KLEINE COURANT - 't Vliegend Blaadje voor Halder, Toxol, Wioringen on Anna Paulowna No. 3974. Zaterdag 11 Haart 1911. 39Bte Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. poit 75 ct., buitenland f1.25 Pre-Zondagsblad 37| 45 f0.75 miën J Modeblad »»»55»»»»65» f 0.90 (Voor hot buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regela 30 cent Elke regel meer6 Be wijs-exemplaar Vignetten en greote lettert worden naar plaatsruimte berekend Intero.- lefoon 80. Vereohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven C. DE BOER Jr. h. BERKHOUT a Co.), Helder. Bureaux Spoorstraat en Koningstraat. Eepsfte Blad. UIT HET BUITENLAND. In de aitting van de Belgische Kamer is het Dinsdag zeer mmoerig toegegaan, 't Ging over een onderwjjs-quaestie in het dorpje Muysen. De twist liep zoo hoog dat de socialistische afgevaardigde Hubin den katho lieken afgevaardigde Wauwermans in het gelaat spuwde. De suppoosten moesten tus- schen beide komen. De Minister van Staat Woeste drong er op aan, dat aan Hubin tjjdeljjk den toegang tot de vergadering zou worden ontzegd. Deze bood zjjn verontschuldiging aan. Bjj het volgende debat stelde de socialistische afgevaardigde Van der Velde een motie voor, waarby de houding van het gemeentebestuur werd afgekeurd. Een groot gedeelte der rech terzijde verliet daarop de zaal ou de motie werd aangenomen met 75 tegen 13 Btemmen, Het rapport der deskundigen omtrent de vermoedelijke oorzaak van den grooten brand op Brussolsche tentoonstelling verklaart, dat de oorzaak niet was kortsluiting en kwaad willigheid is uitgesloten, 't Waarschynlykste is, dat een onvoorzichtige bewaker een sigaar of lucifer heeft weggeworpen. De inrichting der brandweer wordt in het rapport zeer ge hekeld. Benadeelde expusanten vinden in het rapport een grondalag voor het instellen van een actie tot schadevergoeding tegen het tentoonstellingscomité. De boedelbeschry ving van de nalatenschap van koning Leopold heeft wel lang geduurd. De Koning bljjkt zyn particulier vermogen te hebben geschat op 15 millioen, terwyl het blykt 20 te bedragen. De drie dochters krjjgen nu elk een derde daarvan. Het vermogen van het Coburg-Niederfnelbachfonds wordt op 40 millioen frans geraamd. Het nieuwe Fransche ministerie heeft zyn verklaring voor de Kamer afgelegd. Veel nieuws bracht zij niet: de zaken znllon on- Siveer op denzelfden voet worden voortgezet. mtrent het weder in dienst nemen van spoor wegbeambten verklaarde het ministerie dat het zoo vergevingsgezind mogelyk zal zyn. Maar geen enkelen man, wiens aanwezigheid gevaar kan opleveren veor het publieken dienst, zal meer worden aangenomen. Minister Monis verklaarde zich in beginsel voor de ovenro- dige vertegenwoordiging. De verklaring dor regeering werd goedgekeurd met 309 tegen 114 stommen. Do sooialisten onthielden zich. De gisting in Marokko duurt voort. De correspondent van de ,Times" te Tanger toont zich over den algemeenen toestand zelfs zeer pessimistisch gezind. De opwinding onder de stammen by Fez is zoo groot, dat Moelai Hafid vermoedelyk de hoofdstad niet zal kannen verlaten, zooals zyn plan was. Ook verder in het Zniden en by de Shaoeia heerscht een oproerige geest. Reeds zyn Fransche posten aangevallen. Ook Havas brengt alarmeerende berichten, terwyl, volgens Reuter, twee strijdmachten, door den Sultan afgezonden om de oproerlingen te tuchtigen, een hevigen aanval te doorstaan hadden en geschut benevens een aantal dooden en ge wonden Verloren. De bedoeling der opstandelingen schjjnt te zyn deD oud-sultan Abdul-Azis weer op den troon te herstellen. De Duitsche Rjjksdag hechtte zyn goed keuring aan de begrooting van inkomsten van het departement van oorlog waaronder begrepen is de verkoop van het Tempel- boferveld aan de gemeente Tempelhof. Het ontwerp betredende de sterkte van het leger in vredestjjd is in derde lezing zonder debat aangenomen. By de herstemming voor een Rjjksdagzetel heeft het Centrum dien zetel, district Immen- stadt, verloren. De liberale oandidaat, die gesteund werd door de sociaal-democraten, kreeg 14,286 stemmen, de CentrumB-candidaat 12,744. Reuter deelt mee dat in het noorden van Portugal een opstand is uitgebroken. De op standelingen zonden de autoriteiten verjaagd hebben en de koninklyke vlag geheschen. Troepen uit Oporto hebben daarop de orde hersteld en het gemeentebestuur weder be vestigd. Het gehoele kanton werd door mili tairen bezet. Van andore zijde wordt het be richt tegengesproken of als overdreven voor gesteld. De regeering verklaarde in het bezit te zyn van een lyst van personen die in Lissabon, Londen, Rio de Janeiro de samen zwering op tonw zetten tegen de regeering. De beide regeeringen in de Oostenryk- Hongaarsche monarchie zyn na gemeenschap pelijke bespreking overeen gekomen de ver- dedigingswet nog voor de vaeantie in de parlomenten te doen afhandelen. Of dat wel zoo heel glad gaan zal, staat nog te bezien. De zaken loopen nu eenmaal in den tweeling- staat niet van een leien dakje. De Russische Doema heeft de algemeene beraadslagingen over de begrooting voort gezet. De oppositie verweet der regeering, dat nu de toestand des lands maar even beter is de oorlogsnitgaven weer dadelyk omhoog gaan. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 10 Maart. De schoenmakers patroonsvereeniging hield 7 Maart eene vergadering in de Am bachtsschool, waar als spreker optrad de heer K. Frielink van Amsterdam, die eene lezing hield over voetgebreken. Door don Voorzitter, den heer C. Adriaanse, werd deze vergadering geopend en het doel nader uiteengezet, waarna de heer Frielink op zeer duidelijke wjjze, door tal van voor beelden verduidelijkt, den voet en de ge breken ervan besprak. Ook de middelen ter voorkoming en ter verbetering werden ge toond en aangegeven. Het geheel moet ge noemd worden eene nuttige en onderhou dende voordracht, waar de aanwezige schoen makers zeker hnn nat en profijt uit kunnen trekken. De voorzitter bracht spreker namens de aanwezigen hartelyk dank en wees met de volgende woorden op het tweede punt van de convocatie, namelyk het sluiten van den cnrsns. Toen de vereeniging is opgericht, heeft men als een der gewenschte zaken uitge sproken „verbetering onzer maatschappelijke positie", en het bestuur heeft niet geaarzeld om te zeggen: „dan is vakkennis een der eerste voorwaarden." Om nu iets te bereiken, heeft het bestaar dezen cnrsns in het leven te roepen en de hier aangebrachte teekeningen zyn het re sultaat van onzen arbeid. De waarde hiervan beoordeel ik niet, maar wel spreek ik gaarne uit, dat met veel ijver en met opgewektheid is gearbeid en voeg er den vurigen wensch aan toe, dat ook deze middelen er iets toe bydragen, om in de toekomst te verkrygen eene volledige opleiding. Het resultaat is mede te danken aan de milde bulp en steun van het bestuur der Ambachtsschool on den directeur, geachte heeren. U zult ons groot genoegen doen, dien dank over te brengen aan het bestaar, tevens een beroep doende op nwe verdere hulp en bereidwilligheid. Ook een woord van dank aan den heer J. Noot, die geheel belangeloos zjjne beste krachten gaf en op znlk eene uitnemende wyze zyne taak heeft uitgevoerd. Ten slotte werden de deelnemers opgewekt, het geleerde te onderhonden en straks met denzelfden of meerderen jjver voort to gaaD. De heer Besseling bracht nameos het be stuur dank voor de waardeerende woorden en twyfelt niet, of het bestuur zal ook blijven stennen. Ook op zyn steun mag stellig ge rekend worden. De beer Frielink braoht hulde aan de vereeniging, die aldus haar taak opvatte, er bjjvoegende, dat de vereen, trotsch mag zyn op de verkregen resultaten van dezen cursus en moedigde de deelnemers aan, om voort te gaan op den ingeslagen weg. Het was hem hoogst aangenaam don arbeid dezer ver eeniging te volgen en zal ook zoo noodig, gaarne verder steunen. Door den voorzitter werd dank gebracht aan de heeren Besseling en Frielink, waar mee deze leerzame vergadering werd gesloten. Ondiepte. IJmniden, 8 Maart. Door de laatste stor men heeft zich buiten de pieren een bank gevormd, die door drie zandzuigers zal worden opgeruimd. Gisteravond is men met dit werk aangevangen. Vergiftiging Dinsdagavond is een bewoner van de Nieuwe Meer aan de Ringvaart, gemeente Haarlemmermeer, plotseling ernstig ziek ge worden. De geneesheer constateerde vergifti gingsverschijnselen. In het braaksel werd een zeer beduidende hoeveelheid arsenicum aangetroffen. De man is oogenblikkelyk naar Amsterdam vervoerd en aldaar in een der ziekenhuizen opgenomen. Zyn toestand is zorgwekkend. Dinsdagavond, zoo spoedig vergiftiging was geconstateerd, had reeds mr. A. Slob, een uitgebreid onderzoek ingesteld. De patiënt, zekere Hogenhout, gehuwd en vader van drie jeugdige kinderen, bevond zich in znlk een zorgwekkenden toestand, dat hjj onmid dellijk naar het Wilhelminagasthnis te Am sterdam werd vervoerd. Hoogenhout had reeds weken lang tegen zyn kameraads op het werk geklaagd over inwendige pjjnen. Hij hield echter zynlyden verborgen voor de huisgenooten en familie leden. Dinsdagnamiddag namen de pynen' plotseling zoo zeer in hevigheid toe, dat do geneesheer uit Sloten (dorp) werd ontboden. De patiënt had inmiddels gebraakt en nu bleek bij onderzoek, dat het braaksel een zeer groote quantiteit arsenicum; bevatte. Daarop is bovengemeld onderzoek ingesteld, daar het vermoeden rees, dat hier misdaad in het spel was. Het parket uit Haarlem heeft oogenblik kelyk een nauwgezet onderzoek aangevangen. Het onderzoek werd echter niet aangevangen ten huize van den patiënt Hoogenhout, doch by diens buurman, een bakker, wiens vrouw den 25sten Januari overleed, en den SOsten Januari d.a.v. op de begraafplaats te Hoofd dorp werd ter aarde besteld. Do bewoners van de buurtschap, die op hot gerucht van het vergiftigingsgeval samen schoolden, brachten nu het plotseling sterven van de bakkersvrouw in verband met dit ver gif tigingsgeval on spraken gelijkluidende ver moedens uit die een verschrikkelijk drama achter dit vergiftigingsgeval veronderstellen. Het verluidt onder hen, dat het ljjk dor vrouw zoo spoedig mogelyk zal worden opge graven en dat deze gerechtelijke opgraving ten doel heeft te constateeren of vergiftiging al of niet de doodsoorzaak kan zyn geweest. De vrouw bezweek n.1. na een kortstondig lyden van twee etmalen en de uiterlyke ver schijnselen zouden dezelfde zyn geweest als zich voordeden by den patiënt van thans. Wat verder aan vermoedens en meeningen werd uitgesproken is zoo zwaar beschuldigond tegenover den bakker en de huisvrouw van Hoogenhout, dat hieromtrent de resultaten van het gerechtelijk onderzoek dienen afge wacht. Het parket heeft huiszoekingen gedaan by den bakkor en dien in langdurig verhoor genomen, tevens in afzondering houdend. Een aantal familieleden werden gehoord, o.a. werd een vrjj langdurig verhoor afgenomen aan de moeder der overleden vrouw, de schoonmoeder das van den bakkor. De vrouw van Hoogenhout kon niet door het parket worden verhoord, daar xjj zich. naar Amsterdam naar haar echtgenoot had~* begeven. De politie bleef echter haar thuis komst afwachten. Inmiddels deelden familie leden, die den patiënt to AmBterdam hadden bezocht, mede, dat aldaar aan de patiënt reeds een verhoor was afgenomen. De consternatie in de buurtschap is zeer groot. De patiënt Hoogenhout geniet zeer de achting zyner buren en men is met zyn lot zeer begaan. Een aangeschoten tuf. De vreedzame bewoners van de kalme Roemer Visacherkade to Utrecht, werden Zondagavond te acht uur uit hun rustdag- stemming opgeschrikt door een zonderling geraas, dat van de straat scheen te komen en bleek verwekt te worden door een auto, die bezig was de kade te passeeren. Afge zien van het feit, dat het auto-verkeer in die buurt niet bepaald drnk is, was er meer by dit voertuig, dat de aandacht der kalme bewoners er op vestigde, en heD daarna met schrik vervulde. De auto was namelyk zichtbaar aangeschotenNiet eens wat men noemt «légèrement emue" neen, met groote zwaaien zwalkte de tuf voort, had de geheele straatbreedte noodig en moest er ai en toe het trottoir nog bynemen, om voldoende ruimte voor zyn zonderlinge evo luties te hebben. Een lantaarnpaal, die juist in zyn zigzag-weg stond, moest deze driest heid met een smadeljjken val bekoopen. De Roemer Visscherkaders zagen dit vreomd gebeuren met verbazing aan. Maar ze besloten 't er niet by te laten, belden do politie op en verzochten haar, eens te komen kijken naar het vreemds verschijnsel. Inmiddels was dit laatste tot stilstand ge komen. Het tangeschoesene" bleek minder in den anto, dan wel in den bestuurder te zitten, en deze heer was na al 't geslinger van zyn voertuig tot de conclusie gekomen, dat hy den weg niet meer wist. Das stopte hy, liet zich neer uit zyn anto, dio met door-roffe- lenden motor bleef staan, en ging aan den waterkant liggen. Ook daar beviel t hem evenwol niet. Met eonige moeite bereikte hy een café in de buurt en ving daar aan, zyn teveel te vergrooten". De politie ontdekte achtereenvolgens den anto en meneer. De eerste stond in eenzaam heid op de kade te roffelen, en verbruikte nutteloos benzine, de laatste consumeerde even natteloos een ander vloeibaar iets en was zelfs al vergeten, waar zyn tuf was gebleven. Met oenige moeite vond men iemand, die in staat was den auto huiswaarts te geleiden, ditmaal in meer rechte lyn. De bestuurder heeft don nacht doorge bracht in het politiebureau Tolsteegbarrière. (•U. D."). Terugbetaald. Geruimen tijd bedeelde de diaconie der Ned. Herv. Gem. te Voorschoten een van de vrouweljjke lidmaten dezer kerk. Toen de vrouw later in beter doen geraakte (rjjk was zjj volstrekt niet geworden) en dus geen ondersteuning meer behoefde, beschouwde zy het als een eereschuld tegenover de diaconie, de genoten geldeljjke bcdeeling aan de diaconale kas terug te geven. De vrouw informeerde by de diaconie, hoe groot dat bedrag in al dien tijd geworden was, en dezer dagen verblijdde zij de diakenen der Ned. Herv. Gem. met de teruggave van bedoeld bedrag, f 952. Langzamerhand had zy deze som weten over te leggen. Verduistering. Maandagnamiddag is F. P. H., de kassier van de commissionairs- en kassiersfirma Van Wensen Co. te Leiden, in verzekerde be waring gesteld, verdacht van verduistering van geldon ten nadeele van de firma. Door de politie gehoord, heeft hy een volledige bekentenis afgelegd. Volgens zyn eigen opgaaf loopen de verduisteringen over een tydvak van omstreeks 15 jaar, en zal 't bedrag ervan ongeveer twintig duizend gulden zyn. Intus- schen is deze opgaaf tot dusver nog niet vol doende te controleeren. De verdachte kon zoolang zyn practyken voortzetten, door het groote vertrouwen dat hy genoot: hy was reeds 35 jaar by zyn patroon in dienst. Zyn groote altgaven (by leefde boven zyn stand) trokkon ten slotte do aandacht, waarop men besloot hem de hoofdboekhouding af to nemen, en dit leidde tot ontdekking, eerst van kleinere onregel matigheden en daarna tot de bekentenis van den verdachte. De brand in een Kinema. Het herdenkingsfeest van de bevryding der loifeigenen door Alexaner II, heeft in Ras- land een opgewoon groot aantal slachtoffers geëischt, door den brand in het bioscoop-thater te Bologoje, in het gouvernement Nowgorod. Daar werd een feestvoorstelling gegeven, yoor de boeren en hnnne kinderen uit de omlig gende dorpen tooneelen uit de dagen der be vryding van de lyfeigenen werden kinemato- graphisch vertoond. Plotseling stond het ge heele gebouw in vlammenalle uitgangen waren dieht, de versters waren gesloten en van buiten door balken en planken bedekt. Van allen die in het gebouw aanwezig waren, slaagden slechtB een dertigtal personen er in, te ontkomen. De kinderen zyn allen verbrand, evenals alle ambtenaren van den schouwburg. Dinsdag waren reeds 82 volkomen onken bare kinderlijken uit de puinhoopeu te voor schijn gehaald. Een groot aantal kinderen worden nog vermiBt. De lyken zijn in het spoorwegstation en het ziekenhuis onder gebracht. Een stroom van personen trekt uit du omliggende dorpen naar Bologoje, om de kinderen te zoeken, die onder leiding van onderwijzers naar den schouwburg waren gezonden. Honderden per sonen dolen om de ruïnen van het theater. Minister-president Stolypin wordt voortdu rend op de hoogte gehouden van den toestand. Spoorwegongeluk. Dinsdagochtend heeft aan het Gare du Nord te Parys een ongeluk plaats gehad, dat betrekkelyk nog goed is ufgeloopen. De machinist van den sneltrein van Keulen, die om half acht biunenliep, kon op het gegeven oogenhlik de rem niet in werking brengen, zoodat de locomotief met groote vaart tegen het stootblok aankwam, dit verbrijzelde, het perron opreed en door de deur het bnreaa binnen schoof van den ambtenaar Dollard, die een rapport zat ie schrijven. Twee lagere FEUILLETON. Het Stadsmeisje. 81) Niet ver van de haard stond de tafel gedekt voor het avondeten. Rika schepte de heete gort op. De jongste meid zat op zjj van de tafel en schilde aardappelen. De oude krombeenige knecht stond by de voeder- kist en sneed baksel. •Dit is myn dochters kind," zei Dietrich Krnse met luide stem. »Zjj blyft hier en zal worden aangezien, als was xjj mjjn eigen dochter; en laten wjj nu gaan eten." Buiten degenen, die op den dorschvloer het paar verwonderd aanzagen; verhengden zich nog twee andere oogen over dit gezicht. In het donker over de openstaande onder deur gebukt, stond Hendrik Beerman buiten in den avondnevel. Toen hy de boerderjj van zyn grootvader had verlaten, was hy na een kort afscheid van Fedor met snelle schreden teruggekeerd, en nu stond hy verbaasd, evenals de anderen, te kyken naar den vreemden aanblik, hoe de oude man, voor de eerste maal in zyn leven naar het scheen zwak, op het schoone, krachtige meisje steunde. Hy hoorde de woorden van zijn grootvader en had den waardigen man nooit zoo geacht, als op dit oogenhlik. Nu was zjj geborgeD, nu behoefde hy niet voor de eer der familie op te komen, en zooals het nu ging, was het zeker het beste. Voldaan over hetgeen hy had gezien en gehoord, keerde hy naar huis terug. Tante Rika liep met haar kleine trip pelende pasjes haar nicht tegemoet: .Zoo is het goed, vader!" riep zjj en nam Maries hand, om haar aan tafel te brengen. Deze was goed bezet; de meid zette een schaal met dampende gort in hel midden. Zes drinkkommen met melk stonden in het rond, daarnaast houten borden, waarop een stak speh lag en een groot roggebrood met den aangesneden kant naar den huisheer. Dietrich Kruse zette zich aan het hoofd einde van de tafel, aan zyn linkerkant zat de knecht, naast dezen de beide meiden. Rechts naast haar vader zat Rika, die haar zusterskind een plaats naast zich had aan gewezen. De gevouwen handen op het tafel blad leggende, sprak de huisvader een klein gebed. Hjj sprak ditmaal niet het gewone formuliergebed uit, doch dankte God voor den zegen, dien dit huis weer had onder vonden, voor den terugkeer van zyn klein kind onder zyn dak. Hjj eindigde met (Hemelsche Vader, laat het haar goed by ons gaan en geef ook, dat myn hnis veel vreugde aan haar beleven moge!" Toen hjj zweeg, zeide Marie, terwjjl de tranen haar in de oogen blonken ,0 groot vader, ik wil zeker myn best doen, nw aller vriendschap te verwerven, ik ben gelukkig, dat ik hier mag bljjven I" Rika trok haar naar zich toe en kuste haar moederlyk: .Neem nu eens wat en eet, je zult wel grooten honger hebben na die reis." Het scheen het stadsmeisje vreemd toe, dat hier allen, zoowel de heer als de kneeht, met hun lepel gort uit den schotel schepten, hun melk daarbjj dronken en op het bord met een kort mes het spek sneden, dat zjj met brood opaten. Marie had werkeljjk grooten honger, en het smaakte haar heerlijk. Zjj dacht, al is hier veel anders dan by ons en al komt veel rnjj vreemd voor, zoo zal ik mjj daar toch spoedig in schikken. Wat zjj zag, was gemakkelijk en vernuftig, dat beviel haar. Na het eten vroeg grootvader, waar Rika het meisje wilde huisvesten. «Die neem ik mee op myn kamer, vader, die behoort by rnjj." Marie haalde haar koffer, zeide den ouden man goeden nacht en volgde de kleine tante. Terwyl zjj samen hot bed in orde brachten en zich uitkleedden, vroeg Rika naar alles, wat haar dierbare zuster betrof en wat de oorzaak was, van haar reis naar den Krusenhof. Marie vortelde hetzelfde, dat zij haar grootvader had verteld. Het hart der oude vrjjster had echter meer medeljjden met het meisje, dat voor een opgedrongen huwelyk vluchtte, dan de strenge man. Zjj prees het besluit van het meisje en verzekerde, dat Marie nu goed bezorgd was, en altjjd kon blyven. Morgenochtend zou zjj aan de linnen kast gaan en voor meer kleeren zorgen, dan zjj hier in den handkoffer bij zich had. Ondanks haar groote vermoeidheid sliep Marie weinig. De lotgevallen van den dag lagen nog te versch in haar geheugen. Hoe zou thuis alles afgeloopen zijn Arme Hans, arme, edelmoedige Hans I Op hem zouden alle verwjjten neorkomen, op hem zouden allen hun toorn uitstorten. Hoe zeer deed het haar en hoe was haar hart vol van dankbaarheid 1 Zonder zjjn tnsschcnkomst zou xjj nu in Goldammers macht geweest zjjn, Zjj beefde van schrik en afschuw bjj deze gedachte. Eb hoe zou het nu met de zaak van de beide mannen gaan Zon vrouw Schröder, de vrouw van den schoenlapper in hot achterhuis, die zjj in dienst had genomen om voor het huishouden te zorgen, ook haar plicht doen Zon xjj eenigermatc voor de beide veriatenen zorgen? Telkens kwamen die gedachten weer terug en verdreven haar den slaapNauwelijks brak de volgende dag aan, of Marie sprong uit haar bed, zocht uit haar koffer een pot lood en papier en schreef aan oom Hans. Zjj eindigde met: .Ik leg in gedachten voor u op mjjn knieën en kus uwe handen, beste, edelmoedige oom Hans! Gjj zjjt mjjn redder, en ik loof God, door uw hulp verlost en hierheen gevlucht te zjjn. Wanneer zy maar niet te hard op u schelden." Marie was gewoon aan te pakken en nam de zwakke tante veel arbeid uit de handen. Er was hier heel wat anders te doen dan thuiB, maar voor haar jonge kracht was alleB licht. Zjj veegde juist de kamer, toen Hendrik in het venster kwam leunen. Hjj sloeg haar gade. Zjj zag er nn frisscher uit dan gisteren, en hoe ving ging haar het werk van de hand. (Hoe gaat het er mee?" vroeg hjj, «zjjn zjj goed voor je «O heel goed Kom eens hier en vertel eens wat." Marie kwam by hem staan en zjj babbel den gezellig. «Maak na maar, dat je wegkomt," riep zjj na eenigen tjjd gepraat te hebben. >Men moet zjjn tjjd niet verpraten." Hjj ging heen en zocht tante Rika op, vroeg haar over het meisje, over haar komen en hier bljjven. Hjj meende, dat zjj slechts hiar was, om den brief van haar overleden beambten, die de locomotief hadden zien aan komen, wisten nog juist bytjjds terzjjde te springen. Dollard werd zwaar getroffen door do brokstukken van een pilaar, welke de locomotief omver wierp. De reizigers kwamen er af met lichte kwetsuren en den schrik. Drie uur lang heeft het stationspersoneel gearbeid om den ongenooden gast uit het kantoor te verwjjderen. Speculatiezucht. By de verificatie van schuldvorderingen ten laato van een gefailleerde effectenfirma te New-York is aan het licht gekomen, hoe groot de specnlatiezucht is onder do jongens, die op kantoren in Wallstreet werken. Tot de crediteuren van de firma behoorden nl. zes jongens van twaalf tot achttien jaren, die allen hadden gespeculeerd op aanraden van zekeren Ronan, een jongmensch van achttien jaren, werkzaam op het kantoor van den makelaar James R. Keene. Ronan ver klaarde voor de reohtbank, dat hjj op het kantoor goede ,tips" kreeg on daarnaar te werk ging, zoodat hjj by de gefailleerde firma een te goed had van 50,000 doll., dat hjj echter niet los had kunnen krygen. De andere jongens, die eveneens op raad vac Ronan, hadden gespeculeerd, bezaten «op papier" belangrijke sommen, varieerend van 5000 tot 25,000 dollar. Nieuwe Grünenthaler. Elk jaar, tegelijk met de eerste sneeuw klokjes en kastanjesknoppen, komen in Ber lijn de Grünenthaler. De echte bankbil jetten vau duizend mark, die in werkljjkheid valach zjjn, die hou naam en ontstaan danken aan don gewezen ambtenaar by de rjjkedruk- kerjj Grünenthal. Hjj heeft er een pakje van in omloop gebracht. Hoeveel, dat weet men nog niet. Want langzamerhand stukje voor stukje komen zjj terecht bjj de Rijksbank en kan er eerst geconstateerd worden of het bruine lapje een Grünothaler is, wanneer liet overeenkomende echte duizend markbiljet ook toevallig ontvangen werd. Grünenthal had zich nameljjk meester gemaakt van een boekje echte biljetten, waarop nog alleen de nnm- mers ontbraken. Hjj voorzag ze van nummera en bracht ze in omloop. De valschheid van een biljet kan dus eerst geconstateerd worden, wanneer het geljjk genummerde echte exem plaar bjj de Rjjksbank ia aangeland. Grünenthal gooide zich de trappen af in de gevangenis, toen hy getransporteerd werd voor het eerste verhoor, en stierf. De Rjjksbank noemt de Grünenthaler officieel nachtragüch vorgekommene tausend- m ark noten II Emiasion" In 1910 zjjn er 222 op den kop getikt. Tot nn is er aan Grünenthaler voor 1,880,000 mark afgeschreven. (rG. v. L.") Scheepsbouw. Op de worf van Palmer te Jarrow aan de Tyne is de kiel gelegd van een kruiser voor de Engelacho vloot. Dat sohip zal ongeveer 27,000 ton meten (de Dreadnought meet er 17,900), 28 mjjl loopen on bewapend worden met acht vuurmonden van 84 cM. en vele stnkken van 10 cM. Men berekent, dat de bouw van dit schip de uitbetaling van twaalf millioen gulden aan loon te Jarrow zalf mee brengen. W jj s h e i d. Boertje, wat zyn je eieren tegenwoor dig klein. Ik geloof dat je je kippen niet ge noeg voer geeft of dat je de eieren te gauw ouder de kippen vandaan neemt. Vereniging „D« Dageraad". Woensdagavond vergaderde in Casino de Aideeling Helder van de „Dageraad", ver eeniging van Nederl. vrijdenkers, in 't open baar met den heer H. J. van Vorst, als spreker, die tot onderwerp had gekozen: De God der Christenen." De president der Afdeeling, de heer Tuk, opende do vergadering, heette de aanwecgen van harte welkom, verheugde zich over de goede opkomst, daar 't niet altyd gebeurt, dat onze sprekers voor een betrekkelijk volle zaal mogen optredendeelde mede, dat deze vergaderingeu hoofdzakelijk worden belegd, om de vereeniging, het doel en Btreven, meer bekend te maken; gaf nog te kenneD, dat na beëindiging der rede gelegenheid zal zyn tot het stellen van vragen of tot ge dachtewisseling en gaf het woord aan den spreker. Deze begint met te zeggen, dat hy in zoo eenvoudig mogelijke taal, begrypelyk voor do minst ontwikkelden, daar hy dezen steeds voor oogan zal houden, met verwaarloozing misschien van onlzagljjk veel literair Bchoons, zal spreken over een gewichtigo kwestie. Misschien zullen sommigen, dit hoorende, nu reeds willen debatteeren, nu ik nog maar alleen dit gezegd heb. Want er znllen er zyn, die zeggen: „is dit zoo gewichtig?" Wy zyn al voor een goed deel over den gods dienst hoen, 'tkan zyn. Maar toob, als ge om u zjet en in u ziet, niet alleen in Den Helder,'maar ook daar buiten, als ge heel de wereld overziet, dan znlt ge ervaren, dat or niet alleen nu, maar door heel de geschiedenis heen een zaak van ontxachlyk veel gewicht isde gods dienst. Godsdienst, de beteekenis van het woord, zal -wel zyn op de een of andere wyze die nen van God. Dan zal 't van groote betee kenis zyn, wat we te denken hebben van God, welke beteekenis wo te hechten hebben aan het woord God. Dat we sproken over don God der Christenen, en niet over dien der Mahomedanen, en ook niet over dien der Israëlieten, moet hieraan worden gewe ten, dat ik hier sta tegenover Christenen, of tegenover menschen, die zich Christenen noemen. Overigens geldt hetgeen ik hierover te zeggen heb, voor den God van alle ove rige wereld-godsdiensten. Omdat de zaak zoo diep ernstig en van zoo groot gewicht is, zal ik dozo zaak niet op een luohthartige manier behandelen. Dat wachting geweest ik zeg niet van deze vergadering maar als een gewezen katho liek priester over deze zaken spreekt, denkt men allicht, dat nu de kerk, waartoe hy vroeger behoorde, 't zal moeten ontgelden, of dat de geeetelykheid der katholieke kerk vooral nu eene duchtig met vuil zal worden bejegend. Behalve dat ik daarmee geen grooter dienst aan de katholieke kerk en aan heel de orthodoxie zou bewjjten, stel ik voorop, dat ik aan die misschien gekoesterde verwachting nimmer zal voldoen, nu niet en nooit niet en nergens niet. Misschien, dat er wel iets gezegd zal worden, dat dezen en genen een beetje pyn zal doen. Hoe gaat het gewoonlyk. De mensch hoort niet gaarne iets hards over zyn God. Zeg, wat ge wilt, maar blyf van God af, laat Dien ongemoeid. Toch gaan wy daar van avond over spreken en zullen jnist zeggen, wat wü daarover denken. Als wy dan de vraag stellen: .Wat verstaat de ChristeDmensch onder God, dan bedoel ik met dien Cbristenmensch het kerkbezoekende publiek, van den meest orthodoxen tot den ultra modernsten toe. Die kerkbezoeker denkt van zyn God, dat Hij is een wezen, dat staat als een persoonlijkheid buiten en boven de wereld; als de bron, waaruit de wereld is voortgevloeid; als de oorzaak van 'theelal; als de Schepper, uit wiens scheppende hand alles wat bestaat is voortgekomen. Ik heb n gezegd, dat wy sommige dingen zullen zeggen, die misschien hard zullen klinken. Die God bestaat niet, is er niet. Er is geen God in die beteekenisgeen persooDÜyk wezen, geen persoonljjk God, staande boven en bniten do wereld, als oor zaak daarvan, dus als schepper daarvan. Hoe bewys je dat? zult ge zeggen, waut het is gemakkelijk iets te beweren, maar 't bewys leveren is moeiljjk. Wy zullen trach ten o deze zaak zoo helder mogelyk aan 't verstand te brengen. En nu houdt spreker een zeer uitvoerige, streng of zniver philosofische redevoering, waarin hy tot de conclusie komt, dat de eigenschappen, die de christen aan God too- echrjjft, nl. volmaaktheid, almacht, onbe grensde of oneindige liefde, wysheid en heiligheid voor ons versland, voor onze rede niet te rjjmen zyn met wat wy ervaren in de schepping en in den mensch. De onvol maaktheid, de onheiligheid, de liefdeloosheid, bet lyden, de zonde, zyn met dio eigenschap pen in fiagranten stryd en dus kan die God zoo niet bestaan. Vraagt men dan, hoe 't komt, dat men, niettegenstaande het protest van 't verstand, tooh aan de Godheid blyft gelooven? Dan zegt spreker, dat dit een kwestie is van 'tbart, van 't gevoel. Maar dit mag over 't verstand niet domineeren men heeft zich als rodelyk wezon te ge dragen. 't Verstand moet 't hart, als deze twee met elkaar in tegenspraak zyn, be- heerschen en controleeren. Zoo gaat het in moeder te brengen. En nu wilde zjj steeds hier blyven en haax vader in don steek laten Waarom dat Hjj begreep niet, hoe dat in orde kon zjjn, hoe tevreden hjj er ook mee was. «Tante, die geschiedenis is ergens niet in orde. Waarom wiL zjj niet naar Berljjn teruggaan „Wees stil," zei Rika en keek schuw naar de meid, die varkensvoeder stampte. .Daar ginds is iemand, dien zjj niet mag ljjden, maar dien zjj moet nemen.' «Heeft zjj dan een anderen vrjjer stootte Hendrik met gefronst voorhoofd uit. «Dat geloof ih niet, jongen. Dan liet zjj de ooren hangen en was niet zoo bljj, dat zjj hier mag bljjven." Hendrik vond het pleizierig, dat groot vader haar tooh had opgenomen. Voor een vermogend boer, die rjjkeljjk kan leven, kon het niet anders, of hjj moest de zjjnen bjj- staan, wanneer zjj in verlegenheid kwamen. En zij kan werken en wil het ook gaarne. En, zie eens, Hendrik, ik word nn zoo langzamerhand een beetje zwak, en daarvoor is het goed, dat een jonge, sterke hand in hnis komt, die kan aanp&Uten." ,Ja tante, die hulp is u gegund. Kom nu maar eens spoedig met haar bjj ons over; u kan wel begrjjpen, dat moeder haar gaarne wil 'zien." Natuurljjk, jongen, zoo spoedig het werk gedaan is en wjj weg kunnen. Vandaag schjjnen allen wel in een feesteljjke stemming." De komst van hai vreemde stadsnichtje bjj grootvader had niet alleen bjj Trina, op den Beermanshof ewn groote ontroering te weeg gebracht. In bet landelijke eentonige loven, dat de dorpsbewoners leidden, wekte zulk een bjjzonder» gebeurtenis verbazend voel opzien. Al waren zjj van nature geen drnkke menschen, zoo bezaten zjj toch veel gevoel voor de saamhoorigheid van bloed verwanten. Zjj wisten zeker weinig van de gestorven tante Dora, doch zjj werd nu gewichtig voor hen, door haar dochter. Liesbet verheugde zich het meest over de nieuwe vriendin. Een meisjo, dat uit Berljjn kwam, moest zeker wel mooi zjjn, geen grof werk doen, fraaie kleeren dragen en van de mode verstand hebben. Eindeljjk kwam tante Rika met haar nicht in het huis van haar zuster. Het heele huis gezin snelde toe, allen reikten de vreemde bloedverwante zonder vcol woorden de hand, en toen gingen zjj in de kamer. Alleen Hendrik was spraakzaam. Al de anderen waren stjjf en spraken weinig. Hjj echter wilde de nieuwe nicht laten voelen, dat zjj welkom was. Liesbet zat naast haar en bekeek Marie van top tot teen. Steedsoh gekleed was zjj maar niet mooi. Wil je ook graag op het land zjjn?" «O gaarne .Nu pas maar op, als de arbeid op de akkers begint." •Ik kan alles toch leeren." Hendrik was niet gewoon complimentjes te maken en zyn teergevoeligheid verhinderde hem, om over Berljjn to beginnen. Immers, dat kon onaangenaam zjjn voor het meisje. Zoo sprak men over het weer, van de aan staande markt te Soltau en dat de varkens- prjjzen stegen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1