KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anne Poulownom No. 3940. Woensdag 16 November 1910. 38ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct., buitenland 1.25 Pre- Zondagsblad 37* 45 f0.75 miën J Modeblad >55 i i 65) (0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Adverteatiön van 1 tot 5 regelt 90 cent. Elke regel meer6 Bewjjs-exemplaar Vignetten en greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Talefoon 5 O. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT 4 Co Heider. Bureauxi Spoorstraat en Koningstraat. UIT HET BUITEHLAHD. De verzoeningscommissie, die moest trachten een overeenkomst te treffen tusschen bet Hooger- en het Lagerhuis in Engeland, is in zyne pogingen niet geslaagd. Een zeer ge wichtig vraagstuk voor Engeland, dat in den eersten tyd daar wel de gehecle binnenlandsche politiek zal beheerschon. 't Kan daarom zyn nut hebben nog eens kort de aanleiding van de quaestie uiteen te zetten. Op het budget van 1909, waarmee verleden jaar het kabinet Asquitk in de Kamer kwam, stond een voorstel tot belastig van den grond, bebouwd en onbebouwd, belasting ook van waardevermeerdering van den grond buiten toedoen van den eigenaar, verhooging van den accijns op het gedistilleerd en van het vergunningsrecht en verhooging van succes sierecht en der inkomstenbelasting voor in komens niet uit arbeid verkregen. Een storm van verontwaardiging en protesten stak op, zooals trouwens tegen elke belasting opsteekt. Het land zou door die belastingen ten gronde gaan I Het ministerie bleef op zyn stuk staan en het Lagerhuis nam de voorstellen met groote meerderheid aan. De oppositie vestigde hare hoop op het Hoogerhuis en in November 1909 verwierp het Huis der Lords werkelyk de begrooting, op grond dat over een zóó iugrypendo questie, het land niet was geraad pleegd. Het Parlement werd ontbonden nieuwe verkiezingen uitgeschreven, maar de con servatieven, die gehoopt hadden, dat de meerderheid der kiezers zich zou uitspreken, tege n het budget en voor tariefsherziening, zagen zich teleurgesteld. Met behulp der Ieren en der werklieden-afgevaardigden, be schikte de regeering over een voldoende meer derheid het oude budget werd weer aan genomen en 't werd naar 't Hoogerhuis ge zonden. Dit nu oordeelde dat het land ge sproken bad en nam het budget aan. Maar nu was ook duidelijk geworden dat het veto recht van het Hoogerhuis, de Lords, die n i e t worde gekozen, moest worden beperkt. De stryd was weldra in vollen gang; toen onverwacht Koning Ednard overleed, werd de strijd gestaakt. Men wilde den nieuwen vorst niet dadeiyk voor groote moeilijkheden plaatsen. Inmiddels werd een verzoenings commissie benoemd, die trachten zou over eenstemming te krijgen tusschen de beide machten wat thans mislukt is. Minister Asquith braoht den Koning een bezoek om hem te hooren over zyn recht om Lords te benoemen in verband met de voorstellen tot beperking van hun veto-recht. Na de verklaring van den eersten minister in het Huis, zal een beslissing genomen worden, of de regeering zal aftreden, dan wel het parlement ontbinden. In ieder geval dus een belangryk tijdperk voor Engeland. Engeland, Frankryk, Spanje en Italië, en nu ook Duitechland, hebben door hunne ge zanten den Portngeeschen mininister van buitenlandsche zaken laten meedeelen, dat zy bereid zyn, de besprokingen der loopende zaken te hervatten. Aan den Italiaanschen gezant te Lissabon heeft de Portngeesche rogeering meegedeeld, dat zy bereid is aan de Koningin Maria Pia een pensioen toe te kennen. De Koningin heeft den wensch te kennen gegeven om weder naar Portugal terug te mogen keeren, ten einde daar rustig hare levensdagen te besluiten. Keizer Wilhelm heeft den Cxaar die thans in Hessen is, een tegenbezoek gebracht. De Czaar wachtte hem in gezelschap vaD den graaf van Hessen aan 't station op. De ge wone beleefdheidsbetuigingen werden herhaald. Wat de oorzaken zyn van den achteruit gang der republikeinsche partij en de over winning der democratenDat is het onderwerp waarmee de Amerikaansche bladen zich be zighouden. In hoofdzaak zoeken zy de oorzaak der nederlaag in de ontevredenheid van do vele loontrekkenden over de hooge levens- kosten. Het volk had reden te gelooven, dat de republikeinen het tarief zouden herzien, teueiude de pryzen te verlagen. Dat dit niet geschiedde speelden de democraten als machtig wapen uit. Ia Frankryk wil men bezuinigen. Er is weer eens een voorstel om do vergoeding der Kamer leden van 15000 fr. (7500 gulden) te vermin deren tot 9000 francs, 't Was o.i. ook vol doende, maar of 't ernst is met dit voorstel is een andere vraag. Er ia ook een voorstel om de tractementen van ministers, gezanten, den president der Kamer en den president der republiek met de helft te verminderen. Ook dit voorstel zal natuurlyk kelderen als er al over gesproken wordt. Het denkbeeld om de steeds verminderende legersterkte in Frankryk aan te vullen met inlanders uit West-Afrika en uit Algiers is onderzocht en 't blijkt te kunnen. Voor de kracht der Fransche natie getuigt dit niets. BIEUW8BERICHTEB. HELDER, 16 November. T.A.V.E.N.U. Zaterdagavond in Casino .T.A.V.E.N.U.", met de opvoering van .Het Goudvischje" drama in drie 'bedryven door W. G. van Nouhuys. Dat dit gezelschap zich in een gunstige reputatie mag verheugen, bleek al, nog voor 't scherm opging. De zaal was van voor tot achter bezet, wel een bewys, dat de voor stellingen van de Heldersche tooneelvereeni- ging gezocht zijn. En voorwaar, geen wonder. De artistieke opvoering van dit lang niet gomakkelyk te vertolken stuk getuigde weer van het ernstig streven om iets goeds, iets schoons en iets degelyks te genieten te geven. Als men sommige der spelers en speelsters zich zoo vry en natuurlyk, zoo ongedwongen over 't tooneel zag schryden, men sou dan bijna gaan meenen, dat 't acteurs en actrices van beroep waren en de vraag kon rijzen of sommigen hun of haar carrière ook zyn misgeloopen. Voor wie 'tstuk niet mocht kennen, rolge hier de korte inhoud Herman Koorders, een ryk kassier, had intieme betrekkingen aangeknoopt met Greta Roskamp, een onbemiddeld meisje, waarvan do gevolgen echter niet uitbleven. In den grond niet slecht, sou hy haar ongetwijfeld getrouwd hebben, ware 't niet, dat zijn zaken slecht gingen en hy tot herstel van zyn positie een ryk huwelijk moest doen. Daarvoor offerde hij zyn eerste liefde op en trouwde uit be rekening met „het goudvischje". Hy bleef voor moeder en kind heimelyk zorgen, ver waarloosde echter de moeder, naarmate hy zyn wettige vrouw meer lief begint te krygen en houdt hartstochtelyk van zyn kind, een zoontje van vier jaar, op 't oogenblik, dat 't scherm opgaat. Zooals gezegd, vat hy een ware genegen heid op voor zyn wettige gade, wie daarom zyn liaison van voor zyn huwelyk verborgen moet blyven. Zoo leeft hy in voortdurende angst, daar hy elk oogenblik vreest voor ont dekking. Ook geldelyke zorgen drukken hem zwaar, zoodat hy door speculaties zyn ge schokt crediet hoopt te herwinnen, wat echter mislukt. Op den dag, dat hy vier jaar ge trouwd is, pakken de onheilspollende wolken van het noodlot zich boven zyn hoofd te zamen en de slag treft hem onmeedoogend. Zijn lief zoontje beswykt aan de stuipen. Op denzelfden dag moet het kantoor zyn beta lingen staken; de menschen, die hem hun geld hebben toevertrouwd, komen hem lastig vallon. Zijn vrouw komt achter 't geheim van zyn voortdurende onrust, treft hem in 't sterf huis van zyn zoontje en een heftige scène heeft hier plaats tusschen den man, de vrouw en de verlaten moeder. Deze laatste heeft een gerechte minachting voor den kassier on zyn vrouw beiden, voor den oersten wijl hy zich on zyn liefde voor geld heeft verkocht, voor de laatste, wyl deze hem met haar goud heeft gekocht. Wijl de kassier onder huwelijksvoorwaarden is getrouwd, kan het geld van zijn vrouw uit de .debacle" gered worden. Hy wil zyn crediet herwinnen, door zyn crediteuren op een bedriegelyke wijze tevreden te stellen, om daarna op den ouden voet door te gaaD. Daartoe heeft hij echter een deel van zyn vrouws middelen noodig, doch dezo walgt van al dat gesjacher, van dat spelen met andermans geld. Bovendien wil zij afstand doen van haar geld, dat hem heeft verleid tot een lage daadtrouwen uit berekening. Zy stelt hem voor het ultimatum: alles of niets. En als hy, afgeschrikt door 't spook van de armoede, dreigt de hand aan zichzelf te slaan, dau roept zy hem toeAls ge dat wilt doen, zal ik u niet weerhouden, maar bedenk, dat gy in myn herinnering zult blyven voortleven te zijn, wat die vrouw, Greta Roskamp, je genoemd heeft: een lafaard. Dan overwint de liefde en hij doet afstand van weelde en gemak, om aan haar zy een nieuw leven te beginnen. Zooals men ziet, een levensdrama vol pak kende en schokkende tooneelen, die 't niet gemakkelijk is, naar 't leven weer te geven. Toch kweet ieder zich naar behooren van zyn taak. De beide hoofdpersonen, de kassier met zyn wettige gade, alsmede Greta Ros kamp gaven bywylen mooi spel te zien en ook de anderen vertolkten hun rol op waar dige wyze. Als ons een paar bemerkingen geoorloofd zyn, dan scheen 't ons toe, dat de kassier, Herman Koorders, wat al te hartstochtelyk, zyn broeder, de geneesheer, die in stilte zijn schoonzuster beminde, wat to onbewogen, en Styntje Joosten, de vrouw uit de volksklasse, wat te veel verzekerd leek van haar succes vanwege haar astranterigheid. Greta Ros kamp, de miskende en verlaten vrouw, was ons niet bitter, niet sarkastisch, niet wraak zuchtig genoeg. Zy moest bywylen een furie, een Megera zyn, vol vlammende haat on wilde hartstocht, doch gaf te veel een zwakke, lydende, treurende moeder te zien. Doch, sooals gezegd, dit stuk stelt hooge eischon en over 't geheel kan gezegd worden, dat 't gezelschap de blykbaar hoog gespannen verwachtingen niet heeft teleurgesteld. Ten einde toe werd 't spel met do grootste aan dacht gevolgd en aan 't slot werd Marie, de vrouw van den kassier, met bloemen gehuldigd. Een zeer geanimeerd bal besloot de gezellige, genoegelyke en nuttige avond. 0b ontslagaanvrage van vice admiraal Van den Bosch. De heer De Meester heeft omtrent de reden an het verzoek om ontslag van den vice- admiraal I. van den Bosch, 8 dezer, de vol gende vraag aan den Minister van Marine ingezonden Naar verluidt, zou de vice-admiraal I. van den Bosch eervol ontslag uit den dienst hebben verzocht, omdat hy zich niet konde vereenigen met de wyze, waarop de minister van marine verlangde, dat genoemde vlag officier den vlootpredikant te Helder in diens arbeid zou steunen. Is de minister van marine bereid de Kamer in te lichten omtrent de toedracht dezer zaak en omtrent de gronden waarop dos ministers handelingen berusten Het antwoord van den minister van marine, den heer Wentholt, luidt: Onder het bestuur van den minister Ellis werden op initiatief van de Nationale Christen Oflicieren- vereeniging onderhandelingen met die vereeniging geopend, ten doel hebbende, verbetering te brengen in de verzorging van de geestelyko belangen van het marinepersoneel; overeenstemming werd echter niet verkregen. Door minister Cohen Stuart werden die onderhandelingen, welke van de xyde der ver eeniging opnieuw werden aangevangen, afgebroken en door dien bewindsman werd eene regeling ge troffen, ten doel hebbende het bezoek van predi kanten en geestelyken aan de bemanning van de vloot te bevorderen, waarby een beroep werd gedaan op de medewerking der verschillende kerkgenoot schappen in Nederland. Aangezien deze regeling in de practijk geen resultaten had, werd door den minister nogmaals de medewerking der kerkgenoot schappen ingeroepen en daarbij tevens gevraagd, wat naar hunne meening zou kunnen worden ge daan om deze aangelegenheid tot een goede op lossing te brengen. Wijl ook daarmede geen prac- tisch resultaat werd bereikt, kwam het den minister ge wenscht voor onderhandelingen met de Nationale Christen Officiersvereeniging, welke zich wederom met een adres tot het marinebestuur gewend had, te heropenen. Als gevolg hiervan werd in den uan- vang dezes jaars een subsidie geschonken aan ge noemde vereeniging. Door deze vereeniging werd daarop in de maand Mei j.1. ds. C. J. Warners te den Helder geplaatst, aan wien door het hoofd bestuur een aanwijzing werd gegeven voor den arbeid, welken Z. W. E. W. te den Helder op zich zou nemen. Daaronder komt o.a. voor: de predikant zal de geestelijke belangen van het marinepersoneel, met inbegrip van de gezinnen behartigen, in al die ge vallen, waarin daaraan behoefte bestaat, on zich daarbij stellen op den grondslag der vereeniging zooals die is omschreven in art. 1 ran haar sta tuten (Art. 1 luidtDe Nationale Christen Officieren Vereeniging erkent de Heilige Schrift als Gods Woord en aanvaardt die als grondslag en richt snoer voor liaren arbeid.) De keuze der middelen om in den gewenschten zin aanraking met dat personeel te verkrygen, hen te trekken en zijn arbeid onder hen, onder Gods onmis- baren zegen, vruchtbaar te maken, worde aan zijn beleid overgelaten. Hij zal zooveel mogelijk het kerkelijk leven van dat personeel bevorderen, waar in de kerken de Heilige Schrift als 2ynde Gods Woord wordt ge predikt. (Dan volgen eenige ondergeschikte bepalingen omtrent het vervullen van predikbeurten, het kiezen van vacuntiën enz.). OiTlcieele correspondentie met den minister marine zal geschieden door tusschenkomst der Vereeniging. Hierna volgen wederom een paar huiselijke be palingen, terwijl ten slotte gezegd wordt: aan zijn voorzichtigheid worde overgelaten het regelen van zyne verhouding tot anderen op zoo danige wijze, dat zijn arbeid onder en voor het marinepersoneel daarvan nimmer nadeel ondervinde. Aan do directeuren en commandanten der marine in de directiën werd van de plaatsing van ds. Warners kennis gegeven en een be roep gedaan op hunne medowerking om, waar noodig, den predikant in zijn arbeid te steunen, terwyl aan den directeur-com mandant der marine te Willemsoord verzocht werd ds. Waroers toegang te verlccnen tot de vloot en tot de inrichtingen van 's Ryks zeemacht aldaar en om zoo noodig een lokaal aan den wal tot het houden van godsdienst oefening en voor catechetisoh onderwys be schikbaar te stellen een en ander nader in overleg met hem te regelen. Verder werd aan genoemden vlootvoogd geschreven, dat het bestuur der vereeniging door den minister was uitgenoodigd mededeeling te doen van bijzonderheden, die zich by den arbeid moch ten voordoen en dat aan den minister in ieder geval inzage moest worden verleend van de verslagen, welke door den predikant werden ingediend. Medo werd ter kennis van den vice-admiraal gebracht, dat, wanneer zynorzyds aanleiding gevonden werd om aan gaande de werkzaamheid van den predikant het een of ander onder 's ministers aandacht te brengen, dat niet achterwege zon behooren te blyven. Nadat de predikant eenigen tijd werkzaam was geweest, kwam het den minister wonscho- lyk voor eenige wyziging te brengen in het reglement betreffendo hot bezoek van arrestanten in hot provoosthuis der marine door den predikant. De reglementen voor de provoosthuizen in alle directiën werden in gelyken zin gewjj- zigd, ten einde dnidelyk te doen uitkomen, dat aan de godsdienstleeraars by het bezoe ken dier inrichtingen een groote mate van vryheid moest worden gegevon. Naar aanleiding hiervan werd door don directeur en commandant der marine na eeni gen tyd gerapporteerd: Bij deze heb ik de eer UExc. mede te deelen, dat de commandant van de afdeeling mariniers te Willemsoord mij heeft gerapporteerd, dat door den godsdienstleeraar ds. C. J. Warners aan den cipier van het proovoosthnis gevraagd is orn boeken uit de bibliotheek ter inzage te mogen hebben, omdat hy vermoedt dat in de boekenkast lectuur voor komt, die minder geschikt is voor arrestanten. Dit verzoek is door den cipier geweigerd. Aan den commandant der afdeeling mariniers is door den directeur en commandant der marine te Willemsoord te kennen gegeven, dat hy die weigering van den cipier volkomen sanction- neerde, daar de boeken, welke rouleeren over schepen, kazerne, cantines en provoosthnizen door een comissie van officieren worden onder zocht, welke boeken met de meeste zorg worden gekozen, en in alle opzichten aan het beoogdo doel beantwoorden. Het wil my voorkomen, schreef de commandant en directeur der marine tc Willemsoord, dat zyn weleerwaarde te veel uit het oog verliest dat provoostarrestanten en preventief gearresteerden in het volle be zit zyn van al hun burgerschapsrechten en geen veroordeelden of gevangenon zyn. Op dit schryven antwoorddo de minister, niet zonder bevreemding van den inhoud er van te hebben kennis genomen. Losgemaakt van uw beschouwingen bevat uw brief slechts de mededeeling, dat door den gods dienstleeraar ds. Warners aan den cipier van het provoosthuis gevraagd is om boeken uit de biblio theek ter inzage te mogen hebben, omdat hij vermoedt, dat in de boekenkast lectuur voorkomt, die minder geschikt is voor urrestanten, en dat dit verzoek door den cipier geweigerd is." Na niteengezet te hebben, dat de zaak, in het studium waarin zij verkeerde, z. i. nog niet rijp was, om ter kennis van den minister te worden gebracht, zegt de minister, de weigering van den cipier verklaarbaar te vinden; „dat u die weige ring volkomen hebt gesanctionneerd zonder een poging te doen, om ter zake met ds. Warners aan raking te zoeken of te doen zoeken, vind ik min der begrijpelijk en alleen verklaarbaar wanneer ik aanneem, dat er bij Uw Excellentie een minder juiste opvatting bestaat omtrent de wyze, waarop de godsdienstleeraar voornoemd in zyn arbeid be hoord te worden gesteund." De minister verklaart, dat dit hem pynlyk heeft getroffen, .omdat daaruit blykt, dat in deze door u aan genoemden godsdienstleeraar uw onmisbare steun werd onthouden." In verband daarmede komt de minister nog eens terug op zyn beschikking van 2 Mei 1910, waarin «een beroep werd gedaan op uw medewerking, om, waar noodig, ds. Warners in zyn arbeid te steunen." De minister vervolgt dan verder „Waar omtrent de aan dit beroep te hechten beteekenis bij Uwe Excellentie een opvatting be staat, waardoor het daarmede beoogde doel niet zal kunnen worden bereikt, acht ik het zeer noodig u er op indachtig te maken, dat met dat beroep aan u, tevens een waarborg werd gegeven, dat het marinebestuur ten volle vertrouwen stelt in de zuiverheid der bedoelingen en in het stre ven van ds. Warners; dat daarom ook van n verwacht wordt, dat door u, zoo al niet al zijn handelingen, toch de motieven daarvoor al dade lijk met vertrouwen zullen worden gadegeslagen cn dat door u op welwillende wijze zal tusschen- beide getreden worden, wanneer u meent, dat door de wijze van optreden van den godsdienst leeraar het gevaar dreigt, dat de gevolgde weg, in verband met de u zooveel boter bekende eigen aardige marinetoestanden, tot minder gunstige resultaten of tot verzwakking moet leiden van militaire voorschriften, welke ook door hem moe ten worden geëerbiedigd. „In dit licht beschouwd had het ongetwijfeld op uw weg gelegen om, alvorens myn departement te betrekken in een aangelegenheid, als waarvan in uw hooger genoemd schrijven wordt gerappor teerd, eerst te trachten deze zelf te regelen, waartoe een met den godsdienstleeraar met tact gevoerd gesprek, hoogstwaarschijnlijk voldoende zou zijn geweest" De minister noodigt ton slotte den vice- admiraal uit, in dezen geest te handelen, daarby het vertrouwen uitsprekende, dat door dezen er met grooten ernst naar gestreefd zal worden, verdere moeilijkheden te voor komen. Hierop volgde de ontslagaanvrage van vice-admiraal Van den Bosch, met verzoek tevens om, in afwachting van het ontslag, zich met verlof te mogen begeven. Tot juist begrip der zaak deelt do minis ter nog mede dat aangezien door vice- admiraal Van den Bosch geen gevolg is ge geven aan de opdracht om ds. Warners tor zake van het gebeurde te hooren of te doen hooren, en de billijkheid toch meebracht ds. Warners in de gelegenheid te stellen zyn lezing van het gebeurde mede te deelen de tnsschenkomst is ingeroepen van bet hoofdbestanr der Nationale Christen Officie ren Vereeniging, die van ds. Warners d.d. 8 Nov. j.1. de volgende mededeeling ontving „Hetgeen door den vice-admiraal bij Z. E. den minister gerapporteerd is, kan niet anders doelen dan op liet volgende: Het is nu misschien wel 8 weken geleden, ik kan bet niet nauwkeurig zeggen, dat ik bij een arrestant in de cel zat en het boek in handen nam, dat hij bezig was te lezen. Bij de eigenaardige moeilijkheden, welke de celbezoeken hebben, is dikwijls het bock, dat een arrestant bezig is te lezen, een geschikt aangrijpingspunt voor een gesprek. Ik zie den titel: „Een liefde in de binnenlanden", van Nji Sri. Ik kende het niet, de titel bleef mij bij. Eenige dagen later stond ik na mijn bezoeken met den cipier nog wat na te praten in zijn kamer, en vroeg: „Cipier, heeft u soms binnen het boek „Een liefde in de binnen landen", of is bet in de cellen, waar ik het onlangs zag? Ik zou het eens willen lezen, ik vind den titel zoo eigenaardig." De cipier kykt in den boe kenkast: „Ja, 't is er." „Mag ik het eens mee hebben?" „Wel ja, dominéé." Hij geeft het me,en ik zal er mee weggaan, maar daar zegt hij nog even: „Ach, dominéé, zoudt u zoo goed willen zijn, het ook aan den commandant te vragen, of hy het goedvindt, dan ben ik verantwoord." In mijn hart prees ik den correcten dienstman, en zei„Je hebt gelijk, dat is beter," en om het toen geheel correct te behandelen, wilde ik het niet meenemen, voordat ik toestemming van den commandant gekregen had. Ik heb het hem terug gegeven, let wel, wat hij niet verlangde, met de woorden „Hier, neem het maar zoolang, dan zal ik het eorst aan den commandant vragen." Doch buiten komende, denk ik: „Wat zal ik zooveel omhaal maken en den commandant met zoo'n kleinigheid nog moeite aandoen, als ik het lezen wil, neem ik het uit een boekhandelaars- bibliotheek. Dit heb ik gedaan, en ik heb het myn rouw laten lezen, en van haar gehoord, dat het ien mooi boek wa9. Sinds heb ik aan niets meer gedacht en wist ik niet wat ik hoorde, toen de ontslagaanvrage van den vice-admiraal bekend werd ik vernam, dat ik er indirect de oorzaak van Uit bet voorgaande blykt dnidelyk, aldus besluit de minister zooals reeds door hem werd verondersteld, toen het hiervoren ge noemde schryven tot den vice-admiraal ge richt werd dat die vlagofficier omtrent de bedoelingen van ds. Warners een onjuiste meening was toegedaan. Te betreuren is het dan ook dat de vice- admiraal door geen uitvoering te geven aan de hem verstrekte opdracht, oorzaak is ge weest, dat het misverstand niet is uit den weg geruimd." Nederlandsch eskader in Australië. Reuter meldt uit Melbourne De bevelhebber van liet Nederlandsche eskader heeft in een telegram den gouver neur-generaal dank betuigd, voor de buiten gewoon hartelijke ontvanger, overal in Aus tralië genoten. Het eskader is uit Perth naar Soerabaia vertrokken. De „Lutine". Zaterdag is te IJmuiden binnengekomen, en naar Amsterdam opgestoomd om materieel te laden, deEngelsche bergingsstoomer «Lyons" dio zal trachten van de grondlading uit de Lutine", by Torschelling nog te bergen. De Brandari8. Woensdagavond is te Terschelling de motor- reddingboot „BrandariBgearriveerd en reeds Donderdag werd de eerste tocht naar de ge vaarlijke Terschellinger gronden ondernomen. Aan boord waren de heer De Booy van het hoofdbestuur dor N.- en Z.-Holl. Redding- maatschappy en de plaatselijke commissie. Het weder was nog al ruw en de zee stond vrij hol. Op dezen eersten tocht bleek reeds dadelyk, dat de boot aan alle eischen voldeed, die men haar stellen mocht. Nog beter werd ze Vrydag op de proef gesteld, toen ze haar tweeden tocht onder nam met stormweer. Ook nu hield de .Bran- daris" zich in elk opzicht prachtig. Deze tweede tocht werd weer door dezelfde autori teiten meegemaakt. De vergiftigde taart. Op 29 Nov. a. s. zal voor de Rechtbank te Alkmaar de zaak behandeld worden tegen den winkelier-kantoorbediende J. J. Beek, beklaagd van moord op juffrouw M. Mus- ment, huisvrouw van W. Markus te Hoorn beklaagd van poging tot moord op W. Markus en zyn dienstbode Grietje Appelman. Aan bekl. wordt ten laste gelegd, dat hy by den banketbakker Hellingman te Haarlem een taart kocht en die in de lappery van JanKooy te Haarlem met arsenicum bestrooide, om vervolgens deze taart uit Amsterdam naar den heer Markus te zenden, met de be doeling, dat deze er van zou eten, en dien tengevolge zou sterven. Niet de heer Markus, die er slechts weinig van at, stierf, doch wel zyne echtgenoote, terwyl het dienstmeisje Grietje er ook goed afkwam. Gehoord zullen voorts worden 17 getuigen, terwyl mr. A. Dorbeok, advokaat en procu reur te Alkmaar, als verdediger zal optreden. De Portugee8che Jezuïeten De Tyd" verneemt dat de Portugeesche Jezuïeten, welke vóór een paar dagen te Vlissingeu geland zyn, hun vorblyf niet in Nederland zullen vestigen, doch allen voor de missiën in Noord- en Zuid-Amerika be stemd zyn. De Selne stijgt, en de Parysenaars, wien de schrik nog niet nit de leden is van do vorige overstroomin gen, maken zich eenigszins bezorgd, vooral, voor zooveel zy dicht by de rivier wonen. Intusschen zit de regeering niet stil. Briand heeft met Puech, den minister van openbare werken, beraadslaagd, en allo maatregelen ter bescherming van de oeverbewoners zyn, voor zoover dit onmiddellyk mogelyk was, ge nomen. Lepine heeft don minister-president verzekerd, dat hij op alle gebeurlijkheden is voorbereid, en do prefectuur van de Seine heeft, by wyze van proef, haar overstroo- mingspersoneel gemobiliseerd. De staking te Cardlff. Uit Cardiff wordt bericht, dat Llowellyn, de directeur vaD de Cambrianmynen, door do aankomst dor troepen in staat is gestold met drio man in de Glamorgau-myn uf te dalen, waarin do poney's en de 260 paardon sedert Maandag 1.1. zonder water en voedsel waren. Er was door het stop zetten van de machinerie reeds veel water in de myn en op sommige plaatsen moesten de mannen tot aan de urmen door het water waden. Sommige poneya liepen in de myDgangen heen on weer, de paarden stonden nog in de stallen, hoestten en schenen er slecht aan toe te zijn. Toen ze menschelyke stemmen hoorden, geraakten ze buiten zichzelf van vreugde. Llewellyn en zyn mannen gaven den dieren te eten en te drinken en bleven, hoewel zo zeer moe waren, den geheelen naoht in de myn. De stakers hebben aangeboden by het verzorgen der paarden tc komen helpen, welk aanbod echtor niet is aangenomen. Llewellyn verklaarde, dat, wannoor hy niet in do myn afgedaald was, het water de pompmotoren bereikt zou hebben, waardoor voor 1,200,000 gulden schade aangericht zou zyn en waar door de myn een jaar lang gesloten had moeten bleven. Scheepsramp. Het Engelsche ss. „Wally", dat op de Znid- Amerikaansche havens voer, is by Para op een klip gestooten en gezonken. Hot roer was onklaar geworden. 100 Opvarenden, waarvan 40 A 50 passagiers, zyn omgekomen. Slechts enkele personen wisten zich te redden door zwemmende den vuurtoren van Arrohales te bereiken. Het schip was gezonken voordat een reddingboot in zee gebracht kon worden. Nog meer smakelijks. In aansluiting van ons berichtje over de afgetroste krenten, geeft hot ,Pharmaceutisch Weekblad" eonige by zonderheden uit Ameri kaansche bron ten besto over de verpakking van vygen en dadels. De mannen en vrouwen, die met het inpakken van vygen worden be- last, behooren tot de meest vervuilde en ont aarde volksklasse. Zy byten do takjes van de vygen af, kneden deze met hand en mond zacht, on dompelen ze in zeewater, vlak by de kust. De regeering heoft dit wel verboden, maar een Torksch verbod bestaat alleen maar opdat de ambtenaren zich door de overtreders kannen laten omkoopen. De dadels komen op kameelen uit het binnenland, 'sNacbts worden de dieren ontladende voorraad komt dan vol met kameelenhaar en mest. In bakken, die nooit worden gereinigd, worden de vruchten dan vóór het verpakken in een weinig wa ter gewnaschen, en dan komt het uitschot der bevolking ze met de vootjes in de kisten persea. (,T. v. G. De nalalenschap van Charles Morrison. Verloden jaar is in Engeland iemand over leden, van wiens nalatenschap de Engelsche schatkist, naar berekening, ongeveer 24 rail- lioen gulden aan verschillende successie rechten zal trekken. In Mei 1909 stierf Charles Morrison in Juni werd zyn nalatenschap voorloopig ge schat op 6,666,666 pd. st. Nn is zy echter geschat op 10,986,666 pd. st., d. i. byna 132 millioen gulden. Die Charles Morrison schryft de Daily Chronicle" erfde in 1857 van zyn vader ongeveer 12 millioen gulden, en de 132 millioen die hy heeft nagelaten, is iets minder dan de som, waartoe die 12 millioen aange groeid zou zyn, als se tegen 5 pet. was uit gezet en rento by rente was gevoegd. Charles Morrison's vader kwam als een arm man in Londen en maakte fortuin als lakenhandelaar. Charles Morrison vestigde zich als financier in de City en stak zyn geld in allerlei zaken. Het was een wonder- lijk man, ging slordig gekloed, en ontbeet dikwyls op straat met een appel of een droog broodje. Op don leeftyd van 85 jaar gaf by een boek uitDoubts about Darwinism by a Somi-Darwinian. Slechts weinig menschen kenden hem en niemand vermoedde, dat hy zóó ryk was. Uit„Onder de Streep". Uit een maanbriefje Geachte heer. Indien gy ons het bedrag van ingesloten rekening wilt zenden, zult gy ons verplichten. Anders zullen wij u ver plichten. DE WEEK. 12 November. Een Nederlandsch Parlement zonder .anti these", dat wonderbaar verschijnsel hebben wc deze week, by de algemeene beschouwingen over de Indische Begrooting, dan toch feite- lyk beleefd. Zóóver is 't gekomen, dat de Colyn's en de De Meester's, even goed als een Bos, als een Bogaerdt, als wie ook in de Kamer, inzake de koloniale politiek één en denzelfden weg nit wil staren. Er zyn nog wel puntjes, waar do hceren, hadden ze last, over aan het bakkeleien konden trekken. Never tnindDaar sal de felle stryd niet door gaan vlammen en branden. De hoofd lijnen zyn cu getrokken, en achter de groene tafel zal geen minister van Koloniën, welke kleur" hy ook is toegedaan. gaan zitten, die aan dat program ontrouw kan worden. Het «Indisch debat", zooals 't in ons Par lement nu wordt gevoerd, is eene trouwe weerspiegeling van deze nieuwe opvattingen, welke zich allengs van de duurzame heer schappij verzekerden. Er is thans klonr, lyn, friachheid in de gedachtonwisseling. Wanneer men eens teruggaat in het spel der herinne ring, tot vroegere periode, welk een ver schil treft u 1Hoezeer ontzinkt u de lust om nog te mopperen en te weeklagen. Inderdaad, wat er ook, in Parlements- wereld, aan verwording, bederf, achteruitgang, verslapping worde aangetroffenhier is on miskenbare, groote, krachtige vooruitgang. Zoodanige, zelfs, dat de «mindere goden" er den moed by zullen verliezen, een duit in 't zakje te werpen. Vroeger, een driekwart leege «aal. Lustelooze, muffe, druilige stemming. Er wordt iets gemompeld in de grauwe atmospheer van 't zich vervelende Lagerhuis. Een .spe cialiteit" staat wysheid van den konden grond uit te pakken. De heer Van Limburg Stirum, nog wel een van hen, die 't best «an courant" zyn, verkondigt oolykheidjes over de koffie. Ds. Donner heeft 't over de zending, en zyn diepe grafstem loeit door de holle zaal. De heer Pijnucker Hordijk rygt op onvorstaan- baren bromtoon een zin-of-wat aan elkaar. De stokoude, beschimmelde «stokpaardjes" worden bereden. De minister houdt kort redevoerinkje, vol van banalieiten en cliché-verklaringen, het vorige jaar ook reeds .afgelegd", en 't jaar-doirvoor nagenoeg-eender vorkondied. Het gezelschapje heeren in de zaal van het Ilaagsche Binnenhof staat te beschikken, te beslissen, als hooge on machtige moestere, over al de millioenen .bruine broeders", die de .specialiteiten" onder hen hebben ge holpen, om koffie- of suiker-paleisjes te bouwen Wie durft reppen van Indiëa „mondigheid', emancipatie, zelfstandigheid, men kykt hem aan met medelydend gezicht zooals een geobserveerd wordt, dio zoetjes-aan ryp wordt voor koudwater-sanatorium. Zóó is 't, tusschea perioden, waarin de Indische zaken heeten kamp doden ontbranden, jaren-achtereen geweest. Vele jaren I En slechts weinigen zullen gedaoht hebben, dat de tyd, waarin de nieuwe dageraad zou gloren, zóó nabij was Een figuur als W. K. van Dedem is eigen lyk de eerste, als bestuursman aan de groene tafel. die het naderen van den .nieuwen koers" doet vermoeden. Vóór en na hem zyn gewichtig-doende, in het openbaar debat duisterende, naar woorden zoekende menoeren geweest, die geschikt werden geacht om aan het hoofd van Koloniën te staan. De heer De Waal Malefijt neemt onder hen eene zeor aparte positie in. Hy zit daar uls vertegenwoordiger, procuratiehouder van Gouverneur-Generaal Idenburg. Aan yvor ontbreekt 't hem niet, on ook tydens zyn Kamer lidmaatschap heeft hy, Malefijt, zich, nit boeken en boekjes, zekere dosis kennis van Indische zaken eigen gemaakt. Verder heeft Zyn Excellentie .haar ambtenaren". Die leggen hem met pryzenawaarde vlugheid voor al wat zy begeertexcerpten, inlichtingen, adviezen, aanteekeningen. Hy heeft slechts te schellen... kamerbewaarder verschynt.Vraag of meneer 's eventjes by meMinuut later Tik tik.Och, meneer Dinges, zoudt u mo even willen inlichtenDie quaestie van Ik mis nog een paar gege vens En..." .Dadelyk, Excellentie, één secondo 1Stapel, bundel paperassen wordt aangedragen. Hoofdambtenaar wyst aan, noteert, verduidelijkt, geeft den weg aan. De minister knikt van dat hy 't nu volkomen omvatJuist, zóó had hy' 't zich óók ge dacht IPrecies zoo 1 En de Kamer, een dag of wat later de «groote rede" van den minister aanhoo- rend, denkt, althans voor zoover betreft de hoogedelgestrengen, die niet kunnen schif- ton, wat uit het excellent-ministeriëele brein ontsproot van datgene, wat door ambtenaars hand gewrocht werd... Dit gedeelte denkt: (Tjonge, hy valt me toch waarachtig mee!" De heer Do Waal Malefijt verkeert zei ik reeds in zeer bijzondere positie. Ik zon hem willen vergelijken met een admiraal-A la suite, met een opperaanvoerder in naam De vloot stevent voort. De echte opper- chef beveelt, bestuurt, overziet. Verandering in den koers kan niet worden gebracht. Alles loopt voortreffelijk, maar mon hoort niet wie de bevelen eigenljjk uitdeelt De admiraal-in naam zit in zyn gala-hut. In van goud-stralende uniform. Zeekjjkor in de hand, kaarten vóór zich uitgespreid Telkens komt uiterst-eerbiedig, iemand tot hem. Zegt, vraagt iets Wacht kwasi-bovolen Admiraal-iu naam knikt nu en dan goed keurend. Spreekt een zinnetje-of watO, hy is om den drommel geen leekl... Weet, voor een liefhebber, outsider, aardig-wat (in vollen ernst) van de dingen Verbeeldt zich dat hij de leiding geeft... Hy de opper aanvoerder De seinen, signalen klinken, trillen, fluiten om hom heen Hy gelooft de ziel, de motor van dit alles te zyn De admiraal-in naam, die .wordt voortbe wogen" 1 Groote vraagstukken van den dag Indië's autonomie; het ontginnen van de schattcD der Buiton-bezittiDgende verbete ring der verkeerswegende opwekking van het Nederlandsch kapitaal; de eerbiediging, verheffing van het inlandsch element; arbeids wetgeving Al do punton van het nieuwe, mooie program zijn nu voor goed aan de orde. Indien men zelfmoord wil plegen als kolo niale mogendheid door de Üostersche ele menten van ons te vervreemden, in het har nas te jagen, bijvoorbeeld door circulaires, voorschriften, die de veinzerij zullen doen opbloeien en de „stille kracht" doen voort woekeren met ongekendo snelheid, met dui zelingwekkende vaart er is aanleiding (men denke aan de rede van een Coljjn 1) om te gelooven dat het onzalige werk mis lukken zal. Er waren forsche middelon noodig om Holland wakker te schudden uit zyn apathie, zyn ellendig en armzalig voortdommelen. Dat forsohe is gokomen. Het besef, dat men, van drie of vier kanten, op den loer ligt, gereed om ons te bespringenDe ontwakende reus China O, 't is nu uit met de heerschappij dor in luierstoel wippende mopperaars; der op de soos paitjes verschalkende miskenden; met de SLjjmering's en hnn eenmaal oppermach tige bent Of we Indië zullen kannen «behouden" moet de toekomst loeren. Do .jongere broe der" begint den tyd der mondigheid te nade ren En de voogd, de oudere, die begint te beseffen hoe hij eerlang rekening on ver antwoording van het gevoerde bewind zal moeten afleggen, begint eieren voor z'n geld te kiezen Ml Aktokio.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1910 | | pagina 1