KLEINE COURANT - 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wieringen en Anna Paulowna- No 4017 Woensdag 9 Augustus 1911. 39ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11 .'25 Pre- Zondagsblad t 37f 45 10.75 luiënJ Modeblad 55 05 i fO.ÖO (Vuur liet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels Elke regel moer. liewijs-eiemplanr Vignetten en groote letters worden naar plaatsruim Interc.- lefoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever- 1 O. DE BOER Jr. h. BERKHOUT Co.), Helder. Barss Haisduinen Badplaats. Plaatsgenooten Het comité tot verheffing van Huis duinen als badplaats komt tot U met een verzoek. Mogen onze woorden door geen van U allen ongelezen blijven, mogen zy U allen doordringen van den ernst, die ook ons bezielt, om mede te werken tot bereiking van dat doel, welks verwezen lijking toch immers reeds zóólang tot de stille wenschen behoort, van diegenen, welke het goed meenen met den Helder. Wel vreemd is het, dat by zoo velen in onze geboortestad een zekere mate van onverschilligheid bestaat, wanneer het geldt onze woonplaats te verheffen, wanneer eens een plan ontworpen wordt om den stoot te geven tot hare ont wikkeling op een ot ander gebied. Het is zoo jammer, dat l?y menigeen de idee is vastgeworteld, dat alles toch schip breuk moet lyden, dat onze plaats zich nergens toe leent. Wordt het eindelijk niet eens tyd, dat aller hersenen doordrongen worden vuil zelfbewustheid, van wilskracht, wel ke tot handelen dry ven? Wordt het niet eens tyd U allen wakker te schudden om een eind te maken aan de onver schilligheid welke men aantreft? Hier is slechts te winnen, niets te verliezen. Komt met ons, ziet eens hoe alle zee plaatsen van groot tot klein van hare natuurgaven gebruik gaan maken, hoe jaar in jaar uit de stroom van stads- moede en overwerkte menschen aanwast, hoe die allen eene plaats moet woiden ingeruimd aan het strand. En elk jaar weer breidt zich het aantal pensions en logeergelegenheden uit, en wordt daar door den ingezetenen, vooral den handel- dryvenden stand, meer welvaart aan gebracht. Zou onze vaderstad niet meedoen? Zou zy nog langer moeten wachten om opgenomen te kunnen worden in de ry van badplaatsen, welke, de een meer, de ander minder, maar toch allen in voldoende mate, een goede toekomst te gemoet gaan? is er ééne zaak welke onze plaats in de schaduw stelt by andere? Neen, integendeel. Den Helder kan bogen op talryke zaken, welke haar beslist een grooten voorsprong geven. Mogen er velen zyn, die onbewust de aantrekkelijk heden onzer stad dag in, dag uit met onverschilligheid voorbijgaan; vreemde lingen waardeeren des te meer de schoone panorama's, welke onze kust kan op leveren. Voor hen is er afwisseling genoeg. Toch gaat ook bet Heldersche publiek de laatste jaren zijn badplaats met andere oogen aanschouwen en dit geeft moed aan het comité, dat zich ten doel stelde de eerste stap te doen ter transformatie van Huisduinen, er geen oogenblik aan twijfelend of het zal vruchten plukken van zyne bemoeiingen. Ziet, plaatsgenooten. Gy allen ontvangt een circulaire waarop in korte trekken de plannen van het comité worden weer gegeven. Leest ze met aandacht en werpt ze daarna niet weg. Integendeel, overdenkt en ge moet tot de conclusie komen, dat het hier eene gewichtige zaak betreft, welke uwe belangstelling moet wekken. Schande zou tiet zyn als Helder*s burgery, bang voor scha of onspoed, zou samenwerken om een plaats datge ne te onthouden, waarop ze recht heeft. Het zou zijn een teeken van verval, het uitgeleefd zyn van een stad. Inwoners van Helder en oud inwoner8, gy wilt U toch niet doen zeggen dat uwe stad uitgeleefd is, dat zy haar bestaan niet waard is? Bitter zou het ons stemmen, wanneer hier niet de noodige energie bleek te bestaan, wanneer niet het benoodigde kapitaal bijeenge bracht kon worden, om iets te stichten, dat de eerste stap zou zyn op den weg, dien ieder, als hy zien wil, duidelijk al'geteekend vindt, en welke leidt naar bloei en welvaart. Wij Helderschen zyn verplicht Huis duinen, dat ons grootheid kan en zal geven, te schragen. Wy kunnen er slechts wel by varen. Ziet eens rondom U wat eendracht kan teweegbrengen. Texel schiep een eigen stoombootonderneming. De Helder sche tram, uit den doode herrezen, bloeit als nimmer te voren. Laat dus ook zien, dat hier, eendrachtig samenwerkend, iets goeds gesticht kan worden. Opdat ieder van de gelegenheid tot inteekenen gebruik kan maken, is iedere circulaire van een aanhangsel voorzien. Het comité hoopt dat geen enkele oningevuld zal blyven, dat ieder zoo spoedig mogelyk en met ruime maat zal meten, dat de animo in deze gewichtige zaak zóó groot zal blyken, dat de inteekening het ge vraagde kapitaal verre zal overschrijden. Dan stemt het ons allen dankbaar. De steun en het vertrouwen van allen geeft, ons enkelingen nog meer moed om te volbrengen wat we ons voorstelden. Moge het volgend jaar ons pension geopend kunnen worden, moge weldra blyken dat het te klein is en moge onze stichting de moeder worden van talryke inrichtingen, welke na haar op schieten Helder, Augustus 1911. UIT HET BUITENLAND. Nog altyd de Marokk o-raak. Onze lezers zullen nieuwsgierig zyn, hoe het met deze kwestie staat. En geen won der; zy heeft de gemoederen van geheel Europa, althans van hen, die meeleven met de publieke zaak, bezig gehouden en menig maal verontrust. Kouden we aan 't eind van ons vorig overzicht met blydschap vermelden, dat er luwte kwam in de gespannen verstandhouding tusschen de drie groote mogendheden, Engeland, Frankryk en Dnitschland, die optimistische be schouwingen in de buitenlandsche pers maak- ton al spoedig weer plaats voor minder geruststellende. Het scheen, dat de onder handelende partijen in deze het niet eens konden worden. Duitschland, zoo verluidde het, bleef te zeer aan zijn bovenmatig ge achte eischen vasthouden; een deel der Duitsche pers zweepte zelfs de gemoederen op met te betoogen, dat geen voet breed Duitsche grond aan Frankrijk mocht worden afgestaan. Zelfs de persoon van den Duit schen keizer werd min vriendelijk bejegend in do „All-Deutsche pers en geïntrigeerd werd tegen den Duitschen Minister van Buitenlandschen Zaken, den heer Von Kider- len Wachter. Ook in Frankrijk en Engeland begon de pers minder gerust te worden, hoofdzakelijk al, wijl er niets werd los gelaten en niets uitlekte over den stand der onderhandelingen. Zoo had men wederkeerig vry spel, zyn fantasie den vryen teugel te laten op het veld der gissingen en der be spiegelingen en begon men allerwogo er aan te wanhopen, of door diplomatieke onder handelingen dozo zaak tot een goed einde kon worden gebracht. Totdat opeens bericht kon worden, dat Cambon de Fransche gezant, met Vod Kiderlen Wachter, den Duitsche» Minister van Buitenlandschen Zaken, het „in principe' eens waren geworden over do basis, waarop te onderhandelen viol. Dit bericht gaf een groote opluchting, al was het nog zeer vaag gesteld, doch voor de oorlogszuchtigon was het een teleurstelling en een démenti, naar aanleiding waarvan ze natuurlijk weer aan 't kijven eu ophitsen sloegen. Voor hen, die er geen belang bij hebben, dat de volkeren eikaar in de haren vliegen is het vurig te wenschen dat men het in de kabinetten te Berlijn en Parys eer.s wordt in de verdere uitwerking der compensaties", opdat deze aangelegenheid geen aanleiding worde, om Europa in bloed en vuur te zetten. Dat deze Murokko-kwestio echter een waar wespenuest is, waaruit het moeilyk zal zyn, zich zonder kleerscheuren terug te trekken of zich voor goed te vesti gen, blijkt wel hieruit, dat thans ook Italië een duit in hel zakje begint te gooien en voor zich ook een deel van Marokko (Tripo lis) begint af te zonderen. Natuurlijk nog maar in gedachten. Het werpt het balletje op, om de landen aan de Middejlandsclie Zee te behouden voor de aan deze Zee ge legen staten, daardoor natuurlijk Engeland s en Diiitschland's inmenging desavoueerende. Zooals gezegd, is deze Marokko-zaak een heksenketel, waaruit niet veel goeds ge brouwen kan worden. Ieder stookt er zijn eigen vuurtje onder, het gist on kookt cn dampt en niet ten onrechte zijn de oogeu der volkeren vol vrees en spanning op dit deel der aarde gevestigd. A r b i t r a g e-v erdragen. Zouden de vredesapostelen, zy die den vrede wenschen, den oorlog schuwen en met bezorgdheid tegemoet zien het aanstaande bankroet der z. g. n. beschaafde volkoren door de milliarden, aan het militairisme ten koste gelegd zelfs in tijd van vrede, zou den deze misschien door al dat wapengekletter dat gestook en gekuip, dat elkander in 't harnas jagen, dat den een tegen den ander uitspelen, al gaan wanhopen aan den triomf van de zaak dio zy voorstaan; aan de ver wezenlijking van de een belofte inhoudeude leuze >De wapens neder", toch als men let op de berichten uit het verre Weston, uit Amerika (Washington) naar Europa overgeseind, dan geven deze berichten den burger weer moed en men wanhoopt niet langer aan de verwerkelijking van zijn ideaal. Die laatste berichten houden toch niet minder in, dan dat de Vereenigde Staten, op initiatief van den president T a f t, mot Engeland en Frankrijk traktaten heeft ge sloten, waarby men onderling overeenkomt, alle geschillen die tusscben deze staten mochten ryzen, en voor miulijke schikking in aanmerking kunnen komen, door een commissie van onderzoek en later door een scheidsgerecht te doen beslechten. Het zou ons te ver voeren, den geheelen inhoud vau deze traktaten mee te deelen, doch zonder overdreven optimistische verwachtingen te koesteren, althans voor de naaste toekomst, mag deze zaak toch inderdaad zeer belang rijk genoemd worden. Deze traktaten zyn om zoo- te zeggen een uitbreiding, een ver betering van den werkkring van hot in 1904 ingestelde Hof van Arbitrage te Den Haag. Wordt do heilzame werking van deze internationale verdragen ingezien, dan kan het niet anders, of langzamerhand zullen alle landen onderling door zulk eon verdrag in wettelyk geregelde verhouding tot elkaar komen te staan. Het vuistrecht, dat in be schaafde laudeu reeds sedert eeuwen vervan gen is door het voor allen geldende recht, dat van staatswege wordt toegepast, zal dan eindelijk ook voor de volken onderling tot het verleden behooren. Tusschen Turkye en Montenegro is het ook weer .pays en vree". De Malis- soren hebben de hun door den Turkschen gezant aangeboden voorwaarden, waatop zij bereid zonden zyn, naar hun haardsteden terug te keeren, aanvaard en de koning van Montenegro, wellicht door Rusland daartoe aangezet, zingt niet meer het oorlogszuchtige liedje van voor een paar dagen. Hoede toe stand toch in eens veranderen kan. Dat 't voor 't overige geen aanlokkelijk schouwspel is, dat zich voor onze blik ontrolt by 't schouwen over 't wereldtooneel, kun men gelooven, als men even met ons de aan dacht wil vestigen op 's werelds kaleidoscoop. In Engeland nog steeds de binnenlandsche strijd over de Veto-wet, een strjjd tus schen d e m o c r a t i e en conservatisme, die naar alle waarschynlykheid weldra met de overwinning ran de eerste zal eindigen. De snel om zich heengryponde stuking van dok- en havenarbeiders te Londen ver wacht men niet lang te zullen dureniie eischen, door de arbeiders gesteld, zyn zoo luttel, en de openbare mceuing zoo zeer op de hand der stakers, dat men een spoedig einde hoopt tegemoet te kunnen zien. De uitsluiting in Noorwegen blyft lan ger gehandhaafd. Beide partijen weten van geen toegeven; de arbeiders zoeken overal elders werk te krijgen en worden hierin door het groote publiek gesteund, dat van deze uitslnitings-methode niet voel moet hebben. In Rusland heeft men nog altijd te strijden met de hydra der omkoopery en zelfverrijking der hoogere ambtenaren. Thans worden we weer opgeschrikt door een bericht, waarin vermeld wordt, dat niet minder dan 59 ofli- cieren der intendance te Moskou zich aan onregelmatigheden in het beheer hebben schuldig gemaakt, en door den commandee renden generaal aldaar naar den krygsraad zyn verwezen. In Portugal gaat de ropu- blikeinsche regccring ook niet steeds op rozen; behalve de openlijke en geheime stokerijen der aanhangers van het oude monarchistische regime, heeft ze veel moeite met de meer of minder revolutionair gezinde bevolking, die niet in allen deelen tevreden is met de voor- deelen, die zy by hervorming van het konink- lijke in een rupublikeinsch bewind, had ver wacht te zullen behalen. Ia Italië en Turkye steken de berichten over de ge- Vi'eesde cholera-uitbreiding al meer en meer het hoofd op en do moeilijkheden van het laatste ryk met de Malissoren, dio eerBt uit den weg geruimd heotten. worden woer opnieuw geconstateerd door de weigering van een drietal hoofden der Malissoren, om naar hun haardsteden terug te keeren, wijl ze de concessies van De Porte beginnen te wan trouwen. In P o r z i nog steeds een groote warboel, dank zy de kuiperijen van Rusland, die door den uit Rusland naar Perzië terug gekeerden ex-sjah op alle mogelyke wijzen (zij 't dan ook in 't geniep) to steunen, hot der nieuwe, meer moderne regeering moeilijk maakt zich te handhaven. Dat Rusland dien Mohamed-Ali, den afgezotten sjah, zoo begunstigd, doet het natuurlyk ook niet voor niemendal, wel wetende, dat het in troebel water goed visschen is. Thans heeft het van alle kanten bestookte nieuwe bewind in Perzic een beroep gedaan op het Liberalisme in Europa" tegen den intrigaut Rusland, en heeft het zich met eon uitvoerig rekest tot den Duitschen Ryksdag gericht, waarin het allo grieven tegen Rusland uiteenzet. Doch zal dit beroep iets uitwerken? Wy vreezen, dat zo hun eigen boontjes zullen moeten doppen, en dat ze weldra door don Russische beer, bijge staan door den Engelschen Bulldog, ten doodo gedoemd zullen worden. Op Haïti, de negerrcpubliek in Midden Amerika, ook groole verwarring, schrik en ontsteltenis. Do president S i m o n heeft op een Nedorlandsch oorlogsschip de wyk geno men naar Kingstown, en een Duitsch oorlogs schip zet troepen aan land. Natuurlijk om do orde te bewareu. Uit Mexico ook weer alarmeerende geruchten van nieuwe opstanden tegen het pas gevestigde gezag van president de la B a r r a. Zooals men ziet, is 't duizendjarig rijk, 't M i 11 e n n i u m", nog altijd niet in aautocht; gelukkig, dat er naast zooveel, dat tot droef heid stemt, toch ook over heel de wereld een erkdadige kracht vuu broederzin en huma niteit werkzaam is, die veel van het kwade neutraliseert of ten goede doet keeren. «lEUWSBEHiCHTEN. HELDER, 8 Augustus. Hr. Ms. .Zeehond" is Zaterdag te Nord-Shields aangekomen eu zou don Sun weder van daar vertrekken. Hr. Ms. „Dolfijn" is Zaterdag te Newcastle aangekomen. Mr. Th de Weester. De toestand van den oud-minister De Meester, lid van de Tweede Kamer, welke zich na zyn jongste operatie nog al goed liet aanzien, moet in de laatste dagen min der gunstig zijn geweest. Sinds luidden de berichten echter moer bevredigend. De niewe Gouverneur van Suriname. De nieuwbenoemde Gouverneur van Suri name, baron van Asbeck, is sedert 1 Ang. j.1. dagelijks werkzaam op het Departement van Koloniën tor bcstudeering van verschil lende ambtelyke aangelegenheden. De beëe- diging door H. M. in zijn nieuw ambt zal in den loop dezer maand plaats hebben. In de a.8. week komen de leden der eco nomische Staatscommissie uit de kolonie terug, waarna zij eonige besprekingen met den nieuwen landvoogd zullen houden. Bestrijding der zedeloosheid. Ingevolge de nieuwe wet tot bestrijding der zedeloosheid heeft Vrijdagmorgen te Rot terdam terechtgestaan D. S., 22 jaar, varens gezel aldaar. Na in Juli 1910 uit den militairen dienst ontslagen te zyn, was hij gaan samenlevon met mej. Heusdans, tot hy was gearresteerd en gedetineerd iu het huis van bewaring. Beklaagde bekende, vau Juli 1910 te hebben geleefd van üet geld, dat die vrouw met ontucht verdiende. Zoowol de huishuur ad f 3 per week als zjju onderhoud bekostigde zy; alleen kleeren had hy nooit van haar gehad. Hy had zelf geen geld, met de vrouw was hy niet getrouwd, 's Nachts om één uur ging hij naar bed en eerst om elf uur 's morgens stond hy op. Hy moest den pre sident toegeven, dat dit leven niet mooi was. De vrouw verklaarde, dat beklaagde haar wel eens mishandelde en zich aan sterken drank te buiten ging. Niet alles wat zy ver diende droeg zy aan hem af; alleen gaf zy hem af en toe wat. Hot M. waargenomen door mr. D. J. Wolfson, wees er op, dat de rechtbank door haar vonnis in doze een voorbeeld zal kun nen stellon, en achtte de beslissing daarom van het hoogste gewicht. Met volle zwaarte moet de straf neerdalen op de menschen, die leven van de ontucht eener vrouw, dio oorzaak zyn van het groote maatschappelijke kwaad, waardoor zoovele ongelukkige prostituees eeu diep rampzalig bestaan leiden, kerels, die met geweld tot werken moeten worde» gedwongen, omdat zy den arbeid schuwen, Gercquireerd werd ter zake van het soutineur voordeel trekken uit de ontucht van een vrouw, drie dagen hechtenis en plaatsing in een rijkswerkin richting voor den tyd van drie jaar. Aanranding. Op hot Dacostaplein te Amsterdam is Vry dagavond een wielrijder door twee mannen van zyn fiets geworpen, waarna zij hein be- roofdeu van een bankbiljet van f 10. Onder de wielen geraakt De bloemist C. Hulsbosch uit Vogelen zang, die Vrijdag eoD wagen met bloem bollen naar Lisro bracht, viel, doordat zijn paard van een draaiorgel schrikte en er juist eon auto aankwam, van den bok, ge raakte onder de voorwielen van zyn zwaar- geladen brik, waardoor zyn borst werd in gedrukt en by outniddelyk stierf. Moordaanslag op een chauffeur. Dondagmiddag vervoegden zich twee jonge mannen bij een anto-verhuurdcr te Ainions, bij wien zy een auto huurden. Zy vertrokken, gestuurd door den 20-jarigen chauffeur Artbur Labui-re, en lieten zich naar Breteuil brengen. Tyden de terugreis, omstreeks half negen 's avonds,lieten de twee mannen den chauffeur stoppen in de buurt van Hébécourt. Een hun- nor ging op den bok zitten, terwijl de andere Labbare door het portier aanriep, zoogenaamd om hein een bevel te geven. Op het oogen blik dat de chauffeur het liooid omwendde, bracht de kerel die naast hem was gaan zitten, hem een hevige slag mot een scheer mes in den hals toe. De ongelukkige viel van zyn zetel op den weg, maar had don moed op te staan en zoo gauw als het bloedverlies en zijn toenemende zwakte hem veroorloofden, naar het dorp Hébécourt te loepen. Daar viel hy bewuste loos voor de deur van een dor eerste huizen neer. Men slaagde er echter in, hem weder by kennis te brongen, en Labarre kon op een stukje papier zijn naam, het nummer zijner auto en eenige bizonderheden van den moordaanslag opschrijven. Ondertnsschen had een der bandieten de vlucht genomen. De andere, die den steek had toegebracht, een zekere Wladimir Broyer, Iius vau geboorte en 19 jaar oud, zette er zich in alle kalmte aan, den wagen, dien de schurken blijkbaar to gelde hadden willen maken, op gang te kryg.-n. Daar de moor denaar geen verstand had van auto s, nam dit ecnigen tijd in beslag. Tenslotte slaagde bij er echter in, den wagen in beweging te brengen. Broyer was echter zoo onvoor zichtig, door Hébécourt te ryde», waar men juist bezig was, den zwaar gewonden chauf feur to verplegen. Een gendarme bemerkte het nummer van de auto en hield den be stuurder aan. De moordenaar werd in tegenwoordigheid van zyn slachtoffer gebracht, en Labarra herkende hem onmiddellijk. Broyer werd oaar Amieus vervoerd, hetgeen met groote moei lijkheden gepaard ging, daar de woedende menigte hem wilde lynchen. De toestand van den ongelukkigen chauf feur is zeer ernstig. Uit een ondergeloopen mijn gered. Ainerikaansche bladen gewagen van de merkwaardige redding van een mijnwerker, die 8 uur iu een ondergeloopen myn was opgesloten geweest. De makkers van den man braken van boven een gang naar hem toe en haalden hem er uit. Maar het was meer dan lijd, want de man stond in hot water, dat langzaam, maar voortdurend hoo- ger kwam. Toen rnon hein redde, stond hot water hem tot aan zyn mond. DE WEEK. 5 Augustus. Gaandeweg kunnen we ons een beeld vor- meu van den gemoedstoestand, waarin de in keorkringstre-'k vertoevende soldaat verkeert, die do bron van alle aardsche leven, de zon, voor «koperen ploert" uitscheldt... De dagelijks, nu al sinds weken terng- keerende hitte doet zekere baat ontkiemen tegen de al-maar stralende, blakerende, sto vende, zengende bol, die daar schittert aan het strak-blauwe firmament. Wij kiinneu ons niet meer onttrekken aan de behoefte om over de warmte te praten, te weeklagen We zyn nu eenmaal niet gewend aan zulk een ononderbroken periode van zonne-gegloei, terwyl geen onweer of regenbui afkoeling vermag te brengen Wy houden er diep zinnige bespiegelingen over. Merkwaardige gissingen en hypothesen worden gewaagd. Zelfs zyn er fantasten, niet ufkeerig vud de gedachte dat toch nog, achteraf beschouwd, dio komeet van Haliey Jo kunt niet weten Anderen betoogen, dat de zonnekracht is toegenomen en troosten ons mot geuoegolykc tafereelen eener toekomst, waarin de men schen als in do bokende schets van Flammarion, 't slechts op zee zullen kunnen uithouden, den gauscheu nacht sidderend voor het oogenblik van zonsopgang Terwyl jjs en sneeuw op de bergen zullen smelten; alles overstelpende en vernielende stroomen over de aarde zullen worden uitgestort! De legende van den vermaarden, uitge storven nouderwetscliun zomer is voorloopig van de baan. En 't kan wezen dat onze kindskiuderen de Juli- en Augustus-periode van 1911 zullen noemen als exempel van dh», togen het eind dor twintigste eeuw, een «ouderwetsche zomer" zal worden ge noemd Totdat ook onze uar.oveu on nich ten plots zullen worden verrast door don temperatuurtje, als waarmee we thans ver kwikt worden Do warmte is eene toovenaarster. Zy maakt ook de heftigste kemphanen mak en gedwée als lammekens. Tegen haar ia, op den duur, niemand bestand. In 't begin moge zy de gemoederen prikkelendo menschen lastig, humeurig, kyfziek doen worden. Wacht slechts een poosje, dan spreid zich eene loome apathie over allen uit. Eene stemming van „aprés nous le déluge"; op z"b laag- Nederlaodsch gezegd,'t kan me niet bom men 1", maakt zich vau U meester. De aandacht verslapt; de oogleden worden zwaar; het vermogen om te luisteren takelt af 't Wordt eene reuzetaak om de menschen voor iets te interepseeren. Do ondernemers van openbare vermakelijkheden worden toon beelden van zuchto hoffelijkheid jegens pu bliek en pers; de arme journalisten, op hun beurt, verrichten ware wondertoeren om kran ten te doen verschijnen, die nog leesbaar on te genieten zijn En ze is eene aarts-democrate, de warmte. Wie nu, als dc avond is gevallen, op het publiek let, dat ziju toevlucht zoekt op de torrassen der café's, hij zal wondere ont dekkingen doen. Dames, dio er in gewone omstandigheden niet aan zouden denken om plaats te nemen in een «milieu", voor huar cachet van deftigheid blameercnd, ze zyn zeer verheugd nog een tafcltje-met-stoel te kunnen veroveren, ook al zyn de naaste buurdames drie, vier, méér graden lager op de maatschappelijke ladder". Hoeren van onverdachte gehechtheid aan étiquette en deftige statigheid, ze biljarten in hun hemdsmouwen. Het keurslijf der deftigheid wordt afgedaan. Do geforcoorde gemaakte stroefheid versmolt gelyk de rost, gelyk al wat 't moet afleggen tegen zulke temperaturen De .politiekery" is aan kant gezet. I)e mecst-aiarmislische Marokkotclogrammen doen ons schokschouderen. Zal reg-kom!Vruch teloos trachten de sensatie-mannekens van hit „Matin" model kippevol op 't lyf te jagen. (Iet kwik staat te hoog in du glazen buis. Tevergeefs verzint men fantastische, groteske, allerzonderlingste berichten en geruchten - Niemand neemt zich de moeite om te pie keren over de vraag, of men hem er al dan niet wil doen invliegen. Er is geen eer meer te behalen. En wanneer 't nóg .warmer wordt, dan zou *t overweging verdienen om de zaak maar .stop" te zetten. By eene zóó-kwjj- nende negotie doel men 't best de luiken vóór do ramen te zetten, de deur op 'tr.acht-, slot te gooien en zelf eene wandeling te gaan maken in de buitondreven Men moet, 't dient erkend, bewon dering hebben voor don moed van Volksver tegenwoordigers, onder znlke omstandigheden een wetsontwerp aanhangig maken. Die hulde verdienen de heeron Schaper c.s. voor hun bij den president der Tweede Kamer inge diend voorstel betreffende de bescherming van „dun arbeid" (d.w.z. den arbeider). Er zjjn er ook geweest, dio dit .mooio gebaar" gehekeld hebben als eene soort van don Quichotterie. Dat woord acht ik te grof, daardoor onnoodig kwetsend en grievend. Terwyl de anderen uitrustten van de par lementaire kijvery der jongste maanden, waren zy het clubje der voorstellers, nog aan don arbeid. Dio yvor verdient waardeering. Wanneer men zich nu echter kalm, ernstig, sirong-objectief, ganselijk onpartijdig afvraagt welk practisch uut heeft zulk voorste), afge scheiden van don vraag naar du ineritea, de waarde ervan Ja, dhn De afgevaardigden, die het ontwerp aan hangig maakten, zijn, zonder uitzondering; de hoer Duys zelfs inbegrepen veel te ver standige menschen, van genoegzame parlemen taire ervaring, om niet levendig, ten vollo te beseffen, hoe lo. hun voorstel niet de allergeringste kans heeft om in den loop dezer „wetgevende periode" om ons nu maar tot deze te be palen, de publieke behandeling te bereiken; zolfs, durf ik er by voegen, die in de afdeel- ingen 2o. dat, gesteld hot ontwerp kwam in bo- handeling wat absoluut uitgesloten is, du kuns, dat de hoofdstrekking er van door deze Kamer zou worden geaccepteerd, gelyk nul moet worden geacht. Wat beduidt dan de indiening, op dit oogenblik, van zulk wetsontwerp? Géén atryd tegen windmolous. 't Zij zoo. Géén .parade-paard" ip 't; met krachtige verontwaardiging wyst men dut aiHut- geen in een voorsteller, die xichzolf respecteert, allerzins begrijpelijk is. Wat dan We hebben gelukkig den tyd om hierover na te denken. Onze conclusie te verschuiven tot tijd en wijle dat 't buiten wal zal zyn openlucht Mr. Antokio. ZOMERGENOEGENS. 't Is Zondagmiddag» op den Zeedijk. By de Poststeeg stampt on blaast vol inge houden kracht, als een uitdaging, de tram, met wielen stoffig op glimglanzende baan, oogenschynlyk gepoetst, maar echt glad ge reden door bet druk, wichtig gorol in deson goddelyken zomertyd. Stadsiuenscheii en hoopjes kinderen komen langs do trap omhoog. Je begrijpt den grooten toeloop, hol plots gedrang. Do menigte maakt aanstalten naar het strand te trokken, om, gemakkelijk gezeten of lekker lui gelegen, in den luwen wind lichaam en geest te lateó opfrisschon. Snel, byna begeerig nemen allen bezit van de wagens, waarin geen plaats open blyft. Als een volleerde postiljon toetert de con ducteur. Do machinist trekt z'n handel om. I)o tocht is begonnen. We suizen in een matig tempo den grijzen wog op. Van hot treintje geobserveerd de uitgaandors te voet, zóóvéél slapjes traag afgelegd, nu en dau door bei- signalen gewaarschuwd, zien ons met respect over de rails schieten, of het een moderne electrische betreft. De verandering van omgeving doet goed. Ieder menscli heeft wol eens behoefte aan nieuwe indrukken, aan omgang met andere personen. Ons leven is zoo verbazend gecom pliceerd, dat afwisseling noodzakelijk is. Nu ik ietwat zielig neerzit, beklemd in de prop volle glazen kast, waar men hardop praat en vroolyk schaterlacht, komt rae oven voor den geest deze waarheid, indertyd aardig grdumonstroord in het reisverhaal van Jan Feith, die met een tochtgenoot door Siberië ruzie zocht om de eentonigheid te breken. Hier zulke zonderlinge omstandigheden ge lukkig niet nnodig. Er is voor het ritje variatie genoeg. We boemelen met den bezitter van een goedgespecte beurs, die om zich heen vertelt vau vacantiegenot in België, Duilsuli land en Frankryk. En als hy bar snoeft over de moderne steden, overladen met onnoemlijk veel merkwaardigheden,dan mengt ongevra een jonge Zeeuwsehe, die melkwitte tanden, mollige bovenarmen en huel-guitige ongr-n heeft, zich in hot gesprek. Zy betwyfolt of meneer wel waarheid spreekt. Noemt staaltje* van andere bluf. Ze heeft zelf familieleden, die' doen alsof ze ryk zijn en daarom dure, verre vacantieroizon aan hun stand verplicht achten, doch zich een week achter du neer gelaten gordijnen opsluiten. De inzittende passagiers kraaien van lust en bespeuren verrast dut we, langzaam gaande, al stoppen aan Huisduinen, het mooie heuvelig plekje, zoo buitongewoorj eenvoudig, zou rustig onder fijnen wit-blauwen hemel. Jo slentert moeizaam door het mulle zand om zonder omslag ergens noor to «trykuii. Het blinkend grysgole strand lijkt een ge weldig schildery, vol kleur, licht en beweging, geestig en pittig in do wending zijner bochten. Beetje versuft, toch bi-.wnst, soms uiterst nieuwsgierig let jo op deze woelige plaats, waar honderden plakken als aan den vyver van een grooten buitentuin. In kwijnen» houding, halfliggend, poseeren heele famili- - in de badstoelen. Blakend en hijgend va» de broeiende warmte, maar toch gezellig aan stappend, geven anderen den voorkeur .,in palen, om kilomoters te verslinden, in on bestemde richting. Die honden geen sikkepit van een klein-burgerlyk leven op beperkte ruimte, waar zwaar-rookende vader* en kwebbelende moeders met somwyls verwend, pruilend en jengelend kroost zich bij elkande ophouden. Toch wel interessant, zoo'n oogen blik stil tc staan by do vrye ontspanning van velen, die daartoe weinig of geen fliian ciëelo offers hebben te brengen. Om ons strand recht lief te krygon, om de juiste waarde beter te schatten, moet men knus-vertrouwelyk even verkeeren in dio volte, in de onmiddellijke nabijheid van ge zichten, tot vrieudelijkheid geplooid. WelV een bron van genoegen hier voor menig steedsch raenscbje! Daar heb je mannen- eu vrouwen-figuren tot aan de knieën in 'i water. Groote lummels, in overhemd, do broek een eindje omhoog, bloothoofds, jagen elk tón na. Hoe onbewust grappig doen die vd wassonen. Zy, zes dagen in 't touw, ver schaffen zich een goedkoope, gezonde prei. Dan: de kinderscharen, kraak-heldor, in t beate goed. Voorzien vau emmertjes schopjes. Een heerlyk werkje, zoo te spin- n en te graven naar hartelust. Ze glimmen van lol. Schoenen en kousen uit. Ontkloedm. Als aapjes zoo kwiek bewegen zy zich. Boven het eeuwige ruischen van de zee, schatert lnid hun gelach. O, dat onbe zorgde spelMen moet het stilletjes gadeslaan Massa's hollen en huppelen by den oovur, barrevoets, geheel naakt, met zongesehroeide kopjes eu haren om ze zoo te knuffelen. Toe maar, moeders: laat uw kleintjes niet versuft zitten; laat hen kruipen, parmantig stappen, sjokken, strompelen; laat ze leuk, vroolyk scharrelen en ravotten. Ze moeten, om nivt wit en bleek en mat te worden, vroegtydig de zoute lucht ruiken en inademen. Ze moeten aan uw hand vertrouwd raken met do golfjes, waaruit hot schuim als medicyn waait. Met volle attentie kijk ik rond. Zooals Amsterdammers naar het Kalfje of Hilver summers naar den Zwaluwenberg trekken, waren er gekomen die d r eigen mondkost meegenomen hadden. Tegenover me zitten ze. Met broodjes. Met ffesscbon melk. Met taschjes en mandjes vol lekkernyen. Het mug •niet netjes" staan om je zoo maar in 't openbaar door boterhammen uit papie< en slurpteugjos te kleineeron zy doen als potverteerders: maken pleizier zonder dat het gebruik van proviand bijster veel cent-n kost, en last not least, zy voelen niets voor het begapen en bevitten van hen, die bitter weinig gewoon zyn en liefst oeroude traditie" hooe honden. Weer anderen verteren by de tentj'*, by de karretjes, die er zoo toegankelijk en ver lokkelijk uitzien. Verfrisschendo dranken, roomijs, melk, vruchten, koek, gebak. Te veel om te noemon. Ik houd van neuzen. Tot m'n genoegen moet 'k constateeren, dut er beste zaken worden gemaakt. Die blydu zekerheid kreeg ik. toen het volk hier en daar by enkelen zich verdrongen. En een goed teekenje zag af en toe versche voorraad aanrukken om eon komend tekort te voor komen. Wat ook viel op tc merken onder de luidjes, die met manden of trommels er op uit waren. Ik gun deze categorie ver- koopers een tikjo welvaart. Ga zelf eens na hoe inspannend hun taak is: dat onvermoeid jakkoren met vrachtjes, nu eens hier op do vlakte, dan weer daar over grillige berg- glooilngen, waar meestal de verliefde paartjes zich afzonderen. Boven, in het Badhuis, waur men geani meerd van tafeltjes ysdranken en biertje» hyscht, uit je byna een kreet van verrassing. Beneden je gaat alles huiselijk, gezellig toe. Eon miniatuur vacantieland by duin en zou, de zee die breed, grijsblauw is, vol Kitsende fonkels, tot de verre kimlyuen, waarvan do zalmrosc en de fol-lichtecde goudgele kleuren het avond-komen aanduiden- Langs de stoeiende vlaggen ontdek je de telkens volgeladen tramwagens, de onafge broken stroom voetgangers. En uit die verte komen zwak de overbekende wysjes van den speelman, soms hortend en stootend, niet zelden mot verbazend harden stem begeleid. Volgens hem is 't leven zonder muziek suai en vervelend. De brave heeft waarlyk schik in zyn laag-by-de grondsche kunnt. Luister maar eens hoe warm, hoe geestdriftig mans lievelingsliedje klinkt: Lieb Vaterland, kannst ruhig sein: Fest steht und trou die Wacht am Rhein. Hetzelfde thema herhaalt hy geduldig en leidzaam, met eon hartstochtelijk forto, om niet zoo maar achteloos te worden gepasseerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1