KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texel, Wleringen en Anne Paulownom
Nieuwjaarsgroet.
s?
No 4051.
Woensdag 8 December 1911.
39ste Jaargang,
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct^ buitenland f 1,25
Pre- Zondaesblad 37J 45 f0.75
miënJ Modeblad 55 66 f090
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteatiéa vaa 1 tot 5 regels 30 cent
Elke regel caeer6
Bew^js-exemplaar2|
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero--
Telafoon SO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgewer i C. DE BOER Jr. (y./b. BERKHOUT Co), Helder.
Bur
en Kc
Eerste Blad.
Onze lezers, die met 1 Januari a.e. aan
Familie, Vrienden of Begun
stigers in onze Courant een
Welkomstgroet
willen plaatsen, worden beleefd uitge-
noodlgd hunne opgaven tijdig in te
zenden.
DE UITGEVER.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 5 December.
„De twee Weezen" in „Casino".
Vrijdagavond werd door het Tooneel-
Ensemble Louis Bouwmeesterin de schouw-
burgzaul van «Casino" opgevoerd boven
genoemd drama in 8 tafereelen, auteurs
D'Ennery en Annisot Bourgeois. Wie zoo'n
stuk ooit heeft zien spelen, vergeet het nooit
en aangezien het zeker al een menschen-
leefty'd voorkomt op het repertoire van alle
mogelijke en onmogelijke gezelschappen, zal
de inhoud wel aan niemand onbekend zijo.
Het stak verplaatst ons zooals men weet
naar Parijs in den rumoerigen en romantischen
tijd van vóór de Fransche Revolutie en beeldt
ons uit de verpersoonlijking van de ideeën
en gevoelens op maatschappelijk on politiek
gebied. De scherpe contrasten worden ge-
teekend van het leven in de hoogste en in
du allerlaagste standen; nu oens zitten we
aan by de naohtelyke orgieën van den hoog-
sten adel, dan weer leven wo mee mot het
uitvaagsel der samenleving. Doch hoog of
laag geplaatst, bij allen vinden we do echt
nionscholijke deugden en ondeugden terug;
hier de ongebreidelde heersoh- en hebzucht,
daar do alles ovorheerschende, opoflorens-
gcziude liefde tot den modemensch. Het is
een stuk vol pakkende en roerendo, diep
tragische tooneelen, doch de deugd en de
uitschuld zegevieren ten langen leste over
<la béte hnmaine" en de beide ougelukkige
weozen vinden in het laatste bedryf in den
schoot coner liefderijke familie trooBt en
heulsap voor het onverdiende lyden, waar-
aun vaak de deugdzaamston op dit onder-
maansche niet ontkomen.
Dit stuk, schitterend gemonteerd en naar
den eisoh gespeold, met den grootmeester der
tooneelspeclkunst, den heer Louis Bouw
meester in do rol van J a c q u e s
Krochard, den niets ontzienden en voor
geen broedermoord terngdeiD zenden belager
van de blinde Louise, kon niet nalaten oen
diepen indruk teweeg te brengen. En al leven
we in een tijd, waarin men zich verheren
waant boven het «sentimenteele", toch werd
menig schokkend tooneeltje met angst en
ontroering meegeleefd en meegevoeld. Zooals
gezegd, het spel was onberispelijk en Louis
Bouwmeester werd in zyn bovengenoemde rol
waardig bijgestaan door allen in wier handen
de overige hoofdrollen waren. De moeder van
Jacques, vrouw Frochard, weduwe van den
geguillotin eerden .Apache", gaf een naar het -
leven .geteekend type van de vrouw uit de
allerlaagste heffe van het volk, levende van
diefstal en bedelarij, maar toch weer be-
heerscht door den moederlijken trots op haar
waardigen zoon, Jacques, die zoo in alles ge
leek op haar braven man zaliger. Pierre
Frochard, de ongelukkige' verschoppeling, de
door moeder en zoon gehaate, was treffend in
zyn liefde voor de arme geëxploiteerde blinde
wees.
Zoo zouden we kunnen voortgaan en zouden
graag ieder met name afzonderlijk willen
noemen, doch dat zou ons te ver voeren. Één
uitzondering willen we nog maken en even
vermelden den heer en mevrouw Erfmann, den
eersten in de rol van Baron Roger Vaudray,
die den degen kruist ter verdediging van
Henriette, opgelicht door Markies de Presles
en de tweede in de rol van Marianne, de
hartstochtelijke vrouw van Jacques, die een
maal door Henriette van zelfmoord terugge
houden, later zich ten behoeve van deze laat
deporteeren naar Cayenno en zoo een prachtig
tooneeltje vau dankbaarheid en opofferings
gezindheid ten aanschouwe geeft.
Dat de toejuichingen en bijvalsbetuigingen
vele waren, spreekt by zulk spel van zelf.
Sportvereeniging „H. B. S."
Verschenen Zaterdag gaf bovengenoemde
sportvereeniging een uitvoering in de zaal
van .Casino". De zaal was tot achter toe
dicht bezet. Toen het scherm opging, stond
de geheele vereeniging, om haar niouwen
Directeur, den heer J. H. J. De Brnjjn ge
schaard, op het tooneel en riep de president,
de heer Baardt, den aanwezigen het welkom
toe. In het bijzonder gold dit den Directeur
der H. B. S., den heer Dr. Kerkhoff en
overige aanwezige leeraren en deelde hy
onder applaus mede dat genoemde Directeur
zoo welwillend was geweest, het hem aan
geboden Beschermheerschap der vereeniging
te willen aanvaarden. Verder deelde hij nog
mede, dat tydens deze uitvoering nu juist
niet zulke hoogstaande of moeilijke toeren
op het gebied der gymnastiek zouden ten
beste worden gögeven. Vooreerst de wisse
ling van Directeur, die slechts drie weken
van voorbereiding heeft gehad, heeft daartoe
hot hare bijgebracht, doch ook het feit, dat
het nu juist niet in do bedoeling dezer ver
eeniging ligt, om groote krachttoeren te be
oefenen, doch hoofdzakelijk, om een aange
name en gezellige band te slaan onder de
ledeD, meest leerlingen der H. B. S. alhier.
Om dit dool nog moer te benaderen is het
zoo gewenscht, dat alle leerlingen der ge
noemde ondcrwijs-inrichting lid worden van
de vereeniging. Op andere plaatsen is dit
alreeds het geval zoo en spreker wekte op,
to trachten het ook hier zoo ver te brengen.
Hierna 'werd een aanvang gemaakt met
het afwerken van het ryk gevariëerde, mis-
schion wol wat overladen programma. Op
het. gebied der gymnastiek kregen we te
zien vrije oefeningen, achtereenvolgens uit
gevoerd door de Dames-afdeeling, do Hoofd-
afdeeling en do Adspiranten-afdeeling. Deze
laatste afdeeling voorde ook nog uit een
nummertje „Tramplin boog", terwyl de Meiajes-
atdoeling een reeks Vrije Oefeningen op de
plaats uitvoerde. Na de pauze zou nog ver
toond worden Barrcn door de Dames-afdee-
ling, Staafoefeningen en Barren door de
Hoofd-afdeeling, doch deze laatste drie moes
ten mot het oog op den tyd achterwege
J)ljjvon. Dit waf zeker wel jammer; wat op
dit gebied ten aanschouwe werd gegeven,
legde in allen deele getuigenis af, dat er
met lust en ambitie, zoo door de jongeren
als door do ouderen, wordt aangepakt en
dat het den wakkeren en kundigen leider
niet moeilyk zal vallen, „H.B. S weldra
een oervolle plaats te doen innemen in de
rjj harer oudore zusteren.
De Mandoliuen-Clnb, bestaande uit leden
dezer Vereeniging, liet zich ook op dezo uitvoe
ring, evenals by vroegere gelegenheden, niet
onbetuigd en het moet gezegd wordeo, vele ten
beste gegeven nummertjes klonken heel aardig
door de zaal en werden onder de grootste
aandacht aangehoord. Ook de#Tooneelspeel-
kuust werd beoefend, waarvan we een
staaltje te genieten kregen in de opvoering
van een aardige klucht in één bedryf, ge
titeld tM'n lieve Schoonmama". Aan de
acteurs en actrices alle hulde. Nog werd
een allervermakelykste voordracht gehouden,
getiteld „H.B.S."en voorstellende een Museum
of Panopticum vaD levende beelden, waarby
op den voorgrond traden de personificaties
van «Den Helder", .Sport" en .De Weten
schap", die om beurten heel geestige on
leuke coupletten zongen. Natuurlyk word ook
deze, zeker origineelo voordracht, met luid
applaus beloond.
De pas benoemde Beschormheer der Ver
eeniging, de hoer Dr. Kerkhofl, bedankte
in goed gekozen bewoordingen voor de hom
vereerende opdrachtgewaagde van zyn
liefde en genegenheid voor de sport en ge
paste vermakelijkheden in hot algemeen en
voor deze, hem bevriende Vereeniging in het
byzonderdoelde op zijn scheiding van den
Helder in niet te verre toekomst, doch legde
de verzeking af, dat hy èn Bestuur èn
Vereeniging steeds in dankbare herinnering
zou blyven gedenken, en waar noodig, de
belangen der leden en der Vereeniging zou
behartigen. Deze van veel liefde en tcewyding
geheugende aanspraak word tot hooi de
Vereeniging en haar Directeur, staande op
het tooneel, gericht, waarna by beëindiging
een driewerf hoezee voor den Beschermheer
werd aangeheven.
Zooals men ziet, was hot programma ryk
gevarieërd en het was ver over middernacht,
toen men aan den eigenlijken hoofdschotel,
het bal, begon.
H.B.S." kan men voldoening op deze,
haar eerste uitvoering in dit seizoen, terugzien.
De rijke Rothechilds.
Sinds den slag by Waterloo, toen oen
Rothschild de eerste was, die het nieuws in
Engeland ontving en er zyn voordeel mee
deed op Stock Exchange, is de naam van de
Rothachilds onsterfelijk geworden en klinkt
als een vertolking van onschatbaron rijkdom
over de geheele wereld.
Onlangs hebben do bladen uit Parys ons
het overlijdeu van baron Gnstave Rothschild
gemeld, en dit geeft gelegenheid nog eens
even stil te staan bij het groote handelshuis,
dat zjjn banken heeft in Londen, Parijs,
Berlyn, Frankfort en Weenon.
De stichter van den Franschen tak was
Baron James. Zyn oudste zoon Solomon
stierf in 1864 en liet een dochter achter, die
by ons te lande wel bekend is door haar
huwelijk met baron van Zuylen van Nyevelt
van der Haar. Haar kapitaal bedraagt onge
veer 170 millioen gulden, de helft van het
kapitaal van haar vader. Papa Solomon en
zyn drie broeders en zuster hebben te sameu
een kapitaaltje van 7.500.000.000 gulden.
MariitebegrooiinB>
Men
i Antwoord.
De minister betoogt, dat de behoefte aan
torpedobooten geheel losstaat van de in
stelling van hot fonds voor de kustverdedi
ging. Al waro het voorstel in zake het
kustfonds niet gedaan, zou toch de aanbouw
van torpedobooten voortgang moeten hebben.
Volkomen beaamt de minister de meening,
dat na de instelling van het fonds hot stelsel
van de )42 millioen voor aanbouw wyziging
zal moeten ondergaan, in dien zin althans,
dat in de eerste jaren tot en met 1914
slechts 2 millioen (voor nieuwen aanbouw
voor het Nederlandach eskader in Oost-
Indië) op de Marinebegrooting zal voorkomen
en hot voor de defensie van Nederland
noodig geachte materiaal wordt aangebonwd
uit het fonds, waarvoor op do Marinebe
grooting alsdan de post annniteit zal ver-
sohyner.
Zoodra de min. door kennisneming vau de
uit Indië ontvangen adviezen de vryheid er
langde om zich over de voorstellen der
bekende Staatscommissie uit te spreken en
met zyn ambtgenoot van koloniën tot over
eenstemming was gekomen omtrent de keuze
van hot type der schepen n.1. artillerie-
of torpedovloot waaruit de keru van de
vloot in Indië moet worden samengesteld,
kon naar zijne overtuiging niet langer worden
gewacht mot het in aanbouw brengen van
eeu punlaerschip voor den algemeenen dienst,
omdat lo. de toestand der schepen type-
Kortenaer van dien aard is dat erg_ca
sprake van kan zijn er na 1915 nog ge-
vechtswaarde van eenig belang aan toe te
kennen 2o. de schepen type-K ortenaer
niet kunnen worden vervangen voordat die
van het type-K o n i n g i n-R e g e n t e s
vrykomen; 3o. dit vrykomen eerst kan
plaats hebben zoodra voor de defensie van
Indië over nieuwe pantserschepen kan worden
beschikt4o. dit ook dringend noodig is om
dat de schepen van het type-Regoutes,
ofschoon nog in staat goede diensten te
bewyzen by do verdediging van Nederland,
geen voldoende gevechtswaarde hebben dat
zy in den tegenwoordigen tyd nog mogen
worden aangemorkt in staat te zyo, een
krachtigen tegenstander in onzen Oost-In-
dischen-Arcbipel, waar ze los van verster
kingen aan den wal moeten kunnen op
treden, tot ernstige krachtsontwikkeling te
noodzaken, zelfs niet waar het geldt het
gevaarlyk maken van eene poging tot schen
ding onzer neutraliteit.
De samenstelling der Staatscommissie 1906,
waarin het militair element verreweg de
minderhoid vormde, had ten doel de finan-
cieele regeling aan eene herziening te onder
werpen en de min. vermeent dat alzoo de
kennisneming van het advies betreffende het
rapport der Staatscommissie geenszins noodig
is alvorens te kunnen beslissen omtrent de
defensie van Nederland.
Dat de Kortenaar en de Piet Hein in
1894 te water werden gelaten is juist, maar
dat zy om deze reden in .1914 niet meer
bruikbaar zyn mag niet daarom uls vast
staande worden beschouwd. Het ware geen
gezond beleid om zich by het vervangon van
het materieel uitsluitend aan den leoftyds-
grens te houden.
De minister bestrydt vervolgens uitvoerig
de opvatting der Staatscommissie dat met
het oog op de geografische gesteldheid van
den Archipel voor eene torpedovloot geen
behoefte zou bestaan aan versterkte refuge-
harensterwyl hy ten zeerste betwyfelt, of
een artillerievloot in tyd van oorlog moet
kunnen beschikken over nog meer versterkte
refagehavens. Onze vloot in Indië, hoe ook
samengesteld, zal steeds moeten ageeren los
van haar cperatiebasis.
De min. geeft niet toe dat de diepte der
toegangen tot de reede voor Soerabaya een
beletsel zou vormen voor onze pantserschepen
om die reede te bereiken.
Hij geeft daarna nog eens in 't kort h
op welke motieven zyn standpnnt inzake de
samenstelling onzer vloot berust en verklaart
zich niet te kunnen vereeDigon met de
meening dat een torpedoboot in meerdere
mate dan een artillerievloot aan de eischen
voldoet, welke aan onze zeemacht kunnen
worden gesteld.
Het argument dat een torpedovloot met
torpedovaartuigen moet worden bestreden,
gaat niet opniet de torpedo maar het kanon
is het strydwapen tegen torpedobooten en
om daarmede offensief te kunnen optreden
moet het schip waarop dio kanonnen zyn
opgesteld groote snelheid bezitten. De kleine
kruiser is de natuurlyke tegenstander van
een torpedobootjager. Ook is het zeer goed
mogelyk kanonnen op te stellen op tal van
snelle particuliere stoomschepen, muilbooten
e.d. die voor den stryd tegen torpedovaar
tuigen uitnemend geschikt zyn. Bestaat onze
zeemacht uit een artillerievloot, d.w.z. uit
een kern van pantserschepen en een aantal
torpedobootjagers dan zal do vijand echter
niet kunnen volstaan met het in het gevecht
brengen van het hiervoren genoemd materieel
maar zal hy ook zijn hoofdmacht moeten
gebruiken.
By dien stryd is al wordt toegegeven
dat onze pantserschepen van 7600 ton water
verplaatsing in open zee niet opgewassen
souden zyn tegen de zooveel grootere pant-
serschepen van den vyand de kans toch
volstrekt niet uitgesloten dat wy, gebruik
makende van do voor den verdediger zoo
gunstige geografische gesteldheid van den
Archipel, don vijand hot doordringen be
letten en hom met het zware geschut onzer
pantser8chepen nadoel zullen toebrengen.
In den breede bestrydt de minister ver
volgens de andere argumenten, door de staats
commissie aangevoerd voor een torpedovloot
in Indië.
Overigens kan onze vloot evenmin worden
list als men bedenkt boe onze rechten ook
t kleinere mogendheden kunnen worden
bedreigd. Een optreden van een of meer
onzer pantaerschopen kan dan onze rechten
doeltreffend hooghouden.
Voorts betoogt do minister, dat onderzee
booten niet in staat zyn om de taak over
to nemen die ovordag aan pantserschepen is
toegekend.
Tegen een vlootplan voor Indië van 5
schepen van 14 k 15,000 (of van 16 h 20,000
ton) zouden onoverkomelyke bezwaren be
staan waarvan het voornaamste ia de omnoge-
lykheid om in de bemanning te voorzien, die
8000 koppen zou moeten tellen, terwyl voor
het Nederlandsch eekader zooals de minister
zich dit wenscht, buiten de torpedobootjagers,
1860 koppen noodig zullen zijn.
Bovendien zou een schip van zoo groote
afmetingen in Nodorland wel niet kunnen
worden gebouwdde inrichtingen, noodig
voor de bediening van zulk een oorlogsbodem
QDtbrekon in ons vaderland ten eenen male.
En voor het dokken, repareeren, voorraden
aanvallen vau znlke schepen is Soerabaja neg
niet ingericht en zal dit ook niet kunnen
worden dan ten koste van zeer
groote bedragen. Het oprichten van
oen vlootbasis voor zulke schepen zou zulke
groote fiuaucieele offers eischen dat hioraan
r ed el y k e r w y z e niet te denken
valt.
De aanbouw van de vyf schepen zal slechts
zoer geleidelijk kunnen geschieden, daar hoog
stens per jaar slechte de gelden voor drie
vijfde zullen kunnen worden aangevraagd.
De laatste onderzeeboot moost inderdaad
wyziging ondergaan, hetgeen geschied is op
kosten van ,de Schelde".
Het is don minister niet bekend dat de
auti-militarislische propaganda op uitgebreider
schaal wordt gevoerd dan vroeger. Tusschen
het steunen van het onlangs aan de regeering
gezonden adres in sake algemeen kiesrecht
en het maken van anti-militaristische propa
ganda, kan de minister geen rechtstreeks
verband vinden.
Voor het personeel wordt gedaan wat rede-
lykerwyzo mogelyk is en onoordeelkundig
optreden van commandanten en officieren
zooveel mogelyk tegengegaan. Op de werving
valt niets af te keuren on de mariniers worden
intens geoefend.
De minister geeft toe dat wantrouwen in
eigen kracht ondermynend werkt en deelt de
meening dat de goede geest onder het per
soneel ook weinig wordt geschaad door de
wyze waarop veelal zyne belangen in en
buiten de Kamer worden verdedigd.
Bij het gebeurde op de Heemskerck
is hot gezag krachtig opgetreden.
Zoolang de pérsoneelsvereenigingen geen
oigenlyke vakvereenigingen zyn, en zoo
lang ook overeenkomstig die
opvatting gehandeld wordt behoeft
voor het scheppen van gevaren met het oog
op de diensten welke van de vloot kunnen
worden geëischt, niet fe worden gevreesd.
Eenmaal in het bezit van de resultaten
van den arbeid van eene commissie aan welke
bet maken van een concept-regeling is opge
dragen, hoopt de minister voorstellen tot
positieverbetering van officieren te kunnen
indienen.
Van bevordering van baron van Asbeck
kon geen sprake zyn, aangezien de vacature
in den vlagofficierstaog eerst ontstond, nadat
hy den dienst reedt verlaton bad.
Er wordt naar gestreefd alle hoofdofficieren
in de gelegenheid te stellen te voldoen aan
do by do wet gestelde eischen voor be
vordering tot vlagofficier.
Binnenkort hoopt de minister een kapitein
tor zee voor de definitieve vervulling van de
betrekking van chef van den marinestaf te
knnnen voordragen. Deze hoofdofficier komt
binnen enkele maanden uit Indië terug.
Wegens de kosten zal voorloopig niet kun
nen worden overgegaan tot den bonw van
een nienw hospitaal to Willemsoord.
De quaestie der voedingstarioven is in
Indië in onderzoek.
Do inlichtingen gevraagd naar aanleiding
van de ingekomen verzoekschriften over de
nieuwe in Indië getroffen regeling van het
passasieren zyn nog niet ontvangen.
Do berichtiog van luchtzaken moet in han
den blyven van de commandanten.
Verhooging van tractement voor de
Btokers moot de minister, daar de urgentie
niot gebleken is, afwijzen.
De tamboers en pjjpers kannen niet worden
gemist en aan de scheerders, schoen- en kleer
makers behoeft niet den rang van korporaal
te worden verleend omdat z(j geen gezag
over anderen hebben uit te oefenen, terwjjl
hun positie aan billijke eischen voldoet.
Vereeniging van het ambt van bakker en
kok is onmogelijk; voor positieverbetering
van het personeel in de marinebakkervj be
staat geen aanleiding.
Maatregelen zyn en worden genomen om
n dienst der ziekenverplegers te Willems
oord te verlichten.
Wat de sterkte van het personeel betreft
dione het volgende
Matrozon. Een langzame vooruitgang
is merkbaar.
Stokers. Over het jaar 1911 heeft de
aanneming het verloop ongeveer gedekt.
Mariniers. De daling van de sterkte
is in 1911 vrij aanzienlijk, terwijl de aan
neming het verloop niet dekt.
l>e vraag of het ten onzent gebruikte
kruit alle vrees uitsluit voor een ongeval
als aan het Fransche slagschip Liberté" is
overkomen, kan de minister met gerustheid
bevestigend beantwoorden.
Wat het werfpersoneel aangaat, meent de
minister, dat nu aan alle, in verband met
invoering van het nieuwe reglement,
billijk te achten wensohen der werklieden,
is voldaan.
Een verhooging van alle loonen dor werk
lieden met 20 cents kan van den minister
niet worden verwacht, alvorens blijkt dat
daartoe aanleiding bestaat. Daarvoor moet
echter het rapport der Staatscommissie wor
den afgewacht. Hetzelfde geldt voor eenige
andere geuite wenschen. Van het instellen
van eene groepsvertegenwoordiging voor de
mindere geëmployeerden is nimmer de wensche-
lykheid of noodzakelijkheid gebleken.
Nienwe verbeteringen aan 's Rjjks werf
te Amsterdam wenscht de minister niet aan
te brengen, nu het een punt van ondersoek
uitmaakt of in 's lands belang de werf van
aanbouw en herstelling als zoodanig in de
toekomst zal dienen te worden opgeheven,
dan wel omgebouwd en gemoderniseerd. Van
eene opheffing der werven te Willemsoord
en Hellevoetsluis kan geen sprake zyn.
De post voor een nieuwen geweer
winkel op 'sRyks werf te Amster
dam wordt van de begrooting
afgenomen, in verband met nadere over
weging der mogelijkheid om gebruik te maken
vau de inrichtingen aan de Hembrug.
Voorshands kan de minister, wegens dc
belangrijke offers, niet overgaan tot don
bonw van een nieuwe mariniers-kazerne te
Rotterdam.
Ter voldoening aan den te kennen gegeven
wonsch om to vernemen welke thans de
positie is van don door de Nationale Christen
Offlcierenvereeniging aangestelden predikant
te den Helder, heeft de minister volgens do
Regelen in acht te nomen door predikanten,
geestelijken of godsdienstleeraars aan wio
do behartiging van de geestelijke belangen
van het marinepersoneel in de directie Wil
lemsoord is tot taak gesteld, benevens daar
mede verband houdende bijzonderheden,"
medegedeeld, dat, naar deze regelen dus ook
deze predikant zich in den vervolge sa!
hebben to gedragen, wolke regelen door do
voornoemde vereeniging zyn aanvaard, onder
intrekking van de aan don predikant verstrekte
instructiëD.
Art. I. Zij behartigen de geestelyke be
langen van het marinepersoneel, voor zoover
by de betrokken personen daaraan behoefte
bestaat.
Art. 2. De wyze waarop zy de geeste
lijke belangen van het marinepersoneel zullen
behartigen is aan hun beleid overgelaten.
Echter zullen zy, wat do wyze van uitvoering
van hun arbeid betreft, zoodanig handelen,
dat zy niet in stryd komen met de aan
wijzingen van hnishoudelyken aard, welke
hun eventueel dienaangaande door de be
trokken chefs mochten worden gegeven.
Art. 3. Voor zoover die mot hun arbeid
verband houden, onderwerpen zij zich aan
allo hun bekend gemaakte maatregelen van
orde of inwendigen dienst door het marine-
bestnur of den betrokken vlootvoogd, com
mandant of ehef vastgesteld voor de schepen
of inrichtingen, welke door ben worden
bezocht.
Art. 4. Zy' hebben vryen toegang tot de
schepen en inrichtingen der zeemacht, be
houdens beperkingen, welke in het belang
van 's ryks dienst door het marinebestuur of
den vlootvoogd noodzakelyk worden geacht.
Art. 5. Een geschikt lokaal voor het
houden van godsdienstoefeningen en van
catechetiaoh onderwijs zal te hunner besohik-
king worden gesteld.
Art. 6. Wanneer hun arbeid hun aan
leiding geeft tot hot doen van desbetreffende
voorstellen dienen zij deze in aan den direc
teur en commandant.
Art. 7. Zy dienen jaarlijks on verder
telkens wanneor zy zulks wenschoiyk achten
of dal door den vlootvoogd te Willemsoord
verzocht wordt een verslag over hunne
werkzaamheden aan dien vlootvoogd in en
geven, voorzoover zulks door den vlootvoogd
verlangt wordt hem ook alle daarmede ver
band houdende inlichtingen
Wat de subsidie betreft is eene regeliug
fetroffen in dien zin, dat dezo subsidie in
e toekomst het bedrag van f1500 niet zal
kunnen te boven gaan en in geen geval
ir zal bedragen dan de helft van de
r de vereeniging uitgekeerde bezoldiging
aan den met de geestelyke verzorging be
lasten godsdionstleeraar, onder dien verstande
dat als overgangsmaatregel gedurende het
jaar 1912 aan de Christen Offlcierenvereeni
ging nog eene snbsidie van f 2500 en ge
durende 1913 eene van f 2000 zal worden
verleend en dat de nieuwe financicele rege
ling eerst met ingang van 1 Januari 1915
ten volle van kracht zal zyn.
De vereeniging heeft met deze regeling
genoegen genomen.
Omtrent do wyze waarop do predikant tot
dusver zyn arbeid heeft verricht, zyn geen
byzonderheden mede (e deelen.
Ten aanzien van verbetering der positie
van de loodsen meeat do minister te moeten
afwachten het meergenoemde rapport der
staatscommissie voor do arbeidsvoorwaarden
ir Rykswerklieden.
Do minister brengt hulde aan do nage
dachtenis van de omgekomenen van het
stoomloodsvaartuig No. 4.
Uit ingewonnen inlichtingen biykt dat de
weduwen en kinderen van de omgekomenen,
ook van diegenen onder ben, die indertijd
by het gebeurde met de „Berlin" zich zoo
eervol hebben gedragen, niet in zoodanige»
toestand achterhoven, dat de minister ter
men aanwezig acht voor toekenning van oen
gratificatie boven het pensioen.
Ook ten aanzien van betere bezoldiging
van het personeel der verlichting en beton
ning moet bet rapport der staatscommissio
worden afgewacht.
rFB TJIXjXJSTOTST.
FAMILIE-EER.
20)
Tot den besteller vervolgde hy
„Wy zullen een rytuig nemen."
„De notaris woont maar tien minuten van
hier," voerde deze hiertegen aan.
,0m het even," zeide de commissaris, .ik
houd niet van loopen."
Hy knikte de aohterblyvenden vriendelyk
toe en sprak schertsend de hoop uit dat zy
zich niet zouden vervelen. In zyn hart speet
het hem voor de arme, lieftallige Augusta,
die nu weerloos aan do indringerigheid van
den verafschuwden man was prijsgegeven
maar hy kon niet anders handelen. Wilde
hij de gegevens, die hy 's middags reeds had
verzameld, voltallig maken, dan mocht hy
geen tyd verliezen.
In de eerste dwarsstraat stond een rytuig
Loder stapte in en wenkte don besteller
naast hem te gaan zitten.
Deze gehoorzaamde nadat hy den koetsier
het adres had opgogeven, natuurlyk niet dat
van den notaris, maar dat van Herbert Har-
ner, die op dit oogenblik, onbewust dat do
wrekende band der gerechtigheid zich reeds
naar hem uitstrekte, al zyn beminnelykheid
uitputte om zich in de oogen van het schoone
meisje onweerstaanbaar te maken.
"^u vro0g d0 commissaris, toen het
rytuig zich in bowoging had gesteld.
«De zaak vordert goed," antwoordde de
verkleede politie-agent. .Wy hebben al ver
nomen dat Harner in den nacht van den moord
eerst om twee uur thuis gekomen is. Den'
volgenden morgen heeft hy zyn kleeren schoon
gemaakt en aan zyn hospita gezegd dat hij
's nachts onder hot naar huis gaan een neus-
bloeding had gehad,"
.Had de vrouw geen argwaan?"
„Zy verkeert in moeilyko omstandigheden
haar man is dood en zy moot voor een groot
gezin zorgen. Harner betaalt goed en prompt
daarom bekommert zy zich niet veel om zyn
doen en laten on is met haar commensaal
best tevreden.'
„Waarom heeft zy hem niet bij de politie
als huisgenoot opgegeven?" vroeg de.commis
saris, van wiens gelaat thans elke uitdrukking
van gemoedelykheid verdwenen was.
«Op verzoek van Hamer,' antwoordde de
besteller. »Hy moet gezegd hebben dat hy
daar zelf wel voor zou zorgen en daar het
hnis zeer veel bewoners heeft, kon zyn aan
wezigheid daar niet gemakkelijk in het oog
loopen. De eigenaar woont er zelf niet en
weet niet eens uauwkeurig hoeveel bewoners
zyn huis telt."
De commissaris knikte zwygend.
Zy hadden intusschen het doel van hun
rit bereikt en het rytuig hield stil.
Met een vluggen sprong was de commis
saris op straat en liet het betalen van den
koetsier aan den besteller over.
Snel liep hy het portaal in, waar morsige
kinderen spoelden en stoeiden, en klom de
smalle, donkere trap op, die naar de boven
kamer leidde.
Daar de politiebeambten de bevelen van
Loder met de grootste voorzichtigheid en
zonder eenig opzien te verwekken hadden
uitgevoerd, vermoedde byna niemand in huis
hun tegenwoordigheid.
De hospita van Harner, een arme work-
mansweduwe met een afgetobd en naargeestig
voorkomen, was voorloopig in haar eigen
keuken opgesloten.
Zonder eenigo inleiding wendde de com
missaris zich tot haar.
„Breng ons naar de kamer van uw com
mensaal," gebood hy.
Do vrouw maakte een angstig handgebaar
en aarzelde het bevel te gehoorzamen.
•Ik durf het niet t« doen," zeide zjj jam
merend. .Mijnheer Horror heeft my streng
verboden op zyn kamer te komen waarvan
hy den sleutel by zioh heeft. Ik mag ze alleen
schoonmaken wanneer hy er by is."
„Daarover bekommer ik my weinig," voegde
do commissaris haar toe. «Open do deur
voor ons, anders zullen wy haar openbreken."
„Maar wat zal mynheer Harner .wel zeggen,
als hy thuis komt? Hy gaat misschien ter
stond verhuizen en hy is toch zoo'n goede
huurder," zeide de weduwe half weonend.
•Het zal wel een poosje duren, voordat
uw commensaal thuis komt," hernam de com
missaris.
„Vooruit, hebt ge een tweeden steutel?
Of moet ik den smid laten komen?"
Onder veel gejammer van de vrouw kwam
de sleutel te voorschyn, dien een vroegere
huurder had nagelaten en dien zij thans den
commissaris ter hand stelde.
Een oogenblik later betraden zy het kleine
kamertje met één venster, dat Harner by de
weduwe bewoonde.
Deze zelf was op een wenk van Loder dc
politiebeambten gevolgd.
In de kamer stond niets dat de aandacht
trokzy bevatte slechts het hoognoodige
meubilair. Het weiuige huisraad dat hier
stond verkeerde in een jammerlijken staat,
van de wankelige kleerkast, waarvan de
deur uit de scharnieren hing, tot de gebrek
kige stroostoolen, welker zittingen meereudeelB
beschadigd waren. Aan den wand hing een
verweerde spiegel en voor het veDSter een
gordyn dat eens lang geleden wit geweest
moest zyn, maar tbans goor en overal ge-
schourd en gerateld was.
Terstond begon een nauwkeurige, door
zoeking van de kamer, hetgeen onder leiding
van Loder niet veel tyd vorderde.
Eerst werden alle meubelen van den wand
geschoven en begon men met een byzonder
soort hamors, daartoe opzettelyk meegebracht,
togen do muren te kloppen. Eén man onder
wierp den vloer aan een gelyk onderzoek.
Dit geschiedde om ergens een holle plek
te vindenhet gehoor van de beambten, die
met dit werk vertrouwd wareo, was zoo fijn
dat zy zich nooit in hun nasporing vergisten.
De commissaris doorzocht inmiddels met
„vriend Holdert" en den besteller stuk voor
stuk de kleerkast en do linnenkast.
Het eigendom van Harner was trouwens
niet zeer talrykhy bezat slechts het nood-
zakolykste en zelfs dit was nog ontoereikend.
Het had er geheel den schyn van alsof de
eigenaar het zoo had ingericht dat hy er
zonder veel verlies in tyd van nood afstand
van kon doen.
Alles bewees dat Harner gewoon was te
leven als een vogel op een tak, elk oogen
blik tot wegvliegen gereed, wanneer hem
eenig gevaar dreigde.
Holle plaatsen worden noch in den wand,
nocb onder den vloer gevonden daarentegen
bespeurde meu toon het bed was afgenomen
dat do versleten matras eenige voorwerpen
verborg. Die werden natuurlek in een oog
wenk te voorsohyn gebracht.
De hospita begon te jammeren toen zjj
zag dat men haar matras opensneed.
Zy zeide nn wel te begrjjpen waarom
Harner nooit had toegestaan dat zy zyn bed
opmaakte of zjjn matras opschudde. Zy moest
dan immers dadelyk de schenr hebben waar
genomen, ofschoon deze vluchtig dichtgenaaid
was. Haar huurder moest haar de schade
vergoeden, dat nam zy zich vast voor.
Nu, bij heeft zeker wel veel geld," spotte
de commissaris, terwijl hy de in de matras
gevonden voorwerpen één voor één bekeek.
Dc weduwe, wier goede meening omtrent
haar commensaal nu plotseling verdwenen
scheen begen, spottend te lachen.
.Daarmee is het niet al te best gesteld,"
zoido zy. «Harner heeft wel altjjd stipt be
taald maar het is hem in'de drie maanden die
hij hier gewoond heoft lang Diet voor den
wind gegaan."
Dikwyls heeft hy het noodige niet te eten
gehad en toch heeft hy zyn karige maaltyden
vaak nog mot een hond gedeeld, een ver-
schrikkelyk dier, dat niet eens van hom was.
Juist omdat hy zoo good voor dioren was,"
ging de weduwe voort, wier tong nu los
begon te raken, «heb ik hem graag mogen
lydenmaar nu hy' my de politie op den
hals haalt, nu bedank ik voor hem."
De commissaris, dio inmiddels een met
bloed doortrokken zakdoek, een buitengewoon
groot scheermes benevens een met bloed be
vlekte broek uit de matras had gehaald,
keek by deze woorden belangstellend op.
«Hoe heette die hond?" vroeg hy.
Turk," antwoordde de weduwe zonder
zioh te bezinnen, terwijl zy niet begrypen
kon, welk belang de commissaris daarin
stelde en waarom zijn gelaat zoo eonsklaps
opklaarde.
„Weet gy ook, wie de eigenaar van dien
hond was vroeg hij verder.
„Wel ja, de vriend van Harner," zeide de
weduwe op minachtenden toon. „Die moest
vooral zoo'n hond houden; hy zag er zelf
uit, alsof lijj maar eens op een dag at, en ik
geloof ook, dat dit niet zelden het geval was".
„Bedoelt ge mynheer Dorner vroeg du
commissaris vriendelijk, terwyl hij de weduwu
wat ter sy'de nam.
Deze zetre groote oogen op.
Heette hjj Dorner?" vroeg zy daarop.
„Hy was een klein, oud man mot spierwit
haar, een onaangenaam gezicht on daarby
was hy altijd zoo alt de hoogte."
Zy hield plotseling op on keek diep in
gedachten voor zich nit.
„Dorner?" herhaalde sy vervolgens. „Ho,
wacht eens even, die naam komt my bekend
voor. Hm, waar heb ik dien meer gehoord
Stil, ik heb hem meen ik gelezen Eens
klaps maakte zy een verschrikkelyke bewe
ging. «Heer in den Hemel, nu gaat my uon
licht op! Ja wel, die is vermoord geworden,
en een hond heeft hy gehad, ja juist on dio
hond moet ook Tnrk geheeten hebben. Is het
mogelyk, aou Harner
Zij zweegblijkbaar durfde zy de gedachte,
die by haar opkwam, niet in woorden te
br!wïï'
Tnrk kwaadaardig vroeg de
commissaris.
De weduwe knikte toostommend.
(Wordt vervolgd,)