KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WIerIngen en Anne Peulowne.
No 3958.
Zaterdag 14 Januari 1911.
39ste Jaargang.
Eerste Blad.
Het Stadsmeisje.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 1.
Pre- Zondagsblad 37* 45 10.
miën J Modeblad »»»55»»»»65» f 0.
(Voor het buitenland bij rooruitbetaling.)
Advertentiën *an 1 tot 5 regels 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exeinplaar2J
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon IS.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder.
Bureaus Spoorstraat en Koningstraat.
Aan onze Lezeressen.
De behoefte aan het bezit van een degelyk,
Eractisch Modeblad, hetwelk volledig voorlicht,
etreffende de eischen welke de mode stelt, doet
zich thans het meest gevoelen.
„HET NIEUWE MODEBLAD",
hetwelk bjj den uitgever van dit blad is verkrijgbaar
gesteld, kost slechts 55 ets. p. 3 maanden (franco
p. post 65 ets.) verschijnt 2 maal per maand, alzoo
0 nummers in één kwartaal, en is
een Modegids bij uitnemendheid.
Het bevat afboeldingen van de fraaiste toiletten
zoowel als van meer bescheiden costumes eneene
uitgebreide collectie voor kindergoed.
Het is onontbeerlijk voor elke huismoeder, die
er prjjs op stelt, zich en hare kinderen smaakvol
en toch weinig kostbaar te kleeden. Elke aflevering
ia vergezeld van een uitvoerig patronenblad, zoodat
men in staat is een betreflend costuum ot model
daarvan zelf te vervaardigen.
Het blad is van groote waarde voor jonge Dames,
wagens een schat van afbeeldingen van handwerken.
Meerdere malen wordt eene modeafbeelding op
de voorpagina artistiek in kleuren afgedrukt.
Wy wekken onze lezeressen op, zich op dit
fraaie en goedkoope Modeblad te abonneeren.
Voor nieuwe inteekenaren is een nummer ver
krijgbaar, zoolang de voorraad strekt, aan het
.Bureau van dit blad, Spoorstraat 99.
t Januari is 't Ie kwartaal ingetreden.
De Administratie van dit blad.
UIT HET BUITEHLAHO.
De genezing van Belgie's sympathieke
koningsvrouwe gaat langzaam maar zeker
vooruit. Zy kan reeds het kasteel van Lae-
ken doorwandelen en oenige familieleden en
hovelingen ontvangen. Dunrt de beterschap
voort, dan zal de koningin tegen het eind
van Januari by gunstig weer voor 't eerst
buiten mogen komen. Het Belgische volk
legt groote belangstelling aan den dag voor
H. M.'b toestand. Trouwens reeds als prin
ses was zy door het Brusselsche volk om
hare liefdadigheid en hare minzaamheid zeer
geliefd. Het^ «Hbld. van Antw.' meldt dat
de koninklijke familie het voorjaar in Os-
tende zal doorbrengen.
Uit Brussel wordt berioht dat het hoofd
comité van den Bond van mijnwerkers Zon
dag te Luik een vergadering heeft gehouden
en zich verklaard heeft voor de algemeene
werkstaking. L'? mijnwerkers uit de omstre
ken van Vervkrs hebben zich by de staking
aangesloten. In de bekkens van Charleroi
en Bergen blijft het rustig.
De Fransche Kamer blijft weer byeen. De
verkiezing van een voorzitter had nog al
belangstelling gewekt het aantal afge
vaardigden by de opening was zeer groot.
Daar waren er die beswaar hadden den
"origen voorzitter Brisson te herkiezen om
dat hy te ond wordt hy is 75 jaar. An
deren hadden hem kwalijk genomen dat hy
een stakers deputatie indertijd niet tot het
gebouw der Kamer toeliet. Daar waren nog
andere grievende leiding was niet krachtig
genoeg getuige de stormachiige tooneelen
in de Kamer die trouwenB niet van van
daag of gisteren zjjn in de Fransche Kamer.
Daarby gevoegd de politieke tegenstanders
die een gematigder man wilden. By de eerste
stemming haalde hy dan ook niet de helft
plas één. By herstemming werd Brisson
echter gekozen.
De tTemps' verklaart zich in een krach
tig artikel tegenstander van het duel en pryst
de strafbaarstelling ervan in het ontwerp-
Lemire voorgesteld. Maar hst blad wyst er
op dat strenge strafbepalingen zullen moeten
worden voorgesteld om afdoende resultaten
te verkrygen. Het blad wil aan de duel
woede, die, naar men weet, in Frankryk groot
is, een einde maken door naar Engelsch voor
beeld de doodstraf te stellen op deelneming
aan het tweegevecht. Wat de eer... betreft,
die zal in Engeland wel zoo hoog staan als
in Frankryk, al duelleert men er daar niet
om.
Het personeel van de Oosterspoorwegen
heeft een congres gehouden waarop echter
slechts het vierde deel der afdeelingen ver
tegenwoordigd waren. By hot eerste deel
der vergadering, waar de staking werd be
handeld, werd de pers niet toegelaten.
De vergadering nam een motie aan, waarin
het voorgestelde regeeringsontwerp wordt ver
worpen, daar het feitelyk bedoelt, den spoor
wegbeambten het stakingsrecht te ontnemen,
welk reoht door dezen beschouwd wordt als
ten slotte het eenige middel om voldoening
te verkrygen van rechtmatige eischenterwyi
de cheminots" tevens verklaren, dat dc ont
neming van het aloude en hnn van nature
toekomende recht van staking een maatregel
van reactie zou blijken, welke eer troebelen
zou uitlokken dan den socialen vrede be
vorderen.
De Koning van Spaiye is in gezelschap van
Canalejas en de ministers van Oorlog en Marine
Zaterdagochtend te Melilla gearriveerd. Hy
woonde een Te Deum by en begaf zioh ver
volgens naar het kamp. In den stoet gingen
afgevaardigde van de stammen uit den omtrek.
By aankomst defileerden de troepen en do
inlandsche politie voor den Koning, dien de
bevolking en de inlanders langdurigtoejuiohten.
De Koning wydde een mausoleum in, op
gericht ter nagedachtenis van de slachtoffers
van den veldtocht. By deze plechtigheid was
Alfonsus zichtbaar geroerd.
Oostenrijk hoeft weer een ministerie. De
Polen hebben er twee vertegenwoordigers in
en zullen dus tot do ministriëelen behooren.
Het Kabinet zal met een kleine meerderheid
kunnen regeeren. Het hoopt echter door eenige
cousessies ook nog de Tsjechen te winnen;
dan was de meerderheid een beetje vaster,
althans voor een tydje, want in Oostenrjjk
steekt na korten tyd toeh altyd het nationalisme
weer een spaak in 't wiel.
De commandant van het Amerikaansche
slagschip «Minnesota", Sima, had dezer dagen
te Londen by een feestmaal in de Gilderzaal
een redevoering gehouden, waarbjj hy als zyn
persoonlijke moening verklaarde, dat Enge
land, indien het ernstig door een buitenland-
scho mogendheid werd bedreigd, zou kunnen
rekenen «op eiken dollar en eiken man van
de stamgenooten aan de overzyde der zee".
De redevoering wekte ontstemmig in Duitsch-
land maar ook in Amerika, waar tegenwoordig
een sterk sprekende gezindheid voor arbitrage
aan den dag treedt. President Taft heeft den
commandant eene openbare berisping toege
diend. Men verwacht dat Sims zyn post wel
zal neerleggen.
De Pruisische Landdag is weer byeen.
Von Bethman Hollweg en de minister van
Financiën legden zeer gunstige verklaringen
af, omtrent den finaneiëelen toestand van het
Koninkryk. Nieuwe groote leeningeu zullen
dit jaar niet noodig zyn. In den Ryksdag
wordt oene interpellatie behandeld over de
achteruitgang der lucifers-industrie, veroor
zaakt door de nieuwe belasting op de lucifers.
Ook het Centrum verklaarde zich niet inge
nomen met deze belasting.
HiEUWSBERICHTEN.
HELDER, 18 Januari.
De „Zeven Provinciën" te Kaapstad.
Reuter meldt uit Kaapstad d.d. 10 Jan.:
Op den verjaardag van prinses Juliana heb
ben de Hollanders hier ter stede eenige
oranje-boompjes geplant. Heden werden de
jonge planton overgebracht naar den Stads
tuin, waar zy in tegenwoordigheid van den
consul-generaal der Nederlanden, senator
Reitz, officieren en manschappen van 't oorlogs
schip de «Zeven Provinciën" en vertegen
woordigers van Hollandsche en Afrikaander
burgers werden overgeplant.
De consul-generaal xeide in zyn welkomst
rede aan de Nederlandsche officieren en
manschappen, dat het leven van een Oranje
boom voor Nederlanders en Nederlr.ndsch
sprekende Afrikaanders vol hooge beteekenis
en symbolisme is en hy herinnerde eraan,
dat de plaats, waar de Oranjeboomen geplant
waren, een gedeelte is van den proeftain,
aangelegd door de oode Oost-Indische
Compagnie.
De kapitein van het oorlogsschip beant
woordde de welkomstrede.
De plechtigheid eindigde met het zingen
van het Nederlandsche volkslied.
Een Duitsch oordeel over onze Marine.
Men schryft aan de »N. R. Ct.":
In do Marine-Rundschau, aflevering Decem
ber 1910, komt voor een zeer gedetailleerde en
juiste beschrijving van de marine-manoeuvres,
gehouden in 1909 in de stelling van den
Helder.
Waar dit orgaan beschouwd wordt als het
orgaan van de Duitsche admiraliteit, is het
niet van belang ontbloot het oordeel over
deze manoeuvres in wyder kring bekend te
doen zijn.
Aan het slot zegt do zaakkundigo schrijver
«Zyn deze manoeuvres, wier grootsohe op
zet niet steeds in overeenstemming was met
het voorhanden materieel, bijzonder interessant
wegens de denkbeelden die de grondslag
vormden, zy geven ook aanleiding tot een
reeks vau feiten op zich zelf, die getuigen
van een doelbewuste wyze van werken in
de Nederlandsche marine.
«In de eerste plaats vestigen wy de aan
dacht op de navigatie, zoowel van de schepen
als van de torpedobooten. Zoowel over dag
als 's nachts is gedurende acht dagen door
de voor deze gelegenheid te zamen gebrachte
schepen en torpedobooten, meest tjjdens slecht
weer, in de nauwe vaarwaters, op de wyze
zooals dat in oorlogstijd zal moeten geschieden,
gemanoeuvreerd zonder dat eenige averij van
belaDg voorkwam, een omstandigheid, die
pleit voor de goede zoemansvorming van
den Nederlandachen zeeofficier. A1b men ver-
dor het torpedobootmaterieel beschouwt en
daarby nagaat welke prestaties deze kleine
vaartuigen te zien gaven, dan komt zeer
veol lof toe aan hen, die zonder torpedo
jagers, kruisers of scouts, geheel op zich
zelf aangewezen, het commando voerden.
Ook het optreden van de onderzeeboot, die
geheel zonder begeleiding werkte, getuigt
van de degelijke oefening in dit nog jonge
wapen.
Alles te zamon genomen kan men zeggen,
dat uit deze oefeningen een frisscke, voor
uitstrevende geest spreekt, welke zich reeds
liet binden door het beklemmende van de
aanwezige verhoudingen, en die, in overeen
stemming mot de geschiedenis van het land,
den waardigon indruk vestigt, dat Holland
een inbreuk op zijn neutraliteit kraohtig zal
bestrijden en hiertoe ook in staat is."
Vermorzeld.
In de papierfabriek te Velzen is een ernstig
ongeluk voorgevallen
Zekere Wolternnn, 18 jaar, is gegrepen
door de rollen van een peremachine.
Met den rechterarm vooruit is hot lichaam
tusschen de rollen doorgetrokken.
Daar de ruimte tusschen de rollen slechts
8 c.M. bedraagt, is het lichaam geheel ver
morzeld.
De ongelukkige, die natuurlijk onmiddellijk
dood was, was ongehuwd.
De ex-burgemeester van Egmond.
Voor de Alkmaarsche rechtbank heeft
Dinsdagnamiddag terechtgestaan P. P., oud-
burgemeester van Egmond aan Zee, op dit
oogenblik wegens valschheid' in geschriften
gedetineerd in de strafgevangenis te Alkmaar,
ter zake, dat hy te Egmond aan Zee, ter
wyi hy was burgemeester en secretaris dier
gemeente en in die kwaliteit mede hield de
openbare verpachtingen voor termynen van
telkens vyf jaar van de invordering en op
brengst van den tol op den straatweg tus
schen Egmond aan Zee en Egmond aan de
Hoef, door B. en W. van Egmond aan Zee
gehouden op schriftelijke voorwaar jn, welke
na voorlezing van de van de verpachting
opgemaakte processen-verbaal werden onder
teekend door B. en W., den pachter en diens
borgen, en van welke art. 14 luidde: «Bin
nen 8 dagen na de toewijzing zal de pachter
verplicht zyn in handen van den secretaris
der gemeente te voldoen de kosten van
zegel, registratie enz. op deze acte vallende»,
in de uitoefening zyner kwaliteit van secre
taris voornoemd als hem zelf ot aan de ge
meente, althans van onze of eenige andere
openbare kas verschuldigd voor op die ver
pachting en hot daarvan opgemaakte proces
verbaal vallende kosten heeft gevorderd en
op verschillende tijdstippen van verschillen
de pachters bedragen heeft ontvangen welke
hy wist dat niet verschuldigd waren en die
althans aan een ander toebehoorden dan aan
hem.
Na een ondervraging van bekl. door den
president verscheen als eerste getuige de
pachter J. Ruig woud die verklaarde, dat hy
de voorwaarden waarop de tolverpachtingen
plaats moesten vinden, nimmer had hooren
voorlezen. Hy wist echter dat hy 10 pet.
onkosten behoorde te botalen en dat niet ter
gemeentesecretarie, doch by den heer P. aan
huis. Toen het by de laatste tolverpachting,
die onder den nieuwe burgemeester plaats
vond, bleek, dat er geen 10 pet. behoefde
betaald te worden, is hy oogenblikkelyk naar
den heer P. gegaan, die hem het destyds te
veel betaalde restitueerde. Dit jaar heeft hy,
die de tol opnieuw pachtte, slechts f 4.44
behoeven te betalen. De heer P. had hem
by de restitutie verzocht het stil te houden.
Bekl.Dat is niet waar 1
GetuigeIk heb er hem de hand op moe
ten geven I
De pachter Job de Yry verklaarde dathjj
destyds voor de verpachting ook 10 pet.
onkosten aan bekl. had betaald. Hy had
dit geld zelfs by andoren voor deze betaling
moeten leenen. Bekl. had hem gezegd, dat
deze onkosten noodig waren voor de regi
stratie en voor de rechtbankToen later
dezen getuige bleek, dat ook hij te veel be
taald had, heeft hy bekl. om restitutie ver
zocht. die hieraan onmiddellyk voldeed. Per
soonlijk kwam hy het geld brengen, doch
heeft by die gelegenheid niet om geheim
houding verzocht.
Getuige P. de Graaf, die den vorigen get.
geld voor do 10 pet. betaling had geleend,
had hiervoor den heer P. aangesproken en
zyn verwondering te kennen gegeven, dat
deze onkosten zoo hoog waren. Toch moes
ten ze betaald worden, had P. geantwoord,
de onkosten werden steeds hooger.
De heer v. YViersnm, ontvanger der rogi-
stratio, kwam verklaren, dat roor dit soort
onderhondsohe acten volgens den Hoogen
Raad geen registratierechten verschuldigd
waren. By tjjdige aanbieding had dit desge-
wenscht, wel kannen geschieden.
De gemeente-ontvanger van Egmond aan
Zee, de heer Jozef vau de Pol, getuigde,
dat nimmer door den heer P. iets van de
ontvangen 10 pet. in de gemeentekas was
gestort.
Het O. M., waargenomen door mr. Hano-
graatf, verheelde het niet, dat zy thans in
bekl. een geheel ander persoon zag dan toen
hy de vorige maal hier voor deze rechtbank
terecht stond. Toen zag hy in hem iemand,
die één keer gedwaald had, zij het dan ook
door vyf maal valschheid in geschrifte te
plegen, doch overigens smettelooze admini
stratieve gaven bezat. Thans moet hij aan
nemen zich vergist te hebben en zyn sym
pathie aan een verkeerde zyde te hebben
geplaatst. Wat later aan 't licht gekomen
is, strekt den heer P. niet tot eer. Niet meer
ziet spr. in hem den man van vroeger, doch
thans iomand, die ernstig heeft gefraudeerd
en missohien nog meer verkeerds heeft ge
daan dan wy vermoeden. By zyn vorig re-
qnisitor heeft de officier een woord gebruikt,
dat hem veel leed en onaangenaamheid heeft
bezorgd. Hy heeft toen gesproken van een
machinatie, die het er te Egmond op toe zou
gelegd hebben, den heer P. ten val te bren-
geu. Gaarne wil hy thans van deze plaats
verklaren, dat hy niet bedoeld heeft, dat er
valsohe aantijgingen zouden geschied zyn,
t>ok niet dat er een onrechtmatige samen
spanning zou zyn, die den val van den heer
F. op 't oog had, maar spr. heeft bedoeld,
dat er te Egmond personen van verschillende
maatschappelijke posities waren, die al hnn
versehilpnntea op zy hadden gezet om te
bereiken dat P., die hnn een doorn in het
oog was, verwijderd zou worden.
De 61-jarige, thans ambtelooze P. staat
nu weer terecht, doch hem is in verband
met een verjaringstermijn, niet alles ten laste
gelegd kunnen worden. Door spr. is hom in
de dagvaarding ten laste gelegd knevelarij,
in 1900 gepleegd, subsidiair verduistering
van gelden, die hy in dienstbetrekking onder
zich had en nog snbsidiairder oplichting,
gepleegd in 1905.
Spr. betoogde nn, dat het ten laste ge
legde bewezen is en P. zyn verkeerde han
delingen had verricht ais ambtenaar der ge
meente, als secretaris. Bekl. mocht heffen
kosten van zegels, registratie «enz.*, doch
het «enz,1 mocht nimmer inhouden de gel
den, die hy zich heelt toegeëigend. Een
usance op dit gebied, zooals bekl.'s verde
diging luidt bestond niet. In 1875 werd 7
pet. geheven, in '80 6 pet., in '85 10 pet.,
en dit is niet besloten door B. en W. Bekl.'s
mededeelingen op dit pnnt zyn losse gezeg
den. De tegenwoordige burgemeester of se
cretaris van Egmond aan Zee zou dit kunnen
verklaren.
Er bestond by bekl. kwade tronw. Dit
blijkt uit het teruggeven van het geld op
eerste aanvrage. Ook is de houding van een
persoon, die bevreesd is, dat er wéér iets
te zjjne nadeele voor don dag zal komen.
Ook blykt de kwade trouw hieruit, dat de
betalingen van do 10 pet. niet ter gemeente
secretarie doch ten huize van bekl. moesten
plaats vindon. De deur toe doet de bang
makerij tegen eeD der pachters: dat de gel
den verschuldigd zyn voor registratie en de
rechtbank
Spr. ging nu de subsidiair ten laste ge
legde feiten nog na en merkte, komende tot
de strafmaat op, dat bekl. de sympathie
verbenrd heeft, die hy wist te wekken, toen
hy voor de eerste maal terecht stond en zich
na een eisch van S maanden, tot 14 dagen
gevangenisstraf hoorde veroordeelen. Trou
wens het gerechtshof heeft er anders over
geoordeeld en toon bekl. in appèl gegaan
was, kreeg hy 3 maanden. Spr. had destyds
ongelijk, toen hy meende, dat bekl. iemand
was, die met een handschoen moest worden
aangepakt. Een lange straf zal nu naby
komen aan den ernst van het misdrijf.
Geëischt werd 1 ja.r, met last tot gevan
genneming, daar vrees tot ontvluchting be
staat.
Als verdediger trad op mr. P. A. Offers,
die in een lange beschouwing de dagvaar
ding bestreed, speciaal wat betreft het feit,
dat bekl. zyn handelingen zou gepleegd
hebben in de rechtmatige uitoefening zijner
bediening. Nadat pleiter ook de aanneming
der kwade trouw had bestreden en bet sub
sidiair ten laste gelegde, riep b(j de clemen
tie der rechtbank in.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald over 8 dagen.
OE MOORD OM.
Door d* Jutter.
(Vervolg).
Met onze heele lichaamszwaarte hingen
we aan de riemen, taai esschenhout, dat ze
bogen alB hoepels, wild 't water wegkolkten,
maar opschieten deeën we niet hard. Vlak
onder 't walletje van Texel had zich 'n
zware ijBdam opgestapeld, nieuwe schotsen
schuurden tegen de randen, knarsten en
berstten, ver kraakte het door de windstilte
altyd zwaarder werd 't pakijs, moest ik
met 't haakie op 't vletneussie zitten om de
groote schotsen op zy te duwen.
«Daar hei je de Mok, Jan maar hoe
komme we d'r in? jongen, wat 'n ys!«
'n Groote, zware muur had zich dwars
voor den ingang opgestapeld; met hoog ty
waren aldoor maar weer nieuwe bonken op
geschoren, één enkele riggel was nog al
laag gebleven, mooi glad, aan den anderen
kant liep 'n lange open geul de Mok in.
,We motte maar wachten tot de vloed
gaat loopen, dan schuiven we hier over die
bank.'
't Anker gooiden we op den jjswal, prik
ten met de haken de zware schotsen van de
boot weg, die alweer uit de Noordzee terug
kwamen dry ven langzaam rees 't water,
kabbelde al over de richelnog 'n half
uurtje on we lagen vlot in de diepe geul!
Nu ging 't flink op de riemen de baai in,
daarachter dat steenen dammetje, waar we
niet bang behoefden te zijn, dat de schuit
in de persing zou komen, wilden we landen
nog 'n 300 meter en we waren er!
«We loopen vast, JanI» sleepend schuur
den de scheggen op 't harde zand, dan 'n
licht schokjeboem, daar zaten we, zoo
vast als 'n muur, overal in 't rond week
papijs mot hier en daar 'n paar harde bonken.
Dat is om uit je vel te Bpringen, zoo vlak
by land en er toch niet komen kunnen. Jan
zag er uit als Adam, die uit 't Paradijs
gegooid was; gelukkig echter is Adam niet
zoo leelyk geweest, want dan zou ons ge
slacht van zich zelf in den spiegel geschrok
ken zyn.
De vlet lag diep met de tent en alle andere
bagage, 't anker en de lange trossen.
,We motte d'r uit, Jan, oerst die rommel
naar wal sleepen om de boot wat te lichten.'
Ja, daar zat niks anders op, laarzen, kou
sen en broek gauw uitgetrokken... brrrl
wat schrijnde dat papijs langs je beenen.
Van 'n moet maak je gauw 'n dengd en
zoo was 't ook hier mee, op 't laatst merkte
je haast niet meer, dat 't water koud was,
als jo tenminste dat weeke goedje, wat om
je beenon zoog, nog water noemen kon.
Toch begin je 't danig in je buik te voe
len als je zoo 'n uurtje met die karrewei
bezig bent geweest. Zoo gauw toen de tent
op den wal lag zette Jan 'r op, maakte vast
'n vuurtje, sleepte dan groote bossen zeegras
naar binnen dat gelukkig veel was aange
spoeld, ik sjonwde alles wat maar even go-
wicht had door 't papys, van den wal naar
de schuit en van de schuit naar den wal,
nu de takel nog aanslaan waarmee we de
vlet heol netjes naar ons toe haalden, stevig
op 'u hoogo ysrug veilig tegen de persing
die 'n eind verder de sohotsen opstapelde.
'i Was mooi laat geworden voordat 't war
me bakkie in onze maag klotste waar 't zoo
□aar hol klonk als in 'n leeg botervaatje.
Verwonderen kon je dat niet, sinds dertig
uren niets gegeten, alleen maar 'n paar kop
koffie, daarby al dat sjouwen, zwoegen on
kou lyden
't Maantje kroop rustig langs den blanken
hemel, deed 't nog kouder lyken als 't was,
20 gr. vorst is toch al geen kleinigheid. Jau
was meer dood dan levend, die had 't in z'n
keel, op z'n borst, in z'n buik, knieën cn
beenen, eigenljjk was er niks waar ie 't niet
in had en in z'n maag had ie ook niks,
wilde ook niks hebben omdat ie te belabberd
was. In Oude Schild zou ie gaan slapou, 'k
was bang, dat ie 'n de tent ziek zou worden,
langzaam sleepbeende ie weg, den dyk langs,
hy dacht ook by z'n eigen: «wat is meneer
begonnen, we zitte d'r nou wel, maar hoe
komme we d'r uit."
Och, daar daoht 'k nog maar niet aan, er
was ook eigenlyk heelemaul niet aan te den
ken, want met olkon vloed werd do ys-wal
hooger, de lage richel zat nu ook al vol
schotsen, een geul was alleen open, daar liep
de Mok mee vol en leeg, maar de persing
was er zoo erg, dat 'k me daar liever met
de vlet niet in waagde.
Nacht werd 't; 't stille, glanzende maan
licht vloeide in eindelooze rust over do ruwe
ijsvlakte; naargeestig kraakte en berstte het
als de wringende, wielende ijsbonken dooreen
warrelden; dat waren de eeuigste geluiden
in dien konden, harren winternacht; flauw
nevelden de duinen, wit-berypt aan zy overzyde
van de baai op; de maan wierp or een jjlo
lichtsluier over, vol geheimzinnig glauzon iu
teere kleuren van indigo en diep nachtgroen.
Lang stond 'k voor do tent, tuurde in dié
geweldige eenzaamheid, dat reine, onbedorven
natuur zoo dicht by menschelyk beschaving
en toch zoo eindeloos ver. In dien nacht
voelde ik het weer, het «waarom" van m'n
lange, vermoeiende zwerftochten, waarover
de sleurmensohen in de steden de schouders
ophalen; 't was die zucht, dat ontembare
verlangen de natuur te zien in al haar maag
delijke schoonheid, met haar te worsteion on
door haar gekoesterd te worden, te overwinnen,
maar ook misschien eens vernietigd te worden,
want zelfs de grootBte werken der menschen,
niet van vleesch en bloed, als wy, maar van
staal en steen zyn broos in haar handen, vol
van onde oerkracht.
Gjj, versufte stadsmenschen, die uw avon
den doorsloft by de warme kachel, weet ge
wat een winternacht is als ge avonds voor
't naar bed gaan door de ontdooide ruiten
der verwarmde slaapkamer op den thermo
meter kijkt? 20 gr. vorst! je bibbert tegen
de kachelwarmte in, warmt in de dikke wol
len dekens nitzweetend dat laatste beetje
gehardheid nit het wrakke lichaam, niet van
spieren en bloed, maar van slappe touwtjes
en water! Altijd komt dan weer dezelfde don
kost voor m'n kinderen"Maar ze vergeteD,
dat die kinderen bleek zyn, dat de doktor met
allerhande kunstmiddeltjes het teere Lichaam
moet groot brengen, dat je vrouw ze niet
meer zelf kan voeden, omdat zo te teer was
vóór en na haar trouwen, dat die kinderen
éók kinderen krygen en altyd zoo verder,
tot de beschaafde wereld één geslacht is vau
spierlooze zwakkelingen I Zoo rekent ge nog
niet eens met u zelve, wat al die vermoeienis
en inspanning je beloonen kan, want géén
boek is zoo mooi als dat, waarin de natuur-
zelf je lezen laat!
Nooit heb ik berouw gehad over die harde
uren op m'n lange zwerftochten, ze altyd op
gevat als 'n felle atrjjd om do mooiste schat
ten der wondere wereldgeheimen in m'n macht
te krygen.
In de tent was 't lekker, juist zoowat nul
graden, dank zy de potrolenmlantaarn, die
ik aan de kruislatten had opgehangendat 't
zeegras een beetje naar mosselen en rottend
wier rook, dat nam je op den koop toe, want
de warmte stroomdo er heerlijk door je moeie,
afgetobde lyf.
Dicht tegen het tentdoek aangedrukt, word
ik telkens wakker door iets, wat er tegen m'n
rug schnnrde en bonkte, dat was 'n heel
vreemd gevoellang lag ik er over te peinzen,
wat de oorzaak wel zyn kon, totdat erdoffo
snnffelgelniden by kwamen. Ik m'n tent uit...
verbaasd naar die rossig gloeiende plek turend,
daar midden in die maanlicht gedrenkte nacht
duinen stonden de dikke woleohapen, echte
Tesselaars, met de lange, verstandige koppen;
'n paar moedige exemplaren, door nieuws-
gierigheid overmand, moesten al die geheim
zinnigheid, nog nooit in hun schapenbestaan
beleefd, wat van meer naby opnemen; nu
werd me dat vreemde gevoel ineens duidelyk,
'k liet de beesten gelooven aan 't visioen uit
den schapenhemel, kioop weer in m'n nog
warme zeegras nest, sliep rustig in, beol te-
FEUILLETON.
6)
TT DW ..mo.e^er voelde, dat zy sterven
ging, heeft zy dikwyls gebeden en gesmeekt:
Oö* m#t mogelyk dat deze kelk aan mij
voorby gaat?" Zy scheidde van ons met
angst en zorgen. Ik weet echter dat zij
zich onderwerpend aan Gods wil heeft
gezegd: „Niet myn wil, maar Uw wil ge
schiede. Toen ik begon te beseffen, dat ik
een ongelukkig schepsel ben, toen het meisje,
dat ik hef had my koel afwees met een
spottenden blik en ik wist, dat ik nooit zoo
gelukkig zou zyn door een vrouw bemind te
worden, toen heb ik ook my niet willen
schikken in het lot dat my beschoren is;
toen heb ik gemord en m\j tegen het nood
lot verzet, en myn ziel was bedroefd tot in
den dood. En ik kwam hier en vond jou.
Je liefkoosende kinderhand heeft my tot
zachtmoedigheid gestemd en my met myn
lot verzoend. Ook uw vader heeft bitter
toen Mj op de knieën voor het
sterfbed van uw moeder lag en niet missen
wilde, wat bem het dierbaarst ter wereld
was. Hy heeft veel geleden, door het ver
hes van haar, die zyn steun was en zijn
geluk uitmaakte. Maar het werd hem niet
bespaard den met wreed harteleed gevulden
beker te ledigen."
Marie h0C trearig' dieP tr«uriKweende
Het leven is geen spel, arm kind, fret
een taak, een school, gelukkig degene, die
naar zyn geweten handelt.
«Wanneer ge een beroep doet op myn
geweten, oom Hans," zei Maria op vasten
toon, tbedenk dan, dat ge my niet kunt
overreden om voor Gods altaar liefde te
beloven aan een man, dien ik niet lief heb.
Hoe Zou ik myn geweten met een lengen
bezoedelen?"
«Gy zult hem de liefde toedragen, die
God ons geschonken heeft, die we onze
naasten moeten toedragen. Goldammer is niet
slecht, hy is een verstandig man en vrooljjk
tevens. Gy belooft hem trouw uw plicht ais
zyn vrouw te volbrengen. Dat kunt ge doen
«Zyn vrouw worden Het meisje schudde
het hoofd. gNooit, nooit 1" Zy was nog steeds
vol gramschap en haat, hield haar ooren
dicht en liep weg.
Toen zy voor de kenken stond, viel haar
iets in. Zy moest aan haar vader zeggen,
dat zy onder geen voorwaarde het verzoek,
dat oom Hans haar had gedaan, kon ver
vallen.
Zy hoorde haar vader in de kamer praten.
Zyn stem kloük dof, zooals altyd, wanneer
hy in zichzelf sprak.
Zonder nadenken ging zy vlug by hem.
Emil Liebreich stond voor het portret van
zyn geliefde vrouw en sprak tot de dierbare
overledene, alsof zy hem kon hooren. Zyn
dochter hoorde by het binnenkomen juist
nog de ernstig gesproken woorden: „Help
my, sta my by in myn noodl"
Aangegrepen door dit schouwspel stond
Marie eenige oogenblikken stil en durfde
nauwelyks tot den in gedachten verzonken
man te spreken.
Hfy had haar binnenkomst echter bemerkt
en keek haar met een verhelderden blik
aanDaar komt de hulp, de redding uit
den noodl"
«Dat wat ge meent, wat ge van my ver
langt, vader, Goldammer dat kan ik
niet, dat doe ik niet, vader 1"
«Myn kind, wat zal er dan van ons worden
«Draag my iedere taak op, maar my ver-
koopen, een slavin een man met tegenzin
toebehooren dat is verschrikkelijk I"
,En wanneer ge nw krachten geheel ver
zwakte, nwo handen tot bloedens toe gebrnikte,
dan zoudt ge nog nauwelyks in staat zyn
om u in het leven te houden. Hoe wordt
vrouwenarbeid betaald Uw moeder heeft
dikwyls tot in den nacht zitten naaien en
hoeveel heeft dit opgeleverd
O, kon ik maar iets doen wat waarde
heeft!"
«Is het dan niet van groote waarde om
uw armen zwakken vader uit den nood te
helpen
Jawel, maar hoel"
ffWy moeten God danken, dat hy ons de
helpende hand toereikt en haar dankbaar
aannemen. Goldammer is alleen in staat om
ons uit den nood to helpen."
«Dat is onwaardig, dat is afschuwelijk I"
«Marie, ik zweer je by den naam van je
overleden moeder! Zy wil, dat je je ouden
vader zult by staan hy hief de armen
in vertwijfeling omhoog.
En nn gebeurde er iets ongehoords, iets,
dat het meisje door merg en been ging. De
lange magere man knielde aan de voeten
van zyn kind en omvatte vleiend haar knieën.
Ontsteld groep zy hem by de armen en deed
hem opstaan. Daarby stamelde zy„Zoo niet,
vader, zoo niet dat is verschrikkelijk,
dat mag niet gebeuren, dat is tegen de natuur!"
Zij omvatte hem liefdevol, deed hem neer
zitten, streek hem over de wang, knielde
voor hem noer en beloofde alles voor hem
te doen, wat hy verlangde.
By dit gezegde klaarde zijn gelaat op, en
hy lachte haar toe, noemde haar zyn lieve
engel, zyn juweel, prees haar odel hart,
waar hy niet tevorgeefs aangeklopt had en
verzekerde: «Gy zult gelukkig worden, zeer
gelukkig! Do zegen van de ouders bouwt
het huis van de kinderen."
De ontroering van het meisje loste zich
in tranen op. Zy legde het hoofd op zyn
knieën en begon hartverscheurend te snikken.
De vader streelde heur haar en sprak haar
vriendelijk toe. Na een pooBje seide hy, dat
zy moeBt gaan en zich een beetje lief uan-
kleeden. Hy wilde Goldammer dadelyk nog
gaan zeggen, dat zy zyn aanzoek dankbaar
aannam.
Dat kon Marie niet aanhooren. Zy liep
weg en zonk by de tafel op oen stoel, legde
de armen op de tafel, en liet het vermoeide
hoofd daarop ruston. Alles om haar heen
scheon verzonken, alles veranderd, en het
leven een walgingwekkende chaos.
Zy kon hot zich nog niet voorstellen, dat
zy voortaan altyd aan de zyde van den man
moest blijven, die voor haar in haar kinder
jaren de gevreesde huisheer, later een goede
oom geworden was, die haar nn langzamer
hand als een verliefde oude man bovenmate
onaangenaam was geworden.
Liebreich echter haastte zich na een kort
gesprek met neef Hans naar Goldammer.
Hy was bang, dat zy nog eens tot andere
gedachten kon komen. Het reddingsanker
moest zoo stevig mogelyk vastzitten. Hy
zon echter ook Goldammer aangenaam stem
men, als hy zoo gauw het bljjde Ja" bracht.
Hij was na de gever en trad das met een
geheel andere houding het kantoortje binnen.
Op het oogenblik, dat Liebreich zyn blik
op den nog aan den lessenaar zittenden
zakenman gevestigd had, kwam juffrouw
Duvernicr uit do naar den winkel leidende
denr, om iets aan haar patroon te vragon.
Zy deed de deur tot op een kier dicht, toen
zy de stem van den fotograaf hoorde, en
bleef staan luisteren, alles hoorend en ziendo,
wat er gebenrde.
„Uw aanzoek om de hand van myn doch
ter", begon Liebreich, „stemt hot hart van
Marie tot vreugde. Het aanzoek van zulk
een achtenswaardig man, als gij syt, edele
vriend, moet een jong onbeduidend meisje
wel vereoren i"
De dweepcr en droomer geloofde zelf, wat
hy gaarne wilde gelooven en wat hy zich
al meer en meer inbeeldde.
„Nu ja," antwoordde Goldammer, die was
opgestaan, „ik was er ook werkelijk niet
bang voor. Al zyn de meisjes nog zoo preutsch,
zy happen toe als men haar den trouwring
voorhoudt
„Wilt ge zoo vriondoljjk zyn met me naar
boven te gaan Dan kan do verloving meteon
beklonken worden."
Goldammor keek op zyn horloge„Daar
is geen haast by. Nn ik zeker bon, dat die
lieveling do myne wordt, kan ik éók wel
op gewonen tyd oten. Maar na het slaapje,
vrioud, zoo ongeveer om vier uur zal ik by
u komen, dan kannen we alles in orde
brengen. Dan kom ik mijn geliefde om
helzen."
Liebreich was er verwonderd over, dat do
kapper volstrokt geen haast maakte om by
zyn geliefde te komen en ging langzaam de
trap op naar z{jn woning om Hans Azsel
alles te vertellen, wat er besleton was.
Goldammer was zeer tovreden. Hy meende,
dat hy het zichzelf verplicht was, een zekere
waardige terughouding in acht te nemen. H(j
wilde reeds dadelyk zyn standpunt goed
e man, die aan
uitkomen; hy was de ryke
deed om een arm meisje. Ook nog een andere
reden hield hem terug.
Met een bijzonder govormden sleutel
opende hy het achterste vakje van hot schrijf
bureau, waar hy de sieraden van zijn over
leden vrouw bewaarde. Het was volstrekt
nutteloos, mooie dingon voor veol geld to
koopen, terwyi hij deze dingon hier toch
had liggenals ze weer gepoetst waren,
konden zy best nog eens dionst doen.
Na lang zoeken koos hy een ring, waarin
drie gekleurde steenen zaten, een zwarte,
een roode en een groene, die do zinnebeelden
van geloof, hoop en liefde voorstelden, en
een camée broche ter grootte van een appel;
deze prachtige gesnedon steen stelde het
hoofd van eon godin voor, omkransd door
bladeren van den wijnstok.
Dit sieraad wilde hy zyn .nieuwe" harte-
dief dezen namiddag ten geschenke geven.
Zoodra jnöVouw Duvernior begrepen had,
wat de twee mannen met elkaar bespraken,
besloot zy nog te elfder ure een poging te
wagen, om dit dreigende gevaar af te
wonden.
Zij liep, zoo hard zjj kon, do trap op
naar de woning van den fotograaf.
Zij had hst al lang gevreesd en zien
aankoMea.
(Tfordt vervolgd).