KLEINE COURANT -
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texel, Wieringen en Anna Paulowna-
No 4017
Woensdag 9 Augustus 1911.
39ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11 .'25
Pre- Zondagsblad t 37f 45 10.75
luiënJ Modeblad 55 05 i fO.ÖO
(Vuur liet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels
Elke regel moer.
liewijs-eiemplanr
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruim
Interc.-
lefoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever- 1 O. DE BOER Jr. h. BERKHOUT Co.), Helder.
Barss
Haisduinen Badplaats.
Plaatsgenooten
Het comité tot verheffing van Huis
duinen als badplaats komt tot U met
een verzoek.
Mogen onze woorden door geen van
U allen ongelezen blijven, mogen zy U
allen doordringen van den ernst, die ook
ons bezielt, om mede te werken tot
bereiking van dat doel, welks verwezen
lijking toch immers reeds zóólang tot
de stille wenschen behoort, van diegenen,
welke het goed meenen met den Helder.
Wel vreemd is het, dat by zoo velen in
onze geboortestad een zekere mate van
onverschilligheid bestaat, wanneer het
geldt onze woonplaats te verheffen,
wanneer eens een plan ontworpen wordt
om den stoot te geven tot hare ont
wikkeling op een ot ander gebied. Het
is zoo jammer, dat l?y menigeen de idee
is vastgeworteld, dat alles toch schip
breuk moet lyden, dat onze plaats zich
nergens toe leent.
Wordt het eindelijk niet eens tyd,
dat aller hersenen doordrongen worden
vuil zelfbewustheid, van wilskracht, wel
ke tot handelen dry ven? Wordt het
niet eens tyd U allen wakker te schudden
om een eind te maken aan de onver
schilligheid welke men aantreft? Hier
is slechts te winnen, niets te verliezen.
Komt met ons, ziet eens hoe alle zee
plaatsen van groot tot klein van hare
natuurgaven gebruik gaan maken, hoe
jaar in jaar uit de stroom van stads-
moede en overwerkte menschen aanwast,
hoe die allen eene plaats moet woiden
ingeruimd aan het strand. En elk jaar
weer breidt zich het aantal pensions
en logeergelegenheden uit, en wordt daar
door den ingezetenen, vooral den handel-
dryvenden stand, meer welvaart aan
gebracht.
Zou onze vaderstad niet meedoen?
Zou zy nog langer moeten wachten om
opgenomen te kunnen worden in de ry
van badplaatsen, welke, de een meer,
de ander minder, maar toch allen in
voldoende mate, een goede toekomst
te gemoet gaan?
is er ééne zaak welke onze plaats in
de schaduw stelt by andere? Neen,
integendeel. Den Helder kan bogen op
talryke zaken, welke haar beslist een
grooten voorsprong geven. Mogen er
velen zyn, die onbewust de aantrekkelijk
heden onzer stad dag in, dag uit met
onverschilligheid voorbijgaan; vreemde
lingen waardeeren des te meer de schoone
panorama's, welke onze kust kan op
leveren. Voor hen is er afwisseling
genoeg. Toch gaat ook bet Heldersche
publiek de laatste jaren zijn badplaats
met andere oogen aanschouwen en dit
geeft moed aan het comité, dat zich
ten doel stelde de eerste stap te doen
ter transformatie van Huisduinen, er
geen oogenblik aan twijfelend of het zal
vruchten plukken van zyne bemoeiingen.
Ziet, plaatsgenooten. Gy allen ontvangt
een circulaire waarop in korte trekken
de plannen van het comité worden weer
gegeven. Leest ze met aandacht en
werpt ze daarna niet weg. Integendeel,
overdenkt en ge moet tot de conclusie
komen, dat het hier eene gewichtige
zaak betreft, welke uwe belangstelling
moet wekken. Schande zou tiet zyn als
Helder*s burgery, bang voor scha of
onspoed, zou samenwerken om een plaats
datge ne te onthouden, waarop ze recht
heeft. Het zou zijn een teeken van verval,
het uitgeleefd zyn van een stad.
Inwoners van Helder en oud inwoner8,
gy wilt U toch niet doen zeggen dat
uwe stad uitgeleefd is, dat zy haar
bestaan niet waard is? Bitter zou het
ons stemmen, wanneer hier niet de
noodige energie bleek te bestaan, wanneer
niet het benoodigde kapitaal bijeenge
bracht kon worden, om iets te stichten,
dat de eerste stap zou zyn op den weg,
dien ieder, als hy zien wil, duidelijk
al'geteekend vindt, en welke leidt naar
bloei en welvaart.
Wij Helderschen zyn verplicht Huis
duinen, dat ons grootheid kan en zal
geven, te schragen. Wy kunnen er
slechts wel by varen.
Ziet eens rondom U wat eendracht
kan teweegbrengen. Texel schiep een
eigen stoombootonderneming. De Helder
sche tram, uit den doode herrezen, bloeit
als nimmer te voren. Laat dus ook zien,
dat hier, eendrachtig samenwerkend,
iets goeds gesticht kan worden. Opdat
ieder van de gelegenheid tot inteekenen
gebruik kan maken, is iedere circulaire
van een aanhangsel voorzien. Het comité
hoopt dat geen enkele oningevuld zal
blyven, dat ieder zoo spoedig mogelyk
en met ruime maat zal meten, dat de
animo in deze gewichtige zaak zóó groot
zal blyken, dat de inteekening het ge
vraagde kapitaal verre zal overschrijden.
Dan stemt het ons allen dankbaar. De
steun en het vertrouwen van allen geeft,
ons enkelingen nog meer moed om te
volbrengen wat we ons voorstelden.
Moge het volgend jaar ons pension
geopend kunnen worden, moge weldra
blyken dat het te klein is en moge
onze stichting de moeder worden van
talryke inrichtingen, welke na haar op
schieten
Helder, Augustus 1911.
UIT HET BUITENLAND.
Nog altyd de Marokk o-raak.
Onze lezers zullen nieuwsgierig zyn, hoe
het met deze kwestie staat. En geen won
der; zy heeft de gemoederen van geheel
Europa, althans van hen, die meeleven met
de publieke zaak, bezig gehouden en menig
maal verontrust. Kouden we aan 't eind van
ons vorig overzicht met blydschap vermelden,
dat er luwte kwam in de gespannen
verstandhouding tusschen de drie groote
mogendheden, Engeland, Frankryk
en Dnitschland, die optimistische be
schouwingen in de buitenlandsche pers maak-
ton al spoedig weer plaats voor minder
geruststellende. Het scheen, dat de onder
handelende partijen in deze het niet eens
konden worden. Duitschland, zoo verluidde
het, bleef te zeer aan zijn bovenmatig ge
achte eischen vasthouden; een deel der
Duitsche pers zweepte zelfs de gemoederen
op met te betoogen, dat geen voet breed
Duitsche grond aan Frankrijk mocht worden
afgestaan. Zelfs de persoon van den Duit
schen keizer werd min vriendelijk bejegend
in do „All-Deutsche pers en geïntrigeerd
werd tegen den Duitschen Minister van
Buitenlandschen Zaken, den heer Von Kider-
len Wachter. Ook in Frankrijk en Engeland
begon de pers minder gerust te worden,
hoofdzakelijk al, wijl er niets werd los
gelaten en niets uitlekte over den stand der
onderhandelingen. Zoo had men wederkeerig
vry spel, zyn fantasie den vryen teugel te
laten op het veld der gissingen en der be
spiegelingen en begon men allerwogo er aan
te wanhopen, of door diplomatieke onder
handelingen dozo zaak tot een goed einde
kon worden gebracht. Totdat opeens bericht
kon worden, dat Cambon de Fransche gezant,
met Vod Kiderlen Wachter, den Duitsche»
Minister van Buitenlandschen Zaken, het
„in principe' eens waren geworden over do
basis, waarop te onderhandelen viol. Dit
bericht gaf een groote opluchting, al was
het nog zeer vaag gesteld, doch voor de
oorlogszuchtigon was het een teleurstelling
en een démenti, naar aanleiding waarvan ze
natuurlijk weer aan 't kijven eu ophitsen
sloegen. Voor hen, die er geen belang bij
hebben, dat de volkeren eikaar in de haren
vliegen is het vurig te wenschen dat men
het in de kabinetten te Berlijn en Parys
eer.s wordt in de verdere uitwerking der
compensaties", opdat deze aangelegenheid
geen aanleiding worde, om Europa in bloed
en vuur te zetten. Dat deze Murokko-kwestio
echter een waar wespenuest is, waaruit het
moeilyk zal zyn, zich zonder kleerscheuren
terug te trekken of zich voor goed te vesti
gen, blijkt wel hieruit, dat thans ook Italië
een duit in hel zakje begint te gooien en
voor zich ook een deel van Marokko (Tripo
lis) begint af te zonderen. Natuurlijk nog
maar in gedachten. Het werpt het balletje
op, om de landen aan de Middejlandsclie
Zee te behouden voor de aan deze Zee ge
legen staten, daardoor natuurlijk Engeland s
en Diiitschland's inmenging desavoueerende.
Zooals gezegd, is deze Marokko-zaak een
heksenketel, waaruit niet veel goeds ge
brouwen kan worden. Ieder stookt er zijn
eigen vuurtje onder, het gist on kookt cn
dampt en niet ten onrechte zijn de oogeu
der volkeren vol vrees en spanning op dit
deel der aarde gevestigd.
A r b i t r a g e-v erdragen.
Zouden de vredesapostelen, zy die den
vrede wenschen, den oorlog schuwen en met
bezorgdheid tegemoet zien het aanstaande
bankroet der z. g. n. beschaafde volkoren
door de milliarden, aan het militairisme ten
koste gelegd zelfs in tijd van vrede, zou
den deze misschien door al dat wapengekletter
dat gestook en gekuip, dat elkander in 't
harnas jagen, dat den een tegen den ander
uitspelen, al gaan wanhopen aan den triomf
van de zaak dio zy voorstaan; aan de ver
wezenlijking van de een belofte inhoudeude
leuze >De wapens neder", toch als men let
op de berichten uit het verre Weston, uit
Amerika (Washington) naar Europa
overgeseind, dan geven deze berichten den
burger weer moed en men wanhoopt niet
langer aan de verwerkelijking van zijn
ideaal. Die laatste berichten houden toch
niet minder in, dan dat de Vereenigde Staten,
op initiatief van den president T a f t, mot
Engeland en Frankrijk traktaten heeft ge
sloten, waarby men onderling overeenkomt,
alle geschillen die tusscben deze staten
mochten ryzen, en voor miulijke schikking
in aanmerking kunnen komen, door een
commissie van onderzoek en later door een
scheidsgerecht te doen beslechten. Het zou
ons te ver voeren, den geheelen inhoud vau
deze traktaten mee te deelen, doch zonder
overdreven optimistische verwachtingen te
koesteren, althans voor de naaste toekomst,
mag deze zaak toch inderdaad zeer belang
rijk genoemd worden. Deze traktaten zyn
om zoo- te zeggen een uitbreiding, een ver
betering van den werkkring van hot in
1904 ingestelde Hof van Arbitrage te Den
Haag. Wordt do heilzame werking van deze
internationale verdragen ingezien, dan kan
het niet anders, of langzamerhand zullen alle
landen onderling door zulk eon verdrag in
wettelyk geregelde verhouding tot elkaar
komen te staan. Het vuistrecht, dat in be
schaafde laudeu reeds sedert eeuwen vervan
gen is door het voor allen geldende recht,
dat van staatswege wordt toegepast, zal dan
eindelijk ook voor de volken onderling tot het
verleden behooren.
Tusschen Turkye en Montenegro
is het ook weer .pays en vree". De Malis-
soren hebben de hun door den Turkschen
gezant aangeboden voorwaarden, waatop zij
bereid zonden zyn, naar hun haardsteden
terug te keeren, aanvaard en de koning van
Montenegro, wellicht door Rusland daartoe
aangezet, zingt niet meer het oorlogszuchtige
liedje van voor een paar dagen. Hoede toe
stand toch in eens veranderen kan.
Dat 't voor 't overige geen aanlokkelijk
schouwspel is, dat zich voor onze blik ontrolt
by 't schouwen over 't wereldtooneel, kun
men gelooven, als men even met ons de aan
dacht wil vestigen op 's werelds kaleidoscoop.
In Engeland nog steeds de binnenlandsche
strijd over de Veto-wet, een strjjd tus
schen d e m o c r a t i e en conservatisme,
die naar alle waarschynlykheid weldra met
de overwinning ran de eerste zal eindigen.
De snel om zich heengryponde stuking van
dok- en havenarbeiders te Londen ver
wacht men niet lang te zullen dureniie
eischen, door de arbeiders gesteld, zyn zoo
luttel, en de openbare mceuing zoo zeer op
de hand der stakers, dat men een spoedig
einde hoopt tegemoet te kunnen zien.
De uitsluiting in Noorwegen blyft lan
ger gehandhaafd. Beide partijen weten van
geen toegeven; de arbeiders zoeken overal
elders werk te krijgen en worden hierin door
het groote publiek gesteund, dat van deze
uitslnitings-methode niet voel moet hebben.
In Rusland heeft men nog altijd te strijden
met de hydra der omkoopery en zelfverrijking
der hoogere ambtenaren. Thans worden we
weer opgeschrikt door een bericht, waarin
vermeld wordt, dat niet minder dan 59 ofli-
cieren der intendance te Moskou zich aan
onregelmatigheden in het beheer hebben
schuldig gemaakt, en door den commandee
renden generaal aldaar naar den krygsraad
zyn verwezen. In Portugal gaat de ropu-
blikeinsche regccring ook niet steeds op rozen;
behalve de openlijke en geheime stokerijen
der aanhangers van het oude monarchistische
regime, heeft ze veel moeite met de meer of
minder revolutionair gezinde bevolking, die
niet in allen deelen tevreden is met de voor-
deelen, die zy by hervorming van het konink-
lijke in een rupublikeinsch bewind, had ver
wacht te zullen behalen. Ia Italië en
Turkye steken de berichten over de ge-
Vi'eesde cholera-uitbreiding al meer en meer
het hoofd op en do moeilijkheden van het
laatste ryk met de Malissoren, dio eerBt
uit den weg geruimd heotten. worden woer
opnieuw geconstateerd door de weigering van
een drietal hoofden der Malissoren, om naar
hun haardsteden terug te keeren, wijl ze de
concessies van De Porte beginnen te wan
trouwen. In P o r z i nog steeds een groote
warboel, dank zy de kuiperijen van Rusland,
die door den uit Rusland naar Perzië terug
gekeerden ex-sjah op alle mogelyke wijzen
(zij 't dan ook in 't geniep) to steunen, hot
der nieuwe, meer moderne regeering moeilijk
maakt zich te handhaven. Dat Rusland dien
Mohamed-Ali, den afgezotten sjah, zoo
begunstigd, doet het natuurlyk ook niet voor
niemendal, wel wetende, dat het in troebel
water goed visschen is. Thans heeft het van
alle kanten bestookte nieuwe bewind in Perzic
een beroep gedaan op het Liberalisme in
Europa" tegen den intrigaut Rusland, en heeft
het zich met eon uitvoerig rekest tot den
Duitschen Ryksdag gericht, waarin het allo
grieven tegen Rusland uiteenzet. Doch zal dit
beroep iets uitwerken? Wy vreezen, dat zo
hun eigen boontjes zullen moeten doppen, en
dat ze weldra door don Russische beer, bijge
staan door den Engelschen Bulldog, ten doodo
gedoemd zullen worden.
Op Haïti, de negerrcpubliek in Midden
Amerika, ook groole verwarring, schrik en
ontsteltenis. Do president S i m o n heeft op
een Nedorlandsch oorlogsschip de wyk geno
men naar Kingstown, en een Duitsch oorlogs
schip zet troepen aan land. Natuurlijk om do
orde te bewareu. Uit Mexico ook weer
alarmeerende geruchten van nieuwe opstanden
tegen het pas gevestigde gezag van president
de la B a r r a.
Zooals men ziet, is 't duizendjarig rijk, 't
M i 11 e n n i u m", nog altijd niet in aautocht;
gelukkig, dat er naast zooveel, dat tot droef
heid stemt, toch ook over heel de wereld een
erkdadige kracht vuu broederzin en huma
niteit werkzaam is, die veel van het kwade
neutraliseert of ten goede doet keeren.
«lEUWSBEHiCHTEN.
HELDER, 8 Augustus.
Hr. Ms. .Zeehond" is Zaterdag te
Nord-Shields aangekomen eu zou don Sun
weder van daar vertrekken.
Hr. Ms. „Dolfijn" is Zaterdag te
Newcastle aangekomen.
Mr. Th de Weester.
De toestand van den oud-minister De
Meester, lid van de Tweede Kamer, welke
zich na zyn jongste operatie nog al goed
liet aanzien, moet in de laatste dagen min
der gunstig zijn geweest.
Sinds luidden de berichten echter moer
bevredigend.
De niewe Gouverneur van Suriname.
De nieuwbenoemde Gouverneur van Suri
name, baron van Asbeck, is sedert 1 Ang.
j.1. dagelijks werkzaam op het Departement
van Koloniën tor bcstudeering van verschil
lende ambtelyke aangelegenheden. De beëe-
diging door H. M. in zijn nieuw ambt zal in
den loop dezer maand plaats hebben.
In de a.8. week komen de leden der eco
nomische Staatscommissie uit de kolonie terug,
waarna zij eonige besprekingen met den
nieuwen landvoogd zullen houden.
Bestrijding der zedeloosheid.
Ingevolge de nieuwe wet tot bestrijding
der zedeloosheid heeft Vrijdagmorgen te Rot
terdam terechtgestaan D. S., 22 jaar, varens
gezel aldaar.
Na in Juli 1910 uit den militairen dienst
ontslagen te zyn, was hij gaan samenlevon
met mej. Heusdans, tot hy was gearresteerd
en gedetineerd iu het huis van bewaring.
Beklaagde bekende, vau Juli 1910 te hebben
geleefd van üet geld, dat die vrouw met
ontucht verdiende. Zoowol de huishuur ad
f 3 per week als zjju onderhoud bekostigde
zy; alleen kleeren had hy nooit van haar
gehad. Hy had zelf geen geld, met de vrouw
was hy niet getrouwd, 's Nachts om één
uur ging hij naar bed en eerst om elf uur
's morgens stond hy op. Hy moest den pre
sident toegeven, dat dit leven niet mooi was.
De vrouw verklaarde, dat beklaagde haar
wel eens mishandelde en zich aan sterken
drank te buiten ging. Niet alles wat zy ver
diende droeg zy aan hem af; alleen gaf zy
hem af en toe wat.
Hot M. waargenomen door mr. D. J.
Wolfson, wees er op, dat de rechtbank door
haar vonnis in doze een voorbeeld zal kun
nen stellon, en achtte de beslissing daarom
van het hoogste gewicht.
Met volle zwaarte moet de straf neerdalen
op de menschen, die leven van de ontucht
eener vrouw, dio oorzaak zyn van het groote
maatschappelijke kwaad, waardoor zoovele
ongelukkige prostituees eeu diep rampzalig
bestaan leiden, kerels, die met geweld tot
werken moeten worde» gedwongen, omdat
zy den arbeid schuwen, Gercquireerd werd
ter zake van het soutineur voordeel trekken
uit de ontucht van een vrouw, drie dagen
hechtenis en plaatsing in een rijkswerkin
richting voor den tyd van drie jaar.
Aanranding.
Op hot Dacostaplein te Amsterdam is Vry
dagavond een wielrijder door twee mannen
van zyn fiets geworpen, waarna zij hein be-
roofdeu van een bankbiljet van f 10.
Onder de wielen geraakt
De bloemist C. Hulsbosch uit Vogelen
zang, die Vrijdag eoD wagen met bloem
bollen naar Lisro bracht, viel, doordat zijn
paard van een draaiorgel schrikte en er
juist eon auto aankwam, van den bok, ge
raakte onder de voorwielen van zyn zwaar-
geladen brik, waardoor zyn borst werd in
gedrukt en by outniddelyk stierf.
Moordaanslag op een chauffeur.
Dondagmiddag vervoegden zich twee jonge
mannen bij een anto-verhuurdcr te Ainions,
bij wien zy een auto huurden. Zy vertrokken,
gestuurd door den 20-jarigen chauffeur Artbur
Labui-re, en lieten zich naar Breteuil brengen.
Tyden de terugreis, omstreeks half negen
's avonds,lieten de twee mannen den chauffeur
stoppen in de buurt van Hébécourt. Een hun-
nor ging op den bok zitten, terwijl de andere
Labbare door het portier aanriep, zoogenaamd
om hein een bevel te geven. Op het oogen
blik dat de chauffeur het liooid omwendde,
bracht de kerel die naast hem was gaan
zitten, hem een hevige slag mot een scheer
mes in den hals toe.
De ongelukkige viel van zyn zetel op den
weg, maar had don moed op te staan en zoo
gauw als het bloedverlies en zijn toenemende
zwakte hem veroorloofden, naar het dorp
Hébécourt te loepen. Daar viel hy bewuste
loos voor de deur van een dor eerste huizen
neer. Men slaagde er echter in, hem weder
by kennis te brongen, en Labarre kon op
een stukje papier zijn naam, het nummer
zijner auto en eenige bizonderheden van
den moordaanslag opschrijven.
Ondertnsschen had een der bandieten de
vlucht genomen. De andere, die den steek
had toegebracht, een zekere Wladimir Broyer,
Iius vau geboorte en 19 jaar oud, zette er
zich in alle kalmte aan, den wagen, dien de
schurken blijkbaar to gelde hadden willen
maken, op gang te kryg.-n. Daar de moor
denaar geen verstand had van auto s, nam
dit ecnigen tijd in beslag. Tenslotte slaagde
bij er echter in, den wagen in beweging te
brengen. Broyer was echter zoo onvoor
zichtig, door Hébécourt te ryde», waar men
juist bezig was, den zwaar gewonden chauf
feur to verplegen. Een gendarme bemerkte
het nummer van de auto en hield den be
stuurder aan.
De moordenaar werd in tegenwoordigheid
van zyn slachtoffer gebracht, en Labarra
herkende hem onmiddellijk. Broyer werd oaar
Amieus vervoerd, hetgeen met groote moei
lijkheden gepaard ging, daar de woedende
menigte hem wilde lynchen.
De toestand van den ongelukkigen chauf
feur is zeer ernstig.
Uit een ondergeloopen mijn gered.
Ainerikaansche bladen gewagen van de
merkwaardige redding van een mijnwerker,
die 8 uur iu een ondergeloopen myn was
opgesloten geweest. De makkers van den
man braken van boven een gang naar hem
toe en haalden hem er uit. Maar het was
meer dan lijd, want de man stond in hot
water, dat langzaam, maar voortdurend hoo-
ger kwam. Toen rnon hein redde, stond hot
water hem tot aan zyn mond.
DE WEEK.
5 Augustus.
Gaandeweg kunnen we ons een beeld vor-
meu van den gemoedstoestand, waarin de in
keorkringstre-'k vertoevende soldaat verkeert,
die do bron van alle aardsche leven, de zon,
voor «koperen ploert" uitscheldt...
De dagelijks, nu al sinds weken terng-
keerende hitte doet zekere baat ontkiemen
tegen de al-maar stralende, blakerende, sto
vende, zengende bol, die daar schittert aan
het strak-blauwe firmament. Wij kiinneu ons
niet meer onttrekken aan de behoefte om
over de warmte te praten, te weeklagen
We zyn nu eenmaal niet gewend aan zulk
een ononderbroken periode van zonne-gegloei,
terwyl geen onweer of regenbui afkoeling
vermag te brengen Wy houden er diep
zinnige bespiegelingen over. Merkwaardige
gissingen en hypothesen worden gewaagd.
Zelfs zyn er fantasten, niet ufkeerig vud de
gedachte dat toch nog, achteraf beschouwd,
dio komeet van Haliey Jo kunt niet weten
Anderen betoogen, dat de zonnekracht is
toegenomen en troosten ons mot geuoegolykc
tafereelen eener toekomst, waarin de men
schen als in do bokende schets van
Flammarion, 't slechts op zee zullen kunnen
uithouden, den gauscheu nacht sidderend voor
het oogenblik van zonsopgang Terwyl jjs
en sneeuw op de bergen zullen smelten;
alles overstelpende en vernielende stroomen
over de aarde zullen worden uitgestort!
De legende van den vermaarden, uitge
storven nouderwetscliun zomer is voorloopig
van de baan. En 't kan wezen dat onze
kindskiuderen de Juli- en Augustus-periode
van 1911 zullen noemen als exempel van
dh», togen het eind dor twintigste eeuw,
een «ouderwetsche zomer" zal worden ge
noemd Totdat ook onze uar.oveu on nich
ten plots zullen worden verrast door don
temperatuurtje, als waarmee we thans ver
kwikt worden
Do warmte is eene toovenaarster. Zy
maakt ook de heftigste kemphanen mak en
gedwée als lammekens. Tegen haar ia, op
den duur, niemand bestand. In 't begin moge
zy de gemoederen prikkelendo menschen
lastig, humeurig, kyfziek doen worden. Wacht
slechts een poosje, dan spreid zich eene
loome apathie over allen uit. Eene stemming
van „aprés nous le déluge"; op z"b laag-
Nederlaodsch gezegd,'t kan me niet bom
men 1", maakt zich vau U meester. De
aandacht verslapt; de oogleden worden zwaar;
het vermogen om te luisteren takelt af
't Wordt eene reuzetaak om de menschen
voor iets te interepseeren. Do ondernemers
van openbare vermakelijkheden worden toon
beelden van zuchto hoffelijkheid jegens pu
bliek en pers; de arme journalisten, op hun
beurt, verrichten ware wondertoeren om kran
ten te doen verschijnen, die nog leesbaar on
te genieten zijn
En ze is eene aarts-democrate, de warmte.
Wie nu, als dc avond is gevallen, op
het publiek let, dat ziju toevlucht zoekt op
de torrassen der café's, hij zal wondere ont
dekkingen doen. Dames, dio er in gewone
omstandigheden niet aan zouden denken om
plaats te nemen in een «milieu", voor huar
cachet van deftigheid blameercnd, ze zyn
zeer verheugd nog een tafcltje-met-stoel te
kunnen veroveren, ook al zyn de naaste
buurdames drie, vier, méér graden lager op
de maatschappelijke ladder".
Hoeren van onverdachte gehechtheid aan
étiquette en deftige statigheid, ze biljarten
in hun hemdsmouwen. Het keurslijf der
deftigheid wordt afgedaan. Do geforcoorde
gemaakte stroefheid versmolt gelyk de rost,
gelyk al wat 't moet afleggen tegen zulke
temperaturen
De .politiekery" is aan kant gezet. I)e
mecst-aiarmislische Marokkotclogrammen doen
ons schokschouderen. Zal reg-kom!Vruch
teloos trachten de sensatie-mannekens van
hit „Matin" model kippevol op 't lyf te jagen.
(Iet kwik staat te hoog in du glazen buis.
Tevergeefs verzint men fantastische, groteske,
allerzonderlingste berichten en geruchten -
Niemand neemt zich de moeite om te pie
keren over de vraag, of men hem er al dan
niet wil doen invliegen. Er is geen eer meer
te behalen. En wanneer 't nóg .warmer wordt,
dan zou *t overweging verdienen om de zaak
maar .stop" te zetten. By eene zóó-kwjj-
nende negotie doel men 't best de luiken
vóór do ramen te zetten, de deur op 'tr.acht-,
slot te gooien en zelf eene wandeling te gaan
maken in de buitondreven
Men moet, 't dient erkend, bewon
dering hebben voor don moed van Volksver
tegenwoordigers, onder znlke omstandigheden
een wetsontwerp aanhangig maken. Die hulde
verdienen de heeron Schaper c.s. voor hun
bij den president der Tweede Kamer inge
diend voorstel betreffende de bescherming
van „dun arbeid" (d.w.z. den arbeider). Er
zjjn er ook geweest, dio dit .mooio gebaar"
gehekeld hebben als eene soort van don
Quichotterie.
Dat woord acht ik te grof, daardoor
onnoodig kwetsend en grievend.
Terwyl de anderen uitrustten van de par
lementaire kijvery der jongste maanden,
waren zy het clubje der voorstellers,
nog aan don arbeid. Dio yvor verdient
waardeering.
Wanneer men zich nu echter kalm, ernstig,
sirong-objectief, ganselijk onpartijdig afvraagt
welk practisch uut heeft zulk voorste), afge
scheiden van don vraag naar du ineritea, de
waarde ervan
Ja, dhn
De afgevaardigden, die het ontwerp aan
hangig maakten, zijn, zonder uitzondering;
de hoer Duys zelfs inbegrepen veel te ver
standige menschen, van genoegzame parlemen
taire ervaring, om niet levendig, ten vollo te
beseffen, hoe
lo. hun voorstel niet de allergeringste
kans heeft om in den loop dezer „wetgevende
periode" om ons nu maar tot deze te be
palen, de publieke behandeling te bereiken;
zolfs, durf ik er by voegen, die in de afdeel-
ingen
2o. dat, gesteld hot ontwerp kwam in bo-
handeling wat absoluut uitgesloten is,
du kuns, dat de hoofdstrekking er van door
deze Kamer zou worden geaccepteerd, gelyk
nul moet worden geacht.
Wat beduidt dan de indiening, op dit
oogenblik, van zulk wetsontwerp?
Géén atryd tegen windmolous.
't Zij zoo.
Géén .parade-paard" ip 't; met krachtige
verontwaardiging wyst men dut aiHut-
geen in een voorsteller, die xichzolf respecteert,
allerzins begrijpelijk is.
Wat dan
We hebben gelukkig den tyd om
hierover na te denken. Onze conclusie te
verschuiven tot tijd en wijle dat 't buiten
wal zal zyn openlucht
Mr. Antokio.
ZOMERGENOEGENS.
't Is Zondagmiddag» op den Zeedijk.
By de Poststeeg stampt on blaast vol inge
houden kracht, als een uitdaging, de tram,
met wielen stoffig op glimglanzende baan,
oogenschynlyk gepoetst, maar echt glad ge
reden door bet druk, wichtig gorol in deson
goddelyken zomertyd.
Stadsiuenscheii en hoopjes kinderen komen
langs do trap omhoog. Je begrijpt den grooten
toeloop, hol plots gedrang. Do menigte maakt
aanstalten naar het strand te trokken, om,
gemakkelijk gezeten of lekker lui gelegen,
in den luwen wind lichaam en geest te lateó
opfrisschon.
Snel, byna begeerig nemen allen bezit van
de wagens, waarin geen plaats open blyft.
Als een volleerde postiljon toetert de con
ducteur. Do machinist trekt z'n handel om.
I)o tocht is begonnen. We suizen in een matig
tempo den grijzen wog op. Van hot treintje
geobserveerd de uitgaandors te voet, zóóvéél
slapjes traag afgelegd, nu en dau door bei-
signalen gewaarschuwd, zien ons met respect
over de rails schieten, of het een moderne
electrische betreft.
De verandering van omgeving doet goed.
Ieder menscli heeft wol eens behoefte aan
nieuwe indrukken, aan omgang met andere
personen. Ons leven is zoo verbazend gecom
pliceerd, dat afwisseling noodzakelijk is. Nu
ik ietwat zielig neerzit, beklemd in de prop
volle glazen kast, waar men hardop praat
en vroolyk schaterlacht, komt rae oven voor
den geest deze waarheid, indertyd aardig
grdumonstroord in het reisverhaal van Jan
Feith, die met een tochtgenoot door Siberië
ruzie zocht om de eentonigheid te breken.
Hier zulke zonderlinge omstandigheden ge
lukkig niet nnodig. Er is voor het ritje variatie
genoeg. We boemelen met den bezitter van
een goedgespecte beurs, die om zich heen
vertelt vau vacantiegenot in België, Duilsuli
land en Frankryk. En als hy bar snoeft over
de moderne steden, overladen met onnoemlijk
veel merkwaardigheden,dan mengt ongevra
een jonge Zeeuwsehe, die melkwitte tanden,
mollige bovenarmen en huel-guitige ongr-n
heeft, zich in hot gesprek. Zy betwyfolt of
meneer wel waarheid spreekt. Noemt staaltje*
van andere bluf. Ze heeft zelf familieleden,
die' doen alsof ze ryk zijn en daarom dure,
verre vacantieroizon aan hun stand verplicht
achten, doch zich een week achter du neer
gelaten gordijnen opsluiten.
De inzittende passagiers kraaien van lust
en bespeuren verrast dut we, langzaam gaande,
al stoppen aan Huisduinen, het mooie heuvelig
plekje, zoo buitongewoorj eenvoudig, zou
rustig onder fijnen wit-blauwen hemel.
Jo slentert moeizaam door het mulle zand
om zonder omslag ergens noor to «trykuii.
Het blinkend grysgole strand lijkt een ge
weldig schildery, vol kleur, licht en beweging,
geestig en pittig in do wending zijner bochten.
Beetje versuft, toch bi-.wnst, soms uiterst
nieuwsgierig let jo op deze woelige plaats,
waar honderden plakken als aan den vyver
van een grooten buitentuin. In kwijnen»
houding, halfliggend, poseeren heele famili- -
in de badstoelen. Blakend en hijgend va»
de broeiende warmte, maar toch gezellig aan
stappend, geven anderen den voorkeur .,in
palen, om kilomoters te verslinden, in on
bestemde richting. Die honden geen sikkepit
van een klein-burgerlyk leven op beperkte
ruimte, waar zwaar-rookende vader* en
kwebbelende moeders met somwyls verwend,
pruilend en jengelend kroost zich bij elkande
ophouden. Toch wel interessant, zoo'n oogen
blik stil tc staan by do vrye ontspanning
van velen, die daartoe weinig of geen fliian
ciëelo offers hebben te brengen.
Om ons strand recht lief te krygon, om
de juiste waarde beter te schatten, moet men
knus-vertrouwelyk even verkeeren in dio
volte, in de onmiddellijke nabijheid van ge
zichten, tot vrieudelijkheid geplooid. WelV
een bron van genoegen hier voor menig
steedsch raenscbje! Daar heb je mannen- eu
vrouwen-figuren tot aan de knieën in 'i
water. Groote lummels, in overhemd, do broek
een eindje omhoog, bloothoofds, jagen elk tón
na. Hoe onbewust grappig doen die vd
wassonen. Zy, zes dagen in 't touw, ver
schaffen zich een goedkoope, gezonde prei.
Dan: de kinderscharen, kraak-heldor, in t
beate goed. Voorzien vau emmertjes
schopjes. Een heerlyk werkje, zoo te spin- n
en te graven naar hartelust. Ze glimmen
van lol. Schoenen en kousen uit. Ontkloedm.
Als aapjes zoo kwiek bewegen zy zich.
Boven het eeuwige ruischen van de zee,
schatert lnid hun gelach. O, dat onbe
zorgde spelMen moet het stilletjes gadeslaan
Massa's hollen en huppelen by den oovur,
barrevoets, geheel naakt, met zongesehroeide
kopjes eu haren om ze zoo te knuffelen. Toe
maar, moeders: laat uw kleintjes niet versuft
zitten; laat hen kruipen, parmantig stappen,
sjokken, strompelen; laat ze leuk, vroolyk
scharrelen en ravotten. Ze moeten, om nivt
wit en bleek en mat te worden, vroegtydig
de zoute lucht ruiken en inademen. Ze moeten
aan uw hand vertrouwd raken met do golfjes,
waaruit hot schuim als medicyn waait.
Met volle attentie kijk ik rond. Zooals
Amsterdammers naar het Kalfje of Hilver
summers naar den Zwaluwenberg trekken,
waren er gekomen die d r eigen mondkost
meegenomen hadden. Tegenover me zitten
ze. Met broodjes. Met ffesscbon melk. Met
taschjes en mandjes vol lekkernyen. Het mug
•niet netjes" staan om je zoo maar in 't
openbaar door boterhammen uit papie< en
slurpteugjos te kleineeron zy doen als
potverteerders: maken pleizier zonder dat het
gebruik van proviand bijster veel cent-n
kost, en last not least, zy voelen niets voor
het begapen en bevitten van hen, die bitter
weinig gewoon zyn en liefst oeroude traditie"
hooe honden.
Weer anderen verteren by de tentj'*, by
de karretjes, die er zoo toegankelijk en ver
lokkelijk uitzien. Verfrisschendo dranken,
roomijs, melk, vruchten, koek, gebak. Te
veel om te noemon. Ik houd van neuzen.
Tot m'n genoegen moet 'k constateeren, dut
er beste zaken worden gemaakt. Die blydu
zekerheid kreeg ik. toen het volk hier en
daar by enkelen zich verdrongen. En een
goed teekenje zag af en toe versche voorraad
aanrukken om eon komend tekort te voor
komen. Wat ook viel op tc merken onder
de luidjes, die met manden of trommels er
op uit waren. Ik gun deze categorie ver-
koopers een tikjo welvaart. Ga zelf eens na
hoe inspannend hun taak is: dat onvermoeid
jakkoren met vrachtjes, nu eens hier op do
vlakte, dan weer daar over grillige berg-
glooilngen, waar meestal de verliefde paartjes
zich afzonderen.
Boven, in het Badhuis, waur men geani
meerd van tafeltjes ysdranken en biertje»
hyscht, uit je byna een kreet van verrassing.
Beneden je gaat alles huiselijk, gezellig toe.
Eon miniatuur vacantieland by duin en zou,
de zee die breed, grijsblauw is, vol Kitsende
fonkels, tot de verre kimlyuen, waarvan do
zalmrosc en de fol-lichtecde goudgele kleuren
het avond-komen aanduiden-
Langs de stoeiende vlaggen ontdek je de
telkens volgeladen tramwagens, de onafge
broken stroom voetgangers. En uit die verte
komen zwak de overbekende wysjes van
den speelman, soms hortend en stootend, niet
zelden mot verbazend harden stem begeleid.
Volgens hem is 't leven zonder muziek suai
en vervelend. De brave heeft waarlyk schik
in zyn laag-by-de grondsche kunnt. Luister
maar eens hoe warm, hoe geestdriftig mans
lievelingsliedje klinkt:
Lieb Vaterland, kannst ruhig sein:
Fest steht und trou die Wacht am Rhein.
Hetzelfde thema herhaalt hy geduldig en
leidzaam, met eon hartstochtelijk forto, om
niet zoo maar achteloos te worden gepasseerd.