KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wioringen en Anna Paulowna DOOR BEIDER SCHULD. No 3769. Zaterdag 27 Maart 1909. 37ste Jaargang Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. BureauKoningstr. 29. Interc.-Telefoon 50. ABONNEMENT i Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct^ fr. p. post 75 et, Buitenl. f 1.25 iZondagsblad 37* 45 fO.76 s Modeblad Muzik. Bloemlez. 55 60 65 85 Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling f 0.90 f 0.90 Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat. ADVERTEMTIENi Van 1 tot 4 regels25 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar2* Vignetten en groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur san de Bureaux bezorgd zijn Tweede Blad, Nieuwsberichten. HELDER, 26 Maait. Uit het verslag van de Gezondheids- Commissie. Maatregelen ter verbetering van woningen. Krachtens de Woningwet. Krachtens het voorschrift van art. 11 sub b der Woningwet, heeft de Commissie in 1908 aan B. ea W. 487 woningen aangewe zen, waarbij, ofschoon zy niet ter bewoning ongeschikt waren, het aanbrengen van ver beteringen noodzakelijk was. Voor zoover de toestand inmiddels niet reeds verbeterd bleek te zijn, werden telkens door B. en W. blijkens de door hen aan de Commissie in afschrift toegezonden 224 be sluiten de eigenaren tot het aanbrengen van de noodige verbeteringen aangeschreven. Deze aan te brengen verbeteringen be troffen in 108 gevallen gebreken aan metsel en timmerwerk van de woning of hare bij gebouwen, in 201 gevallen de rioleering (waaronder ook gerekend zyn die, waarbij de rioleering geheel ontbrak;, in 91 de drinkwatervoorziening, in 68 het privaat van 16 perceelen werd het dempen van den welput gelast. Afzonderlijke vermelding verdient nog een geval, waarin het advies eene woning betrof, die in eigendom aan de gemeente toebehoort, en wel het verpleeghuis van het Bnrgelyk Armbestuur in de Tuin straat. De verbeteringen, waartoe werd geadviseerd, betroffen o. a. den zolder, waar de mannen slapen, die te weinig ruimte had. en bovendien tochtig en lekkend was, en de zeer steile en smalle trap daarheen. B. en W. antwoordden dat de ruimte van den zolder zou worden uitgebreid, door een gedeelte van den voorzolder erbij te trekken en dat de trap zou worden verbeterd. De Commissie herhaalde in een nader schryven nogmaals hare meening, dat deze zolder als slaapvertrek ten eenenmale ongeschikt moest worden geacht. Overige verru htingen tot toepassing der Woningwet. Art. 46. Op haar verzoek ontving de Commissie een opgaaf van de vonnissen door den Kantonrechter gewezen in zake over tredingen der Woningwet en Bouwverorde ning. Van de in 1907 gewezen vonnissen moeten hier nog worden vermeld een vyftal, gewezen in de zittingen van 14 Nov. en 20 Dec. De Commissie deed onderzoeken of de voorgeschreven verbeteringen waren aange bracht; dit was by twee der woningen het geval, by drie slechts gedeeltelijk. Over deze drie werd opnieuw aan B. en W geschreven. In 1908 werden 12 vonnissen gewezen wegens het niet aanbrengen van door B. en W. voorgeschreven verbeteringen. De boeten varieerden by eerste veroordeeling van 11. tot f 10.by recidive werden ook boeten van f 15.en f 25.opgelegd. De Commissie zal in 1909 onderzoeken of de voorgeschreven verbeteringen thans zijn aangebracht. Art. 49. Bij missive van 28 September 1908 vestigde de Commissie de aandacht van B. en W. erop, dat twee menschen verblijf hielden in een hok, staande op het laad achter de Arlilleriekazerne, welk hok ver vaardigd was van oude deuren en plankon en blik van oude bussen. De Commissie achtte hier eene overtreding van art. 49 der Woningwet aanwezig. Dit schrijven had geen afdoead resultaat, daar slechts dén dei beide bewoners in het verp'eeghuis van het Burgerlyk Armbestuur werd opgenomen, en de andere ook tijdens de felle koude der maand December het hok bleef bewonen. De Commissie schreef daarom op 22 Decem ber 1908 opnieuw aan B. en W. over deze zaak. Kort daarna vernam zij officieus, dat ook de tweede bewoner in bovengenoemd verpleeghuis was opgenomen. Kamerverkiezing te Helder. Men meldt uit Winschoten aan de N.Rott.Ct.: In verband met de candidatuur van dr. Bos voor het district Helder zullen aan staanden Zondag twee afgevaardigden der vrijzinnige kiesvereenigingen uit dat district de vergadering alhier by wonen van de af govaardigden van vrijzinnige en vryz.-demo- cratische kiesvereenigingen in het district Winschoten, waar over de definitieve candi- daatstelling in het district Winschoten zal beslist worden. Onze Vloot. Thans is ook te Amsterdam een afdeeling van Onze Vloot opgericht. De heer N. J. J. van Rijn van Alkemade, inspecteur van administratie der Kon. Marine, is als secretaris opgetreden. Een uitslaand brandje, gistermiddag ontstaan op den zolder van het woonhuis, bewoond door Van der Heyden, aan de Achtergracht zuidzyde, werd door de buren iutyds gebluscht. De aangerukte brandspait behoefde dus geen dienst te doen. Voor de nit te voeren cantate in de Nienwo Kerk alhier hebben zich zooveel liefhebbers aangemeld, dat een groot ge deelte niet kon worden geplaatst. (Dagblad.) Voetbal. Naar wy vernemen heeft ook de sport- vereeniging .Leonidas" ingeschreven tot de Noord-hollandsche seriewedstryden en is de loting voor de Heldersche vereenigingen uitgevallen als volgt: le Baaschdag: 11 April: H.V.B. XI—A.T.C. (Amsterdam;. (Leonidas"A.V. II (Alkmaar.. 'tHeldersch Elftal zal uitkomen met de volgende spelersDoel: Janzen Achter: Kamp en Schuurman; Midden: v. d. Poll, Polliug, Arnold; Voor: Kiljan, Ryckevorsel, Rapati, Dito en De Booij. (Leonidas' komt nit met: Doel: van Hoek; Achter: Kruit, Boelsums Midden: v. d. Hoek, Reynders, Luijckx Voor: Korfi, Koorn, Taylor, Zwart en Ketelaar. Hoogstwaarschijnlijk spelen beide elftallen a. s. Zondagmiddag een oefenwedstrijd op het terrsin van de H. V. B. Zondag 21 Maart j.I. hield de ,Bond van Orde' van het H. S. M personeel, afd. Helder, in café „de Pool" (bovenzaal) een propaganda-vergadering, waaraan een feest vierende vergadering met de dames van dat porsoneol verbonden. De afd. mocht zich in eene goede opkomst van byna alle leden verheugen. De voorzitter, de heer B. Vis Dieperink, heette in zyne openingsrede den leden allen harteljjk welkom, en zette in korte bewoor dingen het doel der propaganda uiteen, en dat deze vergaderingen niet alleen belegd waren voor de niet-leden, doch in hoofdzaak voor de leden, om de animo van het veree- nigingsleven op te wekken, te verhoogen en te versterken. Hy verwees de leden naar de bestaande statuten, waar gesproken wordt van de bevordering van den kameraadschap- pelyken geest, eene goede samenwerking enz. en twijfelde er geen oogenblik aan, dat wan neer die zaken goed overwogen en begrepen werdeD, voor dc leden in het spoorwegleven met het oog op de billyke eitchen en rechten, die de Maatschappy en het personeel onder ling hebben, eene goede toekomst kon wor den tegemoet gegaan. Wat de permanente commissie uit het hoofdbostuur betrof ontving zy ton allo tyden by de hooiden der Directie steeds een goed en gewillig gehoorj zoodat do verstandhouding niet beter ge wenscht kon worden. De vergadering kenmerkte zich door een aangename en prettige geest en ging al spoe dig tot eene meer huishondelyke vergadering er. De heeren Heertjes en BargerboB, afge vaardigden van het hoofdbestuur, hielden beiden eene voordracht, betreffende verschil lende zaken, de Maatschappy en de Bond rakende, en dienden vele leden van repliek, waardoor allen ten hoogsten voldaan waren. De vergadering met dames, (dank zy de goede maatregelen door het afd.-bestunr ge nomen) liet niets te wenschen over, de voor drachten door leden en familie-leden van de leden, in 't byzonder die van den heer Stem- merding en echtgenoote, veraangenaamde zeer de prettige stemming onderling. De voorzitter sloot de vergadering met allen hartelyk dank te zeggen voor de goede opkomst en medewerking. W de Meyier. f Te Arnhem is Woensdag overleden, 72 jaar oud, de heer W. de Meyier, oud-lid van de Tweede Kamer voor Alkmaar, eme ritus predikant by de Ned. Herv. Kerk, ridder in de orde van den Nederl. Leeuw. Ais Kamerlid was de overledene om zyn humaan karakter zeer gezien. Zy, die reeds wat langer aan de binnenlandsche politiek deelnemen, zullen zich nog helder voor den geest terng kunnen roepen het bekende amendement van den overledene op het kieswet-ontwerp van minister Tak van Poort vliet. Ofschoon het amendement met de vriendschappelykste bedoelingen jegens de regeering was ingediend, en door deze ook niet voor onaannemelijk verklaard was, leidde de aanneming tot intrekking van het ontwerp, en de daarop gevolgde ontbinding der Tweede Kamer. By de verkiezing voor de nieuwe Kamer werd de heer Meyier te Zaandam can- didaat gesteld niet herkozen. Sedert had hy ztch uit het publieke leven teruggetrokken. Haagsch geld. Bezoeker by het verlaten van een café met den kollner afrekenend en hem extra een nikkelen vjjfje gevend .Alsjeblieft, maar wacht even, geef ik daar geen kwartje Kellner grynzend. „Ja, mijnheer, n heeft gelyk, maar... t is een Haagsch kwartje 11' v Historisch" verzekert De Residentiebode." Ean leven vol avonturen. De Brussclsche bladen bevatten de ge schiedenis van eene ryke jonge juffer van Luik, wier leven eene aaneenschakeling is Van avonturen, die haar eindelyk op het bankske der correctionneele rechtbank zullen brengen. Voor zeven jaren, zy was toen pas 16 jaar oud, wilde zy eon huwelyk aangaan met een officier van het leger. Hare familie belette dit huwelyk en de schoone Lucie, die naar 't schynt zeer geleerd was, verliet de ouderlyke woning, om te gaan leven met den officier in kwestie. De militaire overheid, aan welke dit werd hekend gemaakt, bad den officier weggezonden en twee maanden nadien vertrok hy, de jonge Lucie aan haar lot overlatende. Door stndie bracht zy het nu zoover, dat zy het examen aflegde van normaalschool-regentes. Weldra had de ge leerde, schoone Lucie vele rijke minnaars. Zy verbleef in Duilschland en maakte te Parys kennis met een Franschen officier, dien zy volgde naar Algiers. Later trok zy naar den Congo met een anderen officier. Met oenen officier van hei vreemd legioen reisde zy naar Indo-China en werd aldaar de minnares van een hoog- geplaatsten magistraat. Tjjdens eene reis in Europa keerde zy naar Belgi6 weer. Nu begon voor haar een leven van aftrng- gelaryen. Onder den naam van barones de Bonhomme, stapte zy af iirde grootste hotels van Brussel, leefdo op breeden voet, reed per automobiel en maakte kennis met andere vrouwen van haren aard. Als hare rekening eene groote som beliep verliet zy heimelyk het hotel, slechts ledige koffers achterlatend. Koffers met ryke kleederen, enz., stonden in een klein huis, dat zy tegen geringen prys had gehuurd. Het regende klachten tegen haar, doch de dievegge bleef onvindbaar. De politieofficiers ontdekten haar Woensdag avond in een koffiehuis der Bisschopstruat, waar zij champagne dronk in een vroolyk gezelschap. De avonturierster werd naar het commissariaat op de Nieuwe Graanmarkt ge leid. Hare echte identiteit werd spoedig vastgesteld en talryke brieven nit alle landen aan het adres (de barones de Bonhomme" toegekomen, werden in 't koffiehuis in beslag genomen. Een kort oversicht deser brieven bewees dat Lncie X., op één jaar tyd, ongeveer 50,0<'0 fr. verteerde. Volgens zy zelf zegt, verteerde zy nu sedert 1 Januari mevr dan 3-),000 fr. Zy werd in de gevangenis der Miniemen opgesloten ter beschikking van 't parket. (»H. v. A.") De hond aan de telefoon. De •Rhein.-Westf. Zeitung" vertelt het volgende In een Dnitsche stad was een koopman, de heer Maier, zyn hondje, een mooien pin- scher kwijt geraakt. Hy dacht aan diefstal en deed er daarom aangifte van aan een politiebnrean. Den volgenden dag werd hy telefonisch opgeroepen door den commissaris van politie in een Dabnrige gemeente. Deze vroeg hem, zyn hondje eens te roepen. De heer Maier begreep er niemendal van, en deelde mee, dat zyn hond al twee dagen weg wss. De commissaris zei hem toen dnidelyker, dat hij in de telefoon den naam van zyn hond roe pen moest. En de heer Maier aan 't roepen .Ami! Ami!" Hy kreeg antwoord ook: een vroolyk geblaf van zyn pinscher Door de politie in Maier s woonplaats was van den vermoedcljjken diefstal van een hondje, onder opgaaf van sigcalcment, ken- n'8 gegeven aan de politie in de naburige gemeenten had toen een agent iemand met zoo'n hondje zien loopen. Deze was meege nomen naar 't bureau, waar hy evenwel vol hield, dat het zyn eigen hondje was; hy had het al lang gehad. De commissaris had toen den heer Maier opgescheld en den tele foonhoorn voor 't oor gehouden. De pinscher was, toen hy zyn baas zyn naam hoorde roe pen, zoo vroolijk gaan blaffen en kwispel staarten, dat de dief begreep, dat hy tegen de lamp was geloopen en den diefstal bekende. Zeemeerminnen. Bekend is dat volgens het onde verhaal in zee wezens leven, half visch, half mensch, die daar in de diepte heerlyk woningen hadden, ryk versierd met prachtige schelpen en horens van afwisselende grootte en klenr, met naast deze voortbrengselen van de fauna, een flora van den zeebodem, schoouer tuin vormende, dan er op aarde een te vinden is; bewaakt werden zij door eon stoet wachters ia schitterende liverei. Wij prozaische men schen weten wel, dat deze verhalen behooren tot het ryk der mythen. En tochwy vonden vermeld, dat een paar jaar geleden in Ned.-Indië door den heer G. H. Luna twee z- emeerminnen werden geharpoeneerd, eigen- lyk twes zeemeermannen. Een der geharpoe neerde dieren woog circa 6t'0 800 KG. De gcheelo lengte bedroeg 3 M., lichaam 175 M., die van den kop 1.10 M. on van het dikaie deel van den staart 0.591 M.; de staartvin was 0.98 M. breed, de zwemvin 0.47J M. lang en 0.41 M. breed. Het zeedier ia de Perampoean Laoet (d. i. letterlijk (Trouw der zee I) der Maleiers vroeger kwam het meer algemeen in den Archipel voor; tegenwoordig is het daar en ook in de meeste streken van den aardbol uitgeroeid. Het wordt alleen slechts aan de kusten van Nienw-Goinea, Celebes en voor namelijk de Molukken waargenomen. De wyfjee hebben goed gevormde borsten als die eener vrouw, welke borsten eerst te zien komen als de vier centimeter dikke huid gevild is. Wanneer de zwemvinnen van het vleesch ondaan zyn, dan lijken zy precies op het geraamte van een voorarm, met een hand, vyf vingers en vyf nagels. Volgens de Encyclopuedi van Ned-Indië vertoonen zy zich alleen in den nacht en laten van tyd tot tyd een diep geluid hooren overdag komen zy niet te voorschijn. Over het algemeen houden zy zich in diep water nabjj de kust op. Hun vleesch ziet er uit als kaltsvleesch, is wit, zacht, saprjjk en tranig, doch wordt met smaak door inlanders, Mohammedanen zoowel als Papoea's gegeten. Het vet wordt verzameld en vau de been deren snjjwerk vervaardigd. Verbitterd. De matroos zocht vergeefs in zyn zakken al het ontvangen geld was reeds verbitterd. Uit de Raadszaal. Tien onderwerpen ter behandeling. Zoo op 't oog een flinke kluif, waaraan je minstens voor een viertal uren genoeg had. 't Viel echter mee voor ons geduld. Van acht tot half elf, prachtig afgemeten om je humeur niet te bederven, te prikkelen. n avondje dat, evenals onveranderd vastgestelde notulen, by het cindo met berustig je goedkeuring kan wegdragen. Zooals gezegd, er scheen genoeg op schotel, maar de last, de graagte van altyd, om eens goed toe te taston, ont brak min of moer, waarschijnlijk tengevolge van den nieuwen drampkring, waarin we dezen keer moesten ademen. „Zitten allemaal zitten I"klonk plots bytend achter ons de ritmeestersstom vau den bode, toen eenige hooiden van de tribune wat lang rondkeken in een ongewoon spiegelgladde omgeving, waar d ftige gas kronen een helder licht verspreidden en waar een sterke verflucht aan enkelen gelegenheid gaf tot het traditioneele hoesten en niesen en schraperig neuaophalen. ,Zitten 1" Jawel, we zaten al, eerst met z'n vyven, later nog één, we zaten al met z'n zessen, als haring gepakt, wel wat primitief, en tjjdens het zorgvuldig onderzoek van een paar geloofsbrieven, dacht ik onwil lekeurig aan -de brave collega's op zeker dorpje onzer provincie, die -- by eventuëele raadszittingen in een bedstede moeten plaats nemen, om vandaar te koekeloeren en te pennen, gelukkig uit het hinderlyk gedrang We begonnen dan met ingekomen stukken en mededeclingen, die zonder veel tegenspoed ten einde waren gebracht, zoo niet in dat allerlei" een aanvrage van f800.was voorgekomen. Zoo'n buitensporige subsidie veroorzaakt natuurlyk wacht een beetje', stopt in den regel den goeden gang, wordt zoo maar niet gul ééu-twee-drie uitbetaald in den vorm van «algemeen vóór". Begrypelyk, d-t by zoo'n oogenblikje van al of met geven eener Beduidende som, on middellijk de inderdaad ongunstige gemeente- financiën als een struikelblok in den weg worden gelegd. Maar de heeren sprongen er nogal luchtig over heen, misschien met de gedachte aan de niet-alledaagsche ge beurtenis in den lande, en omdat we nr eenmaal willen feestvieren op een wijze, die niet aan 't karig-bekrompene grenst. Uit stellen tot een volg<nde vergadering mocht, met 't oog op den tyd, niet worden toege staan en daarom: geven of weigeren. Maar zo streken d'r hand niet zoo haastig over 't hart. Ze wisten niet eens wat zoo'n com missie wel van plan was met de duiten en hoewel deze duisternis eenigszins werd ver licht door zekere en onzekere toelieh'ingen, de tegenzin in het nu-eens-royaal-zyn was hoofdzakelijk omdat de subsidie te duur en onze gemeentekas te arm was. D&n de helft, dus f 400. het laatste redmiddel in gedwon gen, schijnbaar twijfelachtige oogenblikken, waarin je toch moet beslniten. Eindelyk stemmen. Eerst voor het voorstel verminde ring, dan over hel geheele bedrag. Do helft vond geen genade, werd verworpen en het slotde feestcommissie krijgt acht hond. rd galden, kan alzoo wat ruimer adem halen in komende dagen. Na deze geldkwestie eenige meer of minder belangryke onderwerpen, waaronder een ver velende herinnering aan onze telefoon-geschie denis, vervelend voor hen, die daarbij geen direct belang hebben en dus buiten de kwestie staan, dubbel vervelend voor het Gemeentebestuur en voor den concessionaris, en zeer netelig voor de leden van de ter onzaliger ure in hot leven geroepen telefoon- commissie. «Die zijn g.. brandt moet op de blaren zitten*, zegt een oud-Hollandsch spreek woord, en met een variant op bet bekende gezegde: «de afwezigen hadden ongelyk', mug men een der leden van die commissie w e 1 gelyk geven, dat hij afwezig was. lloe de afloop ook zal zyn van de onderhandelingen, vast siuat, dat de belanghebbenden by een goede bediening van de telefoon en by een billijke regeling van de tarieven geen reden hebben dankbaar te zyn voor hetgeen in deze w e I en voor hetgeen niet is gednan. Wy willen hopen, dat het aan B. en W. zal lukken, van den concessionaris gedaan te krygen, hetgeen in de oorspronkelijke regeling was voorgesteld. Dan kan nog veel worden goed gemaakt. Daarna volgde een discussie over de kolentransportinrichting aan de gasfabriek. Ei n adres van de wcrklieden-vereeniging Ons Belang', van eenige duizende hand- teekoningen voorzien, waarin ernstig werd aangedrongen om de vermoedeljjk in te voe ren elevators te weren, kwam naar aanlei ding hiervan ter tafel, maakte vanzelf de tongen wat losser. Het betrof hier toch een gewichtig gemeente- besluit, waartegen zooals verwacht kon worden een aantal belanghebbenden zich kwamen verzetten, menschen, die nu en dan aan de gasfabriek in dienst zyn als daar kolen moeten gelost worden, een werk dat in den laatsteu tyd bedreigd wordt door de voorgestelde verandering, in dal bedrjjf.De voor- en nadeelen werden ernstig overwogen, het kleioe en groote belang, dat der werk lieden en dat der gemeente werd vergeleken. Om de betreffende werklieden ecnigszins schadeloos te stellen wilde men dezen voor eenigen tyd gratis brandstoffen of gas ver strekken. Brandstof Ijjkt ons nog wel aan bevelenswaardig, als do arme duivels zooveel krygen, dat ze er mee kannen venten, maar gnsOch, och, als men in de wonin gen van deze menschen eens een kijkje nam, in do eenvoudige vertrekken, waar petroleum al weelderig genoeg is, maar waar inderdaad dikwyls gebrek is aan een be hoorlijk levensonderhoud I't Is waar, het voordeelig product-oren van de gasfabriek komt ten voordeele van bet algemeen, doch als we nagaan, hoe gering de kans is dat een particulier werkman in deze gemeente oen andere werkgelegenheid terug t indt- als we d&arbjj voegen dat de gemeente Helder al bitter weinig kan doen om haar werk- loozen tegemoet le komen, dat bel armbe stuur dan in den regel op bekrompen wjjze moet voo zien om een snikje ell.nde te ver zachten, als we dit alles bedenken, dan doet 'i ons good, dal er leden zyn, die een oogen blik op de bres komen voor een groepje menschen die zeer zeker n-den hebben om zich te verzetten tegen den machinalen arbeid. ingezonden Mijnheer de Redacteur! U zult my zeer verplichten onderstaande in uw veel gelezen blad op te nemen. In aansluiting op de in uw blad geplaatste advertentie van den Bond van Bouwvakar beiders wil ik nog het volgende mi dt-deelcn. In onze jongste vergadering hebben wy besloten krachtig op te treilen tegen den voor ons moordenden arbei-i, verricht door verscheidene werklieden der Ryks Marinewerf in hun vrijen tyd. Hoe die liedeu aan werk komen P Zy werken gowooulyk beneden 't plaatselijk loon, en zyn vry van alle lasten, welke tegenwoordig voor een patroon nog al beduidend groot zyn. Onmogelyk kunnen de aannemers hier te plaatse tegen deze werklieden concurrei-ren. Velen onzer plaats- genooten maken hiervan gebruikal zitten zij een avond of wat in dm rommel, dat hindert niets. Rykswerkman, noch diegene, die hun t werk bezorgen, denken er aan welk groot onrecht zy ons aandoen de wer keloosheid nitbreiden en den part-cnlieren arbeider ten gronde richten. Plaaisgeoooten, is bet niet hatelyk, wanneer je s avonds van het werk huiswaarts keerend, een paar Rijkswerklieden bij het licht eener lantaarn eenige goten ziet aanbrengen, terwjjl er vele onzer zonder werk loopen P De namen van de personen, wicn ik duar zoo zag wurmen zal ik maar niet noemenmaar mocht het echter gebeuren, dat, nu de scb o on m a a k drukte weer aankomt, een der onzen een werkman van Ryks Marinewerf in hun vry en tyd arbeid ziet verrichten, welke schadelyk is voor den particulieren arbeider, wij dezea persoon en diegene welke hem bet werk verschaft, hoeft in de bladen zullen publirecren en wy hun met de ons ten dienste staande middilen zullen vervolgen. U Mynheer de Redacteur myn hartelyken dauk voor de verleende plaatsruimte. Een Bouwvakarbeider. FEUILLETON. 8) Eene korte inspanning van de vermoeide hersens en hy schreef.Pas heden ont vangen. Werk goed. Zal ik het verder op zenden aan redacties Daarmee kon Maren voorloopig tevreden zyn. Het verdere zon zich vinden. Daar ze niet anders kon denken dan dat hy eene vaste betrekking had, kon zo hem zelf toch niet verwachten. Voor de schriftelijke mede- deelingen had hy in elk geval weer eenige dagen tyd gewonnen, dat was het voornaam ste. Hij begreep het zelf niet recht goed, wat hij er toch tegen had, haar zijn eerljjk oordeel te schryven. Van het postkantoor, waar hij zelf het telegram afgaf, ging hy het park in. Uren lang bleef hy uit, en toen hy eindelyk weer thuis kwam, overhandigde de hospita hem een telegram. •Ntt; dat heeft haast!'' daeht Hartwig. Hy zette zich eerst op zyn gemak neer opende toen het convert en keek als ver steend op de weinige woorden .Maren Jebsen hedenmorgen zacht ont slapen. Dr. Hofman". ,Te laat". Hartwig kreunde luid. Wat nu Daar lag het manuscript, en die het had geschreven, was dood. Zijne schoone, blonde was nu uit het leven verdwenen, als vroeger reeds uit zijn bestaan Maar kort voor baar heengaan had ze zich nog éénmaal in zynen weg ge plaatst Om op andere gedachten te komen, be sloot hij, te gaan werken. Hy schoof het manuscript ver weg, in de uiterste boek van de schrijftafel, haaldo zyne aanbegonnen novelle voor den dag en las nog eens over, wut by vóór zijne reis had geschreven. Hy beproefde, zich er in te verdiepen, bladerde het eerste hoofdstuk nog eens door, en stelde zich voor hoe het moest eindigen. De ge stalten bleven bleeke schimmen, het geschre vene oppervlakkig en klemloos. Het ontbrak den slof aan iets oorspronkelyks, het was alledaags, het pakte niet. Goede, vloeiende taal, dat wab alles. Hoe zou hy scheppen, als hy niet aan den goeden uitslag geloofde? Hoe arbeiden, als de twijfel aan zyn kunnen hem begon te vervolgen Hy wierp een schuwen blik op Maren's werk. Wat zou by er niet voor geven, als hy dat had geschrevenMet al zyne gebreken en zwakheden, maar ook met die kracht van opzet, met dat frissche leven en het aangrijpende van de stof. Het zou voor een geoefenden stylist, zoo als hy als handige journalist er een was, eene gemakkelyke taak zyn geweest, de vyl aan het werk te leggen, en voorzichtig hier iets af te slypen, daar te bekorten en den loop der handeling daardoor spannender te maken, zonder het eigenaardige en oorspron- kelyke van het orgineel te schaden. En dan, als dit met liefdevol begrypon was' gedaan en hot werk de wereld was ingezonden, moest het publiek dadelyk worden gepakt met interessante onthullingen nit het leven der sehryfsters. Dat trok men veronder stelde dau meer, dan werkelyk bestond. Alléén reeds, dat de roem pas na den dood kwam, maakte indruk. Aan den doode den roem, de lauweren 1 Aan hare erfgenamen het stoffelyk loon I En wat voor hem Wat konden zyn blanwe, lachende oogen koud en wreed kijken. Het masker was ge vallen. Hoe zenuwachtig bewogen die handen zich weer. Men zag het, Hartwig Raven voelde een zwaren stryd. En als in dezen nacht pas laat de lamp werd uitge daan, bewoog by zich langen tijd onrustig op zyn bed, tot eenige glazen zwaren wyti hem de verlangde rust brachten. Geen droom beangstigde hem meer, geen verschrikt ont waken, geen enkelo gedachte aan haar, die in blind vertrouwen den man harer liefde het kostbaarste, dat ze bezat, in vol geloof had overgeleverd. Het was goed, dat Maren nog betere vrienden had. Zy lag op haar laatste rust bed, het ryke baar lag over het kussen, uit gespreid, en in de gevouwen handen hield zij een tak bloeiende mirt- Dien had Siiver zeil van den tuinman gehaald en tussohen hare veratyfde vingers geschoven. Wat wist hy er van, wat de doode in Berlijn bad on dervonden. Voor hem was zy de Maren Jeb sen, de dochter van den Holm, die met alle eer ten gruve zon worden gedragen. En zyne stille vrouw die misschien zoo in zich zelve dit en dat had vermoed; zweeg over alles en beroofde haar mirtenboompje van zyne bloeiende takjes om daarmee het witte kleed te bestrooien, waarmee ze Maren in de kist had gelegd. Toen: hielden de beid» oudje» de by de doode. Door bet open venster woei het zoo warm en zacht naar binnen, alsof het koeltje nu nog genezing wilde brengen aan de kranke borst. Het water van do Schlei, waarvan de doode zooveel had ge houden, rnischte zacht den doodenzang,zoo- als het paste bij zoo n vredig sterven. De boop op het aanstaand geluk, <>p het succes van haren roman, op een weerzien van den geliefde had Maren vergezeld tot haren laat- sten ademtocht. Verwylde hare ziel volgens een oud ge loof nog drte dagen op aarde, tot de doode voor den laatsten slaap in koele aarde werd gelegd Omzweefde zy ook den stillen slaper en las ze van zijn voorhoofd de zekerheid van het afschuwelijk verraad, dat hy door een' roof aan haar geesteskind dacht te plegen, toen by besloot haar werk als het zyne uit te geven De doode was niet meer in staat den mond te openen, om bare aanklacht in het heelal uit te roepen, tot de klank van hare stem vanaf het hemelgewelf zon weerklinken en een echo zon vinden in do harten en ge wetens dei menschen. DERDE HOOFDSTUK. Nu (Steiner zoo verdiept in het werk Heeft het haast Kijk, daar heb je Raven Je hebt je in lang niet by my laten zien". ,Men moet zich niet opdringen bij de menschen". „Zoo bescheiden «Daarvoor heb ik alle reden, Steiner. Heb je een kwartiertje voor my over ,Als je een oogenblik geduld hebt, dat wil zeggen, als je den tyd hebt". „In overvloed Ha, zoo, ik vergat, dat je uit de redactie bent gegaan. Waarom cigenlyk Het was eene privaatzaak". (Zoo. Misschien iets met den hoofdredac teur „Neem dat aan. ,Cherchea la femme" heette het ook hier'. Steiner floot door de tanden. „Jy oudo Don Juan I Volg myn voorbeeld en trouw Je weet niet, hou vredig men het dan heeft. Geen onnoodige opwinding, geen zorgen voor alles, wat tot do dagelijksche behoeften be hoort. Dat alles komt natuurlyk je arbeid ten goedu Als men geluk heeft, zooals gy Steiner. Waar vind ik zoo'n vrouw als de uwebe koorlijk, verstandig, vermogend en huishou- delyk. Is er in heel Berlijn eene tweede te vinden, die dit allts in zich vereenigl?' Steiner lachte zachtjes voor zich heen en bly lichtte hel in zyne schrandeie, donkere oogen, toen keerde by zich weer tot zyn werk. De pen vloog over het papier. Kaven wierp zich in een der gemakkelyke stoelen en stak eene sigaar aan. De redactiekamer maakte een voornamen, maar toch gemoedelijken indruk, het paste by het statig gebouw, dat bionea zyne wan den het raderwerk borg, voor een der be langrijkste dagbladen van Berlijn. Steiner was de onbeperkte gebieder van het feuilleton, en daarom juist zocht Raven hem op. Zyne scherpe oogen monsterden zijne om geving. Hy was voor de eerste maal in het nieuwe gebouw en verwonderde zich over de prachtige inrichting, die zich tot de ge ringste kleiuigheid uitstrekte. Raven zat zoo, dat hij het profiel van den schryveode kon zien. Een interessante kop, een geniaal menschDe vriend kende zyne zwakheden, bad hem dikwyls geraden zyne krachten niet te versnipperen mnar er zich mee tevreden te stellen, oen goede journa list te worden. ,Ook voor krilikus zyt ge geschikt en bovenal voor berichtgever zei hij in een vertrouwelyk uur, toen Raven hem zyn nood klaagde, dat hy als romanschry ver in 't ge heel geen snc'es had. Kom bij ons, werkje van onder op, dan stuurt men je de wereld in, en je praat den lezers ia» ons blad in brieven allerlui interessante dingen voor. Je moet je kunnen bepalen tot zukere grenzen, dat moot ge toch zuif inzien. Kovendien ben je niet een man van onafgebroken, ruste- loozen arbeid, als je er niet toe wordt ge dwongen. Als Raven aan dat uur dacht, steeg bem nog het bloed naar de slapen. Hij gevoelde zich diep beleedigd, maar was te verstan dig om het te toonen. Hy bad dan vriend noodig, want deze was almachtig ia zya ge bied, en Raven's grootste weisch was het steeds geweest, eens in de kolommen van dit blad te staan, niet met een klein feuille ton, daarvan waren er reeds verscheidene van hem verschenen neen, met een groo- ten roman, waarmee dan ook de ongave ais boek was verzekerd. Na was Steiner klaar, hy belde en over handigde den bionentredeoden bediende het manuscript, en trad daarna op zynen vriewd toe. Ziezoo, nu ben ik voor een kwartier geheel tot uw gehoor, maar ook niet langer I" Hy ging naast Raven ziuea ea wachtte zwy- gend, wat deze had te zeggen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 1