KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
Ons Zondagsblad.
voor Helder9 Texel, Wioringen en Anna Paulowna
Verbroken Zegels.
No. 3840.
Woensdag 1 December 1909.
37ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3;m. 50 ct., fr. p. post 75 et, buitenland f 1.25
Pre- Zondagsblad 37J i 45 i f0.75
mién J Modeblad »»»55»»»»65> f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent.
Elko regel meer6
Bewjjs-exemplaar2j
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers i BERKHOUT Co., te Heider.
Bureauxi Spoorstraat en Koningstraat.
Intero.-Telefoon 50.
No. 52, einde van den jaargang van
het Geïllustreerd Zondagsblad, zal op 3
Dee. aan de geabonneerden worden
gezonden.
De kwitantie, groot 37cent, ter
voldoening van de nummers 40 - 62,
zal 6 December worden aangeboden.
12 December begint de nieuwe Jaar
gang met No. 1 en bestaat nu de gelegen
heid voor nieuwe inteekenaren.
DE UITGEVERS.
Uit het Buitenland.
Bij de voortgezette behandeling der leger-
wet in de Belgische Kamer is een amende
ment aangenomen bepalende, dat twee jaren
na het in werking treden dezer wet de actieve
<üensttigd zal worden verminderd tot 15 maand
voor de infanterie, 21 maand voor de bereden
artillerie en den trein en 24 maand voor de
cavalerie.
Voortaan sal kennis van het Vlaamsch ge-
ëischt worden van allo adspirant-gegradueor-
den, officieren en militaire geneesheeren.
Niets meer dan bill|jk natuurlijk in een land
waar meer dan de helft der bevolking Vlaamsch
spreekt en bijna de helft niots anders verstaat.
Het Engelsche Hoogerhuis schiet slecht op
met de behandeling dor begrooting. Meenden
wij de vorige maal dat wij in 't zelfde num
mer den uitslag der stemming nog zouden
kunnen mededeelcn, nu hoet het weer, dat
die stemming heden (Dinsdag) vallen zal. En
intusschen wordt in de bladen druk geschre
ven, kolommen vol over het waarsch|jnl|jk
lot der begrooting, het recht der lords om
een begrooting te verwerpen, het eventueel
tusschenbeide komen des Konings, de moge
lijke ontbinding der Kamer en de gevolgen
van dien. 't Laatst is niet het minst voor
name. 't Kon wel eens het leven kosten aan
't heele Hoogerhuis, een instelling waarvan
de leden niet door het volk gekozen z|jn en
die dus uit den t|jd is, naar het oordeel van
vele Engelschen. Sedert de verwerping der
Home-rule wet voor Ierland is er niet zoo
veel belangstelling geweest voor de zittingen
vau het Hoogerhuis eIb thans. De tribunes
zjjn telkens overvol ook de buitenlandscbe
diplomaten komen trouw luisteren.
Betreffende de Iersohe Landwet is een
overeenkomst tot stand gekomen tuBschen
het Hoogerhuis en het Lagerhuis. De regee
ring deed enkele concessies aan de lords en
deze gaven weer toe op enkele andere pun
ten. De wet zal thans aan den koning worden
voorgelegd.
Spanje zal in Marokko den strijd zoo
lang voortzetten tot het doel bereikt is.
Aldus verklaarde minister-president Moret
in een onderhoud aan eenige journalisten.
De koning van Portugal is na z|jn harte
lijke ontvangst in Engeland op weg naar
Spanje.
Naar aanleiding van deze reis, verklaarde
de minister, dat in broederlijke toenadering
en de handelsbetrekkingen tusschen beide
landen een belangrijke schrede voorwaarts
is gedaan. Al hetgeen de PortngeeBche mi
nister van baitenlandsche zaken to dezer heeft
gezegd, is jnist, ,maar," voegde de minister
daaraan toe, «de onderhandelingen over een
commerciëele overeenkomst zullen niet be
ginnen, voordat koning Manuel naar Lissabon
is teruggekeerd."
De bijeenroeping der Cortes zal waarschijn
lijk geschieden tegen half December. Aan den
leider der uiterat-Cataleenseho groep heeft
minister Moret meegedeeld dat de afgebroken
debatten over de gebeurtenissen in Barcelona
en den veldtocht dan zullen worden voortgezet.
Nog wordt nit Madrid gemeld, dal men daar
in officieële en militaire kringen den krach-
tigen toon, welke door Frankr|jk tegenover
Moulay Hafid wordt aangeslagen bij de lee-
ningsonderhandelingen, luid toejuicht. Het
wordt meer dan t|jd geacht, dat den sultan
aan het verstand wordt gebracht, dat z|jn
politiek van uitvlnchten en uitstellen gevaar
lijk is eu aanleiding kan geven tot ernBtige
verwikkelingen.
Nu de Finsche Landdag het ontwerp
treffende de b|jdrage aan Rusland heeft ver
worpen is men in Rusland bezig een regeering
voor Finland voor te bereiden die algeheel
verlies vanFirilands zelfstandigheid beteekent.
Wat baten protesten, Rusland heeft de macht
om het te doen. En artikel zes der Russische
grondwet, dat aan Finland autonomie voor
schrijft, wordt dan gewoon bniten werking
gesteld.
De R|jksdoema is begonnen met de behan
deling van een ontwerp op de onaantastbaar
heid van personon, ingediend door het Ministe
rie van BinnenlaDdsche Zaken. Zeven-en
tachtig leden hebben zich als sprekers laten
inschrijven.
Koning Ferdinand van Bulgarije brengt aan
Peter van Servië een bezoek. Men ziet in de
ontmoeting der beide vorsten een eersten
stap naar een Bulgaarscb-Serviscbe overeen
komst.
De redevoeringen in de Bulgaarsche So-
branja gehouden door twee ministers, hebben
een onderwerp van bespreking uitgemaakt in
de Turkscbe Kamer. Minister Rifaat pacha
deelde daaromtrent mede dat de redevoerin
gen zoo die z|jn gehouden aanmerkelijk ver
schillen van den tekst, doch dat hierin van
geen inmenging in Turksche zaken sprake
was. De betrekkingen met Bulgarije noemde
h|j sedert eenigen tjjd bevredigend. De Kamer
nam met deze verklaring genoegen.
Aan de bladen te Weenen wordt uit Kreta
bericht, dat de Kretensers hebben besloten
bjj de eerstvolgende verkiezingen afgevaar
digden te zenden naar de Griekscbe Kamer,
ten einde op deze wijze een beslissing over
de toekomst van hun eiland uit te lokken.
Mochten z|j werkelijk aan dit voornemen
gevolg geven, dan zouden daardoor begrijpe
lijkerwijze zeer ernstige verwikkelingen kun
nen ontstaan, die ook voor Kreta wel eens
ongewenschte gevolgen zouden kunnen hebben.
Dit zal het kalme gedeelto van de bevolking
echter wel inzien en het is dus te verwachten,
dat z|j zich tot zulk een gevaarlijke daad niet
zal laten verlokken.
Nieuwsberichten.
HELDER, 30 November.
Draadlooze telegraphie.
Door het pantserschip .Hertog Hendrik",
dat Dinsdag van hier naar Oost-Indië is ver
trokken, werden Zaterdagnacht per draadlooze
telegrafie telegrammen gewisseld methetRjjks-
radio-lelegraafstation te Scheveningen, terwijl
het schip dwars van kaap Finisterre was. Dit
mag voor het walstatoin en nog meer voor het
scheepsstation als een succes beschouwd wor
den. De afstand is ongeveer 1500 K.M.
Keuring vóór het huwelijk I
In het Regeerïng8antwoord betreffende de
Justitiebegrooting wordt medegedeeld
Het denkbeeld eener wettelijke regeling,
waarb|j voor het aangaan van een huwel|jk
waarborgen van gezondheid door partijen
moeten worden afgegeven, zoodat zonder zoo
danige waarborgon het huwel|jk niet kan
worden voltrokken, verdient naar de meening
van den nlinister geen aanbeveling.
Doodstraf 1
Minister Nelissen verklaart, dat van hem
geen voorstelleQ tot wederinvoering der dood
straf zijn te verwachten, daar de noodzake
lijkheid hem nog niet is gebleken.
Oneerlijke concurrentie
Een bepaalde toezeggiug om een straf be
paling tegen oneerlijke concurrentie te zullen
voorstellen, kan de Minister van Justitie
thaDS niet geven, nu een uitbreiding van
het begrip «onrechtmatige daad" in art. 1401
Burgerl. Wetboek in voorbereiding is.
Het stranden van de „Ida" bij IJmuiden.
Het Seeamt te Hamburg behandelde 24
Nov. het stranden van den Duitschen gaffel
schoener .Ida", kapt. Bachmann, te IJmuiden.
De in 1894 gebouwde, 134 netto reg. tons
groote schoener, eigendom er reeders Blu-
menthal en Böse en Altona, bevond zich op
reis van Sölvesborg naar Rotterdam met
granietsteen, toen b|j 9 Nov. tusschen IJmui
den en Wijkzee strandde en nog niet afge
bracht kon worden. De vier opvarenden wer
den gered en te IJmuiden geland. Het wrak
en de lading z|jn publiek verkocht voor 3630
gulden.
Het casco vau de .Ida" was voor 22.500
mark verzekerd, terwijl de kapitein een tiende
der verzekering zelf te dragen had.
Kapitein Bachmann verklaardelk voer
twee jaren op de .Ida". B|j Friedrichsort had
ik ditmaal een klein ongeluk. Het schip
raakte daar aan den grond, doch kwam spoe
dig weer vlot zonder schade bekomen te
hebben. De bemanning bestond uit een vollen
matroos, een lichtmatroos, een jongen en mij.
Op de bemerking van den voorzitter, dat
volgens de grootte van het schip een stuur
man mot schipporspatent kleine vaart aan
boord moest zijn, antwoordde getuige, dat hjj
gedacht had wel met een vollen matroos te
kunnen volstaan, daar een stuurman met
patent voor het kleine schip to duur kwam,
aangezien de vrachten zoo slecht waren.
Verder verklaarde getuige Ik was bij het
stormweer van daags te voren gedurende 24
uur niet ter kooi geweest zoodat ik te twaalf
uur de wacht aau den matroos overgaf en
mjj ter ruste legdo. Hij riep m|j togen 2 uur
's morgens, toen hjj 't vuur van IJmuiden op
zeven mijl afstand peilde. Toen ik op dek
Ijlde, gaf ik bevel van land af te sturen,
doch daar de wind naar 't westen omliep,
liet ik het anker vallen. In de hoop de open
zee weer te bereiken, liet ik het anker weer
hijscheu en draaide naar zee toe, toen het
schip kort daarop strandde. Op de noodseinen
verscheeu een sleepboot, welke het echter
niet gelukte het schip weer vlot te maken.
De «Ida" had een diepgang van acht voet
opeven kiel. Ik schrjjf de stranding toe aan
stroomverplaatsing. De voorIJmuiden liggende
brulboei heb ik niet gehoord.
Op bet gezegde van den voorzitter, dat de
een tjjdlang gestuurde koers Z. t. W. direct
naar land voerde, gaf getuige te kennen, dat
h|j dicht onder do kust hield om beter te
kunnen landen en een loods te krijgen. Het
Terscbollinger vuurschip kwam tegen 12 uur
's nachts in 't gezichtom dezen tijd was
de lucht helder. Loodssignalen zjjn reeds om
8 uur 's avonds gegeven, maar er is geen
loode gekomen.
De volle matrooB Gramke, die niet ver-
sohenen is, heeft te Rotterdam verklaard,
dat hjj de wacht had en toen hjj do bran
ding boorde, den kapitein geroepen heeft.
De kapitein was erg vermoeid en was daarom
te kooi gegaan, doch onmiddellijk opgestaan
toen hjj werd geroepen.
Het Seeamt deed de volgende uitspraak
.De stranding en het daaropgevolgde totaal
verlies van den gaffelschoener .Ida" is ver
oorzaakt door verkeerde navigatie van den
schipper Bachmann, wien de bevoegdheid tot
het uitoefenen van het schippersbedrjjf wordt
ontnomen. Er moet op gewezen worden, dat
het schip geen stuurman aan boord had,
hoewel de wet zulks vereischte."
Door den trein overreden.
Te Heiloo is Vrjjdag een vierjarig knaapje,
zoontje van den heer P. Hartog, dat den
spoorweg nabjj do Hondsbosschelaan wilde
oversteken, door don sneltrein, welke omstreeks
half vier van Alkmaar vertrekt, aangegrepen
en onmiddellijk gedood. (Alkra. Ct.)
Haring in overvloed
Op de Zuiderzee wordt tegenwoordig, na
don hoogen vloed van 13 November, zoo
veel haring gevangen, als om dezen tijd
bjjna nooit het geval is geweestdoor vele
visschers 14 h 20 tal.
De prjjs,- welke in den regel f 10 A f 14 is,
is daardoor thans reeds gedaald tot 14 per
tal (200 stuks).
Door een scheutje petroleum.
Vrjjdagmiddag is een dienstbode aan het
Engelbrccht van Nassauplein te Breda bij
het aanmaken der kachel in brand geraakt.
Het was weer de oude geschiedenis; de
dienstbode wilde de kachel gauw met een
schentje petroleum aanmakende vlam spoot
onder uit de kachel, greep de rokken der
dienstbode en zette haar in brand.
De familie was afwezig, niemand kon de
ongelukkige dienstbode hulp bieden. Zoo vloog
ze gillend de straat op, terwjjl al haar kleeren
in brand stonden.
Een werkman, die er bezig was, gooide
de ongelukkige een jas over het lichaam;
verscheidene anderen schoten toe en rukten
haar do brandende kleeron van het lijf. Zelfs
het corBet moest weggerukt worden, dat stond
voor oon deel reeds in brund. Men bogrjjpt
hoe deerlijk de ongelukkige is gewond.
Een noodlottige reis van twee Duitsche
luchtschippers.
Weder heeft de luchtscheepvaart twee
menschenlevens gekost. Het zulleD niet de
eerste zjjn en ook niet de laatBte. De lacht
moge veroverd zjjn, men beheerscht haar
nog lang niet, en de gevaren zijn nog vele.
Een luchtvaartuig is nog een gebrekkig ding
en een kleinigheid kan den dood der lucht-
schippers veroorzaken. Ditmaal is het onge
luk geschied met een vrijen ballon, waarmede
n ufstandstocht werd ondernomen.
Uit Fiume kwam het bericht, dat bjj Kra-
schilza aan de Hongaarscho kust een ballon
door een storm werd overvallen en mot de
luchtreizigers verongelukte. Een vrouwtje,
dat daar hout sprokkelde, vond in een kloof
vau het Karstgebergte een nog levenden
man, met wonden aun hoofd en ipmp. Ter
wijl ze hulp haalde overleed de man. Visite
kaartjes toonden aan, dat do verongelukte
Hugo Francke heette en architect te Frank
fort a.M. was. Men vond voorts op de helling
verscheidene voorwerpen en papieren. Deze
sporen volgend ontdekte men nabij den top
van den berg in een drie Meter diepe kloof
een tweede Tijk, waarvan do oogen met een
zwarten doek waren bedekt, en dat vreese-
lijk verminkt was. Men kon vaststellen, dat
de verongelukte dr. Willem Brenckmann
heette en dokter was te Charlottenbnrg. Aa-
derhalven K.M. verder vond men het schuitje
vau een luchtballon.
Dr. Brenckmann, een der bekendste en
voorzichtigste van de BerljjnBche luchtschip
pers, was vau plau geweest, het in 1902
door den graaf de la Vaulx gemaakte record
van 1900 K.M. (van Parjjs tot diep in Rus
land; te verbeteren. Hij kreeg de beschikking
over deu ballon Kol mar van de KolmarBcho
vereeniging voor de luchtscheepvaart, die
reeds tal van reizen had gemaakt od hem
voor dit doel zeer geschikt scheen.
Dr. Brenckmann heeft herhaalde malen
een afstandstocht volbracht. Zoo reisde hjj
eens van Berljjn naar Zweden door do lucht,
en een anderen keer naar de Rnssische grens,
waar hij bet, in de bladen uitvoerig bespro
ken, incident met grenskozakken had, die
op zijn ballon schoten. Dr. Brenckmann was
in internationale luchtscheepvaartkringen zeer
bekend en hoog geacht. Hjj won dit jaar in
den internationalen wedstrijd to Keulen den
eersten prijs.
Brenckmann was officier, studeerde in schei
kunde en promoveerde als dokter in de
filosofie. Daarna studeerde hij met goed
succes voor ingenieur, vervolgens legde hij
zich toe op op medische studie, en behaalde
voor eenige maanden den doctoralen graad.
Hij was den laatsten t|jd werkzaam aU ad-
sistent aan de kliniek voor ooglijders.
De architect Francke was evenals dr.
Brenckmann ongehuwd. Francke was voor
10.000 Mk. verzekerd tegen ongevallen.
Dat de ballon gesprongen is wordt onaan
nemelijk geaebt. Eer meent men te mogen
aanuemen, dat hij tegon de rotsen is stuk
geslagen.
Het feit, dat dr. Brenckmann met een
zwarten doek voor de oogen werd gevonden
geeft tot allerlei veronderstellingen aanlei
ding. Misschien is dr. Brenckmann het eerst
geBtorven en heeft zijn metgezel hem den
doek om de oogen gebonden. Misschien echter
wilde Brenckmann den dood van z|jn met
gezel niet aanschouwen, of heeft h|j zich ten
doode gew|jd. Voor zijn vereeniging is z|jn
dood een onoverkomelijk veriies.
Een vergissing
van de gezworenen te Dijon heeft een zekeren
Couriou, colporteur te Beanme, die een met
selaar door messteken had vermoord, van don
dood gered. De jury beantwoordde nl. de vraag
of er meessteken waren toegebracht ontken
nend, terw|jl op de vraag, of die messteken
den dood ten gevolge hadden gehad, een be
vestigend antwoord volgde.
De advocaat-generaal verzocht daarop de
gezworenen opnieuw naar hnnne kamer te
gaan om de besprekingen te hervatten, do
verdediger echter kwam daartegen op, zood&t
de beschuldigo werd vrijgesproken.
OE WEEK.
27 November.
Van de afgeloopen parlementaire week wil
ik slechts een paar punten aanstippen; in
de herinnering terugroepen. Het geredekavel
over de heteekenis van Christelijke rechts
beginselen", het meer of minder groote gevaar
van de anti-these, als boosaardig-rommonde
kracht, die (gel|jk do heer Goeman BorgesiiiB,
en na hem do heer Troelstra betoogden,
gescheiden houdt wat eigenlijk en feiteljjk van
nature bij elkaar behoort...
Heeft de lezer nog bijzondere lust om er
zich in te verdiepen
Ik durf 't haast betwijfelen.
Toen Donderdag-middag 25 November, te
circa halfv|jf ure, president Van Bylandt den
hamer liet vallen, waren de Algemeene
Beschouwingen nog niet afgeloopen
Do misnoegd-wanhopige trek op het vrien
delijke gelaat van zachte lijnen dezes leiders
is begrijpelijk. Hjj heeft niet de macht, dc
kracht, om dezen banjir van sprceklusrigheid
tegon te honden; onderwerpt zich aan het
onverm|jdel|jko
Een paar punten uit het veeldaagsch, toch
zoo onvruchtbaar debat.
't Was Maandag-middag
In de zaal der Tweede Kamer de wat
grauwe, wat-vale .atmospheer" van een ver
gadering, waar zoo-pas iets is uitgestreden,
dat de aandacht op z'n heftigst spande. Uit
gestreden Over «het Lintje Dat
was, ook toén, juist de vraag
t Was Maumlag-middug. Hier en daar een
lid Leêgo banken Het aspect van eeno
zitting, als eene, waar, over onbenullige din
gen menschen zonder groote beteekenis plicht
matig iets zullen zeggen, dat toch in de
BHandelingen," in de bladen, komt; waar
niemand dus naar behoeft te luisteren.
Een schelle keelstem. De heer Van de
Velde, hetman der anti-revolutionairen na
den nog steeds toch-officiëelen leider, zegt
van een papiertje eenige zinnen op
radden toon, met Indisch rollende en
ratelende r's op. Onwankelbaar vertrouwen
in dr. Kuyper, wiens .erkentenis van schuld
geëerd wordtUit. Na een minuut of wat
Na .het klaroengeschal van den wapen
heraut"
Toen was hjj er weer. De kleine, ineen
gedrongen man, die de vorige week
zjjn .peccavi" had gezegd...
Dr. Kuyper. Nu niet over ,het Lintje".
Neon, doodgewoon sprekend aks politiek man,
over de StaatsbegrootingAls ware er
heelemaal niets gebeurd Men zegt wel
audaces fortuna juvat Wie waagt, die
wintMaar 't kkn ook wel misloopen
Het Bchot, door hoe ervaren hand ook gemikt,
raakt niet altjjd de roos 1Gelijk hier nu.
Dr. Kuyper sprak zjjne eerste «politieke rede"
na Juni 1909, en 't blééf leêg, koud-leög, in
de Kamer. De Rechtsche banken waren dun
bezaaid. Aan den Linkerkant discussieerden
mr. Drucker en mr. Tydcmuu allergezelligst
Alsof daar een zeggen we een Bogaerdt
zjjn voortrellelijk bedoelde, maar zoo lijme
rige speech stond op te drennen
't Was weemoedtoekkend. Ja, daar was
dr. Kuyper aan het woord. Bespiegelend over
de christelijke beginselen... Over het begin
sel van God's Souvereiniteit, als bron van
alle gezag Vragend, wat dit Kabinet voor
herziening der Grondwet wil geven.Eene,
misschien, die Groen naar den zin zou wezen
Groen, die de Constitutie vau 1848 niet
„lustte", dewjjl juist daaraan ontbrak wat
aan het anti-revolutionair beginsel onschci l-
baar verknocht is en wegviel, toen men bjjv.
het sacramenteele in de woorden .bij de
gratie Gods, Koning der Nederlanden" ont
kende Gelijk in 1887, toen het amende
ment-De Geer werd verworpen
Dr. Kuyper's rede had ietB haastig-voor-
bereids; miste daardoor ook de kracht, de
kleur van anders. Hjj liet even de «demo
cratische tint'' als men wil van de
anti-revolutionaire vlag belichten, toen hjj er
op aandrong om de verhooging der invoer
rechten dan toch te bewaren voor de sociale
hervormingen. Over het algemeen? was 't mat.
Was 't weemoedwekkeodGaf 't herade
ming, toen dc heer Knyper weer kon ver
trekken. Iets als het hartverscheurend schouw
spel was 't van een Caroso, die zjjn stem
verloren heeft en toch lauweren wil gaan
oogsten Van een predikant, die prop-volle
kerkén steeds trok, en nu door plots-
omgeslageu voorkeur, hoe en waardoor dan
ook voor stoelen en banken preekt
Wie het tragische in deze dingen niet ge
voelt, is houd ik vol kil van harte.
Laten we zooveel als we van den koBte-
lijkeu nationaleu tijd meenen te kunnen
missen (of verknoeien) dan besteden aan het
geredekavel over de vraag, die uren in
beslag nam I of een Kabinet al dan niet
verantwoording heeft te geven, aan de Kamer
voor daden van een voorgaand ministerie.
Laten we liefst voor debatingsclnbs en
tydschrift-artikelen reserveeren de vraag,
door mr. Van Idsinga geponeerd (en door
mr. De Beaufort gesteund) of 't niet beter
is om de «lintjes" voortaan maar af te schaffen.
Te bewaren voor de buitenlandscbe gezanten,
zei de scherpzinnige, maar soms wat
exotische afgevaardigde uit Bodegraven nog.
Dit laatste zal hjj, bjj nader inzien, wel
wenschen terug te nemen, dunkt me toch zoo.
Maar over »het lintje" zelf zwjjge men nu
toch ten leste, voordat nader bewijsmate
riaal is geordend, 't Krjjgt toch iets weer
zinwekkends, dat hakken, dat hameren
op het hoofd van den ouden Kanaalstrater.
«Treurig 1" zegt de heer Van Doorn, en
wanneer men den lugubren klank hoort komen,
op graftoon, van de bloedelooze lippen op
het smal-bleeke, scherp-geteekendo gelaat
des afgevaardigden, die zoo excellent-deferent,
zoo l>oflel|jk kan zijn, en toch zóó vinnig,
zóó bjjtendscherp, dan denkt men onwille
keurig aun den bedienaar van Ijjkstoet, die aan
de verwanten vraagt:
«Wie wonscht den overledene nog eens te
zien Met een «pose" van droefheid,
dat ge heusch Dat ge waarachtig In
trouwe, laten wij nu voorloopig ook
na den dag van 26 Nov., waarover straks
meer over «het lintje" zwjjgen. Do heer
Drucker heeft volkomen geljjkEr zjjn ge
wichtiger, belangrijker, dringender zakeu aan
de orde dan de vraag, of een ond-minister
zich in de vingers heeft gesneden
Laten we nu praotisch zjjn, als deze af
gevaardigde.
En edelmoedig...
Ik had dit reeds geschreven vóórdat de
heer De Savornin Lohman Vrjjdag j.1.,
in tweede instantie, over «de zaak" had
gesproken.
En ook n& die belangrijke, voor dr. Knyper,
zoo treurige verklaring van den invloedrijken
en algemeeo geachten, vertrouwden leider der
chr.-historische!), houd ik vollaten w|j
over ,1'affaire" zwjjgen totdat hetzij dr.
Kuyper zelf of eene commissie (Raad van
Eer) het meerdere licht" heeft ontstoken,
door don heer Lohman gevraagd.
Die eisch naar verdere opheldering van
.duistere punten", 'die nog overbleven,
is de groote gebeurtenis van 26 November
jj. Daarmee is de eenheid, waarmee de
Rechterzjjde dr. Kuyper op zjjn woord ver
klaarde te golooven en hem haar ongeschokt
vertrouwen te bljjven sohenken, verbroken.
Daarmee is de oud-premier van 1901 tegen
over het onafwendbaar alternatief gesteld
om óf aan 's heeren Lohman s eisch gehoor
te geven, ofhet is niet gemakkelijk in te
vullen wat hier moet volgen 1 Gevorderd
wordt dat de oud-miniBter zich zuivere van
den blaam, dat hjj, willens en wetens, in
relatie stond en bleef staan met een
centrum van corruptie" gevormd door Mej.
Westmejjer en hare vrienden. Eene parlemen
taire enquête wenscht de heer Lohman niet,
want hjj neemt niet aan dat er een strafbaar
feit is gepleegd en acht bovendien zulke
eene enquête tegenover een afgetreden minis
ter niet op hare plaats, Maar opheldering
eischt hjj met nadrukwacht hjj van den
heer Kuyper.
Hoe de zaak in dit stadinm getreden,
zal loopen, is op dit moment niet te
zeggen. Met groote spanning wordt de komen
de Maandag-zitting verbeid I
Moeieljjk zal men zich een algemeen be-
grootings-debat kunnen herinneren, dat zóó
soeperig, langdradig was als 't huidige, en
tevens zóó, in den grond der zaak
aarts-onbeduidend.
Niemand kan, in goede trouw, volhouden,
dat na mr. Heemskerk's urenlange rede
van Woensdag j.1. eenig sterveling tenaan-
zien van wat dan •Christelijke rechtsbegin
selen* heeft te beduiden, oenig hoi!vast in
handen kreeg. Een Christeljjk Kabinet, niet
een •conservatief Kabinet van zaken* wil
dit ministerie zjjn
Het «cachet* moge dan wezen hoe en
wat men wil, dat het handele
Daarin heeft de heer Drucker toch bjjv.
g«lgk
De gemeenten, althans vele, zjjn nood
lijdend.
Wat zegt nu mr. Heemskerk, de premier -
Meneeren, daar ligt een ontwerp.
Begint met dit af te doen.
Kunt-ge vroeg mr. Drukker inmid
dels geen voorzieningen treffen
Op zoo'n moment strijkt de premier met
zijn lenige, blanke hand over den grijsblon
den krullebol, glimlacht geheimzinnig-ge-
noegljjk -
Mysterie
O, er zjjn wel aardige, ook pikante mo
menten geweest. De heeren Van Doorn en
Van Vliet raakten bjjna slaags. Over het
ophitsen van politieke hartstochten Wie
het ergst was geweest van de twee in do
periode, als-wanueer ook onze pers immers
voor niets staat...' Er was gesproken ge
worden over «liberale jeneverneuzen...*
Weet ik al wat meer
Daar stonden in het Parlement de
bleeke unie-liberaal Van Doorn met den
FEUILLETON.
35)
Hjj had gedaan, wat hjj volgens mjjne
overtuiging niet zonder mjjne uitdrukkelijke
toestemming gerechtigd was te doen. Jjj kent
het ongeluk van mijn eerste huweljjk slechts
uit datgene, wat ik je vroeger vluchtig heb
aangeduid, want ik wilde het vergeten. Uit
de bijliggende akte, die ik bewaard heb,
opdat ten minste een van de familie na mjjn
dood van den trenrigen inhoud kennis zou
nemen, komt g|j alles nader te wetendat
mjjn eerste vrouw vier jaren na de geboorte
van Klaus mjj lichtzinnig verlaten heeft en
dat, nadat ik gerechtelijk van haar geschei
den was z|j ook op hare beurt door haar
tweeden echtgenoot na weinige jaren verla
ten werd en verdwenen isdat ik verder
hem, mijn vroegeren vriend, later eens op
een reis als reizend avonturier ontmoet heb,
nadat hij ook zjjn kind aan de genade vun
vreemde lieden had overgelatendat einde
lijk je ziet, wat het noodlot al niet uit
richt I uit de bjjliggende akte zie je, wat
ik Klaus t|jdens mjln ziekte door zjjn eigen
zinnigheid niet kon zeggen, daar er mjj de
tjjd toe ontbrak, en nu schrjjf ik het neer
met bloedend hart Laura Wandel is de
dochter van zjjn lichtzinnige moeder. Heins
Wandel was haar tweede echtgenoot."
Een gil in de donkere voorkamer deed hen
van schrik opvliegenontsteld staarden zjj
naar de open deur. Robert nam de lamp en
voor hen lag een gesluierde vrouw met
uitgestrekte armen bewusteloos op het tapijt.
Laura! riep Fransje uit.
Zjj knielde bjj de bewustelooze neder, die
gedurende het voorlezen stil teruggekeerd
was en onbemerkt tegen den deurpost ge
leund had.
Welk een noodlot 1 Die beklagingwaar-
dige.
Ook tante Polda was nader gekomen.
Robert liet haar aan de zorg der dames
over, ging in de nu donkere huiskamer terug
en keek uit het veuster naar de woning, dio
bij de fabriek stond en waarin de stilte van
het graf heerschte.
Dat heeft Klaus nu ook op zjjn geweten,
tenminste als hjj er een geweten op nahoudt.
Nog dezen avond zoek ik mijn kameraden
op, om het hun te vertellen. Geen minuut
langer mag de smet op mjj rusten.
Hjj keek nog eens in de kamer. Men had
de deur van de voorkamer gesloten. Hjj stak
ongeduldig een kaars aan om den schat op
de tafel te bewaken; weldra keerde tante
Polda zeer opgewonden terug en deelde hem
mee, dat de ongelukkige met behulp van
de meid op een bed was gelegd en onge
twjjfeld wel weer zon bjjkomen. Zij pakte
haastig maar zorgvuldig de papieren bij elkaar,
om ze weer in de brandkast te sluiten.
Het doet inij leed om haar, maar ik
kan het niet helpen.
Robert greep zijn vilten hoed en wilde
juist, naar buiten gaan, toen er haastig iemand
de mat verlichte kamer binnen trad.
Is Laura hier?
Hjj herkende de Btem van zijn broeder die
hem met woeste blikken aankeek.
Robert trad achteruit, om op een afstand
te blijven van den man, dien hij in het ge
heel niet had verwacht, maar die hem in de
gemoedsstemming van dit oogenblik juist te
rechtertjjd kwam.
Sedert wanneer hub je haar hier te
zoeken riep hjj met van toorn fonkelende
oogen. Wat heb jjj hier te zoeken? Je wilt
zeker nog eens van me hooren, dat je een
ellendige, eindeljjk ontmaskerde booswicht,
een dief bent, tegen wien zich de band van
mijn armen vader aanklagend uit het graf
opheft 1
Het hoofd fier in deu nek, in het bewust
zijn van zjjn onschuld en van zijn zegepraal,
stond hjj voor hem.
Waar iB Laura? donderde Klaus hem
toe, op hem toetredend en de hand uitstekende
naar zjjn broeder. Men heeft haar zien bin
nengaan.
Robert sloeg zjjne band neer en ging nog
een schrede achteruit. Hjj zag Klaus in een
toestand, die hem gebood aan de verdediging
van zjjn eigen leven te denken.
Daar is de deur 1 Wjj spreken elkander
nader voor de crimlneele rechtbank, niet hier
op do plaats waar je onzen vader vermoord
hebtGa weg
Hjj trok zjjn revolver, die hjj in de laat
ste weken steeds bjj zich droeg, uit ziju
borstzak.
Onnoozele knaap, wien niets anders is
overgebleven dan dat ellendige ding daar 1
Richt bet op je zelf! Het is de laatste wel
daad, die je je zelf kunt bewjjzen.
Om 's hemels wil 1 klonk uit de geopende
deur een vrouwenstem.
Tante Polda stond op den drempel mot
een door schrik verwrongen ljjkkleurig ge
laat, do handen sineekend opgeheven. Zjj
had in het schemerdonker slechts de beide
schadnwen op den wand gezien en herkende
Klaus nn.
Ik zoek Laura f Zjj is hierriep deze
luid, op haar toetredend.
Ja, ja 1
Zij ging voor hem achteruit.
Ik wil baar zien.
Om 's hemels wil, ontzie het arme kind 1
smeekte zjj sidderend. Zjj is in zulk een toe
stand, dat wij de meid ijlings naar den dok
ter moesten staren. Wanneer de ongelukkige
u zag, zou dat haar dood zjjn. Heb mede
lijden met haar!
Klaas klemde do tanden op elkaar. Zjjn
aanblik, baar doodDat maakte hem diep
beschaamd, hem, haar echtgenoot; dat ont
hulde hier in huis volkomen, in welke ver
houding h|j tot haar stond, en verbitterde
hem ook tegelijk tegen haar, die door hare
vlucht het ongeluk van zjjn huweljjk open
baar maakte.
Een oogenblik overlegde hjj zonder een
besluit te kunnen nemen. Hjj kon zjjn mede
lijden voor haar niet onderdrukken.
Goed, zeide hjj eindeljjk, ik ga! Ik
heb hierover nog wat te doen. U belooft me
bericht te zenden, wanneer ze weer bijkomt
Van harte gaarne 1 riep Polda verlicht.
Wanneer het maar niet erger wordt!
Ook dan moet u mjj laten roepen. Slechts
onder deze voorwaarde ga ik hier vandaan.
Alles wat je begeert 1
Klaus ging heen zouder verder iets te zeg
gen. De gedachte, dat Laura werkelijk in
gevaar kon zijn verteederde hem. Hjj haar
verliezen, die hij heden eerst geloofde onaf
scheidelijk aan zich geketend te hebben
Ik moet ook weg, tante I Ik kan hier
niet helpen en mjjn kameraden moeten van
avond nog hooren
Robert was weg, eer zij het kon verhin
deren.
Robert, ga hem uit den weg I riep zjjn
tante hem na.
Hjj hoorde haar niet meer.
In de huisdeur gaf #en telegraafbeambte
hem een telegram over. Zjjn gehecle gezicht
klaarde op, toen hij onder de gaslantaarn
las
lk kom tegen tien-uur vanavond. Wacht
op mjj. Moot jullie vandaag nog spreken.
Breug goed nieuws Otto."
Sedert het begin van zijn huweljjk had
Klaus in zjjn argwaan alle omslagen van
brieven en biljetten, die aan Laura geadres
seerd waren en hem in handen vielen, met
een griffelachtig, klein instrument, door in
steken onder de slniting en het oprollen ervan
geopend, waartoe hem ook wel de punt van
een pennehouder voldoende was. Als hij hare
correspondentie gelezen had, sloot hjj den
brief weer, door de gom voorzichtig te be
vochtigen.
Hjj had er veel in gevonden, wat zjjn wan
trouwen opwekte, lichtvaardige, onbedachte
nitingen van hare vriendinnen van den schouw
burg, het gewag maken van namen, waarvan
de voorletters slechts genoemd werden, en
wat verder in de correspondentie van jonge
vrouwen, in het bijzonder ook van meisjes
kan voorkomen. En juist de verdenking, die
Laura ten slotte oök opvatte, had haar aan
gespoord, een vertrouwden dienaar in dienst
te nemen. Die verdenking was ook niet ge
schikt geweest om het vertrouwen tusschen
de beide echtgenooten beter te maken.
Toen hij nu op zekeren avond ongelukki
gerwijs juist t|jdens de afwezigheid van Laura
uit het kantoor kwam en ten tweeden male
den onden man ontmoette, die aan Jean zoo
dringend naar mevrouw had gevraagd, trad
hjj naderbij.
De oude man, in armoedige kleeding, nam
zjjn hoed voor hem af en Klaus bemerkte,
dat hjj een grjjze pruik droeg. Als kwam hjj
om een aalmoes en als had hij in den brief
zjjn nood geklaagd wat niet zelden ge
beurde, verzocht hjj dien vooral aan
mevrouw te overhandigen, en wilde zich na
een diepe buiging verwijderen.
Klaus meende het eerste oogenblik eeu
aan lager wal goraakten man te herkennen
de pruik wekte echter zjjne verdenking op.
Om tjjd te hebben hem beter op te nemen,
zocht hjj naar een geldstuk en reikte hem
dat over, waarbjj zjjn half gesloten oogen
echter plotseling flikkerden. Hij beloofde
bereidwillig den brief over te geven, snelde
naar zjjn kantoor en opende het couvert.
Daarbij ging er iets in hem om, dat hem
sterk opwond.
Geen twjjfel meer, hjj is het, ik herkende
hem I riep hjj steeds weer maar besluiteloos
als h|j was, gaf hjj den brief, weer zorg
vuldig gesloten, eerst den volgenden morgen
toen hjj dien avond weer een woordenwisse
ling met Lanra had.
Dus heden om acht uurl lk zal er bjj
zjjn: ik ben zeker van mjjn zaak 1 riep hjj
met een lach vol leedvermaak, toen hjj haar
verlaten bad. Naar den samenhang ben ik
echter nieuwsgierigIn ieder geval doe ik
een goed werk.
(Wordt vervolgd.)