KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexelWieringen en Anna PaulownaM
No. 3646.
Zaterdag 25 Januari 1908.
36ste Jaargang.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
De Harwich-boot ia aaavaring.
Bureau: Spoorstraat.
Telef. 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Intere.-Telef. 50.
Hoewel men het in Frankrijk eenigezins
wil verbloemen, moeten toch de zaken voor
Moulay Hafld er nog zoo slecht niet voor
staan. Mag men de berichten uit de Engel-
sche en Duitache bladen gelooven, dan staat
het er voor hem beter voor dan voor den
sultan, Abd-el-Azis. Ten zuiden en
van Fes neemt zjjn aanhang toe en
de eene plaats na de andere roept hem tot
sultan uit. Te Fez schijnt volkomen legee-
ringsloosheid te heerachen. De bevolking heeft
de voorraad schuren der regeering leeggeplun
derd, onder bedreiging de enkele wachters te
dooden, zoo zg zich verzetten. De familiele
den van de ministers, die den snltan naar
Rabat volgden, zjjn in de groote moskee ge
vlucht.
Eigenlek heeft de tjjding van de afzetting
van den snltan en verheffing van Moulay
Hafid niemand verrast, bericht de correspon
dent van de fBerl. Loc. Ans." te Tanger.
't Was reeds lang te voorzien dat het volk
zich krachtig verzetten sou tegen een Fran-
sche overheersching en een sultan, die het
een vreemd bestuur wilde opdringen. De
Fransche overwinningen scbjjnen ook nog al
overdreven voorgesteld te sgn.
Een oud-gevangene van Raisoeli verklaarde
dat de toestand in Marokko spoedig in orde
zjjn zou, zoo Frankrijk er toe besluiten kon,
Marokko zgn eigen zaakjes te laten opknap-
Cn en Moulay Hafid als sultan te erkennen.
tegenovergesteld geval voorziet hg een al-
gemeenen strjjd, die duizenden het leven zal
kosten.
't Is nu maar de vraag wat Frankrgk doen
salden ouden vorst trouw blgven, hem des
noods met geweld van wapenen op zjjn troon
zetten, of den nieuwen vorst als zoodanig er
kennen. In 't laatste geval zou zonder twjjfel
Moulay Hafld het land binnen betrekkelgk
korten tjjd tot rust brengen. In 't eerste ge
val ja, dan sohrjjven we misschien nog
een jaar lang over de Marokko-kweBtie.
Herhaalde malen brak in den laatsten tgd
in de voornaamste gebouwen van St. Peters
burg brand uit. Deze week nog tegelijkertijd
in het paleis van grootvorst Wladimir en in
het ministerie van ondorwgs. Slechts met
groote inspanning konden zjj worden gebluscht.
Men denkt bjj deze branden nu aan het op
treden der Terroristen.
Van verschillende kanten wordt in Rusland
oppositie gevoerd tegen de marinebegrooting.
Zoo keurt de conservatieve Nowoja Wremga
de groote toegevendheid af tegen buitenland-
sche firma's. Uit den Japansohen oorlog trekt
men geen lesBen, zegt het blad, wat betreft
scheepsbouw en geschut-constructie. De in
Engeland gebouwde pantserkruiser „Rurik"
is volkomen onvoldoende. Ook ontbreekt een
afgerond reorganisatieplan voor de vloot.
In verschillende bladen wordt gesproken
over de waarschijnlijkheid van een conflict
tusschen Doema en regeering. De «Nowoja
Wremga" meent dat daardoor de toestand
nog slechter sal worden en de ontevredenheid
zal toenemen.
Bij de voortgezette behandeling van het
proces tegen de verdedigers van Port-Arthur
gaan deze voort met te doen zooals de jongens
doen, wanneer een spel tegenvalt: r't Is
jou schuld".
De rechtsche leden der commissie van
zeventien, die te Brussel vergaderden om
hunne houding te bespreken tegenover het
Cocgo-ontwerp, echgnen nog al van gevoelen
te verschillen. Oud-minister Beernaert voerde
een felle critiek tegen het ontwerp terwjjl
Woeste het verdedigde.
Op de desbetreffende vragen van het
commissielid Cooremans heeft de Congo-
administratie geantwoord, dat zg wel dwang
uitoefent op de zwarte bevolking om te
dat zg daarbij met zaohtheid
te werk gaat. Zonder barschheid of hardheid
poogt «ij den neger te doen begrijpen, dat
arbeiden voor hem een verplichting is
tegenover den Staat en tegenover zich zelf.
Dat klinkt weer anders dan de Engolschen
ons willen doen gelooven.
De hoofden der vrije Anglicaansche Kerk
zullen de Yereeniging voor hervormingen in
den Congo, officieel steunen. Aan de Engelsche
regeering zal tevens verzocht worden dat zg
bij België zal aandingen een anexatie-ontwerp
op te maken met absolute controle door het
volk en het parlement. Is dit ontwerp niet
tijdig ingediend, dan moet de Engelsche
regeering ern beroep doen op de mogendhedon
tot gezamenlijk optreden in de Congo kwestie.
Redenende belaugen der Engelsche onder
danen in die streken mogen niets verkort
worden en rustverstoringen in het Congogebied
zouden de veiligheid in de aangrenzende
Engelsche bezittingen kunnen in gevaar
brengen, wat Engeland niet dulden sal.
Negus Menelik heeft de scheidingslijn in 't
Zuiden van zgn gebied aanvaard, zooals die
door den Engelschen gevolmachtigde hem
was voorgesteld.
Tegen den aanleg van een spoorweg in
zijn riik door Frankrijk heeft de Negus nogal
ernstige beswaren. Hij wil het liever met
eigen geld doen; nog zoo dom niet
De Duitsche Rijkskanselier Yon Bülow
weigerde in den Rjjksdag te antwoorden op
de interpellatie der socialisten omtrent de
verklaring over kiesrecht door hem als
Pruisisch minister-president in den Landdag
afgelegd.
Naar aanleiding van botsingen in de
laatste dagen voorgekomen en straatdemostra-
ties, waarschuwde hg dat de oanleggers ervan
tot verantwoording zouden kunnen worden
geroepen.
Yerschillende teekenen wijzen er op dat
de linkerzijde niet vastaaneengesloten meer
is en dat een deel van het regeeringsbloo
zgn trouw aan den rijkskanselier geheel zal
ir, 24 Januari.
We zagen in het meubelmagazgn
van den heer A. Klopper, Loodsgracht 60,
een werkelijk zeer mooi slaapkamer-ameu
blement van eiken hout met een versiering
van ivoor en zwart hout ingslegd. Daar
dit ameublement geheel in de werkplaat
sen van genoemde firma alhier ie ontwor
pen en vervaardigd, komt hun daarvoor
een compliment toe. Het ontwerpen van
nieuwe modellen ie niet zoo gemakkelijk.
De firma is hierin uitmuntend geslaagd.
Wjj raden onze lezers aan, het ameuble
ment in de uitstalling te gaan zien.
Te 's-Gravenhage is overleden de oud
hoofdinspecteur van administratie, kolonel
W. H. L. Vogel.
Onder zeer groote belangstelling heeft
de teraarbestelling plaats gehad van den
18-jarigen J. Pierik uit de Javastraat te
Amsterdam, die de vorige week op de
Zuiderzee door het jjs zakte en verdronk.
De veelbelovende jongen had juist de
vorige week examen gedaan als 3e stuur
man en een dag voor zgn dood was een
feestje gevierd, naar aanleiding van dit
feit, waarvoor ook juffrouw Brouwer, wier
broer met een zuster van den verdronkene
gehuwd is van Ameland was overgekomen.
De geredde 22-jarige broeder van het
slachtoffer volgde in een der drie rijtuigen.
Zgn beide handen waren verbonden, zooals
men weet, wondde hg zich bg zgn pogin
gen tot redding aan het scherpe jjs.
Een tragische bijzonderheidde omge
komene had zgn jas zgn broeder toege
worpen, hem zeggende, dat hg moest
trachten Juffrouw Brouwer te redden.
Hgzelf wanhoopte aan zgn redding en
beval zich Gode aan... en toen verdween
de 18-jarige in de diepte.
Scheepsnamen.
Door den Minister van Marine is be
paald, dat aan het op 's Rjjks werf te
Amsterdam in aanbouw zjjnde gastrans-
portvaartuig, de naam zal wórden-gegeven
van Amsterdam", terwgl het op die werf
in aanbouw zjjnde stoomloodsvaartuig zal
worden genaamd Stoomloodsvaartuig no.
6". Voorts zullen de namen der reeds be
staande stoomloodsvaartuigen worden ge-
wjjzigd en wel«Inspecteur Generaal
Twent" in «Stoomloodsvaartuig no. 1"
(Inspecteur Generaal Twent)«Jan Span
jaard" in «Stoomloodsvaartuig no. 2."
(Jan Spanjaard); «Rotterdam" in «Stoom
loodsvaartuig no. 3« (Rotterdam); «Helle-
voetsluis* in «Stoomloodsvaartuig no. 4<
(Hellevoetsluis)«Reserve* in «Stoomloods
vaartuig no. 5* (Reserve).
Te Maastricht is ingebroken bg den
rechter de Wit en bg notaris Merckelbach.
Bg den eenen is, zoo meldt men, gestolen
f 100, bjj den ander f 400. De daders zgn
onbekend..
0e MiHioanen-Juffrouw.
De HollandBche Tbérèse Humbert.
De millloenen-juffrouw is overleden. Onder
dezen naam was Jannetje Struyk ééns de be
roemde oplichtster, die a grand Manière ju-
weelen oplichtte en leefde als een Thérèse
Humbert, waohtende op de erfenissen en
crediet vragende en nemende op 'n gefixeerde
toekomst.
Haar heldenstuk was dejuweelenoplichting
voor f 115.000 van de firma Bosch.
Jannetje Struyk werd hiervoor in den nacht
van 28 op 24 Augustus 1882 te Rotterdam
in heohtenis genomen, nadat van te voren
eon rechterlijk verhoor had plaats gehad.
Als voornaamste personen in dit verhoor tra
den o. a. op den voorgrond de juweliers
Bosch uit Amsterdam, mej. Bosch en de man,
die de millioenen-dame zich tot «levensgezel"
had gekozen. Tijdens het geheele verhoor
bleef Jannetje koud als jjs, maar toen zege-
ingen werd genomen, spatte de bom van
ar gemoed uiteen. Nu, er was reden voor
iar aanhouding.
Bjj de juweliers Bosch te Amsterdam had
ze in Juni en Juli 1882 veel kostbaarheden
gekocht en betaald, voor eon waarde van
wel f 7000. De heer Bosch ging haar daar
door volkomen vertrouwen en toen ze daar
om nieuwe juweelen enz. bestelde, een be
drag van f 115.000 vertegenwoordigend,
leverde de juwelier haar die af. Toch bleef
hg op z'n hoede, toen juffrouw Struyk niet
direct betaalde. Den 24en Juli zou de leve
ring plaatB hebben. De zoon van den heer
Bosch vertrok met de kostbaarheden naar
Rotterdam, in eon vcrzegold pakket. De broe
der vun de slimme dame zou uit Apeldoorn
komen en f 100.000 medebrengen I De heer
Bosch vond juffrouw Struyk nog te bed; hg
mocht echter in de slaapkamer komen. Daar
zette hg op verzoek van de millioenendame
het kistje neer en zou toen even in een aan
grenzende kamer waohten, tot zg was opge
staan en zich gekleed had.
Hg deed dit
Zg deed dit ook
En toen de heer Bosch weer in de slaap
kamer mocht terngkomen was het kistje ver
dwenen.
Juffrouw Strnyk zei: het was in orde en...
ze zou later wel betalen, hensoh, hjj kon er
op rekenen. Men begrijpt, wat er volgde. De
heer Bosch werd boos, kwaad, woest, maar
de oplichtster bleef kalm. Toen de juwelier
al boozer werd, nam ze selfs 'n scheermes,
waarmee se hem telg f wilde
Heusch 't geld kwam, zei Jannetje
En op haar aanwijzingen trok de heer Bosch
naar Apeldoorn, naar Zutphen, naar Amers
foort, om het daar te innen 1 Natuurlijk zon
der succes. Toen werd bg het gerecht een
aanklacht ingediend. De zaak maakte na
tuurlijk veel opgang. In schouwburgen wer
den stukken gespeeld onder den titel: «De
Millioenen-jufirouw".
Ia de laatste jaren kon men de éénmaal
beroemde en weelderige millioenenjnffronw
hier en daar op een stoep bedelende aan
treffen. Cud, kromgebogen, vuil en vervallen
er uitziende, keek ze schuchter op naar don
voorbijganger, om met een hoofdbuiging zjjn
„pitié" af te smeeken.
Ze scheen in zooverre nog steeds door de
weelde Jte worden aangetrokken, dat ze bg
voorkeur plaats nam op de stoep van het
Koninklijk Paleis in de Mores en Aaronstraat,
of bij een ander groot en deftig gebouw.
Met de oude, verwoeste figuur, die toch
soms sluw nog uit haar oogen gluren kon,
moeBt men, vooral in het barre jaargetijde,
wel medelijden krijgen. Ze werd dan ook nogal
bedacht, 't Waren vooral de naar het post
kaBtoor wandelende demi-mondaines, die haai
uit solidariteitsgevoel mogelijk steeds
gaven.
Dan kwam op 't verweerde gezicht nog
weer even een rimpeling van vreugde, en
voldoening, dankte de millioenenjnffrouw diep-
onderdanig.
Als het donker werd, strompelde ze op 'r
kruk weg naar het slop, waar ze leefde, tot
dat se, nitgepnt, naar het Binnengasthnis
werd- overgebracht
Jannetje Struyk heeft zwaar geboet voor
wat ze der wereld heeft aangedaan.
Een vreeselljke dood
Men schrgft uit Penampaan, d.d. 8
December aan het »N. v. d. Dag voor
Ned. Indië
Eene patrouille van Penampaan (Gajoe
Loeos), onder commando van den sergant
Stoop, wilde den 27en Nov. j.1. naar haar
bivak terugkeeren en nam daartoe baren
weg over den z.g. Boer-ni-Gadja.
Plotseling werd de patrouille geatta
queerd door een reusachtige olifant, welke
door de kudde uitgeworpen was. Toen de
soldaten, die eerst uit elkander gestoven
waren, zich weer verzameld hadden, miste
men den Menadoneeschen korporaal Supit,
no. 60479.
Na een oogenblik gezocht te hebben,
vond men achtereenvolgens het geweer,
den veldzak en de veldflesch van den kor
poraal. Verder het spoor, door het dier
gemaakt, volgende, vond de patrouille
het bg het bekken afgerukte rechterbeen
van den man. Men kan zich voorstellen,
welken indruk deze vondst op commandant
en manschappen maakte. Daar lang dralen
op de plaats hoogst gevaarlgk kon worden
voor de overigen, vervolgde men den marscb,
de gevonden voorwerpen meevoerende.
Het been werd den volgenden dag op
het kerkhof te Penampaan begraven, ter
wgl eene nieuwe patrouille uitging om
het overigo gedeelte van het lgk op te
zoeken.
De vlag en saluutschoten.
Onlangs werd in een der Semarangeche
correspondenties van het So?r. Hbld. me
degedeeld dat de Chineesche commodore
het niet hgschen der Chineesche vlag op
de welkomstbatterjj te Batavia als een
onbeleefdheid had beschouwd en daarom
te Semarang zoover uit den wal was blgven
liggen, dat het wisselen van saluutshoten
voorloopig uitgesloten was. De Semarang-
sche autoriteiten hadden, dat vernemende,
stilletjes een Chineesche vlag van een der
kruisers laten leenen en den draak doen
uitwapperen, toen de commodore, gerust
gesteld, met zgn schepen op de reede
verscheen.
Dat is, naar aan het Soer. Hbld. van
bevoegde zjjde verzekerd wordt, met recht
een blunder geweest. Onze reglementen
schrgven ter zake voor, dat wel op de
schepen, die het saluut geven of beant
woorden de nationale vlag van het vreemde
oorlogsschip wordt geheschen, doch niet
van do batterijen aan den wal. Elders is
dat andersde Engelsche reglementen
schrgven o. a. het hgschen der vlag ook
voor op saluutbattergen te land de Duit
sche en Fransche Reglementen weer niet.
Nu is het Chineesche eskader nog nie
verder buitenslandsch geweest dan in Er-
gelsche koloniën en heeft de commodore
gemeend dat de eerbewijzen van Fort Can -
ning te Singapore, ook door de welkomst-
batterg te Batavia moesten worden gebracht.
Hg verkeerde blgkbaar in de meening met
een internationaal gebruik te doen te beb-
n, wat het niet is.
In plaats van een drakenvlag te lescer,
zegt het «Soer. Hbld"., had men te Se
marang den commodore een reglement op
d3 eerbewijzen in onze koloniën moeten
zenden.
John R. Walsh, veroordeeld wegens
handelingen als president van
de Chicago National Bank, was nog iets
meer dan een gewone falsaris en bank-
breker.
Men kent toch wel het boek van Up-
ton Sinclair, «The Jungle", door Wibaut in
het Hollandsch vertaald voor de Wereld
bibliotheek, «De Wildernis". Het aes-
grjjpend verhaal speelt in Chicago, in groot,
mooi en verdorven Chicago. Men ontmoet
er tal van figuren in, zoowel uit de wereld
de? slagersknechts, als der sfcaderegeerders,
die door hun financieele speculaties de heele
wereld naar hun pijpen te laten dansen.
Zonder veel moeite zou men het portret
ven iemand als deze John R. Walsh daar
in kunnen terugvinden. >Boss" uoemt meu
zoo iemand in Amerika; Walsh was de
boss, de baas van Chicago. Het zon een
karakterstadie van bet verrassendste pers
pectief kunnen worden, dezen man en zgn
loopbaan uitvoerig te teekeneu.
Hg kwam in 1847 uit Ierland naar de
Ver. Staten en begon zgn brood te ver
dienen als krantenjongen, hetgeen ieder
schjjnt te moeten doen, die het daar tot
iets wil brengen. Hg klom op tot directeur
van den «Western News Comp.", ging in
bankzaken over. kocht tal van financieele
lichamen, handelde liefst in kranten, als
«Chicago Inter Ocean", Herald", «Post",
«Chronicle". Daardoor belandde weer
in de politiek geen Amerikaansche zaken
man, die daar buiten blgft.
Hg is nn 70 jaar, flinke, niterlgk sym
pathieke oude-heer, met gladgeschoren ge
zicht, dat wat te jong Igkt onder zgn wit
aar.
Hg was dé man in Chicagozgn bank
een paleis var marmer re{
de stad.
Het vonnis, uitgesproken na een proces,
dat twee jaar heeft geduurd, luidt vjjf
jaar
Het gevecht iB pas begonnen," z>
de boss met een fijn lachje, toen de ui!
spraak bekend was.
De Engelsche justitie treedt met
strengheid op tegen postzegelvervalschers.
Er zgn op dit terrein Aug'us stallen te
reinigen 1 En zeker is het de vermelding
voor philatellisten waard, dat er zelfs of-
ficieele postbeambten zgn, die aan den on
eerleken handel meedoen. Een postzegel,
die graag in verzamelingen wordt opge
nomen, is de Broenei-postzegel, het is een
Laboean-postzegel, met het woord Broenei
overgestempeld. In Broenei, aan de Bor-
neo'scbe noord-westkust wonen 51 blanken
opgave van de «Colonial Offiöe Liet'
van 1907. De postzegels van dit rgk zgn
nooit erkend door Post-Unie, zoodat ze
feitelgk waardeloos zgn, van af bet stand-
pont beschouwd van een nauwkeurig ver
zamelaar. Niettemin staan zij dertig gulden
per stel geprgsd in de philatelistische prijs
couranten.
Iemand, die van Laboean een bezoek
bracht aan 3roenei dat het Venetië
van het Oosten heet, omdat de primitieve
woningen er op palen in den modder staan
vond een soort postkantoor en een
Chineezen postambtenaar, die meedeelde,
dat de 1 ct. en 5 ct. postzegels van Broeoei
uitverkocht waren, doch dat hg er privé
nog eenige te koop had
Drie jaar geleden opende een Itali-
aansche gravin de Contessa Fabricotli
te Londen een modezaak. De zaak
ging goed maar is nu te koop, want de
contessa is Vrgdag getrouwd met een
Italiaanschen baron, baron Charles
Aliotti, Italiaanech diplomaat, zegt het
bericht. Bg het huwelgk tegenwoordig
waren o.a. prinses Hatzfeldt, chtgenoote
van den Duitschen gezant, en de markies
di San Ginliano, de Italiaansche gezant,
waaruit men zien kan, dat m»n tegen
woordig een winkel kan houden en in een
stand verkeeren, waarin men dat vroeger
minderwaardig vond. Trouwens, in Engeland
zgn er heel wat hoog-adelgke heer en en
dames, die openlgk ot rimelgk een winkel
honden.
Een reusachtig restaurant.
New-York zal weldra het grootste res
taurant van de geheels wereld beritieo.
Het wordt gebouwd aan Broadway en zal
plaats bieden aan 4000 menecheD. De
tuin op het dak met eeo vgver van 5
meter middellijn, zal een getrouwe na
bootsing zgn van den tuin der Triauons
te VersailleB. Ook daar zullen 4000 men-
echen kannen plaatB nemen. In den winter
zal deze tuin met glas bedekt worden en
alle zgden zgn afgesloten zoodat men
dan een volledigen wintertuin zal hebben.
Daar zullen groote concerten word-n ge
geven. Men hoopt dit reuzen-restaurant
tegen het einde van dit jaar te kunnen
openen.
Ter hoogte van het vuurschip is aan den
Hoek van Holland Woensdagmorgen om
kwart voor vjjven tijdens dikken mist een
aanvaring geweest tusschen het stoomschip
„Amsterdam", van Harwich naar den Hoek
van Holland en het stoomschip „Axminster",
komende van New-York.
De Amsterdam" is aan bakboordzijde
achter de brug getroflen en kreeg een groote
scheur onder water. De f Axminster" werd
aan het voorschip getroffen, maar wist tijdig
de waterdichte schotten te sluiten, waardoor
het schip drijvende bleef.
De passagiers van de .Amsterdam" zijn
in sloepen van boord naar de .Axminster"
gebracht, die op een afstand van vijf scheeps
lengten lag.
De «Axminster" stoomde naar de kusten
had nog geen loods aan boord. Op ongeveer
een mijl afstand van de kust heeft de stoom-
loodsboot .Jan Spanjaard" de vijftig passa
giers overgenomen en behouden aan den
Harwich-steiger aan wal gebracht.
De .Amsterdam" is den Waterweg bin
nengekomen met een groote scheur dwars
scheeps, is aan den steiger geweest, heeft
een weinig stukgoed gelost en is later afin
den Zuidwal omhoog gezet.
Toen de .Amsterdam" van Harwich ver
trok was het mooi, helder weer.
De mail is geborgen en geland, en reeds
met den trein verzonden.
Te oordeelen naar de ingekomen berich
ten, heeft de .Arasterdam" getracht den
Waterweg te bereiken door eerst zoo nauw
keurig mogeljjk op het vuurschip „Maas"
aan te sturen en vervolgens op de voorhan
den teekens verder gegaan. Zou dit onder
gewone omstandigheid zonder ongevallen wel
gelukt zijn, thans, nu mag worden aangenomen
dat de mond van den Waterweg bijna ge
blokkeerd wordt door voor anker liggende
stoomschepen die niet wagen naar binnen te
gaan, is het draaien niet geslaagd, althans
niet op de gowenschte wijze. Het kwam in
aanvaring met een stoomschip dat ter hoogte
van het vuurschip lag geankerd en dat reeds
gebleken ie het stoomschip «Axminster" te
zijn van New-York naar Rotterdam bestemd.
De .Amsterdam" werd zoo zwaar getrof
fen, dat ze slechts drijvende werd gehouden
op de waterdichte schotten, waarom de ge
zagvoerder het kennelijk voor de passagiers
veiliger heeft geacht hen met de sloepen op
het aangevaren schip over te brengen. De
.Amsterdam", gelukte het intusschen den
Waterweg binnen te komen, waar het schip
om zinken te voorkomen, bjj de loodshaven
op strand werd gezet.
Een der passagiers, die de aanvaring
van de .Amsterdam" meemaakte, vertelde
daarvan het volgende
Het was Dinsdagavond mooi, helder weer
toen wij in Engeland aan boord gingen, en
wc trokken dus allen weldra rustig te kooi.
Woensdagochtend, toen ik om vier uur aan
dek kwam, was het dik van mist. Er s'onden
twee mannen op den uitkijk. Een oogenblik
later zat ik in het salon te ontbijten, toen
we een stoot voelden. Dit gebeurde op 5
Eng. mijl van de kust. En weinige seconden
later volgde een tweede schok, onheilspellend
hevig, met het geluid van een dikke glas
ruit, die wordt ingeslagen. Wjj kregen den
indruk, dat er tot dit oogenblik niet lang
zamer werd gevaren dan anders.
Geljjk met dien tweeden stoot ontstond er
onder de opvarenden een hevige beroering.
We hoorden schreeuwen en jammeren,
ieder dacht dat zjjn laatste oogenblik gesla
gen was. En alles vloog naar dek. Ook het
personeel scheen van streekop vragen werd
niet geantwoord, of met een .don 'tknow"!
Maar toch gingen een paar bedienden de
hutten af om de slapenden te wekken, die
ten deele in nachtgewaad naar boven vlucht
ten.
We zochten zwemgordels, deden die aan,
en drongen op naar de reddingbooten. Maar
sommigen, die deze booten in hun zenuw
achtigheid niet konden vinden, werden niet
op weg geholpen.
Het hoogere gezag echter scheen rustig
het hoofd erbjj te honden. Bovendien bleef
het schip drijven, en ook het electrisch licht
blee/ aan.
Wat er gebeurd was, zagen wij niet, zóó
als het mistte. Maar nu vernamen we, dat
we geloopen waren op het Amerikaansche
s. s. „Axminster", van New-York op weg
naar Rotterdam, met vrachtgoed, dat daar
voor anker lag wegens hot dikke weer. Er
lagen tal van schepen voor anker.
De kapitein liet onderzoeken en vernam
dat het schip water nam.
Bjj de reddingbooten was het een hevig
gedrang. Vier of vjjf menschen sprongen er
reeds in, voor ze neergelaten, warendoch
zjj moesten er weer uit. En het kostte heel
wat overreding om gedaan te krijgen: ladies
first. Er waren 56 passagiers, met verschei
den dames. Een zuigeling werd van hand
tot hand in de boot gelaten.
Inmiddels kalmeerden de menschen. Met
onze zwemgordels aan werden we overgeroeid
naar de .Axminster". Het was een kalm?
zee. Maar aan boord van de Amerikaan be
duidde men ons, onze zwemgordels om te
houden, wjjl het ook daar not quite safe was.
Toch schenen de waterdichte schotten het
water buiten te houden. Wjj, „geredden"
hielden een collectie voor de Amerikaansche
bemanning.
Het bleef dik van mist. De kapitein be
sloot nu echter voorzichtig op te stoomen,
de omstandigheden in aanmerking genomen.
Dat gebeurde een drie mjjl. De .Axminster"
durfde echter niet binnengaan. Toen hoor
den we het signaal van de loodsboot Jan
Spanjaard. Die kwam langs zjj, zette een
loods over om de „Axminster" binnen te
brengen. En wjj gingen over. De bemanning
van de loodsboot kunt u niet genoeg in de
hoogte steken! Wat een prachtkerels. En zoo
hartcljjk! Ze zetten koffie voor ons, gaven
ons hun laatste Bigaren. En wjj vernemeD,
dat de situatie wel heel gevaarljjk was ge
weest.
Maar één ding hoorden we met schrik. Een
man met een boot van de „Ams^rdam" zou
zjjn afgedreven. Zjjn makkers zeiden echter,
dat hij een uitstekend zeeman is, die het wel
klaar zou spelen.
Na ons, zjjn de postzakken in de boot ge
laten. Eén meisje was er in nachtgewaad
met niets dan een mantel om. Maar wij hiel
pen elkaar voort. Wie te weinig kleeren had
leende van anderor overdaad. Eén heer viel
flauw van emotie in de boot.
Later zagen we de .Amsterdam" ons
voorbjj varen, nog steeds verlicht.
Het is een hevige schrik geweest, maar
wo zijn er gezegend afgekomen!
Het aanvankelijk vermoeden, dat alle op
varenden van de .Amsterdam", zooals de
kapitein, de loods en de overige passagiers
dachteD, op de. .Axminster" zouden zijn
overgebracht, is helaas niet bewaarheid
Nader bleek dat één sloep, toen er een ge
deelte bagage ingeladen was, met den zeeman
Jac. Upson losgeraakt is. Hjj heeft lang
rond gezworven, maar is eindeljjk gelukkig
aan de Noorderpior geland. Hij had achter
uit een wrikgat iu de boot gemaakt en haar
zoo bestuurd. Hjj liep langs de pier naar
den wal.
Later heeft de loodsboot .Hellevoetsluis"
nog een zwervende sloep met 7 personen
van de bemanning opgepikt. Maar het bleek
uit de overtollige bagage in de „Amster
dam", dat er een sloep met vermoedeljjk nog
12 opvarenden ronddrijft in den dikken mist
op zee.
De verslaggever van de «N. Rott. Ct.«
schreef Woensdagavond aan zjjn blad
We zijn nu weer aan den Hoek, en.we
wachtenal gelooft de een voor den ander
ook niet aan de mogeljjkheid dat de sloep
met de vermiste opvarenden van de .Amster
dam", althans zoo lang het donker blijft, hier
binnen zal komen.
En die pijnlijke onzekerheid, de gruwzame
gedachte, dat daar nn in dien garen, donkeren
niistnacht een aantal schipbreukelingen in een
open roeiboot wellicht stuurloos rondvaren
over de zee, geeft hier weer iets van dezelfde
lugubere stemming uit de schrikkelijke Febru
ari-dagen van de ramp met de Berlin.
Alles herinnert er aan. Dezelfde autori
teiten, dezelfde journalisten, dwalen weer
over de steigers en door de leege stations
wachtkamers. En buiten is het zóó vreeseljjk
naargeestig in den kouden mist, die alle uit
zicht beneemt, en die de telegraaflijnen, de
wegen, de spoorwegperrons, hekken en velden
kilwit maakt van rijp.
Vanmiddag, juist nadat de laatste berichten
voor het avondblad waren afgezonden, is er
nog even een oogenblik van hoop geweest.
Uit den mond van den Waterweg klonk het
gefluit van een boot. En omdat er immers
geen enkel schip in- of uitgaat met dit ge-
vaarljjke weer, moest het wel een van de
zoekende booten wezen, die terugkwam.
Yan de pieren en langs het kanaal kwamen
de menschen verlangend opzetten. Maar in
de steden kan men zich geen voorstelling
maken van zoo'n dikken miBt over het water,
die als een muur van compakten, grijs-witten
nevel op den wal staat, en waardoorheen
ge, op den uitersten rand staande, zelfs niet,
vlak onder u, den waterweg kunt zien. Ge
heel verholen voor wie langs don kant mee
kwam het staag fluitende vaartuig
binnen. En de geankerde schepen, die
niet naar buiten durven, antwoordden met
een aanhoudend gelui van hun bellen. Daar
blieB de misthoorn zjjn klageljjk gejammer
doorheen.
Maar menschen, die vertrouwd zjjn mot
.de zoe, hebben een bjjzonder instinkt. En
weldra was het bekend aan den wal, dat die
blazende boot de zeesleepboot .Gouwzee" was,
terugkomend van haar onderzoekingstocht.
Aan het hoofd van Berghaven kwamen
de menschen samen. Zjj waren van verlangen
gespannen, maar zjj zwegen of er niat eenig
goed nieuws zou worden geroepen van de
brug der merende boot. Doch het bleef stom.
Nn lag de .Gonwzee" aan den steiger, en
de bemanning sprak geen woord. Enkel
schudde een oude zeeman mistroostig het
hoofd.
En toen wisten de wachtenden het.niets,
niemand, weer niemendal", gromde het volk.
Toen bleef het weer stilen in den muur
van mist was geen verwegen. Daarachter
lag het schrikkelijk raadsel van de zwervende
open boot op zee, met al die menschen.
Want het aantal vermisten klimt steeds.
Thans weet men, dat er in die eene roeiboot
minstens acht-en-twintig menschen samen
zjjnéén matroos, drie stewardessen, de
chief-steward, twee stokers en één-en-twintig
passagiers, onder wie minstens nog één vrouw.
De eenige bevaren man in de sloep is dus
de matroos. Maar wat zal hjj vermogen
met &1 die onervaren menschen in zjjn boot?
Zal hjj haar moedeloos laten drjjven op eb
en vloed En misschien zoo, noordwaarts
uit, aan de kust belanden Zal hjj roeien of
het zeiltuig hebben opgezet Maar waar
heen moet hjj koersen, nu 't zoo potdicht is
om hem heen Toevallig langszjj komen van
een der tientallen buitengaats voor anker
liggende schepen 't Zjjn allemaal gis
singen. Niemand weet het.
Van de Gouwzee" hebben ze een twaalftal
schepen gepraaid, ma&r nergens had men wat
van de sloep gezien. De «Axminister" óók lag
nog altjjd buiten. Zjj had bjj de aanvaring
ook haar bel verspeeld, en maakte nu in
den mist alarm door twee staven op elkander
te slaan.
En zeiden de zeelui 't is zoo bar
koud op de zee.
De menschen vertelden elkander onder
het wachten allerlei bjj zonderheden.
Het aantal passagiers van de «Amsterdam"
was niet volledig bekend. Dat is weer als
met de «Berlin", en het schjjnt verwonder
lijk, dat men zich vóór het vertrek der
booten hiervan geen rekenschap geeft, evenmin
a s van de namen der opvarenden. Omdat
men die niet weet, tast men weer in het
duister naar de namen der vermisten. En
slechts de telegrammen van ongeruste ver
wanten aan de directie geven eenig licht.
Men schat het aantal passagiers echter
op 66, waarvan er 45 aanstonds gered zjjn,
en 21 nog in de reddingboot.
Ook weet men te vertellen, dat de
„Amsterdam", niettegenstaande den dikken
mist, weer met volle kracht heeft gevaren.
Yan het lichtschip „Maas" toch werd bericht,
dat de Harwichboot te twintig minuten vóór
vjjven is gepasseerd dat wil zeggenprecies
op tjjd. Dit klopt trouwens met tjjd en
plaats van de aanvaring.
Zondagmorgen, toen het óók zoo dik bniten
was, kwam de «Amsterdam'' eveneens stipt
op tjjd, te kwart vóór vjjven, binnen.
Ten bewjjze, hoe dicht de miBt wel was,
diene, dat de „Yarmonth", de .vleeschboot"
van de Harwichljjn, die veel te laat
aankwam, reeds in den Waterweg binnen,
een sleepboot praaide, en vroeg„waar zijn
we?" .In het Kanaal" waa het antwoord.
Dit wist men niet op de brug.
Er zjjn immers zelfs met zóó zeer ter
plaatse vertrouwde booten al de „Wodan''
en de stoomreddingboot ongevallen gebeurd,
hedenmiddag, door den mist. De .Wodan",
die bjj de aan den grond gezette „Amsterdam"
wilde a8sisteeren, liep op haar ankerketting,
stootte lek, en zjj is nu ook opgezet. De
stoomreddingboot beliep averjj door een
aanvaring met een sleepbootje van Yolker
en Bos. Doch, onder commando van den
dapperen kapitein Jansen, was zjj daarna
toch weer om te zoeken naar buiten gegaan.
Tegen zessen kwam zjj in de Berghaven
terug, helaas, óók tevergeefs. Ze was tot bij
het vunrsohip geweest, had twee geankerde
schepen gepraaid... niets, geen spoor van de
sloep
Schipper Jansen stampvoette even, toen
hjj 't vertelde. Hjj zag het lot van de schip
breukelingen ernstig in En inmiddels was
de avond gevalle., had ,de pot" nog dichter
gemaakt. De kustlichten, zelfs de stralen
bundels van den vnurtoren, drongen immers
haast niet door den mist.
Zjj moesten het dus opgeven, de dappere
zoekers. Wat wil je beginnen, om op de wijde
zee, in aarde duiBter, dat je geen hand voor
je uit kant zien, zoo'n nietig huikje te vin
den En de menschen waren ontdaan als zo
zich indachten in die angsten.
Hoe komt het vroeg men zich af
dat niet ieder van de officieren der «Amster
dam" een reddingboot onder zjjn bestuur
heeft genomen? Dat het leven van deze
zeven en twintig aan een matroos is toever
trouwd Men wist het niet. Men
sprak van een paniek. Maar hoe strijdig
hiermee zjjn de verklaringen der passagiers,
die wjj spraken. Hun vertrouwen was zóó
groot, dat zjj immers dankbaar van aller
redding spraken, en eerst uit de avondbladen
hebben vernomen van de acht en twintig,
die in de boot, niet aan den wal zjjn ge
komen.
!én troost is er. Yolgens het voorschrift
tenminste, moet er proviand van scheeps
beschuit en water, en ook een kompas in
iedere reddingboot wezen. Dat zjj tenminste
geen honger behoeven te ljjden.
Het ss. .Wodan" van L, Smit Co., dat
Woensdagmiddag omstreeks drie uur werd
uitgezonden om het ss. .Amsterdam" dat
aan den zuiderwal te Hoek van Holland