het snoer hingen. Eer ik er van scheidde, trok ik er een parel af en bewaarde die. Dikwjjls heb ik die bekeken en dan herinnerde ik mjj telkens het liefe- ljjkste tooneel uit mjjn kindeijaren. Maar waarom begin je niet Begin voor mjjn part met Ingeborg, zeide zjj glimlachende, doch met tranen in do oogen. En Elisabeth begon. Ze vertelde alles wat ze nog wist van haar rustige kinderjaren, en deed dit met znlk een warmte van gevoel, dat die herinneringen daardoor nog aantrek kelijker werden. Toen sprak ze over haar vorbljjf ten huize van mevrouw Bergenau, over Laura, Fanny en Otto, maar Edgar noemde zjj niet. De beide jonge meisjes zaten hand in hand. Carmela luisterde met aandacht, haar don kere oogen hingen aan Elisabeth's lippen. Is dat alles? vroeg zjj, toen deze zweeg. Ja, antwoordde Elisabeth. Vaarwel dan, riep Carmela uit, en op springende stapte zjj ving naar de deur in de omheining. Ga je nu al heen vroeg Elisabeth verwonderd. Wanneer kom je weer hier? Nog slechts een enkele maal, en daD kom ik door de tuinpoort aan den straatweg om mevrouw Bergenan mjjn afscheidsbezoek te brengen. Dat bezoek geldt niet de gouver nante. Wat heb ik je gedaan? Bon je boos op me vroeg Elisabeth, terwjjl Carmela met kracht don roestigen sleutel in het slot om draaide. Ja, riep ze. Ik houd niet van menschen, die zoo openhartig en rein schgnen, alsof men op den bodem hunner ziel kan lozen, en die toch vol hnichelarjj en valschheid zjjn. Ik heb geen enkel onwaar woord ge zegd Carmela. Nn, dan is het goed. Op een anderen keer behoef ik dan geea inbraak te plegen om je te troosten riep de overmoedige Italiaansche. Mevrouw Bergenau is goed voor je, de jonge dames ook en baron Edgar ken je zeker heelemaal niet, hè? Wat bedoel je? vroeg Elisabeth blo zend. Ik bedoel, dat men zich niet behoeft te schamen, wanneer men een man liefheeft, maar dat men zich wel moet schamen, wan neer men liegt om die liefde te verbergen. Ik heb me zeker vergist, toen ik meende je onder een boom te zien zitten in een ver trouwelijk gesprek met dienzelfden baron Edgar, dien je vandaag niet schjjnt te ken nen. Dat heb je heel goed gezien, Carmela, antwoordde Elisabeth kalm, maar dat ge sprek leek me te onbednidend om er over te spreken. Dat weet je toch zelf ook wel, als je ons gehoord hebt. Ik luister geen gesprekken af. Moet ik dan elk woord van dat ge sprek voor je herhalen vroeg Elisabeth be schroomd, maar Carmela schudde ongeduldig het hoofd. Carmela, riep Elisabeth plotseling, ik geloof, dat je eigenljjk jaloersoh bent. Ikjaloersohherhaalde de sig nora. Zjj bloosde diep en keek Elisabeth toornig aan, maar deze beantwoordde haar booze blikken met een glimlach. En op wie? Op mjj natuorljjk, antwoordde Elisa beth. Beken het maar eerljjk, je kunt niet verdragen, dat ik met anderen spreek. Als door een wonder brachten deze woor den plotseling Carmela tot kalmte; bjjna ang stig keek zjj Elisabeth aan als ware dit een kind, wiens vlekkelooxe onschuld men niet mocht bezoedelen. Je hebt geljjk, Elisabethik heb je harteljjk lief, zeide zjj ernstig. Ik heb je doen schrikken door mjjn binnendringen als een ongetemd wild dier. De jonge leeuw, waarmee je vroeger gespeeld hebt, is opge groeid en heeft een mooiere huid en glad dere manen, maar zjjQ aard is nog dezelfde van vroeger. Hier, neem mjjn sleutel! Sluit de deur goed en werp don sleutel in het water. Ik kom nooit weer hierdoor om je te bezoeken. Carmela! riep Elisabeth op smeekenden toon. Dat heb ik wel verwacht, zei Carmela. Ik kende mjjn weekhartige vriendin van vroeger en wist wel, dat ze niet zoo gemak kelijk iemand loslaat. Daarom neem den sleu tel van mjjn leenwenkooi, en gebruik hem zoo dikwjjls als je wil. En Elisabeth greep begeerig naar den ver roesten sleutel. VUI. Op zekeren avond, toen Carmela alleen was, werd er zacht op de denr geklopt. Zjj dacht, dat het Elisabeth zon zjjn en liep heen om de denr te openen. Verbaasd her kende zjj in den laten bezoekerbaron Hjj bemerkte haar vragenden blik en zeide daarom Ik kom als afgezant. Van welk hof? vroeg de signora lachend. Van mevrouw Bergenau. Ik moet u uitnoodigen om thee te komen drinken. Hjj nam plaats op een stoel en Carmela bemerkte, dat hjj er zeer bleek en vermooid uitzag. Wat scheelt u? vroeg ze. Ik heb eens goed over mjjn toekomst gedacht en dat moet men niet doen, dat maakt een mensch maar ongelukkig. Zjjt ge dan bjj een waarzegster ge weest vroeg de Italiaansohe, die evenals alle zuideljjke volkeren bjjgeloovig was. Neen, antwoordde Edgar bitter lachend. Ik heb een nitstapje gemaakt voor mjjn ge noegen daarbjj wilde ik de proef nemen om te zien hoe lang ik het leven son kunnen uithouden in de toekomst, die mjj wacht. Ik stelde mjj voor, dat ik reeds met Laura ge trouwd was. Ik bood Otto mjjn paard aan en ging alleen met Lanra den geheelen lan gen weg te voet. Ik geloof wel, dat de schold aan mjj ligt, ja, dat ik onrechtvaardig ben, maar ik kan er niets aan veranderen. Haar doen en laten stoot mjj af, haar opmerkingen beleedigen mjj, haar laohon klinkt hiteljjk in mjjn oor. En tochik eisch werkeljjk niet veel. Ik zou er nooit over klagen, dat een meisje niet jong, niet mooi of niet ver standig genoeg was, maarals Lanra, neen, als Laura mag se niet sjjn. Hjj was zeer opgewonden. Carmela stond naast hem en luisterde naar zjjn harlstoeh- teljjk klagen se zag er echter niet uit als een vriendin, die ia zjjn leed deelde. Somber en swjjgend liet zjj den blik op Edgar rus ten bjjna benjjdde ze Lauradie werd wel niet bemind, maar leed daar ook niet on der. En Elisabetk, ging Edgar voort. Waar- n moet ik haar nu juist dageljjks voor oogen hebben Waarom moet ze mjj door haar stille teraghonding juist zoo aantrekken en toch soo onbereikbaar ver van mjj ver- wjjderd zjjn? Hjj verborg het gelaat in de handende Italiaansche keek hem swjjgend aan. Iz Rodolfo bjj mevrouw Bergenan vroeg zjj plotseling. Ja! Wjj ontmoetten hem hier in de nabjjheid, toen wjj uitgingen. Dat treft in den laatsten tjjd nog al dikwjjls. Zoo? Werkeljjk? zeide Carmela met een vlochtigen glimlach. Hjj doet, alsof hjj alle dames van ons gezelschap attenties bewjjst, zoowel mevrouw Bergenau als Laura en Fanny. Alleen Elisa beth schjjnt hjj niet te willen zien, en daar om geloof ik eigenljjk, dat sjjn hnldigingen haar gelden. Uwe iandgenooten, Carmela, ■pelen liefst verdekt spel. Wjj ontmoeten hem telken», wanneer wjj uitgaan; hjj moet dus voortdurend op deu uitkgk staan. Of goed ingelicht worden, zei Car mela. Door wie vroeg Edgar heftig. Ik ken Rodolfo's geheimen niet. En ge kent evenmin de Deensche da mes, veerde Edgar haar met overtuiging tegemoet. (Werdt vervelgd)»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1907 | | pagina 1