BIJVOEGSEL VAN 'T „VLIEGEND BLAADJE".
WOENSDAG 26 MEI 1909.
Nieuwsberichten.
HELDER, 26 Mei.
Da. J. Keuion, predikant bij de Doops
gezinde gemeente alhier, houdt Zondag a. s.
zijn afscheidsrede.
Onze bulletins.
Voor hen, die er op gesteld zijn, ons bulle
tin, meldende de geboorte van Prinses Juliana,
te bezitten zyn nog een 40-tal exemplaren
beschikbaar. Zij kunnen worden afgehaald
aan ons bureau in de Spoorstraat.
Politieke lezing van den heer A. P. Staalman
te Anna Paulowna.
Zaterdagavond 22 Mei hield de heer A.
P. Staalman eene politieke lezing in Veer-
burg. Daar deze in hoofdzaak overeenkomt
met die, reeds in dit blad vermeld, zal alleen
het debat in hoofdzaken worden weergegeven.
Elke debater kreeg een kwartier.
Hieraan nam eerst deel de heer Biersteker
uit Helder. Doze constateerde in de eerste
plaats, dat de heer Staalman zich heeft voor
gedaan als de .grootmoordenaar van Z. v.
d. Bergh. Hoeveel maal is deze naam wel
niet genoemd? (Geroep: 29 maal, 39 maal.)
Het voorspelde tooneelspel wordt overal her
haald. Als ik, zoo zegt de heer B., alle
laster zou vertellen door «Extra Tijding"
uitgestort, dan zou ik een jaar noodig hebben.
Heb ik in myn «Open Brief" gelasterd, zoo
klaag mjj dan aan, maar dat durft ge niet,
Staalman heeft zyn beginselen verloochend
en wyst op 't stroobiljet der anti-revolution-
nairen en katholieken in Helder verspreid
bij de verkiezing voor de Prov. Staten. Staal
man heeft schriftelijk beloofd de rechtsche
party te zullen steunen, de linksche te be
strijden. .Durft gij te zeggen, dat gij die
verklaring niet geteekend hebt?" .Typisch
opmerkelyk voor het vertrouwen in den
bondgenoot, dat men eene Bchriflelyke ver
klaring eischt 1" De heer St. motiveert niets,
haalt halve waarheden aan en verzwygt met
opzet wat de heer De Meester te Zuidhorn
gezegd heeft. Dit wordt toegelicht door aan
te toonen dat de heer St. uit het «Dag
blad cilataten aangehaald heeft, geheel uit
hun verband gerukt, en toe te lichten wat
de heer De Meester te Zuidhorn heeft ge
zegd en wat de heeren Bos en Troub hebben
verkondigd over staatspensionneering.
De heer B. eindigt met den heer De Meester
aan te bevelen als een candidaat met een
eerlyk karakter en van edele beginselen.
De heer Staalman diende direct van ant
woord. Deze hield vol, dat de kiezers be
drogen zijn en dat do Heldersche vryzinnigen
het brandmerk van Z. v. d. Bergli dragen.
(Geroep: wie ziet het?j Ik heb nu den naam
Z. v. d. B. 29 maal genoemd, in 1905 hebt
gy die naam 1000 en 1000 maal meer ge
noemd. (Er ontslaat rumoer. De heer St.
zie, daar hebt ge de Heldersche kiezers
Geroepdat kunnen we in den Polder wel
af.) De heer St. zegtde circulaire voor
de verkiezing der Prov. Staten heeft met
mijne beginselen niets te maken. Bewijs my,
zwart op wit, dat ik die verklaring heb ge
teekend (Een der aanwezigen iemand heeft
onder getuigen verklaard, de naam werd ge
noemd, dat by de zekerheid heeft.) De heer
St. zegt altyd zijne zelfstandige positie te
hebben bewaard en houdt vol wat hy om
trent den heer De M. heeft gezegd.
De tweede debater sprak Blechts enkele
woorden en was onverstaanbaar.
De derde debater, de heer Verstegen uit
den Helder, zegt dat de heer St. te veel
persoonlykheden naar voren brengt. Hij heeft
het steeds over .bakerpraatjes", maar die
vertelt hy zelf. Men moot zijne beginselen
verkondigen en dat doet de heer St. niet.
Debater keurt 'taf, dat de lieer St. zijne
vergaderingen niet in de dagbladen adver
teert. Het is of hij daardoor den stryd wil
ontwijken. De heer Staalman heeft bewust
onwaarheden gezegd en geeft als bewyzen
aan dat de heer St. spreekt van de rechtsche
partij. Er zyn 3 gecoaliseerde rechtsche par
tyen. Debater geeft aan het verschil tusschen
deze partyen op belangrijke punten. Van
Staatspensioen komt van rechts niets. Vol
gens de .Standaard" zal min. Talma, alshy
hard werkt in 1915 met deze wet klaar
komen. Debater wijst op de zelfstandige posi
tie der socialisten, op do tariefwetten der
rechtsche partyen, waardoor de eerste levens
behoeften duurder zullen worden, op de macht
van 't ministerie Kuyper en toch heeft dit
niets gedaan, op de woningwet en ongeval
lenwet der liberalen en eindigt met eene
aanbeveling voor Thomassen.
De heer St. zegt, dat de socialisten geen
recht van spreken hebben, omdat zij nog
niets hebben tot stand gebracht, nog nooit
hebben geregeerd. Niets wat ik van de vry
zinnigen heb gezegd is veerlegd. Altyd zijn
de vryzinnigen door de socialisten afgehaald.
Nu niets, daarvan. Vaa persoonlykheden
moogt ge niet spreken. Ge haalt zelf Dr.
Kuyper af.
De heer St. verdedigt de aankondiging
der vergadering per strooibiljet, zegt dat
voor alles gaat, leniging der soc. nooden en
wyst er op dat door hem militairen beneden
den rang van officier het stemrecht hebben
verkregen.
Nadat de heer Biersteker nog eenB het
woord gevraagd had, doch dat door den
voorzitter niet werd toegestaan, werd de ver
gadering door den heer Hartendorf gesloten.
Inbrekers gesnapt.
Men meldt ons uit IJmuiden, dato Zondag.
Door groote activiteit van den havenbe
ambte Gorter, mocht het der politie heden
morgen gelukken de hand te leggen op een
berucht inbreker. Genoemde havenbeambte
zag iemand over de sluis komen, aan de
ééne hand een rijwiel en in de andere hand
een groote gonjezak hebbend. By de poging
om op het rywiel plaats te nemen sloeg de
zak hiertegen aan, waardoor een klakkend
geluid ontstond alsof er in de zak een kistje
was. Dit kwam den heor Gorter zeer vreemd
voor en kreeg by op hetzelfde oogenblik
vermoeden dat deze persoon bij de inbraken
van de vorige week betrokken kon zijn. Hij
haastte zich de politie van het gebeurde in
kennis te stellen, waarop de gemeente-veld
wachter Bergema onmiddellijk, eveneens per
rijwiel, den verdachte achterna zette.
Naby Velseroord kreeg hij hem te pakken.
Het arresteeren ging echter niet gemakkelijk.
Met behulp van drie burgers kon men den
verdachte naar de politiepost tc Velseroord
overbrengen. Bij fouilleering werden op hem
een geladen 6-loops revolver en inbrekers-
werktuigen gevonden. In de bewuste zak
bevond zich het gestolene, afkomstig van
den inbraak bij den heer Broekmeijer, die
het als zyn eigendom herkende. Deze buit
was in de nabyheid van de nieuwe sluiB be
graven geweest. Later op den dag werd door
de recherche te Haarlem nog eene mede
plichtige in hechtenis genomen.
IJmuiden, 24 Mei 1909.
Aanstaanden Zaterdag zal hier de Alge-
meene Vergadering worden gehouden van
den Provinciale vereeniging «Noord-Holland"
van den bond van Hoofden van Scholen in
Nederland.
Na afloop van deze vergadering wordt door
de plaatselijke commissie van de Noord- en
Zuid-Hollandsche Beddingsmaatschappij den
afgevaardigden aangeboden le. eene oefening
met één der reddingbooten en het vuurpijl
toestel en 2e. een boottochtje buiten de
pieren.
H. M. de Koningin.
De Koningin maakte Zondag na Haar
herstel, Haar eersten kerkgang. Zy woonde
onder gehoor van Ds. Verweer de voormid-
dag-godsdienstocfeniug by in de Regentesse-
kork, evenals de Koningin-Moedor en de
Prins.
Hot kerkgebouw was overvol.
In het voorgebed dankte de predikant God,
die de Koningin, het Vorstelijk Huis en het
Nederlandsche Volk zoo rijk gezegend had
in de geboorte van Prinses Juliana.
Bij het einde van den kerkdienst zong de
gemeente spontaan en staande de Koningin
toe: «Dat 's Heeren zegen op U daal".
De doop der Prinses.
Naar men verneemt is de datnm voor de
doopplechtigheid van prinses Juliana voor-
loopig bepaald op Zaterdag 5 Juni in de
Willemskerk te 's-Gravenhage.
Het Hof zou voornemens zijn don llen
Juni naar Het Loc te vertrekken.
Vredespaleis.
De bouw van het Vredespaleis is gisteren
te 's-Gravenhage aanbesteed. De laagste in
schrijving was van J. Hartman en R. v. d.
Meulen, te Scheveningen voor f571.000.
Uit den Omtrek.
Texel, 24 Mei.
Deed hier Zaterdagavond een gerucht de
ronde, dat «De Dageraad" wegens eon klein
defect geen dienst kon doen, reeds Zondag
morgen vervulde zy op de gewone wijze
weer haar taak. In het personenvervoer kwam
trouwenB Zaterdagavond ook geen stoornis,
doordien de .Texelstroom" dadelijk dienst
deed voor «De Dageraad".
Lezing van Mej. Groot over Vrouwen
kiesrecht, op Zaterdag 22 Mei
in „Hotel Texel."
De vergadering, die zeer goed bezocht
was, werd geopend door mej. R. Kluin, secret.
der Afd. Helder, die onder het welkom tot
de aanwezigen, het een heugelijk feit noemde,
dat er meer en meer actie komt. Met de
mededeeling, dat de spreekster, mej. Groot
van Hoorn, zou behandelen het onderwerp:
«Waarom Vrouwenkiesrecht?", werd de ver
gadering geopend. En de spreekster gaf een
mooie, goed doorwrochte lezing, waarnaar
met waardeerende aandacht geluisterd werd.
Een resumé vindt men in het volgende:
't Is uit een billijk rechtvaardigheids ge
voel, dat ik, hoewel ik mij niet als bevoegde
aan u durf voorstellen, voor u optreed. Het
iB van algemeene bekendheid, dat het leven
van de vrouw vroeger duister en barbaarsch
was, en nog is het dat bij vele gehuwden.
Doch meer en meer ontwaakt het gevoel in
de vrouw, dat ze niet bij den man behoeft
achter te staan. Werd de beweging eerst als
een klank met een spottend lachje begroet,
reeds in 1898 had men gehoopt, dat de Wet
tot regeling van het kiesrecht weldra ook
aan de vrouw het biljet in handen zou ge
ven. Doch het is een feit, dat er niet aan
de vrouw gedacht werd, zelfs de socialisten
waren er tegen, althans er niet warm voor
te krijgen. Toen de Grondwet ging Bprekén
van alleen mannelyke personen, scheen
de zaak onoverkomelijk. Toch namen 7 ont
wikkelde vrouwen het iniatief voor eene
Vereeniging tot verkryging van Vrouwen
kiesrecht. In April 1893 werd eene circu
laire rondgezonden, waarop nog geene 100
adhaesie-betuigingen inkwamen. Al was het
resultaat poper, niettemin werd eene com
missie benoemd, waarin zitting kreeg Dr.
Alletta Jacobse. Deze eischte reeds in
1883 het kiesrecht voor de vrouw, toen
het woord mannelyk nog niet in de
Grondwet was opgenomen. Het inlasschen
van het woord mannelyk was een grove in-
billijkheid, doch het bevorderde de zaak der
vrouwen.
In 1894 werd de Vereeniging opgericht
met 40 leden. De begroeting was evenwel
niet vriendelijk, met hoon en spot werd men
overladen. Men zou buitensporigheden gaan
doen, huishoudens zouden er door verwaar
loosd, kinderen door veronachtzaamd worden.
De mooie kapsels zouden verdwijnen, de
rokken zouden alleen nog de vrouw ken
merken. De mannen zouden het potje moe
ten koken, wanneer moeder naar de vergade
ring was enz. Er zouden geen huwelyken
meer gesloten, geen kinderen meer geboren
worden. Een manvrouw zon de vrouw zyn,
een soort derde geslacht.
Toch ging men met moed voort.
Maar er zyn nog zooveel tegenstanders,
die zeggen, dat de vrouwen niet by de poli
tiek behooren en de politiek niet voor de
vrouw is. Zulke vrouwen willen heerschen
in huis, in eigen huis. Dat klinkt lief en
roerend.
Och, konden ze het slechts! Maar de
vrouw kan het niet. Ze kan slechts een pop
zyn. De wet gedoogt niet meer. Slechts de
ongetrouwde vrouw geniet nog eene zekere
mate van vrijheid, de gehuwde is een on
mondig kind. De gehuwde vrouw mag niet
getuigen by geboorto, bij huwelyk en over
lijden, ze mag geen executrice zyn, geen
erfenissen, geen legaten aanvaarden, hare
handteekening is niet verbindend, zonder den
wil van haar man mag ze geen voogdij aan
vaarden. Zy mag haar arme zuster niet eens
helpen met een paar honderd gulden van
haar eigen geld. Ze kan niets doen zonder
de toestemming van haar man; de kwaad
willige legt beslag op alles. Vraagt de vrouw
echtscheiding, de man houdt de volle be
schikking. Over de kinderen heeft de vrouw
veel minder macht dan de man. Kan dus
de vrouw heerschen in eigen huis? Maar
mag dat dan wel de plaats blyven van de
Nederlandsche vrouw? De man heerschen
over alles, zy geene rechten, geheel onmon
dig, niets kunnende doen zonder de toe
stemming van den man? Is het wonder, dat
de vrouwen zich aangorden tot wegneming
van die onrechten Het kiesrecht voor haar
zou veel verbetering kunnen brengen. Elke
groep mannelijke kiezers heeft zyn eigen
candidaat, die niet vertegenwoordigd zijn
worden niet gelet. Wy vrouwen, we hebben
geen afgevaardigde op onze belangen wordt
niet gelet, althans niet voldoende. We zyn
verhinderd invloed uit te oefenen op de Re
geering, we zyn gelijk aan misdadigers.
Dc mannen hebben het kiesbiljet, dat is
de sleutel van het wereldhuis. Waarom mogen
wij niet zoo'n sleutel hebben By de kinder
wetten berust de ouderlijke macht bij den
Vader, alleen voor de onechte kinderen by
de Moeder, die dan dubbel te lyden en te
dragen heeft. Men ziet de vrouwen niet voor
vol aan. Daarom moeten we zelf aan het
werk, maar dan ook moeten allen meewerken.
Te zamen vormen we een sterke macht.
(Spreekster gaf hierby een paar aardige
schetsjes ten beste, aangevende hoe machtig
de klank zou zijn, wanneer alle vrouwen
der wereld op dezelfde seconde eenzelfde
geluid lieten hooren, en hoe uit een vat,
waarin ieder een flesch Tokayer wyn gestort
zou hebben, om het den priester cadeau te
doen, slechts water te voorschijn kwam, om
dat elk gedacht had „een flesch water hin
dert niet".) Zoo denken misschien ook de
vrouwen, dal een stem er niet op aan komt.
Neen, niemand moet buiten den strijd bly
ven, omdat ze meent het goed te hebben.
Ieder moet het doen, omdat het rechtvaardig
is, om hare kinderen.
Als de vrouwen het kiesrecht hebben,
actief en passief, dan kunnen ze hare afge
vaardigden zenden. Zij kunnen het best haar
eigen zaak bepleiten. Zeer veel inspanning
is noodig, om recht voor de vrouw te ver-
krygen, doch haar doel is groot, al is haar
kracht nog klein. Breng daarom het offer
voor uwe zusters, opdat ook de vrouwen
mensch worden, gelykwaardig met de man
nen. Ze zullen tijd en kracht genoeg hebben,
om hare plichten als vrouwen en moeders
te doen.
We gaan vooruit. Vrouwenkiesrecht wordt
reeds als onderwerp behandeld. Dikwyls
wordt er nog beweerd, dat de vrouwen niet
rijp zyn voor het kiesrecht. Maar zyn de
mannen er wel rijp voor, of liever zijn de
vrouwen minder ryp dan de mannen? Geef'
haar gerust het kiesbiljet in handen, ze
zullen wol zorgen, dat do vrouwelyke kiezers
ryp worden, ze zullen er door komen op
hooger standpunt. Laat ons toch te zamen
werken, om de Maatschappij vooruit te bren
gen Beider versmelting kan eenheid brengen,
samen moeten we den berg der beschaving
op! Onze eisch voor het kiesrecht is geboren
uit den drang der tyden, al beweren nog
veleD, dat de vrouwen het nog zoo kwaad
niet hebben.
Maar zyn de slechte huwelijkswetten, de
smaad aan de vrouw aangedaan, dan voor
elk rechtvaardig gevoelend mensch niet af
keurenswaardig? By aangifte zyn de hand-
teekeningen van twee mannen van de straat
geldig, die van de hoogstaande vrouw geldt
niet. Doch onze strijd is er niet een tegen
de mannen, maar we willen onze latente
krachten productief maken, daar, waar ze
noodig zyn. We willen medewerken met de
mannen tot veredeling, tot bestrijding van
prostitutie, drankzucht enz. We willen niet
langer in de Wet beschouwd worden gelyk
aan idioten en kinderen. We zyn niet meer
zwak, we willen een wereld van schoonheid
en heorlykheid. We begeven ons op hot ge
bied der wetenschap. In ons groeit de kracht
voor gelijkstelling. Wie durft het ontkennen,
dat vryheid den mensch rechtvaardiger maakt?
Laat ons dan vrijheid gegeven worden! Laat
er komen een Regeering van mannen en
vrouwen voor mannen en vrouwen, gekozen
door mannen en vrouwen! Dat is een eisch
van rechtvaardigheid.
In de laatste halve eeuw is er veel ver
anderd door economische noodzakelijkheid.
Vroeger moest de vrouw veel meer in huis
doen, dan nu. Toen geen waschhnizen,
geen ziekenverpleging. Vroeger stond mon
buiten hot mooie leven. De vrouwen zyn
beter ontwikkeld, en ze vragen om betere
rechtstoestanden, ze willen dezelfde rechten
als de mannen. Beider belang is in het spel,
beider invloed moet ook den staat ten goede
komen. Hebben de vrouwen geen gevoel
voor, geen belang by de Wetten voor on
derwijs en opvoeding, by het vormen van
goede huishoudsters?
De Regeering bemoeit zich met kinderzorg,
armenzorg enz. Hebben de moeders daar
niets mede te maken? Kan haar invloed
geen gewichtige verbeteringen tot stand
brengen? Heeft de vrouw geen belang by
de belastingen? Mogen de toestanden by
leger en vloot, waar hare kinderen heengaan,
zonder de vrouw in orde komen?
By rechtspleging gaat het over haar kin
deren. Bij het woningvraagstuk wordt alleen
de man gehoord. Heeft de vrouw daarvan
geen verstand
We mogen in niets medepraten. Wemogen
ons alleen bedroeven, over uitstallingen b.v.
die zedenkwetsend zyn. Hoeveel kracht en
liefde, die het geheel ten goede kunnen
komen, blyven er ongebruikt. Het kiesrecht,
dat de sleutel van alles is, kan het even
wicht brengen. Daarom behoort de drang
niet langer gekeerd te worden.
We vragen geen kiesrecht, om er op te
snoevenwe vragen het, omdat we meer
goeds willen doen, en we willen niot onze
vrouwelyke plichten verzaken, omdat we elk
tehuis beschouwen als een gewichtig doel
van het groote tehuis, dat men de natie
noemt. Geen volk is gelukkig, heeft geen
goed tehuis, waar mannen en vrouwen niet
samenwerken.
Luide werd deze met overtuiging uitge
sproken rede toegejuicht.
By het debat verklaarde mej. Koppen, dat
zy was voor algemeen mannen- en vrouwen
kiesrecht, en dat zy vreesde voor dames-
kiesrecht.
De spreekster beweerde, dat men zich in
dat opzicht geen standpunt gekozen heeft.
De bedoeling der Vereeniging ia, gelijkstel
ling met de mannen. Hebben zy het alge-