KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anna Paulowna* No. 8864. Woensdag 28 Februari 1910. 38ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., Ir. p. post 75 ct., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 37$ »t»»45> f0.75 miën J Modeblad >>>55>»»»65» f 0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advortentiën van 1 tot 4 regels Elke regel raecr Bcwys-exernplaar Vignetten en groote letter* worden n r plaatsruimte berekend. rokend Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers! BERKHOUT Co., te Helder. Intero.-Telefoon SO. UIT HET BUITENLAND. 't Is na jsyn terugkeer in de Kamer voor hot ministerie-Asquith in Engeland noodig een programma op te stellen, opdat het wete of het daarvoor op eene meerderheid reke nen kan. Daarom voert de premier al eeni- gen ty d onderhandelingen mot de Ieren en do leiders dor Arbeiderspartijen. Deze beide groepen willen de kwestie van het veto van hot Hoogerhuis op den voorgrond stellen en behandeld zien vóór elke andere. De radicale „Star' blijkt het hiermee volkomen eens. Barnes, een der leiders van de Arbeiders partij, heelt zich uitgelaten dat men binnen betrekkelijk korten tijd voor een nieuwe verkiezing zal staan. Dit wjjst er op, dat met Asquith geen verdrag tot stand is gekomen dat zijn toezeggingen aan de Arbeiderspartij niet voldoende waren. Van andere zjjde wordt gezegd dat Barnes niet namens de heele fractie kou en mocht spre ken. Hoe 't zy een verklaring zal deze week wel afgelegd worden. Monlay Hafid, de sultan van Marokko, zou geen Oostersch vorst zyn, als hy niet aan de gewone ziekte dier heeren, de traag heid, leed. De voorstellen door Frankrijk gedaan, daar zal hy by gelegenheid wel eenB over denkon. Het geduld der Frauschen raakt blykbaar uitgeput wat niet te ver wonderen is. Do Parysche correspondent van de „Köl- nische Zeitung" weet te vertellen dat Frank rijk beginnen zal Hafid nogmaals te som- meoren zyn goedkouring te hechten aan het jongste door zyn gezaDt El Mokri ondertee- kende Fransch-MarokkaanBche verdrag. Deze sommatie zal pas over eenige dagen te Fez kunnen worden ontvangen, zoodat er ver moedelijk nog wel een paar weken mede gemoeid zullen zijn vóórdat men omtrent Hafid's gezindheid iB ingelicht. Indien de Sultan dan nóg het stilzwijgen zou blyven bewaren of zou verklaren dat hy hot ver drag niet aanvaardt, zou men zyn toevlucht nemen tot zekere dwangmaatregelen o. a. tot het beslag leggen op de douane-inkom- ston, en tegelijkertijd de Fransche kolonie te Fez in veiligheid brengen. Natuurlyk zul len de vreemde mogendheden van den staat van zaken voortdurend op de hoogte gehou den wordeD. Te Berljjn hoopt men opMoe- lay Hafid's vredelievende gezindheid, daar een actie der Franschen in Marokko den Duitschers altijd verdacht voorkomt. Wat van dit alles aan is, is moeilijk te zeggen daar het Fransche ministerie beslist elke toelichting weigert. Gesteund door de Polen en de sociaal democraten drong het Centrum in den Duit- schen Ryksdag by monde van prins Löwen- stein weer eens aan op opruiming van de politiebepalingen, die de vrjjo uitoefening van den godsdienst belemmeren op vol ledige godsdienstvrijheid voor allen in de Bondsstaten. „De Ryksdag mag niet ingry- pen, dat zyn Bondszaken,', oordeelde de meerderheid en verwierp het voorstel tot opheffing der bedoelde maatregelen met 160 tegen 150 stemmen. 't Was te voorzien dat over den luitenant met 10 man" die volgens den afgevaardigde uit Oldenburg den Rijksdag moest kunnen sluiten, nog wel wat zou gezegd worden. In de interpellatio in den Rjj dsdag zei de socia listische afgevaardigde Mannheim: ,Na het jongste schandaal met den afge vaardigde Oldenburg, had de rijkskanselier de eerste gelegenheid behooren aan te grypen om den eerbied voor den Ryksdag te her stellen; inplaats daarvan hield hy een rede alsof hij ongrondwettig optreden tegen dit lichaam theoretisch wilde goed praten. De Ryksdag heeft recht op denzolfden eerbied als do keizer. In Engeland is door de demo cratiseering van het parlemont de politieke vorming van het volk ongekend ontwikkeld, daar heerscht een wedstryd van talenten, en worden de beste uitgekozen, by ons worden mannen tot het ambt van miniBter geroepen, ingevolge luim of protectie. Alle beschaafde landen van de wereld moeten zich verdemocratiseeren, alleen Rus land en Pruisen blyven staan-'. De aanval was fel, zoo men ziet. De Rijks kanselier zei in zyn antwoord, dat hy zich strikt zou houden aan wat tot den Ryksdag behoort. Hy meende dat het doel der inter pellatie was te weten of het Ryksdagkiesrecht bedreigd wordt en verklaarde daaromtrent: (Had ik zoo iets gezegd, of er slechts op gezinspeeld, dan zouden angstige gemoederen zich ongerust kunnen voelen. Doch niots van dit alles ligt in myn plan. Ik twyfelde slechts aan de alleenzaligmakende kracht van het Rijksdagkiesrecht voor alle staten en voor alle toestanden. De verbonden regeeringen denken er niet aan, aan het Ryksdagkies recht te raken-'. Deze verklaring is zoo voornelyk mogelijk. Ze zegt evenwel niets of liever: de iyks- kanseUer had onmogelijk een andere klaring kunnen afleggen. De president van den Ryksdag, graaf Zu Stolberg- Wernigerode, is Zaterdagavond over leden. Te Boeda-Pesth heeft zich in een verga dering van 8000 personen, waar alle ministers tegenwoordig waren, de nieuwe Hongaarsche regeeringsparty geconstitueerd onder den naam vanparty van nationalen arbeid. De minister president legde verklaringen af betreffende het kiesrecht, de militaire-questie en bank- questio, die luiden byval verwekten. Onder toejuichingen werd een motie aangenomen verklarende, dat het hervormingsprogam der regeering by uitstek geschikt was om aan de constitutioneele conflicten een einde te maken, 't Ziet er dus uit om goed weer te worden in Hongarye. In Griekenland een officiëele verklaring dat er heelemaal geen verschil van gevoelen be staat tusschen zeemacht en landleger, welke verklaring niemand gelooft, en aan de Kamer namens do regeering een waarschuwing maar geen oppositie te maken tegen regeerings- voorstellen anders kon 't wel eens slecht uitpakken 11 Reddingwezen. Do by Kon. besluit van 7 Juni 1907 inge- stelde staatscommissie, aan welke werd opgedragen A. te onderzoeken 1°. of en zoo ja welke voorzieningen op of van uit den vasten wal alsnog behooren te worden getroffen om by scheepsrampen op de Nederlandsche kust, en meer bijzonder bij den Hoek van Holland, verlies van mon8chenlevens zooveel doenlyk te voor komen, en 2°. of en zoo ja welke wijzigingen in de organisatie van het reddingwezen hier te lande behooren te worden aangebracht, ten einde een zoo groot mogelyk nuttig effect daarvan te verzekeren, heeft van de uitkomsten van dit onderzoek verslag uitgebracht, verge zeld van de noodige voorstellen met toelichting. Van deze Staatscommissie was lid en voor zitter Zyne Koninklyke Hoogheid de Prins der Nederlanden. De maatregelen, welke door de commissie worden aanbevolen, zijn in het hieronder volgende overzicht samengevat. zake de organisatie van het reddingwezen gaat de commissie van het beginsel uit, dat het in verband met de veiligheid van het verkeer naar en langs de Nederlandsche kust noodzakelijk is, dat de regeering gewaarborgd zy, dat het redding wezen in goeden toestand verkeert, en ook dat zij zich hiervan voortdurend overtuigt, ten einde zoo noodig te kunnen ingrijpen. Het is echter niet noodig en ook niet wensche- lijk, het geheelc reddingwezen tot staatsdienst te maken, zoolang het mogelijk blykt het redding- wezen op doeltreffende wyze door particulieren te laten uitoefenen. In dit geval ligt het op den weg NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 22 Februari. By K. Besluit van 17 Febr. is, met ingang van dien dag, de heer J. M. Bottemanne^ dir. der visschershaven te IJmuiden, benoemd tot inspesteur voor de vissohery. regeering deze voor zoover noodig geldelijk of andere wijze te steunen. De stations te Hoek Holland en te IJmuiden behooren op dezen ïl geen uitzondering te maken. De verzorging geredde schipbreukelingen behoort, zoodra deze aan land zijn gebracht, tot de taak der re- geering. Hulp, door particuliere instellingen en particulieren geboden, dient daarbij dankbaar aan vaard te worden. Wat de onderlinge verhouding der verschillende lichamen, welke op reddinggebied werkzaam zijn, betreft, zoo ware het, naar de meening der com missie, een groote verbetering, indien de bestaande reddingmaatschappijen tot fusie tot ééne Neder landsche Reddingmaatschappij overgingen. De regeering behoort bij de reddingmaatschap pyen vertegenwoordigd te worden door een rijks commissaris. Wat de organisatie der reddingmaatschappijen zelve aangaat, acht de commissie het wenschelijk, dat deze in dier voege worde gewyzigd, dat. op het voorbeeld der groote reddingmaatschappijen in het buitenland, de leden en contribuanten door meer of minder uitgebreid stelsel van ver tegenwoordiging, eenigen invloed kunnen oefenen, en dat overigens de reddingmnatschoppijen streven naar meerdere bekendheid in den lande. Met betrekking tot de wijze van werken der reddingmaatschappijen wordt er op gewezen: dat het wenschelijk is dat de stations ook buiten hun eigen terrein hulp bieden dat het wenschelijk is, dat het reddingwezen, inzonderheid te Hoek van Holland en te IJmuiden, in ócn hand berust by een krachtige persoonlijk heid van beschaving en ontwikkelingen vertrouwd met zeezaken en dat de reddingmaatschappyen behooren zorg te dragen dat op de Nederlandsche kust volkomen eenvormigheid bestaat in de wyze van seinen tusschen een schip in nood en den wal. In verband met dit laatste wordt aanbevolen, dat de regeering, zoodra de gelegenheid zich daar- voordoet, dit punt internationaal tracht te regelen. Met betrekking tot de geoefendheid van het personeel merkt de commissie op, dat deze in de latere jaren verbeterd is. Voor geoefend bootspersoneel wordt tot onder houden van de bedrevenheid drie vier maal per jaar oefenen als minimum noodzakelijk geacht, terwijl dit minimum voor de lijnwerp- en wipper toestellen op tweemaal per jaar ware te stellen. Een dier oefeningen zou bij duister en over nacht moeten plaats hebben. Ook vestigt de commissie er de aandacht op, dat met het oog op de aanwezigheid van geschikt personeel verplaatsing van het loodsstation te Maassluis naar Hoek van Holland in het belang van het reddingwezen zou zyn. De commissie acht het wenschelijk, dat voor het personeel der reddingmaatschappyen een vaste regeling van pensioenen en onderstanden worde ingevoerd. Ofschoon van oordeel, dat het reddingmateriaal hier te lande in het algemeen niet achter staat bij dat in andere landen, meent de commissie toch eenige maatregelen te moeten aanprijzen. De commissie vestigt verder de aandacht op de groote waarde, welke voor het reddingwezen op meerdere punten der kust te hechten is aan het gebruik vnn motoren in de diepwaterbooten en beveelt krachtige voortzetting der proefnemingen op dit gebied aan. Met betrekking tot de kustwacht meent de com missie eenige verbeteringen en aanvullingen te moeten voorstellen; in de eerste plaats wordt het wenschelyk geacht, de bewaking van de kust nog te verbeteren door bij slecht weer en slecht zicht de kust, voor zoover deze niet vanaf de lichttorens kan worden overzien, door daarvoor bezoldigde personen te doen afloopen. Wat de kustwachtverbindingen aangaat, worden aanbevolen verschillende verbeteringen of maat regelen, vooral het maken van telefonische ver bindingen. Voorts spreekt de commissie de wcnschelykheid uit, dat in de instructiën der kustwacht bepaald worde, dat aan de reddingmaatschappijen steeds vóór alle anderen bericht gegeven worde van een voorgekomen scheepsramp. Ook zouden eenige seinen moeten worden vast gesteld, te wisselen tusschen de kustwacht en de in zee zynde reddingboot. In de onderstelling, dat de regeering de ver zorging van de geredde schipbreukelingen ter hand neemt, wordt het wenschelijk geacht; dat als algemeenen regel de burgemeesters der kustplaatsen belast worden met de verdere zorg voor geredde schipbreukelingen. De commissie meent voorts nog de aandacht te moeten vestigen op enkele maatregelen, welke dienstig zouden kunnen zijn om scheepsrampen te voorkomen. Zoo meent zij te moeten aanbevelen om, indien de proef slaagt, welke thans op de Haaksgronden (Middelrug) met een lichtboei genomen wordt, aeze gronden door minstens twee lichtbruiboeien te doen aangeven en wel op zoodanige plaatsen, dat een der boeien in hoofdzaak dienstig zal zijn voor schepen komende uit de richting van het Kanaal en de andere voor schepen met tegen gestelden koers. De ramp op de Noordzee. Meer en meer gaat men te IJmuiden ge- looven dat het de stoomtrawler YM 118 Belle" is, die door het stoomschip (Green land aangevaren werd en zonk zonder dat éón van de bemanning kon worden gered. Men meent dit te mogen opmaken uit het feit dat deze trawler reeds laatstleden Maan dag aan den vischafslag te IJmuiden werd verwacht en tot heden nog niet binnenkwam. In den goeden vischtyd, zooals thans ook weer voor de visschersschepen is aangebroken, is het echter geene bijzonderheid dat de schepen langer uitblyven dan verwacht wordt. Wanneer een schipper op een plaats is gekomen waar veel visoh zit, traeht hy zooveel mogelyk te vangen en blyft dan wel eens langer dan gewoonlijk uit. Vooralsnog mag men dus hoop hebben dat het vaartuig biunen enkele dagen te IJmuiden binnenvalt. De vermiste knaap. De burgemeester van Zeist looft voor het verstrekken van inlichtingen, die tot gevolg hebben dat de 14-jarige Jan van der Wiel wordt gevonden, een belooning uit, die in ver band met de waarde der mededeelingen ter beoordeeling van hem, burgemeester tot een bedrtg van f 50 kan worden vastge steld. In verband met deze vermissing wordt ook de opsporing verzocht van een als heer ge kleed persoon, van het volgend signalement, die daags voor de vermissing, op den Dolaar- schenweg een knaap van 12 jaar f 1 heeft geboden wanneer deze met hem mede naar Amerika ging of hem kinderen noemde die daartoe bereid waren. Type reiziger met ver roeste, bemodderde flets en bruine city bag, 24 25 jaar, lang cn mager met grooten roo- den haviksneus, bleek gezicht, snorretje, ongeschoren gelaat, blondachtig haar, gekleed met gryze jas, zwarte broek. Onaangename gewaarwording. De vrouw van den varkenskoopman V. te Roden heeft het ongeluk gehad, een biljet van f 800, ingesloten in een enveloppe, in de kachel te werpen. Den volgenden morgen vond men de verkoolde overblijfselen. Het overschot is opgezonden naar de Ned. Bank, in de hoop op uitbetaling van het bedrag. (A. Ct.) Wee-standsvermogen. Het behoort wel niet tot de gewoonten» berichten uit te geven over den gezondheids toestand van een hond, maar ,Het Vader land' gelooft een uitzondering te mogen maken voor het taaie exemplaar, dat een paar weken geleden in de Laan van Meor- dervoort te 's-Gravenhage onder de tram geraakte, en, na door het zware gevaarte gekneusd, geplet en gekraakt te zyn, in schjjnbaar vry goede conditie wegliep, toen men met hnlp van veel medelijdende handen den wagen had opgelicht Er zyn patiënten die een operatie schit terend doorstaan bij- alle operatics ge- lakken I maar die aan de gevolgen heen gaan. Dit was ook van dezen hond te ver wachten hij loopt nu nog wel, dachten de omstanders Maar hoe zal hy er morgen aan toe wezen Vrjjdag had de verslaggever van genoemd blad, die destijds in de tram zat, het voor recht den patiënt ;type ruig harige staande hond) te ontmoeten, in gezelschap van zyn meester. De hond liep, alsof hy nooit iets van de zorgen en govaren van een hondonlevon had ondervonden vroolyk, veerkrachtig, alsof er niets met hem was gebeurd. Zyn meester verzekerde, dat het dier verder niets geman keerd had, cn dat de veearts geen kneuzing of iets van dien aard had geconstateerd. Voor znlk een taaiheid en woerstandsver- mogeu neemt men zijn hoed af. Valsche bankbiljetten. De politie zoekt nog altijd naar de makers van de valsche bankbiljetten van 5 p. st. van de Nationale Bank van Zuid-Afrika. Ze zyn zoo voortreffelijk nagemaakt, vermoede lijk in Duitschland, dat alleen een typogra fische inrichting van de beste soort ze heeft knnnen vervaardigen. Men vermoedt nu, dat de falsarissen bij een dergeljjke inrichting bil jetten hebben laten maken, die den voorkant n bankbiljet vertoonden en op don keer- kant een advertentie, en by een andere inrich ting een biljet met den achterkant van het bankbiljet en op de keerzyde een advertentie. Aldus zouden die inrichtingen gemeend heb ben, geen bedrog te helpen plegen. Vervol gens zouden de vervalschers dio biljetten go- splitst hebben en de twee zjjden van het nagemaakte bankbiljet op elkaar hebben ge plakt. Men w.eet dat te Londen een paar mannen gepakt zyn, die op de een of andere manier in de vervalsching betrokken zyn, Trawler verongelukt. (Lerwick, 17 Febr.) De kleine baai by Faglastack, Burra Isle, is vol wrakstukken. Er staat te veel zee om een onderzoek te kunnen instellen. Men meent hier dat het wrak afkomstig is van een Duitsche of Nederlandsche trawli die terugkeerde van de visschery van IJsland. Levend verbrand. Aan boord van den schoener „Jeanne d' Aro" te Brest is een lading cellnlolïde in brand gevlogen. De kapitein en een scheeps jongen zyn levend verbrand, het schip is geheel verloren. Moeder en kind verdronken. Een jonge vrouw te Lubeck is, nadat zy met haren man van een bal terug was gekeerd, in haar baljapon met haar kind van drie maanden op den arm in het Elbe-Trave-kanaal gesprongen. Beiden verdronken. Een krankzinnig-jaloereche apotheker. Parys, 18 Februari Het lykt een verhaal nit de middeleeuwen of een sombere novelle, nit het brein van een Balzac of een Edgar Poe ontsproten, deze geschiedenis van hot aan kettingen leg gen, van het met yzerdraad omsluiten van een gedeelte van het lichaam, van al do krankzinnige jaloezie-kwellingen, die de apo theker Parat uit de rue Vaugirard zyn vrouw aandeed. Reeds ruim een jaar geleden had de heer Hamard, chef van den veiligheidsdienst, een geheimzinnigen brief ontvangen, waarin mede gedeeld werd, dat de apotheker Parat zyn vrouw opgesloten hield. De heer Hamard had den procureur van de Republiek gewaarschuwd. Parat en zyn vrouw werden ontboden. De vronw vertelde, dat, na eenige gelnkkige hnwelyksmaanden, haar man geheel veranderd was, een afschu welijke jaloerschheid opgevat had en haar sedert jaren zwaar mishandelde, haar niet alleen belette nit te gaao, maar haar ge dwongen had een bepaald soort- van yzer voorzien kleedingstnk om het benodenlyf te dragen. De procureur van de Republiek ver weet den apotheker op energieke wyze zijn gedrag. De man wierp zich weenend aan de voeten van zyn vrouw, beloofde niet-weer te beginnen, smeekte haar om, in naam hun- nor kinderen, geen klacht in te dienen. Zij deed dit toen niet en de apotheker werd in vryheid gelaten. Maar voor eenige dagen kreeg de heer Hamard opnieuw bericht over het gezin Parat en dat bericht behelsde, dat de vrouw van den apotheker sedert twee maanden onzicht baar was. Hy stelde een onderzoek in en kreeg de zekerheid dat do heer Parat zyn j vrouw opgesloten hield. Toen werd gisteren besloteD, dat men op het unr, dat de apo theker zyn middagwandeling met zyn zoontje deed, in zyn woning een onderzoek zon instel len. Vergezeld van een gerechtelijk genees heer en van een slotenmaker begaf zich de heer Hamard naar de Rue Vaugirard. Na den winkel doorgegaan te zyn, waar de ver schrikte bodiende stamelde, dat hy van niets afwist, kwam men in de woning en door een salon by oen kamer waarvan de deur ge.lo- ton was. .Bent u daarl mevrouw Parat", riep de heer Hamard. „Ja". »Open dan de deur. Ik ben de heer Hamard, de chef van don veiligheidsdienst'-. „Ik kan niet. Ik ben mot kettingen vastgebonden", klonk het ant woord. Toon de slotenmaker de deur geopent had, ontdekte men inderdaad mevrouw Parat in het donker op een stoel gezeten. Zy had soort van ijzeren halsband om en daar aan waren twee kettingen bevestigd. De eene was met een slot aan het bed bevestigd, de andere aan een ijzeren haak, die in een zware kast geslagen was. De ongelukkige vrouw kon geen Btap doen en ze deelde mede, dat haar man wanneer hy uitging haar steeds vastbond, en zelfs wanneer hy thuis was ioms plotseling midden in den nacht bond hy haar zoo vaBt, na haar mishandeld te hebben. Wanneer zij hem smeekte hier een einde aan te maken, zeide by, dat het nood zakelijk was, daar hy te bang was dat zij weg zou loopen of hem bedriegen. Verschei dene malen had zy brieven willen schrijven om haar zusters te waarschuwen. Maar tel kens had haar man ze in handen gekregen en had haar dan, met een geladen revolver in de hand, gedwongen brieven te schrijven, waarin ze zeide zeer gelukkig te zyn. De kettingen waren met een zoo by zonder slot aan den halsband vastgemaakt, dat de slotenmaker ze niet dadelijk geheel loskrijgen en zoo ging de vrouw nog met een hals band en stukken ketting aan, onder een grooten, mantel naar de boreaux van den veiligheids dienst, waar ze eindelyk geheel bevrjjd werd. De apotheker werd by zyn thuiskomst in hechtenis genomen. Hy had een geladen revolver in den zak. Volgens de ,Figaro" verzoekt mevrouw Parat, uit naam van haar kinderen, dat haar man niet vervolgd zal worden. Volgent .Paris- Journal" zou de apotheker verklaard hel dat het met toestemming van zijn vrouw dat hy haar opsloot en aan kettingen legae. De zaak is dus in allen gevalle nog niet heel helder. Ze blyft nog even vreemd als somber. Heeft men met een krankzinnigen man en een geterroriseerde vrouw te doen of met twee krankzinnigen of met troubleeren- de gevallen van hysterio of sadisme. Ze hebben vyf kinderen, waarvan het jongste nog geen half jaar, en het lot van wezens alleen reeds is droevig DE WEEK 19 Februari. De eenvoudige man, vèr staand van al het gewoel, gewirwar, gekonkel en gedraai der politiekery en wat daaraan vastzit; de outsider,' dio wel eens gehoord heeft van de hooge, machtige heeren op het Haagsche Binnenhof, in wier handen het wcl-en-wee dos volks berustvan de wijze regenten, die daar vele uren van dag en vau avond zitten te zwoegen in 's lands belang Wat moet er in dezen naleven omgaan wanneer hy nu, in de jongste acht of tien dagen, met eenige aanducht de vaderlandsche bladen doorleestGelukkig zal t vermoedelijk met den naïeven niet zoo ver komen. Een rechtgeaard Nederlander, behoorend tot de vermaarde ,kleurlooze middenstof..." Eene materie, welke, zooals met de diners der Duitsche varkens geschiedt, ook wel eens kunstig gekleurd wordtLichtrose, donker van tint, dan met blauwen weêrschyn, doch steeds in 't voorbijgaan, zoodat 'tkleurlooze terugkeertDe Nederlander, dan, van dit ,l.g brengt 't, in zyn krant niet tot de poli tiekery. Hy leestde doodsberichten, de ongelukken, de moorden, de moppen, de allerloitjes Dan beginnen z'n oogen dommelig te wor den. Hy knikkebolt al lichtelijk schrikt op vanwege z'n datten... Veegt z'n bril eens af. Deelt z'n vrouw meê dat do lamp van-avond wéér verduiveld-slecht brandt. Komt van de dure tyden! Heb-ie 't in de gaten, vrouw Ze maken »den druk-' aan de gasfabriek minder, om aldus weêr wat op de uitgaven te winnen Kijkt vrouw lief aan met gezicht van„Nou, wat zeg-je me van zoo'n mannetje als ik? Daar heb-jjj non geen begrip van, hèMoesten ze me naar den Raad staren, ja of neen En als m(jn brave krantenlezer petroleum brandt, dan houdt hy diepzinnige bespiegelingen over die igemeene Amerikanen", schooiers, dio het goedje laten vervalschen. Doe wat tegen Ze hebben „de markt in han den". .Vochten tegen de bierkaai!"... Vrouwlief knikt zonder te bogrypen. En daarmee is de politisch-oeoonomische wysheid van den brave uitgeput 1 Neen, tenaanzien van 998/4 pCt. van myn kranten-lezende, naïeve middenstof ben ik tamelyk gerust. Maar er is dan toch nog een laatste ty4 percentje 1 En daar maak ik me dan wèl ongerost over 1 Wat zal, zei ik straks, de brave man, wienB ziel verrold is van bewondering voor onze beschreven vaderen, gevoelen, krygt hij onder de oogen wat in de jong ste weken, in onze bladen, „the topics of the day" vormde Nu laat ik ,het Lintje" nog ruston. Trou wens, dat kleinood is gaandeweg heelemaal op den achtergrond geraakt. In gewonen tyd zou de brief aan Mathilde, door den ,Volk"- redacteur in zyn bundel opgenomen, en •van we nog niots wisten kolommen bespiegeling in de bladen hebben gewekt. Doch nu is 't wat anders geworden Daar had men, in openbare zitting van het Hoogerhuis, een minister van Buiten- landsche Zaken, naast wien (als een Boort van •bezegeling zyner woorden) do premier was gezeten. En die minister verklaarde met luide stem: In het volle besef myner ver antwoordelijkheid zeg ik op deze plaats tot deze bongo vergaderingAl wat gebazeld is over dien brief van Keizer Wilhelm aan de Koningin, 't is leugen en nogmaals leugen 1" De senatoren jubelen Daar is een lid van ons Hoogerbnis, oud diplomaat, die antwoordt: (Best, ik zal n van repliek dienen, wacht maar, Excellentie 1" En hy spoedt zich, met een paar zyner vrienden, naar z'n buitenplaats en gaat aan 't schryven Het antwoord komt Enkelen hadden al gemompeld Och, wat, die Careltje van Heeckeren, je kent hem tooh, hè Allemaal blague I" Maar neen. Het antwoord versohynt. Wjjst aan, als oer-verspreider van de geruchten over dien Doitsch-keizerljjken brief, den minister-president, dio een eind maakte o.a. aan het tjjdeljjk karakter van president schap des Ministerraadsdie de eerste was om het Torentje te versmaden Den premier van 1904, dr. A. Kuyper Ziet-ge de oogen van starre, matelooze verbazing, die myn brave van de ,kleurlooze middenstof' opzet Er werd dus met staatsgeheimen van den grootsten ernst gespeeld, maar hoe Waren er, zes jaar geledon twee lui, die met elkander wedijverden in zucht om te toonon, hoe ze van alles fijntjes op de hoogte waren Had men hier de ver maarde •loslippigheid" vóór zich, eene dier aanduidingen, geliefkoosd door den man van de .senielo aftakeling-' der bejaarde Neder landsche burgemeesters Had men te doen met carnevals-grap van ministertje, die zyn ware roeping miste Of welvan diplo maatje, die van jongsaf reeds bljjken gaf eene (fantasie" te hebben zóó levendig, zóó wonderbaar, dat waarheid en en Ver- nuftige vinding, zullen we maar zeggen, dooreen-dwarrclden Ik heb 't hier, nogmaals gezegd, over den gemoedstoestand waarin myn arme, brave nalve moet hebben verkeerd. Weet en beseft men wel, dat menschen, die blindelings in u geloofden, doch bespeur den dat gy een guit, een loos bedriegertje zyt; dat deze lieden nwe ergste, onver zoenlijke vyanden worden Die, onder geen voorwaarde of omstandigheid, meer iete irlyks, oprechts in uw zoggen of uw doen zullen aannemen Weet en beseft men wel het gevaarlijke van oolyk spelletje, hier ondernomen door menschen, die gezeten zyn of waren in »het gestoelte der eere De vraag of meneer Yan Swinderen dan wel meneer Van Heeckeren of meneer Seis, of wie ook, een grappige bui had omstreeks 1904 en in de». jare 1910, als ook in de daartussohen liggende periodeik schakel die qnaestie ha&stiglyk uit. Over personen hebben wjj 't hier niet. Maar wèl vergaat my lust tot schertsen •anneor ik denk aan den indrnk, die het gebeurde zal achterlaten Hoè dan ook de oplossing, of wat daarvoor moet doorgaan, 1 wezen Alweêrop myn braven naieve! Wjj, anderen, die achter de schermen hebben gegluurd, die lazen in sommige glinster- oogjos en snapten wat met sommige woorden bedoeld wmb Wjj anderen glimlachten, schokschouderden. Hebben de kunst immers al-lang verleerd om ons te verwondoren, arme sceptici, die we werden met olifants huid van onaandoenlijkheid om ons gemoed. Ja, wjj andoren Doch die kwart-percent, die kinderljjk- goedgeloovigo 1 Hoe licht, hoe grif zal die straks de prooi worden van sluwen vogelaar, die hem suggereert de gedachte, dat allen, of althans nagenoeg over één kam geschoren zjjn Dat hy zich toch uil niet langer zal laten foppen en bedotten 1 delijk, in andore gevallen behoeft sleohts 't orgaan te worden vernietigd, dat door de bacillen is aangetast. Gedurende den korten tyd, dat hier toe zicht bestaat op bet vleesch, is door my ,s herhaaldelijk tuberculose geconstateerd, r de slagers kunnen dat ook niet voor zien, daar de dieren somtjjds in een zeer goeden voedingstoestand verkeeren en den indruk van uitstekende slachtbeesten maken. Reeds sedert Oct 1908 is de Verecniging van beneden den rang van Officier gepensionneerd.' Europeesche militairen, tot het verkrijgen van Rijkspensioen voor en tot het verleoncn van steun aan hunne Weduwen en Weezen opgericht. De Vereeniging telt thans door geheel Nederland verspreid, 70 afdeelingen met te zamen ruim 5000 leden. Mocht al het doel in punt 1 der Statuten ver vat, (het verkrijgen van Rijkspensioen voor hunne Weduwen en Weezen door dc desbetreffende wet- van terugwerkende kracht te krijgen) een vervlogen illusie zjjn, niettegenstaande alle gepaste middelen daarvoor werden aangewend, zoo heeft toch de Vereeniging in punt 2: n.1. het steunen der Weduwen en Weezen hunner leden, het vol ste recht van bestaan, en wil daaraan dan ook al hare krachten wijden, door te trachten: door de contributie der leden, door schenkingen, legaten «lonatiën gelden bijeen te brengen, om die Weduwen en Weczen van gepensionneerde mili tairen, die buiten hun schuld van de Weduwen- Pensioenwet uitgesloten werden, daarmede jaar lijks te steunen. Daar wij de besluiten der Regeering moesten :erbicdigen, en na het tot stand komen dier wet- «n van 1 Juli 1909, geene pogingen hebben ge daan om die wetten alsnog van terugwerkende kracht te verkrjjgen, daar we te goed begrepen, dat de Regeering zoo en niet aiulcra kon han delen, mogen we thans toch wel de hoop koeste ren, dat zij (de Rcgecring) ons zal stouucn in ons streven, door een Rijkssubsidie, om de groote teleurstelling (want jaren lang was door ons ge ijverd voor Rykspensioen) cenigsins te verzachten. Wij hebben dien steun zeer noodig, want ieder zal begrijpen, dat er met de geringe contributie (f2. per jaar) weinig kan gedaan worden, dat schenkingen en donatiën wisselvallige baten zijn, terwijl in de eerste jaren het aantal Weduwen zeer zal stijgen, daar de meeste leden oud zjjn. Nu zal een oningewijde zeggen, maar waarom dan de contributie niet verhoogd P Tot antwoord dient: dat zulks bjjna onmogelijk is, aangezien de meesten een klein pensioen genieten, veeltijds nog kinderen tot hun last hebben en daarbij onge schikt er nog iets bij te kannen verdienen. Wel is waar moeten zij, die in de Weduwen- Pensioenwet vallen, en zelf gepensionneerd zijn een vry wat hooger contributie daarvoor betalen, doch men vergete niet, dat de laatste jaren de pensioenen aanmerkelijk zijn verbeterd, en dat men jonge gepensionneerden niet met oude gelijk i stellen, wat preateerende werkkrachten aan- sioenwet van 18/ Dat onze verecniging op gepensionneerd zijn. iging op geen wiskun is, geven we volmondig toe, doch wij Toen myn onlangs op deze plaats geïntro duceerde barbier over de gebeurtenissen der allerjongste dagen zich uitliet, over dit primo; do aardschokken, zeerampen, door speelholen beroofdenOver den roquestrant, die de Tweede Kamer, in zyn verzoekschrift bende van krankzinnige misdadigers" noemde. Over de watersnood jammeren in Friesland Over nog veel meer van de 'topics", die Figaro weet aan te tippen met meesterlijk talent; van dat hy z'n eerste zeepkloddertje op myn wang smeert totdat hy 't allerlaatste schrapje met z'n mes aaitToen hy gereed was met de „revne' Onder het aanreiken van een schoonen handdoek, fluisterde hy me toe „Allemaal de komeet, meneer IDe blauw- zuur-staart 1We zullen nog wel meer be leven. Let u maar op 1't Is alleen die be roerde ster van Halloy 1" Dat woord is me bij-gebleven. Laten we 't in vredesnaam, op de komeet gooienHopen, dat ook deze na den schrikkeljjken 18n Mei 1910, voor .zeer ge- ruimen tyd" en met den spoed, dergelyken toeristen eige», - achteraf" zal gaan 1 Mn. Antonio. INGEZONDEN. Zou u my voor het volgende een plaatsje in uw blad willen afstaan Bij voorbaat mijn Door een geval van tuberculose by geslacht rund, dat zich hier in het vorige jaar voordeed, en de wyze, waarop toen is gehandeld, heeft zich in den Helder de c ning verbreid, dat van elk dier, lijdende aan tuberculose, het vleesch zou schaden aan de gezondheid van den mensch. Ik kan hier natuurlijk niet wetenschappe lijk op deze quaestie ingaan, maar volsta met te zeggen, dat dit een dwaalbegrip is. Slechts in betrekkelijk weinig gevallen is alle vleesch, soms slechts een gedeelte scha gaat; bij ons zjin er zelf leden, die toor de Pen- van 4877 ger - ..te ve geschoeid hopen op den steun der Regeering en de edelden- kende landgenooten, die nog wel iets voelen voor den oudstrydcr ter land en ter zee in Oost en West, waar zy voor de belangen van I.nnd en Volk hun leven veil hadden. Veel moeite en geld heeft het gekost, de 70 afdeelingen te stichten, en alle belanghebbenden met het doel en streven der Vereeniging in kennis te stellen, doch door den moreelen en (inanticclen steun van zeer vele edeldenkende bereidwillige landgenooten, is dat niet alleen tot stand geko- doch wij konden ook nog aan 55 Weduwen leden, elk f73 uitkeeren. Hulde aan allen die toe medewerkten. Wij mogen dus tevreden, maar nog niet voldaan zijn als men denkt aan de stijging van het aantal Wednwen in de eerste jaren, moet men trachten de inkomsten te vermeerderen. Doch wij gaan vol hoop de toekomst te gemoct, i worden gesterkt door de overtuiging, dat we een goed werk verrichten. Wy roepen alle belanghebbenden toe: wordt lid onzer VereenigingEn zij die mochten denken mijne vrouw is voldoende verzorgd, door bijzonder Pensioen of Levensverzekering, offer dan een paar gulden 'sjaars voor de Weduwen en Weezen van IJw minder bedeelde kameraden. Ons Eere-Comité, staat als borg, dat de gelden goed beheerd en besteed worden. Verdere inlichtingen worden gaarne verstrekt door Onderstaand Hoofdbestuur: H. C. Maas, Enkstraat Zwolle, Voorzitter. L. J. Krook, Utrechtschestr. 17 Amersfoort, Secr. A. J. van Tuikl, Dijkstraat 29 Helder, Penningen. A. Hassino, Arnnemscheweg 22 Amersloort, onder-Voorzitter. D. C. Boerma, Weststraat 112 Helder, B. C. Jansen, Plantageweg 4 R'dam, W.G. Landman,Agmesestr&at28 R'dain, M. de R. Uwe opmerking is juist. Zoo zeer als uw zenfant cherit op den Haarlemmerhout gelykt, zoo gelijk ik op Nurks, daartegen is niets unri te voeren. Over de »pas geplante jonge boomenc evenwel had ik het ook niet. Waren maar allen >pas geplant en jonge maar als mijn oog mij niet bedriegt, staan daar ruim een honderdtal zóó gekapt, dat dezer schaduw zeker paalbcwoncrs ten goede zal komen. Nu vroeg ik alleen, of het u bekend was tegen wanneer dat geslacht weder te verwachten was, ziedaar alles. Dankend voor de plaatsruimte, Veritas. Helder, 18 Februari 1910. M. de R.1 Uw geachte berichtgever heeft in zijn verslag van de vergadering Tan Donderdagavond j.L, waar in de heer Netscher over „Staatspensionei-ring" sprak, myn woorden weergegeven op 'n wijze, die 'n scneeve voorstelling zou kunnen wekken. Het zij mij vergund, 'n rectificatie aan te brengen, die mogelyk misverstand wegneemt. Hij schreef: „De debater... maakte de opmer king dat de rechtsgrond niet de juiste was, want Staat en maatschappij werden verward, en hij meende dat juist de liefdadigheid hier hulp moest brengen". In verband echter met 'sheeren Netscher's stel pen houden, dat zij het nationaal vermogen had den vermeerderd, heb ik beweerd, dat hier Staat en moatschappy werden verward; dc arbeiders hadden voor de maatschappij, d i. in cn voor de ondernemingen enz„ waarin zy werkzaam waren, Searbeid, en dan moest de moatschappy, d. i. weer ie ondernemingen enz., voor hen zorgen. -De bedoeling, om den arbeider op z'n ouden dag aan de liefdadigheid over te laten, lag hier allerminst in. De misvatting is misschien hieruit te verklaren, dat ik, wijzende op de opvatting van den heer Netscher, dat de Staat 'n gezin was, betoogde, dat men vau dat standpunt uit juist tot 'n ver zorging door liefdadigheid moest komen; immers zal rnen in 'n gezin geen Terordening vragen om elkaar tc helpen, maar wil men bijstand zien ver leend, dat uit eigener beweging ter hand te nemen. Intusschcn gaf ik met dc vraag, hoe de spreker deze z'n opvatting verdedigde, genoegzaam aan, dat ze de myue niet was. U, M. de R., m'n beleefden dank betuigend voor het opnemen van deze regelen, teeken ik my Uw dw. dn. L. STADIG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1910 | | pagina 1