KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Pauiowna. II il I?,. No 3994 Zaterdag 20 Mei 1911. 39gte Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m.50ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad 37| 45 0.75 miën f Modeblad (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels 30 cent. Elke regel' meer6 Bewijs-exemplaar Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Interc.- Telefoon 50. Verschijnt Pinadag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Heider. Tweede Blad. NIEUWSBERICHTEN. HELDEK, 19 Mei. De Visscherijwet. Aanstelling van inspecteurs en beambten. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van het Xde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1911. In verband met het voornemen om de Visscherywet op 1 Juli a.s. in werking te doen treden, dient de Se afdeeling der be grooting voor Landbouw voor 1911 wijziging en aanvulling te ondergaan. By de samen stelling van het daartoe strekkend wetsont werp, moet rekening worden gehouden met de organisatie van en de uitgaven aan per- Boneel en materieel, benoodigd voor 10. het college voor de vissche ry en, bedoeld in art. 25 van de Visscherij wet 2o. den dienst der wetenschap pelijke voorlichting ten behoeve van de visscheryen 3o. de visscher ij- inspectie, be doeld in art. 26 der Visscherywet. I. Het college voor de vissche ryen van meening, dat zoowel de positie van het college voor de visscheryen als zyne verhouding tot de andere adviseurs der re geering op visscherygebicd van gelyksoorti- gen aard zal kunnen wezen als die van den Mijnraad ton opzichte van de adviseurs in zake het mynwezen. Voor liet personeel van het nieuwe college behoeft alleen te worden gerekend op de belooning van den secretaris, die op f2500 wordt voorgesteld. 11. Dienst der wetenschappelijke voorlichting (Ryks-instituut voor vis- schery-onderzoek, artt. 90 en 91). Behalve op de thans reeds voor het Ryks- instituut voor het onderzoek der zee uitge trokken geldon, zynde f 7400 voor het per soneel en f 18 350 voor het materieel, zal voor het nieuwe Rijksinstituut zyn te reke nen op de nagenoemde jaarlyksche uitga ven I. Voor het personeel: a. de jaarwedde van den wetenscbappe lyken adviseur in visscheryzaken. Deze be draagt thans f4000. Voorgesteld wordt de jaarwedde te verhoogen met f 1000 en mits dien te bepalen op f5000; b. de jaarwedde van den adjunct adviseur in visscheryzaken, den tegenwoordigen assis tent van den adviseur f3500; c. de jaarwedde van den nieuwen tijde- lyken assistent f1200; d. het loon van een bediende te Haarlem, tevens portier, met genot van vrye woning, vuur en licht f400. Totaal f 10.100. De jaarlyksche uitgaven voor het perso neel zullen dus bedragen f 10.000, vermeer derd met f7400, of in het geheel f 17.500. Hiertegenover staat, dat dan eene som van f7500 voor het personeel van het col lege vrijkomt, zoodat de totale vermeerdering der jaarlyksche uitgaven voor het weten schappelijk personeel slechts f2600 bedraagt. II. Voor het materieel: a. de huur van eene woning te Haarlem voor het bureau van den wetenschappelyken adviseur, waarin tevens werkzaam zullen zyn de nieuwe tijdelyke assistent en de be diende f750. b. de jaarlyksche onkosten aan dat bureau met inbegrip van verwarming en verlichting f800; c. de koBten van inrichting van dat bureau f2000. Totaal f3550. De jaarlyksche uitgaven voor het materieel zullen dus bedragen de onder art. 91 toege stane som van f 18.350, vermeerderd met de uitgaven voor huur en gebruik van het bureau te Haarlem ad f1550, of in het geheel f19.900, terwyl voor de inrichting van dat bureau op eene uitgaaf in eens van f 2000 moet worden gerekend. Wat de taak der visscherij-inspectie betreft, deze zal iu de eerste plaats werkzaam moe ten zyn in het belang van de ontwikkeling van het visscherybedryf en den oeconomi- schen vooruitgang der visschers. Daartoe zal zy moeten nagaan in hoever de in de visscherywet en de uitvoerings-voorschriften van die wet neergelegde bepalingen hieraan bevorderlyk zyn cn in welke opzichten met het oog op het doel der wet aan wyzigicg van die bepalingen behoefte bestaat. Bovendien zal de inspectie hare aandacht hebben te schenken aan alle andere midde len, die de verbetering van den toestand der viBBchery en van de visschers in de hand zullen kunnen werkeD. Wat de organisatie van het personeel der visschery-inspectie aangaat, komt het wen- achelyk voor, dat de leiding van den dienst, onder de bevelen van den minister zal wor den toevertrouwd aan een hoofdinspecteur der visscheryen, in welke betrekking de inspecteur voor de visschery, voorloopig op zyne tegenwoordige jaarwedde, kan worden benoemd. Aanvankelyk zal slechts een van de adjunct-inspecteurs tot inspecteur der vis- Bchery worden benoemd, en de leiding van den dienst iu de Hader te noemen districten worden toevertrouwd aan den hoofdinspec teur, die met het oog daarop ware te belasten met de waarneming van inspecteur der visscheryen. Het ligt nl. in de bedoeling, dat het ryk zal worden verdeeld in zeven visschery-districten, omvattende: 1. de territoriale wateren 2. de noordelyke zeegaten, den Dollart, de Lauwerzee, de Waddenzee en de daaraan gelegen open havenB 3. de Zuiderzee en de daaraan gelegen open havens 4. de Zuidhollandsohe zeegaten, de Zuid- hollandsche stroomen en de daaraan gelegen open havens 5. de Zeeuwsche zeegaten en de Zeeuw- sche stroomen 6. rivieren 7. de binnenwateren en de open havens van Scheveningen en IJmuiden. De hoofdinspecteur, tevens inspecteur der visscheryen, zal aan het hoofd komen te staan- van het 1ste, 2de eD 8de district; een van de adjunct-inspecteurs (dan tot in specteur der visscheryen te benoemen) zal worden belast met de leiding van den dienst in het 4de, 6de en 7de district, terwyl het toezicht op de visschery in het 5de district zal blyven opgedragen aan het bestuur der visscheryen op de Zeeuwsche stroomen. Ter bestrijding vau de kosten van dit visscherjj- bestuur is toegestaan voor het personeel eene som van f 49,400 en voor de materieele uitgaven een bedrag van f32,500 of te zamen f 81,900. Onder den hoofdinspecteur zullen in dis trict 1. territoriale wateren, 2. Waddenzee enz. en 3. Zuiderzee werkzaam zyn te stellen de andere adjunct-insproteur en de 2 onder- opzichters der Zuiderzee-visschery, voor wier jaarwedden f1800 is toegestaan; bovendien zal hem een visschery-opziener zyn ter zyde te stelleD, die op het voor den dienst in deze districten te gebruiken motorvaartuig, dienst zal moeten doen voor de jaarwedde van dezen opziener is eene som van f900 noodig. Verder moet voor deze districten nog worden gerekend op een bedrag van f 500 per jaar voor toelagen aan buitengewone opzieners. Aangenomen wordt, dat voorloopig met de aanstelling van 10 visschery opzieners volstaan kan worden. Voor hunne jaarwedden moet eene som van f 9560 per jaar worden geraamd. Het komt voorts wenschelyk voor, dat onder dezen inspecteur bovendien worde werkzaam gesteld een onderinspecteur, die den dienst der visschery-opzieners zal kun nen regelen en aan wien het dagelyksch toezicht op hunne dienstverrichtingen zal kunnen worden opgedragen. Iu verband met het voronstaande worden de jaarlyksche uitgaven van het personeel geraamd op f 31,260. Zal de dienst met het betrekkelijk geringe personeel, dat overeenkomstig het voren staande zal worden aangesteld, kunnen wor den verricht, dan is hot noodzakelijk, dat over nog twee motorvaartuigen wordt beschikt. De totale uitgaven voor de twee motor booten zyn op f 31,600 geraamd. De pest in indië. Een rustig burger van Malang schrijft van den 8en dezer aan het >Suer. Nbl." Vanmorgen kreeg ik van een mijner ken nissen uit Lawang, die me beloofd had me te komen opzoeken, een telegram, luidende Malang wegens pest afgesloten, kan niet komen." Terwyl een uur later een Malanger me mededeelde, dat hy morgen (Zondag) naar Soerabaja ging, waartegen blijkbaar geen bezwaar bestond 1 Je reinste Janboel dus. Hedenmorgen heeft men de bioscoop ver brand, omdat er een doode rat gevonden was. Enfin, het oude cavalje mocht weieens opgeruimd. Of het nu hierdoor komt, weet ik niet, maar er heerscht hier, niet tenge volge van de pest, maar door de vrees-aan jagende maatregelen, oen paniek. Ik voor my heb de overtuiging, dat de pest hier geen willigen bodem vindtanders waren we reeds allen ad patres, want einde Januari en begin Februari hebben er wel veel sterfgevallen plaats gehad, maar in den laatsten lyd juist niet. Ik beb getracht me op de hoogte te stellen door informeeren bij my bekende en ver trouwde personen en over het algemeen haalt men do schouder op over de pest! Dat neemt echter uiet weg, dat er op het oogenblik hier meDschen zijn, vooral dames, die half gek zyn van angst, 't Gaat zóóver, dat een lezing, die heden in de sociëteit zou plaats hebben, is afgecomandeerd 1 Verbeeld u, er zouden wel 20 Europeanen by elkaar komen, die nu denkelijk een par tijtje gaan maken, Kan het dwazer Dr. De Vogel heeft een Cleyton-apparaat aangekocht, cm woningen te deBinfecteeren. maar daar is een motor voor noodig en een reusachtige mallejan, getrokken door vier karbouwen. De verkooper heeft zich bijna ziek gelachen over zyn fortuintje. Er wordt verder een dokter gevraagd ad f 800 ad f 1000 per maand, om te helpen. Wat moet de goede man hier uitvoeren, waar er totaal gebrek is san carbol, creoline en sublimaat? Men ziet in geen enkele woning tapijten of matten meer, maar wel dweilende jongens. Een klerk van den notaris hier heeft een steenpuist op zyu hoofd. Op de vendutieB vraagt ieder hem of by soms de builenpest heeft. Enfin, er wordt hier braaf gespot met de pest en de meesten nemen de zaak niet au serieux. Zoo verteld men, dat op alle wegeD, lei dende naar Malang, desinfecteer hnisjeB ge bouwd wordeD, waarin allen, die er in of uit willen, aan den stikkingsdood worden firys gegeven 1 een ingenieus middel om de ui verder voor pest te vrijwaren. Enfin, het is je reinste comedie. Er zyn staaltjes van zenuwachtigheid voorgevallen, waarom je niet weet of je lachen of huilen moet. Ik voor my geloof, dat hier geen Europe aan, die zindelyk is op lyf en huis, de pest zal krygen." Het recht op boycot. Het Hooggerechtshof te New-York heeft Maandag j.1. een vonnis geveld, dat van buitengewoon groot belang is voor de ar beidersbeweging in de Vereenigde Staten. Eenige jaren geleden was door de leiders der vakbeweging in Amerika een boycot uit- hreven tegen de Bucks Stove Company, onderneming te St. Louis, welke boycot er door de rechtbank onwettig werd ver klaard. De bestuurders van de AmerikaanBche arbeidersfederatie Gompers, Mitchel en Frank Morrison, gelastten echter, dat desondanks de boycot zoude worden doorgezet, waarop zy door de rechtbank resp. tot een jaar, negen en zes maanden gevangenis straf wer den veroordeeld. De veroordeelden kwamen in hooger be roep en het Hooggerechtshof heoft°nu jl. Maandag, overwegende dat het geïncrimi neerde feit van civielen en niet van crimi- neelen aard was en dat de rechtbank een fout had begaan door gevangenisstraf op te leggen in stede van boete, de aangeklaagden vrijgesproken. Hiermede is dus het recht van de arbeiders- organisaties in Amerika tot uitvaardiging van boycot erkend. Abdoel Hamid. Berichten uit Saloniki maken weer mel ding van een zenuwcrisis, waaraan Abdoel Hamid ten prooi is. Zyn toestand moet ernstig zyn, maar niet direct levensgevaar lijk. Het heet, dat de oud-Sultan getracht heeft zelfmoord te plegen, door zich uit het uit het venster te werpen. Zyn vrouwen zouden het juist bytyds hebben verhinderd. Als reden voor de nieuwe zenuwcrisis van Abdoel Hamid wordt opgegeven ongerust heid, in verband met het aanstaande bezoek van den tegenwoordigen Sultan aan Salo niki. Men weet, dat Abdoel Hamid Binds jaren aan vervolgingswaanzin lydt, zoodat vroeger in zyn eigen paleis niemand veilig voor hem was. Een ware geschiedenis. Een jong, ijverig officier besteedde een groot deel van zyn vryen tyd aan neven- arbeid, die hem in staat stelde zyn bescheiden middelen eenigszins te versterken. Dies werd zyn aandacht getrokken door een advertentie, waarin iemand werd gezocht voor het persklaar overschryven van een handschrift, gewyd aan eenig wetenschappelijk onderwerp. Onze officier bood zich hiervoor aan en werd uitgenoodigd by den advertentie-Bteller te komen. Zoo gebeurde. Hem werd een handschrift getoond bestaande utt circa 180 dichtbeschreven pagina's folioformaat, vol doorhalingen, wijzigingen, noten enz. Of hy dit wilde kopieereD. Maar niet klakkeloos, 't was nogal ingewikkelde stof, 't moest met verstand gebeuren, men diende zelfs in het onderwerp wel wat thuis te zyn. Nu, dat zou wel gaan. Maar er was ook haast by de zaak 't moest in drie h vier dagen uiterlyk zyn ge schied. En dan netjes, heel netjes. Dat is drie k vier dagen zonder bedrust, dacht onze officier. Nu, dat zou wel gaan. En dan o ja dan de prys, 't hono rarium. Ja, ziet u, daarvoor werd altjjd 5 cent per pagina gegeven, 't Was maar een voudig overschryveD niet waar. Maar netjes natuurlyk en secuur en dan ook vlug. Er was haast by. O zoo, een stuiver per dichtbeschreven folio-pagina. Ja, 't was nooit meer. Gewoonlijk werd zoo iets bezorgd door de gevangenis of door het Leg., des Heils. Maar dat ging nu slecht, want hot was erg geleerde kopjj en men moest er wel wat in thuis zyn om eveutneele fouten te kunnen ontwaren en herstellen en... Al goed, 5 cents per pagina, 't zal ge- Maar u weet, er is haast by Zeker, zeker. Onze officier nam 't mede, kocht 180 pa gina's papier, was er vier nachten aan bezig, 't Was gereed. Hy bracht 't den auteur. Die was er zeer tevreden over. En zoo precies op tyd. Nu, laat 's zien. Dat is 180 X 5 cent, dat is juist negen gulden. En hy teldu negen gulden op tafel uit. Toen nam onze officier een gulden uit zyn vestzak, legde dien by de negen andere en zei doodbedaard «Ziezoo, au is 't afgerond tot f 10. Zoudt u zoo vriendelyk willen zyn die voor my aan //Armenzorg" te willen toezenden, onder letters N.N. De goede ontvangst lees ik wel in de krant. En nu goeden dag, mijnheer. By gelegenheid als 't u blieft 1" Wat n onpractisch mensch, niet? ThanB is hy een der voornaamste leiders in een reuzen-onderneming en heeft een salaris ongeveer als al onze ministers te zamen. „N. Ct.' Kijkjes uit mijn venster. Zeedijk-impressies. Een pracht-avond! In 't Westen de zon, die héél langzaam goud-tintelend daalt. Vredig, rustig verloop van heerljjk slot moment. Enkele minuten nog. Dan: heen! vergaan niet zonder sporen te laten. Lila en purper-rood gloeit tegen den bleek- azuren hemel na. Geen schouwspel, dat zoo'n onverganke- lyken indruk maakt. Steeds weer nieuw en schoon voor ons, die er voor gaan zitten, als er maar even een plaatsje open is op de een of andere bank. Eigenlyk zyn er te weinig, veel te weinig van dergelijke gemakkelijke gelegenheden op den zeedyk geplaatst. Deze week rog opgemerkt. Alles vol bezet. Niet één zitje meer disponibel. By de Kluft, aan den Kruisweg, werd links en rechts letterlyk gevochten om het recht van lekker- lni plakken. Met ware bruustheid waren daar een stuk of wat „afsmyters" aan den gang tegen fel-verbitterde wezens, die hard nekkig probeerden om zich tot het uiterste te handhaven. Of ze ook graag gezocht worden I Zoo een tooneeltje van ruzie en hand gemeen wyst ontegenzeggelijk op het tekort. Schouderschokkend sloegen intusschen nuchter-practische burgers de niet te bevre digen twistzoekers gade, schamper-glimla- chend om de clubjes, die braaf, geduldig en lydzaam, zonder pruttelen en knorren, zoo maar in 't gras, op de keien waren neer gezeten. Zy, en vele andere wandelaars, die hier en daar blyven stilstaan, bekijken met aan dacht de visschery aan den kant. Op ver schillende punten lokt do geepvangst groote belangstelling. Iedereen oogt, zichtbaar ge- spanneo, naar het treuzelend zich laten- verschalken. Filosofisch-verklarende uitdruk kingen waarom het róó lang duurt. Open hartige meeningen over goede en slechte kansen voor de geheimzinnigheid onder waternet-zak, waarin de buit subiet moet terecht komen. Vingerwijzingen en uitroepen als wat dunne, scherpe bekken door de mazen gaan komeD. Dan in wachte. Zoete voldaanheid op de gezichten. Men vermoedt. Men verwoed. Er wordt ge trokken, gescheurd. Eindelijk. In zekere rich ting leven, spartelen. Prikkelend voor de nieuwsgierig-aangelegde toeschouwers. Spon taan geklets onder hen, als het werkelijk meevalt. Tellen, schatten op eigen houtje, met onomwonden berekeningen van zóóveel winst, geschat naar den stand der markt. Daarentegen zure tronies, mat-strakke blik ken voor resultaten, zonde van tyd en moeite. Dat spel van aandoening te doorgronden, geeft interessante dingen. Vooral wannneer het een ongewone vertooning aangaat. Daar heb je o. a. een curiosileit. Twee meiden aan den arbeid. Om den drommel geen fijne popjes. Echte branies. Zoolang er niets anders valt te doen dan oplettend toezien naar het geen komen kan, staan zo met over-elkander geslagen armen, zielig en vermoeid, op de steenen. Maar zoodra het noodig is, klaute ren ze in de vlet, om er de riemen beny- denswaardig ferm te handtceren. Zy dragen bonte jakjes en korte vuil-gele olie-rokken. Eigenaardige atribuut, waarover opdringende losbandige jonge dames zich dolzinnig ver maken. Een bejaard manneke heeft er z'n lorgnet voor ter hand genomen. Proest het uit. Onuitstaanbaar gieren en gillen eenige vrouwen. Beschaamd gluren nette families even in 't vlug voorbijgaan. Trekken min achtend den neus. Ook zoo'n ongenegeerd paar: kerels gelijk I Doch die blyven, ge lukkig, ijskoud. Ja, zien tamelyk vernietigend oaar hun omgeving en hebben glad maling aan allen, die zich aanstellen. Doen ge zond èn sterk kloek en zeker zwaar werk. Minstens voldoende om teere, zwakke, stum perige schepsels jaloersch te maken. TWEEDE KAMER. Interpellatie-Troelstra over het Vereeniging- recht van het Spoorweg personeel. In de zitting van Dinsdag hield do heer Troslstra zyn aangekondigde interpellatie over bovengenoemd onderwerp. Hy klaagt over schending van het recht van organisa tie voor de leden van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel en acht het een landsbelang, dat men op het spoor wegpersoneel kan vertrouwen. Dit kan alleen by een onbelemmerd recht vau vereeniging. Spr. wyst er op, dat belemmering van dat recht aanleiding gaf tot het gebeurde in 1903. Het stakingsrecht is toen aan het spoor wegpersoneel ontnomen kunnen worden. Er is echter nog een Btrydmiddel, het lydelyk verzet. Het vakvereenigingswezen Ï3 niet dood. Integendeel. Spr. keurt het in dezen minister af, dat h(j zich laat leiden door zyn antipathie tegen da socialisten. Hy bespreekt dan in onderdeelen zyn interpellatie naar aanleiding van het ontslag van den werkman Francken. Spr. wyst op de achteruitzetting en verwaarloozing, die van de regeering uitgaat ten opzichte van de vakorganisaties. Dit bleek uit de wyze, waarop de genoemde werkman ontslagen werd. Het bleek ook uit de tegenwerking van de regeering tegen de organisatie, door de ontevredenheidsbetuigingen, zoo vaak klach ten tot uiting werden gebracht door vereeni- gingen als de Ned. Vereeniging voor Spoor- en Tramwegpersoneel. Spr. betoogt verder, dut de minister tegen over het spoorwegpersoneel optreedt gelijk hy vroeger tegenover sya arbeiders deed als werkgever, n.1. als een verlicht despoot, die de vakorganisatie afwjjst met allerlei chicanes. De minister van waterstaat(Re- gout) noemt des heeren Troelstra's rede een onbillijke critiek, vol ODjuiste verwyten en byna geheel buiten de orde. Sprekende over het reglement op de dienstvoorwaardeD, zegt de Min. dut de ge gevens van den heer Troelstra niet deugen De Min. verdedigt de gedragslijn der Regee ring, die het reglement goedkeurde, zonder dat aanstonds het loon verhoogd werd. De Min. herinnert eraan, hoe de grieven van de Ned. Vereeniging voor Spoor- en Tramwegpersoneel aan de orde gesteld zijn in December j.1. en hoo hy toen zynerzijdB reeds klaagde over den slechten geest, die deze slecht opgevatte vakorganisatie bracht, door aankweeking van den klassenstrijd en door gezagsondermijning. Het ontslag-Francken heeft sedert op het socialistisch Kerstcongres dienst moeten doen om het spoorweg-debat in de Kamer her opend te krygen, nadat de heer Troelstra het te dezer zake in December afgelegd had. Aldus veronderstelt de Min. onder interrup ties van den heer Dujrs. De vragen beantwoordende, verdedigt de Min. het ontslag, als vallende binnen de bevoegdheid van de directie, en verwijst voor het overige naar zyn December-rede over de organisatie van het spoorwegperso neel. Het ontslag-Francken behandeld de Min. in bijzonderheden. Hy ontkent, dat dit geval aanleiding zou geven, de reglemnten der maatschappijen te wyzigeD. De Min. raadt tenslotte de Ned. Vereeni ging aan haar tactiek te wyzigen, waarna zy op den steun der Reg. zal mogen rekenen. De heer Troelstra (S. D. A. P.) noemt 's ministers rede «soep" en komt terug op de zelfverdediging van den minister-oud- werkgever. Daarna geeft hy zyn voorstelling van de kwestie der pensioenregeling. Naar aanleiding van bet ontslag-Francken betreurt spr. het, dat de Min. niet wil over gaan tot het voorschrijven, dat eervol ont- •i.g anders dan op verzoek niet zal kunnen worden verleend dan met beroep op een scheidsgerecht. Spr. klaagt over het niet erkennen van een vereeniging, die op bet standpunt van den klassestryd staat, en over de tegen werking van den minister tegen de Ned. Vereeniging. Dit zal niets baten, daar die vereeniging aan invloed en gezag onder het personeel wint. Spr. behoudt zich voor, op de a.s. meeting van het spoorwegpersoneel te Amsterdam dit debat te bespreken en allen tot de hei ligste verontwaardiging op te wekken. De heer Trenb (V. D.) is van oordeel, dat de regeering de ambtenaren-vereenigin- gen zooveel mogelyk moet hooren, maar dat men hier niet moet opkomen tegen een ge rechtvaardigd ontslag. Voorts betoogt hy, dat by de erkenning der vakverceniging de moeilijkheid zich doet gevoelen, dat de spoorweg-maatschappyen oen tweeslachtig karakter hebben. Ook by de bepaling der loonen stuit men op die moeilijkheid, slechts staatsexploitatie kan duarin verbetering brengen. De vakvereenigingen van ambtenaren of semi-ambtenaren mogen zich niet stellen op het standpunt van den klassenstrijd, daar zy geen medezeggenschap mogen krygen in het beheer. Aanvaardt men de stelling, dat de beide partyen de staat en de ambtenaren gelijkwaardig zyn, dan vervalt men tot anarchisme. Gisteren was aan het woord de hr. Rood- huyzen (U. L.J, die verklaart, dat 's mi nisters standpunt, in December ten aanzien van de vakvereeniging van spoorwegambte naren blootgelegd, hetzolfdo was, als dat van de Liberale Unie. Togen ministers rede heeft spr. enkele bezwaren, die hy nader ontwikkelt. De Minister van Waterstaat ant woordt nog kortelyks de sprekers. Hij zal overwegen, of het scheidsgerecht permanent is te maken. De minister wil gaarne gezonde vakvereenigingen eenige keeren per jaar ge legenheid geven met hom in overleg te treden. Staat de vereeniging op het stand punt van den klassenstrijd, dan is dit geen reden het overleg af te breken. Doch met de Nederl, Vereeniging van spoorwegambte naren is vruchtbaar overleg onmogelyk. De heer Troelstra dupliceerde: De redeneering van mr. Treub noemt hy niet logisch. Spr. treedt vervolgens in een uitvoerige beschouwing over het begrip klassenstrijd in verbaud met het doel der vakorganisatie. Hy wil geenszins aan de ambtenaren principieel het stakingsrecht ontnemen, maar erkent, dat daarvan in de praktyk slechts spaarzaam gebruik zul moeten worden gemaakt. In de kringen der Nederl Vereeniging denkt echter sinds 1903 niemand aan staking. Wil men aan die vereeniging haar bestaansrecht ontnemen, dan bereikt men sabotage. De interpellatie werd hiermede gesloten. Marktberichten. Schagen, 18 Mei 1911. 15 Paarden 1 100.— k f'250.— 6 Stieren f 160.— k f 320.— 40 Geldekoeien (magere) f 170.f 245.— 52 Geldekoeien (vette) f200.k f 500.— 25 Kalf koeien t 180.a f 295. 30 Vaarzen f 70.a f 140. 60 Nuchtere Kalveren f7.— f 26. 460 Óverhouders f 24.— it f 30. 1200 Lammeren f 10.k f 17.— 25 VarkenB (magere) f 16.f28. 55 Varkeus (vette) f 0.45 k f 0.51 p. K.G. 120 Biggen f 10.k f 18.— 40 Konynen f 0.50 f0.80. 50 Kippen f0.50 k fl.-. 900 K.G. Boter fl.05 k f 1.25 per K.G. 200 K.G. Kaas f0.50 k f0.60 per K.G. 4000 Kipeieren 13.— k f8.75 per 100. 200 Eendeieren f3.80 per 100. INGEZONDER. Vervolgklassen. iii. Ingezonden door het Bestuur van de afd. Helder van don Bond van Ned. Onderwijzers. Ten einde mot sjjfers aan te toonen, hoe nood zake lik 't is, ook hier ter stede dergelike klassen op te richten, hebben wy een onderzoek ingesteld naar 't aantal der leerlingen, die op 1 Oktober 1910 de hoogste klasse van de gemeenteschool doorlopen hadden en toch noch enige tyd wensten te blyven. Dit onderzoek strekte zich uit over de scholen 3 tot cn met 7b. Onnodig oor deelden wij 't voor do scholen 1 en 2, terwyl 't voor school 8 overbodig was, omdat deze school zich reeds in een vervolgklasse mag verheugen. Onze gemeente is dus wat deze klassen betreft noch niet so achterlik als we eerst deden vermoeden, al moeten we er direkt aan toe voegCD, dat de kinderen van de .gewone' scholen aan deze vervolgklasBe niets hebben. Ze sluit nie t aan by 't hoogste leerjaar der andere gemeentescholen, afge zien noch van de schoolgeldregeling, die menig ouder weerhoudt, z'n kind daarheen te zenden. Voor 't hierboven bedoeld onderzoek be zigden wy lysten, waarop een tiental vragen voorkwamen, die (uitgezonderd voor school 7b) alle gelykluidecd waren: Vraag 1. Hoeveel leerlingen telt c klasse van uw school? hoogste 2. Hoeveel leerlingen waren er op 1 Okt. 1910 in die hoogste klasse, die (ofschoon ze reeds allo klassen hadden doorlopen) toch noch lan ger wensten te blijven 3. Waren er in die klasse ook leer lingen, die voor de 3do of 4de maal de klas doorliepen Zo ja, hoeveel 4. Krygen deze leorlingon in sommige vakken andere leerstof dan de leerlingen der eigenlike 12de klasse? Zo ja, in welke vakken 5. Kunt u ook mededelen hoe dit 't vorige jaar was ten opzichte van vraag 2 en 3? 0. Weet u ook om welke reden(en) de kinderen, bedoeld in vraag 2 en 3 langer op school bleven 7. Zyn u ook gevallen bekend, dat ouders bun kinderen van school namen, omdat zy na 't doorlopen van de 12de klasse toch niets meer leerden, hoewel ze anders hadden mogen blyven 8. Is 't ook voorgekomen, dat ouders hun kinderen naar de School met den Bybel zonden, omdat daaraan een vervolgklasse is verbonden en aan de openbare lagere school niet? Vraag 9. Opmerkingen. De antwoorden op de eerste 4 vragen «yn te vinden in onderstaande tabel. is S °Ï2 g-COco St.-1 SI =-! Ijri llil |U ■S u a o e o Van de 167 leerlingen, die op l Oktober 1910 de hoogste klassen van de gemeente scholen 3 tot en met 7a bovolkten waren er dus 85, zegge v y f e n t a c h t i g, die reeds voor de 2e of 3e maal, die klasse door liepen. Deze s(jfers tonen o. i. meer dan voldoende aan, dat, mocht de Raad overgaan tot het instellen van vervolgklas sen, deze zich in goedo bloei zouden verheugen. Toch zal menigeen, die de ant woorden op vraag 4 nagaat, zich afvragen «kan de toestand niet blyven, zooals hy is" De kinderen, die voor de 2e of 3e maal het onderwys in de hoogste klasse volgeD, leren er immers in de regel noch wat nieuws by I Nu geven wy terstond toe, dat het streven der onderwyzers van de hoogste klassen om de oudere leerlingen niet geheel aan hun lot over te laten, zeer toe te juichon is. Toch kuDnen natuurlik de resul taten niet zo goed zyn als by een vervolgklasse. Ten eerste gaat het heel moeielik de nodige tyd te vinden om die oudere leerlingen te helpen, zonder dat de andere er by te kort komen en ten t w e d e kan er van een geregeld afwerken van een bepaalde hoe veelheid leerstof geen sprake zyn, omdat 't niet aangaat voor die oudere kin deren een zeker aantal uren per week uit te trekken. Dit laatste kan natuurlik wel geschieden, als het hoofd der school het onderwys aan deze kinderen op zich neemt. Hieraan sjjn achter o. i. bezwaren ver bonden, waar in een onzer vorige artikelen wel voldoende op gewezen is. Al kannen we das met genoegen konsta- teeren, dat als regel de overblyvers niet aan hun lot worden overgelaten, we kunnen hiermede niet tevreden zyn en bly ven het instellen van vervolg klassen in onze gemeente met haar 28000 inwoners een n o o d z a- kelikheid vinden. Ook de antwoorden op de andere vragen hebben ons noch meer van die noodzakeUk- heid overtuigd. Zoo is 't aan school 8 voor gekomen, dat verscheidene leerlingen der 11de klasse niet konden worden be vorderd, niet, omdat hun vorderingen onvoldoende waren, maar omdat in de hoogste klasse te veel kinderen bleven zitten. Indien we in onze tabel eens naar de syfers van school 4 en 7a kykee, dan kunnen we gerust aannoroen, dat ook daar in Oktober 1910 de bevor dering der leerlingen uit de Ude kl. zeer belemmerd is door het op school blyven van kinderen in de 12de klasse. Dat zo iets èn voor do kinderen èn voor de ouders èn voor de onderwyzers onaangenaam is, spreekt vanzelf. Gaan wo de ingekomen antwoorden op vraag 6 na, dan moeten wo daaruit opma ken, dat verscheidene ouders onze wens om vervolgklassen zullen delen. Weliswaar blykt ons ook uit die antwoorden, dat er ouders zyn, die hun kinderen (jongens) alleen op Bchool laten, omdat ze noch geen .baas" voor hen heb ben gevonden, maar gelukkig zyn er meestal andere redenen. Ons is toch gebleken, dat vele ouders hun kinderen noch wat op school laten, omdat ze, mèt ons, inzien, dat het 12- o f 18-j arige schoolkind noch niet voldoende geestelik ont wikkeld is, om de maatschappij in te gaan. Deze ouders zullen zeker, wanneer wij binnenkort een adres om vervolgklassen aan den Raad zenden, met grote belangstel ling de uitslag van ons pogen afwachten, ja, misschien ons in dit pogen willen steunen. Ook de kinderen, dio op school blyven om later een e k s a m e n af te leggen (en dit aantal is hier vry groot) zullen zeker meer baat vinden by een ver volgklasse, dan by een herhaling van het onderwys in de hoogste klas. Op vraag 7 z(jn de moesten het antwoord schuldig gebleven, zodat wo aan de hand van ons onderzoek niet met zekerheid kun nen zeggen, dat na 't instellen van vervolg klassen het aartal kinderen, dat na 't vol brengen van den leerplichtigen leeftyd op school blyft, groter wordt. Toch is ons vermoeden, dat dit wel *t geval zal zyn, niet van alle grond ontbloot. Wanneer het onderwys aan deze oudere leer lingen beter wordt, is 't zo goed als zeker, dat de ouders zich meer voor dit onderwys zullen gaan interesseren. De bedoeling van vraag 8 zal ieder wel duidelyk zyD. W(j, overtuigde voorstanders van goed openbaar ondervjji, heb ben willen onderzoeken of onze openbare school ook achteruitgaat, enkel door de omstandigheid, dat aan de Groen van Prinstererschool een vervolgklasse is verbon-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1