KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wieringen en Anne Poulownom
No. 3940.
Woensdag 16 November 1910.
38ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct., buitenland 1.25
Pre- Zondagsblad 37* 45 f0.75
miën J Modeblad >55 i i 65) (0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteatiön van 1 tot 5 regelt 90 cent.
Elke regel meer6
Bewjjs-exemplaar
Vignetten en greote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Talefoon 5 O.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT 4 Co Heider.
Bureauxi Spoorstraat en Koningstraat.
UIT HET BUITEHLAHD.
De verzoeningscommissie, die moest trachten
een overeenkomst te treffen tusschen bet
Hooger- en het Lagerhuis in Engeland, is
in zyne pogingen niet geslaagd. Een zeer ge
wichtig vraagstuk voor Engeland, dat in den
eersten tyd daar wel de gehecle binnenlandsche
politiek zal beheerschon. 't Kan daarom zyn
nut hebben nog eens kort de aanleiding van
de quaestie uiteen te zetten.
Op het budget van 1909, waarmee verleden
jaar het kabinet Asquitk in de Kamer kwam,
stond een voorstel tot belastig van den grond,
bebouwd en onbebouwd, belasting ook van
waardevermeerdering van den grond buiten
toedoen van den eigenaar, verhooging van
den accijns op het gedistilleerd en van het
vergunningsrecht en verhooging van succes
sierecht en der inkomstenbelasting voor in
komens niet uit arbeid verkregen. Een storm
van verontwaardiging en protesten stak op,
zooals trouwens tegen elke belasting opsteekt.
Het land zou door die belastingen ten gronde
gaan I Het ministerie bleef op zyn stuk staan
en het Lagerhuis nam de voorstellen met
groote meerderheid aan. De oppositie vestigde
hare hoop op het Hoogerhuis en in November
1909 verwierp het Huis der Lords werkelyk
de begrooting, op grond dat over een zóó
iugrypendo questie, het land niet was geraad
pleegd.
Het Parlement werd ontbonden nieuwe
verkiezingen uitgeschreven, maar de con
servatieven, die gehoopt hadden, dat de
meerderheid der kiezers zich zou uitspreken,
tege n het budget en voor tariefsherziening,
zagen zich teleurgesteld. Met behulp der
Ieren en der werklieden-afgevaardigden, be
schikte de regeering over een voldoende meer
derheid het oude budget werd weer aan
genomen en 't werd naar 't Hoogerhuis ge
zonden. Dit nu oordeelde dat het land ge
sproken bad en nam het budget aan. Maar
nu was ook duidelijk geworden dat het veto
recht van het Hoogerhuis, de Lords, die n i e t
worde gekozen, moest worden beperkt. De
stryd was weldra in vollen gang; toen
onverwacht Koning Ednard overleed, werd
de strijd gestaakt. Men wilde den nieuwen
vorst niet dadeiyk voor groote moeilijkheden
plaatsen. Inmiddels werd een verzoenings
commissie benoemd, die trachten zou over
eenstemming te krijgen tusschen de beide
machten wat thans mislukt is.
Minister Asquith braoht den Koning een
bezoek om hem te hooren over zyn recht
om Lords te benoemen in verband met de
voorstellen tot beperking van hun veto-recht.
Na de verklaring van den eersten minister
in het Huis, zal een beslissing genomen
worden, of de regeering zal aftreden, dan wel
het parlement ontbinden. In ieder geval dus
een belangryk tijdperk voor Engeland.
Engeland, Frankryk, Spanje en Italië, en
nu ook Duitechland, hebben door hunne ge
zanten den Portngeeschen mininister van
buitenlandsche zaken laten meedeelen, dat zy
bereid zyn, de besprokingen der loopende
zaken te hervatten.
Aan den Italiaanschen gezant te Lissabon
heeft de Portngeesche rogeering meegedeeld,
dat zy bereid is aan de Koningin Maria Pia
een pensioen toe te kennen. De Koningin
heeft den wensch te kennen gegeven om
weder naar Portugal terug te mogen keeren,
ten einde daar rustig hare levensdagen te
besluiten.
Keizer Wilhelm heeft den Cxaar die thans
in Hessen is, een tegenbezoek gebracht. De
Czaar wachtte hem in gezelschap vaD den
graaf van Hessen aan 't station op. De ge
wone beleefdheidsbetuigingen werden herhaald.
Wat de oorzaken zyn van den achteruit
gang der republikeinsche partij en de over
winning der democratenDat is het onderwerp
waarmee de Amerikaansche bladen zich be
zighouden. In hoofdzaak zoeken zy de oorzaak
der nederlaag in de ontevredenheid van do
vele loontrekkenden over de hooge levens-
kosten. Het volk had reden te gelooven, dat
de republikeinen het tarief zouden herzien,
teueiude de pryzen te verlagen. Dat dit niet
geschiedde speelden de democraten als machtig
wapen uit.
Ia Frankryk wil men bezuinigen. Er is weer
eens een voorstel om do vergoeding der Kamer
leden van 15000 fr. (7500 gulden) te vermin
deren tot 9000 francs, 't Was o.i. ook vol
doende, maar of 't ernst is met dit voorstel
is een andere vraag. Er ia ook een voorstel
om de tractementen van ministers, gezanten,
den president der Kamer en den president
der republiek met de helft te verminderen.
Ook dit voorstel zal natuurlyk kelderen als
er al over gesproken wordt.
Het denkbeeld om de steeds verminderende
legersterkte in Frankryk aan te vullen met
inlanders uit West-Afrika en uit Algiers is
onderzocht en 't blijkt te kunnen.
Voor de kracht der Fransche natie getuigt
dit niets.
BIEUW8BERICHTEB.
HELDER, 16 November.
T.A.V.E.N.U.
Zaterdagavond in Casino .T.A.V.E.N.U.",
met de opvoering van .Het Goudvischje"
drama in drie 'bedryven door W. G. van
Nouhuys.
Dat dit gezelschap zich in een gunstige
reputatie mag verheugen, bleek al, nog voor
't scherm opging. De zaal was van voor tot
achter bezet, wel een bewys, dat de voor
stellingen van de Heldersche tooneelvereeni-
ging gezocht zijn. En voorwaar, geen wonder.
De artistieke opvoering van dit lang niet
gomakkelyk te vertolken stuk getuigde weer
van het ernstig streven om iets goeds, iets
schoons en iets degelyks te genieten te geven.
Als men sommige der spelers en speelsters
zich zoo vry en natuurlyk, zoo ongedwongen
over 't tooneel zag schryden, men sou dan
bijna gaan meenen, dat 't acteurs en actrices
van beroep waren en de vraag kon rijzen
of sommigen hun of haar carrière ook zyn
misgeloopen. Voor wie 'tstuk niet mocht
kennen, rolge hier de korte inhoud
Herman Koorders, een ryk kassier, had
intieme betrekkingen aangeknoopt met Greta
Roskamp, een onbemiddeld meisje, waarvan
do gevolgen echter niet uitbleven. In den grond
niet slecht, sou hy haar ongetwijfeld getrouwd
hebben, ware 't niet, dat zijn zaken slecht
gingen en hy tot herstel van zyn positie een
ryk huwelijk moest doen. Daarvoor offerde
hij zyn eerste liefde op en trouwde uit be
rekening met „het goudvischje". Hy bleef
voor moeder en kind heimelyk zorgen, ver
waarloosde echter de moeder, naarmate hy zyn
wettige vrouw meer lief begint te krygen en
houdt hartstochtelyk van zyn kind, een zoontje
van vier jaar, op 't oogenblik, dat 't scherm
opgaat.
Zooals gezegd, vat hy een ware genegen
heid op voor zyn wettige gade, wie daarom
zyn liaison van voor zyn huwelyk verborgen
moet blyven. Zoo leeft hy in voortdurende
angst, daar hy elk oogenblik vreest voor ont
dekking. Ook geldelyke zorgen drukken hem
zwaar, zoodat hy door speculaties zyn ge
schokt crediet hoopt te herwinnen, wat echter
mislukt. Op den dag, dat hy vier jaar ge
trouwd is, pakken de onheilspollende wolken
van het noodlot zich boven zyn hoofd te
zamen en de slag treft hem onmeedoogend.
Zijn lief zoontje beswykt aan de stuipen. Op
denzelfden dag moet het kantoor zyn beta
lingen staken; de menschen, die hem hun
geld hebben toevertrouwd, komen hem lastig
vallon. Zijn vrouw komt achter 't geheim van
zyn voortdurende onrust, treft hem in 't sterf
huis van zyn zoontje en een heftige scène heeft
hier plaats tusschen den man, de vrouw en de
verlaten moeder.
Deze laatste heeft een gerechte minachting
voor den kassier on zyn vrouw beiden, voor
den oersten wijl hy zich on zyn liefde voor
geld heeft verkocht, voor de laatste, wyl
deze hem met haar goud heeft gekocht. Wijl
de kassier onder huwelijksvoorwaarden is
getrouwd, kan het geld van zijn vrouw uit
de .debacle" gered worden. Hy wil zyn
crediet herwinnen, door zyn crediteuren op
een bedriegelyke wijze tevreden te stellen,
om daarna op den ouden voet door te gaaD.
Daartoe heeft hij echter een deel van zyn
vrouws middelen noodig, doch dezo walgt
van al dat gesjacher, van dat spelen met
andermans geld. Bovendien wil zij afstand
doen van haar geld, dat hem heeft verleid
tot een lage daadtrouwen uit berekening.
Zy stelt hem voor het ultimatum: alles of
niets. En als hy, afgeschrikt door 't spook
van de armoede, dreigt de hand aan zichzelf
te slaan, dau roept zy hem toeAls ge dat
wilt doen, zal ik u niet weerhouden, maar
bedenk, dat gy in myn herinnering zult
blyven voortleven te zijn, wat die vrouw,
Greta Roskamp, je genoemd heeft: een lafaard.
Dan overwint de liefde en hij doet afstand
van weelde en gemak, om aan haar zy een
nieuw leven te beginnen.
Zooals men ziet, een levensdrama vol pak
kende en schokkende tooneelen, die 't niet
gemakkelijk is, naar 't leven weer te geven.
Toch kweet ieder zich naar behooren van
zyn taak. De beide hoofdpersonen, de kassier
met zyn wettige gade, alsmede Greta Ros
kamp gaven bywylen mooi spel te zien en
ook de anderen vertolkten hun rol op waar
dige wyze.
Als ons een paar bemerkingen geoorloofd
zyn, dan scheen 't ons toe, dat de kassier,
Herman Koorders, wat al te hartstochtelyk,
zyn broeder, de geneesheer, die in stilte zijn
schoonzuster beminde, wat to onbewogen, en
Styntje Joosten, de vrouw uit de volksklasse,
wat te veel verzekerd leek van haar succes
vanwege haar astranterigheid. Greta Ros
kamp, de miskende en verlaten vrouw, was
ons niet bitter, niet sarkastisch, niet wraak
zuchtig genoeg. Zy moest bywylen een furie,
een Megera zyn, vol vlammende haat on
wilde hartstocht, doch gaf te veel een zwakke,
lydende, treurende moeder te zien.
Doch, sooals gezegd, dit stuk stelt hooge
eischon en over 't geheel kan gezegd worden,
dat 't gezelschap de blykbaar hoog gespannen
verwachtingen niet heeft teleurgesteld. Ten
einde toe werd 't spel met do grootste aan
dacht gevolgd en aan 't slot werd Marie, de
vrouw van den kassier, met bloemen gehuldigd.
Een zeer geanimeerd bal besloot de gezellige,
genoegelyke en nuttige avond.
0b ontslagaanvrage van vice admiraal
Van den Bosch.
De heer De Meester heeft omtrent de reden
an het verzoek om ontslag van den vice-
admiraal I. van den Bosch, 8 dezer, de vol
gende vraag aan den Minister van Marine
ingezonden
Naar verluidt, zou de vice-admiraal I. van
den Bosch eervol ontslag uit den dienst
hebben verzocht, omdat hy zich niet konde
vereenigen met de wyze, waarop de minister
van marine verlangde, dat genoemde vlag
officier den vlootpredikant te Helder in diens
arbeid zou steunen.
Is de minister van marine bereid de Kamer
in te lichten omtrent de toedracht dezer zaak
en omtrent de gronden waarop dos ministers
handelingen berusten
Het antwoord van den minister van marine,
den heer Wentholt, luidt:
Onder het bestuur van den minister Ellis werden
op initiatief van de Nationale Christen Oflicieren-
vereeniging onderhandelingen met die vereeniging
geopend, ten doel hebbende, verbetering te brengen
in de verzorging van de geestelyko belangen van
het marinepersoneel; overeenstemming werd echter
niet verkregen. Door minister Cohen Stuart werden
die onderhandelingen, welke van de xyde der ver
eeniging opnieuw werden aangevangen, afgebroken
en door dien bewindsman werd eene regeling ge
troffen, ten doel hebbende het bezoek van predi
kanten en geestelyken aan de bemanning van de
vloot te bevorderen, waarby een beroep werd gedaan
op de medewerking der verschillende kerkgenoot
schappen in Nederland. Aangezien deze regeling
in de practijk geen resultaten had, werd door den
minister nogmaals de medewerking der kerkgenoot
schappen ingeroepen en daarbij tevens gevraagd,
wat naar hunne meening zou kunnen worden ge
daan om deze aangelegenheid tot een goede op
lossing te brengen. Wijl ook daarmede geen prac-
tisch resultaat werd bereikt, kwam het den minister
ge wenscht voor onderhandelingen met de Nationale
Christen Officiersvereeniging, welke zich wederom
met een adres tot het marinebestuur gewend had,
te heropenen. Als gevolg hiervan werd in den uan-
vang dezes jaars een subsidie geschonken aan ge
noemde vereeniging. Door deze vereeniging werd
daarop in de maand Mei j.1. ds. C. J. Warners te
den Helder geplaatst, aan wien door het hoofd
bestuur een aanwijzing werd gegeven voor den
arbeid, welken Z. W. E. W. te den Helder op zich
zou nemen.
Daaronder komt o.a. voor: de predikant zal de
geestelijke belangen van het marinepersoneel, met
inbegrip van de gezinnen behartigen, in al die ge
vallen, waarin daaraan behoefte bestaat, on zich
daarbij stellen op den grondslag der vereeniging
zooals die is omschreven in art. 1 ran haar sta
tuten (Art. 1 luidtDe Nationale Christen Officieren
Vereeniging erkent de Heilige Schrift als Gods
Woord en aanvaardt die als grondslag en richt
snoer voor liaren arbeid.)
De keuze der middelen om in den gewenschten
zin aanraking met dat personeel te verkrygen, hen
te trekken en zijn arbeid onder hen, onder Gods onmis-
baren zegen, vruchtbaar te maken, worde aan zijn
beleid overgelaten.
Hij zal zooveel mogelijk het kerkelijk leven van
dat personeel bevorderen, waar in de kerken de
Heilige Schrift als 2ynde Gods Woord wordt ge
predikt.
(Dan volgen eenige ondergeschikte bepalingen
omtrent het vervullen van predikbeurten, het kiezen
van vacuntiën enz.).
OiTlcieele correspondentie met den minister
marine zal geschieden door tusschenkomst der
Vereeniging.
Hierna volgen wederom een paar huiselijke be
palingen, terwijl ten slotte gezegd wordt:
aan zijn voorzichtigheid worde overgelaten het
regelen van zyne verhouding tot anderen op zoo
danige wijze, dat zijn arbeid onder en voor het
marinepersoneel daarvan nimmer nadeel ondervinde.
Aan do directeuren en commandanten der
marine in de directiën werd van de plaatsing
van ds. Warners kennis gegeven en een be
roep gedaan op hunne medowerking om,
waar noodig, den predikant in zijn arbeid
te steunen, terwyl aan den directeur-com
mandant der marine te Willemsoord verzocht
werd ds. Waroers toegang te verlccnen tot
de vloot en tot de inrichtingen van 's Ryks
zeemacht aldaar en om zoo noodig een lokaal
aan den wal tot het houden van godsdienst
oefening en voor catechetisoh onderwys be
schikbaar te stellen een en ander nader in
overleg met hem te regelen. Verder werd
aan genoemden vlootvoogd geschreven, dat
het bestuur der vereeniging door den minister
was uitgenoodigd mededeeling te doen van
bijzonderheden, die zich by den arbeid moch
ten voordoen en dat aan den minister in
ieder geval inzage moest worden verleend
van de verslagen, welke door den predikant
werden ingediend. Medo werd ter kennis van
den vice-admiraal gebracht, dat, wanneer
zynorzyds aanleiding gevonden werd om aan
gaande de werkzaamheid van den predikant
het een of ander onder 's ministers aandacht
te brengen, dat niet achterwege zon behooren
te blyven.
Nadat de predikant eenigen tijd werkzaam
was geweest, kwam het den minister wonscho-
lyk voor eenige wyziging te brengen in
het reglement betreffendo hot bezoek van
arrestanten in hot provoosthuis der marine
door den predikant.
De reglementen voor de provoosthuizen in
alle directiën werden in gelyken zin gewjj-
zigd, ten einde dnidelyk te doen uitkomen,
dat aan de godsdienstleeraars by het bezoe
ken dier inrichtingen een groote mate van
vryheid moest worden gegevon.
Naar aanleiding hiervan werd door don
directeur en commandant der marine na eeni
gen tyd gerapporteerd:
Bij deze heb ik de eer UExc. mede te deelen,
dat de commandant van de afdeeling mariniers te
Willemsoord mij heeft gerapporteerd, dat door den
godsdienstleeraar ds. C. J. Warners aan den cipier
van het proovoosthnis gevraagd is orn boeken uit
de bibliotheek ter inzage te mogen hebben, omdat
hy vermoedt dat in de boekenkast lectuur voor
komt, die minder geschikt is voor arrestanten.
Dit verzoek is door den cipier geweigerd.
Aan den commandant der afdeeling mariniers
is door den directeur en commandant der marine
te Willemsoord te kennen gegeven, dat hy die
weigering van den cipier volkomen sanction-
neerde, daar de boeken, welke rouleeren over
schepen, kazerne, cantines en provoosthnizen
door een comissie van officieren worden onder
zocht, welke boeken met de meeste zorg worden
gekozen, en in alle opzichten aan het beoogdo
doel beantwoorden. Het wil my voorkomen,
schreef de commandant en directeur der marine
tc Willemsoord, dat zyn weleerwaarde te veel
uit het oog verliest dat provoostarrestanten
en preventief gearresteerden in het volle be
zit zyn van al hun burgerschapsrechten en
geen veroordeelden of gevangenon zyn.
Op dit schryven antwoorddo de minister,
niet zonder bevreemding van den inhoud er
van te hebben kennis genomen.
Losgemaakt van uw beschouwingen bevat uw
brief slechts de mededeeling, dat door den gods
dienstleeraar ds. Warners aan den cipier van het
provoosthuis gevraagd is om boeken uit de biblio
theek ter inzage te mogen hebben, omdat hij
vermoedt, dat in de boekenkast lectuur voorkomt,
die minder geschikt is voor urrestanten, en dat
dit verzoek door den cipier geweigerd is."
Na niteengezet te hebben, dat de zaak, in het
studium waarin zij verkeerde, z. i. nog niet rijp
was, om ter kennis van den minister te worden
gebracht, zegt de minister, de weigering van den
cipier verklaarbaar te vinden; „dat u die weige
ring volkomen hebt gesanctionneerd zonder een
poging te doen, om ter zake met ds. Warners aan
raking te zoeken of te doen zoeken, vind ik min
der begrijpelijk en alleen verklaarbaar wanneer
ik aanneem, dat er bij Uw Excellentie een minder
juiste opvatting bestaat omtrent de wyze, waarop
de godsdienstleeraar voornoemd in zyn arbeid be
hoord te worden gesteund."
De minister verklaart, dat dit hem pynlyk
heeft getroffen, .omdat daaruit blykt, dat in
deze door u aan genoemden godsdienstleeraar
uw onmisbare steun werd onthouden."
In verband daarmede komt de minister
nog eens terug op zyn beschikking van 2
Mei 1910, waarin «een beroep werd gedaan
op uw medewerking, om, waar noodig, ds.
Warners in zyn arbeid te steunen."
De minister vervolgt dan verder
„Waar omtrent de aan dit beroep te hechten
beteekenis bij Uwe Excellentie een opvatting be
staat, waardoor het daarmede beoogde doel niet
zal kunnen worden bereikt, acht ik het zeer
noodig u er op indachtig te maken, dat met dat
beroep aan u, tevens een waarborg werd gegeven,
dat het marinebestuur ten volle vertrouwen stelt
in de zuiverheid der bedoelingen en in het stre
ven van ds. Warners; dat daarom ook van n
verwacht wordt, dat door u, zoo al niet al zijn
handelingen, toch de motieven daarvoor al dade
lijk met vertrouwen zullen worden gadegeslagen
cn dat door u op welwillende wijze zal tusschen-
beide getreden worden, wanneer u meent, dat
door de wijze van optreden van den godsdienst
leeraar het gevaar dreigt, dat de gevolgde weg,
in verband met de u zooveel boter bekende eigen
aardige marinetoestanden, tot minder gunstige
resultaten of tot verzwakking moet leiden van
militaire voorschriften, welke ook door hem moe
ten worden geëerbiedigd.
„In dit licht beschouwd had het ongetwijfeld
op uw weg gelegen om, alvorens myn departement
te betrekken in een aangelegenheid, als waarvan
in uw hooger genoemd schrijven wordt gerappor
teerd, eerst te trachten deze zelf te regelen, waartoe
een met den godsdienstleeraar met tact gevoerd
gesprek, hoogstwaarschijnlijk voldoende zou zijn
geweest"
De minister noodigt ton slotte den vice-
admiraal uit, in dezen geest te handelen,
daarby het vertrouwen uitsprekende, dat door
dezen er met grooten ernst naar gestreefd
zal worden, verdere moeilijkheden te voor
komen.
Hierop volgde de ontslagaanvrage van
vice-admiraal Van den Bosch, met verzoek
tevens om, in afwachting van het ontslag,
zich met verlof te mogen begeven.
Tot juist begrip der zaak deelt do minis
ter nog mede dat aangezien door vice-
admiraal Van den Bosch geen gevolg is ge
geven aan de opdracht om ds. Warners tor
zake van het gebeurde te hooren of te doen
hooren, en de billijkheid toch meebracht ds.
Warners in de gelegenheid te stellen zyn
lezing van het gebeurde mede te deelen
de tnsschenkomst is ingeroepen van bet
hoofdbestanr der Nationale Christen Officie
ren Vereeniging, die van ds. Warners d.d.
8 Nov. j.1. de volgende mededeeling ontving
„Hetgeen door den vice-admiraal bij Z. E. den
minister gerapporteerd is, kan niet anders doelen
dan op liet volgende: Het is nu misschien wel 8
weken geleden, ik kan bet niet nauwkeurig zeggen,
dat ik bij een arrestant in de cel zat en het boek
in handen nam, dat hij bezig was te lezen. Bij de
eigenaardige moeilijkheden, welke de celbezoeken
hebben, is dikwijls het bock, dat een arrestant
bezig is te lezen, een geschikt aangrijpingspunt
voor een gesprek. Ik zie den titel: „Een liefde in
de binnenlanden", van Nji Sri. Ik kende het niet,
de titel bleef mij bij. Eenige dagen later stond ik
na mijn bezoeken met den cipier nog wat na te
praten in zijn kamer, en vroeg: „Cipier, heeft u
soms binnen het boek „Een liefde in de binnen
landen", of is bet in de cellen, waar ik het onlangs
zag? Ik zou het eens willen lezen, ik vind den
titel zoo eigenaardig." De cipier kykt in den boe
kenkast: „Ja, 't is er." „Mag ik het eens mee
hebben?" „Wel ja, dominéé." Hij geeft het me,en
ik zal er mee weggaan, maar daar zegt hij nog
even: „Ach, dominéé, zoudt u zoo goed willen
zijn, het ook aan den commandant te vragen, of
hy het goedvindt, dan ben ik verantwoord."
In mijn hart prees ik den correcten dienstman,
en zei„Je hebt gelijk, dat is beter," en om het
toen geheel correct te behandelen, wilde ik het
niet meenemen, voordat ik toestemming van den
commandant gekregen had. Ik heb het hem terug
gegeven, let wel, wat hij niet verlangde, met de
woorden „Hier, neem het maar zoolang, dan zal
ik het eorst aan den commandant vragen."
Doch buiten komende, denk ik: „Wat zal ik
zooveel omhaal maken en den commandant met
zoo'n kleinigheid nog moeite aandoen, als ik het
lezen wil, neem ik het uit een boekhandelaars-
bibliotheek. Dit heb ik gedaan, en ik heb het myn
rouw laten lezen, en van haar gehoord, dat het
ien mooi boek wa9. Sinds heb ik aan niets meer
gedacht en wist ik niet wat ik hoorde, toen de
ontslagaanvrage van den vice-admiraal bekend werd
ik vernam, dat ik er indirect de oorzaak van
Uit bet voorgaande blykt dnidelyk, aldus
besluit de minister zooals reeds door hem
werd verondersteld, toen het hiervoren ge
noemde schryven tot den vice-admiraal ge
richt werd dat die vlagofficier omtrent
de bedoelingen van ds. Warners een onjuiste
meening was toegedaan.
Te betreuren is het dan ook dat de vice-
admiraal door geen uitvoering te geven aan
de hem verstrekte opdracht, oorzaak is ge
weest, dat het misverstand niet is uit den
weg geruimd."
Nederlandsch eskader in Australië.
Reuter meldt uit Melbourne
De bevelhebber van liet Nederlandsche
eskader heeft in een telegram den gouver
neur-generaal dank betuigd, voor de buiten
gewoon hartelijke ontvanger, overal in Aus
tralië genoten.
Het eskader is uit Perth naar Soerabaia
vertrokken.
De „Lutine".
Zaterdag is te IJmuiden binnengekomen,
en naar Amsterdam opgestoomd om materieel
te laden, deEngelsche bergingsstoomer «Lyons"
dio zal trachten van de grondlading uit de
Lutine", by Torschelling nog te bergen.
De Brandari8.
Woensdagavond is te Terschelling de motor-
reddingboot „BrandariBgearriveerd en reeds
Donderdag werd de eerste tocht naar de ge
vaarlijke Terschellinger gronden ondernomen.
Aan boord waren de heer De Booy van het
hoofdbestuur dor N.- en Z.-Holl. Redding-
maatschappy en de plaatselijke commissie.
Het weder was nog al ruw en de zee stond
vrij hol. Op dezen eersten tocht bleek reeds
dadelyk, dat de boot aan alle eischen voldeed,
die men haar stellen mocht.
Nog beter werd ze Vrydag op de proef
gesteld, toen ze haar tweeden tocht onder
nam met stormweer. Ook nu hield de .Bran-
daris" zich in elk opzicht prachtig. Deze
tweede tocht werd weer door dezelfde autori
teiten meegemaakt.
De vergiftigde taart.
Op 29 Nov. a. s. zal voor de Rechtbank
te Alkmaar de zaak behandeld worden tegen
den winkelier-kantoorbediende J. J. Beek,
beklaagd van moord op juffrouw M. Mus-
ment, huisvrouw van W. Markus te Hoorn
beklaagd van poging tot moord op W.
Markus en zyn dienstbode Grietje Appelman.
Aan bekl. wordt ten laste gelegd, dat hy by
den banketbakker Hellingman te Haarlem
een taart kocht en die in de lappery van
JanKooy te Haarlem met arsenicum bestrooide,
om vervolgens deze taart uit Amsterdam
naar den heer Markus te zenden, met de be
doeling, dat deze er van zou eten, en dien
tengevolge zou sterven.
Niet de heer Markus, die er slechts weinig
van at, stierf, doch wel zyne echtgenoote,
terwyl het dienstmeisje Grietje er ook goed
afkwam.
Gehoord zullen voorts worden 17 getuigen,
terwyl mr. A. Dorbeok, advokaat en procu
reur te Alkmaar, als verdediger zal optreden.
De Portugee8che Jezuïeten
De Tyd" verneemt dat de Portugeesche
Jezuïeten, welke vóór een paar dagen te
Vlissingeu geland zyn, hun vorblyf niet in
Nederland zullen vestigen, doch allen voor
de missiën in Noord- en Zuid-Amerika be
stemd zyn.
De Selne stijgt,
en de Parysenaars, wien de schrik nog niet
nit de leden is van do vorige overstroomin
gen, maken zich eenigszins bezorgd, vooral,
voor zooveel zy dicht by de rivier wonen.
Intusschen zit de regeering niet stil. Briand
heeft met Puech, den minister van openbare
werken, beraadslaagd, en allo maatregelen
ter bescherming van de oeverbewoners zyn,
voor zoover dit onmiddellyk mogelyk was, ge
nomen. Lepine heeft don minister-president
verzekerd, dat hij op alle gebeurlijkheden is
voorbereid, en do prefectuur van de Seine
heeft, by wyze van proef, haar overstroo-
mingspersoneel gemobiliseerd.
De staking te Cardlff.
Uit Cardiff wordt bericht, dat Llowellyn,
de directeur vaD de Cambrianmynen, door do
aankomst dor troepen in staat is gestold met
drio man in de Glamorgau-myn uf te dalen,
waarin do poney's en de 260 paardon sedert
Maandag 1.1. zonder water en voedsel waren.
Er was door het stop zetten van de machinerie
reeds veel water in de myn en op sommige
plaatsen moesten de mannen tot aan de
urmen door het water waden. Sommige poneya
liepen in de myDgangen heen on weer, de
paarden stonden nog in de stallen, hoestten
en schenen er slecht aan toe te zijn. Toen
ze menschelyke stemmen hoorden, geraakten
ze buiten zichzelf van vreugde. Llewellyn
en zyn mannen gaven den dieren te eten en
te drinken en bleven, hoewel zo zeer moe
waren, den geheelen naoht in de myn.
De stakers hebben aangeboden by het
verzorgen der paarden tc komen helpen, welk
aanbod echtor niet is aangenomen. Llewellyn
verklaarde, dat, wannoor hy niet in do myn
afgedaald was, het water de pompmotoren
bereikt zou hebben, waardoor voor 1,200,000
gulden schade aangericht zou zyn en waar
door de myn een jaar lang gesloten had
moeten bleven.
Scheepsramp.
Het Engelsche ss. „Wally", dat op de Znid-
Amerikaansche havens voer, is by Para op
een klip gestooten en gezonken. Hot roer was
onklaar geworden. 100 Opvarenden, waarvan
40 A 50 passagiers, zyn omgekomen. Slechts
enkele personen wisten zich te redden door
zwemmende den vuurtoren van Arrohales te
bereiken. Het schip was gezonken voordat een
reddingboot in zee gebracht kon worden.
Nog meer smakelijks.
In aansluiting van ons berichtje over de
afgetroste krenten, geeft hot ,Pharmaceutisch
Weekblad" eonige by zonderheden uit Ameri
kaansche bron ten besto over de verpakking
van vygen en dadels. De mannen en vrouwen,
die met het inpakken van vygen worden be-
last, behooren tot de meest vervuilde en ont
aarde volksklasse. Zy byten do takjes van de
vygen af, kneden deze met hand en mond
zacht, on dompelen ze in zeewater, vlak by
de kust. De regeering heoft dit wel verboden,
maar een Torksch verbod bestaat alleen maar
opdat de ambtenaren zich door de overtreders
kannen laten omkoopen. De dadels komen op
kameelen uit het binnenland, 'sNacbts worden
de dieren ontladende voorraad komt dan vol
met kameelenhaar en mest. In bakken, die
nooit worden gereinigd, worden de vruchten
dan vóór het verpakken in een weinig wa
ter gewnaschen, en dan komt het uitschot der
bevolking ze met de vootjes in de kisten persea.
(,T. v. G.
De nalalenschap van Charles Morrison.
Verloden jaar is in Engeland iemand over
leden, van wiens nalatenschap de Engelsche
schatkist, naar berekening, ongeveer 24 rail-
lioen gulden aan verschillende successie
rechten zal trekken.
In Mei 1909 stierf Charles Morrison in
Juni werd zyn nalatenschap voorloopig ge
schat op 6,666,666 pd. st. Nn is zy echter
geschat op 10,986,666 pd. st., d. i. byna 132
millioen gulden.
Die Charles Morrison schryft de Daily
Chronicle" erfde in 1857 van zyn vader
ongeveer 12 millioen gulden, en de 132
millioen die hy heeft nagelaten, is iets minder
dan de som, waartoe die 12 millioen aange
groeid zou zyn, als se tegen 5 pet. was uit
gezet en rento by rente was gevoegd.
Charles Morrison's vader kwam als een
arm man in Londen en maakte fortuin als
lakenhandelaar. Charles Morrison vestigde
zich als financier in de City en stak zyn
geld in allerlei zaken. Het was een wonder-
lijk man, ging slordig gekloed, en ontbeet
dikwyls op straat met een appel of een
droog broodje. Op don leeftyd van 85 jaar
gaf by een boek uitDoubts about Darwinism
by a Somi-Darwinian. Slechts weinig menschen
kenden hem en niemand vermoedde, dat hy
zóó ryk was.
Uit„Onder de Streep".
Uit een maanbriefje
Geachte heer. Indien gy ons het bedrag
van ingesloten rekening wilt zenden, zult gy
ons verplichten. Anders zullen wij u ver
plichten.
DE WEEK.
12 November.
Een Nederlandsch Parlement zonder .anti
these", dat wonderbaar verschijnsel hebben
wc deze week, by de algemeene beschouwingen
over de Indische Begrooting, dan toch feite-
lyk beleefd. Zóóver is 't gekomen, dat de
Colyn's en de De Meester's, even goed
als een Bos, als een Bogaerdt, als wie ook
in de Kamer, inzake de koloniale politiek één
en denzelfden weg nit wil staren. Er zyn
nog wel puntjes, waar do hceren, hadden ze
last, over aan het bakkeleien konden trekken.
Never tnindDaar sal de felle stryd niet
door gaan vlammen en branden. De hoofd
lijnen zyn cu getrokken, en achter de groene
tafel zal geen minister van Koloniën, welke
kleur" hy ook is toegedaan. gaan zitten,
die aan dat program ontrouw kan worden.
Het «Indisch debat", zooals 't in ons Par
lement nu wordt gevoerd, is eene trouwe
weerspiegeling van deze nieuwe opvattingen,
welke zich allengs van de duurzame heer
schappij verzekerden. Er is thans klonr, lyn,
friachheid in de gedachtonwisseling. Wanneer
men eens teruggaat in het spel der herinne
ring, tot vroegere periode, welk een ver
schil treft u 1Hoezeer ontzinkt u de lust
om nog te mopperen en te weeklagen.
Inderdaad, wat er ook, in Parlements-
wereld, aan verwording, bederf, achteruitgang,
verslapping worde aangetroffenhier is on
miskenbare, groote, krachtige vooruitgang.
Zoodanige, zelfs, dat de «mindere goden"
er den moed by zullen verliezen, een duit in
't zakje te werpen.
Vroeger, een driekwart leege «aal.
Lustelooze, muffe, druilige stemming. Er wordt
iets gemompeld in de grauwe atmospheer
van 't zich vervelende Lagerhuis. Een .spe
cialiteit" staat wysheid van den konden grond
uit te pakken.
De heer Van Limburg Stirum, nog wel
een van hen, die 't best «an courant" zyn,
verkondigt oolykheidjes over de koffie.
Ds. Donner heeft 't over de zending, en zyn
diepe grafstem loeit door de holle zaal. De
heer Pijnucker Hordijk rygt op onvorstaan-
baren bromtoon een zin-of-wat aan elkaar.
De stokoude, beschimmelde «stokpaardjes"
worden bereden.
De minister houdt kort redevoerinkje, vol
van banalieiten en cliché-verklaringen,
het vorige jaar ook reeds .afgelegd", en 't
jaar-doirvoor nagenoeg-eender vorkondied.
Het gezelschapje heeren in de zaal van het
Ilaagsche Binnenhof staat te beschikken, te
beslissen, als hooge on machtige moestere,
over al de millioenen .bruine broeders",
die de .specialiteiten" onder hen hebben ge
holpen, om koffie- of suiker-paleisjes te bouwen
Wie durft reppen van Indiëa „mondigheid',
emancipatie, zelfstandigheid, men kykt
hem aan met medelydend gezicht zooals
een geobserveerd wordt, dio zoetjes-aan ryp
wordt voor koudwater-sanatorium.
Zóó is 't, tusschea perioden, waarin de
Indische zaken heeten kamp doden ontbranden,
jaren-achtereen geweest.
Vele jaren I
En slechts weinigen zullen gedaoht hebben,
dat de tyd, waarin de nieuwe dageraad zou
gloren, zóó nabij was
Een figuur als W. K. van Dedem is eigen
lyk de eerste, als bestuursman aan de
groene tafel. die het naderen van den
.nieuwen koers" doet vermoeden. Vóór en
na hem zyn gewichtig-doende, in het openbaar
debat duisterende, naar woorden zoekende
menoeren geweest, die geschikt werden geacht
om aan het hoofd van Koloniën te staan.
De heer De Waal Malefijt neemt onder
hen eene zeor aparte positie in. Hy zit daar
uls vertegenwoordiger, procuratiehouder van
Gouverneur-Generaal Idenburg. Aan yvor
ontbreekt 't hem niet, on ook tydens zyn Kamer
lidmaatschap heeft hy, Malefijt, zich, nit
boeken en boekjes, zekere dosis kennis van
Indische zaken eigen gemaakt. Verder heeft
Zyn Excellentie .haar ambtenaren". Die leggen
hem met pryzenawaarde vlugheid voor al wat
zy begeertexcerpten, inlichtingen, adviezen,
aanteekeningen. Hy heeft slechts te schellen...
kamerbewaarder verschynt.Vraag of
meneer 's eventjes by meMinuut
later Tik tik.Och, meneer Dinges,
zoudt u mo even willen inlichtenDie
quaestie van Ik mis nog een paar gege
vens En..." .Dadelyk, Excellentie, één
secondo 1Stapel, bundel paperassen wordt
aangedragen. Hoofdambtenaar wyst aan,
noteert, verduidelijkt, geeft den weg aan.
De minister knikt van dat hy 't nu volkomen
omvatJuist, zóó had hy' 't zich óók ge
dacht IPrecies zoo 1
En de Kamer, een dag of wat later
de «groote rede" van den minister aanhoo-
rend, denkt, althans voor zoover betreft
de hoogedelgestrengen, die niet kunnen schif-
ton, wat uit het excellent-ministeriëele brein
ontsproot van datgene, wat door ambtenaars
hand gewrocht werd... Dit gedeelte denkt:
(Tjonge, hy valt me toch waarachtig mee!"
De heer Do Waal Malefijt verkeert
zei ik reeds in zeer bijzondere positie.
Ik zon hem willen vergelijken met een
admiraal-A la suite, met een opperaanvoerder
in naam
De vloot stevent voort. De echte opper-
chef beveelt, bestuurt, overziet. Verandering
in den koers kan niet worden gebracht. Alles
loopt voortreffelijk, maar mon hoort niet wie
de bevelen eigenljjk uitdeelt
De admiraal-in naam zit in zyn gala-hut.
In van goud-stralende uniform. Zeekjjkor in
de hand, kaarten vóór zich uitgespreid
Telkens komt uiterst-eerbiedig, iemand tot hem.
Zegt, vraagt iets Wacht kwasi-bovolen
Admiraal-iu naam knikt nu en dan goed
keurend. Spreekt een zinnetje-of watO,
hy is om den drommel geen leekl... Weet,
voor een liefhebber, outsider, aardig-wat (in
vollen ernst) van de dingen Verbeeldt
zich dat hij de leiding geeft... Hy de opper
aanvoerder De seinen, signalen klinken,
trillen, fluiten om hom heen Hy gelooft
de ziel, de motor van dit alles te zyn
De admiraal-in naam, die .wordt voortbe
wogen" 1
Groote vraagstukken van den dag
Indië's autonomie; het ontginnen van de
schattcD der Buiton-bezittiDgende verbete
ring der verkeerswegende opwekking van
het Nederlandsch kapitaal; de eerbiediging,
verheffing van het inlandsch element; arbeids
wetgeving Al do punton van het nieuwe,
mooie program zijn nu voor goed aan de
orde.
Indien men zelfmoord wil plegen als kolo
niale mogendheid door de Üostersche ele
menten van ons te vervreemden, in het har
nas te jagen, bijvoorbeeld door circulaires,
voorschriften, die de veinzerij zullen doen
opbloeien en de „stille kracht" doen voort
woekeren met ongekendo snelheid, met dui
zelingwekkende vaart er is aanleiding
(men denke aan de rede van een Coljjn 1)
om te gelooven dat het onzalige werk mis
lukken zal.
Er waren forsche middelon noodig om
Holland wakker te schudden uit zyn apathie,
zyn ellendig en armzalig voortdommelen. Dat
forsohe is gokomen. Het besef, dat men, van
drie of vier kanten, op den loer ligt, gereed
om ons te bespringenDe ontwakende
reus China
O, 't is nu uit met de heerschappij dor in
luierstoel wippende mopperaars; der op de
soos paitjes verschalkende miskenden; met
de SLjjmering's en hnn eenmaal oppermach
tige bent
Of we Indië zullen kannen «behouden"
moet de toekomst loeren. Do .jongere broe
der" begint den tyd der mondigheid te nade
ren En de voogd, de oudere, die begint
te beseffen hoe hij eerlang rekening on ver
antwoording van het gevoerde bewind zal
moeten afleggen, begint eieren voor z'n geld
te kiezen
Ml Aktokio.