lil KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje WAARSCHUWING. voor Helder, TexelWieringen en Anne Paulowna No. 3599. Woensdag 14 Angustns 1907. 35ste Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat. Uit het Buitenland. Nieuwsberichten. HILDEGARD. Bureau: Spoorstraat. Telef. 59. Bureau: Konlngstr. 29. Interc.-Telef. 50. At.lt Abonnement Vlijend Blaadje p. 3 m. 50 ct„ fr. p.Jpost 75 et., Buitenl. f 1.25 IZondagsblad37'45 »^0.75 Modeblad. >J 55 80 >0.90 Mnzik. Bloemlezing» »»60»»»»85» >0.90 Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling. Aavertentlön van 1 tot 4 regels25 Elke regel meer6 Be wjj s-exemplaar2l/ Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Cent. Advertentiën moetenuiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGS MORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Projeotielen, Scherven, Ban den, loodon Kogels, enz., af komstig van de Schietoefeningen der Ar tillerie, welke gevonden worden op de Zandplaat Onrust of op de Texelsohe kust, of die uit zee worden opgevischt, sgn 's Rjjks eigendom. Hg, die zich deze voorwerpen toeeigent, is derhalve strafbaar volgens de wet. Het oprapen en vervoeren van geladen, niet gesprongen projeotielen, is levens gevaarlijk, ook voer de omgeving van bem, die zulks verricht. De Commandeerende-Officier van het 4e Regiment Vesting- Artillerie T. C. DB BORDES. Zooals wjj reeds in ons vorig nummer met een enkel woord mededeelden, beeft de beaohieting van Casablanca de geheele Marokkaansche qnaestie weer aan de orde gesteld. Casablanca ie door de Fransohen bezet maar die bezetting heeft heel wat menechen- levens gekost. Een groot aantal joodsche bewoners van Casablanoa er wonen onge veer 2000 joden in die stad werden gedood de straten lagen vol doode Mooren en de FVansche soldaten, die bjj het eerste gevecht l werden, rijn aan de gevolgen hunner ding besweken. - daarbjj bljjft het niet. Verschillende in, dat ook in andere plaatsen het< fanatisme dér Mooren iB opgewekt. Het smoorde reeds lang onder de asch. De haat der Marokkanen tegen de EnropeeBohe chris tenen is groot en oit de ontvangen berichten blijkt ten duideljjkste, dat er een algemeene bewegingontstaan is om Marokko van de christenen te bevrijden. Die haat is thans tot een uitbarsting gekomen. De Mooren roepen thans om den bevrijder, om Raisoeli, die het land zal verlossen van de Nasareners. De vraag is na maar wat moet Europa doen De Fransche regeering in samenwerking met Spanje de vrjje hand laten, Marokko besetten en de Kabylen met een groote troepenmacht ten onder brengen Dit ion de gemakkelijkste oplossing zijn, wanneer niet de naijver onder de Europeeaohe mogendheden zoo groot was, dat sij eikaars bedoelingen wantrouwen en daardoor elkaar niet de vrjje hand kannen laten, al werd door Frankrijk ook beloofd de bepalingen van de Aote van Algeciras te soUen nakomen. Ernstig overleg en kraebtige samenwerking is dringend noodig om de moeielijkheid, die in Marokko is ontstaan, uit den weg te rnimen. In elk geval moeten maatregelen genomen worden ter bescherming der plaatsen, waar de Europeesche bewoners na worden bedreigd door Moorsohe benden. Aan Frankrijk en Spanje is op de confe rentie te Algeciras de opdracht gegeven bij dergelijke gelegenheden op te treden. Frankrijk sal dos een expeditie naar Marokko moeten uitrusten, maar groot sjjn de moeieljjk- beden daaraan verbonden. Het kan, ja de havenplaatsen besetten, doch het binnenland doordringen gaat met groote bezwaren ge want als de Mooren zich in het ge- terugtrekken dan zijn zij onoverwin- De geschiedenis van Algiers, de egen Abdel Kader, heeft geleerd met hoeveel bloed en tranen de onderwerping van sulk een volk gepaard gaat. De Marokkaansche qnaestie zal daarom nog veel offers kosten. In Spanje is men lang niet eensgezind, welke houding moet aangenomen worden in dese moeieljjke aangelegenheid. In de pers wordt duidelijk het krachtige verlangen uit gesproken dat Spanje zich niet in het Marok kaansche wespennest steken zal en sommige l keuren scherp het Engelsche optreden van Frankrijk in dé Marokkaansche quaostie af. De regeering is wel wat onder den indrnk van die Btemming. De minister van oorlog verklaarde, dat slechts 500 man gemobiliseerd worden en dat de geruchten over het samen trekken van troepenafdealingen aan de Zuidkust valsch zjjii. En in een offleieuae verklaring wordt ge zegd dat Spanje wel maatregelen zal nemen ter bescherming van de Spaansche onderda nen, maar dat overigens fde houding" van Spanje zoo zal wezen, dat onder geen voor- 'sel daarin de wensch naar inmenging of bezetting van Marokkaansch Uit Moskou wordt weer eens een bommen- zaakje vermeld. Naar de politie bericht, werd haar medegedeeld, dat bommen gemaakt wer den in de werkplaatsen der Keizerlijke Tech nische School. Er werd onmiddellijk een on derzoek ingesteld, waarbij 4e juistheid der in lichtingen bleek niet alleen, maar tevens ze kerheid werd verkregen aangaande een ver binding met viUabewoners nabij Moskou. Ook werd nu huiszoeking gedaan en 5 bommen met zeer groot ontploffingsvermogen, alsmede 600 lonten, werden gevonden. Naar aanlei ding van een en ander zjjn 20 menschen aan gehouden. Behalve de bommen vond de poli tie ook nog een aantal verboden geschriften. Dit bericht wijst er wel op, dat het in Rusland nog niet rustig is, maar geeft geen zekerheid van geheel waar te zijnmen tracht de overheid aan te setten, om tegenstanders te vervolgen en de reactionnairen ter wille te zijn. Zoo blijkt nu, dat de beschuldiging van hoogverraad en samenzwering tegen den Czaar van 55 Doema-leden op zeer losse gron den berustte. Thans is in die samenzwerings-zaak de acte van beschuldiging bekend geworden, en daar uit blijkt, hoezeer de beschuldiging destijds werd aangedikt, om een reden te hebben tot optreden tegen de Doema. De aanklacht wordt ingebracht tegen 5 per sonen wegens voorbereiding van den aanslag, tegen 13 anderen wegens daarbij verleende hulp. Uit de beschuldiging blijkt, dat voor een aanslag op het leven van den Csaar door geen der beklaagden ernstige toebereidselen zijn gemaakt. Alles wat daarop betrekking heeft, beperkt zioh tot een verhaal over een gesprok tusschen den beschuldigde Naumof met een kozak over de inrichting van het paleis, en over het nomen van zanglessen door Naumof om lid te kunnen worden van de keizerlijke hofkapel. Het geheele grootsch opgezette samenzwe ringsproces sohijnt te zullen uitloopen op een berg, die een muisje het levenslicht doet zien. Helder, 13 Aag. 1907. De heer H. Lak alhier, is Zaterdag te 'a-Gravenhage geslaagd voor het examen handteekenen (akte L.O.). De eerste! De matroos Stevens, gedeserteerd van Hr. Ms. Gelderland" te New-York, heeft zich deze week reeds te 's-Gravenhage aan gemeld. Hg werd naar het Wachtschip te Willemsoord overgebracht. Er zullen wel meer volgen Stoombootdienst Texel-Helder. Het is ernst geworden met de plannen der commissie en op 15 Augustus a s. zal door haar voorloopig een hunrboot, do «Baron Ringers', in de vaart worden gebracht. De tarieven zjjn gesteld op le kajuit retour f 0.80, tweede kajuit retour f 0.50, dus een belang- rijke verlaging in vergelijking met die, geldig voor den bestaanden dienst, hoewel dit tarief sinds 15 Juni 1.1. reeds verminderd was tot resp, f 1.— en f 0.60. De heer Bosman, directeur van den tegen- woordigen dienst, is het antwoord niet schuldig gebleven en zal nu de reizigers vervoeren tegen resp. f 0.50 en f 0.30, dus tegen d e helft van het bovengenoemde reeds ver laagde tarief. Zoo zal dan de strijd worden begonnen en voorhands is het nog niet te zeggen, wie liet winnen zal. De Texelaren worden door de commissie in een artikel in de plaatselijke bladen gewezen op hun plioht, den nieuwen dienst krachtig te steunen. Verder zegt zjj, dat «de verlaging der tarie ven alleen is een lokaas voor de goedgeloovige menschen, en dat zjj, die zich door dit lokaas laten verleiden, later boronw zullen hebben, want dat het voordeel, dat zij meenen te behalen door gebruik te' maken van de boot der firma Bosman slechts denkbeeldig is, en later met rente op rente zal moeten worden terug betaald, wanneer de firma Bosman de strjjd mocht winnen1. Het laat zich begrijpen, dat heel Texel zich bezig houdt met deze zoo belangrijke kwestie; de Texelaren worden nu voorheete varen geplaatst Naar aanleiding van de loopende geruchten, dat de (Kampioen" niet meer zeewaardig z.ni zijn, publiceert de firma Bosman, dat dcor de experts J. W. Tideman en H. Goedkoop, een verklaring van zeewaardigheid is afgegeven, welke verklaring door haar is toegezonden aan de gemeente-besturen van Helder en Texel. Overval op Celebes. Een nader bericht meldt De patrouille werd tjjdens de bereiding van het eten overvallen door een bende van 300 man. Bjj de vluchtenden werden de hielpeezen doorgehakt, daarna werden ze gruwelijk afgemaakt. De tweede officier, die bg de overvalling in Mori gedood werd-, ie de 2e-luitenant R. E. Kiès, die eerst 14 September 1905 officier was en den leeftijd van 27 jaar bereikte. Db zeeslang. Een der lezers van de Tel. op Terschel ling schrjjft aan dat blad Mag ik u even meedeelen, dat ik hier bgna al m'n logé's en kennissen van den vasten wal den eersten dag van hun ver- bigt op 't eiland 'n zeeslang laat zien. Volmondig beamen ze, als ik 't hun wgs, dat ze 't ding zagen en heel doideljjk de ontzettend snelle vaart van 't dier opmer- ten. Wat is dat dan voor 'n ding Heel eenvoudig 'n vlucht wulpen, bonte pieten of andere strandvogels, doch vooral de duikereenden. van soms js de op pervlakte van 't water, zoodat de met deze eigenaardigheid onbekende toeschou wer zeer zeker meent dat zich iets door 't water beweegt, en vooral ook door de golvende beweging denkt aan de >zeeslang". Diefstal. Aan boord van het s.s. „Hilversum", liggende in de haven te Zaandam, is teo nadeele van den kok op dat schip een som van f 94 ontvreemd. Als verdachte is door de politie in arrest gesteld een 15-jarige jongen uit Helder, die als mossroomjongen voorloopig in dienst was genomen, om bg gebleken geschiktheid te worden aan gemonsterd. Bg zgn arrestatie werd nog een bedrag van f 55 in zgn bszit gevonden. Het overige geld was door hem in Am sterdam verteerd. Tragische historie. Uit Amsterdam meldt men Onlangs maakten wjj melding van hot droevig einde van een vreemdelingenpaar, waarvan de man 40 jaar oud ongeveer, als verdacht van diefstal van phyaische instru menten te Utrecht, alhier gearresteerd en voorloopig opgesloten werd. Een paar dagen na zjjne arrestatie ontving hjj bezoek van zjjn 30-jarige gezellin en den ochtend vol gende op dit bezoek werd de man dood in zjjn cel en de vrouw ontzield gevonden in de woning Bnurt IJ IJ, waar zjj eenige weken te voren intrek hadden genomen. Omtrent dezen, Duitsch sprekenden, vreem deling, vernamen wjj, dat hjj van beroep Ze vliegen in 'n lange sliert va 25 M. dicht op elkaar vlak langs decorateur was, die naar een nieuw procédé in zjjn vak zocht. Hem ontbraken echter do middelen om zjjn ondersoek voort te zetten. Rljjkbaar over tuigd van te zullen bereiken wat hjj zoebt, vervoegde de schuchtere man zoo heeft bjj zich steeds hier betoond zich bjj den bekenden decorateur van het Paleis voor Volksvljjt met het voorstel om in diens ruim atelier zjjn vinding te volmaken; en eenige proeven aldaar genomen deden inderdaad iets verwachten. Doch hoe belangwekkend en aanlokkeljjk een en ander den heer Maandag ook voor- kw.m, kon hjj persoonljjk den vreemdeling niet verder behulpzaam zjjn. De heer Maan dag verwees hem naar den heer Benneke, zjjn oud-leerling en thans decorateur alhier. Deze zegde, na herhaalde proefnemingen in zjjn atelier, don vreemdeling hulp en voor loopig financieelen steun toe. Hjj huurde een flink lokaal, kocht een groot doek, waaraan dan de vreemdeling klenr en gloed zou geven door zjjn vinding. De artist zelf was over don uitslag zoo voldaan, dat hjj de proef ook in Duitschland wilde genomen zien. Daartoe is hot helaas niet gekomen. Plotseling verneemt de heer B., dat de zoo vol illusies zjjnde kunstbroeder, wegens dief stal van instrumenten te Utrecht alhier aan- gohouden is en reeds eene volledige beken tenis afgelegd heeft. Toen was ook de schuch tere en vreesachtige houding van den vreem deling verklaard. Een of twee dagen na den geljjktjjdigen dood der vreemdelingen ontvangt de heer B. een brief van den man, waarin hem aller eerst harteljjk dank wordt betuigd voor de belangloos verleende hulp, die hjj nu niet meer, zooals hjj gehoopt en verwacht had, zou kannen vergoeden. De doode bood hem in plaats daarvan, benevens de kostbare in strumenten, die voor de uitvinding van het procédé benoodigd zjjn ook zjjn vinding als bjj uiterste wilsbeschikking aan. Goon korting moor. Naar wg vernemen hebben alle groote kleedingmagazjjnen te Amsterdam, zich contractueel verbonden met ingang van 1 October a.s., te breken met de gewoonte van het toestaan van een korting op de bg hen gekochte goederen. Aan niemand zal, na genoemden datum, deze faciliteit meer worden verleend. Dos ook niet meer aan leden van ambtenaars- of andere vereenigingen. De telkens voorkomende misbruiken, zoowel als de talrjjke aanvragen tot het toestaan van korting, hebben de firma's doen beslniten, deze overeenkomst te trefien. („Telegraaf') Dolle koa. Een dolle koe heeft Vrjjdag heel wat consternatie teweeg gebracht in de Ned. Gist- en Spiritusfabriek te Delft. Het brul lende beest, dat, naar wg in de »D. Ct." lezen, van 't Haantje kwam hollen, sprong van de Lepelbrug in het water, kroop er weer net zoo gauw nit en rende toen de Spiritusfabriek in, het geheele terrein over, over kolenhopen, door gangen, plaatsen, enzsteeds vervaarlgk brullend en in woeste vaart. Overal waar het ziedende dier verscheen, stoven de arbeiders uiteen, zoodat het ten slotte een algemeene sauve- qui-peut werd. Het was onmogeljjk het razende dier te grgpen, wie zich in haar nabgheid had gewaagd, zou vermorzeld zgn geworden. Intusschen heeft de koe haar uitstapje met den dood moeten bekoopen. De hee- ren Koumans en Van Osselen en eenige anderen hebben het razende dier ten slotte met de grootste omzichtigheid door een lading revolverkogels neergeveld, waarna een militair, toen het beest zich weer op richtte, het met een geweerkogel afmaakte. Een vreeselgk ongeluk is nabjj het Roode Hek te Schiedam gebeurd. Een 5-jarig kereltje, Jan van der Stap, die dicht bg de ouderlgke woning nabjj het Roode Hek speelde, zag zgn moeder aankomen en liep haar tegemoet, daarbjj de rails van da electrische tram overste kende Ongelukkigerwijze struikelde hg en viel, juist op het oogenblik, dat een tram zou passeeren. Wel remde de wagenbestuurder uit alle macht, maar het onheil kon niet voorko men worden, de wielen gingen over de beentjes en sneden die formeel af, terwijl ook een armpje zoo goed als afgereden werd. Wat de moeder gevoelde, die daar haar jongste kind zoo deerljjk zag verminken, moet ontzettend zgn geweest, met geweld moest zg worden naar huis geb-acht, waar zjj letterlijk als een waanzinnige moest worden in bedwang gehouden. Aanprijzing van sabotago. De »Vrjje Socialist" meldt dat tegen den anarchist Kloosterman een vervolging is ingesteld wegens aanprijzing van sabo tage. De overweging, op grond waarvan rechtsingang tegen hem is verleend, luidt »dat hg te Rotterdam op 30 Juni 1907 in een openbare vergadering, het daar aan wezig zgnde publiek mondeling heeft op geruid tot plegen van opzettelijke en we derrechtelijke vernieling van eens anders goed, door in die vergadering ongeveer het navolgende te zeggen: onder sabotage wordt bedoeld: lang zaam, slecht, verkeerd werken, de boel ver nielen én wel zoo dat de patroons geen vat kunnnen krijgen op de arbeiders men kan tal van onwettige middelen doen zon der dat de patroons daar iets tegen kun nen uitrichten. De patroon is tegen dezen oorlog niet bestand, men kan bgv. een marmeren plaat per ongeluk zoo plaatsen dat ze valt, waardoor de patroon schade Ijjdt; bjj werkzaamheden kan (per onge luk) een mand uit den haak schieten, kor tom in elk geval kan men zgn patroon benadeelen, zonder dat hg op den arbeider vat krjjgt. Ieder arbeider moet dit echter zelf doen, zoodat men niet door zgn kameraad of onderkruiper kan worden verraden." Mr. Du Quesne zal als verdediger op treden. Aan de Jamfabriek te Breda, is Vrij dagmiddag een verschrikkelijk ongeluk gebeurd. Een jongen van 15 a 16 jaar, aldaar werkzaam, is door een machine ge grepen, eenige malen mee rondgeslingerd en was bgna onmiddellijk een lgk. De jongen, Lojjens geheeten, was aan een loshangende riem van een vliegwiel gaan hangen hg werd toen rondgeslingerd, is misschien wel honderdmaal in de rondte gecirkeld, telkens bonsend tegen den muur. Het onderdeel van zgn lichaam is tot pap geslagen. Door 't opschorten der klee- ren is hg geworgd. Ons Plantsoon. De eerste morgentrein is juist het station binnengeredenblazond-znchtend schjjnt de locomotief even «op verhaal" te komen van haar morgenrit door het Noordeljjk deel reizigers dringen en worstelen om het poortje te borieken, waar oen portier handen te kort komt om zjjn plicht te doeD. «Wat een volk, wat een volk roept een pakjesdrager, een klein mannetje, wiens haren reeds zjjn ver grijsd in den strijd om een koffer of pak te veroveren, Ja, er is misschien voor ons een buitenkansje, bromt een tweede collega, die nog vlag een lading tabak in zjjn mond doet verdwjjnon. «Dragen, mijnheer? DrageD, mevrouw Handen worden uitgestoken, armen zwaaien om den reizigers een wenk te geven tot bevrijding van hun lasten. «Dank je, vriend, dit tsschje draag ik zelf, maar je kan mjj toch van dienst zjja. Weet jij hier voldoende den weg om mij met alles op de hoogte te breDgen De pakjesdrager salueert even, brengt de buitensporige groote duimen op de biezen van zjjn pantalon en zegt: «Ik ben hier geboren, mijnheer, alsoo tot uw dienst I" Reiziger en pakjesdrager verliezen zieh uit de drukte van menschen aan het station. Met een houding als wjjlen Bismarck wandelt de „weewjjzor" naast den langen, mageren reisiger, wiens wandelstok voortdurend in voorwaartsohe beweging rond draait om plotseling in de richting van het plantsoen tot stilstand te komen. «Wat is dat, déér?" «Dat, dat is ons plantsoen, mijnheer." De magere reiziger rekt even zjjn zwanenhals en staart als een wezon- loose naar de plek, die hom als «plantsoen" werd aangewezen. De verzameling boomen schijnt hem spottend, uitdagend toehet iB alsof zij hun groene hoofden bjj elkaar brengen, om in een harmonisch koor uit te galmen «Hel is niet onze schuld dat wjj hier, als gekroonde palen moeten staan". Een dun, jong boompje, buigt zioh even voor den vreemdeling en schijnt hem toe te i «Ik kan u niet inlichten, mijnheer, my'n buurman, hier links, kan u meer z< w_ hy is hier geplant evenals ik, jong, tenger en vol levenssap, doch nu kromt hjj van ouderdom naar voren, zie maar 1" De reiziger kjjkt naar den ouden stameen gevoel van medeljjden bevangt hemhoog, krom, on- practiach gesnoeid, staat hjj daar, kwjjnende als de ongelukkige, wiens lot onverbeterlijk is. ,Laten wjj deze. plek verlaten, zegt de reiziger tot zjjn wegwjjzer, «breng mjj nu eens daar, waar de kinderen vanFloralia een plaatsje hebben. Wat blieft u? Floralia..... Die woont hier niet, mjjnheer.,... Watzjjn bier geen bloemperken De pak jesdrager kjjkt verlegen voor richhjj waagt het niet zjjn heer aan te zien, »En," vervolgt de vreemdeling nieuwsgierig, «hoe laat is hier concert? Waar staat hier den tempel der musiek De pakjesman versainelt al zjjn moed. Concert? Wjj hooren hier nooit een toon, mjjnheer." De reiziger is één verbazing. »Niet één toon, en dat in een gemeente, waar zooveel wordt geofferd om die heerljjke kunst te dienen! Foei, het iB schande! Met verdrietig gelaat overziet de vreemdeling nogmaals «ons plantsoen" en zegt eindeljjk: «Maar, man 1 is hier dan geen behoorljjk aangelegen plantsoen Is hier geen park of plek waar Helder trotsch op kan wjjzen De pakjesman licht even zjjn sportpetje op, laat de handen beurtelings over elkander wrjjven en zegt, grjjnzend«Wjj hebben nog een park aan de Vischmarkt«En déór is het stellig fraaier dan hier?" vraagt de vreemde heer. ,Laat mjj dat zien 1" «Wat is dat dAar voor een gebouw t «Dat is de nieuwe school, mjjnheer...." «Zoo, zoo, en waar bevindt zich nu het door u be doelde park De pakjesdrager wjjst met lachende tronie den vinger naar de wildernis die voor de school is aangebracht. «Is dat een park Zeg, mannetje, denk jjj met mjj te spotten, of dacht je dat ik lnst heb om mjjn tjjd te besteden aan zulke stads-verfraai- ingen Breng mjj spoedig hier vandaan, zoo vlug mogeljjkziet ge zelf niet hoe die boo men ons aanstaren? Eenige uren hierna zien wjj den reiziger en zjjn pakjesdrager-wegwjjzer weder aan het station. «Hoe laat gaat de eerstvolgende trein naar Alkmaar «Zoo dadoljjk, mijnheer", antwoordt een ambtenaar." Het «locaaltje" van 2 n. 'a m. zet zich in beweging. In den linkerhoek van een coupé 2de kl. zit onze reiziger op het gelaat een bodenkeljjke uitdrukking. Wrevelig staart hjj voor zich; de gordjjntjes heeft hjj als «wa terdicht" gesloten. Toen de laatste boom aan den Parallelweg hem nog even uit dankbaar- beid toeknikte, begon de natuurvriend, onze reiziger, luidkeels te lachen en riep«Dat moet nu verfraaiing heeten 1 Een groote ge meente, waar niet eens een behoorljjk plant soen is aangelegd Foei, foei, wat schande Als had de machinist die woorden gehoord zoo liet hjj, als teeken van instemming, een oorverdoovend gefluit hooren bjj het reu der linieforten van Helder. FEUILLETON. 18) En weder stapte hjj in de kamer rond en drukte de handen tegen het hoofd, waariu het hevig bonste en klopte. De nootlottige gedachte, hem op listige wij» door den Booze ingeblazen, verliet hem echter niet meer. Tevergeefs sprak de stem van zgn geweten, tevergeefs verzette zjjn verstand zich. Het denkbeeld van een vrjj en onafankrijjk bestaan, het genieten van al het sohoone dezer wereld lokte hem zooaao, dat zjjne kracht om zich er tegen te verzetten steeds minder werd en hjj eindeljjk voor de sterke verzoeking bezweek. Hjj trachtte de stemmmen in zjjn binnenste tot zwjjgen te brengen met de gemompelde woorden: Ja, Edu&rd, mjjn geliefde vriend, ik wil je berittingen beheeren, zooals je dat zelf zondt gedaan hebbenik wil ze beschouwen erfenis, door je liefde aan mjj geschon- na je dood heb je voor mjj gezorgd i overtuigd, dat je niet boos op mjj bent. Toen de morgen aanbrak, stond zjjn ramp- salig besluit vast. Dooh hjj gevoelde, dat hjj snel moest handelenhjj moest zjjn terngkeer tot het pad der waarheid onmogeljjk maken, weer aan het wankelen ge- En hjj wilde, hjj moest rjjk r zjjn geheele leven niet hjj nn in de allereerste plaats ken; nog n en ik ben Aan zjjne moeder, zjjne arme, ongelukkige moeder, moest hjj schrjjven, Eduard's hand schrift nabootsende wjj weten, hoe goed hjj dit kon om haar den dood van Karei Brinken te melden. Do gedachte aan de vree- seljjke smart, welke sjjne moeder zou moeten ljjden, greep zjjn geweten zoo erg aan, dat hjj een oogenblik op het punt stond om van zjjn misdadig plan af te zien en voor hem was het dan ook niet gemakkeljjk om voor eeuwig afstand te doen van sjjn geboorte grond, doch hjj stond voor de kenzein het buitenland te leven als dq rjjke heer Römer, of in het vaderland als Karei Brinken een vergeten bestaan te hebben. En hjj koos den weg der sonde en van 1t schitterende onbekrompen leven. De brief aan zjjn moeder was geschreven, en aan den gemachtigde van het handelshuis Römer had Karei bevelen gezonden. Van Eduard's bagage behield hjj alles, wat hjj noodig had om zich voor te doen alsEduard Römer. Zjjn eigen kleeren en papieren pakte hjj in, om se als een laatste aandenken aan zgn eigen moeder tc zenden. Dit alles verrichtte hjj met een kalmte en overleg, dat hjj er zelf van jjsde. Hjj ging verder op het pad der zonde en van het bedrog. Op Eduard's reispas veran derde hjj 't woord /bruin" in «blond", daar sjjn blond haar hom anders in moeiljjkheden zou kunnen brengenoverigens kwam zjjn signalement vrjj goed overeen met dat van zgn overleden vriendhjj kon den reispas met gerustheid als zjjn eigene gebruiken. Hjj wilde Ednard Römer zjjnvoortaan zullen wjj hem in dit verhaal zoo noemen. Den volgenden dag bevond Eduard Römer zich aan boord van den mailstoomer «Wel lington", met bestemming naar Indië, naar de i haven van Madras. Onwillekeurig moest hjj terugdenken aan de zeereis naar Aden. Welk een onderscheid tnsschen toen en nnl Welk een verandoring in zjjn leven was er in die weinige dagen gokomen l Met zjjn vriend had hjj al de ont vangen reis-indrukken besproken, zjj hadden hunne gedachten aan elkaar medegedeold hjj had zich verheugd, als de ernstige, matte gelaatstrekken van Eduard levendiger werden, of als een warme handdruk hem zoide, hoo gelukkig Eduard zich in zjjn nabjjheid gevoelde. Nu zat hjj alleen op het dek, met strakken blik starende in de eindelooze verte, en hjj voelde zich eenzaam en verlaten. Vroeger was hjj arm aan aardsche goederen, vroeger had hjj slechts weinig geld in den sak, tor- wjjl hjj dorstte naar de genietingen dezer wereld nu bezat hjj rjjkdommenhjj kon allcB genieten wat do wereld aanbiedt l En toch was hjj ernstig, ja bjjna droef gestemd hjj scheen opeenB vele jaren ouder ge worden. Zjjn natuurljjke opgeruimdheid was ver vlogen en had plaats gemaakt voor het drukkend bewnatzjjn eener zware schuld. Do droefenis om den verloren vriend was het niet alleen die zjjn geest verlamde, het wa ren de folteringen, die zjjn geweten hem roods deed ljjden, nu de eerste opwinding plaats maakte voor kalmer nadenken. Met kracht poogde bjj dien druk van zieh af te wentelenhjj had immers niemand be nadeeld dan Hildegard, en die was volledig gewaarborgd door het orfdeel dat zjj vangen had. Te Madras zoo hjj ook voor zjjn moeder zorgenhjj zon de villa bjj de Brockpoort voor haar aankoopen en aan b ton geschenke geven. Ja, hjj zon Eduard's naam eere aandoen. Ook trachtte hjj plannen voor zjjn toe komst te ontwerpen. Hjj bezat nn rjjkdom men, waarom zon hjj geen schitterende huis houding opzetten en zjjn leven geheel Daar zjjn smaak inrichten? Maar zonden die kwel lende gedachten zich ook laten verjagen Zou hjj niet altjjd en overal vervolgd worden door die verschrikkeljjke inwendige stem, welke hem telkens toeriep Ge zjjt een misdadiger, ge zjjt een eer- looze I Hjj loosde een diepe zucht. Als het mogeljjk geweest ware, zou hjj nu nog alles ongedaan gemaakt hebben, zou bjj de gebeurtenissen van de laatste dagen als een hooien droom afgeschnd hebbendoch hot was te laat. De brieven, die den dood van Karei Brinken mededeelden, waren op weg naar Hambnrgmet nanw keurigheid be rekende hjj, wanneer ze daar zouden aanko men en sjjne moeder zonden treffen als een bliksemstraal nit den helderen hemel. En als hjj nn de waarheid bekende, moest hjj zich- zelven aan het gerecht overleveren als «chrift- vorvalscher en bedrieger; voor zjjn armo moeder zou dat nog erger zgn dan detjjding van zjjn vermeenden dood. Terugtreden was das niet mogeljjkhjj moest voortgaan op deu ingeslagen weg, met schnld beladen moest hjj als Eduard Römer zjjn leven voortsleepen, steeds bevreesd voor het ontdekken der waar heid, zelfs bjj het genot van alles wat zjjn rjjkdommen hom konden verschaffen. Geluk on vrede zon hjj nimmer vinden, tevergeefs had hjj den vreeseljjken misstap begaan. HOOFDSTUK VIII. In Mislowice keerde de arme, zwaar be- proofde Hildegard langzaam tot het leven te- rug. Sedert zjj weer geregeld kon denken, had zjj tgdens hare ziekte menigmaal de moede oogen gesloten met den wensch, dat zjj niet meer zou ontwaken. Zjj had reeds zooveel smarteljjks ondervonden, ze was nog jong wat stond haar in een lang leven nog te wachten Haar taak om op haar echtgenoot'n goeden invloed uit te oefenen, scheen in haar zwakte zoo reusachtig groot en onuitvoerbaar, dat zjj er voor terug schrikte, en aan don andoren kant gevoelde zjj, dat zjj hem nog altjjd lief bad en dat zg sterven zou als zjj wederom bewjjten van zjjn lichtzinnigheid en ontrouw mocht krjjgen. Als zjj schjjnbaar sluimerend daar nederlag, zag zjj tusschen de halt gesloten oogleden haar Paal bij haar bed zitten, zjj zag z'n schoon, edel profiel en de uitdrukking van bange zorg op zjjn bleek gelaat; dan vlamde de liefde in haar hart op en zoo, slingerend tnB&chen hoop en vrees, keerde Hildegard langzaam tot het leven terug. Hare jeugdige levenskracht en de zoele zomerlucht bevorderden de genezingweldra was zjj in staat aan den arm van haar ech tenoot korte wandelingen te doen of kleine rjjtoeren met hem te ondernemen. Bezoeken aan de baren werden niet gebracht. Hilde- gard's toestand en de rouw over haar vader waren voldoend» verontschuldiging. Graaf Paul was tegenover zjjne vrouw een voor beeld van oplettendheid en liefde. Zoo moest iedereen wel donken, dat zjj het echte, stille huiaeljjk geluk gevonden hadden. Over het verleden werd niet gesproken, al kwam de herinnering daaraan soms boven. Hildegard had haars vaders erfdeel aanvaard, de geldzorgen waren nu verdwenen: daar onder leed het goed humeur van graaf Paul dos niet meer, zooals vroeger 't geval was. Alleen scheen het wel, of hjj somstjjds last had van vervelingde vrooljjke gelagen met zjjne luchthartige vrienden, de prikkelt opwinding van het spel waren hem eene be hoefte geworden. Het ontging niet aan Hilde gard, hoe hjj dikwjjls verstrooid bjj haar zat, terwjjl zjj trachtte hem te boeien door een pnooi boek of door heerljjke muziek. Van haar broeder Eduard had Hildegard vernomeD, dat hjj met Karei Brinken op reis was gegaan en geruimen tjjd buitenslands zon vertoeven. Daar ontving zg onverwacht een brief van mevrouw Brinken, haar in aandoenljjke bewoordingen den plotaelingen dood van haar zoon mededeelende, die voor Hildegard bgna een broeder was geweest. Zjj schreef dat Eduard voorloopig niet van plan was naar Dnitschland terug te keeren, dit wist zjj van zjjn gemachtigde. Zjj zelf was een gebroken mensch en zjj verlangde naar den dood. Diep ontroerd schreef Hilde gard onmiddelljjk een brief vol deelneming aan hare tante en een anderen aan haar broe der; zjjn gemachtigde moeet voor de toezen ding aan het jniste adres zorg dragen. Op dezen laatsten brief ontving zjj nooit eenig antwoord. Zoo verliepen er dagen, weken en maan den. Hildegard, nog altjjd zwak, had Mislo wice niet verlaten. De meeste dames in de nabuurschap waren gedurende den zomer naar de baden of op reis geweost en voor de en kulo dames, die thnis gebleven waren, gevoelde de jonge gnuift weinig genegenheid. Dat do graaf, als hjj een rjjtoer deed, soms bjj dezen of genen onden bekende een bezoek bracht, kon Hildegard niet verhinderen, maar in don laatsten tjjd was het meermalen voorgekomen, dat hjj eerst laat weer thnis kwam en dan was zjjn blik den volgenden morgen niet open en eerljjk, dos juist zooals in den vroegeren boozen tjjd. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1907 | | pagina 1