KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wioringen en Anna Paulowna
DOOR BEIDER SCHULD.
No 3769.
Zaterdag 27 Maart 1909.
37ste Jaargang
Bureau: Spoorstraat.
Telefoon 59.
BureauKoningstr. 29.
Interc.-Telefoon 50.
ABONNEMENT i
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct^ fr. p. post 75 et, Buitenl. f 1.25
iZondagsblad 37* 45 fO.76
s Modeblad
Muzik. Bloemlez.
55
60
65
85
Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling
f 0.90
f 0.90
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
ADVERTEMTIENi
Van 1 tot 4 regels25 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exemplaar2*
Vignetten en groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur san de Bureaux bezorgd zijn
Tweede Blad,
Nieuwsberichten.
HELDER, 26 Maait.
Uit het verslag van de Gezondheids-
Commissie.
Maatregelen ter verbetering
van woningen.
Krachtens de Woningwet.
Krachtens het voorschrift van art. 11 sub
b der Woningwet, heeft de Commissie in
1908 aan B. ea W. 487 woningen aangewe
zen, waarbij, ofschoon zy niet ter bewoning
ongeschikt waren, het aanbrengen van ver
beteringen noodzakelijk was.
Voor zoover de toestand inmiddels niet
reeds verbeterd bleek te zijn, werden telkens
door B. en W. blijkens de door hen aan de
Commissie in afschrift toegezonden 224 be
sluiten de eigenaren tot het aanbrengen
van de noodige verbeteringen aangeschreven.
Deze aan te brengen verbeteringen be
troffen in 108 gevallen gebreken aan metsel
en timmerwerk van de woning of hare bij
gebouwen, in 201 gevallen de rioleering
(waaronder ook gerekend zyn die, waarbij
de rioleering geheel ontbrak;, in 91 de
drinkwatervoorziening, in 68 het privaat
van 16 perceelen werd het dempen van den
welput gelast.
Afzonderlijke vermelding verdient nog een
geval, waarin het advies eene woning betrof,
die in eigendom aan de gemeente toebehoort,
en wel het verpleeghuis van het
Bnrgelyk Armbestuur in de Tuin
straat. De verbeteringen, waartoe werd
geadviseerd, betroffen o. a. den zolder, waar
de mannen slapen, die te weinig ruimte had.
en bovendien tochtig en lekkend was, en de
zeer steile en smalle trap daarheen.
B. en W. antwoordden dat de ruimte van
den zolder zou worden uitgebreid, door een
gedeelte van den voorzolder erbij te trekken
en dat de trap zou worden verbeterd. De
Commissie herhaalde in een nader schryven
nogmaals hare meening, dat deze zolder als
slaapvertrek ten eenenmale ongeschikt moest
worden geacht.
Overige verru htingen tot toepassing der
Woningwet.
Art. 46. Op haar verzoek ontving de
Commissie een opgaaf van de vonnissen door
den Kantonrechter gewezen in zake over
tredingen der Woningwet en Bouwverorde
ning. Van de in 1907 gewezen vonnissen
moeten hier nog worden vermeld een vyftal,
gewezen in de zittingen van 14 Nov. en
20 Dec.
De Commissie deed onderzoeken of de
voorgeschreven verbeteringen waren aange
bracht; dit was by twee der woningen het
geval, by drie slechts gedeeltelijk. Over deze
drie werd opnieuw aan B. en W geschreven.
In 1908 werden 12 vonnissen gewezen
wegens het niet aanbrengen van door B. en W.
voorgeschreven verbeteringen. De boeten
varieerden by eerste veroordeeling van 11.
tot f 10.by recidive werden ook boeten
van f 15.en f 25.opgelegd.
De Commissie zal in 1909 onderzoeken of
de voorgeschreven verbeteringen thans zijn
aangebracht.
Art. 49. Bij missive van 28 September
1908 vestigde de Commissie de aandacht van
B. en W. erop, dat twee menschen verblijf
hielden in een hok, staande op het laad
achter de Arlilleriekazerne, welk hok ver
vaardigd was van oude deuren en plankon
en blik van oude bussen. De Commissie
achtte hier eene overtreding van art. 49 der
Woningwet aanwezig.
Dit schrijven had geen afdoead resultaat,
daar slechts dén dei beide bewoners in het
verp'eeghuis van het Burgerlyk Armbestuur
werd opgenomen, en de andere ook tijdens
de felle koude der maand December het hok
bleef bewonen.
De Commissie schreef daarom op 22 Decem
ber 1908 opnieuw aan B. en W. over deze
zaak. Kort daarna vernam zij officieus, dat
ook de tweede bewoner in bovengenoemd
verpleeghuis was opgenomen.
Kamerverkiezing te Helder.
Men meldt uit Winschoten aan de N.Rott.Ct.:
In verband met de candidatuur van dr.
Bos voor het district Helder zullen aan
staanden Zondag twee afgevaardigden der
vrijzinnige kiesvereenigingen uit dat district
de vergadering alhier by wonen van de af
govaardigden van vrijzinnige en vryz.-demo-
cratische kiesvereenigingen in het district
Winschoten, waar over de definitieve candi-
daatstelling in het district Winschoten zal
beslist worden.
Onze Vloot.
Thans is ook te Amsterdam een afdeeling
van Onze Vloot opgericht.
De heer N. J. J. van Rijn van Alkemade,
inspecteur van administratie der Kon. Marine,
is als secretaris opgetreden.
Een uitslaand brandje, gistermiddag
ontstaan op den zolder van het woonhuis,
bewoond door Van der Heyden, aan de
Achtergracht zuidzyde, werd door de buren
iutyds gebluscht. De aangerukte brandspait
behoefde dus geen dienst te doen.
Voor de nit te voeren cantate in de
Nienwo Kerk alhier hebben zich zooveel
liefhebbers aangemeld, dat een groot ge
deelte niet kon worden geplaatst.
(Dagblad.)
Voetbal.
Naar wy vernemen heeft ook de sport-
vereeniging .Leonidas" ingeschreven tot de
Noord-hollandsche seriewedstryden en is de
loting voor de Heldersche vereenigingen
uitgevallen als volgt:
le Baaschdag: 11 April: H.V.B. XI—A.T.C.
(Amsterdam;.
(Leonidas"A.V. II (Alkmaar..
'tHeldersch Elftal zal uitkomen
met de volgende spelersDoel: Janzen
Achter: Kamp en Schuurman; Midden:
v. d. Poll, Polliug, Arnold; Voor: Kiljan,
Ryckevorsel, Rapati, Dito en De Booij.
(Leonidas' komt nit met: Doel:
van Hoek; Achter: Kruit, Boelsums
Midden: v. d. Hoek, Reynders, Luijckx
Voor: Korfi, Koorn, Taylor, Zwart en
Ketelaar.
Hoogstwaarschijnlijk spelen beide elftallen
a. s. Zondagmiddag een oefenwedstrijd op het
terrsin van de H. V. B.
Zondag 21 Maart j.I. hield de ,Bond
van Orde' van het H. S. M personeel, afd.
Helder, in café „de Pool" (bovenzaal) een
propaganda-vergadering, waaraan een feest
vierende vergadering met de dames van dat
porsoneol verbonden. De afd. mocht zich in
eene goede opkomst van byna alle leden
verheugen.
De voorzitter, de heer B. Vis Dieperink,
heette in zyne openingsrede den leden allen
harteljjk welkom, en zette in korte bewoor
dingen het doel der propaganda uiteen, en
dat deze vergaderingen niet alleen belegd
waren voor de niet-leden, doch in hoofdzaak
voor de leden, om de animo van het veree-
nigingsleven op te wekken, te verhoogen en
te versterken. Hy verwees de leden naar de
bestaande statuten, waar gesproken wordt
van de bevordering van den kameraadschap-
pelyken geest, eene goede samenwerking enz.
en twijfelde er geen oogenblik aan, dat wan
neer die zaken goed overwogen en begrepen
werdeD, voor dc leden in het spoorwegleven
met het oog op de billyke eitchen en rechten,
die de Maatschappy en het personeel onder
ling hebben, eene goede toekomst kon wor
den tegemoet gegaan. Wat de permanente
commissie uit het hoofdbostuur betrof ontving
zy ton allo tyden by de hooiden der Directie
steeds een goed en gewillig gehoorj zoodat
do verstandhouding niet beter ge wenscht kon
worden.
De vergadering kenmerkte zich door een
aangename en prettige geest en ging al spoe
dig tot eene meer huishondelyke vergadering
er.
De heeren Heertjes en BargerboB, afge
vaardigden van het hoofdbestuur, hielden
beiden eene voordracht, betreffende verschil
lende zaken, de Maatschappy en de Bond
rakende, en dienden vele leden van repliek,
waardoor allen ten hoogsten voldaan waren.
De vergadering met dames, (dank zy de
goede maatregelen door het afd.-bestunr ge
nomen) liet niets te wenschen over, de voor
drachten door leden en familie-leden van de
leden, in 't byzonder die van den heer Stem-
merding en echtgenoote, veraangenaamde zeer
de prettige stemming onderling.
De voorzitter sloot de vergadering met
allen hartelyk dank te zeggen voor de goede
opkomst en medewerking.
W de Meyier. f
Te Arnhem is Woensdag overleden, 72
jaar oud, de heer W. de Meyier, oud-lid
van de Tweede Kamer voor Alkmaar, eme
ritus predikant by de Ned. Herv. Kerk,
ridder in de orde van den Nederl. Leeuw.
Ais Kamerlid was de overledene om zyn
humaan karakter zeer gezien. Zy, die reeds
wat langer aan de binnenlandsche politiek
deelnemen, zullen zich nog helder voor den
geest terng kunnen roepen het bekende
amendement van den overledene op het
kieswet-ontwerp van minister Tak van Poort
vliet. Ofschoon het amendement met de
vriendschappelykste bedoelingen jegens de
regeering was ingediend, en door deze ook
niet voor onaannemelijk verklaard was, leidde
de aanneming tot intrekking van het ontwerp,
en de daarop gevolgde ontbinding der Tweede
Kamer.
By de verkiezing voor de nieuwe Kamer
werd de heer Meyier te Zaandam can-
didaat gesteld niet herkozen. Sedert had
hy ztch uit het publieke leven teruggetrokken.
Haagsch geld.
Bezoeker by het verlaten van een café
met den kollner afrekenend en hem extra een
nikkelen vjjfje gevend
.Alsjeblieft, maar wacht even, geef ik daar
geen kwartje
Kellner grynzend. „Ja, mijnheer, n heeft
gelyk, maar... t is een Haagsch kwartje 11'
v Historisch" verzekert De Residentiebode."
Ean leven vol avonturen.
De Brussclsche bladen bevatten de ge
schiedenis van eene ryke jonge juffer van
Luik, wier leven eene aaneenschakeling is
Van avonturen, die haar eindelyk op het
bankske der correctionneele rechtbank zullen
brengen.
Voor zeven jaren, zy was toen pas 16
jaar oud, wilde zy eon huwelyk aangaan
met een officier van het leger. Hare familie
belette dit huwelyk en de schoone Lucie, die
naar 't schynt zeer geleerd was, verliet de
ouderlyke woning, om te gaan leven met
den officier in kwestie. De militaire overheid,
aan welke dit werd hekend gemaakt, bad
den officier weggezonden en twee maanden
nadien vertrok hy, de jonge Lucie aan haar
lot overlatende. Door stndie bracht zy het
nu zoover, dat zy het examen aflegde van
normaalschool-regentes. Weldra had de ge
leerde, schoone Lucie vele rijke minnaars.
Zy verbleef in Duilschland en maakte te
Parys kennis met een Franschen officier,
dien zy volgde naar Algiers.
Later trok zy naar den Congo met een
anderen officier. Met oenen officier van hei
vreemd legioen reisde zy naar Indo-China
en werd aldaar de minnares van een hoog-
geplaatsten magistraat. Tjjdens eene reis in
Europa keerde zy naar Belgi6 weer.
Nu begon voor haar een leven van aftrng-
gelaryen. Onder den naam van barones de
Bonhomme, stapte zy af iirde grootste hotels
van Brussel, leefdo op breeden voet, reed
per automobiel en maakte kennis met andere
vrouwen van haren aard. Als hare rekening
eene groote som beliep verliet zy heimelyk
het hotel, slechts ledige koffers achterlatend.
Koffers met ryke kleederen, enz., stonden in
een klein huis, dat zy tegen geringen prys
had gehuurd. Het regende klachten tegen
haar, doch de dievegge bleef onvindbaar.
De politieofficiers ontdekten haar Woensdag
avond in een koffiehuis der Bisschopstruat,
waar zij champagne dronk in een vroolyk
gezelschap. De avonturierster werd naar het
commissariaat op de Nieuwe Graanmarkt ge
leid. Hare echte identiteit werd spoedig
vastgesteld en talryke brieven nit alle landen
aan het adres (de barones de Bonhomme"
toegekomen, werden in 't koffiehuis in beslag
genomen.
Een kort oversicht deser brieven bewees
dat Lncie X., op één jaar tyd, ongeveer 50,0<'0
fr. verteerde. Volgens zy zelf zegt, verteerde
zy nu sedert 1 Januari mevr dan 3-),000 fr.
Zy werd in de gevangenis der Miniemen
opgesloten ter beschikking van 't parket.
(»H. v. A.")
De hond aan de telefoon.
De •Rhein.-Westf. Zeitung" vertelt het
volgende
In een Dnitsche stad was een koopman,
de heer Maier, zyn hondje, een mooien pin-
scher kwijt geraakt. Hy dacht aan diefstal
en deed er daarom aangifte van aan een
politiebnrean.
Den volgenden dag werd hy telefonisch
opgeroepen door den commissaris van politie
in een Dabnrige gemeente. Deze vroeg hem,
zyn hondje eens te roepen. De heer Maier
begreep er niemendal van, en deelde mee,
dat zyn hond al twee dagen weg wss. De
commissaris zei hem toen dnidelyker, dat hij
in de telefoon den naam van zyn hond roe
pen moest. En de heer Maier aan 't roepen
.Ami! Ami!" Hy kreeg antwoord ook: een
vroolyk geblaf van zyn pinscher
Door de politie in Maier s woonplaats was
van den vermoedcljjken diefstal van een
hondje, onder opgaaf van sigcalcment, ken-
n'8 gegeven aan de politie in de naburige
gemeenten had toen een agent iemand met
zoo'n hondje zien loopen. Deze was meege
nomen naar 't bureau, waar hy evenwel vol
hield, dat het zyn eigen hondje was; hy
had het al lang gehad. De commissaris had
toen den heer Maier opgescheld en den tele
foonhoorn voor 't oor gehouden. De pinscher
was, toen hy zyn baas zyn naam hoorde roe
pen, zoo vroolijk gaan blaffen en kwispel
staarten, dat de dief begreep, dat hy tegen
de lamp was geloopen en den diefstal bekende.
Zeemeerminnen.
Bekend is dat volgens het onde verhaal
in zee wezens leven, half visch, half mensch,
die daar in de diepte heerlyk woningen
hadden, ryk versierd met prachtige schelpen
en horens van afwisselende grootte en klenr,
met naast deze voortbrengselen van de fauna,
een flora van den zeebodem, schoouer tuin
vormende, dan er op aarde een te vinden is;
bewaakt werden zij door eon stoet wachters
ia schitterende liverei. Wij prozaische men
schen weten wel, dat deze verhalen behooren
tot het ryk der mythen. En tochwy
vonden vermeld, dat een paar jaar geleden
in Ned.-Indië door den heer G. H. Luna twee
z- emeerminnen werden geharpoeneerd, eigen-
lyk twes zeemeermannen. Een der geharpoe
neerde dieren woog circa 6t'0 800 KG. De
gcheelo lengte bedroeg 3 M., lichaam 175 M.,
die van den kop 1.10 M. on van het dikaie
deel van den staart 0.591 M.; de staartvin
was 0.98 M. breed, de zwemvin 0.47J M.
lang en 0.41 M. breed.
Het zeedier ia de Perampoean Laoet (d. i.
letterlijk (Trouw der zee I) der Maleiers
vroeger kwam het meer algemeen in den
Archipel voor; tegenwoordig is het daar en
ook in de meeste streken van den aardbol
uitgeroeid. Het wordt alleen slechts aan de
kusten van Nienw-Goinea, Celebes en voor
namelijk de Molukken waargenomen. De
wyfjee hebben goed gevormde borsten als
die eener vrouw, welke borsten eerst te zien
komen als de vier centimeter dikke huid
gevild is. Wanneer de zwemvinnen van het
vleesch ondaan zyn, dan lijken zy precies
op het geraamte van een voorarm, met een
hand, vyf vingers en vyf nagels.
Volgens de Encyclopuedi van Ned-Indië
vertoonen zy zich alleen in den nacht en laten
van tyd tot tyd een diep geluid hooren
overdag komen zy niet te voorschijn. Over
het algemeen houden zy zich in diep water
nabjj de kust op. Hun vleesch ziet er uit
als kaltsvleesch, is wit, zacht, saprjjk en
tranig, doch wordt met smaak door inlanders,
Mohammedanen zoowel als Papoea's gegeten.
Het vet wordt verzameld en vau de been
deren snjjwerk vervaardigd.
Verbitterd. De matroos zocht vergeefs
in zyn zakken al het ontvangen geld was
reeds verbitterd.
Uit de Raadszaal.
Tien onderwerpen ter behandeling. Zoo op
't oog een flinke kluif, waaraan je minstens
voor een viertal uren genoeg had. 't Viel
echter mee voor ons geduld. Van acht
tot half elf, prachtig afgemeten om je humeur
niet te bederven, te prikkelen. n avondje
dat, evenals onveranderd vastgestelde notulen,
by het cindo met berustig je goedkeuring
kan wegdragen. Zooals gezegd, er scheen
genoeg op schotel, maar de last, de graagte
van altyd, om eens goed toe te taston, ont
brak min of moer, waarschijnlijk tengevolge
van den nieuwen drampkring, waarin we
dezen keer moesten ademen.
„Zitten allemaal zitten I"klonk
plots bytend achter ons de ritmeestersstom
vau den bode, toen eenige hooiden van de
tribune wat lang rondkeken in een ongewoon
spiegelgladde omgeving, waar d ftige gas
kronen een helder licht verspreidden en waar
een sterke verflucht aan enkelen gelegenheid
gaf tot het traditioneele hoesten en niesen
en schraperig neuaophalen.
,Zitten 1" Jawel, we zaten al, eerst
met z'n vyven, later nog één, we zaten
al met z'n zessen, als haring gepakt, wel wat
primitief, en tjjdens het zorgvuldig onderzoek
van een paar geloofsbrieven, dacht ik onwil
lekeurig aan -de brave collega's op zeker
dorpje onzer provincie, die -- by eventuëele
raadszittingen in een bedstede moeten
plaats nemen, om vandaar te koekeloeren en
te pennen, gelukkig uit het hinderlyk gedrang
We begonnen dan met ingekomen stukken
en mededeclingen, die zonder veel tegenspoed
ten einde waren gebracht, zoo niet in dat
allerlei" een aanvrage van f800.was
voorgekomen. Zoo'n buitensporige subsidie
veroorzaakt natuurlyk wacht een beetje',
stopt in den regel den goeden gang, wordt
zoo maar niet gul ééu-twee-drie uitbetaald
in den vorm van «algemeen vóór".
Begrypelyk, d-t by zoo'n oogenblikje van
al of met geven eener Beduidende som, on
middellijk de inderdaad ongunstige gemeente-
financiën als een struikelblok in den weg
worden gelegd. Maar de heeren sprongen
er nogal luchtig over heen, misschien met
de gedachte aan de niet-alledaagsche ge
beurtenis in den lande, en omdat we nr
eenmaal willen feestvieren op een wijze, die
niet aan 't karig-bekrompene grenst. Uit
stellen tot een volg<nde vergadering mocht,
met 't oog op den tyd, niet worden toege
staan en daarom: geven of weigeren. Maar
zo streken d'r hand niet zoo haastig over
't hart. Ze wisten niet eens wat zoo'n com
missie wel van plan was met de duiten en
hoewel deze duisternis eenigszins werd ver
licht door zekere en onzekere toelieh'ingen,
de tegenzin in het nu-eens-royaal-zyn was
hoofdzakelijk omdat de subsidie te duur en
onze gemeentekas te arm was. D&n de helft,
dus f 400. het laatste redmiddel in gedwon
gen, schijnbaar twijfelachtige oogenblikken,
waarin je toch moet beslniten. Eindelyk
stemmen. Eerst voor het voorstel verminde
ring, dan over hel geheele bedrag. Do helft
vond geen genade, werd verworpen en het
slotde feestcommissie krijgt acht hond. rd
galden, kan alzoo wat ruimer adem halen in
komende dagen.
Na deze geldkwestie eenige meer of minder
belangryke onderwerpen, waaronder een ver
velende herinnering aan onze telefoon-geschie
denis, vervelend voor hen, die daarbij geen
direct belang hebben en dus buiten de
kwestie staan, dubbel vervelend voor het
Gemeentebestuur en voor den concessionaris,
en zeer netelig voor de leden van de ter
onzaliger ure in hot leven geroepen telefoon-
commissie. «Die zijn g.. brandt moet op de
blaren zitten*, zegt een oud-Hollandsch spreek
woord, en met een variant op bet bekende
gezegde: «de afwezigen hadden ongelyk',
mug men een der leden van die commissie
w e 1 gelyk geven, dat hij afwezig was. lloe de
afloop ook zal zyn van de onderhandelingen,
vast siuat, dat de belanghebbenden by een
goede bediening van de telefoon en by een
billijke regeling van de tarieven geen reden
hebben dankbaar te zyn voor hetgeen in deze
w e I en voor hetgeen niet is gednan. Wy
willen hopen, dat het aan B. en W. zal lukken,
van den concessionaris gedaan te krygen,
hetgeen in de oorspronkelijke regeling was
voorgesteld. Dan kan nog veel worden goed
gemaakt.
Daarna volgde een discussie over de
kolentransportinrichting aan de gasfabriek.
Ei n adres van de wcrklieden-vereeniging
Ons Belang', van eenige duizende hand-
teekoningen voorzien, waarin ernstig werd
aangedrongen om de vermoedeljjk in te voe
ren elevators te weren, kwam naar aanlei
ding hiervan ter tafel, maakte vanzelf de
tongen wat losser.
Het betrof hier toch een gewichtig gemeente-
besluit, waartegen zooals verwacht kon
worden een aantal belanghebbenden zich
kwamen verzetten, menschen, die nu en dan
aan de gasfabriek in dienst zyn als daar
kolen moeten gelost worden, een werk dat
in den laatsteu tyd bedreigd wordt door de
voorgestelde verandering, in dal bedrjjf.De
voor- en nadeelen werden ernstig overwogen,
het kleioe en groote belang, dat der werk
lieden en dat der gemeente werd vergeleken.
Om de betreffende werklieden ecnigszins
schadeloos te stellen wilde men dezen voor
eenigen tyd gratis brandstoffen of gas ver
strekken. Brandstof Ijjkt ons nog wel aan
bevelenswaardig, als do arme duivels zooveel
krygen, dat ze er mee kannen venten, maar
gnsOch, och, als men in de wonin
gen van deze menschen eens een kijkje
nam, in do eenvoudige vertrekken, waar
petroleum al weelderig genoeg is, maar waar
inderdaad dikwyls gebrek is aan een be
hoorlijk levensonderhoud I't Is waar,
het voordeelig product-oren van de gasfabriek
komt ten voordeele van bet algemeen, doch
als we nagaan, hoe gering de kans is dat
een particulier werkman in deze gemeente
oen andere werkgelegenheid terug t indt- als
we d&arbjj voegen dat de gemeente Helder
al bitter weinig kan doen om haar werk-
loozen tegemoet le komen, dat bel armbe
stuur dan in den regel op bekrompen wjjze
moet voo zien om een snikje ell.nde te ver
zachten, als we dit alles bedenken, dan doet
'i ons good, dal er leden zyn, die een oogen
blik op de bres komen voor een groepje
menschen die zeer zeker n-den hebben om
zich te verzetten tegen den machinalen arbeid.
ingezonden
Mijnheer de Redacteur!
U zult my zeer verplichten onderstaande
in uw veel gelezen blad op te nemen.
In aansluiting op de in uw blad geplaatste
advertentie van den Bond van Bouwvakar
beiders wil ik nog het volgende mi dt-deelcn.
In onze jongste vergadering hebben wy
besloten krachtig op te treilen tegen den
voor ons moordenden arbei-i, verricht door
verscheidene werklieden der Ryks Marinewerf
in hun vrijen tyd. Hoe die liedeu aan werk
komen P Zy werken gowooulyk beneden 't
plaatselijk loon, en zyn vry van alle lasten,
welke tegenwoordig voor een patroon nog
al beduidend groot zyn. Onmogelyk kunnen
de aannemers hier te plaatse tegen deze
werklieden concurrei-ren. Velen onzer plaats-
genooten maken hiervan gebruikal zitten
zij een avond of wat in dm rommel, dat
hindert niets. Rykswerkman, noch diegene,
die hun t werk bezorgen, denken er aan
welk groot onrecht zy ons aandoen de wer
keloosheid nitbreiden en den part-cnlieren
arbeider ten gronde richten. Plaaisgeoooten,
is bet niet hatelyk, wanneer je s avonds
van het werk huiswaarts keerend, een paar
Rijkswerklieden bij het licht eener lantaarn
eenige goten ziet aanbrengen, terwjjl er vele
onzer zonder werk loopen P De namen van
de personen, wicn ik duar zoo zag wurmen
zal ik maar niet noemenmaar mocht het
echter gebeuren, dat, nu de scb o on m a a k
drukte weer aankomt, een der onzen een
werkman van Ryks Marinewerf in hun vry en
tyd arbeid ziet verrichten, welke schadelyk
is voor den particulieren arbeider, wij dezea
persoon en diegene welke hem bet werk
verschaft, hoeft in de bladen zullen publirecren
en wy hun met de ons ten dienste staande
middilen zullen vervolgen.
U Mynheer de Redacteur myn hartelyken
dauk voor de verleende plaatsruimte.
Een Bouwvakarbeider.
FEUILLETON.
8)
Eene korte inspanning van de vermoeide
hersens en hy schreef.Pas heden ont
vangen. Werk goed. Zal ik het verder op
zenden aan redacties
Daarmee kon Maren voorloopig tevreden
zyn. Het verdere zon zich vinden. Daar ze
niet anders kon denken dan dat hy eene
vaste betrekking had, kon zo hem zelf toch
niet verwachten. Voor de schriftelijke mede-
deelingen had hy in elk geval weer eenige
dagen tyd gewonnen, dat was het voornaam
ste. Hij begreep het zelf niet recht goed,
wat hij er toch tegen had, haar zijn eerljjk
oordeel te schryven.
Van het postkantoor, waar hij zelf het
telegram afgaf, ging hy het park in. Uren
lang bleef hy uit, en toen hy eindelyk weer
thuis kwam, overhandigde de hospita hem
een telegram.
•Ntt; dat heeft haast!'' daeht Hartwig.
Hy zette zich eerst op zyn gemak neer
opende toen het convert en keek als ver
steend op de weinige woorden
.Maren Jebsen hedenmorgen zacht ont
slapen.
Dr. Hofman".
,Te laat".
Hartwig kreunde luid. Wat nu Daar lag
het manuscript, en die het had geschreven,
was dood. Zijne schoone, blonde was nu uit
het leven verdwenen, als vroeger reeds uit
zijn bestaan Maar kort voor baar heengaan
had ze zich nog éénmaal in zynen weg ge
plaatst
Om op andere gedachten te komen, be
sloot hij, te gaan werken. Hy schoof het
manuscript ver weg, in de uiterste boek
van de schrijftafel, haaldo zyne aanbegonnen
novelle voor den dag en las nog eens over,
wut by vóór zijne reis had geschreven. Hy
beproefde, zich er in te verdiepen, bladerde
het eerste hoofdstuk nog eens door, en stelde
zich voor hoe het moest eindigen. De ge
stalten bleven bleeke schimmen, het geschre
vene oppervlakkig en klemloos. Het ontbrak
den slof aan iets oorspronkelyks, het was
alledaags, het pakte niet. Goede, vloeiende
taal, dat wab alles.
Hoe zou hy scheppen, als hy niet aan
den goeden uitslag geloofde? Hoe arbeiden,
als de twijfel aan zyn kunnen hem begon
te vervolgen Hy wierp een schuwen blik
op Maren's werk. Wat zou by er niet voor
geven, als hy dat had geschrevenMet al
zyne gebreken en zwakheden, maar ook met
die kracht van opzet, met dat frissche leven
en het aangrijpende van de stof.
Het zou voor een geoefenden stylist, zoo
als hy als handige journalist er een was,
eene gemakkelyke taak zyn geweest, de vyl
aan het werk te leggen, en voorzichtig hier
iets af te slypen, daar te bekorten en den
loop der handeling daardoor spannender te
maken, zonder het eigenaardige en oorspron-
kelyke van het orgineel te schaden. En dan,
als dit met liefdevol begrypon was' gedaan
en hot werk de wereld was ingezonden,
moest het publiek dadelyk worden gepakt
met interessante onthullingen nit het leven
der sehryfsters. Dat trok men veronder
stelde dau meer, dan werkelyk bestond.
Alléén reeds, dat de roem pas na den dood
kwam, maakte indruk.
Aan den doode den roem, de lauweren 1
Aan hare erfgenamen het stoffelyk loon I
En wat voor hem
Wat konden zyn blanwe, lachende oogen
koud en wreed kijken. Het masker was ge
vallen. Hoe zenuwachtig bewogen die
handen zich weer. Men zag het, Hartwig
Raven voelde een zwaren stryd. En als in
dezen nacht pas laat de lamp werd uitge
daan, bewoog by zich langen tijd onrustig
op zyn bed, tot eenige glazen zwaren wyti
hem de verlangde rust brachten. Geen droom
beangstigde hem meer, geen verschrikt ont
waken, geen enkelo gedachte aan haar, die
in blind vertrouwen den man harer liefde
het kostbaarste, dat ze bezat, in vol geloof
had overgeleverd.
Het was goed, dat Maren nog betere
vrienden had. Zy lag op haar laatste rust
bed, het ryke baar lag over het kussen, uit
gespreid, en in de gevouwen handen hield
zij een tak bloeiende mirt- Dien had Siiver
zeil van den tuinman gehaald en tussohen
hare veratyfde vingers geschoven. Wat wist
hy er van, wat de doode in Berlijn bad on
dervonden. Voor hem was zy de Maren Jeb
sen, de dochter van den Holm, die met alle
eer ten gruve zon worden gedragen. En
zyne stille vrouw die misschien zoo in zich
zelve dit en dat had vermoed; zweeg over
alles en beroofde haar mirtenboompje van
zyne bloeiende takjes om daarmee het witte
kleed te bestrooien, waarmee ze Maren in
de kist had gelegd.
Toen: hielden de beid» oudje» de
by de doode. Door bet open venster woei
het zoo warm en zacht naar binnen, alsof
het koeltje nu nog genezing wilde brengen
aan de kranke borst. Het water van do
Schlei, waarvan de doode zooveel had ge
houden, rnischte zacht den doodenzang,zoo-
als het paste bij zoo n vredig sterven. De
boop op het aanstaand geluk, <>p het succes
van haren roman, op een weerzien van den
geliefde had Maren vergezeld tot haren laat-
sten ademtocht.
Verwylde hare ziel volgens een oud ge
loof nog drte dagen op aarde, tot de doode
voor den laatsten slaap in koele aarde werd
gelegd Omzweefde zy ook den stillen slaper
en las ze van zijn voorhoofd de zekerheid
van het afschuwelijk verraad, dat hy door
een' roof aan haar geesteskind dacht te
plegen, toen by besloot haar werk als het
zyne uit te geven
De doode was niet meer in staat den mond
te openen, om bare aanklacht in het heelal
uit te roepen, tot de klank van hare stem
vanaf het hemelgewelf zon weerklinken en
een echo zon vinden in do harten en ge
wetens dei menschen.
DERDE HOOFDSTUK.
Nu (Steiner zoo verdiept in het werk
Heeft het haast
Kijk, daar heb je Raven Je hebt je in
lang niet by my laten zien".
,Men moet zich niet opdringen bij de
menschen".
„Zoo bescheiden
«Daarvoor heb ik alle reden, Steiner. Heb
je een kwartiertje voor my over
,Als je een oogenblik geduld hebt, dat
wil zeggen, als je den tyd hebt".
„In overvloed
Ha, zoo, ik vergat, dat je uit de redactie
bent gegaan. Waarom cigenlyk
Het was eene privaatzaak".
(Zoo. Misschien iets met den hoofdredac
teur
„Neem dat aan. ,Cherchea la femme"
heette het ook hier'.
Steiner floot door de tanden. „Jy oudo
Don Juan I Volg myn voorbeeld en trouw
Je weet niet, hou vredig men het dan heeft.
Geen onnoodige opwinding, geen zorgen voor
alles, wat tot do dagelijksche behoeften be
hoort. Dat alles komt natuurlyk je arbeid
ten goedu
Als men geluk heeft, zooals gy Steiner.
Waar vind ik zoo'n vrouw als de uwebe
koorlijk, verstandig, vermogend en huishou-
delyk. Is er in heel Berlijn eene tweede te
vinden, die dit allts in zich vereenigl?'
Steiner lachte zachtjes voor zich heen en
bly lichtte hel in zyne schrandeie, donkere
oogen, toen keerde by zich weer tot zyn
werk. De pen vloog over het papier. Kaven
wierp zich in een der gemakkelyke stoelen
en stak eene sigaar aan.
De redactiekamer maakte een voornamen,
maar toch gemoedelijken indruk, het paste
by het statig gebouw, dat bionea zyne wan
den het raderwerk borg, voor een der be
langrijkste dagbladen van Berlijn. Steiner
was de onbeperkte gebieder van het feuilleton,
en daarom juist zocht Raven hem op.
Zyne scherpe oogen monsterden zijne om
geving. Hy was voor de eerste maal in het
nieuwe gebouw en verwonderde zich over
de prachtige inrichting, die zich tot de ge
ringste kleiuigheid uitstrekte.
Raven zat zoo, dat hij het profiel van den
schryveode kon zien. Een interessante kop,
een geniaal menschDe vriend kende zyne
zwakheden, bad hem dikwyls geraden zyne
krachten niet te versnipperen mnar er zich
mee tevreden te stellen, oen goede journa
list te worden.
,Ook voor krilikus zyt ge geschikt en
bovenal voor berichtgever zei hij in een
vertrouwelyk uur, toen Raven hem zyn nood
klaagde, dat hy als romanschry ver in 't ge
heel geen snc'es had. Kom bij ons, werkje
van onder op, dan stuurt men je de wereld
in, en je praat den lezers ia» ons blad in
brieven allerlui interessante dingen voor. Je
moet je kunnen bepalen tot zukere grenzen,
dat moot ge toch zuif inzien. Kovendien ben
je niet een man van onafgebroken, ruste-
loozen arbeid, als je er niet toe wordt ge
dwongen.
Als Raven aan dat uur dacht, steeg bem
nog het bloed naar de slapen. Hij gevoelde
zich diep beleedigd, maar was te verstan
dig om het te toonen. Hy bad dan vriend
noodig, want deze was almachtig ia zya ge
bied, en Raven's grootste weisch was het
steeds geweest, eens in de kolommen van
dit blad te staan, niet met een klein feuille
ton, daarvan waren er reeds verscheidene
van hem verschenen neen, met een groo-
ten roman, waarmee dan ook de ongave ais
boek was verzekerd.
Na was Steiner klaar, hy belde en over
handigde den bionentredeoden bediende het
manuscript, en trad daarna op zynen vriewd
toe. Ziezoo, nu ben ik voor een kwartier
geheel tot uw gehoor, maar ook niet langer I"
Hy ging naast Raven ziuea ea wachtte zwy-
gend, wat deze had te zeggen.
(Wordt vervolgd.)