KLEINE COURANT
>t Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulownam
Banden des Bloeds.
No 3921
Zaterdag 10 September 1910.
38ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p. post 75 ct., buitenland ft.25
Pre- Zondagsblad i i i 37J i 45 f 0.75
raiën J Modeblad 55 65 f0.90
(Voor liet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentie» van 1 tot 5 regels 30 cent.
F.lke regel meer.
Bewijs-exemplaar-è
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co Helder.
Bsresuxi Spoorstraat en Koningstraat.
Eepste Blad.
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 6 September 1910.
Voorzitter de luier Van Steyu, Burgemeester.
Tegenwoordig 19 leden; afwezig de heer
Van Breda met kennisgeving van verhin
dering; 1 vacature.
Na opening der vergadering en vaststelling
der notulen van de vorige zitting, geschiedt
mededeeling van de volgende
Ingekomen Stukken:
1. Kennisgeving van den heer B. H.
Harinck, mededeelende, dat hij zyne benoeming
als leeraar in de stoomwerktuigkunde aan de
Zeevaartschool aanneemt.
2. Mededeelingen van de heeren H.
M. Beeckman en A. C. Roem, dat zy hunne
herbenoeming tot leden van de comui. van
toezicht op het M. O. aannemen.
3. Kennisgeving van den heer E. Smit,
dat hy de benoeming tot leeraar in de wie-
en zeevaartkunde niet aanneemt.
4. Mededeeling van den Commissaris
der Koningin, moldende, dat J. W. van Aken
tot buitengowoon veldwachter is benoemd met
het oog op het onderzoek van de melk.
5. Adres van de Noord-Holl. propaganda
commissie der Nederl. vereeniging tot af
schaffing van alcoholhoudende dranken, ver
zoekende de gelegenheid tot drankverkoop
zooveel mogelyk te beperken.
6. Adres van hot Bestuur der Vereeni
ging van Ned.loodwitfabrikan ten, verzoekende,
onder overlegging van een brochure over 't
Loodwitvraagstuk van Prof. Wefers Bestink
en een afdruk van een artikel over het lood-
witverbod, het gebruik van loodwitverven in
overweging te willen nemen.
7. Een beslissing van Ged. Staten be
treffende een reclame tegen den aanslag in
den Hoofd. Omslag.
Al deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
8. Kennisgeving van het Bestuurder
VereenigiDg voor Volkshuisvesting .Helder",
dat die vereeniging uitsluitend in het belang
der volkshuisvesting zal werkzaam zyn en
bereids de Kon. goedkeuring op hare Statuten
heeft gevraagd.
Dit stuk zul behandeld worden, als de Com
missie voor den woningnood haar rapport heeft
ingediend.
9. Een voorstel van den heer Oortgysen,
betreffende de toepassing van de wet op ver
boden kringen 1853. De Voorsteller wijst er
op, dat de strenge artikelen dier wet elke
ontwikkeling van Huisduinen belemmeren,
dat zonder die strenge bepalingen waar-
schynlyk Huisduinen als badplaats van
eenig belang zou kunnen worden, gelet op
de badplaatsen Egmond aan Zee, Bergen
aan Zee, Katwyk, Wyk aan Zee en Koog
op Texel. Het voorstel luidt: De Raad
wende zich tot de regeering met het verzoek
gedeeltelyke ontheffing te verkrygen der Wet
op de verboden kringen; of De Raad stelle
dit in handen van oen commissie van 3 leden,
ten einde te onderzoeken welke weg de meest
vruchtbare zy.
De heer Oortgysen licht zyn voorstel nader
toe en wijst er op, dat hot verkeer te Huis
duinen in den luatsten tijd veel levendiger is
geworden ten gevolge van de tram en door
het mooie strand. De ontwikkeling van Huis
duinen wordt evenwel tegengegaan door de
wet op de verboden kringen. Het eenvoudige
dorpje zou anders een plaats van beteekenis
kunnen worden en een goede bron van in
komsten voor onze gemeente kannen zyn. Die
wet van 1814 en gewyzigd in 1853 bevat vele
bezwarende bepalingen die het boawen even
wel belemmeren, want op een afstand van
300 M. van de vesting mag absoluut niet ge
bouwd worden en in den kring van 600 M.
zyn vele bezwarende bepalingen. Daarom wil
spreker, evenals znlks in Brielle geschiedt,
een commissie van 3 leden benoemen, die
onderzoekt in welk opzicht de wet gewyzigd
dient te worden en daarover rapport uitbrengt.
Men zou zich dan tot de regeering kunnen
wenden. Natuurlijk zou zulks gepaard dienen
te gaan met een bouwplan en rooilynen.
De heer Biersteker vraagt nadere inlich
tingen, omtrent den werkkring der commissio
te Brielle, en wenscht eveneens te vernemen
wat met het voorstel bedoeld wordt, of men
verzoeken wil de wet buiten werking te
stellen of de wet te wyzigen.
De beer Oortgysen zegt, dat de toestand
van Brielle en Helder verschillend is, omdat
de vestingen in de le, 2e of 3e klasse zyn
gebracht. Brielle wil gedeeltelyke opheffing
van den vestingkring.
De heer Van den Berg voelt er weinig
FSUILLEiTOlV
10)
Ik zag hem eens des avonds. Hij kwam
vroolyk fluitend, zyn schildergereedschappen
onder den arm over de weide aan den ande
ren kant van de stad. Ik stond op het kerk
hof achter de heg. Hy ging mij voorby zon
der my te zien, maar hij nam den hoed af,
want het was een warme avond en de zon
scheen op zyn krullend blond haar on zijn
vroolyk, innemend gezicht en hy glimlachte
in zichzelf, als vervulden hem gelukkige ge
dachten.
Het was, alsof alles eensklaps om en in
my was veranderd. De zonneschyn verkwikte
my. Ik plukte een paar bloemen en genoot
van haar geuren, ik betrapte er mjj zelfs
op, dat ik op weg naar huii
neuriede.
huis een liedje
Toen ik de markt over langs de Gouden
Kroon ging, hield er oen rytuig stil voor het
logement. Er kwam een heer uit, die met
den waard eenige woorden wisselde. Het
was eeD kleine, slanke man met grysachtig
haar en flinke scherpe trekken. Ik zag hem
aan en daar was hetdaar was het weer I
voor, om aan de regeering wijziging van de
wet te verzoeken. De wet drukt hier wel,
maar het is geon dringende eisch, dat zy
gewyzigd wordt. Andere meer dringende
zaken wachten op afdoening. In het benoemen
eener commissie ziet hy geen kwaad, maar
ook geen heil.
De heer Staalman acht het voorstel een
daad van beteekenis. Hy ziet ook wel in,
dut de bloei van Huisduinen tegen gehouden
wordt, omdat men niet bouwen kan zoo mei
wil en zou gaurne medewerken, om daarii
verbetering to brengen. Hij meent evenwel,
dat een doorgewerkt voorstel weinig succes
zal hebben, omdat by de autoriteiten van Oor
log de belangen van Helder in 't niet zinken
by die van oorlog. Hy waarschuwt er voor
zich niet bij de militaire autoriteiten be
lachelijk te maken. Hy is daarom tegen het
voorstel, vooral onder de gegeven omstandig
heden, nu 40 millioen voor kustverdediging
aangevraagd wordt.
De heer Verstegen zegt, dat de heer
Staalman begint met een liefdesverklaring
voor den bloei van Huisduinen, maar dat dit
een platonische liefde is, want ten Blotte
verklaart hy zich tegen het benoemen eener
commissie, omdat daarin geen militairen zit
ting hebben, doch dit is niet noodig, er zyn
gemeentenaron genoeg, die de zaak kunnen
onderzoeken en voorstellen kunnen doen. Is
het werkelyk ernst de ontwikkeling en den
bloei van Huisduinen te bevorderen, dan moet
men trachten dat de gelegenheid tot bouwon
uitgebreid wordt. Hy ziet geen verband in 't
benoemen eener commissie en de 40 millioen.
De heer Staalman merkt op, als men een
verslag wil van den toestand van Hnisduinen,
dan is geen commissie noodig, deze kent
iedereen. Ook is het wenschelyk dat de wet
gewijzigd wordt, doch men moet niet het air
aannemen van militair autoriteit te zyn.
Daarom heeft men geen flink doorgewerkt
plan noodig.
De Voorzitter merkt op, dat het voorstel
van den heer Oortgysen tweeledig is en
vraagt welk gedeelte in stemming zal worden
gebracht.
De heer Oortgysen zag gaarne het tweede
gedeelte, het samonstellen van een commissie,
in stemming gebracht.
De heer Hartondorf brengt in het midden,
dat de door den heer Oortgijsen gegeven
toelichting in stryd is met die van den heer
Verstegen, en daarom heeft hij hetzelfde be
zwaar als de heer Staalman, namelyk dat
geen militaire specialiteiten in de commissie
zitting hebben.
De beer Oortgysen verwondert er zich
over, dat zijn zeer eenvoudig voorstel de
welsprekendheid van zooveel leden gaande
heeft gemaakt. De opmerkingen van de heeren
Staalman en Harteodorf hebben met zyn
voorstel niets te maken. Hy wijst er op, dat
velen reeds de dupe zyn geworden van do
belemmerende bepalingen van die Kringen-
wet. Die wet is van 1814, is later, in 1853,
gewyzigd, en sommige bepalingen zouden
met het oog op den veranderden toestand en
den vooruitgang opnieuw gewyzigd kunnen
worden.
Daartoe dient het benoemen van de com
missie, die met voorstellen in dien goost kan
komen en de Raad kan dan altyd nog be
sluiten of zij die voorstellen tot wyziging aan
do Regeering al of niet zal overbrengen.
Het voorstel tot het benoemen van een
commissie komt vervolgeus in Btemming en
wordt aangenomen met 16 stemmen. Tegen
stemden de heeren Van den Bergen Staalman,
terwijl de heer Adriaanse buiten stemming bleef.
10. Adressen van de Weduwen C.
MulderTegel en J. van Brederode—Agema,
verzoekende de gewone jaarly ksche gratificatio.
Met algemecne stemmen wordt aan eerst
genoemde wederom f 100 en aan do tweode
f100 plus vrye woning toegestaan.
11. Adres van de Held. Gemeentewcrk-
liedenvereeniging houdende t verzoek, eenige
wyzigingen aan te brengen in de ontworpen
verordeningen voor pensioen en rechtspositie.
Dit adres zul gelyktydig met de verorde
ningen behandeld worden.
12. Adres van de Muziekvereeniging
.Winnubst", verzoekendo voor 1911 wederom
een gratificatie van f75 to mogen ontvangen.
Dit verzoek wordt ingewilligd.
13. Adres van de afd. Helder van de
S.D.A.P., waarin verzocht wordt, om den
gasprys met ingang vau 1 Januari 1911 met
1 cent per M8. to verlagen. Dit adres wordt
door een adhaesie-adres van den Helderschen
Bestnurdersbond gesteund.
Deze adressen worden in handen gesteld
van B. W., om prae-advies.
De heer Verstegen dringt hierby aan, dat
in de volgende vergadering dit advieB ter tafel
komt, omdat het verband hondt met de be
grooting.
14. Een adres van den beer D. Haan,
veearts-keurmeester, verzoekende art. 5 zijner
- Myn hart stond oen oogenblik stil. Ik
wist dat hy door den dood was getoekond
en tegelyk kwam er een schemerige herin
nering bij my op, dat ik dit gezicht al eens
r had gezien Ik kon myn oogen niet van
man afhouden, ik was als versteend.
Toen ik eindelyk zag, dat ik in het oog viel,
sloop ik naar huis en trachtte den indruk
af te Bchnddcn. Maar hy liet mij niet los.
Ecu vreeselyko onrust maakte zich van
my mecBter. Ik ging voor het raam zitten
en hield de deur van het logement in het oog.
Na ongeveer twintig minuten kwam de
vreemdeling naar buiten en liep dwars over
de markt en toen de smalle straat in, dio
naar de gemeenteweide en het pad naar het
meer voert. Ik volgde hem met de oogen,
altyd onder den indruk, dat ik hem al vroe
ger gezien had on toen hy uit myn gezicht
verdween, stond ik op en ging naar den tuin.
Was hy naar het meer gegaan, dan kon ik
hem van onzen tuin uit het beste zien.
Voorzichtig boog ik het kamperfoelieboschje
op zy, ik kon do plek onder de kastanje en
over de heg heen de gemeenteweide zien.
Toen zag ik dat vrecselyk tooneel. Al was
er myn leven mee gemoeid geweest, ik zou
geen woord hebben kunnen uitbrengen.
Spreek niet verderviel de schoolmeester
haar in de rede. Wat ge daar zaagt ik
heb het u verteld, maar ik kan het niet ver
dragen, dat ge het verhaalt.
O, zei zij bitter, kont ge dat niet verdra
gen
instructie, waarbij aan hem verboden wordt
particuliere praktyk te verrichten, zoodanig
te wyzigen, dat hy wel hulp in de gemeente
mag verleenen.
Wordt in handen van B. W. gesteld,
om prae-advies.
15. Amendementen op de concept-ver
ordening, regelende de rechtspositie, van de
heeren W. C. van Breda en C. Adriaanse
en idom van de. heeron P. de Geus en F.
van der Ploeg.
Zullen by do verordening worden behandeld.
16. Adressen oin ontheffing te verlee
nen van art. 16 der Bouwverordening:
a. van M. A. Kolster voor perceel Louiso-
straat, hoek Achterstraat;
b. van P. Bakker voor perceel Hoofd
gracht 89;
c. van C. Scheurkogel voor perceel Pa
rallelweg 17.
In overeenstemming met de adviezen van
de Gezondheidscommissie en van den ge
meente-bouwmeester stellen B. W. voor
de gevraagde ontheffing aan den heer Bak
ker te verleenen en omtrent de beide andere
adressen met het nemen eener beslissing te
wachten tot de adviezen zijn ingekomen.
Aldus wordt besloten.
Rekening 1909.
In behandeling komt do voorloopige vast
stelling van de gomeonterekening over 1909,
die in de sectie-vergaderingen onderzocht is.
Volgens het verslag der rapporteurs had dit
onderzoek slechts tot enkele opmerkingen
aanleiding gegeven, die door B. W. schrif
telijk beantwoord waren. Daar niemand nog
nader het woord verlangt, wordt de reke
ning in Btemming gebracht en met algemeene
stemmen voorloopig vastgesteld. De heer
Staalman onthield zich hierby van stemming
De eindcyfers der rekening zijn:
Gemeente-Rekening Ontvangst f 859.325.465
Uitgaaf. 805.676.85
Batig saldo f 53.649.1 ls
ArmbestuurOntvangst f 19.918.56
Uitgaaf. 20.048.79*
Nad. saldo f 180.23*
WeeshuisOntvangst f 12.713.54
Uitgaaf. 12.535.57'
Batig saldo f 177.96'
Begrooting 1911.
Alsnu heeft de aanbieding plaats van de
gemeentebegrooting over 1911, bedragende
in ontvangst en uitgaaf f 702.602,53'. De Voor
zitter deelt mede, dat deze den leden gedrukt
en voorzieD van een memorie van toelichting
zal toegezonden worden.
Gratificatie.
Door B. W. wordt het voorstel gedaan,
om aan den heer F. Dekker, eervol ontsla
gen leeraar aan de Zeevaartschool, een jaar-
lijkscho gratificatie toe te kennen van f 150.—
De lieer Bok vindt een jaarlyksche grati
ficatie van f 150.te laag en doet het voor
stel die te bepalen op f250.
De lieer Vau den Berg is niet voldoende
op de hoogte van hot behandelde in de vorige
vergadering, omdat hij toen afwezig was. Hy
vindt f150.voldoende, maar zag liever dat
de zaak aangehouden werd tot de commissie
van onderzoek voor de Zecvuartschool haar
rapport had iugediend, want er bestaat waar
schijnlijk verband tusschen het ontslag en
het rapport.
De heer Verstegen ontraadt de zaak uit
te stellen, en verdedigt het voorstel-Bok,
want alle leden zyn na de gehouden geheime
zitting voldoende op de hoogte.
De heer Van den Berg vraagt of er ver
band bestaat tusschen het ontslag van den
heer Dekker en het benoemen der commissie,
waarop sommigen bevestigend autwoorden en
anderen beweren, dat voor dit gedeelte geen
verband bestaat.
De Voorzitter beweert, dat men verstandig
doet het voorstel van B. W. aan to nemen,
zoodat men later niet in moeilijkheden komt.
De gratificatio is geheel gelyk aan hen, die
pensioengerechtigd zyn.
De heer Bok acht het met het oog op hot
gesprokene in de vorige vergadering billijk,
dat de gratificatie voor dezen patiënt f 10.)
hooger wordt gesteld.
De Voorzitter zegt: Dan wordt alles wille
keur.
De heer De Geus acht dit een byzonder
geval, door do wyze waarop dit ontslag ïb
gegeven en dit geval kan later geen maat-
staf wezen.
De Voorzitter betoogt, dat de heer Dek- j
kor humaan wordt behuudeld, want hy is
aangesteld zonder aanspraak op pensioon en
verkrygt gelyk aan een pensioen volgens de
nieuwe verordening nu een gratificatie.
De heer V erstegen breekt nog een lans om
te besluiten tot hot toekennen van f 250.
De heor Hartondorf acht het voorstel van
B. W. billyk en voegt er bij, dat de Raad
wroeging gevoelt over het gegeven ontslag
voor de zaak onderzocht was.
De Voorzitter zegt, dat hy nu gedwongen
wordt te zeggen, dat de heer Dekker in t
belang van 't onderwys weg moest, want het
ondorwijs en het bezoek der school leden er
onder.
Nadat nog de heer Biersteker opgekomen
is tegen den heer Hartondorf, alsof de Raad
wroeging gevoelde en hy het voorstel om
de zuak uit te stellen tot het rapport der
commissie is ingekomen, heeft verdedigd,
wordt besloten de zaak uit te stellen. Er
voor stemden de heeren Van der Ploeg,
Verfaille, Oortgysen, De Geus, Biersteker,
Van den Berg, Staalman, Zander en Adri-
aause. De lieer Hartondorf hield zich builen
stemming.
Visscherij-onderwijs.
B. W. stellen voor, naar aanleiding van
voorstellen der commissie van toezicht op 't
M. O., in beginsel te besluiten tot uitbrei
ding van de Zeevaartschool, voor een oplei
ding tot stuurman en schipper ter zeevisscherij.
De kosten van eerste inrichting enz. zullen
bedragen pl.m. f 850, tcrwyl jaarlyks een
bedrag zal noodig zyn van f2630. Bij aan
neming van het voorstel verzoeken B. «Sc
W. machtiging tot het aanvragen van een
rykssubftidio van f 1500 en oen provinciale
subsidie van f 500.
De heer Staalman heeft een onderzoek in
gesteld naar de werking der visscherijscholen
in andere plaatsen, en hoewel dit onderzoek
niet volledig is, hooft het hem toch gesterkt
in zijn meening, die hy omtrent deze inrich
tingen had. Te IJmuiden is gebleken, dat
zoodanige school een mislukÜng is. Te
Scheveningen, waar het onderwijs door slechts
één leeraar gegeven werd en waar hij in het
laatste jaar door een ander werd bijgestaan, zyn
examens gehouden, waarby alle leerlingen
zyn geslaagd. Hier wil men een uitgebreid
personeel aan stellen. Dit acht hij niet noodig.
Maar hy betwyfelt ook of hier wel leerlin
gen zullen komen te Scheveningen heeft men
des winters een tydperk, dat de schepen stil
liggen, dat is hier by de kustvaarders, niet
hot geval; de visschery wordt hier niet tydelyk
gestaakt, zoodat er geen tyd kan gevonden
worden, dat hot onderwijs geregeld wordt
gegeveD. Dat euvel doet zich ook te IJmuiden
voor. Daar heeft men de leerlingen gekocht,
door de leerlingeu vry logies op een schip
te geven en ze eten on kleeding en een
klein weekgeld te geven. Het resultaat was,
dat er nog slechts 10 leerlingen kwamon,
hetwelk f8000 kostte. Bovendien werden
de leerlingen door het gros der reeders by
anderen achtergesteld. De oorzaak hiervan
kan gezocht worden in de omstandigheid,
dat do Staat dit diploma niet eischt en de
directeur verklaart, dat het diploma geen enkel
voordcel geeft. Onder de gegeven omstandig
heden is spreker er niet voor, dat hier zoo
danige cursus wordt opgericht. Voorhands kan
spreker zijn stem niet aan het voorstel geven.
Hy wil evenwel nog een onderzoek instellen
te Marken, dat overeenkomt met onze plaats,
waar op ongeregelde tijden govisebt wordt.
De heor Bok meent, dat men onze plaats
het boste met Scheveningen kan vergelykon.
De heer Staalman merkt ook nog op, dat
de visschers onverschillig zyn voor het on
derwys. Hy wil evenwol zyn onderzoek nog
instellen te Marken en Vlaardingen en stelt
daarom voor de zaak nogmaals te verdagen.
Verder wijst de heer Staalman er op, dat
hij veel voelt voor meerdere ontwikkeling
der visschers, maar dat het welslagen van
het onderwijs grootendeels afhankelijk is van
de samenstelling van het loerprogramma.
De heer De Geus wijst er op, dat de lieer
Staalman metr dergelijke vertoogen heeft
gehouden, wanneer het inrichtingen van on
derwys betrof en herinnert aan de Ambachts
school eD Hoogere Burgerschool. De uitkom
sten hebben evenwel dio zwartgallige profetiën
gelogenstraft. Spreker is voor de oprichting
van oen visscherijschool, te meer daar hot
een geringe uitgaaf betreft. Dc onverschillig
heid mug men niet aanmoedigen. Hij acht
bet volstrekt niet lichtvaardig, als men hot
voorstel aanneemt.
De lieer Van den Berg zou de proef wol
willen wagen en geeft weinig aan vergely-
kingen met andere plaatsen, want de toe
standen zyn overal verschillend.
De heer Verstegen spreekt ook ten gunste
van het voorstel van B. W., bestrydt den
heer Staalman en wyst er op, dat hier wel
degelyk by de visschers belangstelling voor
vakkennis bestaat, want de cursus in den
aigoloopen winter door de examen-commissie
alhier gehouden, werd geregeld door 70 80
jonge- en oude visschers bezocht. Hy acht
de mioime kosten hieraan besteed geeu weg
gegooid geld.
De lieer Staalman zegt, dat het allerminst
zyn bedoeling is de oprichting tegen te houden,
maar hy wil de school goed grondvesten en
Meent go dan, dat ik minder geleden heb
dan gij
Ik zag hem, toen zy hem na zijn veroor-
deeling hier heen brachten. Hy liep tussohen
twee gerechtsdienaren met gebogen hoofd
zyn gezi cht was zeer bleek en smal gewor
den, het krullende, blonde haar kort afge
sneden, hy gli ml ach te niet meer, zyne lippen
waren pijnlyk vertrokken, ik «ou mijn leven
hebben gegeven, als ik den glimlach weer
op zyn gelaat had mogen terugroepen. Maar
ik mocht niet. De banden des bloeds legden
my een verplichting op, dio sterker was dan
mijn liefde.
De schoolmeester nam de hand zyner doch
ter en drukte die. Voor de eerste maal ge
voelde hy iets als dankbaarheid voor haar.
Maar haar vingers lagen styf en koud in
zyne en bewogen zich niet. Alsof zy zyn
handdruk niet had gevoeld, ging zij voort
Hy kreeg een plaats in het gebouw aan
de overzyde van het meer, 's avonds sloop
ik naar het water en staarde naar do ver
lichte vensters, waarachter hy verblyf hield
en zyn beeld stond mij dag en nacht voor
oogen, ik sprak tot hem, en sloot toen de
oogen en meende, dat hy voor mij stond on
my antwoord moest geven. Het was, alsof
hy mijn eigendom was, zoolang hy daar bleef,
en ik hem zou verliezen, zoodra de poort
openging, om hem de vrijheid terug te geven.
Ik zou mijn heele leven zoo hebben kun-
voortdroomen.
En toen begon de restauratie der kerk.
Ik stond aan de deur, toen de directeur
van het gevangenhuis eens voorbyging, on
voordat ik naar binnen kon gaan, was hy bly ven
staan, om een paar woorden te wisselen,
zooals hy gewoonlyk doet. Hij sprak over
de kerk on voegde er zuchtend bij Ja, als
wij maar een geachikten schilder konden vin-
den, om de fresco's te reslanreeren.
Toen was het alsof ik eon ingeving kreeg
en ik zei snel: Ge hebt immers een schil
der in het gevangenbuis. Waarom draagt ge
het hem niet op
Hy zag my verbaasd aan en antwoordde
toen Waarlijk, ge hebt gelyk. Ge zijt een
vorstandig meisjeik zal de zaak ter sprake
brengen on uw goeden raad in gedachte
houden.
Het gevolg was, dat hy, die al mijn ge
dachten innam, teuminsto eenige uren per
dag zyn treurig verblijf kon ontvluchten om
in de kerk te werken. Hij was in myn naby-
heid. Ik behoefde Blochts den sleutel van do
orgeldeur te nemen on langs de kleine trap
naar boven te gaan, dan kon ik al zijn be
wegingen volgen.
Do schilder wist nauwlyks, dat ik bestond,
ging Aniela voort. Ik was voor hem niet
meer dan een voorwerp dut men eerst als
waardeloos vooruiuchopt en eindelijk tot tijd
verdrijf opneemt en bekykt, om het na een
oogenblik weer te laten vallen. Hy mocht
zyn geliefde kunst weer beoefenen en ver
gat dat zyn arbeid niet vrijwillig was en ik
zag vol verrukking, hoo de glimlach weer
daarom eerst een serieus onderzoek instellen
en behoorlyke gegevens verzamelen.
De heer Biersteker vraagt of de regeering
bereid is de school te steunen en of ze
1 Nov. kan aanvangen.
De Voorzitter verwacht van wel.
De heer Biersteker zou de beslissing willen
uitstellen tot een volgende vergadering en
inmiddels trachten gegevens to verkrygen
omtrent het uantal leerlingen.
De heer Staalman zegt nog zich te ver
binden nadere gegevens in te winnen en dat
hy die tydig schriftelijk aan den Raad zal
mededeelen.
De heer De Ven bepleit nog eens, dat
uitstel een belemmering is om de school met
1 Nov. a.8. te openen.
Hierna komt het voorstel tot uitstel in
stemming en wordt aangenomen. Tegen stem
den de heeren Krjjueu, De Ven, Verstegen,
Van Neck, Over de Linden, De Geus en
Van den Berg.
Salaris Leeraar Zeevaartschool.
In verband met het aan den heer F. Dek
ker verleende ontslag als leeraar aan de
Zeevaartschool stellen B. W. voor, op
advies van den directeur dier school, het
aantal uren voor hot onderwys in de prak
tyk to brengen van 10 op 20 opdat in
dit vak voor eiken rang afzonderlijk on
derwys kan worden gegeven. In overeen
stemming met de onlangs vastgestelde rege
ling zal de jaarwedde vau dien leeraar be
dragen 11120 minimum en f1280 maximum.
Na eenige bespreking over een tijdelijk
leeraar, komt het voorstel in stemming en
wordt aangenomen met 2 stemmen tegen,
die van de heeren Bok en Terra.
Gratificatie.
Er is ingekomen een verzoek van de
gemeente vroedvrouwen N. Kiskc en J. C.
van Engelen, om eon gratificatie voor de
waarneming van de vacature van vroed
vrouw, ontstaan door hot overlijden van moj.
Van der Laag. B. W. achten het verzoek
van adressanten billyk en stellen daarom
voor aan ieder een gratificatie te verleenen
van f50.
Dit voorstel wordt met 15 tegen 4 stom
men aangenomen. Tegen stemden de beuren
Bok, Biersteker, Zander en Vau der Ploeg.
Adres kolenlossers.
Ter tafel komt het verzoek van de ver
eeniging van losse werklieden „Ondorling
Belang" om maatregelen te treffen, waar
door de schade aan de werklieden door den
elevator berokkend, eenigszins gelenigd wordt.
Door B. W. wordt voorgesteld afwy-
zend op het adres tc beschikken, omdat hol
gebruik van den elevator niet medebrengt
dc algeheele ter zyde stelling van handkracht.
Bovendien heeft de gemeente in dele plaats
niet de belangen te behartigen van eenige
(26; losse arbeiders, maar het oog te houden
op het belang van alle ingezetenen. Voorts
wordt opgemerkt, dat do leden van den adres-
seeronden bond niet ten allen tjjde, b.v.
gedurende de haringvangst, beschikbaar zijn.
De heer Verstegen had zoodanig advies
van B. W. niet verwacht, want het vorig
jaar toen tot oprichting vau den elevutor
besloten werd, whb beloofd, bij in werking
treding dor machine, op de thans aanhangige
aangelegenheid terug to komen. Hij wyst
op 't verschil van gemeente exploitatie en
op exploitatie van een bedrijf door particu
lieren. De laatste ia het te doen om winst,
by gemeente exploitatie verandert dit. Do
gemeente is het niet te doen om een hoog
winstcijfer als een particulier patroon. Zij
moet ook alle mautregelen nemen om werke
loosheid tegen te gaan. Spreker wil daarom
uit de winst, dio du elevator aanbrengt, aan
do werklieden een tegemoetkoming geven.
Hy stelt voor do som, die de werk
lieden in een halfjaar aan de gasfabriek ver
dienden, aan de arbeiderB, die daaraan ge
regeld werkten, in overleg met het hesiuur
dor vereeniging uan hen uit te koeren.
Do heer De Geus meent ook dat do ge
meente een bedrijf op andere wijze moet
exploiteeren dan particulieren, doch kun niet
met don heer Verstog'-n meegaan. Spreker
was tegen den elevator, doch na hij er
eenmaal is, moet me» ook de gevolgen ac
cepteeren. Toen besloten was tot de oprichting
van den elevator noemde zeker blad, by den
ht-ur Verstegen wol bekend, het een eisch
des tijds. De heer Geus betreurt het, dat het
ding er is, maar kun daarom het voorstel
om een tegemoetkoming te verleenen, niet
steunen, want hij zou niet weten wie daar
voor in aanmerking kwam.
De heer Verstegen weet wel, dat het een
lapmiddel is, maar meent toch, dat de ge
meente do armocdo niet mag vermeerderen.
Do elevator brengt winst aan, waarvan de
gemeente niet mag profiteeren. De gemeente
Schiedum heeft ook do werklieden vergoeding
om zyn lippen speelde. Nu en dan sprak hy
met my en wat hy zei, was alleen voor my
bestemd, behoorde my alleen.
Vader, het meisje fluisterde met fon
kelende oogen, van toon af aan zweeg ik
niet meer alleen om uweutwil. Ik wist, dut
ik hem zou hebben verloren, zoodra myn
lippen, verrieden, wat ik wist. Het gevoel
dat slechts één woord behoefde te spreken
om hem de vrijheid en het leven terug te
schonken en dut ik dit woord nooit zou spre
ken, hield my in voordurende spanning.
Eerst schrikto ik voor myn eigen slecht
heid terug. Toen vroeg ik my echter af, welk
recht hy had om gelukkig te sijn, daar het
lyden de wereld toch behcorscht en welke
aanspraken op vrijheid hy kon doen gelden,
terwyl duizenden onmachtig tegen do ijzeren
hand van het noodlot worstelen.
Toen kwam Bianca Horrenfeld en met
zorgelooze vrijmoedigheid nam zy bezit van
hetgeen zij als haar eigondom beschouwde.
Zy bood mij vriendschap, ware, echte vriend
schap. Dat had my nog niemand jgebxlen
en ik voelde een wonderlyke verandering in
mij. I)e haat en jaloezie, die ik voor haar
had gevoeld, ging in hartstochtelijke dank
baarheid over. Ik zou door hel |vuur zijn
gegaan om haar een gelukkig oogenblik te
bezorgen.
En zy verlangde slechts één ding, en
juist dat ecne kou ik haar niet schenken.
Zy verlangde zijn vryheid en myn handen
waren gebonden.
toegekend bij de in dienst stelling van een
elevator.
De heer Van den Berg merkt op, dat het
geon vaste werklieden wareD, die, wanneor
zy ander werk konden krygeu, ook niet be
schikbaar waren. De gemeente heeft niet de
zodolijke verplichting om hen ie steunen.
De heer Penning kun zich ook met het
voorgostolde van don lieer Verstegen niet
vereenigen, wol wil hij de werklieden, zoo
dit mogelyk is, by een andoren tak van dienst
werkzaam stellen.
Nadat nog de heor Staalman het woord
hoeft gevoerd, waarop de heor Verstegen
repliceerde, komt het voorstel van B. W.,
om afwyzend op het adres te beschikken in
stemming. Dit wordt aangenomen met alge
meene stommen op één na, die van den heer
Verstegen.
Hoofdelijke Omslag.
Aan de orde wordt gesteld een voorstel
van B. W. betreffende de voorgestelde
wijzigingen op den Houfdelyken omslag.
Door de heeren Biersteker en Oortgysen
zyn daarop eenige amendementen voorgesteld.
Deze behelzen in hoofdzaak, om den naam
hoofdelyke omslag te veranderen in inkomsten
belasting en om als begin vun bolusting-
plichtigbeid f 500 te nemen in plaats van f 450.
Tot behandeling overgaande verkrygt de
heor Biersteker het eerst het woord. Na zyn
verbazing uitgesproken te hebben over de
lu!e behandeling van deze concept-verorde
ning, die 7 Sept. van het vorig jaar reeds
ter tafel kwam, zet hy zeer uitvoerig uiteen
welke de strekking is van de ingediende
amendementen. Hoofdzakelijk strekte hol be
toog om aan te toonen, dat een aftrek van
f 450 voor noodzakelijk levensonderhoud voor
deze gemeente gewettigd is en toont met tal
van voorbeelden uit andere plaatsen aan, dat
deze elders zelf nog hooger is. Verder wyi
hy er op, dat daardoor do progessie van det
belastingheffing ook billyker wordt, want nu
worden de lagere inkomens, beneden f 1000,
ontlast en de hoogere meerder belast, zoodat
men een belasting krygt naar draagkracht.
De hoer Adriaanse meent, dat men gerus-
telijk met f400 als helaetingplichtigheid kan
beginnen en wyst er verder op, dat perso
nen met f 1000 tot f 2000 inkomen reeds
zwaar gedrukt worden.
Ook de heer Staalman is van oordcol, dat
inkomens van f1000 tot f 2^00 zwaar go!rof-
fen worden en meent, dat het niet gewettigd
is inkomens van f 450 vry te stellen, want
oen belasting van 69 ct. per jaar is niet te
drukkend. Wil do heer Biersteker toonen,
dat bij de belangen van dun minderen mau
hohartigt, laat hy dan medewerken tot ver
laging van den gasprys.
De heer Biersteker antwoordt hierop en
zet nog eens uiteen, dat de grondslag van
zyn voorstel is om hen, die weinig of niets
bozitlen te ontlasten, waardoor de midden-
ftand iets meer moet betalen, maar hy acht
het een onjuist standpunt altyd op den mid
denstand te tnren, men moet rekening houden
met de belangen van allen. Het is ook onjuist,
dat inkomens van f1000 tot f 2000 het meest
getroffen worden, neen het zijn de hoogere.
De opk'imming heeft geleidelijk plaats.
De heer Van Neck noemt hot botoog van
den heer Biersteker ernstig gemeend en zou
in andere gemeenten, maar niot in Helder,
op zijn plaats zyn. De bewoners van Helder
leven van de hand in de tand. Hooge inko
mens kan men hier niet heiaston, omdat zy
er niet zyn, daarom wordt ju:st de midden
stand getroffen. Het heeft voor deze plaats
geen grond de aanslagen te verlagen.
Nadat nog verschillendo leden het woord
hebben gevoerd en men enkele malen elkan
der vry heftig heeft bestreden, gaat men over
tot stemming. Met algemeene stemmen wordt
aangenomen de bulasting voortaan te noemen
Plaatselijke Directe belasting naar het
inkomen".
Het voorstel om iemand als belastingplich
tig aan te merkun, wiens inkomen f 500 of
meer bedraagt, wordt met 10 tegen 8 stom
men verworpen. Er voor stemden de heeren
OortgyBon, Verstegen, De Geus, Biersteker,
Zander, Van der Ploeg, Verfaille en Bok.
Alzoo was het voorstel van B. W., om
hot bedrag op f450 te bepalen aangenomen.
Nog werden eenige redactiewijzigingen
aangebracht, waarna de verordening in zyn
geheel met algemeene stemmen werd aan
genomen.
Daarna ging men over tot het doen van
Benoemingen.
Voor de betrekking van twee vacante
plaatsen voor vroedvrouw worden gekozen:
muj. A. Brunsting te Putten en mej. A. J. J.
Aising te Uden.
Tot leden der commissie tot onderzoek van
den toestand te Huisduinen ia verband met
do wet op do verboden kringen worden ge
kozen de heeren Oortgysen, Terra en Kryncn.
Daar de rondvraag niets opleverde, werd
de vergadering ruim 12 uur gesloten.
Ge zult uw zin hebben, zei de schoolmees
ter bitter. Hij was opgestaan en wilde naar
huis gaan, toen or in zjjn nabijheid in hut
struikgewas een dorre tak afbrak en kraakte,
alsof er een onvoorzichtige voet op trad
dadelijk daarop hoorde hy het geluid van
voetstappen, die zich snol verwijderden.
De regen had opgehouden en het was don
ker geworden, alleen aan do gezichteinder
toonde een lichte glans achter de wolken,
dat de maan was opgegaan en bij dat twy-
folachtig schijnsel zagen vader en dochter
elkander onthutst aan. Geen van beide waagde
het iets te zeggen.
Eindeliyk zei de schoolmeester zachtwij
hebben een getuige gehad. Ik behoef nu niet
meer te twyfelen.
Ge hebt nog tijd om te vluchten.
Om later vervolgd en gevangen genomen
to worden Neen I En zelfs, als hot mij ge
lukt te ontkomen, voor my zelf kan ik niot
vluchten.
Hy ging het huis binnen, nam zyn hoed
van den kapBtok cn borstelde dien zorgvul
dig af. Toen nam hy wertuigelyk zyn stok.
Op het punt de deur uit te gaan, keerde hy
zich op den drempel om, alsof hy eensklaps
bedacht dat zyn dochter er was, en zei
Ge behoeft niet op my te wachten. Ik kom
waarschynlijk niet terug.
(Slot volgt.)