KLEINE COURANT -
't Vliegend Blaadje
voor Halder, Toxol, Wioringen on Anna Paulowna
No. 3974.
Zaterdag 11 Haart 1911.
39Bte Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. poit 75 ct., buitenland f1.25
Pre-Zondagsblad 37| 45 f0.75
miën J Modeblad »»»55»»»»65» f 0.90
(Voor hot buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regela 30 cent
Elke regel meer6
Be wijs-exemplaar
Vignetten en greote lettert worden naar plaatsruimte berekend
Intero.-
lefoon 80.
Vereohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven C. DE BOER Jr. h. BERKHOUT a Co.), Helder.
Bureaux Spoorstraat en Koningstraat.
Eepsfte Blad.
UIT HET BUITENLAND.
In de aitting van de Belgische Kamer is
het Dinsdag zeer mmoerig toegegaan, 't Ging
over een onderwjjs-quaestie in het dorpje
Muysen. De twist liep zoo hoog dat de
socialistische afgevaardigde Hubin den katho
lieken afgevaardigde Wauwermans in het
gelaat spuwde. De suppoosten moesten tus-
schen beide komen. De Minister van Staat
Woeste drong er op aan, dat aan Hubin tjjdeljjk
den toegang tot de vergadering zou worden
ontzegd. Deze bood zjjn verontschuldiging aan.
Bjj het volgende debat stelde de socialistische
afgevaardigde Van der Velde een motie voor,
waarby de houding van het gemeentebestuur
werd afgekeurd. Een groot gedeelte der rech
terzijde verliet daarop de zaal ou de motie
werd aangenomen met 75 tegen 13 Btemmen,
Het rapport der deskundigen omtrent de
vermoedelijke oorzaak van den grooten brand
op Brussolsche tentoonstelling verklaart, dat
de oorzaak niet was kortsluiting en kwaad
willigheid is uitgesloten, 't Waarschynlykste
is, dat een onvoorzichtige bewaker een sigaar
of lucifer heeft weggeworpen. De inrichting
der brandweer wordt in het rapport zeer ge
hekeld. Benadeelde expusanten vinden in het
rapport een grondalag voor het instellen van
een actie tot schadevergoeding tegen het
tentoonstellingscomité.
De boedelbeschry ving van de nalatenschap
van koning Leopold heeft wel lang geduurd.
De Koning bljjkt zyn particulier vermogen
te hebben geschat op 15 millioen, terwyl het
blykt 20 te bedragen. De drie dochters krjjgen
nu elk een derde daarvan. Het vermogen
van het Coburg-Niederfnelbachfonds wordt
op 40 millioen frans geraamd.
Het nieuwe Fransche ministerie heeft zyn
verklaring voor de Kamer afgelegd. Veel
nieuws bracht zij niet: de zaken znllon on-
Siveer op denzelfden voet worden voortgezet.
mtrent het weder in dienst nemen van spoor
wegbeambten verklaarde het ministerie dat
het zoo vergevingsgezind mogelyk zal zyn.
Maar geen enkelen man, wiens aanwezigheid
gevaar kan opleveren veor het publieken dienst,
zal meer worden aangenomen. Minister Monis
verklaarde zich in beginsel voor de ovenro-
dige vertegenwoordiging. De verklaring dor
regeering werd goedgekeurd met 309 tegen
114 stommen. Do sooialisten onthielden zich.
De gisting in Marokko duurt voort. De
correspondent van de ,Times" te Tanger
toont zich over den algemeenen toestand
zelfs zeer pessimistisch gezind. De opwinding
onder de stammen by Fez is zoo groot, dat
Moelai Hafid vermoedelyk de hoofdstad niet
zal kannen verlaten, zooals zyn plan was.
Ook verder in het Zniden en by de Shaoeia
heerscht een oproerige geest. Reeds zyn
Fransche posten aangevallen. Ook Havas
brengt alarmeerende berichten, terwyl, volgens
Reuter, twee strijdmachten, door den Sultan
afgezonden om de oproerlingen te tuchtigen,
een hevigen aanval te doorstaan hadden en
geschut benevens een aantal dooden en ge
wonden Verloren.
De bedoeling der opstandelingen schjjnt
te zyn deD oud-sultan Abdul-Azis weer op
den troon te herstellen.
De Duitsche Rjjksdag hechtte zyn goed
keuring aan de begrooting van inkomsten
van het departement van oorlog waaronder
begrepen is de verkoop van het Tempel-
boferveld aan de gemeente Tempelhof.
Het ontwerp betredende de sterkte van
het leger in vredestjjd is in derde lezing
zonder debat aangenomen.
By de herstemming voor een Rjjksdagzetel
heeft het Centrum dien zetel, district Immen-
stadt, verloren. De liberale oandidaat, die
gesteund werd door de sociaal-democraten,
kreeg 14,286 stemmen, de CentrumB-candidaat
12,744.
Reuter deelt mee dat in het noorden van
Portugal een opstand is uitgebroken. De op
standelingen zonden de autoriteiten verjaagd
hebben en de koninklyke vlag geheschen.
Troepen uit Oporto hebben daarop de orde
hersteld en het gemeentebestuur weder be
vestigd. Het gehoele kanton werd door mili
tairen bezet. Van andore zijde wordt het be
richt tegengesproken of als overdreven voor
gesteld. De regeering verklaarde in het bezit
te zyn van een lyst van personen die in
Lissabon, Londen, Rio de Janeiro de samen
zwering op tonw zetten tegen de regeering.
De beide regeeringen in de Oostenryk-
Hongaarsche monarchie zyn na gemeenschap
pelijke bespreking overeen gekomen de ver-
dedigingswet nog voor de vaeantie in de
parlomenten te doen afhandelen. Of dat wel
zoo heel glad gaan zal, staat nog te bezien.
De zaken loopen nu eenmaal in den tweeling-
staat niet van een leien dakje.
De Russische Doema heeft de algemeene
beraadslagingen over de begrooting voort
gezet. De oppositie verweet der regeering,
dat nu de toestand des lands maar even beter
is de oorlogsnitgaven weer dadelyk omhoog
gaan.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 10 Maart.
De schoenmakers patroonsvereeniging
hield 7 Maart eene vergadering in de Am
bachtsschool, waar als spreker optrad de
heer K. Frielink van Amsterdam, die eene
lezing hield over voetgebreken.
Door don Voorzitter, den heer C. Adriaanse,
werd deze vergadering geopend en het doel
nader uiteengezet, waarna de heer Frielink
op zeer duidelijke wjjze, door tal van voor
beelden verduidelijkt, den voet en de ge
breken ervan besprak. Ook de middelen ter
voorkoming en ter verbetering werden ge
toond en aangegeven. Het geheel moet ge
noemd worden eene nuttige en onderhou
dende voordracht, waar de aanwezige schoen
makers zeker hnn nat en profijt uit kunnen
trekken.
De voorzitter bracht spreker namens de
aanwezigen hartelyk dank en wees met de
volgende woorden op het tweede punt van
de convocatie, namelyk het sluiten van den
cnrsns.
Toen de vereeniging is opgericht, heeft
men als een der gewenschte zaken uitge
sproken „verbetering onzer maatschappelijke
positie", en het bestuur heeft niet geaarzeld
om te zeggen: „dan is vakkennis een der
eerste voorwaarden."
Om nu iets te bereiken, heeft het bestaar
dezen cnrsns in het leven te roepen en de
hier aangebrachte teekeningen zyn het re
sultaat van onzen arbeid. De waarde hiervan
beoordeel ik niet, maar wel spreek ik gaarne
uit, dat met veel ijver en met opgewektheid
is gearbeid en voeg er den vurigen wensch
aan toe, dat ook deze middelen er iets toe
bydragen, om in de toekomst te verkrygen
eene volledige opleiding. Het resultaat is
mede te danken aan de milde bulp en steun
van het bestuur der Ambachtsschool on den
directeur, geachte heeren. U zult ons groot
genoegen doen, dien dank over te brengen
aan het bestaar, tevens een beroep doende
op nwe verdere hulp en bereidwilligheid.
Ook een woord van dank aan den heer
J. Noot, die geheel belangeloos zjjne beste
krachten gaf en op znlk eene uitnemende wyze
zyne taak heeft uitgevoerd.
Ten slotte werden de deelnemers opgewekt,
het geleerde te onderhonden en straks met
denzelfden of meerderen jjver voort to gaaD.
De heer Besseling bracht nameos het be
stuur dank voor de waardeerende woorden
en twyfelt niet, of het bestuur zal ook blijven
stennen. Ook op zyn steun mag stellig ge
rekend worden.
De beer Frielink braoht hulde aan de
vereeniging, die aldus haar taak opvatte, er
bjjvoegende, dat de vereen, trotsch mag zyn
op de verkregen resultaten van dezen cursus
en moedigde de deelnemers aan, om voort
te gaan op den ingeslagen weg. Het was
hem hoogst aangenaam don arbeid dezer ver
eeniging te volgen en zal ook zoo noodig,
gaarne verder steunen.
Door den voorzitter werd dank gebracht
aan de heeren Besseling en Frielink, waar
mee deze leerzame vergadering werd gesloten.
Ondiepte.
IJmniden, 8 Maart. Door de laatste stor
men heeft zich buiten de pieren een bank
gevormd, die door drie zandzuigers zal worden
opgeruimd. Gisteravond is men met dit werk
aangevangen.
Vergiftiging
Dinsdagavond is een bewoner van de
Nieuwe Meer aan de Ringvaart, gemeente
Haarlemmermeer, plotseling ernstig ziek ge
worden. De geneesheer constateerde vergifti
gingsverschijnselen. In het braaksel werd
een zeer beduidende hoeveelheid arsenicum
aangetroffen. De man is oogenblikkelyk naar
Amsterdam vervoerd en aldaar in een der
ziekenhuizen opgenomen. Zyn toestand is
zorgwekkend.
Dinsdagavond, zoo spoedig vergiftiging was
geconstateerd, had reeds mr. A. Slob, een
uitgebreid onderzoek ingesteld. De patiënt,
zekere Hogenhout, gehuwd en vader van
drie jeugdige kinderen, bevond zich in znlk
een zorgwekkenden toestand, dat hjj onmid
dellijk naar het Wilhelminagasthnis te Am
sterdam werd vervoerd.
Hoogenhout had reeds weken lang tegen
zyn kameraads op het werk geklaagd over
inwendige pjjnen. Hij hield echter zynlyden
verborgen voor de huisgenooten en familie
leden. Dinsdagnamiddag namen de pynen'
plotseling zoo zeer in hevigheid toe, dat do
geneesheer uit Sloten (dorp) werd ontboden.
De patiënt had inmiddels gebraakt en nu
bleek bij onderzoek, dat het braaksel een
zeer groote quantiteit arsenicum; bevatte.
Daarop is bovengemeld onderzoek ingesteld,
daar het vermoeden rees, dat hier misdaad
in het spel was.
Het parket uit Haarlem heeft oogenblik
kelyk een nauwgezet onderzoek aangevangen.
Het onderzoek werd echter niet aangevangen
ten huize van den patiënt Hoogenhout, doch
by diens buurman, een bakker, wiens vrouw
den 25sten Januari overleed, en den SOsten
Januari d.a.v. op de begraafplaats te Hoofd
dorp werd ter aarde besteld.
Do bewoners van de buurtschap, die op
hot gerucht van het vergiftigingsgeval samen
schoolden, brachten nu het plotseling sterven
van de bakkersvrouw in verband met dit ver
gif tigingsgeval on spraken gelijkluidende ver
moedens uit die een verschrikkelijk drama
achter dit vergiftigingsgeval veronderstellen.
Het verluidt onder hen, dat het ljjk dor
vrouw zoo spoedig mogelyk zal worden opge
graven en dat deze gerechtelijke opgraving
ten doel heeft te constateeren of vergiftiging
al of niet de doodsoorzaak kan zyn geweest.
De vrouw bezweek n.1. na een kortstondig
lyden van twee etmalen en de uiterlyke ver
schijnselen zouden dezelfde zyn geweest als
zich voordeden by den patiënt van thans.
Wat verder aan vermoedens en meeningen
werd uitgesproken is zoo zwaar beschuldigond
tegenover den bakker en de huisvrouw van
Hoogenhout, dat hieromtrent de resultaten
van het gerechtelijk onderzoek dienen afge
wacht.
Het parket heeft huiszoekingen gedaan by
den bakkor en dien in langdurig verhoor
genomen, tevens in afzondering houdend.
Een aantal familieleden werden gehoord, o.a.
werd een vrjj langdurig verhoor afgenomen
aan de moeder der overleden vrouw, de
schoonmoeder das van den bakkor.
De vrouw van Hoogenhout kon niet door
het parket worden verhoord, daar xjj zich.
naar Amsterdam naar haar echtgenoot had~*
begeven. De politie bleef echter haar thuis
komst afwachten. Inmiddels deelden familie
leden, die den patiënt to AmBterdam hadden
bezocht, mede, dat aldaar aan de patiënt
reeds een verhoor was afgenomen.
De consternatie in de buurtschap is zeer
groot. De patiënt Hoogenhout geniet zeer de
achting zyner buren en men is met zyn lot
zeer begaan.
Een aangeschoten tuf.
De vreedzame bewoners van de kalme
Roemer Visacherkade to Utrecht, werden
Zondagavond te acht uur uit hun rustdag-
stemming opgeschrikt door een zonderling
geraas, dat van de straat scheen te komen
en bleek verwekt te worden door een auto,
die bezig was de kade te passeeren. Afge
zien van het feit, dat het auto-verkeer in
die buurt niet bepaald drnk is, was er meer
by dit voertuig, dat de aandacht der kalme
bewoners er op vestigde, en heD daarna
met schrik vervulde. De auto was namelyk
zichtbaar aangeschotenNiet eens wat men
noemt «légèrement emue" neen, met
groote zwaaien zwalkte de tuf voort, had
de geheele straatbreedte noodig en moest
er ai en toe het trottoir nog bynemen, om
voldoende ruimte voor zyn zonderlinge evo
luties te hebben. Een lantaarnpaal, die juist
in zyn zigzag-weg stond, moest deze driest
heid met een smadeljjken val bekoopen.
De Roemer Visscherkaders zagen dit
vreomd gebeuren met verbazing aan. Maar
ze besloten 't er niet by te laten, belden do
politie op en verzochten haar, eens te komen
kijken naar het vreemds verschijnsel.
Inmiddels was dit laatste tot stilstand ge
komen.
Het tangeschoesene" bleek minder in den
anto, dan wel in den bestuurder te zitten,
en deze heer was na al 't geslinger van zyn
voertuig tot de conclusie gekomen, dat hy
den weg niet meer wist. Das stopte hy, liet
zich neer uit zyn anto, dio met door-roffe-
lenden motor bleef staan, en ging aan den
waterkant liggen. Ook daar beviel t hem
evenwol niet. Met eonige moeite bereikte
hy een café in de buurt en ving daar aan,
zyn teveel te vergrooten".
De politie ontdekte achtereenvolgens den
anto en meneer. De eerste stond in eenzaam
heid op de kade te roffelen, en verbruikte
nutteloos benzine, de laatste consumeerde
even natteloos een ander vloeibaar iets en
was zelfs al vergeten, waar zyn tuf was
gebleven.
Met oenige moeite vond men iemand, die
in staat was den auto huiswaarts te geleiden,
ditmaal in meer rechte lyn.
De bestuurder heeft don nacht doorge
bracht in het politiebureau Tolsteegbarrière.
(•U. D.").
Terugbetaald.
Geruimen tijd bedeelde de diaconie der
Ned. Herv. Gem. te Voorschoten een van
de vrouweljjke lidmaten dezer kerk. Toen
de vrouw later in beter doen geraakte (rjjk
was zjj volstrekt niet geworden) en dus geen
ondersteuning meer behoefde, beschouwde zy
het als een eereschuld tegenover de diaconie,
de genoten geldeljjke bcdeeling aan de
diaconale kas terug te geven. De vrouw
informeerde by de diaconie, hoe groot dat
bedrag in al dien tijd geworden was, en
dezer dagen verblijdde zij de diakenen der
Ned. Herv. Gem. met de teruggave van
bedoeld bedrag, f 952. Langzamerhand had
zy deze som weten over te leggen.
Verduistering.
Maandagnamiddag is F. P. H., de kassier
van de commissionairs- en kassiersfirma Van
Wensen Co. te Leiden, in verzekerde be
waring gesteld, verdacht van verduistering
van geldon ten nadeele van de firma. Door
de politie gehoord, heeft hy een volledige
bekentenis afgelegd. Volgens zyn eigen opgaaf
loopen de verduisteringen over een tydvak
van omstreeks 15 jaar, en zal 't bedrag ervan
ongeveer twintig duizend gulden zyn. Intus-
schen is deze opgaaf tot dusver nog niet vol
doende te controleeren.
De verdachte kon zoolang zyn practyken
voortzetten, door het groote vertrouwen dat
hy genoot: hy was reeds 35 jaar by zyn
patroon in dienst. Zyn groote altgaven (by
leefde boven zyn stand) trokkon ten slotte
do aandacht, waarop men besloot hem de
hoofdboekhouding af to nemen, en dit leidde
tot ontdekking, eerst van kleinere onregel
matigheden en daarna tot de bekentenis van
den verdachte.
De brand in een Kinema.
Het herdenkingsfeest van de bevryding der
loifeigenen door Alexaner II, heeft in Ras-
land een opgewoon groot aantal slachtoffers
geëischt, door den brand in het bioscoop-thater
te Bologoje, in het gouvernement Nowgorod.
Daar werd een feestvoorstelling gegeven, yoor
de boeren en hnnne kinderen uit de omlig
gende dorpen tooneelen uit de dagen der be
vryding van de lyfeigenen werden kinemato-
graphisch vertoond. Plotseling stond het ge
heele gebouw in vlammenalle uitgangen
waren dieht, de versters waren gesloten en
van buiten door balken en planken bedekt.
Van allen die in het gebouw aanwezig waren,
slaagden slechtB een dertigtal personen er in,
te ontkomen. De kinderen zyn allen verbrand,
evenals alle ambtenaren van den schouwburg.
Dinsdag waren reeds 82 volkomen onken
bare kinderlijken uit de puinhoopeu te voor
schijn gehaald. Een groot aantal kinderen
worden nog vermiBt.
De lyken zijn in het spoorwegstation en
het ziekenhuis onder gebracht. Een stroom
van personen trekt uit du omliggende dorpen
naar Bologoje, om de kinderen te zoeken, die
onder leiding van onderwijzers naar den
schouwburg waren gezonden. Honderden per
sonen dolen om de ruïnen van het theater.
Minister-president Stolypin wordt voortdu
rend op de hoogte gehouden van den toestand.
Spoorwegongeluk.
Dinsdagochtend heeft aan het Gare du
Nord te Parys een ongeluk plaats gehad, dat
betrekkelyk nog goed is ufgeloopen.
De machinist van den sneltrein van Keulen,
die om half acht biunenliep, kon op het
gegeven oogenhlik de rem niet in werking
brengen, zoodat de locomotief met groote vaart
tegen het stootblok aankwam, dit verbrijzelde,
het perron opreed en door de deur het bnreaa
binnen schoof van den ambtenaar Dollard,
die een rapport zat ie schrijven. Twee lagere
FEUILLETON.
Het Stadsmeisje.
81)
Niet ver van de haard stond de tafel
gedekt voor het avondeten. Rika schepte de
heete gort op. De jongste meid zat op zjj
van de tafel en schilde aardappelen. De
oude krombeenige knecht stond by de voeder-
kist en sneed baksel.
•Dit is myn dochters kind," zei Dietrich
Krnse met luide stem. »Zjj blyft hier en
zal worden aangezien, als was xjj mjjn eigen
dochter; en laten wjj nu gaan eten."
Buiten degenen, die op den dorschvloer
het paar verwonderd aanzagen; verhengden
zich nog twee andere oogen over dit gezicht.
In het donker over de openstaande onder
deur gebukt, stond Hendrik Beerman buiten
in den avondnevel.
Toen hy de boerderjj van zyn grootvader
had verlaten, was hy na een kort afscheid
van Fedor met snelle schreden teruggekeerd,
en nu stond hy verbaasd, evenals de anderen,
te kyken naar den vreemden aanblik, hoe
de oude man, voor de eerste maal in zyn
leven naar het scheen zwak, op het schoone,
krachtige meisje steunde. Hy hoorde de
woorden van zijn grootvader en had den
waardigen man nooit zoo geacht, als op dit
oogenhlik. Nu was zjj geborgeD, nu behoefde
hy niet voor de eer der familie op te komen,
en zooals het nu ging, was het zeker het
beste. Voldaan over hetgeen hy had gezien
en gehoord, keerde hy naar huis terug.
Tante Rika liep met haar kleine trip
pelende pasjes haar nicht tegemoet: .Zoo
is het goed, vader!" riep zjj en nam Maries
hand, om haar aan tafel te brengen.
Deze was goed bezet; de meid zette een
schaal met dampende gort in hel midden.
Zes drinkkommen met melk stonden in het
rond, daarnaast houten borden, waarop een
stak speh lag en een groot roggebrood met
den aangesneden kant naar den huisheer.
Dietrich Kruse zette zich aan het hoofd
einde van de tafel, aan zyn linkerkant zat
de knecht, naast dezen de beide meiden.
Rechts naast haar vader zat Rika, die haar
zusterskind een plaats naast zich had aan
gewezen. De gevouwen handen op het tafel
blad leggende, sprak de huisvader een klein
gebed. Hjj sprak ditmaal niet het gewone
formuliergebed uit, doch dankte God voor
den zegen, dien dit huis weer had onder
vonden, voor den terugkeer van zyn klein
kind onder zyn dak. Hjj eindigde met
(Hemelsche Vader, laat het haar goed by
ons gaan en geef ook, dat myn hnis veel
vreugde aan haar beleven moge!"
Toen hjj zweeg, zeide Marie, terwjjl de
tranen haar in de oogen blonken ,0 groot
vader, ik wil zeker myn best doen, nw aller
vriendschap te verwerven, ik ben gelukkig,
dat ik hier mag bljjven I"
Rika trok haar naar zich toe en kuste
haar moederlyk: .Neem nu eens wat en eet,
je zult wel grooten honger hebben na die
reis."
Het scheen het stadsmeisje vreemd toe,
dat hier allen, zoowel de heer als de kneeht,
met hun lepel gort uit den schotel schepten,
hun melk daarbjj dronken en op het bord
met een kort mes het spek sneden, dat zjj
met brood opaten.
Marie had werkeljjk grooten honger, en
het smaakte haar heerlijk. Zjj dacht, al is
hier veel anders dan by ons en al komt
veel rnjj vreemd voor, zoo zal ik mjj daar
toch spoedig in schikken. Wat zjj zag, was
gemakkelijk en vernuftig, dat beviel haar.
Na het eten vroeg grootvader, waar Rika
het meisje wilde huisvesten.
«Die neem ik mee op myn kamer, vader,
die behoort by rnjj."
Marie haalde haar koffer, zeide den ouden
man goeden nacht en volgde de kleine tante.
Terwyl zjj samen hot bed in orde brachten
en zich uitkleedden, vroeg Rika naar alles,
wat haar dierbare zuster betrof en wat de
oorzaak was, van haar reis naar den
Krusenhof.
Marie vortelde hetzelfde, dat zij haar
grootvader had verteld. Het hart der oude
vrjjster had echter meer medeljjden met het
meisje, dat voor een opgedrongen huwelyk
vluchtte, dan de strenge man. Zjj prees het
besluit van het meisje en verzekerde, dat
Marie nu goed bezorgd was, en altjjd kon
blyven. Morgenochtend zou zjj aan de linnen
kast gaan en voor meer kleeren zorgen, dan
zjj hier in den handkoffer bij zich had.
Ondanks haar groote vermoeidheid sliep
Marie weinig. De lotgevallen van den dag
lagen nog te versch in haar geheugen. Hoe
zou thuis alles afgeloopen zijn Arme Hans,
arme, edelmoedige Hans I Op hem zouden
alle verwjjten neorkomen, op hem zouden
allen hun toorn uitstorten. Hoe zeer deed
het haar en hoe was haar hart vol van
dankbaarheid 1 Zonder zjjn tnsschcnkomst
zou xjj nu in Goldammers macht geweest
zjjn, Zjj beefde van schrik en afschuw bjj
deze gedachte.
Eb hoe zou het nu met de zaak van de
beide mannen gaan Zon vrouw Schröder,
de vrouw van den schoenlapper in hot
achterhuis, die zjj in dienst had genomen
om voor het huishouden te zorgen, ook haar
plicht doen Zon xjj eenigermatc voor de
beide veriatenen zorgen?
Telkens kwamen die gedachten weer terug
en verdreven haar den slaapNauwelijks
brak de volgende dag aan, of Marie sprong
uit haar bed, zocht uit haar koffer een pot
lood en papier en schreef aan oom Hans.
Zjj eindigde met: .Ik leg in gedachten voor
u op mjjn knieën en kus uwe handen, beste,
edelmoedige oom Hans! Gjj zjjt mjjn redder,
en ik loof God, door uw hulp verlost en
hierheen gevlucht te zjjn. Wanneer zy maar
niet te hard op u schelden."
Marie was gewoon aan te pakken en nam
de zwakke tante veel arbeid uit de handen.
Er was hier heel wat anders te doen dan
thuiB, maar voor haar jonge kracht was
alleB licht.
Zjj veegde juist de kamer, toen Hendrik
in het venster kwam leunen. Hjj sloeg haar
gade. Zjj zag er nn frisscher uit dan gisteren,
en hoe ving ging haar het werk van de
hand.
(Hoe gaat het er mee?" vroeg hjj, «zjjn
zjj goed voor je
«O heel goed
Kom eens hier en vertel eens wat."
Marie kwam by hem staan en zjj babbel
den gezellig.
«Maak na maar, dat je wegkomt," riep
zjj na eenigen tjjd gepraat te hebben. >Men
moet zjjn tjjd niet verpraten."
Hjj ging heen en zocht tante Rika op,
vroeg haar over het meisje, over haar komen
en hier bljjven. Hjj meende, dat zjj slechts
hiar was, om den brief van haar overleden
beambten, die de locomotief hadden zien aan
komen, wisten nog juist bytjjds terzjjde te
springen. Dollard werd zwaar getroffen door
do brokstukken van een pilaar, welke de
locomotief omver wierp.
De reizigers kwamen er af met lichte
kwetsuren en den schrik.
Drie uur lang heeft het stationspersoneel
gearbeid om den ongenooden gast uit het
kantoor te verwjjderen.
Speculatiezucht.
By de verificatie van schuldvorderingen
ten laato van een gefailleerde effectenfirma
te New-York is aan het licht gekomen, hoe
groot de specnlatiezucht is onder do jongens,
die op kantoren in Wallstreet werken.
Tot de crediteuren van de firma behoorden
nl. zes jongens van twaalf tot achttien jaren,
die allen hadden gespeculeerd op aanraden
van zekeren Ronan, een jongmensch van
achttien jaren, werkzaam op het kantoor van
den makelaar James R. Keene. Ronan ver
klaarde voor de reohtbank, dat hjj op het
kantoor goede ,tips" kreeg on daarnaar te
werk ging, zoodat hjj by de gefailleerde
firma een te goed had van 50,000 doll., dat
hjj echter niet los had kunnen krygen. De
andere jongens, die eveneens op raad vac
Ronan, hadden gespeculeerd, bezaten «op
papier" belangrijke sommen, varieerend van
5000 tot 25,000 dollar.
Nieuwe Grünenthaler.
Elk jaar, tegelijk met de eerste sneeuw
klokjes en kastanjesknoppen, komen in Ber
lijn de Grünenthaler. De echte bankbil
jetten vau duizend mark, die in werkljjkheid
valach zjjn, die hou naam en ontstaan danken
aan don gewezen ambtenaar by de rjjkedruk-
kerjj Grünenthal. Hjj heeft er een pakje van
in omloop gebracht. Hoeveel, dat weet men
nog niet. Want langzamerhand stukje voor
stukje komen zjj terecht bjj de Rijksbank en
kan er eerst geconstateerd worden of het
bruine lapje een Grünothaler is, wanneer liet
overeenkomende echte duizend markbiljet ook
toevallig ontvangen werd. Grünenthal had
zich nameljjk meester gemaakt van een boekje
echte biljetten, waarop nog alleen de nnm-
mers ontbraken. Hjj voorzag ze van nummera
en bracht ze in omloop. De valschheid van
een biljet kan dus eerst geconstateerd worden,
wanneer het geljjk genummerde echte exem
plaar bjj de Rjjksbank ia aangeland.
Grünenthal gooide zich de trappen af in
de gevangenis, toen hy getransporteerd werd
voor het eerste verhoor, en stierf.
De Rjjksbank noemt de Grünenthaler
officieel nachtragüch vorgekommene tausend-
m ark noten II Emiasion"
In 1910 zjjn er 222 op den kop getikt.
Tot nn is er aan Grünenthaler voor 1,880,000
mark afgeschreven. (rG. v. L.")
Scheepsbouw.
Op de worf van Palmer te Jarrow aan de
Tyne is de kiel gelegd van een kruiser voor
de Engelacho vloot. Dat sohip zal ongeveer
27,000 ton meten (de Dreadnought meet er
17,900), 28 mjjl loopen on bewapend worden
met acht vuurmonden van 84 cM. en vele
stnkken van 10 cM. Men berekent, dat de
bouw van dit schip de uitbetaling van twaalf
millioen gulden aan loon te Jarrow zalf mee
brengen.
W jj s h e i d.
Boertje, wat zyn je eieren tegenwoor
dig klein. Ik geloof dat je je kippen niet ge
noeg voer geeft of dat je de eieren te gauw
ouder de kippen vandaan neemt.
Vereniging „D« Dageraad".
Woensdagavond vergaderde in Casino de
Aideeling Helder van de „Dageraad", ver
eeniging van Nederl. vrijdenkers, in 't open
baar met den heer H. J. van Vorst, als
spreker, die tot onderwerp had gekozen:
De God der Christenen."
De president der Afdeeling, de heer Tuk,
opende do vergadering, heette de aanwecgen
van harte welkom, verheugde zich over de
goede opkomst, daar 't niet altyd gebeurt,
dat onze sprekers voor een betrekkelijk volle
zaal mogen optredendeelde mede, dat deze
vergaderingeu hoofdzakelijk worden belegd,
om de vereeniging, het doel en Btreven,
meer bekend te maken; gaf nog te kenneD,
dat na beëindiging der rede gelegenheid zal
zyn tot het stellen van vragen of tot ge
dachtewisseling en gaf het woord aan den
spreker.
Deze begint met te zeggen, dat hy in zoo
eenvoudig mogelijke taal, begrypelyk voor
do minst ontwikkelden, daar hy dezen steeds
voor oogan zal houden, met verwaarloozing
misschien van onlzagljjk veel literair Bchoons,
zal spreken over een gewichtigo kwestie.
Misschien zullen sommigen, dit hoorende,
nu reeds willen debatteeren, nu ik nog maar
alleen dit gezegd heb. Want er znllen er
zyn, die zeggen: „is dit zoo gewichtig?" Wy
zyn al voor een goed deel over den gods
dienst hoen, 'tkan zyn.
Maar toob, als ge om u zjet en in u ziet,
niet alleen in Den Helder,'maar ook daar
buiten, als ge heel de wereld overziet, dan
znlt ge ervaren, dat or niet alleen nu, maar
door heel de geschiedenis heen een zaak
van ontxachlyk veel gewicht isde gods
dienst.
Godsdienst, de beteekenis van het woord,
zal -wel zyn op de een of andere wyze die
nen van God. Dan zal 't van groote betee
kenis zyn, wat we te denken hebben van
God, welke beteekenis wo te hechten hebben
aan het woord God. Dat we sproken over
don God der Christenen, en niet over dien
der Mahomedanen, en ook niet over dien
der Israëlieten, moet hieraan worden gewe
ten, dat ik hier sta tegenover Christenen, of
tegenover menschen, die zich Christenen
noemen. Overigens geldt hetgeen ik hierover
te zeggen heb, voor den God van alle ove
rige wereld-godsdiensten.
Omdat de zaak zoo diep ernstig en van
zoo groot gewicht is, zal ik dozo zaak niet
op een luohthartige manier behandelen. Dat
wachting geweest ik zeg niet van deze
vergadering maar als een gewezen katho
liek priester over deze zaken spreekt, denkt
men allicht, dat nu de kerk, waartoe hy
vroeger behoorde, 't zal moeten ontgelden,
of dat de geeetelykheid der katholieke kerk
vooral nu eene duchtig met vuil zal worden
bejegend. Behalve dat ik daarmee geen
grooter dienst aan de katholieke kerk en
aan heel de orthodoxie zou bewjjten, stel ik
voorop, dat ik aan die misschien gekoesterde
verwachting nimmer zal voldoen, nu niet en
nooit niet en nergens niet.
Misschien, dat er wel iets gezegd zal
worden, dat dezen en genen een beetje pyn
zal doen. Hoe gaat het gewoonlyk. De
mensch hoort niet gaarne iets hards over
zyn God. Zeg, wat ge wilt, maar blyf van
God af, laat Dien ongemoeid. Toch gaan
wy daar van avond over spreken en zullen
jnist zeggen, wat wü daarover denken. Als
wy dan de vraag stellen: .Wat verstaat de
ChristeDmensch onder God, dan bedoel ik
met dien Cbristenmensch het kerkbezoekende
publiek, van den meest orthodoxen tot den
ultra modernsten toe. Die kerkbezoeker denkt
van zyn God, dat Hij is een wezen, dat
staat als een persoonlijkheid buiten en boven
de wereld; als de bron, waaruit de wereld
is voortgevloeid; als de oorzaak van 'theelal;
als de Schepper, uit wiens scheppende hand
alles wat bestaat is voortgekomen.
Ik heb n gezegd, dat wy sommige dingen
zullen zeggen, die misschien hard zullen
klinken. Die God bestaat niet, is er niet.
Er is geen God in die beteekenisgeen
persooDÜyk wezen, geen persoonljjk God,
staande boven en bniten do wereld, als oor
zaak daarvan, dus als schepper daarvan.
Hoe bewys je dat? zult ge zeggen, waut
het is gemakkelijk iets te beweren, maar 't
bewys leveren is moeiljjk. Wy zullen trach
ten o deze zaak zoo helder mogelyk aan 't
verstand te brengen.
En nu houdt spreker een zeer uitvoerige,
streng of zniver philosofische redevoering,
waarin hy tot de conclusie komt, dat de
eigenschappen, die de christen aan God too-
echrjjft, nl. volmaaktheid, almacht, onbe
grensde of oneindige liefde, wysheid en
heiligheid voor ons versland, voor onze rede
niet te rjjmen zyn met wat wy ervaren in
de schepping en in den mensch. De onvol
maaktheid, de onheiligheid, de liefdeloosheid,
bet lyden, de zonde, zyn met dio eigenschap
pen in fiagranten stryd en dus kan die God
zoo niet bestaan. Vraagt men dan, hoe 't
komt, dat men, niettegenstaande het protest
van 't verstand, tooh aan de Godheid blyft
gelooven? Dan zegt spreker, dat dit een
kwestie is van 'tbart, van 't gevoel. Maar
dit mag over 't verstand niet domineeren
men heeft zich als rodelyk wezon te ge
dragen. 't Verstand moet 't hart, als deze
twee met elkaar in tegenspraak zyn, be-
heerschen en controleeren. Zoo gaat het in
moeder te brengen. En nu wilde zjj steeds
hier blyven en haax vader in don steek
laten Waarom dat Hjj begreep niet, hoe
dat in orde kon zjjn, hoe tevreden hjj er
ook mee was.
«Tante, die geschiedenis is ergens niet in
orde. Waarom wiL zjj niet naar Berljjn
teruggaan
„Wees stil," zei Rika en keek schuw
naar de meid, die varkensvoeder stampte.
.Daar ginds is iemand, dien zjj niet mag
ljjden, maar dien zjj moet nemen.'
«Heeft zjj dan een anderen vrjjer stootte
Hendrik met gefronst voorhoofd uit.
«Dat geloof ih niet, jongen. Dan liet zjj
de ooren hangen en was niet zoo bljj, dat
zjj hier mag bljjven."
Hendrik vond het pleizierig, dat groot
vader haar tooh had opgenomen. Voor een
vermogend boer, die rjjkeljjk kan leven, kon
het niet anders, of hjj moest de zjjnen bjj-
staan, wanneer zjj in verlegenheid kwamen.
En zij kan werken en wil het ook gaarne.
En, zie eens, Hendrik, ik word nn zoo
langzamerhand een beetje zwak, en daarvoor
is het goed, dat een jonge, sterke hand in
hnis komt, die kan aanp&Uten."
,Ja tante, die hulp is u gegund. Kom nu
maar eens spoedig met haar bjj ons over;
u kan wel begrjjpen, dat moeder haar gaarne
wil 'zien."
Natuurljjk, jongen, zoo spoedig het werk
gedaan is en wjj weg kunnen. Vandaag
schjjnen allen wel in een feesteljjke stemming."
De komst van hai vreemde stadsnichtje
bjj grootvader had niet alleen bjj Trina, op
den Beermanshof ewn groote ontroering te
weeg gebracht. In bet landelijke eentonige
loven, dat de dorpsbewoners leidden, wekte
zulk een bjjzonder» gebeurtenis verbazend
voel opzien. Al waren zjj van nature geen
drnkke menschen, zoo bezaten zjj toch veel
gevoel voor de saamhoorigheid van bloed
verwanten. Zjj wisten zeker weinig van de
gestorven tante Dora, doch zjj werd nu
gewichtig voor hen, door haar dochter.
Liesbet verheugde zich het meest over de
nieuwe vriendin. Een meisjo, dat uit Berljjn
kwam, moest zeker wel mooi zjjn, geen grof
werk doen, fraaie kleeren dragen en van de
mode verstand hebben.
Eindeljjk kwam tante Rika met haar nicht
in het huis van haar zuster. Het heele huis
gezin snelde toe, allen reikten de vreemde
bloedverwante zonder vcol woorden de hand,
en toen gingen zjj in de kamer.
Alleen Hendrik was spraakzaam. Al de
anderen waren stjjf en spraken weinig. Hjj
echter wilde de nieuwe nicht laten voelen,
dat zjj welkom was.
Liesbet zat naast haar en bekeek Marie
van top tot teen. Steedsoh gekleed was
zjj maar niet mooi.
Wil je ook graag op het land zjjn?"
«O gaarne
.Nu pas maar op, als de arbeid op de
akkers begint."
•Ik kan alles toch leeren."
Hendrik was niet gewoon complimentjes
te maken en zyn teergevoeligheid verhinderde
hem, om over Berljjn to beginnen. Immers,
dat kon onaangenaam zjjn voor het meisje.
Zoo sprak men over het weer, van de aan
staande markt te Soltau en dat de varkens-
prjjzen stegen.
(Wordt vervolgd).