KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Peulowne
No. 3938.
Woensdag 9 November 1910.
38ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland f 1.25
Pre-Zondagsblad 37» 45 fO.75
roiën Modeblad 55 65 (0.90
(Voor liet buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteutiën van 1 tot 5 regels 30 cent.
Elke regel «neerti
Bewys-exernplaar'2(
Vignetten en greote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon BO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr.. (y./h. BERKHOUT Co), Helder.
Bureauzi Spoorstraat en Koningstraat.
UIT HET BUITENLAND.
Over de nalatenschap van koning Leopold
van België, is men nog niet tot overeenstem
ming gekomen.
De onderhandelingen tusschen de regeering
en prinses Stephanie, hebben geleid tot eene
overeenkomst. De prinses aanvaardt de door
de regeering gedane voorstellen. Daar prinses
Louïse echter van geen schikking weten wil,
schijnt een procos onvermijdelijk en zoo'n
proces, weet men, kan van langen duurzyn.
In den laatsten tijd zijn op de Brusselscbi
tentoonstelling nog al branden uitgebroken;
men gelooft algemeen dat ze aan boos opzet
te wjjten zijn. 't Werd tyd dat ze gesloten
werd; dat beeft Maandag plaats gehad met
een schitterend vuurwerk.
De Russische Czaar heeft een bezoek ge
bracht aan keizer Wilhelm te Potsdam. Na
tuurlijk waren de noodige voorzorgsmaatre
gelen genomen. Op verzoek van denRnssischen
gezant werd slechts aan twee journalisten,
een Duitsche en een Russische toegang ver
leend om getuige te zijn van de eerste ont
moeting. Naar de bladen berichten moet zjj
heel hartelijk geweest zijn. Het bezoek draagt
een huiselijk karakter, waarom geen groote
redevoeringen werden gehouden. Aan het
galadiner zaten de hooggeplaatste Russische
en Duitsche hoogwaardigheidsbekleders mede
aau. Wederzjjdsch werden hooge onderschei
dingen verleend. Czaar Nicolaas begaf zich
Zaterdag per automobiel naar het mausoleum
om op de praalgraven van keizer en keizerin
Friedrich kransen neer te leggen. Zaterdag
avond Iaat vertrok de Czaar weor en werd
uitgeleide gedaan door den Keizer.
In Frankryk zien sommigen de toenadering
van Rusland tot Duitscbland met leede oogen
aan; 't wijst raoenon zy op een verslapping
van don vriendschapsband tusschen Frankryk",
Rusland en Engeland. De Malin wyst ei-
echter op, dat men aioh daarover niet ongerust
moet maken. De Czaar hecht buitengewone
waarde aan de vriendschap mot Framkryk en
aan een hartelijke verstandhouding met En"e-
land. Hy is echter ook een ijveraar voorden
vrode, zegt het blad, en zal steeds al het
mogelyke doen om een conflict in Europa te
vermijden. Het blad ziet in de vriendschap
der Keizers een waarborg, dat de onderhan
delingen over de Oostersche aangelegenheden
tot een goed einde zullen leiden.
Toen de nieuwe Franscho Kamer in Juni
byeen kwam, kreeg het ministerie een votum
van vertrouwen met 404 stemmen tegen 121.
Na de stakingsinterpellaties werd het ver
trouwen uitgesproken met 329 tegen 188
stemmen. De regecringsmeerderheid is dus
ietwat verplaatst; het steunpunt der regeering
is-verlegd naar rechts, naar de republikeinsclie
linkerxyde on de gematigde progressisten.
Wijziging in het Kabinet was das wel nood
zakelijk, ook omdat bekend was, dat de
ministers wel eenstemmig waren over de maat
regelen door de regeering tydens de stakin
gen genomen, maar niet zoo gelykgezind ten
opzichte van de nog te nemen maatregelen.
Vivianien Barthou hebben dan ook geen zitting
in het nieuwe Kabinet. Do ministers van
buitenlundsche zaken, van oorlog en marine
zyu gebleven. Standvastigheid in het beheer
en de leiding dezer laatste is trouwens voor
Frankryk ook zeer gewenscht.
In Noord-Spanje is het weer onrustig. De
regeering vertrouwd den toestand niet en heeft
troepen naar Sabadill en Saragossa gezonden.
De algemeene staking is voor geheel Cata-
lonië afgekondigd. Het stukingsbevel ging
uit van Saragossa.
_Uit goede bron vernam de vertegenwoor
diger vaD de Times te Lissabon, dat de ge
zanten van Frankryk, Groot-Brittannië, de
Vereenigde Staten, Duitscbland, Spanje en
Italië door hunne regeering gemachtigd zyn
de voorloopige regeering te erkennen. De
republiek zal worden erkend na do aanneming
van de grondwet.
Hoewel do Grieksche partyleiders besloten
hebben aan de nieuwe verkiezingen niet mee
te doen, schynt het vast te staan, dat de
aanhangers zich daaraan niet zullen storen,
maar den verkiezingsstrijd mee zullen voeren.
Venezilos werkt hard aaD zyn hervormings
plan.
Vrydag heeft de plechtige opening plaats
gehad van het eerste parlement der Zuid-
Afrikaansche Unie.
In zyn openingsrede gaf de hertog vaD
Connauglit uiting aan het leedwezen des
konings, omdat deze zich thans het genoegen
moet ontzeggen, JZuid-Afrika te bezoeken"
'Z. weet," zoo vervolgde de hertog,
«dat gy ecu tyd van smart en verwarring
bobt doorleefd en dat misverstand en stryd
groote rampen over uw land hebben gebracht,
dit allos echter zy begraven en vergeten.
«De koning is overtuigd, dat alle Zuid-
Afrikaanders naar krucht zullen arbeiden voor
hot welzyn van hun groot, Bchoon laHd eu hy
smeekt God, dat de oprichting der Unie moge
blijken, een duurzame weldaad voor allen te
zijn eu dat sjj zal bijdragen tot den voor
spoed en de welvaart van Zuid-Afrika en
het Britsche ryk."
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 8 November.
Den lOdon November aj., herdenkt de
heer H. de Boer den dag waarop hy vóór
25 jaar tot commies by 's Rijksbelastingen
werd aangesteld
De heer P. C. Kiljan is te Amsterdam
geslaagd voor de acte vrije- en ordeoeteningen.
Pro Patria.
Zaterdagavond hield de Gymnastiek- en
Exercitie-Vereeniging Pro Patria in Casino
een feestelijke Vergadering.
Op het uur van aanvang was de zaal ge
heel gevuld met oen recht feestelijk gestemd
publiek. De president, de Heer F. C. H.
Schlahmilch, heette met een kort woord de
aanwezigen hartelijk welkom, waarna al da
delijk met de werkzaamheden een aanvang
werd gemaakt.
Over die werkzaamheden kannen we met
één woord volstaan: ze werden kranig ten
tooneele gevoerd. Zoowel de Adspiranten-
klassen, als de Heerenafdoeliog werkten net,
vlug, krachtig eu opgewekt, doch met niet
minder welgevallen werden de sierlijke oefe
ningen van de Damesafdeeling gadegeslagen.
Zooals gezegd, werden alle nummers van het
keurig in elkaar gezette programma kranig
afgeworkt, en we zouden het eene nummer
boven bet andere den voorrang kunnen geven.
Toch willen we met een enkel woord van
bijzondere lof vermelden de staatoefeningen
door de Iieerun-afdeeliog, die in studio zyn
voor 't a. s. Bondsfeost in Den Huag, doch
die nu reedB onberispelijk ten uanschouwe
worden gegeven. Kracht, sierlijkheid en
netheid streden hier om den voorrang. Doch
nu we toch begonnen zyn, met een enkel
nummer in 't bijzonder te noemen, mogen
we niet nalaten melding te maken van num
mer 4 van het programma: de vrye oefe
ningen van en op de plaats door de Dames
afdeeling. Zelfs de doodschheid, om niet te
spreken van somberheid der donkere costu-
tumes, vermochten maar weinig afbreuk te
doen, aan de sierlijkheid, bevalligheid en gra
tie, waarmee deze oefeningeu ten beste wer
den gegeven. Zoo vormde do lichtere klee
ding der Heercnafdeeling in de gecombineerde
standen van Dames en Hoeren een aange
name afwisseling tusschen al dat zwart der
Dames. Een paar aardige voordrachten le
verden tusschen al dat geturn een niet on
aardig intermezzo, en een zeer gezellig bal
besloot den welgeslaagden avond.
Programma
te geven door de muziekverecniging „Crescendo",
op Donderdag 10 November 1910 in Casino".
1. Ouverture zur Oper: Die „Zauber-
Hóte"W. A. Mozart.
2. Jeruzalem, aria uit liet Oratorium
,,1'aulus" F. Mcndelssolin-Bnttholdy.
Te zingen door mevrouw Alida Loman, met
Orchest-begeleiding.
Elegie für Streiehorchestcr 1». Tschaikowsky.
4. Alia uit liet Oratorium „de
Schepping"', van Jos. Haydn.
Te zingen door mevrouw Alida l.oinan, met
Orchest-begeleiding.
5 Suite AlgerienneSaint-Saëns.
Irapressions piltoresques d'un voyage en Algérie.
a. Prelude. (En vue d'Alger).
b Rhapsodie Mauresque.
c. Rêverie du Soir (a Blidab).
d. Marche Militaire Francaise,
PAUZ IC.
li. Ouverture de concert. A. L. Hazebroek.
Op verzoek.
a. Der TraumFr. Schubert.
b. WiegenliedFr. Schubert.
c. PsycheK. Paladilhe.
d. ElegieJ Massenet.
e. Liedje van den Smid A D. Loman Jr.
Te zingen door mevrouw Alida Louian, met
Orchest-begeleiding.
«Piet Hein"', Hollandschc
RhapsodieP. O. van Anrooy.
Ir. 7. a, b, c, d, geïnstrumenteerd voor Orchest
door A D. Loman Jr.
Over mevrouw Alida Loman, welke ge-
ierde zangeres a. a. Donderdagavond by
e Afd. Toonkunst a'hier zal optreden, schrijft
du .Nieuwe Rotterdammer Courant" van 5
\'ov. j.1. het navolgende
.Van de solisten (in de Jahreszeiten)
moomon wy in de eerste plaats mevrouw
.Alida Loman. Haar stem is uiterst gedispo-
«neerd en by herhaling is zy toegejuicht, zoo
Inzcli en vol glanB klonk haar prachtige
«en welluidende sopraanstem .het antonieuze
fgekweel" klonk bekoorlyk en was een der
glanspunten van den avond".
Waar de bekwame criticus van de »N. R.
C". zich zoo geestdriftig uitlaat over me
vrouw Loman, mag men Donderdagavond
b(j het optreden van deze zoo hoog ge
roemde zangeres zeer veel verwachten. Waar
het aantal beschikbare kaarten van f 1.
nagenoeg is uitgeput, raden wy kunstminnaars
ten zeerste aan zich alsnog intyds van een
plaats te verzekeren, opdat daardoor ook
Helder blyke geve waar kunstgenot te kunnen
en te willen waardeuren. (Zie verder adver
tentie in dit blad voor toegangsbepalingen).
Een groote tentoonstelling in 1913.
Er zyn plannen om to Arasterdam in 1913
eon groote tentoonstelling te houden van
kunstnyverheid, op een terrein aan de zuid-
zyde vau de stad, waar de nieuwe stadsuit
leg verwacht wordt.
Door een trein gedood.
Even voorby Halfweg wordt sedert eenigen
tyd gewerkt aan do bauu der H. IJ. S. M.
Een ploeg arbeiders, in dienst van den aan
nemer van dit werk, was ook Zaterdagmorgen
bezig, toon trein 339, te Haarlem aankomend
10 uur 35 min., uit de richting Amsterdam
naderde. De mannen als vertrouwd met het
gevaar, wachtten tot het laatste oogenblik
en daardoor werd een hunner de 45-jarige
Van Doorn uit Haarlem aangereden. De loco
motief gaf hem zoo'n geweldigen slag tegen
het hoofd, dat hy onmiddellyk neerstortte. De
trein stopte en de ongelukkige werd in een
wagon gelegd en naar Haarlem gebracht. Bij
zyn aankomst aldaar constateerde een ijlings
geroepen geneesheer den dood.
Inbraak te Arnhem.
Donderdagnacht is ingebroken ten huize
van den heer James Meyer Fils, dansleeraar,
aan het Roermondsplein te Arnhem. De heer
Meyer, 's nachts halftwce thuis komende,
bemerkte, toen hy de deurkruk van zyn kan
toor wilde omdraaien, dat deze werd vast
gehouden. Duwen en trekken hielp niet en
een oogenblik later bleek de sleutel aan de
binnenzijde te zijn omgedraaid. Do inbreker
schoof het raam op en sprong van de bel
étage op straat. De heer Meyer achtervolgde
hem, doch struikelde. De onbekende inbreker,
die blootshoofds was, verdween in een achter
buurt .Het Doorzicht".
In den kelder werd gevonden een jas, pet
en oen paar schoenen. Den politiehond voor
algomeenen veiligheidsdienst werd lucht
gegeven van de pet. De hond liep naar het
kolenhok, waar do inbreker zich vermoede
lijk eenigen tijd schuil hield en volgde daarna
het spoor naar «Het Doorzicht". In een slop
in de uabyheid hield hy voor een deur stil
was er niet weg te krygen. De politie
arresteerde hier een 17-jarige joDgen, die
echter ontkent en ook geen bekende van de
politie is.
De dader moet achter in het huis door een
privaatraam zyn binnen gekomen. In het
kantoor werd hij door de komst van den
heer Meyer gestoord. Hul bureau was open
gebroken, doch alleen vyf a zes gulden uit
een portemonnaie en kleinigheden zyn ont
vreemd.
Legaten.
Door don overleden prof. Fred. Furser, te
Zeist, zyn nog de volgende legaten vermaakt
Britsche Kerk, provincie f 60,000arbeid on
der de melaatschen te Jeruzalem 24,000
algemeene z.-ndingskas f 120,000; Medical
Fund f48,000; arbeid in Bohemen f24,000;
seminarie te Bristol f 24,000.
Aan sommige legaten waren eenige voor
waarden verbonden. («Zutph. Ct".)
De „Lutine".
Te Terschelling isaangekomen een ingenieur
der ,Luline-Compagnie" om de bakens op
Vlie cn Terschelling te inspecteeren. Een
groote baggermachine is onderweg van Enge
land naar hier, om nog eens een poging te
wagen de schatten der «Lutine" naar boven
te brengen.
De oud-Sultan van Marokko.
Abdoel Azis, oud-Sultan van Marokko, is
per b.b. Koningin Wilhelmina naar Amsterdam
vertrokken.
De zaak Crippen.
Londen, 5 November. Het hof van beroep
voor strafzaken heeft Crippen's aanvrage om
hooger beroep op zyn doodvonnis verworpen.
Nadat Muir, de advocaat vau de Kroon,
geantwoord eu Tobin gedupliceerd had, be
gonnen de rechters om ongeveor halfvier
over de uitspraak te beraadslagen, echter
zonder heen te gaan.
De beraadslagingen hebben slechts 8 mi
nuten geduurd. Rechter Darling sprak het
vonnis uit en zeide, dat alle redenen voor
bet verzoek om hooger beroep verworpen
waren. Het hof is van oordeel, dat het proces
op alle punten behoorlyk is gevoerd. Daarom
bestaat geen reden het te herzien.
Crippen keek de rechters gedurende de
beraadslagingen strak en kalm aan en bloosde
slechts even toen hy do uitspraak vernam.
Hy ging zeer gelaten heen.
Crippen zal Dinsdag op bet schavot sterven.
Een geheimzinnige moord.
De Berlynsche correspondent van het
Handelsblad d.d. 4 November
Het is reeds acht dagen geleden, dat in de
Spree by de Lutherbrücke een zak werd op-
gevischt, waarin een vrouwenlyk gestopt was.
De Berlynsche recherche is een week lang
in de woer, en schynt voor een raadsel te
staan, waarvan de oplossing steedB moeilijker
wordt.
Uit de Spree dan is opgevischt hot lyk
op een onderlyfje na totaal naakt van
een ongeveer achttienjarig meisje. De vry
verre staat van ontbinding wyst er op, dat
het lyk weken geleden reeds in het water
geworpen moet zyn.
Het meisje is vermoord. Muur hoe Van
verwonding, geweld, gift is geen spoor te
ontdekken. De geneesheeren en chomici,
hebben alles onderzocht. En zy waren niet
in staat te verklaren, op welke wijze de
moord geschied moot zyu.
Zou het tot vorvolging van den schuldige
komen, dan rust op ket openbaar ministerie
den plicht, om te bewyzen, dat werkolyk
een moord gepleegd is.
Doch zoover zijn politie en justitie nog
lang niet. Want het is nog niet gelukt do
identiteit van de vermoorde vast te stellen.
Men herinnert zich misschien, dat nu bijna
een jaar geleden een misvormden vrouwen
romp in Berlijn gevonden is, en dat het de
politie na enkele dagen gelukte, vast te stel
len niettegenstaande het hoofd nóg niet
gerondtiu was wie deze vermoorde vrouw
was. Een boezelaar, en een rok leidden tot
de herkenning. Thans heeft men het geheele
lichaam het hoofd werd met kunstmidde
len, inspuitingen van parafine, inplanting van
nieuw huar, inzetten van kunstoogen, hir-
kenbaar gemaakt, en tot een identificatie
kwam hot nog niet.
Het lyk ligt in de Berlynsche morgue.
Tien mouschen, die "t zagen, waren bereid
te verklaren, zelfs onder eede, dat de ver
moorde een door hen vermiste bloedverwante
waa. Een onder deze tien was een man, die
met absolute zekerheid te kenneD gaf, dat de
vermoorde zyn dochter was. In alle tien ge
vallen kon echter bewezen worden, dat de
menschen zich vergisten, dat de door hen
vermisten nog in leven zijn. Ook de dochter
van den zoo zekeren vader. In niet minder
dan 126 gevallen herkennen getuigen de
vermoorde met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid. Ook hier kon, zonder één
uitzondering, bewezen worden, dut do ge
tuigen zich vergisten.
Dit onderzoek naar verdwenen meisjes eischt
natuurlyk een massa werk. Want niet alle
136, als vermist aangegeven, vortoefden nog
in Borlyn. Velen waren in de provincies,
zelfs in het buitenland.
Steeds nog is er geen antwoord gegeven
op de vraag: Wie is de doode Hoe langer
de identiteit uitblyft, des te moeilyker wordt
de ontsluiering van het geheim: Hoe is zy
gedood en wie doode haar?
Met verbazing zal men er van opkijken,
dat, zelfs in een stad als Berlijn, op één
oogenblik minstens 136 ongeveer achttien
jarige meisje vermist worden.
Terwijl politie en justitiè-ambtonaren uit
dit geval weer een les kunnen trekken, hoe
weinig zy bouwen kunnen op verklaringen
van getuigen, die geen medemensch herken
nen met «absolute zekerheid".
Bescherming van dieren.
De Vereeniging tot bescherming van diuren
in de Vereenigde Staten yvert in den jong-
sten tyd sterk voor verscherping der straflon
voor koetsiers, die hun puurden mishandelen.
Zij heeft zich de medewerking verzekerd van
het hoofd der New-Yorkscho politie en deze
heeft nu in alle stallen, die onder toezicht
van de New-Yorksche politie staan, een
biljet laten aanplakken van den volgenden
inhoud
Verzoek van het paard; Meester,
ik richt het volgende verzoek tot uGeef
ray te eten en lesch myn dorst. Verleen my
na den zwaren dagelykschen arbeid een plaats
in een zindelyken stal. SpieeE met mij, want
ik ben gevoeliger voor een goed woord, dan
voor teugels en zweepstreel my en leer
my met pleizier te werken. Sla my niet als
ik omhoog moet trekken en trek niet aau de
teugels als het naar beneden gaat. Als ik u
niet dadelyk vat, gryp dan niet dadelijk naar
de zweep, maar kyk eeus na, of <1© tengels
misschien niet dooreengestrengeld zyn en of
het yzer my geen pyn doet. Als ik geen
eetlust toon, onderzoek dan myn tander.
Snyd mij de staart niet af, want zy is myn
eenig verdedigingsmiddel tegen de lastige
vliegen. En als ik door ouderdom zwak of
invalide ben geworden, veroordeel my dan
niet tot den hongerdood, maar maak zelf oen
einde aan myn leven, zoodat ik niet noode-
loos behoef te lyden. Vergeef my, dat ik
met deze nederige bede tot u kom, ia naam
van hem, die ook in een stal het levenslicht
heeft gezien.
Een lage bezoldiging.
By de behandeling van een geschiltusschen
een koopman te Berlijn een typisto-snelschryf-
sler in zyn dienst voor de Berlynsche koop-
mansreclitbunk is aan het licht gekomen, dat
het meisje maandelijks 15 mk. verdiende.
De voorzitter liet uitkomen, dat dit de ge
ringste bezoldiging was, waarvan do rechtbank,
zoolang zy bestond, kennis gekregen had.
De gedaagde koopman vond, dut de recht
bank niets met de hoogte van do bezoldiging
to maken had. De voorzitter antwoordde, dat
de rochtbauk wel degelyk bet recht had, zich
daarmee in te latenen wanneer degepraesteer-
do diensten iu zulk een schreeuwende wanver
houding tot de bezoldiging stonden, kon de
arbeidsovereenkomst zelfs ongeldig verklaard
worden.
In haar vonnis heeft de rechtbank nog eens
uitdrukkelyk gezegd, dat bet loon onzedelijk
was en een patroon, die dat betaalde, de werk
kracht van zyn personeel exploiteerde.
Het misdrijf aan
de Nicolaas Witsenkads.
Rechtbank
n s t c r d n ii
De vyfde kamer der reclilbunk heelt Vrydag,
onder onverflauwde belangstelling, de behandeling
hervat van de zaak tegen de 24-jarige dienstbode
linke H en haar 21-jarige» vrijer 1'ieter R., ver
dacht van den heet-wuter-aanslag op mevrouw
VViniu iu haar huis aan de Nicolaas Witsenkade,
te Amsterdam. Het meerendeel der geïntroduceerde
belangstellenden bestond ook nu weer uit dames.
Beklaagde R. werd weer tusschen twee veld
wachters binnengebrachtlinke eenige minuten
daarna, weer volkomen kalm eu onbewogen..
Daarna wordt als getuige voorgeroepen de com
missaris van politie, de huer A. Kumraer.
De commissaris zegt zeker te weten, dat de ver
dachte indertijd verklaard heelt, dat Imke, alvorens
1rre* heet water naar boven te brengen, tot hem
gezegd heeft«Dat moet zij over haar kop hebben
Hij begreep toen haar bedoeling heel goed; toen
getuige hem vroeg, waarom hy haar dan niet tegen
heeft gehouden, antwoordde R.omdat ik zoo be
roerd en zenuwachtig was.
Daarna doet de president eenige vragen aan be
klaagde linke. Nu ontkent zij den gasmeter te
hebben dichtgedraaid. En zij vertelt verder, dut zij,
toen ze op den bewusten morgen naar beueden
kwarn, zekeren incneer uit de deur vau mevrouw"s
slaapkamer zag komen, die een aan op den looper
neerzette. Zij beweert verder, dat mevrouw in het
geheel niet vau haar kamer is gewenst.
Getuige mevrouw de Vries, die woonde beneden
mevrouw Winia, deelt mede, onmiddellyk nadat
zij door het gegil op het bovenhuis wakker geschrikt
was, daarheen te zijn gesneld. Zy heeft inede aan
de ongelukkige vrouw de eerste hulp verleend,
sainen met een verpleger van den geneeskundigen
dienst. Toen haar bet hemd werd uitgetrokken,
(het werd losgeknipt), was het van achteren reeds
geheel gescheurd.
Het dienstmeisje van mevr. de Vries verklaart
het volgende: Zij is wakker geworden door geworstel
boven haar hoofd, en begreep toen reeds, dat er
iets san de hand was. Het duurde slechts een
oogenblik. Onmiddellijk daarna hoorde getuige
moord gillen, begaf zich naur haar meesteres en
telefooneerde in opdracht vnn deze om politie.
Het worstelen hoorde zy tien minuten vuor half
zeven. Toen zij hel gegil hoorde was haai- eerste
gedachte, dut het menSch krankzinnig was geworden.
De verpleger van den geneeskundigen dienst,
die het slachtoffer de eerste hulp heeft verleend,
heelt de vrouw op bed oangetroffen. De dienstmeid
was toen al op het politie-bureau. De nachtjapon
lag toen al op liet bed. Het hemd was aan de
voorzijde opengescheurd. Getuige is het niet op
gevallen, dut het hemd toen van achteren al ge
scheurd was. Het hootd en bovenlichaam van de
iw waren met uitgebreide brandblaren over
dekt, Het vel hing los over de tippen. De vronw
zeide, dat zij inct kokend water was begoten, inaar
niet, wie dat gedaan heefL Zy wist toen nog niet,
dat het dienstmeisje naar het politie-bureau nas
gebracht en vroeg, of deze mee naar liet gast
huis kon.
Dan wordt gehoord de verpleger, die hel slacht
offer per automobiel naar het Gasthuis heeft ge
bracht Hier heeft de vrouw onophoudelyk gejam
merd van de pijn. Zij sprak van inbrekers, niet van
geinaskerden, of van een prop, die haar iu den
mond was gestopt Naar bijzonderheden gevraagd,
riep zy tik weet het niet, ik weet het niet, ik
heb zoo'n pyn en zy klaagde over koude.
De drie volgende getuigen zijn dienstmeisjes van
de buren. Met deze allen heeft linke veel over hare
meesteres gesproken. Eens waren de vier meisjes
bij elkaar en werd er een gesprek over de mevrouwen
gevoerd, linke zeide toen, dut huur mevrouw slecht
voor haar was, dat zy er pas nog door geknepen was
zij vertoonde de blauwe plekken op haar urm.
Haar mevrouw was heel rijk, zeide zij, liet was
er een chique boel; het mensch had pas nog een
mantel vsn f 1400 cadeau gekregen. Maar zij, Irake,
kreeg niet te eten, het was iu een woord teen
kreng van een wyf". Zy heeft bij deze uitlating
gevoegdiko» ik er inaar iets aan doen, dat dat
wijf een ongeluk kreeg. De meisjes zijn alle drie
getroffen door de boosaardige uitdrukking, die
hierbij in Imke's oo$en lag.
Als getuige décharge verschijnt thans een
zuster van de vermoorde vrouw, inej. M. A. D.
Rameau Win ia, te 's-G raven hage Deze wordt ge
hoord op verzoek van Imke's verdegiger, mr. Muller
Massis. Zij heeft op 27 Febr. haar zuster iu liet
Uuitengasthuis opgezocht, die toen af en toe heldere
ougenblikken had. Getuige hoorde haar toen zeggen,
dat twee vermomde inbrekers haar tweemaal met
kokend water hadden gegooid, een had haar om
geld gevraagd zij had toen haar sleutels onder
hnar kussen vandaan gehaald en zeide, dat zij het
halen zoude. Zij was toen opgestaan en naur het
raam geluopen en had orn hulp geschreeuwd. In
tem van een der mannen had zij gemeend die
van huur neef te herkennen. Getuige is toon naar
het politiebureau gegaan en is hier op de hoogte
gesteldtoen is zij naar het gasthuis teruggegaan.
Zy heeft een krant meegenomen, welke dien dag
was uitgekomen. Onmiddellyk zeide zij tot de
patiënte: «Zuster, watje gezegd hebt, is onniogelyk".
Toen heeft zy het verhaal uit de courant voor
gelezen. De patiënt zei toen verwonderd«Staat
het in de courant?" Getuige vroeg haar toen:
zuster weet je wel, dat Imke een vryer heeft?"
duur daar wilde zy niets van Itooren en zij wilde
niet aan de schuld van haar dienstmeid gelooveu.
Een ander familielid der vermoorde vrouw, d e
haar ook nog voor haar dood heeft beiocht, ver
klaart ongeveer hetzelfde.
Eindelijk wordt als getuige a decharge opgeroe
pen bovenbedoelde neef van mevrouw Winia. Mr.
Muller MassL heeft hem niets te vragen, wil hem
slechts aan de rechtbank voorstellen en haar zijn
stemgeluid laten hooren. De getuige wordt be-
eedipil en ondervraagd Hy is handelsreiziger, heeft
zijn vermoorde nicht in geen 8 jnar meer gezien.
Inderdaad toont hij noch uiterlijk, noch in stem-
feluid de minste gelijkenis met den eersten be
laagde (R.).
Als getuige-deskundigen worden gehoord de
doctoren F. 8. Meyers en Th. J. H. Snijders, psychi
aters, die een onderzoek naar de geestvermogens
van beklaagde R. hebben ingesteld. Aan hun rap
port ontleenen wij het volgende
De beklaagde spruit uit een slecht milieu; zyn
vader was een drinker, het huiselyk leven was
dientengevolge in het ouderlyk huis ellendig, liet
vermoeden wordt door verschillende omstandig
heden gerechtvaardigd, dat hij erfelijk belast is,
evenals een zyner broeders. De-generatieve eigen
schappen openbaren zich in tekortkomingen in
zijn intellectueele en karaktereigenschappen, Tooral
tijdens zijn militaire loopbaan Hij toonde gebrek
aan inzicht, een pathologisch sterk ontwikkeld
gevoelsleven; zijn impulsief optreden mankte hein
voor den militairen stand ongeschikt. Hij werd in
het militaire hospitaal geobserveerd en bevonden
tot de klasse der imbecilen te bchooren en voor
den dienst ongeschikt verklaard.
Beklaagde heeft nanr dit alles met groote aan
dacht zitten luisteren. Als hij van het krankzin
nigengesticht hoort, staat hij bruusk op en roept
met huilerige stemDat verdom ik, ik wil niet
mijn heelo leven in een gekkenhuis, dan mam-
liever in de bajes I"
Beide doctoren zyn het er over eens, dat do
zielsziekte vau den jongen niet ongeneeslyk is
Alvorens hij in het militair hospitaal te Haarlem
kwam, heeft hij het tot korporaal gebracht, wat
aan de gebrekkelyke ontwikkeling zijner geest
vermogens,' uaii zijn imbeciliteit, niets afdoet, om
dat imbecielen van deze soort in alle klassen
voorkomen.
Vervolgens werd een medisch rapport uitge
bracht over imke B., die volkomen toerekenbaar
wordt geacht.
Op verzoc-k van mr. Muller Massis wordt gehoord
dr. Over beek, officier van gezondheid, die als ge-
vausenisdokter Imke B. ïr. het huis van bewaring
heeft geobserveerd. Op een vraag van mr. Massis
antwoordt hy. dat hij lichamelijke hysterie (kramp,
overgeven, lustloosheid, voorhijgaande doofheid)
heelt geconstateerd. De verdediger vraagt dan of
deze verschijnselen in verband kunnen staan met
de psyclié. Eenig verband erkent de dokter maar
ze bewijzen geen psychische afwykingen Van een
crime pasMonncl bestaat in het onderhavige geval
de mogelykheid. Haat kan zeer wel de prikkel tot
haar daad zyn geweest, maar liet is ook zeer wel
denkbaar dat haar inotief er alleen een van heb
zuchtige ben-koning is goweest. liet gebezigde
middel pleit echter het meest voor het motief van
wraakzucht, vooral bij een vrouw.
Het woord was daarna aan den ambtenaar van
liet O. M., mr. W. Luykcn Glashorst, tot het nemen
van zijn requisitoir.
Deze begint met beklaagde Imke B, te schilde
ren als een oneerlijke, onbetrouwbare vronw, cn
verwijst daarvoor naar haar verleden. Uit haar
afgunst op den rijkdom harer meesteres, en de
wijze waarop zy aan die afgunst uiting heeft ge
geven, valt af te leiden dat zij voor geen ernstig
misdrijf terugschrikt.
Haar mede-beklaagde is bewezen te zijn een
minderwaardige, gemakkelijk tot het plegen van
een misdryf over te halen.
Bew« zen kan worden geacht bij beklaagde linke
B„ dat zy na ryp beraad tot het boosaardige plan
is gekomen.
Dit blijkt uit de boodschap, die zij aan haar
mede-verdachte gestuurd heeft cn uit Jen cigen-
aardigen vorm waarin zij die gekleed heeft. Dut
het plan door haar rypelyk is overwogen, blijkt
uit fragmenten van briefjes die zy eerst heeft
feschreven, maar die later gereconstrueerd zijn.
ij schreef min bekl. Rdat hij een boodschap
voor mevr. moest doen, terwijl zij wist dat deze
niet tehuis was.
Het gemeenschappelijk overleg tusschen beide
beklaagden tot de wandaad wordt bewezen uit de
omstandigheid, dat beklaagde R. bij zijn eerste
verhoor verklaard heeft, onmiddellijk de eigenlijke
bedoeling te hebben begrepen van de boodschap
die hem gewerd Hij is toegetreden tol het com
plot, en toen is het gemeenschappelijk piati in
overleg nader uitgewerkt. Imke wees hem immers
alle kamers in het huis, en zeide hem waar het
geld en de sieraden verborgen waren. R. bleef in
de woning den nacht doorbrengen op een zeer
eigenaardige plaats, in een hok op zohler, waar
beddegocd werd gevonden en beschuitkruimels,
waaruit blijkt dat linke hein daar voedsel gebracht
heeft, zoodot zij geweten heeft, dat hy in huis
w.is en waar hij vertoefde. Wakker geworden ver-
wyt R. haar, dat de diefstal nog niet volbracht
was. In de keuken treffen zij daarna de voorbe
reidend)- maatregelen om de vrouw weerloos te
maken. De gaskraan wordt geopend, het komfoor
aangestoken R. heeft in den beginne toegegeven
dat vnn dat alles de bedoeling hem bekend was.
En hot rnoge al niet wiskunstig zeker zijn, zoo
goed als vaBt staat, dat R. geweten heeft, waarom
linke het kokend water naar baven heeft gebracht.
In verband met deze voorafgegane samenwer
king is het onwaarschijnlijk, ook in verband met
de omstandigheid, dat het slachtofler een sterke
vrouw, en Imke slechts een zwak meisje is, dat
R. verder geen actieve rol in de oitwerking van
het plan heeft gespeeld.
In verband daarmede moeten gebracht de uit
latingen van mevrouw Winia, dat zy twee ver
momde menschen heeft gezien. Hoe het ook zij.
waar vast staat, dat het plegen van geweld iu ge
meen overleg beraamd is, dat niemand anders in
het huis aanwezig is geweest, en het geweld ge
pleegd is, zijn beiden er voor aansprakelijk. Zoo
leeren het doctrina en jurisprudentie.
Aanwijzingen tegen bekl. R. zyn vlucht, tegen
Imke de omstandigheid, dat zij niet geholpen heeft
toen haar hulp noodzakelijk was.
In het volvoeren van hun plan zijn zy verhin
derd door de omstandigheid, dat de aangevallene
niet zoo weerloos is geworden dat zy niet meer
om hulp kou roepen
De beide bekl. worden weor samengetroffen op
het oogenblik, dat Imke haar medeplichtige uitliet.
Een nieuwe aanwijzing tegen R is dat mevrouw
Winia, liggend uit het raam, hem herkond heeft.
De begeerte om den diefstal te plegen, kan wat
Imke betreft, o hieruit worden afgeleid, dat zy
zeer veel geld aan kon. Voorts kunnen tegen haar
als aanwijzingen gelden, haar zeer tegenstrijdige
opgaven, waarvan telkens gebleken is dat ze in
strijd zijn met de waarheid.
De conlusie van den officier is, dat beide be
klaagden schuldig zijn aan poging tot diefstal met
geweldpleging na gc-meenscliappelijk overleg eu in
vereeniging. Juridisch wordt het dan onverschillig,
als dat overleg vaststaat, wie van de twee het
misdryf feitelijk gepleegd heeft.
Met de deskundigen, du- bekl H.ontoerekenings
vatbaar achten, kan spr. niet inedegaan.
Spr. wijst tenslotte op het helschc en waarlyk
satanische van het middel, dat deze beklaagden
hebben aangewend om hun voornemen mogelijk
te maken en op de omstandigheid dat beiden re
cidivisten zyn.
Het requisitoir strekte tot veroordeeling van bekl.
P. R. tot 12 jaar en van bcklnagdc Imke B„ ook
wegens de bewezen diefstallen, tot 15 jaar gevan
genisstraf.
De zitting werd hierna geschorst tot Zaterdag
ochtend 10 uur.
Het woord was toen aan de verdediging. De be
langstelling is aanmerkelyk verminderd.
Het eerst is het woord aan den verdediger van
imke R„ mr. Th. Muller Massis.
Deze begint met een treffende schildering van
het drama. Het ongelukkige slachtoffer vergeleek
pleiter met Herakles, wien het met drakengif ge
drenkte kleed om de schouders werd geworpen,
zoodat het vel hem letterlijk van het lichaam ge
schroeid werd. Indien ooit op een grafkrans terecht
de woorden: Rust zacht, hebben gestaan, dan is
het op die, welke het graf van deze ongelukkige
vrouw heeft gesierd, die uit baar rust op e«n zoo
gruwzaam wreede wijze gestoord werd. (Beklaagde
Imke B. zit zachtjes voor zich heen t" schreien).
Doch thans is het niet de plaats om bij het lijk
van het slachtofler stil te staan: thans vragen de
levenden de aandacht van de rechtbank Het open
baar gerucht heeft zijn verontwaardiging in haar
volle kracht op het hoofd vnn Imke B. doen neer
komen. Muur in de rechtzaal is het oogenblik ge
komen om na te gaan, of zy nu wel waarachtig
de schuldige is.
In de eerste plaats moet worden betwist het
gemeen overleg, door het O. M. bewezen geacht.
Het is niet ouafwijsbnar, ilat Imke aan R. het
hok op zolder heeft aangewezen. Door genomen
lichtproeven is niet gebleken, dut dit hok heel
moeilijk te vinden is, zonder dat inen erop ge
wezen is. Zelf kan R. het beddegocd en de be
schuiten mede miur boven hebben genomen. Noch
door getuigcverklaringen, noch door aanwijzingen
is gebleken, dat Imke het water heeft opgezet.
Gebleken is, dat de gaskraan opengestaan kun
hebben en dut ze verder aan het touwtje openge
trokken kan zijn door Imke.
De hypothese, door een krantenbericht de wereld
ingezonden, als zoude Imke bij het plegen van het
feit R. jus hebben aangehad, wordt door niets
gestaafd.
Spr. betoogt dan, dat het niet onoinstootelijk
vaststaat, dut er geen derde in het huis Is geweest.
In het vervolg van zijn pleidooi betoogt mr.
Huiler Massis, dat voor de reconstructie van het
feit in de eerste plants gebruik moot worden ge
maakt vun de feiten, welke hebben plants gegrepen
onmiddellijk na het feit. Daarvoor hebben we ul-
leen wat liet slachtoffer zelf en wat de beklaagde
R. heeft gezegd, wiens veroordeoling vun linke B.
is. Uit de uitlatingen van het slachtoffer tegen
over haar familieleden staat vast, dut Imke niet
op de kamer is geweest en niet met het heetu
water heeft geworpen.
I'l. meent, dut het vaststaat dat zijn cliënte liet
uiisdryf niet gepleegd heeft als het slachtoffer in
leven was gebleven, zonde linke hier thans niet
terecht hebben gestaan. Zij kun liet niet gedaan
hebben, uit welk motief ook, ook niet uit een &e-
passionm-erd motief.
Concludeerend acht pl den diefstal van een arm
band onbewezen, omdat de eigenares hierover niet
heeft kunnen getuigen
Het woord is daarna aan den verdediger van den
beklaagde I'. R. Deze heeft verschillende bezwaren
legen ile dagvaardiging.
Komende tot de aanwijzingen van den officier
vestigt pl. er eerst de aandacht op, dut volgeus
het O. M., R. aan B. verweten heef», dat het plan
niet uitgevoerd was, waarop een nieuw plan werd
gevormd. Dus het plan van goweldpleging was er
voordien niet geweest. De vlucht vun beklaagde i*.
zeer aiimicinelyk; hij was daar met het doorhem
erkende misdadige opzet om weg te nemen wut
Imke zou stelen.
Na van alle nuuwijzingen van het O. M. te hebben
betoogd, dat zy berusten op min of moer waar
schijnlijke hypothesen, wijst pl. er op, dat het
lieele misdrijf van dien aard is, dat het door een
vrouw moet bedreven zyn. Maar we hebben hier
to doen met een misdryf, waartoe alleen een
vrouw door haat, jaloezie, wraak, afgunst, nijd kan
worden gebrachtdat is veel meer waarscliynlijk,
dan dat hebzucht haar heeft gedreven. Het meisje
heeft R op zeer sluwe wijze bij zich gelokt. Wat
er in dien nacht tusschen dien jongen man eu die
jonge vrouw gebeurd is, weet niemand, maar lo-t
kan niet anders, of zij heeft hem gedwongen haar
zin te doen en wel zoo, dat zy zelve de voldoening
zoude hebben, welke de uitvoering van haar
wreedaardig verlangen haar schenken moest. Maar
aan de gevolgen heeft zij zich willen onttrekken
door R. er voor te laten opdraaien. Nog wyst pl.
er op, dat gebleken is, dat de reputatie van de
vermoorde uit een onderzoek, door ile verdediging
naar haar levenswandel ingesteld, onbesmet te
voorschyn is gekomen, waaruit noodzukelyk volgt,
dat de baron" alleen bestaat in de leugenachtige
verhalen van Imke.
Een dubbele moord
te Spaarndam.
De Huarlemsche correspondent van de
«Telegraaf* meldt hieromtrent het volgende
In den loop van Zondagochtend verspreidde
aich te Haarlem het gerucht, dat in den af-
geloopen nacht een dubbele moord r.ou hebben
plaa's gehad te Spaarndam.
Ik spoedde mij" er heon eu vond op den
Katiaaldyk, vlak voor de groote sluis van
Itynl&nd's huis eeu groote menigte, die door
veldwachters op een eerbiedigen afstand
werd gehouden. De moord, dio had plaats
gehad, was natuurlijk het ondorwerp van hut
gesprek.
Al spoedig bleek mij, dat do misdaad niet
bad plaats gehad in den afgeloopun nacht,
doch in den avond van Zaterdag.
Iu 't perceel no. 67 woonde <1© 67-jarige
heer VV. Melchior, met zijn 65-jarige zusier.
Melchior was vroeger zeilmaker, bad zyn
koetjes op het droge, was thans nog ge
meente-ontvanger cn ontvanger van eon polder
en leefde roei zijn zuBter rustigjes voort.
Vyanden hadden die twee totaal niet, wel
tal vau vrienden en vooral om hun weldoen
stonden zy by de dorpelingen en in hun om
geving bekend.
Zy leefdeD zeer eenvoudig, hun gewone
huiskamer waa het keukentje, dat achter de
mooie kamer lag en hun gewoon vertier
zochten sij meestal in een schuurtje naast
het huis, waar do zuster haar huiselijke
bezigheden verrichtte on voor haar kippetjes
zorgde, waarvan de eieren vrywel geheel
ten goede kwamen aan do arme menschen
en waar M. zelf zoo nog wat knutselde.
Zaterdagavond, kwart over acht, was de
postbode gokomen met de couranten en hy
had toen de beide oudjes in hun keukentje
aangetroffen.
Zondagochtend om half acht schelde de
melkboer aan het woonhuis. Hy kreeg geen
gehoor, ginu naar de deur vau hot schuurtje,
vond dit open en keek om den hoek, of hy,
zooals wel meer do gewoonte was, do melk
kan niet op den mangol zag staan.
Maar uauwelyks had hy een blik in de
schuur geslagen, of hy deinsde van ontzetting
terug. Want hy zag daar den heer M. ge
kleed en wel op den vloer liggen in een
groot en plas bloed.
De man vermande zich een oogenblik, trad
naderbjj cn ontdekte toen, dat hier een mis
daad had plaats gehad.
Hy maakte onmiddelyk alarm, men snelde
toe en zag toen, dat de heer M. daar lag
met een zakdoek om den hals, de hals zelf
afgesneden, hot^elaat byna aan flarden ge-
sueden on een broodmes, het broodmes, di r
familie, er naast.
Verder onderzoekende vond men juffr. M.
in een keukentje, eveneens rnot afgesneden
hals, op den grond, vlak by haar gewone
zitplaats.
De politie, burgemeesters van Spaarndam,
Haarlemmerliedo en Spaarnwoudo, worden ge
waarschuwd, zoo ook het parket te Haarlem
en het onderzoek begon. Eu toen bleek, dat
de heer M. was gewurgd met zyn eigen
zakdoek, dat hem de wondtn in het gelaat
waren toegebracht met zyn eigen broodmes,