KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HetdarTexel, Wioringon on Anna Pauiowna
No. 3730
Zaterdag 14 November 1908.
36ste Jaargang.
BELANGRIJK BERICHT.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoon 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Interc.-Telefoon 50.
ABONNEMENT i
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., Buitenl. f 1.25
iS'Ddajpblad 87» 46 f0.76
Modeblri 66 65 f0.90
I Muzik. Bloemlez. 60 ,86, f0.90
Voor *t Buitenland bij vooruitbetaling
Verschijut Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
ADWERTEHTIENi
Van 1 tot 4 regels25 cent.
Elke regel meer6 n
Bewjjs-exemplaar2'
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk dee DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Eerste Blad.
De zéér fraaie Illustratie, welke als
Geïllustreerd Zondagsblad
bij ons is verkrijgbaar gesteld, heeft eene
Belangrijke Uitbreiding
ondergaan.
Elk nummer zal voortaan in plaats
van tien pagina's, uit twaalf pagina's
bestaan, waardoor grootere ruimte wordt
geboden tot de opname van meer boeiende
romanlectuur.
Deze belangrijke vermeerdering van
den inhoud geschiedt zonder ver
hooging van den abonnementsprijs.
Wij sporen alle lezers van onze Cou
rant aan om op dit Geïllustreerd Zon
dagsblad, hetwelk zoo zeer uitmunt door
actualiteit, fraaiheid van uitvoering en
keur van boeiende lectuur, in te teekenen.
Het is een der meest goed
koops Illustraties hier te
lande en kost per 3 maanden 371/» ct.,
franco per post 45 ct
Op aanvrage zenden wij gratis een
Ex. van het Geïllustreerd Zondagsblad
tor kennismaking.
ur Zie infteekenbiljet op
4de bladzijde.
No. 1 van den nieuwen Jaargang
verschijnt 11 December a. s.
De belangstelling voor de zitting van
den Duitachen Ryksdag, waar de in
terpellaties omtrent het gepubliceerde
intervieuw van den Keizer zouden gehou
den worden, was wel groot, 's Morgens
om zes uur stonden de menschen al op een
rijtje voor 't gebouw en bij de opening" liep
't dadelijk zoo vol, dat bonderden teleurge
steld moesten heengaan. Ook in de diploma
tieke loge's was ieder op zyn post. De Rijks
kanselier Von Bulow verklaarde zich bereid
op de interpellaties te antwoorden
Bassermann motiveerde namens de nationaal-
liberalen de interpellatie. De publicatie van
het intervieuw, zegt hy, wekte namelooze
verbazing en diepe droefheid toen het bekend
werd dat de uitingen aan den keizer toege
schreven authentiek waren. De kritiek op
deze uitingen was zoowel in het buitenland
uls in het binnenland ongunstig en vernieti
gend. Engeland wees de verzoeken om vriend
schap af op het vermoeden, dat de bedoeling
was wantrouwen te zaaien tusschen Engeland,
Frankrijk en Rusland. Frankrijk is, evenals
Rusland, getroffen door de ernstige indiscre
tie ovor de vertrouwelijke „mededeelingen. De
Marokkaansche politiek wordt daardoor voor
Duitschland bemoeilijkt. China, Japan en de
Vereenigde Staten hoorden op, toen zij ver
namen dat onze vloot voor den Stillen Oce
aan beBtemd is. De Boeren en de Nederlan
ders zijn verontwaardigd. De indruk in het
binnenland is overal ongunstig, ook by alle
bondsstaten.
Hij wyst er vervolgens op dat de republi
keinen in dergelijke dingen reden vinden om
tegen de monarchie te ageeren en vervolgt:
De Ryksdag moet een grooteren invloed
krijgen op de buitenlandsche staatkunde. Van
een gemeenschappelijk adres der burgerlijke
partijen aan den keizer voorzien wij geen
werking. Wij wenschcn echter, dat de keizer
uitvoerig wordt ingelicht voor de heden plaatB
hebbende besprekingen. Wij willen niet, dat
tusschen den keizer en de natie een klove
blijft bestaan, wij wenschen dat de leiding
van den staat in handen van verantwoorde
lijke ambtenaren ligt.
Bassermann leest een verklaring voor door
het centraalbestuur der nationaal-liberale
partij opgesteld, waarin gezegd wordtdat
de persoonlijke bemoeiingen van den Keizer
in de buitenlandsche politiek noch bevorder
lijk zijn voor de welvaart van het Rijk, noch
in overeenstemming met de grondwet. De
verklaring spreekt, met erkenning van de
edele motieven van den Keizer, den wensch
uit, dat de keizer zicli voortaan de terug
houding zal opleggen, die den constitutio-
neelen hecrscher past.
Hy eindigt met den wensch, dat dit de
laatste maal moge zyn, dut wij ons met zulk
een verzoek tot den Keizer moeten wenden.
De afgevaardigde Wiemer, van de vrijzin
nige vereeniging zegtVerbittering en toorn
vervullen het Duitsche volk, terwyl Dnitsch-
lands aanzien een zwaren slag kreeg. Het
verzoek om ontslag van den Rijkskanselier
was correct, maar niet voldoende. De Rijks
kanselier moest er voor zorgen, dat zijn staat
kunde tot uiting komt. Het voortdurend te
voorschijn treden van het persoonlyk bewind
moet worden vermeden. Wij hebben er nooit
aan gedacht onze vloot tegen China of Japan
te gebruiken.
Hiertegen kunnen wy niets doen, zoolang
wy niet hebben een werkelijk consiitutioueele
staatsregeling, met eigen zelfbestuur op grond
der constitutie.
De bondspresident moet de zelfbeperking in
acht nemen, die zijn grondwettige positie eischt.
De heer Sïnger (sociaal-democraat) zegt,
dat bet geheele buitenland niets dan boon
en spot had voor de mededeelingen in de
iDaily' Telegraph". Dat breede kringon in
Duitschland vijandig gezind zouden zijn tegen
Engeland ie een avereehtsche voorstelling
van den feitelyken stand van zaken. Het lijkt
precies, alsof de Keizer in de wolken zweeft.
De Ryksdag moet maatregelen nemen
tegen Keizer en Rijkskanselier, opdat 't land
verlost worde van de politieke redevoorin
gen, brieven, telegrammen enz. De eischeu,
door den heer Bassermann gesteld, zyn niets
anders dan door den Rijkskanselier besteld
werk. Het Duitsche volk moet door de wet
worden beschermd tegen herhaling van zulke
voorvallen, door een wijziging van do wet,
zoodat aan het v.olk de beslissing wordt ge
geven over oorlog en vrede en door eon wet
op de ministerieelc verantwoordelijkheid.
De hoer Heydebrand (conservatief) ver
klaart te gelooven, dat ook de Rijkskanselier
zelf het gebeurde betreurt. Zulke dingen
kunnen eenmaal gebeuren, maar niet vaker.
Wy vertrouwen' zoo eindigde by, .dat de
Rijkskanselier een bevredigend antwoord zal
geven"'.
Prins Hatzfeld (rijkspartij). Volgens de
grondwet van het rijk is de Rijkskanselier
de eenige die voor dergeljjko zaken verant
woordelijk is. Daarom zal de partij hare
houding doen afhangen van het antwoord
van den Rijkskanselier.
Daarop jnam de Rijkskanselier liet woord
Ik zal, zoo zeide hij, niet alle zaken behan
delen, die door vorige sprekers te berde zijn
gebracht. Ik moet rekening houden met den
indruk, dien mijn rede in het buitenland zal
maken en wil het kwaad niet verergeren,
dat door de publicatie in de .Daily Telegraph
teweeg is gebracht.
Z. M. heeft op verschillende tijdstippen
tegenover Engelsche particuliere personen
particuliere uitlatingen gedaan, die, bijeen
gevoegd, in de Daily Telegraph" verschenen
zijn. Ik moet veronderstellen, dat niet allo
bijzonderheden juist zijn weergegeven. Van
eene bijv. weet ik dit zeker, nl. van de
geschiedenis van het veldtochtsplan. Hier
was slechts sprake van eenige zuiver
akademische denkbeelden, die de Keizer in
zyn briefwisseling met wijlen koningin
Victoria uitsprak. De chef van den generalen
staf v. Moltke en zijn voorganger graaf
Schlieffen hebben verklaard, dat de generale
staf nooit een veldtocbtsplan of een derge-
lijken met den Boerenoorlog in verband
staanden arbeid van den Keizer beeft nagezien
of naar Engeland verzonden. Voorts wees
hij er op hoe de Duitse1-o politiek nooit
dubbelzinnig is geweest tegenover de Boeren
en ging na, dat zij intyds door Duitschland
gewaarschuwd zyn. De feiten zyn tc over
dreven voorgesteld. Dat in 't artikel in de
Daily Telegr." vele uitdrukkingen te sterk
zijn, geldt iu de eerste plaats van de den
Keizer toegedichte uitspraak, dat de meer
derheid van het Duitsche volk vijandig
gezind zou zyn jegens Engeland. Tusschen
Duitschland en Engeland heerschten ernstige
betreurenswaardige misverstanden, maar ik
ben overtuigd, dat liet geheele Huis met mij
van meening is, dat het Duitsche volk
vreedzame, vriendschappelijke betrekkingen
met Engeland wenscht op den grondslag van
wederzijdsche achting
En ik constateer, dat sprekers van alle
pariyen zich in denzelfden geest hebben
uitgelaten. Hetgeen werd gezegd omtrent
de Duitsche belangen in «le Stille Zuidzee, is
in een voor Japan vijandelijken zin uitgelegd.
Zeer ten onrechte. Wij hebben in het verre
Oosten nooit aan iets anders gedacht, dan
een deel te verwerven van den handel in
Oost Azië en dit te behouden. Met den
vlootbouw in den Stillen Oceaan hebben wij
evenmin agressieve bedoelingen als met dien
in Europa. Overigens zijn de opvattingen
van den Keizer dezelfde als die van den
verantwoordelijken leider der buitenlandsche
politiek.
Ziende welke opgewondenheid de mede-
deeling in de „Daily Telegraph" heeft
veroorzaakt, zal de Keizer zich genoopt
gevoelen in het vervolg ook in particuliere
gesprekken de terughouding in acht te
nemen, die voor eon consequente politiek
zoowel als voor de autoriteit van de Kroon
onontbeerlijk is. Als dit niet zoo ware, zou
ik, noch een mijner opvolgers, de verant
woordelijkheid kunnen dragen.
Hy betreurde dat er iets had gehaperd
aan 't werk vun Buitenlandsche zaken en
zei er voor in te staan dut zoo iets niet meer
zou gebeuren.
Ook wèes hij er op dat hom niet zwaar
viel zijn ontslag in te dionen muur hij heelt
den wensch des keizers vervuld en is aan
gebleven.
Hy besloot als volgt
Wij mogen op dit oogenblik geen klein
moedigheid toonen tegenover het buitenland
het niet doen voorkomen alsof de begane
fouten een ramp zyn. Het nadeel, dat er door
is teweeg gebracht, is niet zoo groot, dat
liet niet met voorzichtigheid weder goed kun
worden gemaakt. Bülow eindigdo met' de
woorden .Laat ons de kalmte in aebt nemen,
die by den ernst van den toestand past".
Von Bülow werd bier en daar toegejuicht
dooh er klonk ook gemompel onder 't applaus.
De meoste bladen zijn t er over eens, dat
Von Bülow gedaan heeft wat hy kon doch
daarmee de zaak niet heeft goedgepraat.
Betrekkelijk het deserteur-geschil iB tus
schen Duitschland en Frankrijk een vergelijk
getroffen vervat in de volgende officieele
mededeeling
</De Duitsche on Fransche regeeringen
betreuren de gebeurtenissen, die op 25 Sep
tember 1908 te Cusablanca zijn voorgekomen,
en die ondergeschikte ambtenaren tot geweld
dadigheden en orgorlijke feitelijkheden ge
dreven hebben. Zjj besluiten de hiermede
samenhangende quaesties in haar geheel aan
de uitspraak van oen schoidsgerecht te onder
werpen. In onderlinge overeenstemming ver
plicht ieder der beide regeeringen zich, haar
leedwezen over de handelingen der ambte
naren uit te spreken, in overeenstemming
met de uitspraak, die de scheidsrechters over
du feiten en de rechtsquaestie zullen doen".
HELDER, 13 November.
Bond van gepensioneerden van land- en
zeemacht en koloniën.
De afdceling Helder van dezen Bond hield
Woensdagavond eene ulgemeene vergadering
op de bovenzaal van „Café Central'Onge
veer 70 leden waren aanwezig. De voorzitter,
de lieer D. C. Boerma, heet de aanwezigen
welkom en doet uitvoerige mededeelingen
omtrent hetgeen door het bestuur is verricht.
Hij wijst er op, dut met kracht zal geijverd
wordeu om zoo mogelijk de militaire weduwen-
pensioenwet door de regeering toegezegd,
terugwerkende kracht te doen geven, doch
als dat niet lukt, moeten de handen aun den
ploeg worden geslagen om van uil de ver
eeniging de eventueele weezen en we
duwen harer leden te steunen.
Voor dat doel zal men trachten loodsen
bijeen te brengen en wel:
1. door contributie van de leden;
2. door donatiën, schenkingen, enz. van
edeldenkende, belangstellende laudge-
nooten, en
8. door tc trachten een jaarlijkschu sub
sidie van de Kegeering te verkrijgen.
Hoe meer leden, hoe sterker de Vereeniging
financieel zal worden, en ook wordt «Ie kans
voor" medewerking van de zijde van het Rijk
grooter.
Het doel is niet, om een fonds op weten
schappelijke basis te hebben, want daarvoor
zouden we (evenals de Regcering) moeielijk
gegevens kunnen bijeenbrengen, doch wij
moeten steunen in verhouding van de inkom
sten, in verbaud met het aantal weduwen en
weezen.
Nu mag men zich daarvan geen koeien
met gouden horens voorstellen, doch een
jaarljjksche uitkeering op bescheiden schaal
is al veel gewonnen, te meer daar men, geen
lid zijnde, niets te verwachten heeft.
Hij deelt mede dat de vereeniging over t
heele land thans 27 afdeelingen telt met 2000
leden en dat de propaganda niet stil zit. Do
afdeeliug Helder heeft 164 leden.
Nuar de algemeene vergadering zijn als
afgevaardigden geweest de heeren D. C.
Boerma en A. J. van Thiel. Laatstgenoemde
leest het verslag dier algemeene vergadering
voor.
Daar werden de statuten behandeld die
later door het hoofdbestuur zijn vastgesteld
de contributie wordt na 1 Januari f 2 per
jaar. De beide afgevaardigden vau Helder
werden in het hoofdbestuur gekozen en lieu
werd opgedragen eene circulaire te inuken
om te propageeren voor den Bond.
De naam der vereeniging is thans: .Ver
eeniging van gepensioneerde militairen bone
den den rang van officier vau land- eu zee
macht en koloniën, tot hot verkrygen van
rijkspensioen voor en tot het steunen van
hunne weduwen en weezeu".
De heer Van Thiel leest daarop de statuten
voor, zooals die thans zijn samengesteld. Naar
aanleiding der artikelen worden inlichtingen
gevraagd en gegeven. Bij huishoudelijk
reglement zal oen en ander nog nader worden
geregeld.
Voorzitter acht het niet wenschelijk dat
leden van het hoofdbestuur zitting hebben
in het bestuur eener afdeeling.
Daarom treedt hij en de heer Van Thiel
af. In hunne plaats wordeu bij ucclamutic
gekozen de heeren J. van Scheijen Jr. en
Tienstra. Als voorzitter wordt aangewezen
de heer W. van Vliet.
De heer IJbes brengt een hartelyk woord
van dank aan de heeren Boerma en Van
Thiel voor al hetgeen zy in 't belang der
vereeniging deden, waarmee de vergadering
door applaus instemt.
De heer Boerma beveelt het Hoofdbestuur
in het vertrouwen der. leden aan en doet eon
beroep op de medewerking der leden voor
propaganda. Hij wijst op do bepaling dat
voortaan 80 der juarlijks ingekomen gel
den aan de weduwen zal worden uitgekeerd.
Waar iedereen lid kan worden, hoopt hij
dat nog velen zullen toetreden; 't is in 't
belang van alle gepensioneerden, waut alleen
als een weduwe om een of andere reden
reeds pensioen krijgt, wordt door de vereeni
ging geen uitkeering gedaan.
Onder dankzegging aan de leden wordt
daarop de vergadering gesloten.
Aanbesteding.
Door Burgemeester en Wethouders werd
Woensdagmiddag openbaar aanbesteed: het
verharden van het plein aan de Vischmarkt,
met bijkomende werken. Ingekomen waren 9
inschrijvingen, van de heeren J. J. Schoeffelen-
borger, ad f 1275; R. N. van Os f 1217;
J. Spruit f 1212; II. Riemers f 1198; A.
Krijnen f' 1181 W. de Jong 1160; T. van
der Sterr f 1137; Gebrs. van Pelt f 1184
en I. L. van Os f 1083.
Door den Raad der gemeente Texel is
aan den Minister vun Waterstaat dezer dagen
het volgende adres gezonden:
Aan
Zijne Excellentie den Heer Minister
van Waterstaat
te 's Gruvenhage.
Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen
de Raad der gemeente Texel;
d«t bij in zijne op heden gehouden ver
gadering met algemeene steramen heeft be
sloten Uwor Excellentie te verzoeken de
N.V. .Texels eigen stoomboot-onderneming'
te den Burg op Texel in de gelegenheid te
willen stellen het postvervoer tusschen Texel
Nieuwediep v.v. thans in handou van de
N.V. .Alkmaar-pucket", deelachtig te kunnen
worden
dat hij meent dit verzoek op de navolgende
;rondcn te kuDnen en te mogen motiveereu;
dat de verbiuding tusschen Texel en den
vasten wal, waaraan zoo groote belangen zyn
verbonden zoo volmaakt inogelyk zij;
dat de boot van T.e.s.o. er speciaal op is
ingericht gedurende den winter den dienst
zoo lang mogelijk te onderhouden;
dat de publieke opinie van het eerste
oogenblik af geheel op de hand is geweest
en nog is van T.e.s.o. waarmede kan wor
den aangenomen, dat met de oprichting van
T.e.s.o. in een lang gevoelde behoefte is
voorzien
dat blijkens de statuten T.e.s.o. geen winst
bejag beoogt, doch integendeel buitensluit,
winst komt het algemeen belang ten goede;
dat zij den dienst onderhoud zonder eenigen
geldelijke:» steun
dat het niet wel aangaat eene concurrente,
die uitsluitend wiuBtbejug op het oog heeft,
uit de algemeene kas geldelijk te steunen;
dat de Texelaars hebben getoond wat het
particulier initiatief vermag;
dat, waur altyd zooveel van het particulier
initiatief wordt verwacht en als blijkt, dat zijn
streven het algemeen belang ten goede zul
komen, do Regeering steeds bereid is steun
te vcrleenen, in dit speciaal geval steun niet
mag worden onthouden
dat het publiek belang eiseht, dat de dienst
van T.e.s.o, bestaan blij fit en dat daartoe
alle geoorloofde middelen in het werk moe
ten worden gesteld;
dat do vergoeding voor het postvervoer
ra belangrijk niet te versmaden subsidie
geeft;
dat hot den Minister niet onverschillig kun
zyn of die vergoeding als winst wordt opgelegd,
dan wel wordt aangewend ter bevordering
vau de algemeene belangen.
't Welk doende, enz.
De Raad der Gemeente Texel,
(get.) J. S. DIJT, Voorzitter.
RUIBING, Secretaris.
Texel, den 21 October 1908.
Een afschrift is aan alle leden der Eerste
en Tweede Kamer toegezonden.
Diefstallen.
Ia de Uijksvischhal te IJmuiden word
dezer dagen een kist mot schelvisch vermist.
Na een ingesteld onderzoek door den Uyks-
vischafslager Visser word oen zekere II. M.,
gepensionneerd militair van het O.-I. leger,
als de dader in hechtenis genomen.
Drankmisbruik was ook hier weer oorzaak
vun de misdaad, want om aun sterken drank
te komen, verkocht de dader de geheele kist,
ter waurde vun ongeveer tien gulden, voor
slechts één Rijksdaalder.
IJsongeluk.
Den 6-jarig zoontje van J. Verschuur te
Nes (N.-H.), die Woensdagochtend vroeg
beproeven wilke of het ys reeds sterk genoeg
was, zakte er door en verdronk.
Gebrek aan water.
Uit Hoorn meldt men
Door de langdurige droogte wordt de toe
stand in Hoorn en Hollands noorderkwartier,
wat betreft hot watergebrek, steeds zorgwek
kender. Ja, in Hoorn wordt aan de gasfabriek
en aan het station water, tegen den prijs
van 1 cent per emrasr beschikbaar gesteld,
maar dit neeint niet weg, dat het voor velen
een sjouwerig werk is, om van het eene
einde der Btad naar het andere te rijden met
een vat water. En voor hoe lang Zoo n
vaatje water beteekent niet veel. Ook brengt
het voor sommigen verzuim van werkzaam
heden mede. Zoodoende wordt dat water h
1 cent per emmertje ten slotte nog dtiur,
want er zijn lieden, die een ruim gebruik
daarvan moeten maken, 't Is juist de burgerij
die door haar dagelijksche werkzaamheden
en kleine inhoudsmaat der regenwaterbakken
het meest door dit gebrek getroffen wordt.
Ook de welputten geven niet meer. Sterk
blijkt dit deze dagen. Verheugde men zich
algemeen over de zeer drukke veemarkt, zoo
druk, dat het Groote Noord, Hoorns hoofd -
straat, geheel gevuld was met vee, na afloop
kwam men tot de treurige ontdekking, dat
de meesten geen water hadden om straten
en stoepen te reinigen. Ten slotte moest men
wel overgaan tot het gebruiken van rioolwa
ter! Niet erg bevoiderlijk voor de gezond
heid, doch nood breekt wetten 1 Dringend,
zeer dringend noodig is het, dat spoed wordt
gemaakt met de verwezenlijking der plannen
tot aanleg van een drinkwaterleiding.
Een drenkeling.
Dinsdagmiddag is door W. Paap te Zand-
voort uit zee opgehaald een net gekleede
dame, van ongeveer 35-jarigen leeftijd. Zonder
geheel tot bewustzjjn gekomen te zijn is de
drenkelinge in de consistoriekamer der Ned.
Herv. Gein. overleden,
Diefstal
Eon 18-jarige dienstbode te 's-Gravenhage
heeft zich met haar 15-jarig zusje ten nadeele
van een familie in de Adelheidstraat, bij
wie zij in betrekking was, schuldig gemauki
aan diefstal van een bedrag van f 660 uit
een lessenaar.
Bij haar verhoor ontkende de beide meis
jes, iets van den diefstal te weten en Van
de gestolen bankbiljetten kon geen enket
worden opgespoord.
Een paar rechercheurs, overtuigd van
beider schuld, stelden een nauwgezet eu
voorzichtig onderzoek in, hetwelk ten nadeele
van de verdachten zooveel gegevens aan
het licht bracht, dat zij ten slotte bekenden
het geld te hebben gestolen. Zij hadden er
deels goede sier van gemaakt by het vieren
van een bruiloft, en voor een ander deel
geschenken, kleedingstukken enz. gekocht.
Zy bekenden tevens, dat, toen zy bemerk
ten, dat de politie zich verder met de zaak
bezig hield eu het wel eens verkeerd voor
haar kon loopen, zij een deel van het bank
papier, 't welk door haar verstopt was,
hadden verbrand.
H. M. de Koningin en Prins Hendrik.
De Haagsche kouter schrijft in de Pr.
Gr. Ct.
Met vreugde is de tijding hier ontvangen,
dat H. M. de Koningin en de Prins dor
Nederlanden, die aanvankelijk, wegens
gezondheidsredenen, op het Loo dachten te
overwinteren, den 12den dezer voornemens
zijn het paleis in dc Residentie als gowoonlyk
te komen betrekken en 't laat zich aanzien,
dat Hun verbljjf in ons midden thans zelfs
van langer duur zal zyn dan andere jaren.
Men verheugt zich te meer in den terug
keer van het Koninklyk Echtpaar naar de
Hofstad, wijl dit meer dan iets anders ge
tuigt van den welstand vun H. MDie nu
de strikte rust van den laataten tijd, zeker
deze reis niet zonder goedkeuring van Haar
geneesheeren zal ondernemen.
De Hagenaars zullen evenwel dezen win
ter niet t voorrecht geuieten de Koningin
en den Prins schier dagclyks samen te zien
uitrijden of aan het ijsvermaak achter het
Huis ten Bosch to zien deelnemen want
men mug er zich van overtuigd houden, dut
onze Vorstin ook hier zich voor alle ver
moeienis zal wachten.
Stuurlieden-examens.
's-Gravenhage, 11 Nov. Geslaagd voor
groote stoomvaart eerste stuurman de heert-u
J. B. Broekmun en J. de Boertweede stuur
man de heeren D. H. v. d. Hiel, W. A. M.
Ouwerkerk en M. R. Vegter; derde stuur
man de heer G. Buising.
FEUILLETON.
EEN OOM BUITEN.
Vrjj bewerkt door AMO.
14)
Ja, oom, ik .beschuldig u eveneensEerst
liet u me alle genoegens van het leven ge
nieten, ge wildet dat ik dezen stand zou
kiezen, steeds gaaft ge me met volle handen
eu daarna sluit ge plotseling hart en beurs voor
mij. U moest bedacht hebben, dat ik niet
plotseling een geheel ander mcnsch kon wor
den het is uw schuld, dat ik naar een
ander middel zocht om mijn gewoon leven
te kuunen voortzetten en toen ik het vond,
gewillig topreep."
Zijne woorden schenen niet zonder uitwer
king te zijn. Oom Eduard liet het hoofd op
de borat zinken en zag zwijgend naar den
grond. Na eenigen tijd richtte hij zich op,
vatte Frans bij de hand en trok hom bij
zich. Zyn stem klonk aangedaan, toen hij
ten slotte antwoordde
•Je hebt geljjk en ook weer geen gelijk,
Frans. Luister eens Je zei zoo straks dat
ik nooit een grooten hartstocht had gekend
je dwaalt hierin. Met al het vuur en de
inmiigheid van een jeugdig hart heb ik be
mind en de vrouw, die ik lief had was
jou moeder Frans, de vrouw van mijn broer
Het huwclyk van je ouders was niet geluk
kig. Je vader was te levenslustig, eerlijk ge
zegd, te lichtzinnig je moeder leed hieronder
stil eu geduldig. Zy wist, zonder dat er ooit
een woord over mjjn lippen was gekomen,
wat ik voor kaar gevoelde zij wist ook
dat je vaders financiën zeer in de war waren
en hy zijn ondergang nabij was. Kort voor
haar dood drukte zij mjj, die toen ternauwer
nood nog een man genoemd kon worden, vol
vertrouwen je toekomst op het hart, ze smeekte
mij voor je te zorgen, wanneer er inocht ge
beuren, wat zij vreesde en voorzag. Ik be
loofde haar jou als een zoon te beschouwen
en toen je vader eenige jaren later overleed,
nam ik je als een dierbare nalatenschap aan
je was een vertroosting voor myn eenzaam
hart. Maar zoo standvastig ik anders kon zyn,
zoo zwak was ik tegenover jon. Ik zag in
je gelaat steeds do trekkeu van je moeder,
ik kon niet wcigesen als je iets vroeg. Zoo
ging het jaren achtereen je weet zelf het
best, hoe ik je steeds liet doen, wat je ver
koos ik werkte en spaarde alleen voor
jou. In het laatst zag ik in, dat ik je ver
kwistende levenswijze toch moest tegengaan
en ik heb daarbij de teugels misschien al te
strak aangetrokken. In plaats van je open
hartig en met vertrouwen tot mij te wenden,
ben je je eigen weg gegaan je hebt nu
gezien hoever je daarmee gekomen bent.'
Frans had met aandacht geluisterd, zijne
oogen waren vochtig geworden.
»U hebt gelijk, oom Eduard", zei bij zacht.
Ik ben nu in zoo'n warnet geraakt, dat ik
geen uitweg weet te vinden."
Niet wanhopen, Frans", zei oom Eduard
ernstig. >Zoo lang een menscli nog kracht
in zijne armen heeft, mag hij niet wanhopen.
Zeg Frans, heb je er al over gedacht, wat
er nu moet gebeuren
Wat er nu moet gebeuren? Hoe zal ik
dat weten, oom Hetty heeft me verlaten,
u trekt de handen van me af en Louise
ja Louise Hier begaf hem de stem
van aandoening.
Oom Eduurd legde hem dc hand op den
schouder eu zag hem diep in de oogen.
//Vertel me alles van haar wat je weet
de geheele waarheid
Frans vertelde met het oude, half kinder
lijke, half broederlijke vertrouwen, dut hij
vroeger tegenover zijn oom gekoesterd had.
Dit vertrouwen ontwaakte tegelijk met de be
hoefte, die hij gevoelde om zyn hart uit te
storten. Hij sprak over zijn eerste ontmoeting
met mevrouw van Elderen en Louise, van
hun verderen, steeds intiemer wordenden
omgang met elkaar en van Louise's talent
als schilderes. Hy verzweeg ook niet hoe zij
hem hel eerst met Hetty had bekend gemaakt
en diep zuchtend voegde hij er aun toe,
dat Louise sedert een paar dagen ernstig
ziek was en weigerde hem te zien.
Oom Eduard hoorde hem opmerkzaam aan.
Eenigszins voorovergebogen en de handen op
de knieën, las bij elk woord van Frans'lip
pen. Toen dezo geëindigd had, trok hij zijn
stoel by Frans en legde hem de handen op
de schouders.
Wel, mijn jongen, beantwoord me één
vraag geheel openhartigbemin jij Louise
van Elderen in waarheid zoo innig en zoo
oprecht dat je alles zoudt kuunen wegwer
pen om haar de uwe te mogeu noemen
Frans ademde zwaar.
«Ja, oom Eduard, het is zoo I" zei hij op
recht
„En ben je er zeker van zorgen en ont
beringen met haar te kunnen dragen en toch
door je liefde opgewekt en Hink te blijven.
Vat bet niet te licht op, Frans. Je woet nog
niet wat ontbering beteekent. Denk dus goed
na alvorens me te antwoorden.
Wanneer u me eunige weken geleden deze
vraag had voorgelegd, zou ik u niet oprecht
hebben kunnen antwoorden, oom. Nu kan ik
het wel. Mijn hart beeft in den laataten tijd
veel geledeu, maar nu heb ik de waarheid
gevonden. Ik gevoel au, oom Eduard, dat ik
alleen met Louise gelukkig kan worden en
ik bezit de kracht om harentwil alles te ont
beren.
De beide mannen zagen elkaar ernstig aan.
Oom Eduard greep Frans bij de hand en die
sterk drukkend, zei hij op hartelijken toon
,Wat een geluk, dat ik zoo te rechter tijd
tusschenbeide kon komen. Dank God daar
voor, mijn jongen. Ik wil nu naar Louise
van Elderen en
Oom, wilt u dat doen juichtte Frans.
Wacht even, Frans I Verheug je niet te
vroeg. Een ontspoorden wagon brengt men
□iet zoo gemakkelijk weer in de rails. Maar
wanneer alles nog goed gaat, heb je het niet
aan mij, maar aan het lieve meisje te dan
ken, dat mij gezonden heeftdank dau
miss Green 1"
Eduard van Houtheim, die niets op de lange
baan kon schuiven, begaf zich onmiddellijk
naar mevrouw Van Elderen. Deze was wel
eenigszins verbaasd, toen hij werd aange
diend, maar hy had op ziju kaartje geschre
ven In opdracht van miss Green. Aldus
werd hem dan ook spoedig toegang gegeven
en liet mevronw van Elderen, die evenals
Frans grooten angst had uitgestaan, hem
nauwelijks aan het woord komen.
Waar ia Hetty Om Godswil, mjjnlieer
Van Houtheim, wat weet u van haar."
Hy glimlachte onwillekeurig.
Miss Hetty is gezond en wel bij my op
Dennenrode", antwoordde hij met lichten spot
en legde de oude dame bedaard alles uit
alleen de goede bedoelingen van Hetty om
trent Louise verzweeg hij.
Zy hoorde hem kalm aan, schudde nu en
dan eens met het hoofd en knikte dan weer
toestemmend. Toen hij op het eind dringend
den wensch te kennen gaf Lonise zelf te
spreken, bewilligde zy daarin. Louise was
wel zeer ongesteld en zenuwachtig, maar z(j
zou hem toch zeker wel willen ontvangen
Mevrouw Van Elderen gevoelde dat de be
richten omtrent Hetty haar geen kwaad zou
den doen.
Oom Eduard was zonderling te moede toen
hij tegenover Louise van Elderen stond. Hy
bemerkte, dut alle ophelderingen hem hier
veel zwaarder vielen dan tegenover Fraus
en mevrouw Van Elderen. Louise had zoo'n
bijzondere manier om inet hare donkere opene
oogen iemand vragend aan te zien het
kwam hem reeds bij de eerste woorden voor
alsof zij hem op den bodem zyner ziol kon
lezen, als begreep zij, dat hij meer in de zaak
deelnam dan hij wilde laten blijken. Zij had
reeds lang zijne belangstelling wakker ge
maakt door al hetgeen hy reeds van haar
had gehoord thans, nu hij hare kalme be
daardheid opmerkte, die haar ook nu nog
niet verliet, beviel zy hem eerst goed. Hij
begreep spoedig, dat hij openhartig tegenover
haar kon z\jn en hy sprak dan ook zonder terug
houding. Toen hij haar meedeelde, hoe ge-
gemakkelijk Hetty zich scheen te troosten,
hoe een innige genegenheid, een werkelijke
liefde zeker nooit in het hart vau Hetty voor
Frans had bestaan, kwam even een bijna
onmerkbaar vroolyk trekje om haar fijne
lippen, om hem daarna weer ernstig en treu
rig aan te zien. Zoodra hij echter vau Frans
begon te sproken, viel zij hem plotseling in
de rede.
.Over bom behoeven we niet te spreken",
zei ze haastig. «Wat met Hetty gebeurt is, is
gebeurd het ligt niet in myn aard iets te
verontschuldigen, mjjnheer Vun Houtheim,
evenmin ook om berouw te gevoelen. Wy
moeten berusten in hclgeou gebeurd is, en
dut kunnen wij het best met ons zelf in orde
brengen. Goed te begrijpen, ieder voor zich
zelf."
Ik ben geen geboren diplomaat, mejuf
frouw, en deug dus niet voor spiegelgevech
ten. Maar zoo ontglipt u me niet. Laat me
ronduit met u spreken, zooals ik gewoon ben.
U moogt u keeren en wenden zoo u wilt,
maur hieraan kunt u niets veranderen u
hebt Frans nog even lief als vroeger!"
Mynheer Van Houtheim Louise sprong
op, een donkere blos kwam op hare wangen.
Op deze manier is het my ondoenlijk, u kul in
aan te hooren, zooals ik me had voorgeno
men. Laat ons een einde maken aan dit pijn
lijk en doelloos onderhoud."
De heer Van Houtheim was nu ook opge
staan maar met het doel om haar den weg
naar do deur te versperren. Om de tafel
heenloopend stond hy nu oog in oog voor
haar.
Mejuffrouw Vun Elderen, u zult me uu
wel een stijfkop noemen, zooals men het mij
overal doet. Ik voor mij ben echter overtuigd
dut ik het goed meen met u en Frans, en
dat is voor mijzelf eene verontschuldiging.
U moet nu naar me luisteren wie weet
of zich ooit weer de gelegenheid zal voordoen.
Ik wil het u niet verbergen, aanvankelijk
was ik zeer boos op u, maar moet hieraan
toevoegen, dat ik het verkeerde ervan heb
ingezien. Elk menscli kan wel eens dwalen,
dat hebt u ook gedaan, maar niet opzettelyk.
Uw goed hart heeft u parten gespeeld, deed
u, vergeef mij de uitdrukking, een dommen
streek uithalen, omdat ge dit hart voor ster
ker hield dan het inderdaad was. En nu dut
ulles weer terecht kan komen, wilt ge u zelf
buiten rekening laten.
(Wordt vervolgd).