BIJVOEGSEL VAN T „VLIEGEND BLAADJE",
VAN ZATERDAG 30 MEI 1908.
Nieuwsberichten,
Uit den Omtrek.
Kelder, 29 Mei.
De muziekvereeniging .Crescendo», afd.
Helder van de Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst, gaf Woensdagavond 11., onder
directie van den heer A. J. C. Mooy, in Ca
sino* voor een goed bezette zaal een goed
geslaagd concert.
Het programma bevatte by afwisseling in
strumentale en vocale mnziek. Het strijkor
kest der afdeeling gaf len beste «Snite im
alteo Style" van Edvard Grieg, dat mooi ge
speeld werdvooral Gavotte en Rigandoc
viel buitengemeon in den smaak. .Grand
Qoatoor' vanv.Webcr, voor piano, viool, alt
en violoncel, muntte uit door goed samenspel
en de hoofdparty daarin werd door den be
kwamen pianist, den heer Mooy, op onver
beterlijke wy'ze weergegeven. Uitermate trok
dit nnmmer do bolangstelling. Maar on
tegenzeggelijk bad het orkest met .Liebes-
liedchen- en .Romance" van J. C. Rejjers
en «Frühlingslied» van Mendelssohn, een drie
tal eenvoudige, doch [lieve en melodiense
stukjes, het meeste succès. Onder ademlooze
stilte werden dezo aangehoord en na afloop
daverend toegejuicht.
OmtreDt het vocale gedeelte het volgende:
jMejuffr. J. Metzelaar zoDg een sopraan-solo
.Scheiden" van R. Gerretson. Zjj deed dit
op een wy'ze, zooals we dit van haar gewoon
zjjo, zilverrein, goed gearticuleerd en vol ge
voel. Een tweede stukje, geheel verschillend
van het eerste, zoowel wat inhoud als ryth-
mua betreft, n.1. *SUpedoe» van A. H. Fagel,
werd eveneens zeer mooi door haar weerge
geven.
De heer C. Bethleham met zjjn fraaie tenor
stem zong «Twee Bijbelsche liederen» van
Dvorak, die eveneens met aandacht gevolgd
en terecht lnide geapplaudiseerd werden.
Het koor, daarbij begeleid door orkest en
piano, bracht twee stukken ten gehoore en
wel .Psalm 24* van Schneider en «Psalm
13" van W. Bargiel. Het eerstgenoemde num
mer beviel ons best, maar het laatste matig.
Dit moet waarschijnlijk aan de keuze van
het stuk toegeschreven worden, want de me
lodie daarvan is eentonig en niet liefelijk en
de Duitsche tekst voor de meeste zangers
onbegrijpelijk.
Resnmoerende kunnen we verklaren, dat,
wanneer we het laatste nummer buiten reke
ning laten, het een kenrig concert was, waar
mede Crescendo» en zjjn directeur eer inge
legd hebben.
Arrondissement-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van 26 Mei 1908.
Toeëigenen van palmpitten.
De eerste beklaagde, die moest terechtstaan,
'was Gerrit W., visscher te Den Helder, die
evenwel niet verschenen was. Hij was gedag
vaard omdat hij toen hij met de H. D. 39
geholpen had de lading palmpitten van de
Volta, die eind Februari op de Razende Bol
gestrand was, te bergen, een deel dezer pit
ten had verkocht. Volgens zyn afgelegde
bekentenis had hij gedacht dat de pitten, die hij
in de bun vond, geen waarde en ze overboord
willen gooien, maar toen Pieter Cornelis
Ottevanger, thans als getuige aanwezig, hem
vertelde, dat ze wel waarde hadden, wilde
hij ze wel verkoopen. Ottevanger zeide dat
hij inderdaad twee partijtjes pitten van "W.
gekocht had een paar dagen nadat de (/Volta"
gestrand was. Hy weet echter niet meer
hoeveel hij er voor betaald heeft en ook
niet meer, wat Jan Amman aan wien hy ze
weer verkocht heeft, hem er voor gegeven
heeft. Amman als getuige gehoord, verklaarde
tweo partyen palmpitten (13 mud) door tus-
schenkomst van Ottevanger gekocht te hebben
en er ruim f 30 voor te hebben betaald.
Hy vond het evenwel een risico ze te koopen,
want ze waren vermengd met een massa vuil.
De volgende getuige Adrianus Kuiper,
ivletterman, deelde mede beklaagde in zijn
Wienst te hebben gehad bij het bergen van
jde lading, die gedeeltelijk los, gedeeltelijk
verpakt was. Er wordt meestal ruw met
zoo'n lading omgesprongen door de haast,
Boodat volgens hem, de pitten wel door de
[rooster in de bun kunnen zijn geraakt. Ook
ivolgens getuige Fye Visser, agent der ree-
'dery van Zur Mühlen, kunnen de pitten wel
in de bun zijn geraakt. Getuige Jan Lavell,
(scheepstimmerman te Den Helder, legt de
kechtbank door middel van eeu door hem
meegebrachte teekening uit, hoe de inlichting
van zoo'n bun is.
De Oficier van justitie vindt het feit dat
de pitten niet aan W. behoorden, genoegzaam
bewezen. Maar heeft hij ze zich wederrech-
jtelijk en opzettelijk toegeeigend of heeft hij
ter goeder trouw gehandeld Een geval als
dit komt meermalen voor in den Helder en
meermalen wordt er gehuicheld, dat er te
goeder trouw wordt gehandeld.
Zijn er menschenlevens te redden, zegt
ZEA., dan kan men aan op de Heldersche
visschers, maar zijn er goederen te redden
dan is hun eerlijkheid op den loop. Er moet
eindelijk eens een voorbeeld gesteld worden
en beklaagdes veroordeeling tot 1 maand ge
vangenisstraf wordt geëscht.
De volgende vier beklaagden waren Wil
lem de B., Klaas BGerrit van D. en Cor
nelis B., allen visschers te Don Helder. Ook
hun was ten laste gelegd, dat zij zich op
zettelijk en wederrechtelijk pitten van het
gestrande schip .de Volta" hadden toegeëi
gend. Zy verklaren allen geholpen te hebben
bij het bergen van de lading en toen zij later
weer op zee waren ter garnalenvangst be
merkten zij dat er nog meer pitten in de bun
zaten. Eerst hadden zij ze over boord willen
gooien, maar bij nader inzien namen zij ze
weer mee naar Nieuwediep en daar heeft
Cornelis B. de heele partij verkocht aan Vlas
voor f 54. Cornelis Vlas, als getuige gehoord,
verklaart, dat B. bij hem is gekomen om hem
de pitten aan te bieden en dat hij ze met
garnalen en al gekocht heeft, ze heeft ge
reinigd en gedroogd en ze weer heeft ver
kocht voor 76.50.
De getuigen Kuiper, Visser en Lavell
verklaren evenals in de vorige zaak.
Den O. v. J. komt het onwaarschijnlijk
voor, dat al die pitten door den rooster in
de bun zijn geraakt. Vermoedelijk zal hierbij
wel een handje geholpen zijn. Maar veron
dersteld, dat de pitten er bij ongeluk in ge
komen waren, dan waren zij nog niet van
beklaagden en hadden zy niet het recht ze
te verkoopen, zonder daar verlof toe gevraagd
te hebben. Z. E. A. eischt een gevangenis
straf van 1 maand tegen elk der beklaagden
wegens het zich opzettelijk wederrechtelijk
toeëigenen van een andermans goed.
Mr. Prins, als verdediger dezer vier be
klaagden optredende, ging na, dat de indirecte
gevolgen van de stranding van ,de Volta"
van langdurigen en onaangenamen aard zyn
voor de Heldersche visschers. De beklaagden
hebben bekend, dat zy zich de goederen
hebben toegeëigend, maar er is niet gebleken,
dat zij dit wederrechtelijk hebben gedaan.
Zij verkeerden in de meening dat zy het
mochten doen. Heel aannemelijk vindt pleiter
het, dat de pitten in de bun zijn geraakt,
daar ze vanuit het groote schip in de klei
nere vaartuigen worden gegooid. Hadden de
visschers, toen zij ze later vonden, ze aan
de Maatschappij teruggegeven, dan zou deze
stellig gezegd hebben: .Houd ze maar!" want
het was een vuile boel. PI. gelooft niet, dat
zy ze zich opzettelijk en wederrechtelijk
hebben toegeëigend. Geen van vieren zijn
ze ooit met de politie of justitie in aanraking
geweest en allen hebben voor groote gezinnen
te zorgen. PI. eindigde ten slotte met vrij
spraak te vragen. (Alkm. Courant).
Ben onzer Brabantsche scherpschut-
tersvereenigingen ontving vertelt deNoord-
brab., dezer dagen'n collegiale nitnoodiging
eigenhandig geschreven door den president
eener zustervereeniging, welke luidt volgt
scherp schutters gezelschap Proeder min
geves digt by den heer m beerens (plaats
naam weggelaten. Red.) fienanci jury heb
ben de eer u te be rig dat onze ver een
niggong heeft beslooden om op zondag 27
jani een pryz ver schieet ding te geeben
I pryz een verguld zilveren eere kruis 2
pryz een zilver medullie 3 prijs een III
II III
en verders nog een nigge personeele
pryz sen een horlooeie en een wekben en
nig een nigge ander renpryz sen in leg
geit 30 cent ber schyt ter en elk.sses dal
moed versien zyn van 3 geweer ren in
dien 6r niest meer dan 2 per zoonen ned
een weer mooge schiet den bet rigele mtnt
wort voor ge luzen sirca 12 nren. preese
dent
Vier kinderen verbrand.
Te Bichlberg by Straubing zyn vier
kinderen van den landbouwer Weichsel-
berg verbrand. De ouderB waren naar de
kerk en hadden de kinderen in huis opge
sloten. De geheele boerdery ging in vlam
men op.
De tramboteing in Phiiadelphla.
De nadere by zon derheden omtrent de tram
botsing (zie ie blad) in Philadelphia bevatten
ook relazen over uiter t tragische scènes. De
tram begon te Germanstown te rolleD, doordat
de rem-inrichting brakde wagen begon met
ontzettende vaart den heuvel af te rijden. De
passagiers, mannen, vrouwen en kinderen,
die weldra zich bewust werden van 't gevaar,
waarin ze verkoerden, trachtten daaraan te
ontkomen. Sommigen probeerden er uit te
springen, anderen veroverden zich met ge
wold eon plaats op bet achterbalkon waar
het gevaar minder groot scheen. Zooals ge
meld, bad onverwacht een botsing met een
andere tram plaats. Met enorm geweld kwa
men ze tegen elkander aan daana zetten ze,
tot een massa vereenigd, hun duizelingwek
kende;! tocht voort naar den voet van den
heuvel, waar nog zes wagens, vol mot passa
giers, stonden. Vyf daarvan werden tot splin
ters geslagen. Het tooneel, dat daarop volgde,
was te gruwrlyker, omdat het verlicht werd
door de blauwe vlammen, die nit stukken
motaal sloegen, overal, waar ze in contact
kwamen met de draden. Een vierhonderd
memchen lagen tnsschen de fragmenten dei
trams.
Ofschoon te Hongkong het warmste
seizoen nog komen moet, zyn er al 427
gevallen van pest aangegeven, waarvan er
alleen 114 in de laatste week zyn voor
gekomen: En dan boudeD de Watercbi-
neez.n nog vele gevallen stil.
Een spoorwegavontuur.
Dit verhaal, dat veel Ijjkt op een gebeur
tenis, die ook in ons land heet gebeurd te
zijn, lazen wy in Oostenryksche bladen. Dr.
Derschatta, minister van spoorwegverkeer in
Oostenryk-Hongarye, stapte derer dagen te
Wecnen in deu trein om zich naar oen na
bijgelegen plaats te begeven. De heer Der-
schatta i3 niet alleen geen rooker, maar kan
zelfs geen tabakslucht verdragen. Hy vond
hot dus allesbehalve aangenaam, toen de mede-
roitigor, nadat de trein zich in bewegiDghad
gezet, een sierlijken sigarenkoker voor den
dag haalde, met bedachtzaamheid een sigaar
daaruit nam on deze opstak.
De heer Derschatta kuchte, eerst heel
eventjes, kuchte toen luider en kroeg einde
lijk cm hoestbui. Zyn medereiziger bleef
zwygend zyn sigaar savoureeren.
.Myuheer", zeide eindelijk do heer Der
schatta, «mag ik n doen opmerken, dat wy
in een niet-rookcoupó zitten?"
De andere reiziger blies een dikke rook
wolk uit en zeide flegmatisch: .Dat kan me
geen sier scholen."
«Maar mijnheer, het spoorwegbestuur....."
Met onweerstaanbare kalmte antwoordde
do ander: //Aan het spoorwegbestuur heb
ik lak!"
.Zoo, mjjnheer! Mag ik u dan zeggen, dat
ik dr. Derschatta ben, minister van spoor
wegen in Oostenryk-Hongarye?"
.Bent n werkelijk de spoorwegminister?"
«Ja, mijnheer, ik heb de eer. Hier is myn
kaartje."
Met blijkbaar onverstoorbare gemoedsrust
en de sigaar nog steeds stevig tusschen de
lippen geklemd, nam do rooker het kaartje
aan, bekeek het met diepzinnigen blik en
stak het bedaard in zyn binnenzak, maar
pufte intusschen als een schoorsteen door.
Na eenige seconden stilte nam hy de si
gaar nit den mond, keek zyn overbuurman
aan en sprak, nog altyd met dezelfde tartende
kalmte:
«Zoo, zoo, dus u is minister van het spoor
wezen. Laat ik dan zeggon, dat ik ook ma
ling aan n heb."
Do minister, die zyn woede baast niet kon
bedwingen, bleef zwygen totdat de trein op
een tusschenstation stopte. Nauwelijks was
hot portier geopend, of hij riep den stations
chef. Dezo kwam voor hot geopende portier.
.Chef, deze mynheer blijft rooken, ofschoon
ik hem reeds herhaaldelijk heb gezegd, dat
wy in oen niet-rookcoupé zitten. Wilt u als
jeblieft zijn naam optoekenen
«Uw r.aam, mijnheer?" vróeg de chef.
«Ziedaar myn kaartje, zei de kalme rooker.
De reiziger haalde zonder eon oogenblik
aarzelen eou kaartje uit zyn binnenzak, stak
het den chef toe en deze had er nauwelijks
een blik opgeslagen, of hy boog* als een knip
mes en stotteide: «Neem mjj niet kwalijk,
excellentie, ik wist niet mot wien ik de eer
had te spreken. Als die man .die man"
was do minister niet belooft u verder
met rust te later, zal ik hem uit den trein
laten zetten."
De trein reed weg vóór de Minister van
zyn verbazing bekomen was.
Toen had hy tot het volgende station den
tyd te bedenken, hoe gevaarlijk het kan zyn,
aan sommigo lieden zyn eigen naam toe te
vertrouwen.
Koopers en vei'koopers.
„Zal ik morgen maar?...."
„Welzeker, dat kan Zondagmorgen wel, de
kruidenier is toch «open* en, mocht hy soms
(.gesloten» zyn, ga dan naar.... ach je weet
wel, die altyd z\jn winkel op Zondag geopend
heeft
„En de boorden voor mijnheer?...."
„Ja, haal die maar by enfiD, kyk maar
eens wie er al zoo verkoopen."
„Zal ik het vleesch
„Natuurlijk, we moeten toch vleesch hebben,
maar vergeet niet den slager te vragen of hy
het nh kerktijd bezorgt."
„We hebben nog geen groenten voor mor
gen, zal ik das ook
„Neem die gelyk mede als je het strijkgoed
haalt, doch dan niet te laat, want morgen
wil ik naar de kerk en vóór dien tyd moet
je weer thuis zyn, daar mynheer zich intus
schen laat scheren en de kinderen hun nieuwe
schoenen moeten halen, waarvoor het nu wel
wat laat is geworden."
„Dus vanavond maar niets halen
,,'t Is wel wat laat om nu boodschappen te
doeD, daarby morgen is er weer een dag
en hoewel Zondag onze leveranciers
verkoopen, zy zullen niet sluiten vóór wy by
hen zyn geweest."
Overdreven? Volstrekt niet. Ons zyn huis
gezinnen bekend waar zoo geredeneerd wordt
wy kennen verschillende menschen die zóó
spreken wanneer het de vooravond van den
zevenden dag is, de Zaterdagavond, by
uitnemendheid geschikt om zooveel inkoopen
te doen dat men den volgenden dag niets,
totaal niets behoeft te halen of te bestellen,
van welken verkooper ook.
Er zyn menschen, die voor zichzelf o, zoo
gemakkelijk denken, doch daarby veelal
vergeten de belangen van anderen, en, aan
gezien de Zondag als rnstdag voor een ieder
bestemd is, aarzelen wy niet te protesteeren
tegen de egoïstische gewoonten der velen,
die meenen dat de verkoopers ten alle tyde
disponibel moeten zyn.
Ten alle tydeMaar waar is dan de grens
van arbeid en rost voor hen die zes dagen
lang in dienst van het publiek zyn geweest?
De geheele week heeft een ieder voldoende
gelegenheid om zich te voorzien van datgene
wat verlangd wordt en zou dan aan het einde
hiervan niet gezorgd kunnen worden voor
den Zondag, opdat de man van zaken ook
behoorlijk kan ruBten
Dat sluiten op Zondag na een bepaald unr
moet zoo Bpoedig mogelijk ophouden te be
staan eo ongetwijfeld kan zulks worden be
reikt als de koopers de verkoopers hierin
voorbeeldig steunen, door niets op, doch alles
vóór den rustdag te koopen. Hoe gemakkelijk
zou dit zyn. De winkelier, thans nog tot open
sjjn genoodzaakt, zal dankbaar zijn voor de
volledige Zondagsrust die hem wordt gegund.
Vele winkeliers hebben reeds jaren lang
het bewys geleverd, dat een dag van slniting
wel bestaanbaar is en de achterblijvers kun
nen niet beter doen dan dit voorbeeld volgen,
waardoor den gemakznehtigen kooper de ge
legenheid wordt ontnomen om te beschikken
over rgeopend-gesloten" zyn. V. R.
Texel, 27 Mei.
Verschenen is in 5000 exemplaren de «Gids
voor Texel", vierde verbeterde uitgave.
't Boekje, dat er keurig uitziet, wordt voor
15 cents op zeer verschillende plaatsen ver
krijgbaar gesteld, en het zal voor velen een
gids kannen zijn, vooral door het keurige
kaartje, dat hot bevat.
De uitgave is voor rekening vandeTexel-
sche Uitgeversvereeniging.
De robbenjagers «ijn weer aan den arbeid
getogen, niettegenstaande voor eenigen tyd
met de wreede vangwyze geen enkel dier be
machtigd werd. ThanB was men gelukkiger,
door 10 zeehonden in de ijzeren pennen te
dryven, waarmede een premie van minstens
f 25 is gewonnen.
Texel, 28 Mei.
Men herinnert zich niet, dat het nog ooit
te voren is voorgekomen, dat visschers van
hier niet naar de Zuiderzee uitzeilden om
deel te nemen aan de ansjovisvisschery. Dit
jaar waren echter de ingekomen berichten
van alle aan de kustplaatsen der Zuiderzee
gelegen visscherBhaveDs zoo ongunstig, dat
niemand op onderzoek durfde heengaan. Voor
hen, die reeds te voren toebereidselen hadden
gemaakt, is de mislukking der ansjovisvangst
natnurlyk ook een schadepost.
't Was Donderdagmorgen by de verscheping
der lammeren buitengewoon druk. Niet minder
dan acht veestoombooten en twee tjalkschepen
moesten beladen worden naar Leiden. Er wer
den niet minder dan 7793 lammeren verscheept,
makende met wat reeds Maandag was uitge
voerd, een getal van 9613 stuks. De prys
kan in de afgeloopen week gemiddeld hebben
bedragen f9.per stuk.
Anna Paulowna.
Onze afdeeling voor Kinderherstellings- en
vacantie-koloniën zal dit jaar 3 kinderen"uit
zenden. Zy zullen voor herstel van gezond
heid van 13 Juni tot 9 Juli vertaeven, in
eene inrichting te Nnnspeet.