KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder9 Texel, Wioringen on Anna Paulowna BUITENLAND. DEN HELDER. NIEUW- R. DE BOER, EEN ERFOOM. No. 8745 Zaterdag 2 Januari 1909 37ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. Bureau: Koningstr. 29. Interc.-Telefoon 60. ABONNEMENT i Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 ct., fr. p. poat 75 ct., Buitenl. f 1.25 .g i Zondagsblad 371 45 f0.75 s Modeblad 55 65 f0.90 jj I Muzik. Bloemlez. 60 85 f0.90 Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat. ADVERTEMTIEMi Van 1 tot 4 regels25 cent. Elke regel meer6 Bewüs-exemplaar21 Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Adv ntiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vAAr 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnements geld Vliegend Blaadje en Zondagsblad, 4e kwartaal 1908, te willen overmaken per Postwissel of in postzegels vóón 5 Januari a.s.y zullende anders daarover met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/8 cent beplakt, te worden. Waar- Aan onze abonné's in het Bui- tenland wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld te willen overmaken. de UITGEVERS, Nieuwsberichten. Alkmaar, 30 Dec. De gemeenteraad ontving in zijn vergadering van hedenmid dag van den voorzitter de mededeeling, dat door de Prov. Staten over de jaren 1909 tot en met 1911 eene subsidie van f'2500 'sjaars is verleend voor ecne op te richten openbare handelsschool, in verband waar mede de totstandkoming dezer school thans verzekerd mag worden genoemd. Ons Koningshuis. De «St.-Crt." no. 306 bevat een Kon. Bes), van den 30en Dec. {Staatsbl. no. 425), be tredende den naam, te dragen door de na komelingen van Hare Majesteit de Koningin. In dit Kon. Besl. wordt het volgende be paald De naam .Oranje Nassau" zal worden gedragen door alle Prinsen en Prinsessen der Nederlanden, Onze wettige nakomelingen, met en benevens den naam of namen, die Zy aan het geslacht van Hunnen Vader ont kenen, met dien verstande, dat aan laatst- bedoelden naam of namen zal voorafgaan de naam «Oranje Nassau", zoodat genoemde Prinsen en Prinsessen, onverminderd de titels die Hun uit anderen hoofde nog toekomen, zullen worden genoemd .Prins (Prinses) van Oranje Nassau Hertog (Hertogin) van Meck- lenburg". Stuurlieden-examens. 's-Gravenhage, 30 Dec. Geslaagd groote stoomvaart, derde stuurman: de heerenJ. C. Palthe Wesenhagen en A. Swart. Oe aardbevingen. De stroom van berichten over de aardbe ving is eenigszius aan het luwen men be gint thans eenigszins den omvang van de ramp te overzien en het hart trilt van wee moed bij do gedachte, hoe in zoo korten tijd door de woeste elementen bloeiende steden en dorpen zijn verwoest, hoe de levensdraad van zoovelen plotseling is afgesneden, familie banden zyn verscheurd en zooveel bitter wee en peilloos leed nog blijft weggelegd voor de enkelen, die hoewel gespaard, toch zoo hard zijn beproefd en van alles ontbloot staan op de puinhoopen, het eenige wat over is gebleven van hetgeen zij met noeste vlyt en volharding tot stand hadden gebracht. Maar tevens komt dan de troostrijke ge dachte op, dat honderden en duizenden ge red stann om het leed te verzachten, de on- gelukkigen te steunen en balsem te gieten in de geslagen wonden. Hoog en laag maakt zich gereed tot bet verkenen van hulp, veetcn worden vergeten, het woord is thans aan de menschlievendheid, die als steeds, wanneer de nood buitengewoon nijpt, geen politiekejgrenzen of afscheidingen kent, maar helpt en steunt waar hulp en Bteun noodig i». Koning Victor Emmanuel is begonnen met het geven van een voorbeeld van hooge plichtsbetrachtinggedachtig aan hetgeen zyn vader deed. die tijdens het woeden van de cholera te Napels, snelde naar de geteis terde stad en persoonlijk aan de ongelukki- gen hulp on troost bracht, is hy met zyn gemalin onmiddellijk naar de zwaar be proefde streken getogen, om met eigen oogen de ellende te zien en voor zoover mogelijk te lenigen. De Paus zou, had hij de eerste opwelling van zijn edelmoedig hart kunnen volgen, als de brave herder reeds bij zyn rampzalige kudde zyn, willen maar zijn gezond heidstoestand veroorloofde het niet. De gryze keizer van Oostenryk stelde een vorstelyke som ter beschikking. En over de geheele wereld is de kreet van ellende gehoord en materieele ondersteuning en andere bewijzen van sympathie zullen in ruime mate aan de ongelukkigen ten deel vallen. Medegevoel en lyden is een troost en die troost zal den armen Italianen ruimschoots ten deel vallen. Er schijnen drie sismische centra te zyn geweest; een in Calabrië, een in Sicilië en het derde ergens in de Middcllandsche Zee het juiste punt is nog niet vastgesteld. Merkwaardig is het, dat sedert het begi van de aardbeving de drie vuurspuwende bergen, de Yefluvius, de Etna en de Strom- boli, plotseling opgehouden zyn te werken. Wat Calabrië betreft, is het weder dezelfde streek als voor drie jaren, die door de ramp getroffen is, thans echter over een grooter oppervlak, ofschoon de aardstooten minder hevig schijnen te zyn geweest. Telkens eu telkens weder is die streek het tooneel van groote rampen. De bevolking woonde er, als het ware, op een vulkaan. Sedert drie jaren zijn er meer dan 300 meer of minder zware aardschokken waargenomen en" gedurende al dien tijd leefden de bewoners in bange ver wachting van de groote ramp, die zij als het ware voelden naderen. En die ramp is thans gekomen. Reggio is verwoest, Palmi is van de aard verdwenen, benevens tal van andere plaatsjes. Op Sicilië heeft Mcssina het meest gele den. Daar hebben de woeste, huizenhooge golven schromelyk huisgehouden, eeuwen heugende huizen weggeslagen, machtige sche pen als notedoppen opgeworpen en helaas een groot deel dor nyvere bevolking ver zwolgen. De geheele streek van Messina tot Catania is één ruïne. De aardbeving in Italië schijnt niet op zich zelf te staan, ook in Frankrijk zyn schokken gevoeld en volgens een telegruin in het Hbld ook in Montenegro. De .Lokal Auzeiger" verneemt van zijn correspondent te Rome: Menschen van liet stoomschip .Saffo", dat tijdens dit onheil op de ree van Messina aankwam eri nu met vele vluchtelingen in Catania is aangeko men, vertellen Wy hoorden een vreeselyk bruisen, de zee kwam in oproer, maar wij hadden geeu ver moeden, wat zich niet ver van ons had af gespeeld. Eerst toen de ochtendschemering aanbrak kon men er zicb een beeld van vormen, wat er was voorgevallen. Het over treft alles wat er in de herinnering leeft van vroegere rampen in deze rampzalige streek. Het is onmogelyk de verschrikking in haar heele tragische grootheid te schilde ren. Bijna de geheele groote, bloeiende stad was, gelijk wy van boord af zagen, in eén puinhoop veranderd, en midden in dien bouw val verheffen zich als reusachtige griezelige geraamten de gebarsten muren van het raad huis en het hotel Trinacria. Al de andere schitterende paleizen langs de haven en het Corso Garibaldi zyn verdwenen. De wegen liggen vol puin, op verscheiden punten der verwoeste stad flikkeren bloedroods vlammen opelders stygt er een dichte, zwarte rook op. De eerste machinist van de .Saffo' ging met acht man naar wal. Het kostte moeite, want de golven waren woest. Zij wilden helpen. Het gejammer onder de puinhoopen vandaan was hartverscheurend. Tijdens de verbijstering plunderden de losgebroken ge vangenen de stad, met name de Bank van Sicilië en andere verwoeste instellingen. Een groot deel der ingezetenen zit opgesloten in hun huizen of onder het puin. De gelande matrozen boden de eerste hulp. De soldaten zaten allen onder de puinhoopen. Napels, 30 Dec. De koning en de konin gin zijn hedenochtend te Messina aangeko men. Al de schepen van het eskader losten kanonschoten. De vorstelyke personen stap ten aan wal en waren toon onmiddellyk by het afgrijselyk tooneel van dood en verwoes ting. De beangste koningin hield haar han den voor de oogen en weende bittere tranen. Een groote menigte van de zoo zwaar ge troffen bewoners viel voor het koninklijk paar op de knieën en smeekte het een einde te maken aan de vreeselyko overstrooming, die de streek verwoest. Het weeklagen maakte zulk een diepen indruk op de koningin, dat zy zich terug moest trekken en niet in staat was het bezoek voort te zetten. De koning, vergezeld van zyn gevolg, be gaf zich naar de puinhoopen. In zijn bijzijn werden personen daaruit te voorschyn ge haald en hij zelf nam deel aan het reddings werk, troostte de gewonden en verleende hun de eerste hulp. Het is onmogelijk, zelfs bij benadering, het aantal slachtoffers te schatten. Het valt niet te berekenen. Messina is weggevaagd. Wat de aardbe ving had overgelaten is door liet water mee gesleurd. De vloedgolf stortte zich met ont zettend geweld over het land. Te Catania zijn door een paar stoombooten de eerste gewonden aangebracht Zij waren van alles ontbloot en waren in half verhongerden, deemiswaardigen toestand. Een vrouwelijke ooggetuige, die de ramp ontkomen is, ver telde het volgende Wy sliepen nog en werden plotseling ge wekt door een hevig geraas. Het was alsof alle helsche machten waren losgebroken. De muren wankelden, de vloer spleet open en we vielen met onze bedden en al een ver dieping naar beneden. Hoe we uit huis zijn gekomen, weten we zelf niet. Het was bui ten pikdonker. Een vreesclijke storm gierde ons tegen. De regen viel in stroomen. We hoorden aan alle kanten gejammer. Met mijn twee dochters holde ik door de straten we trachtten weg te komen uit de huizenzee, die ons dreigde te verpletteren. Onderweg kwamen we scharen andere vluchtelingen tegen. We moesten ons dikwijls een pad ba nen over steenmassa's van meters hoog. Neer gestorte balkons, vensters, balken, stukken ijzer, alles wild dooreengeworpon, versperden de straten. Hoe we door die hel zijn heen- gekomen, weet ik nóg niet. We wisten eigen lijk niet recht wat we deden en wisten niet dat we de redding tegemoetliepen. Bij de haven gekomen, grepen ons sterke armen we waren in een schommelende sloep getild en werden vervolgens naar een schip ge bracht. Het spook van don dood heeft ons losgelaten, om anderen na te jagen. Myn God, wat een ongeluk, wat oen ontzettende ramp De eerste schok in Messina was er een van kolossale kracht. De volgende schokken kwamen snel op elkander. Het was weldra de eene schok na den anderen. Doodsangst maakte zioh van de bevolking meester. Velen waren als verlamd van schrik. Het aan zee gelegen deel heeft het allermeest geleden. De schoonste paleizen en kerken stortten in en onbeschrijfelijk was het gejammer, dat van alle kanten opsteeg. Neervallende muren bedolven ieder die niet gauw zijn weg naar buiten wist te vinden. Alles vluchtte door elkaar het was een weergalooze verwarring. Onder donderend geraas ontplofte de gas leiding, waardoor overal brand ontstond. De storm wakkerde de vlammen aan. Toch wa ren er enkelen, die het hoofd niet verloren aantal moedige kerels vormde een red dingsbrigade en trachtte te redden wat te redden viel, muar het mocht niet veel meer baten. In Catania schynt zich alles opeen te hoopen wat levend uit Messina gekomen is. In Messina brandt het nog en daar het natuurlijk niet overal mogelyk is de lijken tijdig te bergen, bestaat er groot gevaar voor het uitbreken van een epidemie. Het berging* en reddingswerk wordt een gevaarlijke on derneming. Nadere berichten heeft de kapitein van de Montebelle, die uit Messina vyf honderd vluchtelingen naar Catania bracht, naar Rome geseind. Hy schildert, uit eigen aanschouwing en op grond van hetgeen de geredden hem verteld hebben, de ramp als een toppunt van verschrikking. De Montebello lag op de reede van Messina, toen's morgen vroeg drie geweldige schokken met zulk een kracht op elkaar volgden dat het schip op angstwekkende manier heen en weer geslingerd werd. Toen de bemanning verschrikt naar boord snelde, zag ze hoe een vreeaelijke vloedgolf zich over Messinu stortte en hoe de stad reeds één reusachtige puinhoop vormde waaruit hier en daar de vlammen opstegen. Aan de haven stonden de vluchtelingen zicht to verdringen eu ze liepen het water in om bij do booten te komen. Slechts weinigen ge lukte het een paar groote booten te hereiken. Behalve de Montebello namen nog nadere schepen vluchtelingen aan boord. Alle men schen waren zoo ontdaan, dat ze slechts één verlangen hadden zou gauw mogelijk weg van de plaats des onheils Wat de mannen en vrouwen en kinderen, die gered werden, vertelden van betgeen ze beleefd en gezien hadden, deed denken aan de schriktooneelen uit de hel van Dante, zegt een berichtgever. En de algemcene duisternis verhoogde het angstwekkende van de losgebroken natuur krachten. De kapitein van de Montebello zegt, dat het donderend geraas van de zee nog sterker was dun het oorverdoovend gekraak van de instortende huizen en het neerploffend puin. Hy gelooft, dat ook zeer vele schepen met man en muis zijn vergaan. De haven van Messinu lag juist vol schepen. J. D. DE BOER en Echtgenoote 1'egal, 1 Jan. 1909 Veel heil en zegen toogewenscht aan familie en vrienden door W. F. K. MEIJER, Stoker le klasse, a. b. Hr. Ms. «Noordbrabant", Oost-Indië Veel heil en zegen toogewenscht aan familie, vrienden en bekenden door H. MEIJER, Sergt.-Majoor Oost-Indisch Leger, en Echtgenoote Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en kennissen van W. VUISTING on Echtgenoote „Batavia (Ned. Oost-Indië) Een gelukkig Nieuwjaar toogewenscht aan vrienden en bekenden van C. DESPLANQUE Soerabaja, 1 Jan. 1909 en Echtgenoote Wü als Niouwodiepers onder elkaar, Wenschen familie, vrienden on bekenden een [gelukkig Nieuwjaar. Als onze tijd bier is vervlogen, Dan zijn wij alle opgetogen. Dan gaan wij weer naar 't Nieuwediep, Want daar is dan weer balmuziek. M. BETHLEHEM. J. NANNINGS. H. RENSMAAG. J. SCHENK. E. DUIJVELSHOFF. A. GROEN. D. J. BLOKKER, Matroos. P. J. MOOR, Kleermaker. J. VLAMING. G. H. CHRISTIANI J. DISSEL. Stokers aan boord Hr. Ms. Ileemskerck", Cnraijao, West-Indië. Bij het eindigen van het Oude jaar en de intrede van het Nieuwe jaar, wenschen wij aan familie, vrienden en bekenden «veel heil en zegen". W. VERHAGEN. C. VAN BREDERODE. Stokers le kl. a. b Ilr, Ms. «Gelderland W est-Indië P. J. PERKHOUT. 1 Jan. 1909 Auckland (Nieuw Zeeland) Voor 1909. Men weet 't, by 't begin van 't jaar Wenscht men „veel heil en zegen" En voorspoed toe elkaar. Maar toch, en niemund spreekt dit tegen, Is dit van harte niet altijd wel gemeend. Niettemin, men kan ons gelooven, Wat wij zeggen komt rechtstreeks Van uit het liait, troes trang naar boven. Daarom zeiden we tot elkaar Wy moeten ook iets doen voor het nieuwe jaar. We zullen beginnen met de kameruden, Die zullen denkelijk wel kunnen raden, Als men onze namen ziet, Dat zijn jongens die men niet bestempeld Met den naam van saaien Piet. De dames uit den Helder of Willemsoord Krijgen hierbij een gelukwensch eerste soort; Voornamelijk zy die by Henning onder de bak Zoo gaarne een marineman nemen op de hak, Want gij toch, gaaft ons (dat moet je niet Veel gelukkige oogenblikken. [vertikken) Wij hopen, dat gy altegaar Nog tegenwoordig zijt het volgend jaar, Dan komen wij op ons gemak Met een rcuzenuap in onze zak Gezellig weer samen onder de bak. De tweede is nu aan de beurt, Want onze gedachten zijn nog niet gescheurd, Op Minneboo is het gemuut, Want zijn comsumptie is niet uangudund. Daarom wenschen we altegaar Hem voorspoed in het begonnen jaar. Maar gij moet ons laten weten, Dat gij ons niet zult vergeten, En komen wy behouden aan Dan moet er een vaatje bier klaar weer staan, En doet gij dat niet, dan wenschen wy u naar En zullen naar een ander gaan. [do maan Wij moeten om vorgeving vragen, Hoe wij het konden wagen Om bijna moeder van Leyen te vergoten, Daar hebben wy in ernst pleiziorige dagen [gesleten. Want moeder, gij bloeft nooit in gebreke Als wij eens in de misère waren gezeten- Daarom komt deze wensch van uit de West, Eu wat wij u wenschen weet gij hot best. Tevens dat dit jaar u veel heil aanbrengt En gij nog eens bij wijlen aan ons denkt. Verder de groeten aan alle bekenden van ons die zich noemen de ondergeteekenden C. KERKHOFF. H. J. v. TOLEDO. G. DEKKER. J. DE RIDDER. H. KROS. Eenige stoomleveranciers v. d. Heomskerck". J. W. NEERVOORT, Korp.-Stoker a.b- Hr. Ms. Tromp roept familie en bekenden een gelukkig Nieuwjaar toe. Ned -Indie, I Junuuri 1909 Bij de intrede van 1909 roep ik uan familie, vrienden en bekenden een gelukkig Nieuwjaar toe. C. BAKKER, Schoenmaker, a. b. Hr. Ms. „Noordbrubunt" Oost-Indië, 1 Januari 1909 Veel geluk en zegen toegewenscht aan fumilie, vrienden en kennissen bij de intrede van het Nieuwjaar. A. DIJKSHOORN, Soerabaja - Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en bekenden van G. J. SCHUITEMAKER Soerabaja, 1 Jan. 1909 en Echtgenoote Aan familie, vrienden en kennissen een gelukkig Nieuwjaar. J. B. DE WIJN, Los Angelos, Ztiid-Amerika Met het jaar 1909 wenschen wy familie, vrienden en bekenden -veel heil on zogen' toe. .1. KONIJN. C. ROODT Jz. Pasaic N. J. Noord-Amerika B. SCHAGEN. Th. F. MARIJT. 1815 Van Ness Avenue, San Francisco, p.f. Californiu U-S.A. W. VAN HEIJST en Familie. 2328a Buena Vista Avenue, Alameda, p.f. California U.S.A. Aan familie, vrienden en bekenden goed jaar toogewenscht M. KOüRN, Echtgenoote eu Kinderen Duitsburg (Duitachland) Een pleizierige zomer gewenscht aan do fietsrijders on rydsters, door den SPORTMAN Bij den aavaug des jaars brengen ondcr- geteekendou hunne heilwenschon aan hunne begunstigers, vrienden en bekenden, zoowel binnen als buiten du gemeente Th. MINNEBOO en Echtgenoote Café Zuidstraat 85 p.f. W. J. M. CORPORAAL en Echtgenoote Veel Heil en Zegen. Aan mijn geachte cliëntéle. Ondergeteekende maakt tevens bekend, dat vanaf 4 JANUARI halve Varkenskoppen en Pootjes verkrijgbaar zijn a 12'/a cent per 5 ons. CHR. GOES, Goversstraat 29. Onzen welgemeenden Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en begunstigers, zoowel binnen als buiten deze gemeente A. TABELING Vischstruat 35 en Echtgenoote Met dank voor het Oude, roep ik by do intrede van een nieuwen jaarkring mijne ge achte begunstigers, familie, vrienden en be kenden een gelukkig en gezegend Nieuw jaar toe. WED. J. AGEMA en kinderun ComDitostraat 26 Handel in kruidenierswaren JAARSGROET aan mijne ge achte begunstigers, vrienden en bekenden. Mr. Schoenmaker, Californiestraat No. 15. By den aanvang van het Nieuwjaar wordt alle Heil toegewenscht aan begunstigers, fa milie en vriendon, door CIIR. J. E. OOSTKNBRUG en Echtgenoote Vleeschhouwer en Spekslager, Schagenstraat 32 p.f. H. J. SEEBOLDT, Tailleur A. J. SEEBOLDT-LAMMERS Veel geluk cn zegen in het nieuw begon nen jaar aan familie, vrienden, bekenden en begunstigers, van J. Ph. WASSENAAR Gravendwarsstraat 1 en Echtgenoote N. V. BOUWSTOFFEN, v;h P. MESSELAAR, Alkmaar. Filiaal Helder. p.f. Het Compliment van den Dag aan familie, vrienden en begunstigers C. J. VRIJVOGEL Schagenstraat 9 en Echtgenoote FEUILLETON. 14) Hy zal waarschijnlijk wel hier komen, hoe wel hy heel zwak lijkt. Hy ziet er volstrekt niet vriendelyk uit, maar hy was zoo ont daan en hulpeloos, dat ik waarlijk medelijden met hem had. Nu ik bén nieuwsgierig wat hiervan zal komen. Ik geloof zeker, dat die ontmoeting niet voor niets is geweest. Je bent een ge luksvogel, Ella Eenige dagen later kwam Jana zeggen dat er een heer was, die zy aarzelde het te zeggen verlangde juffrouw Craig te spreken. Laat hem dadelijk binnenkomen. Jane, reide mevrouw Debrisay, en een oogenblik later trad de held van Ella'a at^aluur strom pelend binnon. na zyn hoed in de gang te hebben achtergelaten. Neem mij niet kwalyk, zeide hij, op een stoel neervallende. Ik ben zoo zwak en het is een lange weg van het station hierheen, maar ik heb u niet vergeten, zooals u ziet, juffrouw. Het is mij zeer aangenaam u te ont vangen, zeide mevrouw Debrisay vriendelyk. Maar ge hadt u die moeite niet moeten geven, voegde Ella er medelijdend bij. Ik verlangde u te spreken, zeide hij. Ten eerste omdat ik uw geld wilde terug brengen, en dan omdat ik u een paar vragen wensch te doen, zou u er teu minste niets op tegen hebt. Volstrekt niet. De man antwoordde niet dadelijk, maar keek eerst de kamer rond. Gy hebt een (mooie woning en een stukje tuin is altijdgaangenaam. Uw kamer is veel beter dan dejmijne, maar zy zal ook duurder zijn. Ik betaal twaalf gulden voor een slaapkamer en het gebruik van zitkamer. Wij betalen niet veel meer voor twee kamers, zeide mevrouw Debrisay. Is die dame uwe moeder? vroeg hy naar mevrouw Debrisay zieude. Neen, maar zy is even goed voor ray, alsof zij mijne moeder is. En ben je er zeker van, dat je geen Schotsch bloed in de aderen hebt Myn vader was een Schot. Hierop haalde do man haar kaartje voor den dag. Juffrouw E. J. Craig, las hy lang zaam. Wat beteekenen de E. en de J. Ella JoBcelya. Dat is toch geen doopnaam, Waar woondo je vader Te Glasgow. ZooEn hoe heette je moedor Newburgh. Juist. Je vader heette John Craig en was klerk aan de Westelijke Bank van Schotland Myn vader heette John; maar ik weet zeer weinig van hem. Ik herinner my slechts flauw, dat hij goed en lief voor mij was. Ik heb hem des te boter gekend ik kende hem reeds in zijne kinderjaren, Myn naam is ook Craig Alexander Craig en ik ben ne oudste broeder van je vader. Waarlijk riep Ella, aangedaan en ver- heugd, iemand van de bloedverwanten van haar vader te ontmoeten. Dan is u myn oom Ja, antwoordde de oude man doodleuk. Waarde heer, zei mevrouw Debrisay, Ik hoop, dat u de omvoorziehtigheid van eene vrouw van eenige ervaring niet ten kwade zult duiden maar zou u eenig bewijs kunnen levereu dat u de oom van dit lieve kind is U hebt gelijk, mevrouw. Hier is een brief van de grootmoeder van mijn nicht, ongeveer vijftien jaren geleden door haar geschrevon en daarin verklaart zij, dat zij het kind zou aannemen en voor haar zorgen, mits de bloedvorwanten van haar vader zich in het vervolg niet aan haar zouden vertoonen. Ik was ongehuwd en koopman en volstrekt niet ingenomen met het huweljjk van myn broeder, omdat de familie van zijn vrouw met minachting op ons neerzag. Daarom heb ik mij niet bekommerd om het kind. Ik heb van je vader gehouden als van een zoon, vervolgde hij, zich tot Ella wendende. Je lijkt een weinig op hem. Je moeder was oen mooi, donker meisje, maar ik heb haar na hun huwelijk uit het oog verloren. Hier is de brief van je grootmoeder. Ella las den korten, scherpeu inhoud van den brief, waarin mevrouw Newburgh hare eischen to kouuen gaf, en die tot den heer Alexander Craig was gericht. Het is inderdaad de hand van mijn grootmoeder, zeide Ella, terwjjl zij den brief aan mevrouw Debrisay overhandigde. Ik ben verheugd, dat ik u gevonden heb, oom I Dank jo, riep hij uit en hield hare hand voor een oogenblik in de zijne. Het was het werk der Voorzienigheid, die je naar die straat heeft gebracht, om mij te helpen. Ik had al dadelijk gezien, dat je geen vreemde voor my waart. Waar is je grootmoeder? In het graf, zeide Ella droevig. Zij stierf plotseling in mijne arm. Zij is in November gestorven en zy is altyd heel goed voor ray geweest. Je hebt ten minste een degelijke op voeding gehad, want het schijnt ray toe, dat jij je niet schaamt over oom Sandy, hoewel hij van geringe afkomst is. SchamenVolstrekt niet. Welk een zonderlinge ontmoeting, zeide Ella, toen haar oom, na nog een geruimen tjjd gepraat te hebben, was vertrokken. Hy zal je zeker al zijn geld nalaten, en je moet aun de toekomst donken lieve. Maar waarom denk jo dat hy ryk is Hij is bijzonder zainig eu heeft zich geen enkel woord laten ontvallen, waaruit men kan opmaken dat hy ryk is. Wij zullen hierover niet twisten maar ik heb mjjne bepaalde meoning. Hoe 't zij, ik ben er zeker van, dat je een bloedverwant niet den rug zult toekeeren, ook al mocht hij niet r(jk zijn. Neen, zeker niet, riep Ella, maar wel vrees ik, dat hy het ons lastig zal maken, wanneer hy, zooals hy van plan is, in onzo buurt komt wonen. Dat zul niet van langeu duur zijn, zeide mevrouw Debrisay troostend. Zoodra hij her steld is, zal hij zeker weer naar Schotland tcrugkeeren. Het was in het laatst van den zomer. Gom Sandy had niets van zich laten hooren, en mevrouw Debrisay en Ella waren druk in de weer met het geven harer laatste lessen aan do leerlingen, die spoedig de stad zouden verlaten. Tot haar groote verbazing had Ella een brief gekregen van haar nicht Evie, nu lady Finistoun, en zy had den brief ter stond beantwoord. Het was zoo weldadig na langen tijd weer eens te bemerken, dat men niet is vergeten. Het grootste nieuws dat Evie haar mededeelde, was, dat Leslie Wa ring niet te Londen terug was maar nog steeds te Monaco was en daar grof speelde, een tijding, welke Ella zeer pijnlyk aandeed. Mevrouw Debrisay on Ella wandelden naar huis, nadat zij elkaar toevallig in don trein hudden ontmoet. Ik vind, zeide mevrouw Debrisay, dat ons huisje het netste uit de geheele buurt is, maar ik geloof waarlijk dat de bladeren reeds aan het vallen zyn. Het groen wordt donkerder, dat is alles antwoordde Ella. Kijk, Deb vervolgde zy, mevrouw Puddiford heeft een bordje uan het venster geplaatst. De bewoner van de bovenkamer schynt dus vertrokken te zyn, Die kamers zouden juist geschikt zijn v-oor je oom. Ik zou dun een ooj»je op hem kunnen houden, en het zou minder lastig voor ons zyn, bom behulpzaam te wezen, wunneer hij in hetzelfde huis met ons woont. Den volgenden morgen ontving Ella een brief van den heer Craig. Hij was, schreef hy, in de laatste dagen zeer onwel geweest, maar nu was hij veel beter, zoodat hy van plan was zijne nicht en hare vriendin de naam dezer dame was hem ontschoten spoedig te komen bezoeken, en dat hy hoopte, dat zij hem dan behulpzaam zouden zyn in het vinden ecner woning. Wel, zei oom -Sandy, die den volgendon dag reeds in uon rijtuig kwam, terwijl hij zijn hand naar Ella uitstak, ik had niet ge ducht je weer te zien. Ik ben in do laatste dagen heel slecht geweest, zoodat ik dan ook gaarne by u zul blyven eten. Het is ons zeer aangenaam, dat ge ons weder opzoekt, zeide mevrouw Debrisuy. Het treft zeer goed, dat hierboven juist kamers open zijn gekomen. Dan wil ik die wel huren, als zij ten minste niet te duur zijn. Dun zullen wij dudeljjk naar mevrouw Puddiford, onze huisvrouw, gaan, zeide me vrouw Debrisay. Hierop volgde eene lange beraadslaging, waarvan de slotsom vq^s, dat de hoer Craig de kamers tegen zestig gulden per maand huurde, en den volgenden Maandag reeds zyn intrek by haar zou nemen. Reeds dadelijk nadat oom Sandy zich by de dames had gevestigd merkten beiden, dat z\j niet voel van hun vacantietyd zouden genieten. De oude heer eischte zonder de minste uarzeling telkens haar hulp en gezel schap en daarenboven maakte hy steeds aanmerkingen op de prijzen, die zij betaalden voor hetgeen zij voor hem koohteu. Niettemin bleef mevrouw Debrisay by hare meening, dat hij millionair was, hoewel zy dit zorg vuldig voor zich hield. Bij al zjjne eigenaardigheden had oom Sandy toch iets waardoor Ella zich tot hem aangetrokken gevoelde De oude heer was zich blijkbaar niet bewast, dat hij meur eischte dan hy gaf en Ella werd telkens getroffen door de hartelijke genegenheid, welke hij hij voor haar toonde. Stoeds hel derde zyn bleek gelaat op, wanneer Ellu in zijne nabijheid kwam, en de benaming «lieve" kwam onbewust over zijne lippen. Het feit, dat Ella rood haar had, zooals hy beweerde, scheen een van Ella's sterkste aanspraken te zijn op de genegenheid van haar oom, daar hij dit beschouwde als ecu zeker bewys, dat zy tot zijn familie behoorde. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 1