KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, WIerIngen en Anne Peulowne. No 3958. Zaterdag 14 Januari 1911. 39ste Jaargang. Eerste Blad. Het Stadsmeisje. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 1. Pre- Zondagsblad 37* 45 10. miën J Modeblad »»»55»»»»65» f 0. (Voor het buitenland bij rooruitbetaling.) Advertentiën *an 1 tot 5 regels 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exeinplaar2J Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon IS. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder. Bureaus Spoorstraat en Koningstraat. Aan onze Lezeressen. De behoefte aan het bezit van een degelyk, Eractisch Modeblad, hetwelk volledig voorlicht, etreffende de eischen welke de mode stelt, doet zich thans het meest gevoelen. „HET NIEUWE MODEBLAD", hetwelk bjj den uitgever van dit blad is verkrijgbaar gesteld, kost slechts 55 ets. p. 3 maanden (franco p. post 65 ets.) verschijnt 2 maal per maand, alzoo 0 nummers in één kwartaal, en is een Modegids bij uitnemendheid. Het bevat afboeldingen van de fraaiste toiletten zoowel als van meer bescheiden costumes eneene uitgebreide collectie voor kindergoed. Het is onontbeerlijk voor elke huismoeder, die er prjjs op stelt, zich en hare kinderen smaakvol en toch weinig kostbaar te kleeden. Elke aflevering ia vergezeld van een uitvoerig patronenblad, zoodat men in staat is een betreflend costuum ot model daarvan zelf te vervaardigen. Het blad is van groote waarde voor jonge Dames, wagens een schat van afbeeldingen van handwerken. Meerdere malen wordt eene modeafbeelding op de voorpagina artistiek in kleuren afgedrukt. Wy wekken onze lezeressen op, zich op dit fraaie en goedkoope Modeblad te abonneeren. Voor nieuwe inteekenaren is een nummer ver krijgbaar, zoolang de voorraad strekt, aan het .Bureau van dit blad, Spoorstraat 99. t Januari is 't Ie kwartaal ingetreden. De Administratie van dit blad. UIT HET BUITEHLAHO. De genezing van Belgie's sympathieke koningsvrouwe gaat langzaam maar zeker vooruit. Zy kan reeds het kasteel van Lae- ken doorwandelen en oenige familieleden en hovelingen ontvangen. Dunrt de beterschap voort, dan zal de koningin tegen het eind van Januari by gunstig weer voor 't eerst buiten mogen komen. Het Belgische volk legt groote belangstelling aan den dag voor H. M.'b toestand. Trouwens reeds als prin ses was zy door het Brusselsche volk om hare liefdadigheid en hare minzaamheid zeer geliefd. Het^ «Hbld. van Antw.' meldt dat de koninklijke familie het voorjaar in Os- tende zal doorbrengen. Uit Brussel wordt berioht dat het hoofd comité van den Bond van mijnwerkers Zon dag te Luik een vergadering heeft gehouden en zich verklaard heeft voor de algemeene werkstaking. L'? mijnwerkers uit de omstre ken van Vervkrs hebben zich by de staking aangesloten. In de bekkens van Charleroi en Bergen blijft het rustig. De Fransche Kamer blijft weer byeen. De verkiezing van een voorzitter had nog al belangstelling gewekt het aantal afge vaardigden by de opening was zeer groot. Daar waren er die beswaar hadden den "origen voorzitter Brisson te herkiezen om dat hy te ond wordt hy is 75 jaar. An deren hadden hem kwalijk genomen dat hy een stakers deputatie indertijd niet tot het gebouw der Kamer toeliet. Daar waren nog andere grievende leiding was niet krachtig genoeg getuige de stormachiige tooneelen in de Kamer die trouwenB niet van van daag of gisteren zjjn in de Fransche Kamer. Daarby gevoegd de politieke tegenstanders die een gematigder man wilden. By de eerste stemming haalde hy dan ook niet de helft plas één. By herstemming werd Brisson echter gekozen. De tTemps' verklaart zich in een krach tig artikel tegenstander van het duel en pryst de strafbaarstelling ervan in het ontwerp- Lemire voorgesteld. Maar hst blad wyst er op dat strenge strafbepalingen zullen moeten worden voorgesteld om afdoende resultaten te verkrygen. Het blad wil aan de duel woede, die, naar men weet, in Frankryk groot is, een einde maken door naar Engelsch voor beeld de doodstraf te stellen op deelneming aan het tweegevecht. Wat de eer... betreft, die zal in Engeland wel zoo hoog staan als in Frankryk, al duelleert men er daar niet om. Het personeel van de Oosterspoorwegen heeft een congres gehouden waarop echter slechts het vierde deel der afdeelingen ver tegenwoordigd waren. By hot eerste deel der vergadering, waar de staking werd be handeld, werd de pers niet toegelaten. De vergadering nam een motie aan, waarin het voorgestelde regeeringsontwerp wordt ver worpen, daar het feitelyk bedoelt, den spoor wegbeambten het stakingsrecht te ontnemen, welk reoht door dezen beschouwd wordt als ten slotte het eenige middel om voldoening te verkrygen van rechtmatige eischenterwyi de cheminots" tevens verklaren, dat dc ont neming van het aloude en hnn van nature toekomende recht van staking een maatregel van reactie zou blijken, welke eer troebelen zou uitlokken dan den socialen vrede be vorderen. De Koning van Spaiye is in gezelschap van Canalejas en de ministers van Oorlog en Marine Zaterdagochtend te Melilla gearriveerd. Hy woonde een Te Deum by en begaf zioh ver volgens naar het kamp. In den stoet gingen afgevaardigde van de stammen uit den omtrek. By aankomst defileerden de troepen en do inlandsche politie voor den Koning, dien de bevolking en de inlanders langdurigtoejuiohten. De Koning wydde een mausoleum in, op gericht ter nagedachtenis van de slachtoffers van den veldtocht. By deze plechtigheid was Alfonsus zichtbaar geroerd. Oostenrijk hoeft weer een ministerie. De Polen hebben er twee vertegenwoordigers in en zullen dus tot do ministriëelen behooren. Het Kabinet zal met een kleine meerderheid kunnen regeeren. Het hoopt echter door eenige cousessies ook nog de Tsjechen te winnen; dan was de meerderheid een beetje vaster, althans voor een tydje, want in Oostenrjjk steekt na korten tyd toeh altyd het nationalisme weer een spaak in 't wiel. De commandant van het Amerikaansche slagschip «Minnesota", Sima, had dezer dagen te Londen by een feestmaal in de Gilderzaal een redevoering gehouden, waarbjj hy als zyn persoonlijke moening verklaarde, dat Enge land, indien het ernstig door een buitenland- scho mogendheid werd bedreigd, zou kunnen rekenen «op eiken dollar en eiken man van de stamgenooten aan de overzyde der zee". De redevoering wekte ontstemmig in Duitsch- land maar ook in Amerika, waar tegenwoordig een sterk sprekende gezindheid voor arbitrage aan den dag treedt. President Taft heeft den commandant eene openbare berisping toege diend. Men verwacht dat Sims zyn post wel zal neerleggen. De Pruisische Landdag is weer byeen. Von Bethman Hollweg en de minister van Financiën legden zeer gunstige verklaringen af, omtrent den finaneiëelen toestand van het Koninkryk. Nieuwe groote leeningeu zullen dit jaar niet noodig zyn. In den Ryksdag wordt oene interpellatie behandeld over de achteruitgang der lucifers-industrie, veroor zaakt door de nieuwe belasting op de lucifers. Ook het Centrum verklaarde zich niet inge nomen met deze belasting. HiEUWSBERICHTEN. HELDER, 18 Januari. De „Zeven Provinciën" te Kaapstad. Reuter meldt uit Kaapstad d.d. 10 Jan.: Op den verjaardag van prinses Juliana heb ben de Hollanders hier ter stede eenige oranje-boompjes geplant. Heden werden de jonge planton overgebracht naar den Stads tuin, waar zy in tegenwoordigheid van den consul-generaal der Nederlanden, senator Reitz, officieren en manschappen van 't oorlogs schip de «Zeven Provinciën" en vertegen woordigers van Hollandsche en Afrikaander burgers werden overgeplant. De consul-generaal xeide in zyn welkomst rede aan de Nederlandsche officieren en manschappen, dat het leven van een Oranje boom voor Nederlanders en Nederlr.ndsch sprekende Afrikaanders vol hooge beteekenis en symbolisme is en hy herinnerde eraan, dat de plaats, waar de Oranjeboomen geplant waren, een gedeelte is van den proeftain, aangelegd door de oode Oost-Indische Compagnie. De kapitein van het oorlogsschip beant woordde de welkomstrede. De plechtigheid eindigde met het zingen van het Nederlandsche volkslied. Een Duitsch oordeel over onze Marine. Men schryft aan de »N. R. Ct.": In do Marine-Rundschau, aflevering Decem ber 1910, komt voor een zeer gedetailleerde en juiste beschrijving van de marine-manoeuvres, gehouden in 1909 in de stelling van den Helder. Waar dit orgaan beschouwd wordt als het orgaan van de Duitsche admiraliteit, is het niet van belang ontbloot het oordeel over deze manoeuvres in wyder kring bekend te doen zijn. Aan het slot zegt do zaakkundigo schrijver «Zyn deze manoeuvres, wier grootsohe op zet niet steeds in overeenstemming was met het voorhanden materieel, bijzonder interessant wegens de denkbeelden die de grondslag vormden, zy geven ook aanleiding tot een reeks vau feiten op zich zelf, die getuigen van een doelbewuste wyze van werken in de Nederlandsche marine. «In de eerste plaats vestigen wy de aan dacht op de navigatie, zoowel van de schepen als van de torpedobooten. Zoowel over dag als 's nachts is gedurende acht dagen door de voor deze gelegenheid te zamen gebrachte schepen en torpedobooten, meest tjjdens slecht weer, in de nauwe vaarwaters, op de wyze zooals dat in oorlogstijd zal moeten geschieden, gemanoeuvreerd zonder dat eenige averij van belaDg voorkwam, een omstandigheid, die pleit voor de goede zoemansvorming van den Nederlandachen zeeofficier. A1b men ver- dor het torpedobootmaterieel beschouwt en daarby nagaat welke prestaties deze kleine vaartuigen te zien gaven, dan komt zeer veol lof toe aan hen, die zonder torpedo jagers, kruisers of scouts, geheel op zich zelf aangewezen, het commando voerden. Ook het optreden van de onderzeeboot, die geheel zonder begeleiding werkte, getuigt van de degelijke oefening in dit nog jonge wapen. Alles te zamon genomen kan men zeggen, dat uit deze oefeningen een frisscke, voor uitstrevende geest spreekt, welke zich reeds liet binden door het beklemmende van de aanwezige verhoudingen, en die, in overeen stemming mot de geschiedenis van het land, den waardigon indruk vestigt, dat Holland een inbreuk op zijn neutraliteit kraohtig zal bestrijden en hiertoe ook in staat is." Vermorzeld. In de papierfabriek te Velzen is een ernstig ongeluk voorgevallen Zekere Wolternnn, 18 jaar, is gegrepen door de rollen van een peremachine. Met den rechterarm vooruit is hot lichaam tusschen de rollen doorgetrokken. Daar de ruimte tusschen de rollen slechts 8 c.M. bedraagt, is het lichaam geheel ver morzeld. De ongelukkige, die natuurlijk onmiddellijk dood was, was ongehuwd. De ex-burgemeester van Egmond. Voor de Alkmaarsche rechtbank heeft Dinsdagnamiddag terechtgestaan P. P., oud- burgemeester van Egmond aan Zee, op dit oogenblik wegens valschheid' in geschriften gedetineerd in de strafgevangenis te Alkmaar, ter zake, dat hy te Egmond aan Zee, ter wyi hy was burgemeester en secretaris dier gemeente en in die kwaliteit mede hield de openbare verpachtingen voor termynen van telkens vyf jaar van de invordering en op brengst van den tol op den straatweg tus schen Egmond aan Zee en Egmond aan de Hoef, door B. en W. van Egmond aan Zee gehouden op schriftelijke voorwaar jn, welke na voorlezing van de van de verpachting opgemaakte processen-verbaal werden onder teekend door B. en W., den pachter en diens borgen, en van welke art. 14 luidde: «Bin nen 8 dagen na de toewijzing zal de pachter verplicht zyn in handen van den secretaris der gemeente te voldoen de kosten van zegel, registratie enz. op deze acte vallende», in de uitoefening zyner kwaliteit van secre taris voornoemd als hem zelf ot aan de ge meente, althans van onze of eenige andere openbare kas verschuldigd voor op die ver pachting en hot daarvan opgemaakte proces verbaal vallende kosten heeft gevorderd en op verschillende tijdstippen van verschillen de pachters bedragen heeft ontvangen welke hy wist dat niet verschuldigd waren en die althans aan een ander toebehoorden dan aan hem. Na een ondervraging van bekl. door den president verscheen als eerste getuige de pachter J. Ruig woud die verklaarde, dat hy de voorwaarden waarop de tolverpachtingen plaats moesten vinden, nimmer had hooren voorlezen. Hy wist echter dat hy 10 pet. onkosten behoorde te botalen en dat niet ter gemeentesecretarie, doch by den heer P. aan huis. Toen het by de laatste tolverpachting, die onder den nieuwe burgemeester plaats vond, bleek, dat er geen 10 pet. behoefde betaald te worden, is hy oogenblikkelyk naar den heer P. gegaan, die hem het destyds te veel betaalde restitueerde. Dit jaar heeft hy, die de tol opnieuw pachtte, slechts f 4.44 behoeven te betalen. De heer P. had hem by de restitutie verzocht het stil te houden. Bekl.Dat is niet waar 1 GetuigeIk heb er hem de hand op moe ten geven I De pachter Job de Yry verklaarde dathjj destyds voor de verpachting ook 10 pet. onkosten aan bekl. had betaald. Hy had dit geld zelfs by andoren voor deze betaling moeten leenen. Bekl. had hem gezegd, dat deze onkosten noodig waren voor de regi stratie en voor de rechtbankToen later dezen getuige bleek, dat ook hij te veel be taald had, heeft hy bekl. om restitutie ver zocht. die hieraan onmiddellyk voldeed. Per soonlijk kwam hy het geld brengen, doch heeft by die gelegenheid niet om geheim houding verzocht. Getuige P. de Graaf, die den vorigen get. geld voor do 10 pet. betaling had geleend, had hiervoor den heer P. aangesproken en zyn verwondering te kennen gegeven, dat deze onkosten zoo hoog waren. Toch moes ten ze betaald worden, had P. geantwoord, de onkosten werden steeds hooger. De heer v. YViersnm, ontvanger der rogi- stratio, kwam verklaren, dat roor dit soort onderhondsohe acten volgens den Hoogen Raad geen registratierechten verschuldigd waren. By tjjdige aanbieding had dit desge- wenscht, wel kannen geschieden. De gemeente-ontvanger van Egmond aan Zee, de heer Jozef vau de Pol, getuigde, dat nimmer door den heer P. iets van de ontvangen 10 pet. in de gemeentekas was gestort. Het O. M., waargenomen door mr. Hano- graatf, verheelde het niet, dat zy thans in bekl. een geheel ander persoon zag dan toen hy de vorige maal hier voor deze rechtbank terecht stond. Toen zag hy in hem iemand, die één keer gedwaald had, zij het dan ook door vyf maal valschheid in geschrifte te plegen, doch overigens smettelooze admini stratieve gaven bezat. Thans moet hij aan nemen zich vergist te hebben en zyn sym pathie aan een verkeerde zyde te hebben geplaatst. Wat later aan 't licht gekomen is, strekt den heer P. niet tot eer. Niet meer ziet spr. in hem den man van vroeger, doch thans iomand, die ernstig heeft gefraudeerd en missohien nog meer verkeerds heeft ge daan dan wy vermoeden. By zyn vorig re- qnisitor heeft de officier een woord gebruikt, dat hem veel leed en onaangenaamheid heeft bezorgd. Hy heeft toen gesproken van een machinatie, die het er te Egmond op toe zou gelegd hebben, den heer P. ten val te bren- geu. Gaarne wil hy thans van deze plaats verklaren, dat hy niet bedoeld heeft, dat er valsohe aantijgingen zouden geschied zyn, t>ok niet dat er een onrechtmatige samen spanning zou zyn, die den val van den heer F. op 't oog had, maar spr. heeft bedoeld, dat er te Egmond personen van verschillende maatschappelijke posities waren, die al hnn versehilpnntea op zy hadden gezet om te bereiken dat P., die hnn een doorn in het oog was, verwijderd zou worden. De 61-jarige, thans ambtelooze P. staat nu weer terecht, doch hem is in verband met een verjaringstermijn, niet alles ten laste gelegd kunnen worden. Door spr. is hom in de dagvaarding ten laste gelegd knevelarij, in 1900 gepleegd, subsidiair verduistering van gelden, die hy in dienstbetrekking onder zich had en nog snbsidiairder oplichting, gepleegd in 1905. Spr. betoogde nn, dat het ten laste ge legde bewezen is en P. zyn verkeerde han delingen had verricht ais ambtenaar der ge meente, als secretaris. Bekl. mocht heffen kosten van zegels, registratie «enz.*, doch het «enz,1 mocht nimmer inhouden de gel den, die hy zich heelt toegeëigend. Een usance op dit gebied, zooals bekl.'s verde diging luidt bestond niet. In 1875 werd 7 pet. geheven, in '80 6 pet., in '85 10 pet., en dit is niet besloten door B. en W. Bekl.'s mededeelingen op dit pnnt zyn losse gezeg den. De tegenwoordige burgemeester of se cretaris van Egmond aan Zee zou dit kunnen verklaren. Er bestond by bekl. kwade tronw. Dit blijkt uit het teruggeven van het geld op eerste aanvrage. Ook is de houding van een persoon, die bevreesd is, dat er wéér iets te zjjne nadeele voor don dag zal komen. Ook blykt de kwade trouw hieruit, dat de betalingen van do 10 pet. niet ter gemeente secretarie doch ten huize van bekl. moesten plaats vindon. De deur toe doet de bang makerij tegen eeD der pachters: dat de gel den verschuldigd zyn voor registratie en de rechtbank Spr. ging nu de subsidiair ten laste ge legde feiten nog na en merkte, komende tot de strafmaat op, dat bekl. de sympathie verbenrd heeft, die hy wist te wekken, toen hy voor de eerste maal terecht stond en zich na een eisch van S maanden, tot 14 dagen gevangenisstraf hoorde veroordeelen. Trou wens het gerechtshof heeft er anders over geoordeeld en toon bekl. in appèl gegaan was, kreeg hy 3 maanden. Spr. had destyds ongelijk, toen hy meende, dat bekl. iemand was, die met een handschoen moest worden aangepakt. Een lange straf zal nu naby komen aan den ernst van het misdrijf. Geëischt werd 1 ja.r, met last tot gevan genneming, daar vrees tot ontvluchting be staat. Als verdediger trad op mr. P. A. Offers, die in een lange beschouwing de dagvaar ding bestreed, speciaal wat betreft het feit, dat bekl. zyn handelingen zou gepleegd hebben in de rechtmatige uitoefening zijner bediening. Nadat pleiter ook de aanneming der kwade trouw had bestreden en bet sub sidiair ten laste gelegde, riep b(j de clemen tie der rechtbank in. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald over 8 dagen. OE MOORD OM. Door d* Jutter. (Vervolg). Met onze heele lichaamszwaarte hingen we aan de riemen, taai esschenhout, dat ze bogen alB hoepels, wild 't water wegkolkten, maar opschieten deeën we niet hard. Vlak onder 't walletje van Texel had zich 'n zware ijBdam opgestapeld, nieuwe schotsen schuurden tegen de randen, knarsten en berstten, ver kraakte het door de windstilte altyd zwaarder werd 't pakijs, moest ik met 't haakie op 't vletneussie zitten om de groote schotsen op zy te duwen. «Daar hei je de Mok, Jan maar hoe komme we d'r in? jongen, wat 'n ys!« 'n Groote, zware muur had zich dwars voor den ingang opgestapeld; met hoog ty waren aldoor maar weer nieuwe bonken op geschoren, één enkele riggel was nog al laag gebleven, mooi glad, aan den anderen kant liep 'n lange open geul de Mok in. ,We motte maar wachten tot de vloed gaat loopen, dan schuiven we hier over die bank.' 't Anker gooiden we op den jjswal, prik ten met de haken de zware schotsen van de boot weg, die alweer uit de Noordzee terug kwamen dry ven langzaam rees 't water, kabbelde al over de richelnog 'n half uurtje on we lagen vlot in de diepe geul! Nu ging 't flink op de riemen de baai in, daarachter dat steenen dammetje, waar we niet bang behoefden te zijn, dat de schuit in de persing zou komen, wilden we landen nog 'n 300 meter en we waren er! «We loopen vast, JanI» sleepend schuur den de scheggen op 't harde zand, dan 'n licht schokjeboem, daar zaten we, zoo vast als 'n muur, overal in 't rond week papijs mot hier en daar 'n paar harde bonken. Dat is om uit je vel te Bpringen, zoo vlak by land en er toch niet komen kunnen. Jan zag er uit als Adam, die uit 't Paradijs gegooid was; gelukkig echter is Adam niet zoo leelyk geweest, want dan zou ons ge slacht van zich zelf in den spiegel geschrok ken zyn. De vlet lag diep met de tent en alle andere bagage, 't anker en de lange trossen. ,We motte d'r uit, Jan, oerst die rommel naar wal sleepen om de boot wat te lichten.' Ja, daar zat niks anders op, laarzen, kou sen en broek gauw uitgetrokken... brrrl wat schrijnde dat papijs langs je beenen. Van 'n moet maak je gauw 'n dengd en zoo was 't ook hier mee, op 't laatst merkte je haast niet meer, dat 't water koud was, als jo tenminste dat weeke goedje, wat om je beenon zoog, nog water noemen kon. Toch begin je 't danig in je buik te voe len als je zoo 'n uurtje met die karrewei bezig bent geweest. Zoo gauw toen de tent op den wal lag zette Jan 'r op, maakte vast 'n vuurtje, sleepte dan groote bossen zeegras naar binnen dat gelukkig veel was aange spoeld, ik sjonwde alles wat maar even go- wicht had door 't papys, van den wal naar de schuit en van de schuit naar den wal, nu de takel nog aanslaan waarmee we de vlet heol netjes naar ons toe haalden, stevig op 'u hoogo ysrug veilig tegen de persing die 'n eind verder de sohotsen opstapelde. 'i Was mooi laat geworden voordat 't war me bakkie in onze maag klotste waar 't zoo □aar hol klonk als in 'n leeg botervaatje. Verwonderen kon je dat niet, sinds dertig uren niets gegeten, alleen maar 'n paar kop koffie, daarby al dat sjouwen, zwoegen on kou lyden 't Maantje kroop rustig langs den blanken hemel, deed 't nog kouder lyken als 't was, 20 gr. vorst is toch al geen kleinigheid. Jau was meer dood dan levend, die had 't in z'n keel, op z'n borst, in z'n buik, knieën cn beenen, eigenljjk was er niks waar ie 't niet in had en in z'n maag had ie ook niks, wilde ook niks hebben omdat ie te belabberd was. In Oude Schild zou ie gaan slapou, 'k was bang, dat ie 'n de tent ziek zou worden, langzaam sleepbeende ie weg, den dyk langs, hy dacht ook by z'n eigen: «wat is meneer begonnen, we zitte d'r nou wel, maar hoe komme we d'r uit." Och, daar daoht 'k nog maar niet aan, er was ook eigenlyk heelemaul niet aan te den ken, want met olkon vloed werd do ys-wal hooger, de lage richel zat nu ook al vol schotsen, een geul was alleen open, daar liep de Mok mee vol en leeg, maar de persing was er zoo erg, dat 'k me daar liever met de vlet niet in waagde. Nacht werd 't; 't stille, glanzende maan licht vloeide in eindelooze rust over do ruwe ijsvlakte; naargeestig kraakte en berstte het als de wringende, wielende ijsbonken dooreen warrelden; dat waren de eeuigste geluiden in dien konden, harren winternacht; flauw nevelden de duinen, wit-berypt aan zy overzyde van de baai op; de maan wierp or een jjlo lichtsluier over, vol geheimzinnig glauzon iu teere kleuren van indigo en diep nachtgroen. Lang stond 'k voor do tent, tuurde in dié geweldige eenzaamheid, dat reine, onbedorven natuur zoo dicht by menschelyk beschaving en toch zoo eindeloos ver. In dien nacht voelde ik het weer, het «waarom" van m'n lange, vermoeiende zwerftochten, waarover de sleurmensohen in de steden de schouders ophalen; 't was die zucht, dat ontembare verlangen de natuur te zien in al haar maag delijke schoonheid, met haar te worsteion on door haar gekoesterd te worden, te overwinnen, maar ook misschien eens vernietigd te worden, want zelfs de grootBte werken der menschen, niet van vleesch en bloed, als wy, maar van staal en steen zyn broos in haar handen, vol van onde oerkracht. Gjj, versufte stadsmenschen, die uw avon den doorsloft by de warme kachel, weet ge wat een winternacht is als ge avonds voor 't naar bed gaan door de ontdooide ruiten der verwarmde slaapkamer op den thermo meter kijkt? 20 gr. vorst! je bibbert tegen de kachelwarmte in, warmt in de dikke wol len dekens nitzweetend dat laatste beetje gehardheid nit het wrakke lichaam, niet van spieren en bloed, maar van slappe touwtjes en water! Altijd komt dan weer dezelfde don kost voor m'n kinderen"Maar ze vergeteD, dat die kinderen bleek zyn, dat de doktor met allerhande kunstmiddeltjes het teere Lichaam moet groot brengen, dat je vrouw ze niet meer zelf kan voeden, omdat zo te teer was vóór en na haar trouwen, dat die kinderen éók kinderen krygen en altyd zoo verder, tot de beschaafde wereld één geslacht is vau spierlooze zwakkelingen I Zoo rekent ge nog niet eens met u zelve, wat al die vermoeienis en inspanning je beloonen kan, want géén boek is zoo mooi als dat, waarin de natuur- zelf je lezen laat! Nooit heb ik berouw gehad over die harde uren op m'n lange zwerftochten, ze altyd op gevat als 'n felle atrjjd om do mooiste schat ten der wondere wereldgeheimen in m'n macht te krygen. In de tent was 't lekker, juist zoowat nul graden, dank zy de potrolenmlantaarn, die ik aan de kruislatten had opgehangendat 't zeegras een beetje naar mosselen en rottend wier rook, dat nam je op den koop toe, want de warmte stroomdo er heerlijk door je moeie, afgetobde lyf. Dicht tegen het tentdoek aangedrukt, word ik telkens wakker door iets, wat er tegen m'n rug schnnrde en bonkte, dat was 'n heel vreemd gevoellang lag ik er over te peinzen, wat de oorzaak wel zyn kon, totdat erdoffo snnffelgelniden by kwamen. Ik m'n tent uit... verbaasd naar die rossig gloeiende plek turend, daar midden in die maanlicht gedrenkte nacht duinen stonden de dikke woleohapen, echte Tesselaars, met de lange, verstandige koppen; 'n paar moedige exemplaren, door nieuws- gierigheid overmand, moesten al die geheim zinnigheid, nog nooit in hun schapenbestaan beleefd, wat van meer naby opnemen; nu werd me dat vreemde gevoel ineens duidelyk, 'k liet de beesten gelooven aan 't visioen uit den schapenhemel, kioop weer in m'n nog warme zeegras nest, sliep rustig in, beol te- FEUILLETON. 6) TT DW ..mo.e^er voelde, dat zy sterven ging, heeft zy dikwyls gebeden en gesmeekt: Oö* m#t mogelyk dat deze kelk aan mij voorby gaat?" Zy scheidde van ons met angst en zorgen. Ik weet echter dat zij zich onderwerpend aan Gods wil heeft gezegd: „Niet myn wil, maar Uw wil ge schiede. Toen ik begon te beseffen, dat ik een ongelukkig schepsel ben, toen het meisje, dat ik hef had my koel afwees met een spottenden blik en ik wist, dat ik nooit zoo gelukkig zou zyn door een vrouw bemind te worden, toen heb ik ook my niet willen schikken in het lot dat my beschoren is; toen heb ik gemord en m\j tegen het nood lot verzet, en myn ziel was bedroefd tot in den dood. En ik kwam hier en vond jou. Je liefkoosende kinderhand heeft my tot zachtmoedigheid gestemd en my met myn lot verzoend. Ook uw vader heeft bitter toen Mj op de knieën voor het sterfbed van uw moeder lag en niet missen wilde, wat bem het dierbaarst ter wereld was. Hy heeft veel geleden, door het ver hes van haar, die zyn steun was en zijn geluk uitmaakte. Maar het werd hem niet bespaard den met wreed harteleed gevulden beker te ledigen." Marie h0C trearig' dieP tr«uriKweende Het leven is geen spel, arm kind, fret een taak, een school, gelukkig degene, die naar zyn geweten handelt. «Wanneer ge een beroep doet op myn geweten, oom Hans," zei Maria op vasten toon, tbedenk dan, dat ge my niet kunt overreden om voor Gods altaar liefde te beloven aan een man, dien ik niet lief heb. Hoe Zou ik myn geweten met een lengen bezoedelen?" «Gy zult hem de liefde toedragen, die God ons geschonken heeft, die we onze naasten moeten toedragen. Goldammer is niet slecht, hy is een verstandig man en vrooljjk tevens. Gy belooft hem trouw uw plicht ais zyn vrouw te volbrengen. Dat kunt ge doen «Zyn vrouw worden Het meisje schudde het hoofd. gNooit, nooit 1" Zy was nog steeds vol gramschap en haat, hield haar ooren dicht en liep weg. Toen zy voor de kenken stond, viel haar iets in. Zy moest aan haar vader zeggen, dat zy onder geen voorwaarde het verzoek, dat oom Hans haar had gedaan, kon ver vallen. Zy hoorde haar vader in de kamer praten. Zyn stem kloük dof, zooals altyd, wanneer hy in zichzelf sprak. Zonder nadenken ging zy vlug by hem. Emil Liebreich stond voor het portret van zyn geliefde vrouw en sprak tot de dierbare overledene, alsof zy hem kon hooren. Zyn dochter hoorde by het binnenkomen juist nog de ernstig gesproken woorden: „Help my, sta my by in myn noodl" Aangegrepen door dit schouwspel stond Marie eenige oogenblikken stil en durfde nauwelyks tot den in gedachten verzonken man te spreken. Hfy had haar binnenkomst echter bemerkt en keek haar met een verhelderden blik aanDaar komt de hulp, de redding uit den noodl" «Dat wat ge meent, wat ge van my ver langt, vader, Goldammer dat kan ik niet, dat doe ik niet, vader 1" «Myn kind, wat zal er dan van ons worden «Draag my iedere taak op, maar my ver- koopen, een slavin een man met tegenzin toebehooren dat is verschrikkelijk I" ,En wanneer ge nw krachten geheel ver zwakte, nwo handen tot bloedens toe gebrnikte, dan zoudt ge nog nauwelyks in staat zyn om u in het leven te houden. Hoe wordt vrouwenarbeid betaald Uw moeder heeft dikwyls tot in den nacht zitten naaien en hoeveel heeft dit opgeleverd O, kon ik maar iets doen wat waarde heeft!" «Is het dan niet van groote waarde om uw armen zwakken vader uit den nood te helpen Jawel, maar hoel" ffWy moeten God danken, dat hy ons de helpende hand toereikt en haar dankbaar aannemen. Goldammer is alleen in staat om ons uit den nood to helpen." «Dat is onwaardig, dat is afschuwelijk I" «Marie, ik zweer je by den naam van je overleden moeder! Zy wil, dat je je ouden vader zult by staan hy hief de armen in vertwijfeling omhoog. En nn gebeurde er iets ongehoords, iets, dat het meisje door merg en been ging. De lange magere man knielde aan de voeten van zyn kind en omvatte vleiend haar knieën. Ontsteld groep zy hem by de armen en deed hem opstaan. Daarby stamelde zy„Zoo niet, vader, zoo niet dat is verschrikkelijk, dat mag niet gebeuren, dat is tegen de natuur!" Zij omvatte hem liefdevol, deed hem neer zitten, streek hem over de wang, knielde voor hem noer en beloofde alles voor hem te doen, wat hy verlangde. By dit gezegde klaarde zijn gelaat op, en hy lachte haar toe, noemde haar zyn lieve engel, zyn juweel, prees haar odel hart, waar hy niet tevorgeefs aangeklopt had en verzekerde: «Gy zult gelukkig worden, zeer gelukkig! Do zegen van de ouders bouwt het huis van de kinderen." De ontroering van het meisje loste zich in tranen op. Zy legde het hoofd op zyn knieën en begon hartverscheurend te snikken. De vader streelde heur haar en sprak haar vriendelijk toe. Na een pooBje seide hy, dat zy moeBt gaan en zich een beetje lief uan- kleeden. Hy wilde Goldammer dadelyk nog gaan zeggen, dat zy zyn aanzoek dankbaar aannam. Dat kon Marie niet aanhooren. Zy liep weg en zonk by de tafel op oen stoel, legde de armen op de tafel, en liet het vermoeide hoofd daarop ruston. Alles om haar heen scheon verzonken, alles veranderd, en het leven een walgingwekkende chaos. Zy kon hot zich nog niet voorstellen, dat zy voortaan altyd aan de zyde van den man moest blijven, die voor haar in haar kinder jaren de gevreesde huisheer, later een goede oom geworden was, die haar nn langzamer hand als een verliefde oude man bovenmate onaangenaam was geworden. Liebreich echter haastte zich na een kort gesprek met neef Hans naar Goldammer. Hy was bang, dat zy nog eens tot andere gedachten kon komen. Het reddingsanker moest zoo stevig mogelyk vastzitten. Hy zon echter ook Goldammer aangenaam stem men, als hy zoo gauw het bljjde Ja" bracht. Hij was na de gever en trad das met een geheel andere houding het kantoortje binnen. Op het oogenblik, dat Liebreich zyn blik op den nog aan den lessenaar zittenden zakenman gevestigd had, kwam juffrouw Duvernicr uit do naar den winkel leidende denr, om iets aan haar patroon te vragon. Zy deed de deur tot op een kier dicht, toen zy de stem van den fotograaf hoorde, en bleef staan luisteren, alles hoorend en ziendo, wat er gebenrde. „Uw aanzoek om de hand van myn doch ter", begon Liebreich, „stemt hot hart van Marie tot vreugde. Het aanzoek van zulk een achtenswaardig man, als gij syt, edele vriend, moet een jong onbeduidend meisje wel vereoren i" De dweepcr en droomer geloofde zelf, wat hy gaarne wilde gelooven en wat hy zich al meer en meer inbeeldde. „Nu ja," antwoordde Goldammer, die was opgestaan, „ik was er ook werkelijk niet bang voor. Al zyn de meisjes nog zoo preutsch, zy happen toe als men haar den trouwring voorhoudt „Wilt ge zoo vriondoljjk zyn met me naar boven te gaan Dan kan do verloving meteon beklonken worden." Goldammor keek op zyn horloge„Daar is geen haast by. Nn ik zeker bon, dat die lieveling do myne wordt, kan ik éók wel op gewonen tyd oten. Maar na het slaapje, vrioud, zoo ongeveer om vier uur zal ik by u komen, dan kannen we alles in orde brengen. Dan kom ik mijn geliefde om helzen." Liebreich was er verwonderd over, dat do kapper volstrokt geen haast maakte om by zyn geliefde te komen en ging langzaam de trap op naar z{jn woning om Hans Azsel alles te vertellen, wat er besleton was. Goldammer was zeer tovreden. Hy meende, dat hy het zichzelf verplicht was, een zekere waardige terughouding in acht te nemen. H(j wilde reeds dadelyk zyn standpunt goed e man, die aan uitkomen; hy was de ryke deed om een arm meisje. Ook nog een andere reden hield hem terug. Met een bijzonder govormden sleutel opende hy het achterste vakje van hot schrijf bureau, waar hy de sieraden van zijn over leden vrouw bewaarde. Het was volstrekt nutteloos, mooie dingon voor veol geld to koopen, terwyi hij deze dingon hier toch had liggenals ze weer gepoetst waren, konden zy best nog eens dionst doen. Na lang zoeken koos hy een ring, waarin drie gekleurde steenen zaten, een zwarte, een roode en een groene, die do zinnebeelden van geloof, hoop en liefde voorstelden, en een camée broche ter grootte van een appel; deze prachtige gesnedon steen stelde het hoofd van eon godin voor, omkransd door bladeren van den wijnstok. Dit sieraad wilde hy zyn .nieuwe" harte- dief dezen namiddag ten geschenke geven. Zoodra jnöVouw Duvernior begrepen had, wat de twee mannen met elkaar bespraken, besloot zy nog te elfder ure een poging te wagen, om dit dreigende gevaar af te wonden. Zij liep, zoo hard zjj kon, do trap op naar de woning van den fotograaf. Zij had hst al lang gevreesd en zien aankoMea. (Tfordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1