KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wleringen en Anne Paulownom Nieuwjaarsgroet. s? No 4051. Woensdag 8 December 1911. 39ste Jaargang, 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct^ buitenland f 1,25 Pre- Zondaesblad 37J 45 f0.75 miënJ Modeblad 55 66 f090 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Adverteatiéa vaa 1 tot 5 regels 30 cent Elke regel caeer6 Bew^js-exemplaar2| Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero-- Telafoon SO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgewer i C. DE BOER Jr. (y./b. BERKHOUT Co), Helder. Bur en Kc Eerste Blad. Onze lezers, die met 1 Januari a.e. aan Familie, Vrienden of Begun stigers in onze Courant een Welkomstgroet willen plaatsen, worden beleefd uitge- noodlgd hunne opgaven tijdig in te zenden. DE UITGEVER. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 5 December. „De twee Weezen" in „Casino". Vrijdagavond werd door het Tooneel- Ensemble Louis Bouwmeesterin de schouw- burgzaul van «Casino" opgevoerd boven genoemd drama in 8 tafereelen, auteurs D'Ennery en Annisot Bourgeois. Wie zoo'n stuk ooit heeft zien spelen, vergeet het nooit en aangezien het zeker al een menschen- leefty'd voorkomt op het repertoire van alle mogelijke en onmogelijke gezelschappen, zal de inhoud wel aan niemand onbekend zijo. Het stak verplaatst ons zooals men weet naar Parijs in den rumoerigen en romantischen tijd van vóór de Fransche Revolutie en beeldt ons uit de verpersoonlijking van de ideeën en gevoelens op maatschappelijk on politiek gebied. De scherpe contrasten worden ge- teekend van het leven in de hoogste en in du allerlaagste standen; nu oens zitten we aan by de naohtelyke orgieën van den hoog- sten adel, dan weer leven wo mee mot het uitvaagsel der samenleving. Doch hoog of laag geplaatst, bij allen vinden we do echt nionscholijke deugden en ondeugden terug; hier de ongebreidelde heersoh- en hebzucht, daar do alles ovorheerschende, opoflorens- gcziude liefde tot den modemensch. Het is een stuk vol pakkende en roerendo, diep tragische tooneelen, doch de deugd en de uitschuld zegevieren ten langen leste over <la béte hnmaine" en de beide ougelukkige weozen vinden in het laatste bedryf in den schoot coner liefderijke familie trooBt en heulsap voor het onverdiende lyden, waar- aun vaak de deugdzaamston op dit onder- maansche niet ontkomen. Dit stuk, schitterend gemonteerd en naar den eisoh gespeold, met den grootmeester der tooneelspeclkunst, den heer Louis Bouw meester in do rol van J a c q u e s Krochard, den niets ontzienden en voor geen broedermoord terngdeiD zenden belager van de blinde Louise, kon niet nalaten oen diepen indruk teweeg te brengen. En al leven we in een tijd, waarin men zich verheren waant boven het «sentimenteele", toch werd menig schokkend tooneeltje met angst en ontroering meegeleefd en meegevoeld. Zooals gezegd, het spel was onberispelijk en Louis Bouwmeester werd in zyn bovengenoemde rol waardig bijgestaan door allen in wier handen de overige hoofdrollen waren. De moeder van Jacques, vrouw Frochard, weduwe van den geguillotin eerden .Apache", gaf een naar het - leven .geteekend type van de vrouw uit de allerlaagste heffe van het volk, levende van diefstal en bedelarij, maar toch weer be- heerscht door den moederlijken trots op haar waardigen zoon, Jacques, die zoo in alles ge leek op haar braven man zaliger. Pierre Frochard, de ongelukkige' verschoppeling, de door moeder en zoon gehaate, was treffend in zyn liefde voor de arme geëxploiteerde blinde wees. Zoo zouden we kunnen voortgaan en zouden graag ieder met name afzonderlijk willen noemen, doch dat zou ons te ver voeren. Één uitzondering willen we nog maken en even vermelden den heer en mevrouw Erfmann, den eersten in de rol van Baron Roger Vaudray, die den degen kruist ter verdediging van Henriette, opgelicht door Markies de Presles en de tweede in de rol van Marianne, de hartstochtelijke vrouw van Jacques, die een maal door Henriette van zelfmoord terugge houden, later zich ten behoeve van deze laat deporteeren naar Cayenno en zoo een prachtig tooneeltje vau dankbaarheid en opofferings gezindheid ten aanschouwe geeft. Dat de toejuichingen en bijvalsbetuigingen vele waren, spreekt by zulk spel van zelf. Sportvereeniging „H. B. S." Verschenen Zaterdag gaf bovengenoemde sportvereeniging een uitvoering in de zaal van .Casino". De zaal was tot achter toe dicht bezet. Toen het scherm opging, stond de geheele vereeniging, om haar niouwen Directeur, den heer J. H. J. De Brnjjn ge schaard, op het tooneel en riep de president, de heer Baardt, den aanwezigen het welkom toe. In het bijzonder gold dit den Directeur der H. B. S., den heer Dr. Kerkhoff en overige aanwezige leeraren en deelde hy onder applaus mede dat genoemde Directeur zoo welwillend was geweest, het hem aan geboden Beschermheerschap der vereeniging te willen aanvaarden. Verder deelde hij nog mede, dat tydens deze uitvoering nu juist niet zulke hoogstaande of moeilijke toeren op het gebied der gymnastiek zouden ten beste worden gögeven. Vooreerst de wisse ling van Directeur, die slechts drie weken van voorbereiding heeft gehad, heeft daartoe hot hare bijgebracht, doch ook het feit, dat het nu juist niet in do bedoeling dezer ver eeniging ligt, om groote krachttoeren te be oefenen, doch hoofdzakelijk, om een aange name en gezellige band te slaan onder de ledeD, meest leerlingen der H. B. S. alhier. Om dit dool nog moer te benaderen is het zoo gewenscht, dat alle leerlingen der ge noemde ondcrwijs-inrichting lid worden van de vereeniging. Op andere plaatsen is dit alreeds het geval zoo en spreker wekte op, to trachten het ook hier zoo ver te brengen. Hierna 'werd een aanvang gemaakt met het afwerken van het ryk gevariëerde, mis- schion wol wat overladen programma. Op het. gebied der gymnastiek kregen we te zien vrije oefeningen, achtereenvolgens uit gevoerd door de Dames-afdeeling, do Hoofd- afdeeling en do Adspiranten-afdeeling. Deze laatste afdeeling voorde ook nog uit een nummertje „Tramplin boog", terwyl de Meiajes- atdoeling een reeks Vrije Oefeningen op de plaats uitvoerde. Na de pauze zou nog ver toond worden Barrcn door de Dames-afdee- ling, Staafoefeningen en Barren door de Hoofd-afdeeling, doch deze laatste drie moes ten mot het oog op den tyd achterwege J)ljjvon. Dit waf zeker wel jammer; wat op dit gebied ten aanschouwe werd gegeven, legde in allen deele getuigenis af, dat er met lust en ambitie, zoo door de jongeren als door do ouderen, wordt aangepakt en dat het den wakkeren en kundigen leider niet moeilyk zal vallen, „H.B. S weldra een oervolle plaats te doen innemen in de rjj harer oudore zusteren. De Mandoliuen-Clnb, bestaande uit leden dezer Vereeniging, liet zich ook op dezo uitvoe ring, evenals by vroegere gelegenheden, niet onbetuigd en het moet gezegd wordeo, vele ten beste gegeven nummertjes klonken heel aardig door de zaal en werden onder de grootste aandacht aangehoord. Ook de#Tooneelspeel- kuust werd beoefend, waarvan we een staaltje te genieten kregen in de opvoering van een aardige klucht in één bedryf, ge titeld tM'n lieve Schoonmama". Aan de acteurs en actrices alle hulde. Nog werd een allervermakelykste voordracht gehouden, getiteld „H.B.S."en voorstellende een Museum of Panopticum vaD levende beelden, waarby op den voorgrond traden de personificaties van «Den Helder", .Sport" en .De Weten schap", die om beurten heel geestige on leuke coupletten zongen. Natuurlyk word ook deze, zeker origineelo voordracht, met luid applaus beloond. De pas benoemde Beschormheer der Ver eeniging, de hoer Dr. Kerkhofl, bedankte in goed gekozen bewoordingen voor de hom vereerende opdrachtgewaagde van zyn liefde en genegenheid voor de sport en ge paste vermakelijkheden in hot algemeen en voor deze, hem bevriende Vereeniging in het byzonderdoelde op zijn scheiding van den Helder in niet te verre toekomst, doch legde de verzeking af, dat hy èn Bestuur èn Vereeniging steeds in dankbare herinnering zou blyven gedenken, en waar noodig, de belangen der leden en der Vereeniging zou behartigen. Deze van veel liefde en tcewyding geheugende aanspraak word tot hooi de Vereeniging en haar Directeur, staande op het tooneel, gericht, waarna by beëindiging een driewerf hoezee voor den Beschermheer werd aangeheven. Zooals men ziet, was hot programma ryk gevarieërd en het was ver over middernacht, toen men aan den eigenlijken hoofdschotel, het bal, begon. H.B.S." kan men voldoening op deze, haar eerste uitvoering in dit seizoen, terugzien. De rijke Rothechilds. Sinds den slag by Waterloo, toen oen Rothschild de eerste was, die het nieuws in Engeland ontving en er zyn voordeel mee deed op Stock Exchange, is de naam van de Rothachilds onsterfelijk geworden en klinkt als een vertolking van onschatbaron rijkdom over de geheele wereld. Onlangs hebben do bladen uit Parys ons het overlijdeu van baron Gnstave Rothschild gemeld, en dit geeft gelegenheid nog eens even stil te staan bij het groote handelshuis, dat zjjn banken heeft in Londen, Parijs, Berlyn, Frankfort en Weenon. De stichter van den Franschen tak was Baron James. Zyn oudste zoon Solomon stierf in 1864 en liet een dochter achter, die by ons te lande wel bekend is door haar huwelijk met baron van Zuylen van Nyevelt van der Haar. Haar kapitaal bedraagt onge veer 170 millioen gulden, de helft van het kapitaal van haar vader. Papa Solomon en zyn drie broeders en zuster hebben te sameu een kapitaaltje van 7.500.000.000 gulden. MariitebegrooiinB> Men i Antwoord. De minister betoogt, dat de behoefte aan torpedobooten geheel losstaat van de in stelling van hot fonds voor de kustverdedi ging. Al waro het voorstel in zake het kustfonds niet gedaan, zou toch de aanbouw van torpedobooten voortgang moeten hebben. Volkomen beaamt de minister de meening, dat na de instelling van het fonds hot stelsel van de )42 millioen voor aanbouw wyziging zal moeten ondergaan, in dien zin althans, dat in de eerste jaren tot en met 1914 slechts 2 millioen (voor nieuwen aanbouw voor het Nederlandach eskader in Oost- Indië) op de Marinebegrooting zal voorkomen en hot voor de defensie van Nederland noodig geachte materiaal wordt aangebonwd uit het fonds, waarvoor op do Marinebe grooting alsdan de post annniteit zal ver- sohyner. Zoodra de min. door kennisneming vau de uit Indië ontvangen adviezen de vryheid er langde om zich over de voorstellen der bekende Staatscommissie uit te spreken en met zyn ambtgenoot van koloniën tot over eenstemming was gekomen omtrent de keuze van hot type der schepen n.1. artillerie- of torpedovloot waaruit de keru van de vloot in Indië moet worden samengesteld, kon naar zijne overtuiging niet langer worden gewacht mot het in aanbouw brengen van eeu punlaerschip voor den algemeenen dienst, omdat lo. de toestand der schepen type- Kortenaer van dien aard is dat erg_ca sprake van kan zijn er na 1915 nog ge- vechtswaarde van eenig belang aan toe te kennen 2o. de schepen type-K ortenaer niet kunnen worden vervangen voordat die van het type-K o n i n g i n-R e g e n t e s vrykomen; 3o. dit vrykomen eerst kan plaats hebben zoodra voor de defensie van Indië over nieuwe pantserschepen kan worden beschikt4o. dit ook dringend noodig is om dat de schepen van het type-Regoutes, ofschoon nog in staat goede diensten te bewyzen by do verdediging van Nederland, geen voldoende gevechtswaarde hebben dat zy in den tegenwoordigen tyd nog mogen worden aangemorkt in staat te zyo, een krachtigen tegenstander in onzen Oost-In- dischen-Arcbipel, waar ze los van verster kingen aan den wal moeten kunnen op treden, tot ernstige krachtsontwikkeling te noodzaken, zelfs niet waar het geldt het gevaarlyk maken van eene poging tot schen ding onzer neutraliteit. De samenstelling der Staatscommissie 1906, waarin het militair element verreweg de minderhoid vormde, had ten doel de finan- cieele regeling aan eene herziening te onder werpen en de min. vermeent dat alzoo de kennisneming van het advies betreffende het rapport der Staatscommissie geenszins noodig is alvorens te kunnen beslissen omtrent de defensie van Nederland. Dat de Kortenaar en de Piet Hein in 1894 te water werden gelaten is juist, maar dat zy om deze reden in .1914 niet meer bruikbaar zyn mag niet daarom uls vast staande worden beschouwd. Het ware geen gezond beleid om zich by het vervangon van het materieel uitsluitend aan den leoftyds- grens te houden. De minister bestrydt vervolgens uitvoerig de opvatting der Staatscommissie dat met het oog op de geografische gesteldheid van den Archipel voor eene torpedovloot geen behoefte zou bestaan aan versterkte refuge- harensterwyl hy ten zeerste betwyfelt, of een artillerievloot in tyd van oorlog moet kunnen beschikken over nog meer versterkte refagehavens. Onze vloot in Indië, hoe ook samengesteld, zal steeds moeten ageeren los van haar cperatiebasis. De min. geeft niet toe dat de diepte der toegangen tot de reede voor Soerabaya een beletsel zou vormen voor onze pantserschepen om die reede te bereiken. Hij geeft daarna nog eens in 't kort h op welke motieven zyn standpnnt inzake de samenstelling onzer vloot berust en verklaart zich niet te kunnen vereeDigon met de meening dat een torpedoboot in meerdere mate dan een artillerievloot aan de eischen voldoet, welke aan onze zeemacht kunnen worden gesteld. Het argument dat een torpedovloot met torpedovaartuigen moet worden bestreden, gaat niet opniet de torpedo maar het kanon is het strydwapen tegen torpedobooten en om daarmede offensief te kunnen optreden moet het schip waarop dio kanonnen zyn opgesteld groote snelheid bezitten. De kleine kruiser is de natuurlyke tegenstander van een torpedobootjager. Ook is het zeer goed mogelyk kanonnen op te stellen op tal van snelle particuliere stoomschepen, muilbooten e.d. die voor den stryd tegen torpedovaar tuigen uitnemend geschikt zyn. Bestaat onze zeemacht uit een artillerievloot, d.w.z. uit een kern van pantserschepen en een aantal torpedobootjagers dan zal do vijand echter niet kunnen volstaan met het in het gevecht brengen van het hiervoren genoemd materieel maar zal hy ook zijn hoofdmacht moeten gebruiken. By dien stryd is al wordt toegegeven dat onze pantserschepen van 7600 ton water verplaatsing in open zee niet opgewassen souden zyn tegen de zooveel grootere pant- serschepen van den vyand de kans toch volstrekt niet uitgesloten dat wy, gebruik makende van do voor den verdediger zoo gunstige geografische gesteldheid van den Archipel, don vijand hot doordringen be letten en hom met het zware geschut onzer pantser8chepen nadoel zullen toebrengen. In den breede bestrydt de minister ver volgens de andere argumenten, door de staats commissie aangevoerd voor een torpedovloot in Indië. Overigens kan onze vloot evenmin worden list als men bedenkt boe onze rechten ook t kleinere mogendheden kunnen worden bedreigd. Een optreden van een of meer onzer pantaerschopen kan dan onze rechten doeltreffend hooghouden. Voorts betoogt do minister, dat onderzee booten niet in staat zyn om de taak over to nemen die ovordag aan pantserschepen is toegekend. Tegen een vlootplan voor Indië van 5 schepen van 14 k 15,000 (of van 16 h 20,000 ton) zouden onoverkomelyke bezwaren be staan waarvan het voornaamste ia de omnoge- lykheid om in de bemanning te voorzien, die 8000 koppen zou moeten tellen, terwyl voor het Nederlandsch eekader zooals de minister zich dit wenscht, buiten de torpedobootjagers, 1860 koppen noodig zullen zijn. Bovendien zou een schip van zoo groote afmetingen in Nodorland wel niet kunnen worden gebouwdde inrichtingen, noodig voor de bediening van zulk een oorlogsbodem QDtbrekon in ons vaderland ten eenen male. En voor het dokken, repareeren, voorraden aanvallen vau znlke schepen is Soerabaja neg niet ingericht en zal dit ook niet kunnen worden dan ten koste van zeer groote bedragen. Het oprichten van oen vlootbasis voor zulke schepen zou zulke groote fiuaucieele offers eischen dat hioraan r ed el y k e r w y z e niet te denken valt. De aanbouw van de vyf schepen zal slechts zoer geleidelijk kunnen geschieden, daar hoog stens per jaar slechte de gelden voor drie vijfde zullen kunnen worden aangevraagd. De laatste onderzeeboot moost inderdaad wyziging ondergaan, hetgeen geschied is op kosten van ,de Schelde". Het is don minister niet bekend dat de auti-militarislische propaganda op uitgebreider schaal wordt gevoerd dan vroeger. Tusschen het steunen van het onlangs aan de regeering gezonden adres in sake algemeen kiesrecht en het maken van anti-militaristische propa ganda, kan de minister geen rechtstreeks verband vinden. Voor het personeel wordt gedaan wat rede- lykerwyzo mogelyk is en onoordeelkundig optreden van commandanten en officieren zooveel mogelyk tegengegaan. Op de werving valt niets af te keuren on de mariniers worden intens geoefend. De minister geeft toe dat wantrouwen in eigen kracht ondermynend werkt en deelt de meening dat de goede geest onder het per soneel ook weinig wordt geschaad door de wyze waarop veelal zyne belangen in en buiten de Kamer worden verdedigd. Bij het gebeurde op de Heemskerck is hot gezag krachtig opgetreden. Zoolang de pérsoneelsvereenigingen geen oigenlyke vakvereenigingen zyn, en zoo lang ook overeenkomstig die opvatting gehandeld wordt behoeft voor het scheppen van gevaren met het oog op de diensten welke van de vloot kunnen worden geëischt, niet fe worden gevreesd. Eenmaal in het bezit van de resultaten van den arbeid van eene commissie aan welke bet maken van een concept-regeling is opge dragen, hoopt de minister voorstellen tot positieverbetering van officieren te kunnen indienen. Van bevordering van baron van Asbeck kon geen sprake zyn, aangezien de vacature in den vlagofficierstaog eerst ontstond, nadat hy den dienst reedt verlaton bad. Er wordt naar gestreefd alle hoofdofficieren in de gelegenheid te stellen te voldoen aan do by do wet gestelde eischen voor be vordering tot vlagofficier. Binnenkort hoopt de minister een kapitein tor zee voor de definitieve vervulling van de betrekking van chef van den marinestaf te knnnen voordragen. Deze hoofdofficier komt binnen enkele maanden uit Indië terug. Wegens de kosten zal voorloopig niet kun nen worden overgegaan tot den bonw van een nienw hospitaal to Willemsoord. De quaestie der voedingstarioven is in Indië in onderzoek. Do inlichtingen gevraagd naar aanleiding van de ingekomen verzoekschriften over de nieuwe in Indië getroffen regeling van het passasieren zyn nog niet ontvangen. Do berichtiog van luchtzaken moet in han den blyven van de commandanten. Verhooging van tractement voor de Btokers moot de minister, daar de urgentie niot gebleken is, afwijzen. De tamboers en pjjpers kannen niet worden gemist en aan de scheerders, schoen- en kleer makers behoeft niet den rang van korporaal te worden verleend omdat z(j geen gezag over anderen hebben uit te oefenen, terwjjl hun positie aan billijke eischen voldoet. Vereeniging van het ambt van bakker en kok is onmogelijk; voor positieverbetering van het personeel in de marinebakkervj be staat geen aanleiding. Maatregelen zyn en worden genomen om n dienst der ziekenverplegers te Willems oord te verlichten. Wat de sterkte van het personeel betreft dione het volgende Matrozon. Een langzame vooruitgang is merkbaar. Stokers. Over het jaar 1911 heeft de aanneming het verloop ongeveer gedekt. Mariniers. De daling van de sterkte is in 1911 vrij aanzienlijk, terwijl de aan neming het verloop niet dekt. l>e vraag of het ten onzent gebruikte kruit alle vrees uitsluit voor een ongeval als aan het Fransche slagschip Liberté" is overkomen, kan de minister met gerustheid bevestigend beantwoorden. Wat het werfpersoneel aangaat, meent de minister, dat nu aan alle, in verband met invoering van het nieuwe reglement, billijk te achten wensohen der werklieden, is voldaan. Een verhooging van alle loonen dor werk lieden met 20 cents kan van den minister niet worden verwacht, alvorens blijkt dat daartoe aanleiding bestaat. Daarvoor moet echter het rapport der Staatscommissie wor den afgewacht. Hetzelfde geldt voor eenige andere geuite wenschen. Van het instellen van eene groepsvertegenwoordiging voor de mindere geëmployeerden is nimmer de wensche- lykheid of noodzakelijkheid gebleken. Nienwe verbeteringen aan 's Rjjks werf te Amsterdam wenscht de minister niet aan te brengen, nu het een punt van ondersoek uitmaakt of in 's lands belang de werf van aanbouw en herstelling als zoodanig in de toekomst zal dienen te worden opgeheven, dan wel omgebouwd en gemoderniseerd. Van eene opheffing der werven te Willemsoord en Hellevoetsluis kan geen sprake zyn. De post voor een nieuwen geweer winkel op 'sRyks werf te Amster dam wordt van de begrooting afgenomen, in verband met nadere over weging der mogelijkheid om gebruik te maken vau de inrichtingen aan de Hembrug. Voorshands kan de minister, wegens dc belangrijke offers, niet overgaan tot don bonw van een nieuwe mariniers-kazerne te Rotterdam. Ter voldoening aan den te kennen gegeven wonsch om to vernemen welke thans de positie is van don door de Nationale Christen Offlcierenvereeniging aangestelden predikant te den Helder, heeft de minister volgens do Regelen in acht te nomen door predikanten, geestelijken of godsdienstleeraars aan wio do behartiging van de geestelijke belangen van het marinepersoneel in de directie Wil lemsoord is tot taak gesteld, benevens daar mede verband houdende bijzonderheden," medegedeeld, dat, naar deze regelen dus ook deze predikant zich in den vervolge sa! hebben to gedragen, wolke regelen door do voornoemde vereeniging zyn aanvaard, onder intrekking van de aan don predikant verstrekte instructiëD. Art. I. Zij behartigen de geestelyke be langen van het marinepersoneel, voor zoover by de betrokken personen daaraan behoefte bestaat. Art. 2. De wyze waarop zy de geeste lijke belangen van het marinepersoneel zullen behartigen is aan hun beleid overgelaten. Echter zullen zy, wat do wyze van uitvoering van hun arbeid betreft, zoodanig handelen, dat zy niet in stryd komen met de aan wijzingen van hnishoudelyken aard, welke hun eventueel dienaangaande door de be trokken chefs mochten worden gegeven. Art. 3. Voor zoover die mot hun arbeid verband houden, onderwerpen zij zich aan allo hun bekend gemaakte maatregelen van orde of inwendigen dienst door het marine- bestnur of den betrokken vlootvoogd, com mandant of ehef vastgesteld voor de schepen of inrichtingen, welke door ben worden bezocht. Art. 4. Zy' hebben vryen toegang tot de schepen en inrichtingen der zeemacht, be houdens beperkingen, welke in het belang van 's ryks dienst door het marinebestuur of den vlootvoogd noodzakelyk worden geacht. Art. 5. Een geschikt lokaal voor het houden van godsdienstoefeningen en van catechetiaoh onderwijs zal te hunner besohik- king worden gesteld. Art. 6. Wanneer hun arbeid hun aan leiding geeft tot hot doen van desbetreffende voorstellen dienen zij deze in aan den direc teur en commandant. Art. 7. Zy dienen jaarlijks on verder telkens wanneor zy zulks wenschoiyk achten of dal door den vlootvoogd te Willemsoord verzocht wordt een verslag over hunne werkzaamheden aan dien vlootvoogd in en geven, voorzoover zulks door den vlootvoogd verlangt wordt hem ook alle daarmede ver band houdende inlichtingen Wat de subsidie betreft is eene regeliug fetroffen in dien zin, dat dezo subsidie in e toekomst het bedrag van f1500 niet zal kunnen te boven gaan en in geen geval ir zal bedragen dan de helft van de r de vereeniging uitgekeerde bezoldiging aan den met de geestelyke verzorging be lasten godsdionstleeraar, onder dien verstande dat als overgangsmaatregel gedurende het jaar 1912 aan de Christen Offlcierenvereeni ging nog eene snbsidie van f 2500 en ge durende 1913 eene van f 2000 zal worden verleend en dat de nieuwe financicele rege ling eerst met ingang van 1 Januari 1915 ten volle van kracht zal zyn. De vereeniging heeft met deze regeling genoegen genomen. Omtrent do wyze waarop do predikant tot dusver zyn arbeid heeft verricht, zyn geen byzonderheden mede (e deelen. Ten aanzien van verbetering der positie van de loodsen meeat do minister te moeten afwachten het meergenoemde rapport der staatscommissie voor do arbeidsvoorwaarden ir Rykswerklieden. Do minister brengt hulde aan do nage dachtenis van de omgekomenen van het stoomloodsvaartuig No. 4. Uit ingewonnen inlichtingen biykt dat de weduwen en kinderen van de omgekomenen, ook van diegenen onder ben, die indertijd by het gebeurde met de „Berlin" zich zoo eervol hebben gedragen, niet in zoodanige» toestand achterhoven, dat de minister ter men aanwezig acht voor toekenning van oen gratificatie boven het pensioen. Ook ten aanzien van betere bezoldiging van het personeel der verlichting en beton ning moet bet rapport der staatscommissio worden afgewacht. rFB TJIXjXJSTOTST. FAMILIE-EER. 20) Tot den besteller vervolgde hy „Wy zullen een rytuig nemen." „De notaris woont maar tien minuten van hier," voerde deze hiertegen aan. ,0m het even," zeide de commissaris, .ik houd niet van loopen." Hy knikte de aohterblyvenden vriendelyk toe en sprak schertsend de hoop uit dat zy zich niet zouden vervelen. In zyn hart speet het hem voor de arme, lieftallige Augusta, die nu weerloos aan do indringerigheid van den verafschuwden man was prijsgegeven maar hy kon niet anders handelen. Wilde hij de gegevens, die hy 's middags reeds had verzameld, voltallig maken, dan mocht hy geen tyd verliezen. In de eerste dwarsstraat stond een rytuig Loder stapte in en wenkte don besteller naast hem te gaan zitten. Deze gehoorzaamde nadat hy den koetsier het adres had opgogeven, natuurlyk niet dat van den notaris, maar dat van Herbert Har- ner, die op dit oogenblik, onbewust dat do wrekende band der gerechtigheid zich reeds naar hem uitstrekte, al zyn beminnelykheid uitputte om zich in de oogen van het schoone meisje onweerstaanbaar te maken. "^u vro0g d0 commissaris, toen het rytuig zich in bowoging had gesteld. «De zaak vordert goed," antwoordde de verkleede politie-agent. .Wy hebben al ver nomen dat Harner in den nacht van den moord eerst om twee uur thuis gekomen is. Den' volgenden morgen heeft hy zyn kleeren schoon gemaakt en aan zyn hospita gezegd dat hij 's nachts onder hot naar huis gaan een neus- bloeding had gehad," .Had de vrouw geen argwaan?" „Zy verkeert in moeilyko omstandigheden haar man is dood en zy moot voor een groot gezin zorgen. Harner betaalt goed en prompt daarom bekommert zy zich niet veel om zyn doen en laten on is met haar commensaal best tevreden.' „Waarom heeft zy hem niet bij de politie als huisgenoot opgegeven?" vroeg de.commis saris, van wiens gelaat thans elke uitdrukking van gemoedelykheid verdwenen was. «Op verzoek van Hamer,' antwoordde de besteller. »Hy moet gezegd hebben dat hy daar zelf wel voor zou zorgen en daar het hnis zeer veel bewoners heeft, kon zyn aan wezigheid daar niet gemakkelijk in het oog loopen. De eigenaar woont er zelf niet en weet niet eens uauwkeurig hoeveel bewoners zyn huis telt." De commissaris knikte zwygend. Zy hadden intusschen het doel van hun rit bereikt en het rytuig hield stil. Met een vluggen sprong was de commis saris op straat en liet het betalen van den koetsier aan den besteller over. Snel liep hy het portaal in, waar morsige kinderen spoelden en stoeiden, en klom de smalle, donkere trap op, die naar de boven kamer leidde. Daar de politiebeambten de bevelen van Loder met de grootste voorzichtigheid en zonder eenig opzien te verwekken hadden uitgevoerd, vermoedde byna niemand in huis hun tegenwoordigheid. De hospita van Harner, een arme work- mansweduwe met een afgetobd en naargeestig voorkomen, was voorloopig in haar eigen keuken opgesloten. Zonder eenigo inleiding wendde de com missaris zich tot haar. „Breng ons naar de kamer van uw com mensaal," gebood hy. Do vrouw maakte een angstig handgebaar en aarzelde het bevel te gehoorzamen. •Ik durf het niet t« doen," zeide zjj jam merend. .Mijnheer Horror heeft my streng verboden op zyn kamer te komen waarvan hy den sleutel by zioh heeft. Ik mag ze alleen schoonmaken wanneer hy er by is." „Daarover bekommer ik my weinig," voegde do commissaris haar toe. «Open do deur voor ons, anders zullen wy haar openbreken." „Maar wat zal mynheer Harner .wel zeggen, als hy thuis komt? Hy gaat misschien ter stond verhuizen en hy is toch zoo'n goede huurder," zeide de weduwe half weonend. •Het zal wel een poosje duren, voordat uw commensaal thuis komt," hernam de com missaris. „Vooruit, hebt ge een tweeden steutel? Of moet ik den smid laten komen?" Onder veel gejammer van de vrouw kwam de sleutel te voorschyn, dien een vroegere huurder had nagelaten en dien zij thans den commissaris ter hand stelde. Een oogenblik later betraden zy het kleine kamertje met één venster, dat Harner by de weduwe bewoonde. Deze zelf was op een wenk van Loder dc politiebeambten gevolgd. In de kamer stond niets dat de aandacht trokzy bevatte slechts het hoognoodige meubilair. Het weiuige huisraad dat hier stond verkeerde in een jammerlijken staat, van de wankelige kleerkast, waarvan de deur uit de scharnieren hing, tot de gebrek kige stroostoolen, welker zittingen meereudeelB beschadigd waren. Aan den wand hing een verweerde spiegel en voor het veDSter een gordyn dat eens lang geleden wit geweest moest zyn, maar tbans goor en overal ge- schourd en gerateld was. Terstond begon een nauwkeurige, door zoeking van de kamer, hetgeen onder leiding van Loder niet veel tyd vorderde. Eerst werden alle meubelen van den wand geschoven en begon men met een byzonder soort hamors, daartoe opzettelyk meegebracht, togen do muren te kloppen. Eén man onder wierp den vloer aan een gelyk onderzoek. Dit geschiedde om ergens een holle plek te vindenhet gehoor van de beambten, die met dit werk vertrouwd wareo, was zoo fijn dat zy zich nooit in hun nasporing vergisten. De commissaris doorzocht inmiddels met „vriend Holdert" en den besteller stuk voor stuk de kleerkast en do linnenkast. Het eigendom van Harner was trouwens niet zeer talrykhy bezat slechts het nood- zakolykste en zelfs dit was nog ontoereikend. Het had er geheel den schyn van alsof de eigenaar het zoo had ingericht dat hy er zonder veel verlies in tyd van nood afstand van kon doen. Alles bewees dat Harner gewoon was te leven als een vogel op een tak, elk oogen blik tot wegvliegen gereed, wanneer hem eenig gevaar dreigde. Holle plaatsen worden noch in den wand, nocb onder den vloer gevonden daarentegen bespeurde meu toon het bed was afgenomen dat do versleten matras eenige voorwerpen verborg. Die werden natuurlek in een oog wenk te voorsohyn gebracht. De hospita begon te jammeren toen zjj zag dat men haar matras opensneed. Zy zeide nn wel te begrjjpen waarom Harner nooit had toegestaan dat zy zyn bed opmaakte of zjjn matras opschudde. Zy moest dan immers dadelyk de schenr hebben waar genomen, ofschoon deze vluchtig dichtgenaaid was. Haar huurder moest haar de schade vergoeden, dat nam zy zich vast voor. Nu, bij heeft zeker wel veel geld," spotte de commissaris, terwijl hy de in de matras gevonden voorwerpen één voor één bekeek. Dc weduwe, wier goede meening omtrent haar commensaal nu plotseling verdwenen scheen begen, spottend te lachen. .Daarmee is het niet al te best gesteld," zoido zy. «Harner heeft wel altjjd stipt be taald maar het is hem in'de drie maanden die hij hier gewoond heoft lang Diet voor den wind gegaan." Dikwyls heeft hy het noodige niet te eten gehad en toch heeft hy zyn karige maaltyden vaak nog mot een hond gedeeld, een ver- schrikkelyk dier, dat niet eens van hom was. Juist omdat hy zoo good voor dioren was," ging de weduwe voort, wier tong nu los begon te raken, «heb ik hem graag mogen lydenmaar nu hy' my de politie op den hals haalt, nu bedank ik voor hem." De commissaris, dio inmiddels een met bloed doortrokken zakdoek, een buitengewoon groot scheermes benevens een met bloed be vlekte broek uit de matras had gehaald, keek by deze woorden belangstellend op. «Hoe heette die hond?" vroeg hy. Turk," antwoordde de weduwe zonder zioh te bezinnen, terwijl zy niet begrypen kon, welk belang de commissaris daarin stelde en waarom zijn gelaat zoo eonsklaps opklaarde. „Weet gy ook, wie de eigenaar van dien hond was vroeg hij verder. „Wel ja, de vriend van Harner," zeide de weduwe op minachtenden toon. „Die moest vooral zoo'n hond houden; hy zag er zelf uit, alsof lijj maar eens op een dag at, en ik geloof ook, dat dit niet zelden het geval was". „Bedoelt ge mynheer Dorner vroeg du commissaris vriendelijk, terwyl hij de weduwu wat ter sy'de nam. Deze zetre groote oogen op. Heette hjj Dorner?" vroeg zy daarop. „Hy was een klein, oud man mot spierwit haar, een onaangenaam gezicht on daarby was hy altijd zoo alt de hoogte." Zy hield plotseling op on keek diep in gedachten voor zich nit. „Dorner?" herhaalde sy vervolgens. „Ho, wacht eens even, die naam komt my bekend voor. Hm, waar heb ik dien meer gehoord Stil, ik heb hem meen ik gelezen Eens klaps maakte zy een verschrikkelyke bewe ging. «Heer in den Hemel, nu gaat my uon licht op! Ja wel, die is vermoord geworden, en een hond heeft hy gehad, ja juist on dio hond moet ook Tnrk geheeten hebben. Is het mogelyk, aou Harner Zij zweegblijkbaar durfde zy de gedachte, die by haar opkwam, niet in woorden te br!wïï' Tnrk kwaadaardig vroeg de commissaris. De weduwe knikte toostommend. (Wordt vervolgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1