KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HetdarTexel, Wioringon on Anna Pauiowna No. 3730 Zaterdag 14 November 1908. 36ste Jaargang. BELANGRIJK BERICHT. Uit het Buitenland. Nieuwsberichten. Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. Bureau: Koningstr. 29. Interc.-Telefoon 50. ABONNEMENT i Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., Buitenl. f 1.25 iS'Ddajpblad 87» 46 f0.76 Modeblri 66 65 f0.90 I Muzik. Bloemlez. 60 ,86, f0.90 Voor *t Buitenland bij vooruitbetaling Verschijut Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat. ADWERTEHTIENi Van 1 tot 4 regels25 cent. Elke regel meer6 n Bewjjs-exemplaar2' Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk dee DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Eerste Blad. De zéér fraaie Illustratie, welke als Geïllustreerd Zondagsblad bij ons is verkrijgbaar gesteld, heeft eene Belangrijke Uitbreiding ondergaan. Elk nummer zal voortaan in plaats van tien pagina's, uit twaalf pagina's bestaan, waardoor grootere ruimte wordt geboden tot de opname van meer boeiende romanlectuur. Deze belangrijke vermeerdering van den inhoud geschiedt zonder ver hooging van den abonnementsprijs. Wij sporen alle lezers van onze Cou rant aan om op dit Geïllustreerd Zon dagsblad, hetwelk zoo zeer uitmunt door actualiteit, fraaiheid van uitvoering en keur van boeiende lectuur, in te teekenen. Het is een der meest goed koops Illustraties hier te lande en kost per 3 maanden 371/» ct., franco per post 45 ct Op aanvrage zenden wij gratis een Ex. van het Geïllustreerd Zondagsblad tor kennismaking. ur Zie infteekenbiljet op 4de bladzijde. No. 1 van den nieuwen Jaargang verschijnt 11 December a. s. De belangstelling voor de zitting van den Duitachen Ryksdag, waar de in terpellaties omtrent het gepubliceerde intervieuw van den Keizer zouden gehou den worden, was wel groot, 's Morgens om zes uur stonden de menschen al op een rijtje voor 't gebouw en bij de opening" liep 't dadelijk zoo vol, dat bonderden teleurge steld moesten heengaan. Ook in de diploma tieke loge's was ieder op zyn post. De Rijks kanselier Von Bulow verklaarde zich bereid op de interpellaties te antwoorden Bassermann motiveerde namens de nationaal- liberalen de interpellatie. De publicatie van het intervieuw, zegt hy, wekte namelooze verbazing en diepe droefheid toen het bekend werd dat de uitingen aan den keizer toege schreven authentiek waren. De kritiek op deze uitingen was zoowel in het buitenland uls in het binnenland ongunstig en vernieti gend. Engeland wees de verzoeken om vriend schap af op het vermoeden, dat de bedoeling was wantrouwen te zaaien tusschen Engeland, Frankrijk en Rusland. Frankrijk is, evenals Rusland, getroffen door de ernstige indiscre tie ovor de vertrouwelijke „mededeelingen. De Marokkaansche politiek wordt daardoor voor Duitschland bemoeilijkt. China, Japan en de Vereenigde Staten hoorden op, toen zij ver namen dat onze vloot voor den Stillen Oce aan beBtemd is. De Boeren en de Nederlan ders zijn verontwaardigd. De indruk in het binnenland is overal ongunstig, ook by alle bondsstaten. Hij wyst er vervolgens op dat de republi keinen in dergelijke dingen reden vinden om tegen de monarchie te ageeren en vervolgt: De Ryksdag moet een grooteren invloed krijgen op de buitenlandsche staatkunde. Van een gemeenschappelijk adres der burgerlijke partijen aan den keizer voorzien wij geen werking. Wij wenschcn echter, dat de keizer uitvoerig wordt ingelicht voor de heden plaatB hebbende besprekingen. Wij willen niet, dat tusschen den keizer en de natie een klove blijft bestaan, wij wenschen dat de leiding van den staat in handen van verantwoorde lijke ambtenaren ligt. Bassermann leest een verklaring voor door het centraalbestuur der nationaal-liberale partij opgesteld, waarin gezegd wordtdat de persoonlijke bemoeiingen van den Keizer in de buitenlandsche politiek noch bevorder lijk zijn voor de welvaart van het Rijk, noch in overeenstemming met de grondwet. De verklaring spreekt, met erkenning van de edele motieven van den Keizer, den wensch uit, dat de keizer zicli voortaan de terug houding zal opleggen, die den constitutio- neelen hecrscher past. Hy eindigt met den wensch, dat dit de laatste maal moge zyn, dut wij ons met zulk een verzoek tot den Keizer moeten wenden. De afgevaardigde Wiemer, van de vrijzin nige vereeniging zegtVerbittering en toorn vervullen het Duitsche volk, terwyl Dnitsch- lands aanzien een zwaren slag kreeg. Het verzoek om ontslag van den Rijkskanselier was correct, maar niet voldoende. De Rijks kanselier moest er voor zorgen, dat zijn staat kunde tot uiting komt. Het voortdurend te voorschijn treden van het persoonlyk bewind moet worden vermeden. Wij hebben er nooit aan gedacht onze vloot tegen China of Japan te gebruiken. Hiertegen kunnen wy niets doen, zoolang wy niet hebben een werkelijk consiitutioueele staatsregeling, met eigen zelfbestuur op grond der constitutie. De bondspresident moet de zelfbeperking in acht nemen, die zijn grondwettige positie eischt. De heer Sïnger (sociaal-democraat) zegt, dat bet geheele buitenland niets dan boon en spot had voor de mededeelingen in de iDaily' Telegraph". Dat breede kringon in Duitschland vijandig gezind zouden zijn tegen Engeland ie een avereehtsche voorstelling van den feitelyken stand van zaken. Het lijkt precies, alsof de Keizer in de wolken zweeft. De Ryksdag moet maatregelen nemen tegen Keizer en Rijkskanselier, opdat 't land verlost worde van de politieke redevoorin gen, brieven, telegrammen enz. De eischeu, door den heer Bassermann gesteld, zyn niets anders dan door den Rijkskanselier besteld werk. Het Duitsche volk moet door de wet worden beschermd tegen herhaling van zulke voorvallen, door een wijziging van do wet, zoodat aan het v.olk de beslissing wordt ge geven over oorlog en vrede en door eon wet op de ministerieelc verantwoordelijkheid. De hoer Heydebrand (conservatief) ver klaart te gelooven, dat ook de Rijkskanselier zelf het gebeurde betreurt. Zulke dingen kunnen eenmaal gebeuren, maar niet vaker. Wy vertrouwen' zoo eindigde by, .dat de Rijkskanselier een bevredigend antwoord zal geven"'. Prins Hatzfeld (rijkspartij). Volgens de grondwet van het rijk is de Rijkskanselier de eenige die voor dergeljjko zaken verant woordelijk is. Daarom zal de partij hare houding doen afhangen van het antwoord van den Rijkskanselier. Daarop jnam de Rijkskanselier liet woord Ik zal, zoo zeide hij, niet alle zaken behan delen, die door vorige sprekers te berde zijn gebracht. Ik moet rekening houden met den indruk, dien mijn rede in het buitenland zal maken en wil het kwaad niet verergeren, dat door de publicatie in de .Daily Telegraph teweeg is gebracht. Z. M. heeft op verschillende tijdstippen tegenover Engelsche particuliere personen particuliere uitlatingen gedaan, die, bijeen gevoegd, in de Daily Telegraph" verschenen zijn. Ik moet veronderstellen, dat niet allo bijzonderheden juist zijn weergegeven. Van eene bijv. weet ik dit zeker, nl. van de geschiedenis van het veldtochtsplan. Hier was slechts sprake van eenige zuiver akademische denkbeelden, die de Keizer in zyn briefwisseling met wijlen koningin Victoria uitsprak. De chef van den generalen staf v. Moltke en zijn voorganger graaf Schlieffen hebben verklaard, dat de generale staf nooit een veldtocbtsplan of een derge- lijken met den Boerenoorlog in verband staanden arbeid van den Keizer beeft nagezien of naar Engeland verzonden. Voorts wees hij er op hoe de Duitse1-o politiek nooit dubbelzinnig is geweest tegenover de Boeren en ging na, dat zij intyds door Duitschland gewaarschuwd zyn. De feiten zyn tc over dreven voorgesteld. Dat in 't artikel in de Daily Telegr." vele uitdrukkingen te sterk zijn, geldt iu de eerste plaats van de den Keizer toegedichte uitspraak, dat de meer derheid van het Duitsche volk vijandig gezind zou zyn jegens Engeland. Tusschen Duitschland en Engeland heerschten ernstige betreurenswaardige misverstanden, maar ik ben overtuigd, dat liet geheele Huis met mij van meening is, dat het Duitsche volk vreedzame, vriendschappelijke betrekkingen met Engeland wenscht op den grondslag van wederzijdsche achting En ik constateer, dat sprekers van alle pariyen zich in denzelfden geest hebben uitgelaten. Hetgeen werd gezegd omtrent de Duitsche belangen in «le Stille Zuidzee, is in een voor Japan vijandelijken zin uitgelegd. Zeer ten onrechte. Wij hebben in het verre Oosten nooit aan iets anders gedacht, dan een deel te verwerven van den handel in Oost Azië en dit te behouden. Met den vlootbouw in den Stillen Oceaan hebben wij evenmin agressieve bedoelingen als met dien in Europa. Overigens zijn de opvattingen van den Keizer dezelfde als die van den verantwoordelijken leider der buitenlandsche politiek. Ziende welke opgewondenheid de mede- deeling in de „Daily Telegraph" heeft veroorzaakt, zal de Keizer zich genoopt gevoelen in het vervolg ook in particuliere gesprekken de terughouding in acht te nemen, die voor eon consequente politiek zoowel als voor de autoriteit van de Kroon onontbeerlijk is. Als dit niet zoo ware, zou ik, noch een mijner opvolgers, de verant woordelijkheid kunnen dragen. Hy betreurde dat er iets had gehaperd aan 't werk vun Buitenlandsche zaken en zei er voor in te staan dut zoo iets niet meer zou gebeuren. Ook wèes hij er op dat hom niet zwaar viel zijn ontslag in te dionen muur hij heelt den wensch des keizers vervuld en is aan gebleven. Hy besloot als volgt Wij mogen op dit oogenblik geen klein moedigheid toonen tegenover het buitenland het niet doen voorkomen alsof de begane fouten een ramp zyn. Het nadeel, dat er door is teweeg gebracht, is niet zoo groot, dat liet niet met voorzichtigheid weder goed kun worden gemaakt. Bülow eindigdo met' de woorden .Laat ons de kalmte in aebt nemen, die by den ernst van den toestand past". Von Bülow werd bier en daar toegejuicht dooh er klonk ook gemompel onder 't applaus. De meoste bladen zijn t er over eens, dat Von Bülow gedaan heeft wat hy kon doch daarmee de zaak niet heeft goedgepraat. Betrekkelijk het deserteur-geschil iB tus schen Duitschland en Frankrijk een vergelijk getroffen vervat in de volgende officieele mededeeling </De Duitsche on Fransche regeeringen betreuren de gebeurtenissen, die op 25 Sep tember 1908 te Cusablanca zijn voorgekomen, en die ondergeschikte ambtenaren tot geweld dadigheden en orgorlijke feitelijkheden ge dreven hebben. Zjj besluiten de hiermede samenhangende quaesties in haar geheel aan de uitspraak van oen schoidsgerecht te onder werpen. In onderlinge overeenstemming ver plicht ieder der beide regeeringen zich, haar leedwezen over de handelingen der ambte naren uit te spreken, in overeenstemming met de uitspraak, die de scheidsrechters over du feiten en de rechtsquaestie zullen doen". HELDER, 13 November. Bond van gepensioneerden van land- en zeemacht en koloniën. De afdceling Helder van dezen Bond hield Woensdagavond eene ulgemeene vergadering op de bovenzaal van „Café Central'Onge veer 70 leden waren aanwezig. De voorzitter, de lieer D. C. Boerma, heet de aanwezigen welkom en doet uitvoerige mededeelingen omtrent hetgeen door het bestuur is verricht. Hij wijst er op, dut met kracht zal geijverd wordeu om zoo mogelijk de militaire weduwen- pensioenwet door de regeering toegezegd, terugwerkende kracht te doen geven, doch als dat niet lukt, moeten de handen aun den ploeg worden geslagen om van uil de ver eeniging de eventueele weezen en we duwen harer leden te steunen. Voor dat doel zal men trachten loodsen bijeen te brengen en wel: 1. door contributie van de leden; 2. door donatiën, schenkingen, enz. van edeldenkende, belangstellende laudge- nooten, en 8. door tc trachten een jaarlijkschu sub sidie van de Kegeering te verkrijgen. Hoe meer leden, hoe sterker de Vereeniging financieel zal worden, en ook wordt «Ie kans voor" medewerking van de zijde van het Rijk grooter. Het doel is niet, om een fonds op weten schappelijke basis te hebben, want daarvoor zouden we (evenals de Regcering) moeielijk gegevens kunnen bijeenbrengen, doch wij moeten steunen in verhouding van de inkom sten, in verbaud met het aantal weduwen en weezen. Nu mag men zich daarvan geen koeien met gouden horens voorstellen, doch een jaarljjksche uitkeering op bescheiden schaal is al veel gewonnen, te meer daar men, geen lid zijnde, niets te verwachten heeft. Hij deelt mede dat de vereeniging over t heele land thans 27 afdeelingen telt met 2000 leden en dat de propaganda niet stil zit. Do afdeeliug Helder heeft 164 leden. Nuar de algemeene vergadering zijn als afgevaardigden geweest de heeren D. C. Boerma en A. J. van Thiel. Laatstgenoemde leest het verslag dier algemeene vergadering voor. Daar werden de statuten behandeld die later door het hoofdbestuur zijn vastgesteld de contributie wordt na 1 Januari f 2 per jaar. De beide afgevaardigden vau Helder werden in het hoofdbestuur gekozen en lieu werd opgedragen eene circulaire te inuken om te propageeren voor den Bond. De naam der vereeniging is thans: .Ver eeniging van gepensioneerde militairen bone den den rang van officier vau land- eu zee macht en koloniën, tot hot verkrygen van rijkspensioen voor en tot het steunen van hunne weduwen en weezeu". De heer Van Thiel leest daarop de statuten voor, zooals die thans zijn samengesteld. Naar aanleiding der artikelen worden inlichtingen gevraagd en gegeven. Bij huishoudelijk reglement zal oen en ander nog nader worden geregeld. Voorzitter acht het niet wenschelijk dat leden van het hoofdbestuur zitting hebben in het bestuur eener afdeeling. Daarom treedt hij en de heer Van Thiel af. In hunne plaats wordeu bij ucclamutic gekozen de heeren J. van Scheijen Jr. en Tienstra. Als voorzitter wordt aangewezen de heer W. van Vliet. De heer IJbes brengt een hartelyk woord van dank aan de heeren Boerma en Van Thiel voor al hetgeen zy in 't belang der vereeniging deden, waarmee de vergadering door applaus instemt. De heer Boerma beveelt het Hoofdbestuur in het vertrouwen der. leden aan en doet eon beroep op de medewerking der leden voor propaganda. Hij wijst op do bepaling dat voortaan 80 der juarlijks ingekomen gel den aan de weduwen zal worden uitgekeerd. Waar iedereen lid kan worden, hoopt hij dat nog velen zullen toetreden; 't is in 't belang van alle gepensioneerden, waut alleen als een weduwe om een of andere reden reeds pensioen krijgt, wordt door de vereeni ging geen uitkeering gedaan. Onder dankzegging aan de leden wordt daarop de vergadering gesloten. Aanbesteding. Door Burgemeester en Wethouders werd Woensdagmiddag openbaar aanbesteed: het verharden van het plein aan de Vischmarkt, met bijkomende werken. Ingekomen waren 9 inschrijvingen, van de heeren J. J. Schoeffelen- borger, ad f 1275; R. N. van Os f 1217; J. Spruit f 1212; II. Riemers f 1198; A. Krijnen f' 1181 W. de Jong 1160; T. van der Sterr f 1137; Gebrs. van Pelt f 1184 en I. L. van Os f 1083. Door den Raad der gemeente Texel is aan den Minister vun Waterstaat dezer dagen het volgende adres gezonden: Aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Waterstaat te 's Gruvenhage. Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen de Raad der gemeente Texel; d«t bij in zijne op heden gehouden ver gadering met algemeene steramen heeft be sloten Uwor Excellentie te verzoeken de N.V. .Texels eigen stoomboot-onderneming' te den Burg op Texel in de gelegenheid te willen stellen het postvervoer tusschen Texel Nieuwediep v.v. thans in handou van de N.V. .Alkmaar-pucket", deelachtig te kunnen worden dat hij meent dit verzoek op de navolgende ;rondcn te kuDnen en te mogen motiveereu; dat de verbiuding tusschen Texel en den vasten wal, waaraan zoo groote belangen zyn verbonden zoo volmaakt inogelyk zij; dat de boot van T.e.s.o. er speciaal op is ingericht gedurende den winter den dienst zoo lang mogelijk te onderhouden; dat de publieke opinie van het eerste oogenblik af geheel op de hand is geweest en nog is van T.e.s.o. waarmede kan wor den aangenomen, dat met de oprichting van T.e.s.o. in een lang gevoelde behoefte is voorzien dat blijkens de statuten T.e.s.o. geen winst bejag beoogt, doch integendeel buitensluit, winst komt het algemeen belang ten goede; dat zij den dienst onderhoud zonder eenigen geldelijke:» steun dat het niet wel aangaat eene concurrente, die uitsluitend wiuBtbejug op het oog heeft, uit de algemeene kas geldelijk te steunen; dat de Texelaars hebben getoond wat het particulier initiatief vermag; dat, waur altyd zooveel van het particulier initiatief wordt verwacht en als blijkt, dat zijn streven het algemeen belang ten goede zul komen, do Regeering steeds bereid is steun te vcrleenen, in dit speciaal geval steun niet mag worden onthouden dat het publiek belang eiseht, dat de dienst van T.e.s.o, bestaan blij fit en dat daartoe alle geoorloofde middelen in het werk moe ten worden gesteld; dat do vergoeding voor het postvervoer ra belangrijk niet te versmaden subsidie geeft; dat hot den Minister niet onverschillig kun zyn of die vergoeding als winst wordt opgelegd, dan wel wordt aangewend ter bevordering vau de algemeene belangen. 't Welk doende, enz. De Raad der Gemeente Texel, (get.) J. S. DIJT, Voorzitter. RUIBING, Secretaris. Texel, den 21 October 1908. Een afschrift is aan alle leden der Eerste en Tweede Kamer toegezonden. Diefstallen. Ia de Uijksvischhal te IJmuiden word dezer dagen een kist mot schelvisch vermist. Na een ingesteld onderzoek door den Uyks- vischafslager Visser word oen zekere II. M., gepensionneerd militair van het O.-I. leger, als de dader in hechtenis genomen. Drankmisbruik was ook hier weer oorzaak vun de misdaad, want om aun sterken drank te komen, verkocht de dader de geheele kist, ter waurde vun ongeveer tien gulden, voor slechts één Rijksdaalder. IJsongeluk. Den 6-jarig zoontje van J. Verschuur te Nes (N.-H.), die Woensdagochtend vroeg beproeven wilke of het ys reeds sterk genoeg was, zakte er door en verdronk. Gebrek aan water. Uit Hoorn meldt men Door de langdurige droogte wordt de toe stand in Hoorn en Hollands noorderkwartier, wat betreft hot watergebrek, steeds zorgwek kender. Ja, in Hoorn wordt aan de gasfabriek en aan het station water, tegen den prijs van 1 cent per emrasr beschikbaar gesteld, maar dit neeint niet weg, dat het voor velen een sjouwerig werk is, om van het eene einde der Btad naar het andere te rijden met een vat water. En voor hoe lang Zoo n vaatje water beteekent niet veel. Ook brengt het voor sommigen verzuim van werkzaam heden mede. Zoodoende wordt dat water h 1 cent per emmertje ten slotte nog dtiur, want er zijn lieden, die een ruim gebruik daarvan moeten maken, 't Is juist de burgerij die door haar dagelijksche werkzaamheden en kleine inhoudsmaat der regenwaterbakken het meest door dit gebrek getroffen wordt. Ook de welputten geven niet meer. Sterk blijkt dit deze dagen. Verheugde men zich algemeen over de zeer drukke veemarkt, zoo druk, dat het Groote Noord, Hoorns hoofd - straat, geheel gevuld was met vee, na afloop kwam men tot de treurige ontdekking, dat de meesten geen water hadden om straten en stoepen te reinigen. Ten slotte moest men wel overgaan tot het gebruiken van rioolwa ter! Niet erg bevoiderlijk voor de gezond heid, doch nood breekt wetten 1 Dringend, zeer dringend noodig is het, dat spoed wordt gemaakt met de verwezenlijking der plannen tot aanleg van een drinkwaterleiding. Een drenkeling. Dinsdagmiddag is door W. Paap te Zand- voort uit zee opgehaald een net gekleede dame, van ongeveer 35-jarigen leeftijd. Zonder geheel tot bewustzjjn gekomen te zijn is de drenkelinge in de consistoriekamer der Ned. Herv. Gein. overleden, Diefstal Eon 18-jarige dienstbode te 's-Gravenhage heeft zich met haar 15-jarig zusje ten nadeele van een familie in de Adelheidstraat, bij wie zij in betrekking was, schuldig gemauki aan diefstal van een bedrag van f 660 uit een lessenaar. Bij haar verhoor ontkende de beide meis jes, iets van den diefstal te weten en Van de gestolen bankbiljetten kon geen enket worden opgespoord. Een paar rechercheurs, overtuigd van beider schuld, stelden een nauwgezet eu voorzichtig onderzoek in, hetwelk ten nadeele van de verdachten zooveel gegevens aan het licht bracht, dat zij ten slotte bekenden het geld te hebben gestolen. Zij hadden er deels goede sier van gemaakt by het vieren van een bruiloft, en voor een ander deel geschenken, kleedingstukken enz. gekocht. Zy bekenden tevens, dat, toen zy bemerk ten, dat de politie zich verder met de zaak bezig hield eu het wel eens verkeerd voor haar kon loopen, zij een deel van het bank papier, 't welk door haar verstopt was, hadden verbrand. H. M. de Koningin en Prins Hendrik. De Haagsche kouter schrijft in de Pr. Gr. Ct. Met vreugde is de tijding hier ontvangen, dat H. M. de Koningin en de Prins dor Nederlanden, die aanvankelijk, wegens gezondheidsredenen, op het Loo dachten te overwinteren, den 12den dezer voornemens zijn het paleis in dc Residentie als gowoonlyk te komen betrekken en 't laat zich aanzien, dat Hun verbljjf in ons midden thans zelfs van langer duur zal zyn dan andere jaren. Men verheugt zich te meer in den terug keer van het Koninklyk Echtpaar naar de Hofstad, wijl dit meer dan iets anders ge tuigt van den welstand vun H. MDie nu de strikte rust van den laataten tijd, zeker deze reis niet zonder goedkeuring van Haar geneesheeren zal ondernemen. De Hagenaars zullen evenwel dezen win ter niet t voorrecht geuieten de Koningin en den Prins schier dagclyks samen te zien uitrijden of aan het ijsvermaak achter het Huis ten Bosch to zien deelnemen want men mug er zich van overtuigd houden, dut onze Vorstin ook hier zich voor alle ver moeienis zal wachten. Stuurlieden-examens. 's-Gravenhage, 11 Nov. Geslaagd voor groote stoomvaart eerste stuurman de heert-u J. B. Broekmun en J. de Boertweede stuur man de heeren D. H. v. d. Hiel, W. A. M. Ouwerkerk en M. R. Vegter; derde stuur man de heer G. Buising. FEUILLETON. EEN OOM BUITEN. Vrjj bewerkt door AMO. 14) Ja, oom, ik .beschuldig u eveneensEerst liet u me alle genoegens van het leven ge nieten, ge wildet dat ik dezen stand zou kiezen, steeds gaaft ge me met volle handen eu daarna sluit ge plotseling hart en beurs voor mij. U moest bedacht hebben, dat ik niet plotseling een geheel ander mcnsch kon wor den het is uw schuld, dat ik naar een ander middel zocht om mijn gewoon leven te kuunen voortzetten en toen ik het vond, gewillig topreep." Zijne woorden schenen niet zonder uitwer king te zijn. Oom Eduard liet het hoofd op de borat zinken en zag zwijgend naar den grond. Na eenigen tijd richtte hij zich op, vatte Frans bij de hand en trok hom bij zich. Zyn stem klonk aangedaan, toen hij ten slotte antwoordde •Je hebt geljjk en ook weer geen gelijk, Frans. Luister eens Je zei zoo straks dat ik nooit een grooten hartstocht had gekend je dwaalt hierin. Met al het vuur en de inmiigheid van een jeugdig hart heb ik be mind en de vrouw, die ik lief had was jou moeder Frans, de vrouw van mijn broer Het huwclyk van je ouders was niet geluk kig. Je vader was te levenslustig, eerlijk ge zegd, te lichtzinnig je moeder leed hieronder stil eu geduldig. Zy wist, zonder dat er ooit een woord over mjjn lippen was gekomen, wat ik voor kaar gevoelde zij wist ook dat je vaders financiën zeer in de war waren en hy zijn ondergang nabij was. Kort voor haar dood drukte zij mjj, die toen ternauwer nood nog een man genoemd kon worden, vol vertrouwen je toekomst op het hart, ze smeekte mij voor je te zorgen, wanneer er inocht ge beuren, wat zij vreesde en voorzag. Ik be loofde haar jou als een zoon te beschouwen en toen je vader eenige jaren later overleed, nam ik je als een dierbare nalatenschap aan je was een vertroosting voor myn eenzaam hart. Maar zoo standvastig ik anders kon zyn, zoo zwak was ik tegenover jon. Ik zag in je gelaat steeds do trekkeu van je moeder, ik kon niet wcigesen als je iets vroeg. Zoo ging het jaren achtereen je weet zelf het best, hoe ik je steeds liet doen, wat je ver koos ik werkte en spaarde alleen voor jou. In het laatst zag ik in, dat ik je ver kwistende levenswijze toch moest tegengaan en ik heb daarbij de teugels misschien al te strak aangetrokken. In plaats van je open hartig en met vertrouwen tot mij te wenden, ben je je eigen weg gegaan je hebt nu gezien hoever je daarmee gekomen bent.' Frans had met aandacht geluisterd, zijne oogen waren vochtig geworden. »U hebt gelijk, oom Eduard", zei bij zacht. Ik ben nu in zoo'n warnet geraakt, dat ik geen uitweg weet te vinden." Niet wanhopen, Frans", zei oom Eduard ernstig. >Zoo lang een menscli nog kracht in zijne armen heeft, mag hij niet wanhopen. Zeg Frans, heb je er al over gedacht, wat er nu moet gebeuren Wat er nu moet gebeuren? Hoe zal ik dat weten, oom Hetty heeft me verlaten, u trekt de handen van me af en Louise ja Louise Hier begaf hem de stem van aandoening. Oom Eduurd legde hem dc hand op den schouder eu zag hem diep in de oogen. //Vertel me alles van haar wat je weet de geheele waarheid Frans vertelde met het oude, half kinder lijke, half broederlijke vertrouwen, dut hij vroeger tegenover zijn oom gekoesterd had. Dit vertrouwen ontwaakte tegelijk met de be hoefte, die hij gevoelde om zyn hart uit te storten. Hij sprak over zijn eerste ontmoeting met mevrouw van Elderen en Louise, van hun verderen, steeds intiemer wordenden omgang met elkaar en van Louise's talent als schilderes. Hy verzweeg ook niet hoe zij hem hel eerst met Hetty had bekend gemaakt en diep zuchtend voegde hij er aun toe, dat Louise sedert een paar dagen ernstig ziek was en weigerde hem te zien. Oom Eduard hoorde hem opmerkzaam aan. Eenigszins voorovergebogen en de handen op de knieën, las bij elk woord van Frans'lip pen. Toen dezo geëindigd had, trok hij zijn stoel by Frans en legde hem de handen op de schouders. Wel, mijn jongen, beantwoord me één vraag geheel openhartigbemin jij Louise van Elderen in waarheid zoo innig en zoo oprecht dat je alles zoudt kuunen wegwer pen om haar de uwe te mogeu noemen Frans ademde zwaar. «Ja, oom Eduard, het is zoo I" zei hij op recht „En ben je er zeker van zorgen en ont beringen met haar te kunnen dragen en toch door je liefde opgewekt en Hink te blijven. Vat bet niet te licht op, Frans. Je woet nog niet wat ontbering beteekent. Denk dus goed na alvorens me te antwoorden. Wanneer u me eunige weken geleden deze vraag had voorgelegd, zou ik u niet oprecht hebben kunnen antwoorden, oom. Nu kan ik het wel. Mijn hart beeft in den laataten tijd veel geledeu, maar nu heb ik de waarheid gevonden. Ik gevoel au, oom Eduard, dat ik alleen met Louise gelukkig kan worden en ik bezit de kracht om harentwil alles te ont beren. De beide mannen zagen elkaar ernstig aan. Oom Eduard greep Frans bij de hand en die sterk drukkend, zei hij op hartelijken toon ,Wat een geluk, dat ik zoo te rechter tijd tusschenbeide kon komen. Dank God daar voor, mijn jongen. Ik wil nu naar Louise van Elderen en Oom, wilt u dat doen juichtte Frans. Wacht even, Frans I Verheug je niet te vroeg. Een ontspoorden wagon brengt men □iet zoo gemakkelijk weer in de rails. Maar wanneer alles nog goed gaat, heb je het niet aan mij, maar aan het lieve meisje te dan ken, dat mij gezonden heeftdank dau miss Green 1" Eduard van Houtheim, die niets op de lange baan kon schuiven, begaf zich onmiddellijk naar mevrouw Van Elderen. Deze was wel eenigszins verbaasd, toen hij werd aange diend, maar hy had op ziju kaartje geschre ven In opdracht van miss Green. Aldus werd hem dan ook spoedig toegang gegeven en liet mevronw van Elderen, die evenals Frans grooten angst had uitgestaan, hem nauwelijks aan het woord komen. Waar ia Hetty Om Godswil, mjjnlieer Van Houtheim, wat weet u van haar." Hy glimlachte onwillekeurig. Miss Hetty is gezond en wel bij my op Dennenrode", antwoordde hij met lichten spot en legde de oude dame bedaard alles uit alleen de goede bedoelingen van Hetty om trent Louise verzweeg hij. Zy hoorde hem kalm aan, schudde nu en dan eens met het hoofd en knikte dan weer toestemmend. Toen hij op het eind dringend den wensch te kennen gaf Lonise zelf te spreken, bewilligde zy daarin. Louise was wel zeer ongesteld en zenuwachtig, maar z(j zou hem toch zeker wel willen ontvangen Mevrouw Van Elderen gevoelde dat de be richten omtrent Hetty haar geen kwaad zou den doen. Oom Eduard was zonderling te moede toen hij tegenover Louise van Elderen stond. Hy bemerkte, dut alle ophelderingen hem hier veel zwaarder vielen dan tegenover Fraus en mevrouw Van Elderen. Louise had zoo'n bijzondere manier om inet hare donkere opene oogen iemand vragend aan te zien het kwam hem reeds bij de eerste woorden voor alsof zij hem op den bodem zyner ziol kon lezen, als begreep zij, dat hij meer in de zaak deelnam dan hij wilde laten blijken. Zij had reeds lang zijne belangstelling wakker ge maakt door al hetgeen hy reeds van haar had gehoord thans, nu hij hare kalme be daardheid opmerkte, die haar ook nu nog niet verliet, beviel zy hem eerst goed. Hij begreep spoedig, dat hij openhartig tegenover haar kon z\jn en hy sprak dan ook zonder terug houding. Toen hij haar meedeelde, hoe ge- gemakkelijk Hetty zich scheen te troosten, hoe een innige genegenheid, een werkelijke liefde zeker nooit in het hart vau Hetty voor Frans had bestaan, kwam even een bijna onmerkbaar vroolyk trekje om haar fijne lippen, om hem daarna weer ernstig en treu rig aan te zien. Zoodra hij echter vau Frans begon te sproken, viel zij hem plotseling in de rede. .Over bom behoeven we niet te spreken", zei ze haastig. «Wat met Hetty gebeurt is, is gebeurd het ligt niet in myn aard iets te verontschuldigen, mjjnheer Vun Houtheim, evenmin ook om berouw te gevoelen. Wy moeten berusten in hclgeou gebeurd is, en dut kunnen wij het best met ons zelf in orde brengen. Goed te begrijpen, ieder voor zich zelf." Ik ben geen geboren diplomaat, mejuf frouw, en deug dus niet voor spiegelgevech ten. Maar zoo ontglipt u me niet. Laat me ronduit met u spreken, zooals ik gewoon ben. U moogt u keeren en wenden zoo u wilt, maur hieraan kunt u niets veranderen u hebt Frans nog even lief als vroeger!" Mynheer Van Houtheim Louise sprong op, een donkere blos kwam op hare wangen. Op deze manier is het my ondoenlijk, u kul in aan te hooren, zooals ik me had voorgeno men. Laat ons een einde maken aan dit pijn lijk en doelloos onderhoud." De heer Van Houtheim was nu ook opge staan maar met het doel om haar den weg naar do deur te versperren. Om de tafel heenloopend stond hy nu oog in oog voor haar. Mejuffrouw Vun Elderen, u zult me uu wel een stijfkop noemen, zooals men het mij overal doet. Ik voor mij ben echter overtuigd dut ik het goed meen met u en Frans, en dat is voor mijzelf eene verontschuldiging. U moet nu naar me luisteren wie weet of zich ooit weer de gelegenheid zal voordoen. Ik wil het u niet verbergen, aanvankelijk was ik zeer boos op u, maar moet hieraan toevoegen, dat ik het verkeerde ervan heb ingezien. Elk menscli kan wel eens dwalen, dat hebt u ook gedaan, maar niet opzettelyk. Uw goed hart heeft u parten gespeeld, deed u, vergeef mij de uitdrukking, een dommen streek uithalen, omdat ge dit hart voor ster ker hield dan het inderdaad was. En nu dut ulles weer terecht kan komen, wilt ge u zelf buiten rekening laten. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1908 | | pagina 1