KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel, Wioringen on Anna Paulowna
BUITENLAND.
DEN HELDER.
NIEUW-
R. DE BOER,
EEN ERFOOM.
No. 8745
Zaterdag 2 Januari 1909
37ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoon 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Interc.-Telefoon 60.
ABONNEMENT i
Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 ct., fr. p. poat 75 ct., Buitenl. f 1.25
.g i Zondagsblad 371 45 f0.75
s Modeblad 55 65 f0.90
jj I Muzik. Bloemlez. 60 85 f0.90
Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
ADVERTEMTIEMi
Van 1 tot 4 regels25 cent.
Elke regel meer6
Bewüs-exemplaar21
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Adv
ntiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vAAr 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht 't verschuldigde abonnements
geld Vliegend Blaadje en Zondagsblad,
4e kwartaal 1908, te willen overmaken
per Postwissel of in postzegels vóón
5 Januari a.s.y zullende anders
daarover met 5 cents verhooging per
post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/8 cent
beplakt, te worden.
Waar- Aan onze abonné's in het Bui-
tenland wordt beleefd verzocht
't verschuldigde abonnementsgeld te willen
overmaken. de UITGEVERS,
Nieuwsberichten.
Alkmaar, 30 Dec. De gemeenteraad
ontving in zijn vergadering van hedenmid
dag van den voorzitter de mededeeling, dat
door de Prov. Staten over de jaren 1909
tot en met 1911 eene subsidie van f'2500
'sjaars is verleend voor ecne op te richten
openbare handelsschool, in verband waar
mede de totstandkoming dezer school thans
verzekerd mag worden genoemd.
Ons Koningshuis.
De «St.-Crt." no. 306 bevat een Kon. Bes),
van den 30en Dec. {Staatsbl. no. 425), be
tredende den naam, te dragen door de na
komelingen van Hare Majesteit de Koningin.
In dit Kon. Besl. wordt het volgende be
paald
De naam .Oranje Nassau" zal worden
gedragen door alle Prinsen en Prinsessen der
Nederlanden, Onze wettige nakomelingen,
met en benevens den naam of namen, die
Zy aan het geslacht van Hunnen Vader ont
kenen, met dien verstande, dat aan laatst-
bedoelden naam of namen zal voorafgaan de
naam «Oranje Nassau", zoodat genoemde
Prinsen en Prinsessen, onverminderd de titels
die Hun uit anderen hoofde nog toekomen,
zullen worden genoemd .Prins (Prinses) van
Oranje Nassau Hertog (Hertogin) van Meck-
lenburg".
Stuurlieden-examens.
's-Gravenhage, 30 Dec. Geslaagd groote
stoomvaart, derde stuurman: de heerenJ. C.
Palthe Wesenhagen en A. Swart.
Oe aardbevingen.
De stroom van berichten over de aardbe
ving is eenigszius aan het luwen men be
gint thans eenigszins den omvang van de
ramp te overzien en het hart trilt van wee
moed bij do gedachte, hoe in zoo korten tijd
door de woeste elementen bloeiende steden
en dorpen zijn verwoest, hoe de levensdraad
van zoovelen plotseling is afgesneden, familie
banden zyn verscheurd en zooveel bitter
wee en peilloos leed nog blijft weggelegd
voor de enkelen, die hoewel gespaard, toch
zoo hard zijn beproefd en van alles ontbloot
staan op de puinhoopen, het eenige wat over
is gebleven van hetgeen zij met noeste vlyt
en volharding tot stand hadden gebracht.
Maar tevens komt dan de troostrijke ge
dachte op, dat honderden en duizenden ge
red stann om het leed te verzachten, de on-
gelukkigen te steunen en balsem te gieten
in de geslagen wonden. Hoog en laag maakt
zich gereed tot bet verkenen van hulp,
veetcn worden vergeten, het woord is thans
aan de menschlievendheid, die als steeds,
wanneer de nood buitengewoon nijpt, geen
politiekejgrenzen of afscheidingen kent, maar
helpt en steunt waar hulp en Bteun noodig
i».
Koning Victor Emmanuel is begonnen met
het geven van een voorbeeld van hooge
plichtsbetrachtinggedachtig aan hetgeen
zyn vader deed. die tijdens het woeden van
de cholera te Napels, snelde naar de geteis
terde stad en persoonlijk aan de ongelukki-
gen hulp on troost bracht, is hy met zyn
gemalin onmiddellijk naar de zwaar be
proefde streken getogen, om met eigen oogen
de ellende te zien en voor zoover mogelijk
te lenigen. De Paus zou, had hij de eerste
opwelling van zijn edelmoedig hart kunnen
volgen, als de brave herder reeds bij zyn
rampzalige kudde zyn, willen maar zijn gezond
heidstoestand veroorloofde het niet. De gryze
keizer van Oostenryk stelde een vorstelyke
som ter beschikking. En over de geheele
wereld is de kreet van ellende gehoord en
materieele ondersteuning en andere bewijzen
van sympathie zullen in ruime mate aan de
ongelukkigen ten deel vallen. Medegevoel
en lyden is een troost en die troost zal den
armen Italianen ruimschoots ten deel vallen.
Er schijnen drie sismische centra te zyn
geweest; een in Calabrië, een in Sicilië en
het derde ergens in de Middcllandsche Zee
het juiste punt is nog niet vastgesteld.
Merkwaardig is het, dat sedert het begi
van de aardbeving de drie vuurspuwende
bergen, de Yefluvius, de Etna en de Strom-
boli, plotseling opgehouden zyn te werken.
Wat Calabrië betreft, is het weder dezelfde
streek als voor drie jaren, die door de ramp
getroffen is, thans echter over een grooter
oppervlak, ofschoon de aardstooten minder
hevig schijnen te zyn geweest. Telkens eu
telkens weder is die streek het tooneel van
groote rampen. De bevolking woonde er, als
het ware, op een vulkaan. Sedert drie jaren
zijn er meer dan 300 meer of minder zware
aardschokken waargenomen en" gedurende al
dien tijd leefden de bewoners in bange ver
wachting van de groote ramp, die zij als het
ware voelden naderen.
En die ramp is thans gekomen. Reggio is
verwoest, Palmi is van de aard verdwenen,
benevens tal van andere plaatsjes.
Op Sicilië heeft Mcssina het meest gele
den. Daar hebben de woeste, huizenhooge
golven schromelyk huisgehouden, eeuwen
heugende huizen weggeslagen, machtige sche
pen als notedoppen opgeworpen en helaas
een groot deel dor nyvere bevolking ver
zwolgen. De geheele streek van Messina tot
Catania is één ruïne.
De aardbeving in Italië schijnt niet op
zich zelf te staan, ook in Frankrijk zyn
schokken gevoeld en volgens een telegruin in
het Hbld ook in Montenegro.
De .Lokal Auzeiger" verneemt van zijn
correspondent te Rome: Menschen van liet
stoomschip .Saffo", dat tijdens dit onheil op
de ree van Messina aankwam eri nu met
vele vluchtelingen in Catania is aangeko
men, vertellen
Wy hoorden een vreeselyk bruisen, de zee
kwam in oproer, maar wij hadden geeu ver
moeden, wat zich niet ver van ons had af
gespeeld. Eerst toen de ochtendschemering
aanbrak kon men er zicb een beeld van
vormen, wat er was voorgevallen. Het over
treft alles wat er in de herinnering leeft
van vroegere rampen in deze rampzalige
streek. Het is onmogelyk de verschrikking
in haar heele tragische grootheid te schilde
ren. Bijna de geheele groote, bloeiende stad
was, gelijk wy van boord af zagen, in eén
puinhoop veranderd, en midden in dien bouw
val verheffen zich als reusachtige griezelige
geraamten de gebarsten muren van het raad
huis en het hotel Trinacria. Al de andere
schitterende paleizen langs de haven en het
Corso Garibaldi zyn verdwenen. De wegen
liggen vol puin, op verscheiden punten der
verwoeste stad flikkeren bloedroods vlammen
opelders stygt er een dichte, zwarte rook op.
De eerste machinist van de .Saffo' ging
met acht man naar wal. Het kostte moeite,
want de golven waren woest. Zij wilden
helpen. Het gejammer onder de puinhoopen
vandaan was hartverscheurend. Tijdens de
verbijstering plunderden de losgebroken ge
vangenen de stad, met name de Bank van
Sicilië en andere verwoeste instellingen. Een
groot deel der ingezetenen zit opgesloten in
hun huizen of onder het puin. De gelande
matrozen boden de eerste hulp. De soldaten
zaten allen onder de puinhoopen.
Napels, 30 Dec. De koning en de konin
gin zijn hedenochtend te Messina aangeko
men. Al de schepen van het eskader losten
kanonschoten. De vorstelyke personen stap
ten aan wal en waren toon onmiddellyk by
het afgrijselyk tooneel van dood en verwoes
ting. De beangste koningin hield haar han
den voor de oogen en weende bittere tranen.
Een groote menigte van de zoo zwaar ge
troffen bewoners viel voor het koninklijk
paar op de knieën en smeekte het een einde
te maken aan de vreeselyko overstrooming,
die de streek verwoest. Het weeklagen maakte
zulk een diepen indruk op de koningin, dat
zy zich terug moest trekken en niet in staat
was het bezoek voort te zetten.
De koning, vergezeld van zyn gevolg, be
gaf zich naar de puinhoopen. In zijn bijzijn
werden personen daaruit te voorschyn ge
haald en hij zelf nam deel aan het reddings
werk, troostte de gewonden en verleende hun
de eerste hulp.
Het is onmogelijk, zelfs bij benadering, het
aantal slachtoffers te schatten. Het valt niet
te berekenen.
Messina is weggevaagd. Wat de aardbe
ving had overgelaten is door liet water mee
gesleurd. De vloedgolf stortte zich met ont
zettend geweld over het land. Te Catania
zijn door een paar stoombooten de eerste
gewonden aangebracht Zij waren van alles
ontbloot en waren in half verhongerden,
deemiswaardigen toestand. Een vrouwelijke
ooggetuige, die de ramp ontkomen is, ver
telde het volgende
Wy sliepen nog en werden plotseling ge
wekt door een hevig geraas. Het was alsof
alle helsche machten waren losgebroken. De
muren wankelden, de vloer spleet open en
we vielen met onze bedden en al een ver
dieping naar beneden. Hoe we uit huis zijn
gekomen, weten we zelf niet. Het was bui
ten pikdonker. Een vreesclijke storm gierde
ons tegen. De regen viel in stroomen. We
hoorden aan alle kanten gejammer. Met mijn
twee dochters holde ik door de straten we
trachtten weg te komen uit de huizenzee,
die ons dreigde te verpletteren. Onderweg
kwamen we scharen andere vluchtelingen
tegen. We moesten ons dikwijls een pad ba
nen over steenmassa's van meters hoog. Neer
gestorte balkons, vensters, balken, stukken
ijzer, alles wild dooreengeworpon, versperden
de straten. Hoe we door die hel zijn heen-
gekomen, weet ik nóg niet. We wisten eigen
lijk niet recht wat we deden en wisten niet
dat we de redding tegemoetliepen. Bij de
haven gekomen, grepen ons sterke armen
we waren in een schommelende sloep getild
en werden vervolgens naar een schip ge
bracht. Het spook van don dood heeft ons
losgelaten, om anderen na te jagen. Myn
God, wat een ongeluk, wat oen ontzettende
ramp
De eerste schok in Messina was er een
van kolossale kracht. De volgende schokken
kwamen snel op elkander. Het was weldra
de eene schok na den anderen. Doodsangst
maakte zioh van de bevolking meester. Velen
waren als verlamd van schrik. Het aan zee
gelegen deel heeft het allermeest geleden.
De schoonste paleizen en kerken stortten in
en onbeschrijfelijk was het gejammer, dat
van alle kanten opsteeg. Neervallende muren
bedolven ieder die niet gauw zijn weg naar
buiten wist te vinden. Alles vluchtte door
elkaar het was een weergalooze verwarring.
Onder donderend geraas ontplofte de gas
leiding, waardoor overal brand ontstond. De
storm wakkerde de vlammen aan. Toch wa
ren er enkelen, die het hoofd niet verloren
aantal moedige kerels vormde een red
dingsbrigade en trachtte te redden wat te
redden viel, muar het mocht niet veel meer
baten.
In Catania schynt zich alles opeen te hoopen
wat levend uit Messina gekomen is. In
Messina brandt het nog en daar het natuurlijk
niet overal mogelyk is de lijken tijdig te
bergen, bestaat er groot gevaar voor het
uitbreken van een epidemie. Het berging*
en reddingswerk wordt een gevaarlijke on
derneming.
Nadere berichten heeft de kapitein van de
Montebelle, die uit Messina vyf honderd
vluchtelingen naar Catania bracht, naar Rome
geseind. Hy schildert, uit eigen aanschouwing
en op grond van hetgeen de geredden hem
verteld hebben, de ramp als een toppunt van
verschrikking. De Montebello lag op de
reede van Messina, toen's morgen vroeg drie
geweldige schokken met zulk een kracht op
elkaar volgden dat het schip op angstwekkende
manier heen en weer geslingerd werd. Toen
de bemanning verschrikt naar boord snelde,
zag ze hoe een vreeaelijke vloedgolf zich
over Messinu stortte en hoe de stad reeds
één reusachtige puinhoop vormde waaruit
hier en daar de vlammen opstegen. Aan de
haven stonden de vluchtelingen zicht to
verdringen eu ze liepen het water in om bij
do booten te komen. Slechts weinigen ge
lukte het een paar groote booten te hereiken.
Behalve de Montebello namen nog nadere
schepen vluchtelingen aan boord. Alle men
schen waren zoo ontdaan, dat ze slechts één
verlangen hadden zou gauw mogelijk weg
van de plaats des onheils Wat de mannen
en vrouwen en kinderen, die gered werden,
vertelden van betgeen ze beleefd en gezien
hadden, deed denken aan de schriktooneelen
uit de hel van Dante, zegt een berichtgever.
En de algemcene duisternis verhoogde het
angstwekkende van de losgebroken natuur
krachten. De kapitein van de Montebello
zegt, dat het donderend geraas van
de zee nog sterker was dun het oorverdoovend
gekraak van de instortende huizen en het
neerploffend puin. Hy gelooft, dat ook zeer
vele schepen met man en muis zijn vergaan.
De haven van Messinu lag juist vol schepen.
J. D. DE BOER
en Echtgenoote
1'egal, 1 Jan. 1909
Veel heil en zegen toogewenscht aan
familie en vrienden door
W. F. K. MEIJER, Stoker le klasse,
a. b. Hr. Ms. «Noordbrabant",
Oost-Indië
Veel heil en zegen toogewenscht aan
familie, vrienden en bekenden door
H. MEIJER,
Sergt.-Majoor Oost-Indisch Leger,
en Echtgenoote
Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en
kennissen van
W. VUISTING on Echtgenoote
„Batavia (Ned. Oost-Indië)
Een gelukkig Nieuwjaar toogewenscht aan
vrienden en bekenden van
C. DESPLANQUE
Soerabaja, 1 Jan. 1909 en Echtgenoote
Wü als Niouwodiepers onder elkaar,
Wenschen familie, vrienden on bekenden een
[gelukkig Nieuwjaar.
Als onze tijd bier is vervlogen,
Dan zijn wij alle opgetogen.
Dan gaan wij weer naar 't Nieuwediep,
Want daar is dan weer balmuziek.
M. BETHLEHEM.
J. NANNINGS.
H. RENSMAAG.
J. SCHENK.
E. DUIJVELSHOFF.
A. GROEN.
D. J. BLOKKER, Matroos.
P. J. MOOR, Kleermaker.
J. VLAMING.
G. H. CHRISTIANI
J. DISSEL.
Stokers aan boord Hr. Ms. Ileemskerck",
Cnraijao, West-Indië.
Bij het eindigen van het Oude jaar en de
intrede van het Nieuwe jaar, wenschen wij
aan familie, vrienden en bekenden «veel heil
en zegen".
W. VERHAGEN.
C. VAN BREDERODE.
Stokers le kl. a. b Ilr, Ms. «Gelderland
W est-Indië
P. J. PERKHOUT.
1 Jan. 1909 Auckland (Nieuw Zeeland)
Voor 1909.
Men weet 't, by 't begin van 't jaar
Wenscht men „veel heil en zegen"
En voorspoed toe elkaar.
Maar toch, en niemund spreekt dit tegen,
Is dit van harte niet altijd wel gemeend.
Niettemin, men kan ons gelooven,
Wat wij zeggen komt rechtstreeks
Van uit het liait, troes trang naar boven.
Daarom zeiden we tot elkaar
Wy moeten ook iets doen voor het nieuwe jaar.
We zullen beginnen met de kameruden,
Die zullen denkelijk wel kunnen raden,
Als men onze namen ziet,
Dat zijn jongens die men niet bestempeld
Met den naam van saaien Piet.
De dames uit den Helder of Willemsoord
Krijgen hierbij een gelukwensch eerste soort;
Voornamelijk zy die by Henning onder de bak
Zoo gaarne een marineman nemen op de hak,
Want gij toch, gaaft ons (dat moet je niet
Veel gelukkige oogenblikken. [vertikken)
Wij hopen, dat gy altegaar
Nog tegenwoordig zijt het volgend jaar,
Dan komen wij op ons gemak
Met een rcuzenuap in onze zak
Gezellig weer samen onder de bak.
De tweede is nu aan de beurt,
Want onze gedachten zijn nog niet gescheurd,
Op Minneboo is het gemuut,
Want zijn comsumptie is niet uangudund.
Daarom wenschen we altegaar
Hem voorspoed in het begonnen jaar.
Maar gij moet ons laten weten,
Dat gij ons niet zult vergeten,
En komen wy behouden aan
Dan moet er een vaatje bier klaar weer staan,
En doet gij dat niet, dan wenschen wy u naar
En zullen naar een ander gaan. [do maan
Wij moeten om vorgeving vragen,
Hoe wij het konden wagen
Om bijna moeder van Leyen te vergoten,
Daar hebben wy in ernst pleiziorige dagen
[gesleten.
Want moeder, gij bloeft nooit in gebreke
Als wij eens in de misère waren gezeten-
Daarom komt deze wensch van uit de West,
Eu wat wij u wenschen weet gij hot best.
Tevens dat dit jaar u veel heil aanbrengt
En gij nog eens bij wijlen aan ons denkt.
Verder de groeten aan alle bekenden van
ons die zich noemen de ondergeteekenden
C. KERKHOFF.
H. J. v. TOLEDO.
G. DEKKER.
J. DE RIDDER.
H. KROS.
Eenige stoomleveranciers v. d. Heomskerck".
J. W. NEERVOORT,
Korp.-Stoker a.b- Hr. Ms. Tromp
roept familie en bekenden een gelukkig
Nieuwjaar toe.
Ned -Indie, I Junuuri 1909
Bij de intrede van 1909 roep ik uan
familie, vrienden en bekenden een gelukkig
Nieuwjaar toe.
C. BAKKER,
Schoenmaker,
a. b. Hr. Ms. „Noordbrubunt"
Oost-Indië, 1 Januari 1909
Veel geluk en zegen toegewenscht aan
fumilie, vrienden en kennissen bij de intrede
van het Nieuwjaar.
A. DIJKSHOORN,
Soerabaja -
Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en
bekenden van
G. J. SCHUITEMAKER
Soerabaja, 1 Jan. 1909 en Echtgenoote
Aan familie, vrienden en kennissen een
gelukkig Nieuwjaar.
J. B. DE WIJN,
Los Angelos, Ztiid-Amerika
Met het jaar 1909 wenschen wy familie,
vrienden en bekenden -veel heil on zogen'
toe. .1. KONIJN.
C. ROODT Jz.
Pasaic N. J. Noord-Amerika
B. SCHAGEN.
Th. F. MARIJT.
1815 Van Ness Avenue, San Francisco,
p.f. Californiu U-S.A.
W. VAN HEIJST
en Familie.
2328a Buena Vista Avenue, Alameda,
p.f. California U.S.A.
Aan familie, vrienden en bekenden
goed jaar toogewenscht
M. KOüRN, Echtgenoote
eu Kinderen
Duitsburg (Duitachland)
Een pleizierige zomer gewenscht aan do
fietsrijders on rydsters, door den
SPORTMAN
Bij den aavaug des jaars brengen ondcr-
geteekendou hunne heilwenschon aan hunne
begunstigers, vrienden en bekenden, zoowel
binnen als buiten du gemeente
Th. MINNEBOO en Echtgenoote
Café Zuidstraat 85
p.f.
W. J. M. CORPORAAL
en Echtgenoote
Veel Heil en Zegen.
Aan mijn geachte cliëntéle.
Ondergeteekende maakt tevens bekend,
dat vanaf 4 JANUARI halve Varkenskoppen
en Pootjes verkrijgbaar zijn a 12'/a cent
per 5 ons.
CHR. GOES, Goversstraat 29.
Onzen welgemeenden Nieuwjaarsgroet aan
familie, vrienden en begunstigers, zoowel
binnen als buiten deze gemeente
A. TABELING
Vischstruat 35 en Echtgenoote
Met dank voor het Oude, roep ik by do
intrede van een nieuwen jaarkring mijne ge
achte begunstigers, familie, vrienden en be
kenden een gelukkig en gezegend Nieuw
jaar toe.
WED. J. AGEMA en kinderun
ComDitostraat 26
Handel in kruidenierswaren
JAARSGROET aan mijne ge
achte begunstigers, vrienden
en bekenden.
Mr. Schoenmaker,
Californiestraat No. 15.
By den aanvang van het Nieuwjaar wordt
alle Heil toegewenscht aan begunstigers, fa
milie en vriendon, door
CIIR. J. E. OOSTKNBRUG
en Echtgenoote
Vleeschhouwer en Spekslager,
Schagenstraat 32
p.f.
H. J. SEEBOLDT, Tailleur
A. J. SEEBOLDT-LAMMERS
Veel geluk cn zegen in het nieuw begon
nen jaar aan familie, vrienden, bekenden en
begunstigers, van
J. Ph. WASSENAAR
Gravendwarsstraat 1 en Echtgenoote
N. V. BOUWSTOFFEN,
v;h P. MESSELAAR,
Alkmaar.
Filiaal Helder. p.f.
Het Compliment van den Dag aan familie,
vrienden en begunstigers
C. J. VRIJVOGEL
Schagenstraat 9 en Echtgenoote
FEUILLETON.
14)
Hy zal waarschijnlijk wel hier komen, hoe
wel hy heel zwak lijkt. Hy ziet er volstrekt
niet vriendelyk uit, maar hy was zoo ont
daan en hulpeloos, dat ik waarlijk medelijden
met hem had.
Nu ik bén nieuwsgierig wat hiervan
zal komen. Ik geloof zeker, dat die ontmoeting
niet voor niets is geweest. Je bent een ge
luksvogel, Ella
Eenige dagen later kwam Jana zeggen
dat er een heer was, die zy aarzelde het
te zeggen verlangde juffrouw Craig te
spreken.
Laat hem dadelijk binnenkomen. Jane,
reide mevrouw Debrisay, en een oogenblik
later trad de held van Ella'a at^aluur strom
pelend binnon. na zyn hoed in de gang te
hebben achtergelaten.
Neem mij niet kwalyk, zeide hij, op
een stoel neervallende. Ik ben zoo zwak en
het is een lange weg van het station hierheen,
maar ik heb u niet vergeten, zooals u ziet,
juffrouw.
Het is mij zeer aangenaam u te ont
vangen, zeide mevrouw Debrisay vriendelyk.
Maar ge hadt u die moeite niet moeten
geven, voegde Ella er medelijdend bij.
Ik verlangde u te spreken, zeide hij.
Ten eerste omdat ik uw geld wilde terug
brengen, en dan omdat ik u een paar vragen
wensch te doen, zou u er teu minste niets
op tegen hebt.
Volstrekt niet.
De man antwoordde niet dadelijk, maar
keek eerst de kamer rond.
Gy hebt een (mooie woning en een
stukje tuin is altijdgaangenaam. Uw kamer
is veel beter dan dejmijne, maar zy zal ook
duurder zijn. Ik betaal twaalf gulden voor
een slaapkamer en het gebruik van zitkamer.
Wij betalen niet veel meer voor twee
kamers, zeide mevrouw Debrisay.
Is die dame uwe moeder? vroeg hy
naar mevrouw Debrisay zieude.
Neen, maar zy is even goed voor ray,
alsof zij mijne moeder is.
En ben je er zeker van, dat je geen
Schotsch bloed in de aderen hebt
Myn vader was een Schot.
Hierop haalde do man haar kaartje voor
den dag. Juffrouw E. J. Craig, las hy lang
zaam.
Wat beteekenen de E. en de J.
Ella JoBcelya.
Dat is toch geen doopnaam, Waar woondo
je vader
Te Glasgow.
ZooEn hoe heette je moedor
Newburgh.
Juist. Je vader heette John Craig en
was klerk aan de Westelijke Bank van
Schotland
Myn vader heette John; maar ik weet
zeer weinig van hem. Ik herinner my slechts
flauw, dat hij goed en lief voor mij was.
Ik heb hem des te boter gekend ik
kende hem reeds in zijne kinderjaren, Myn
naam is ook Craig Alexander Craig en
ik ben ne oudste broeder van je vader.
Waarlijk riep Ella, aangedaan en ver-
heugd, iemand van de bloedverwanten van
haar vader te ontmoeten. Dan is u myn oom
Ja, antwoordde de oude man doodleuk.
Waarde heer, zei mevrouw Debrisay,
Ik hoop, dat u de omvoorziehtigheid van eene
vrouw van eenige ervaring niet ten kwade
zult duiden maar zou u eenig bewijs
kunnen levereu dat u de oom van dit lieve
kind is
U hebt gelijk, mevrouw. Hier is een
brief van de grootmoeder van mijn nicht,
ongeveer vijftien jaren geleden door haar
geschrevon en daarin verklaart zij, dat zij
het kind zou aannemen en voor haar zorgen,
mits de bloedvorwanten van haar vader zich
in het vervolg niet aan haar zouden vertoonen.
Ik was ongehuwd en koopman en volstrekt
niet ingenomen met het huweljjk van myn
broeder, omdat de familie van zijn vrouw
met minachting op ons neerzag. Daarom heb
ik mij niet bekommerd om het kind. Ik heb
van je vader gehouden als van een zoon,
vervolgde hij, zich tot Ella wendende. Je
lijkt een weinig op hem. Je moeder was oen
mooi, donker meisje, maar ik heb haar na
hun huwelijk uit het oog verloren. Hier is
de brief van je grootmoeder.
Ella las den korten, scherpeu inhoud van
den brief, waarin mevrouw Newburgh hare
eischen to kouuen gaf, en die tot den heer
Alexander Craig was gericht.
Het is inderdaad de hand van mijn
grootmoeder, zeide Ella, terwjjl zij den brief
aan mevrouw Debrisay overhandigde. Ik ben
verheugd, dat ik u gevonden heb, oom I
Dank jo, riep hij uit en hield hare hand
voor een oogenblik in de zijne. Het was het
werk der Voorzienigheid, die je naar die
straat heeft gebracht, om mij te helpen. Ik
had al dadelijk gezien, dat je geen vreemde
voor my waart. Waar is je grootmoeder?
In het graf, zeide Ella droevig. Zij
stierf plotseling in mijne arm. Zij is in
November gestorven en zy is altyd heel goed
voor ray geweest.
Je hebt ten minste een degelijke op
voeding gehad, want het schijnt ray toe, dat
jij je niet schaamt over oom Sandy, hoewel
hij van geringe afkomst is.
SchamenVolstrekt niet.
Welk een zonderlinge ontmoeting, zeide
Ella, toen haar oom, na nog een geruimen
tjjd gepraat te hebben, was vertrokken.
Hy zal je zeker al zijn geld nalaten, en
je moet aun de toekomst donken lieve.
Maar waarom denk jo dat hy ryk is
Hij is bijzonder zainig eu heeft zich geen
enkel woord laten ontvallen, waaruit men
kan opmaken dat hy ryk is.
Wij zullen hierover niet twisten maar
ik heb mjjne bepaalde meoning. Hoe 't zij,
ik ben er zeker van, dat je een bloedverwant
niet den rug zult toekeeren, ook al mocht
hij niet r(jk zijn.
Neen, zeker niet, riep Ella, maar wel
vrees ik, dat hy het ons lastig zal maken,
wanneer hy, zooals hy van plan is, in onzo
buurt komt wonen.
Dat zul niet van langeu duur zijn, zeide
mevrouw Debrisay troostend. Zoodra hij her
steld is, zal hij zeker weer naar Schotland
tcrugkeeren.
Het was in het laatst van den zomer. Gom
Sandy had niets van zich laten hooren, en
mevrouw Debrisay en Ella waren druk in
de weer met het geven harer laatste lessen
aan do leerlingen, die spoedig de stad zouden
verlaten. Tot haar groote verbazing had
Ella een brief gekregen van haar nicht Evie,
nu lady Finistoun, en zy had den brief ter
stond beantwoord. Het was zoo weldadig na
langen tijd weer eens te bemerken, dat men
niet is vergeten. Het grootste nieuws dat
Evie haar mededeelde, was, dat Leslie Wa
ring niet te Londen terug was maar nog
steeds te Monaco was en daar grof speelde,
een tijding, welke Ella zeer pijnlyk aandeed.
Mevrouw Debrisay on Ella wandelden naar
huis, nadat zij elkaar toevallig in don trein
hudden ontmoet.
Ik vind, zeide mevrouw Debrisay, dat
ons huisje het netste uit de geheele buurt
is, maar ik geloof waarlijk dat de bladeren
reeds aan het vallen zyn.
Het groen wordt donkerder, dat is alles
antwoordde Ella. Kijk, Deb vervolgde zy,
mevrouw Puddiford heeft een bordje uan
het venster geplaatst. De bewoner van de
bovenkamer schynt dus vertrokken te zyn,
Die kamers zouden juist geschikt zijn
v-oor je oom. Ik zou dun een ooj»je op hem
kunnen houden, en het zou minder lastig
voor ons zyn, bom behulpzaam te wezen,
wunneer hij in hetzelfde huis met ons woont.
Den volgenden morgen ontving Ella een
brief van den heer Craig. Hij was, schreef
hy, in de laatste dagen zeer onwel geweest,
maar nu was hij veel beter, zoodat hy van
plan was zijne nicht en hare vriendin de
naam dezer dame was hem ontschoten
spoedig te komen bezoeken, en dat hy hoopte,
dat zij hem dan behulpzaam zouden zyn in
het vinden ecner woning.
Wel, zei oom -Sandy, die den volgendon
dag reeds in uon rijtuig kwam, terwijl hij
zijn hand naar Ella uitstak, ik had niet ge
ducht je weer te zien. Ik ben in do laatste
dagen heel slecht geweest, zoodat ik dan
ook gaarne by u zul blyven eten.
Het is ons zeer aangenaam, dat ge ons
weder opzoekt, zeide mevrouw Debrisuy. Het
treft zeer goed, dat hierboven juist kamers
open zijn gekomen.
Dan wil ik die wel huren, als zij ten
minste niet te duur zijn.
Dun zullen wij dudeljjk naar mevrouw
Puddiford, onze huisvrouw, gaan, zeide me
vrouw Debrisay.
Hierop volgde eene lange beraadslaging,
waarvan de slotsom vq^s, dat de hoer Craig
de kamers tegen zestig gulden per maand
huurde, en den volgenden Maandag reeds
zyn intrek by haar zou nemen.
Reeds dadelijk nadat oom Sandy zich by
de dames had gevestigd merkten beiden, dat
z\j niet voel van hun vacantietyd zouden
genieten. De oude heer eischte zonder de
minste uarzeling telkens haar hulp en gezel
schap en daarenboven maakte hy steeds
aanmerkingen op de prijzen, die zij betaalden
voor hetgeen zij voor hem koohteu. Niettemin
bleef mevrouw Debrisay by hare meening,
dat hij millionair was, hoewel zy dit zorg
vuldig voor zich hield.
Bij al zjjne eigenaardigheden had oom
Sandy toch iets waardoor Ella zich tot hem
aangetrokken gevoelde De oude heer was
zich blijkbaar niet bewast, dat hij meur
eischte dan hy gaf en Ella werd telkens
getroffen door de hartelijke genegenheid,
welke hij hij voor haar toonde. Stoeds hel
derde zyn bleek gelaat op, wanneer Ellu in
zijne nabijheid kwam, en de benaming «lieve"
kwam onbewust over zijne lippen.
Het feit, dat Ella rood haar had, zooals
hy beweerde, scheen een van Ella's sterkste
aanspraken te zijn op de genegenheid van
haar oom, daar hij dit beschouwde als ecu
zeker bewys, dat zy tot zijn familie behoorde.
(Wordt vervolgd).