KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Holdor9 TexelWSorlngon on Anna Paulowna.
No. 4068.
Zaterdag 8 Februari 1912.
40ste Jaargang.
Eerste Blad.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct, buitenland 11.25
Pre-Zondagsblad 37»i 45 f0.75
miën Modeblad 55 t 65 i f0,90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteatlêa van 1 tot 5 regels (bg roeraitbetaling) 30 cent
Elke regel meer6
Bei-exemplaar2»
Vignetten en groete letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Teiefoon 80.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./b. BERKHOUT a Co.), Helder.
Gemeenteraad van HELDER.
Zitting van 30 Januari 1912.
Voorzitter: de heer Burgemeester.
Aanwezig zyn de H.H. over de Linden, Van Neck, De Ven,
Zander, Hartsinck, Bok, Krijnen, Verfaille, Van der Ploeg, De
Geus, Oortgljsen, Biersteker, Van Breda, Terra, Adriaanse, Har
tendorf, Verstegen en Harjer.
Afwezig met kennisgevingde heer Grunwald.
Afwezig zonder kennisgeving de heer Van den Berg, die
echter in den loop der vergadering verschynt.
Beëediging.
Als eerste punt van de agenda is aan de orde de beëediging
van het nieuw verkozen Raadslid, den heer A. Bommel.
Na de bij de wet gevorderde eeden in handen van den Voor
zitter te hebben afgelegd, wordt de heer Bommel door den
Voorzitter met zijn benoeming geluk gewenscht en neemt deze
zitting.
De notulen der vorige raadszitting, die ter visie hebben ge
legen worden, behoudens eene kleine rectificatie, door den heer
Adriaanse gewenscht, goedgekeurd.
Hierna zijn aan de orde de navolgende
Ingekomen Stukken en Mededeelingen.
I. Mededeeling, dat de Provinciale Staten hebben verleend
Aan de Algem. Held. Winkeliersver. alhier ten behoeve vau
haar handels-cursus voor elk der jaren 1912, 1918 en 1914 een
bijdrage van f 196
II. Aan de Ambachtsschool alhier, met ingang- van 1912,
jaarlijks, tot wederopzeggens, een subsidie van f8000.
III. Dat door Ged. Staten is goedgekeurd de rekening der
gemeente over 1910.
IV. Dat door Ged. Staten is verdaagd het nemen eener be
slissing ten aanzien van de begrooting der gemeente Helder
voor den dienst van 1912 en machtiging verleend is om over
de posten van uitgaaf van die begrooting tot op de helft te
beschikken.
De Voorzitter deelt mee, dat thans bericht van goed
keuring der begrooting is ingekomen.
V. Kennisgevingen van de aanneming der benoeming tot
Regentes van het Algem. Weeshuis, van Mevrouw de wed. P.
Thomasz, geb. Van Hoolwerff; tot Regent, van den heer A. J.
De Jonghtot lid van het Burg. Armbestuur, van de H.H. W.
H. Burgers, F. W. Habermann en N. Vinkentot lid dei Com.
van Toezicht op het Lager Onderwys, van de H.H. F. S. C. M.
Wijs, H. W. Bakker en W. Vissertot onderwijzer aan de
Openbare Lagere School, van de H.H. H. J. E. Denker en W.
P. D. Corporaal.
VI. Missive van het Burgerlijk Armbestuur betreffende de
gemaakte opmerkingen over het verhuren van woningen aan
bedeelden en over het verrichten van werkzaamheden van een
verpleegde bij een der leden van het Armbestuur.
De heer Adriaanse wenscht naar aanleiding yan deze
ingekomen missive eene enkele opmerking te maken. Door
hem zijn bij de behandeling der begrooting enkele opmerkingen
gemaakt over de eenzijdige samenstelling van het Armbestuur.
Ook heeft hij er op gewezen, dat een verkeerde toestand kan
ontstaan, wanneer een Armvoogd optreedt als leverancier of
als verhuurder van woningen aan bedeelden. Hij heeft deze
««vallen niet nader willen specificeeren, doch als thans de heeren
zoo spreken van de humaniteit te hebben betracht en wijzen
op de lage huur, die wordt getrokken, dan had daarbij moeten
worden vermeld, dat byv. een der door de Heeren genoemde
gevallen slaat op de huur van een achterkamertje en een keuken,
terwyl niet gerept wordt van de niet onbeduidende huur, die
bovendien nog van de voorkamer wordt getrokken. Ook is het
alleB behalve humaan, om de huurders, waarover het hier liep
en die aan de besprekingen hier gehouden, geheel onschuldig
waren, die geheel buiten hen om zyn gehouden, daarna direct
in 't hartje van den winter de huur op te zeggen.
Dit is nog wel geschied, waar één der huurders een zieke
dochter thuis had. Toch is de hoofdzaak, waarover de kwestie
liep, nl. de eenzijdige samenstelling, geheel over 't hoofd gezien
en heeft het Armbestuur zich daaromtrent met geen letter
verdedigd.
De Voorzitter wijst er den heer Adriaanse op, dat het
Armbestuur geen invloed op de samenstelling daarvan heeft.
Wanneer hier iets te laken valt, dan is het adres de Raad zelf,
die de leden van het Armbestuur benoemt. Wel is waar doet
het Armbestuur do voordracht van de te benoemen leden, doch
de Raad kan ten allen tijd buiten de voordracht gaan.
De heer Verstegen vraagt inlichtingen over den verpleegde
De Leeuw, die zoo lastig van humeur is en niet verantwoorde
lijk kan genoemd worden, en daarom door een der Armvoogden
onder diens hoede was genomen, of die verpleegde niet alsnog
in een gesticht zou kunnen worden opgenomen te zijner ge
nezing. Als toch zijn toestand zoo is als hij door het Armbestuur
wordt geschetst, dan is die persoon absoluut niet geschikt, om
in de gemeenschap te blijven. Hij vraagt daarom, waarom hy
niet kon worden opgenomen in een door hem geschikt gesticht
en verzoekt tevens of B. en W. alsnog ernstig willen trachten,
aan dezen toestand een goed einde te brengen.
De Voorzitter licht toe, dat de kantonrechter de genees
kundige verklaring niet voldoende achtte, om tot gestichtsver-
pleging over te gaan.
VII. Kennisgeving van de heeren I. L. van Os en J. Giltjes,
dat zij de voorwaarden tot verkaveling aannemen. De heer
J. Oortgijsen deelt mede, dat hij deze voorwaarden niet kan
accepteeren.
Op voorstel van den Voorzitter wordt de missive van
den heer Oortgijsen in handen van B. en W. gesteld om advies.
VIII. Verzoek van het bestuur der Ambachtschool alhier om
goed te keuren, dat de leervakken worden uitgebreid met die
in schilderen, electrotechniek en schoenmaken.
In handen van B. en W. om advies.
IX. Adres van de „Heldersche Gemeente-Werkliedenvereeni-
ging", verzoekende ook aan de losse werklieden toeslag op
het loon toe te kennen en ook voor die werklieden een regeling
te treffen.
De Voorzitter stelt voor ook dit adres in handen van
B. en W. om advies te stellen. De heer Verstegen vraagt, of
«r bezwaren tegen bestaan, dat adres direct te behandelen. Er
gaat anders allicht weer een maand mee heen en dan is de
terrayn gedurende welke men voor toeslag in aanmerking
komt, misschien voorbij.
De heer Biersteker wil het adres in handen van B. en
W. stellen ter afdoening, daarbij B. en W. verzoekende, daarbij
dezen toeslag zoo ruim mogelijk te nemen.
De Voorzitter zegt toe, met de gemaakte opmerkingen
rekening te zullen houden. Het is ook altyd nog mogelijk, de
bepaling van terugwerkende kracht te doen zijn.
X. Missive van de Kamer van Koophandel alhier, houdende
inzending van de rekening en verantwoording over 1911 en
mededeeling dat tot Voorzitter en Vice-Voorzitter zijn her
benoemd de heeren M. A. Kolster en W. H. Burgers.
Ontvangsten en uitgaven hebben respectievelijk bedragen
f 165,66 en f 146,91, zoodat een batig saldo is van f 8,75.
Voor kennisgeving aangenomen.
XI. Adres van de Marine-Woningboawvereeniging „Algemeen
Belang", verzoekende een voorschot voor den voorgenomen
bouw van 67 woningen, tot een maximumbedrag van f128,650,
met intrekking van het verzoekecbrlft met bijlage, ingediend
in de maand Juli j.1.
XII. Adres „Samenwerking".
Adres van het Bestuur van de Held. Verh. Ver. „Samen
werking", te Helder, verzoekende geen voorschotten meer toe
te staan aan Bouwvereenigingen, of althans daarmee te wach
ten, totdat eerst de uitkomsten der beide vorige Vereemgingeu,
n.1. „Licht en Lucht" en „Helder" als zoodanig zullen zijn
bekend geworden.
Deze beide adressen worden eveneens in handen Yan B. en
W. gesteld om advies.
Reclames.
De Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten eenige
beslissingen zijn ingekomen betreffende reclames Hoofdelyke
Omslag, welke beslissingen conform waren aan die van den Raad.
XIII. Adres B. v. N. O.
Nog ingekomen een adres van de Afd. Helder van den Boud
van Ned. Onderwijzers, betreffende gewenschte wijzigingen In
hun salarieering.
Op voorstel van den Voorzitter wordt dit adres in han
den gesteld van de voor deze zaak te benoemen Commissie.
XIV. Heldersche Bioscoop.
Adres van den heer C. Bethlehem, houder van het Bioscoop-
Theater aan den Kanaalweg alhier, verzoekende de betrekkelijke
verordening op het heffen van belasting op publieke vermake
lijkheden, zoodanig te wijzigen, dat hij - evenals te Amsterdam
geschiedt slechts belasting behoeft te betalen naar het wer
kelijk aantal bezoekers, in stede van naar het denkbeeldig aantal.
De Voorzitter herinnert er aan, dat het in 't voornemen
ligt, deze verordening te herzien en stelt voor, den heer Bethle
hem in dezen geest te antwoorden. Op de vraag Yan den heer
Biersteker, of deze wijziging binnen niet al te langen tijd kan
worden tegemoet gezien, antwoordt de Voorzitter, dat ze al bij
den Raad zou zyn ingekomen, indien dit niet dooi onverwachte
bijkomstigheid was vertraagd geworden.
XV. Ontslag Onderwijzeres.
Op het verzoek van de onderwijzeres H. E. Uurbanus om
ontslag met ingang van 16 Februari a.s., wordt voorgetiteld het
gevraagde ontslag eervol te verleenen.
Met algemeene stemmen eervol verleend.'
XVI. Ontslag Gemeente-Geneesheer en Leeraar
Zeevaartschool.
Voorstel van B. en W. om gunstig te beschikken op het
verzoek van Dr. J. C. Smits om eervol ontslag als Gemeente-
Geneesheer en Leeraar Zeevaartschool met ingang van 1 F ebr. 1912.
Met algemeene stemmen eervol verleend.
XVII. Ontslag Lid Commissie Mldd. Onderwijs.
Wegens vertrek verzoekt de heer Roem ontslag als lid der
Commissie van het Middelb. Onderwijs.
Op voorstel van den Voorzitter wordt dit ontslag met al
gemeene stemmen eervol verleend, onder dankbetuiging voor de
vele diensten door hem in.deze functie aan dn gemeente bewezen.
XVIII. Kohieren.
Tot vaststelling worden aangeboden:
Dienst 1911:
het 3* Suppletoir kohier van de Plaatsel. Dir. Belasting naar
het inkomen ad f921,06;
het 4* Suppletoir kohier voor schoolgeldheffing (f81,81*);
het 3* Suppletoir kohier hondenbelasting (f 12,50).
Dienst 1912:
Het primitief kohier voor schoolgeldheffing (School Nu. 8)
(f 11.145).
Het primitief kohier voor den Franschen cursus (f 220).
Kohier voor de Herh. School tot een bedrag van f 22.20.
Deze kohieren worden met alg. stemmen aldus vastgesteld.
XIX. Verordening Schoolarts.
Bij de concept-verordening tot regeling van den werkkring
van den schoolarts waren nog gevoegd de adviezen van de
Gezondheids-Commissie en van de Commissie van Toezicht op
het Lager Onderwijs. Naar aanleiding van die adviezen zyn
enkele veranderingen in het concept aangebracht.
Nadat de heer Van der Berg aanvankelijk eenig bezwaar
had geopperd tegen een der artikelen, waarin vermeld staat,
dat het onderzoek in den regel plaats heeft aan de school,
zooveel mogelijk in tegenwoordigheid van
het hoofd der school, yan een onderwijzer of
een onderwijzeres, wordt de verordening met algemeene
stemmen aangenomen.
XX. Verordeningen Pandhuiswet.
Ter vaststelling worden aangeboden de verordeningen, bedoeld
bij art. 37 van de Pandhuiswet.
Nadat de heer Oortgijsen eenige inlichtingen had ge
vraagd, die hem door den Voorzitter werden verstrekt, worden
ook deze verordeningen met algemeene stemmen aangenomen."
XXL Onbewoonbaarverklaring.
Voorstel van B. en W. tot verlenging van den termijn van
ontruiming voor den tyd van 6 maanden van de onbewoonbaar
verklaarde woningen Huisduinen 18 en 19, Kad. Sectie B. No.
595 en 696, daar volgens ingekomen schrijveu van de Ver. voor
Volkshuisvesting „Helder" te Helder, pogingen in het werk
zullen worden gesteld om de bedoelde perceeleu aan te koopen,
te vernieuwen en weder aan de betrokken personen te verhuren.
In stemming gebracht, wordt dit voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
XXH. Verkaveling.
Verzoek van de woningyereeniging „Licht en Lucht" betref
fende verkaveling vau grond ten Zuiden van de Jan in 't
Veltstraat. B. en W. stellen voor onder daarbij stellen voor
waarden gunstig te beschikken.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
XXIII. Geldleenlng.
B. en W. stellen voor met de Amsterdamsche Bank een
tijdelijke leening aan te gaan van ten hoogste f200.000, waar
van f 100.000 bestemd is voor bedrljfs-kapitaal dei Gasfabriek
en flOO.OOO ter voorziening in de behoefte aan kasgeld.
Met algemeene stemmen aangenomen.
XXIV. Gemeenteblad.
Missive van B. en W. over het voorstel van den heer Adri
aanse betreffende het drukken van de Verslagen van den Raad.
Na ingewonnen informaties eii gehouden inBChryving, stellen
B. en W. voor op grond van de kosten, die het bij de begroo
ting toegestane bedrag verre zullen overtreffen, op het voorstel
van den heer Adriaanse niet in te gaan.
De heer Adriaanse zegt, dat hij kan begrijpen, dat B. en W.
met het oog op de kosten van een stenografisch verslag, tot
dit voorstel zijn gekomen; treedt hierna in een beschouwing
van de voorgeschiedenis van deze zaak, waaruit blijkt, dat in
de sectievergaderingen allerwege de wenschelykheid werd
beaamd, om over wat uitvoeriger verslag van het verhandelde
in de Raadszittingen te kunnen beschikken en dat bij her.
aanvankelijk heeft voorgezeten, het uitgebreide verslag vaneen
der plaatselijke bladen, met name het „Dagblad" te kunnen
benutten. Nu een bepaald stenografisch verslag moet afstuiten
op de hooge kosten en toch byna ieder een verbetering wenscht
van den huidigen toestand zou hy gaarne steun willen ver
zoeken voor het volgende voorstel: „De Raad, gehoord de
discussiën enz. besluit voorloopig voor den tyd van een jaar
het verslag, zooals dit in den laatsten tyd door de Directie
van het Dagblad werd geleverd, onder correctie van den
Secretaris, aan te merken als de Notulen der vergaderingen
van den Raad".
De heer Verstegen zegt, zich allerminst met dit voorstel
te kunnen vereenigen. Een krantenverslag kan nooit als een
officieel verslag van het verhandelde worden aangemerkt. Dan
blijft het toch nog officieus en niet iets, waarop we ons kunnen
beroepen. Dit kan alleen een stenografisch verslag. Die correctie
van den Secretaris zal ook niet tot haar recht komen; die kan
onmogelijk alles in zyn hoofd hebben en precies zoo als het
gezegd is. Dit lijkt hem dus half werk. Wil men iets doen,
laat men het dan goed doen en er voor over hebben, wat er
redelykerwijs voor gevorderd inag worden. Maar ook die be
voorrechting yan het „Dagblad" staat mij niet aan. Waarom
moet dit blad die verslagen juist leveren er zijn toch zeker
nog wel andere bladen, die er evengoed naar zouden willen
dingen.
Ook de heer Hartendorf spreekt in dezen geest. Hy zegt
van den aanvang af al gewaarschuwd te hebben tegen de hooge
kosten, die een stenografisch verslag met zich zou brengen.
Overigens schaart hy zich aan de zij van den heer Verstegen
on is geen bewonderaar van het voorstel Adriaanse. Ook hy
wijst op de onbillykheid, om zonder concurrentie de levering
van bedoelde verslagen aan het „Dagblad" toe te wyzen en vindt
dat het niet aangaat voor een gemeente als de onze de 4e
uit de provincie - zich geheel te moeten verlaten, wat het
verhandelde in den Raad betreft, op een der plaatseiyke bladen.
Als het enkel te doen is, om nog eens na te kunnen lezen,
wat er over deze of gene zaak gezegd is en niet om een auto
riteit, waarop men ten allen tyde zich ook bij kwesties --
kan beroepen, dan zou men kunnen volstaan met zich op bet
„Dagblad" te abonneereii. Daarom zou ik liever zien, dat voor
taan de notulen wat uitvoeriger werden gemaaktdan kan men
altyd op de secretarie de handelingen van den Raad naslaan.
Nadat de heer Adriaanse nog had gerepliceerd, en ook
de H.H. Van Neck, Vau den Berg, De Ven en De Geus zich
nog in de discussiën hadden gemengd, die er allengs niet hel
derder op werden en waarbij nog verschillende vragen en be
denkingen rezen, bv. of dat door het „Dagblad" te leveren ver
slag de notulen konden en mochten vervangenof de Secretaris
dan zelf ook nog notulen had te makenof de Raadsleden,
wanneer ze op- en aanmerkingen hadden, dan nog een verbe
terd verslag zouden thuiskrijgenof het gevaar niet groot was,
dat juist bij zoo'n uitgebreid verslag niet veel onnauwkeurig
heden verbetering zouden behoeven, allemaal vragen, waarop
zelfs de Voorzitter geen antwoord vermocht te geven, wyl ook
hem nog niet duidelyk was, hoe deze zaak in 't reine te bren
gen. Toch werd het voorstel Adriaanse in stemming gebracht
en aangenomen er tegen verklaarden zich de H.H. Terra, Hart
sinck, Verstegen, Van Neck, Hartendorf, Van den Berg en De
Ven.
XXV. Verdeeling functies B. en W.
Missive ran B. en W. over de motie betreffende de verdee
ling van de werkzaamheden van het college.
In deze missive deelen B. en W. mee, dat, aangezien hun
niets bekend is dat voor een veranderde werkwyze van het
college zou pleiten, zy niet van advies kunnen dienen over de
door den heer Verstegen overgenomen motie-Grunwald.
Met de bespreking over deze kwestie is ook een goed deel
van den avond gemoeid.
De heer Verstegen opent het vuurherinnert er aan,dat
de wenschelijkheid van een verdeeling der functies tusschende
Wethouders zoo goed als algemeen door den Raad werd gedeeld,
blijkende uit de aanneming der betreffende motie en meende,
dat het nu op den weg van het Dag. Bestuur had gelegen, om
met een regeling overeenkomstig dien uitgesproken wensch by
den Raad te komen, of dat het op deugdelyke gronden had aan
te toonen, dat een zoodanige verdeeling voor Den Helder bf niet
wenschelyk i>f niet wel mogeiyk was door te voeren.
Ook de heer De Geus spreekt in dezen geest, waarna de
Voorzitter zegt, nog even wys te zyn als te voren. Hy heeft
niets gehoord wat de Heeren er toe brengt om op een veran
derde wyze van werken aan te dringen. Hem is ook absoluut
niets daarvan bekend en daarom kon het college moeielyk
advies op de motie uitbrengen. Hij noodigt daarom de HH. nog
maals uit te zeggen, wat zy hebben aan te merken op den
bestaanden gang van zaken, want hy tast daaromtrent nog altijd
in het duister.
Dit heeft hij den eersten voorsteller van de motie, den heer
Grunwald, ook gevraagd en hem aangetoond, dat dit voor groote
plaatsen misschien gewenscht was, waar de veelheid der zaken
een over de hand loopen zou kunnen veroorzaken, doch dit
heeft voor Den Helder geen nood. Daardoor is de heer Grunwald
er toe gekomen zijn motie in te trekkenthans is die door den
heer Verstegen overgenomen, doch ook deze is in gebreke ge
bleven, aan te toonen, waarop de wenschelykheid van een ver
anderden staat van zaken gegrond is.
Hierop houdt de heer Biersteker een breed betoog, om
het raisou der motie te demonstreeren. Hy vindt 't wel degelyk
nuttig en noodig, dat iedere Wethouder met een bepaalde functie
wordt belastdie voor Onderwys b.v., een andere voor Financiën,
een derde voor de Bedryven. In dat geval weet men by ver
schillende aangelegenheden, wie voor deze of gene zaak de
bepaald aangewezen persoon iswie in zekeren ziu veiantwoor-
delyk gesteld kan worden voor den goeden gang van zaken in
dezen of genen tak van dienst. Hij weet wel, dat de geheele
verantwoordelykheid in laatste instantie bij het geheele college
berust, doch het publiek zou beter weten, tot wien zich voor
deze of die zaak te moeten wenden. Het zou voor de gemeen
tenaren een gemak zijn, doch ook voor de betrokken Wethouders
zeiven, wyl ze zich dan alleen hadden in te werken, wat dieper
studie hadden te maken van de zaken, die om zoo te zeggen, onder
hun departement ressorteerden. Volgens spreker zouden dan de
zaken, het bestuur der gemeente betreffende, wat beter voorbe
reid ter tafel kunnen gebracht worden.
Thans krijgen we vaak den indruk, dat alleen do Burgemeester
thuis is in de zaken en zich er behooriyk heeft iugewerkt,
terwijl de Wethouders, juist wyl ze geen welomschreven taak
hebben, dikwijls den indruk maken, het op elkaar te laten
aankomen.
Nog spreken over deze zaak de heeren Hartendorf, Van
Breda en Van Neck, terwyl de Voorzitter zyn stand
punt blyft handhaven en zijn meening volhoudt, dat de heeren
geen feiten kunnen bybrengen, waaruit hun zin tot ver
andering zou blyken. Volgens hem, maken de heeren van den
Raad, die zoo hierop aandringen, zich een verkeerde voorstelling
van de zaak; zy weten niet goed, wat er op het stadhuis om
gaat en hy zou bv. niet weten, wat zoo'n Wethouder van On
derwijs nu zoo'n paar uur op 't stadhuis met het publiek te
bedisselen zou hebben.
Er is nu wel gezegd, dat het goed en mooi en fraai en prettig
zou zyn, maar dat is dan ook alles.
Bij zooveel tegenstand van de Bestuurstafel was het geen
wonder, dat de goede toon een oogenblik dreigde zoek teraken.
Dit trachtte de heer De Geus te bezweren door een bemidde
lingsvoorstel, nl. om B. en W. alsnog uit te noodigen praeadvies
op de motie uit te brengen, doch de Voor zitter bleef volhouden,
dat hy niet wist waarover te moeten praeadviseeren. Dit be
middelingsvoorstel viel dan ook met twaalf stemmen tegen.
Deze twaalf heeren waren: Biersteker, Oortgysen, Over de Lin
den, Verstegen, Van der Ploeg, Harjer, Zander, Hartendorf,
Bommel, Van den Berg, Krynen en Bok.
Hierna werd de motie betreffende de verdeeling der functies
onder de Wethouders in stemming gebracht en aangenomen
met 2 stemmen blanco en 8 tegen. De blanco-stemmen waren
van de heeren De Ven en Adriaanse, de stemmen tegen yan:
Over de Linden, Hartsinck, Zander, Van Neck, Hartendorf, Van
den Berg, Van Breda en Terra.
XXVI. Brugbediening.
Missive van B. en W. over het bedienen van de brug aan
het einde van het Heldersche Kanaal.
Aangezien in een der vorige vergaderingen was geklaagd
over de bediening van deze brug door den brugwachter, hebben
B. en W. een onderzoek ingesteld, waaruit hun is gobleken,
dat in den laatsten zomer een beurtschipper eenmaal oponthoud
had, doordat Fels zich liet wachten en dat de brug toen is
opengedraaid door den arbeider Oost. Kleine vertragingen
kunnen bovendien zyn voorgekomen, doordat aan de brug her
stollingen moesten worden verricht, die oogenblikkelijk openen
nu en dan onmogelijk maken.
Daar echter het opsteken en schoonhouden van de straat
lantaarns aan by bet einde van de Binnenhaven vertraging
zou kuunen geven in de bediening van de brug en de brugwachter
er geen bezwaar tegen heeft, dat het bedienen van bedoelde
lantaarns aan een ander wordt opgedragen, zullen deze voortaan
door bemiddeling der Directie van de Gasfabriek worden bediend.
De heer Van der P 1 o e g, die in het praeadvies een veer
had moeten laten over wel wat al te spoedig te hebben geklaagd,
verdedigt, zich en zegt, dat het niet zyn schuld is, dat deze
zaak een publieke is geworden. Hy handhaaft zijn vroeger
gedane klacht, al wil hy er direct aan toevoegon, dat sindsdien
de toestand veel verbeterd is.
Nadat hier nog een enkel woord was gerept over de instructie
der brugwachters, alsook over de sluiting dor brug op Zondag,
werd het voorstel van B. en W. betreffende de lantaarns aan
en bij de Willemsbrug met algemeene stemmen aangenomen.
XXVII. Wachtlokaal.
Voorstel van B. en W. betreffende het wachtlokaal aan de
Achtergracht Z. Z.
B. en W. stellen voor, aangezien bedoeld lokaal niet aan zijn
doel beantwoordt, wijl de personen, voor wie het is gozet, er
geen gebruik van willen maken, en het diensvolgens, als
vragende veel politietoezicht zoo by dag als nacht, een lastpost
is geworden, het gebouwtje op te ruimen.
Nadat de heer Hartendorf had geinfonneerd, of dit ge
bouwtje misschien elders beter gebruikt kon worden, byv. op
do Algemeene Begraafplaats en de heer Verfaille erop had
gewezen, dat het ook op het terrein van de Roiniging zeer
gewaardeerd zou worden, als schaft-, wasch- of kleedlokaal,
werd het voorstel tot opruiming met algemeene stommen aan
genomen, aan B. en W. overlatende, welke bestemming zij er
aan zouden geven.
XXVIII. „Het Heldersche Badhuis
Advies op het verzoek van de vereeniging „Het Heldersche
Badhuis (Stationdwarsstraat) om een jaarlljksche subsidie
van f150.
B. en W. stellen voor, op het verzoek afwyzend te beschik
ken, aangezien de zaak hoofdzakelyk is opgezet om winst te
behalen en het zeer twyfelachtig mag genoemd worden, of deze
badgelegenheid - door haar primitieve inrichting - de volks
gezondheid zou ten goede kunnen komen. Dit adres is inmiddels
door adressante voorloopig ingetrokken.
Dit adres maakt diens volgens geen punt yan discussie meer uit.
XXIX. Trekhondenwet.
Advies op het adres van eenige neringdoenden, betreffende
het gebruiken van honden als trekdieren in de kom der gemeente.
B. en W. stellen voor, afwyzend te beschikken, geen termen
aanwezig achtende om in den bestaanden toestand verandering
te brengen.
De heer T'err a gaat in tegen dit afwyzend praeadviesvraagt,
waarom hier niet mag of kan, wat in andere gemeenten wel is
toegestaan, b.v. in Alkmaar, Hoorn, Leeuwarden en Arnhem en
meent, dat er wel voor gewaakt kan worden, ön dat de burgery
er geen last van heeft èn dat de honden behoorlijk beschermd
worden.
Nadat nog de vraag geopperd is of het verbod van trekhonden
binnen de kom der gemeente niet in stryd is met de Rykswet
en de Voorzitter heeft te kennen gegeven, dat adressanten dit
dan maai- in hoogste instantie moeten uitlokken, wordt het
afwyzend advies van B. en W. aangenomen.
Er tegen waren de H.H. Hartendorf, Verstegen, Harjer,
Krijnen, Bok en Terra.
XXX. Afsluiting torrein.
Advies op het adres van eigenaren van huizen in de Rozen
straat enz., betreffende het plaatsen van een schutting.
B. en W. stellen voor aan adressanten te antwoorden, dat de
motieven voor het wegnemen van de schuttingen, door de
adressanten aangehaald, geheel van particulieren aard zyn en de
gemeente in deze geen enkel recht kan doen gelden.
Wat betreft het gebouwtje aan de Kerkgracht, B. en W
meeneu te kunnen volstaan met er aan te herinneren, dat hier
omtrent meermalen besprekingen hebben plaats gehad, die tot
geen oplossing hebben kunnen leiden.
Dit advies van B. en W. wordt, na een kleine discussie, met
algemeene stemmen aangenomen.
XXXI. Zwakzinnige Kinderen.
Advies op het schrijven van den heer Arr.-Schoolopziener
over het onderwijs aan zwakzinnige kinderen.
B. en W. zeggen in hun advies: De kosten van stichting en
inrichting van een schoolgebouw als hier bedoeld, zouden een
bedrag van ongeveer f 15.000 eischen. Hoewel nu op een Ryks-
subsidie van ruim f6000 zou kunnen worden gerekend, blijkt
toch dat de ftnantieele bezwaren voor de gemeente niet onbe-
langryk zouden zyn, en dat de noodzakelijkheid van het stich
ten eener dergeiyko school terdege vast zal dienen te staan,
alvorens de gemeente tot die stichting overga.
B. en W. meenen, dat eerst, wanneer de Schoolarts in func
tie is, omtrent dat onderwys de noodige gegevens zullen kun
nen worden verkregen. Op medische gronden, aangevuld met
de gegevens door de Hoofden van Scholen, omtrent de bedoelde
kinderen te verstrekken, zal dan kunnen blyken hoe groot het
euvel is, waarop in het adres wordt gewezen.
B. en W. stellen voor in dien geest aan adressant te be
richten.
Zonder discussie wordt dit advies met algemeene stemmen
aangenomen.
XXXII. Uitbreidingsplan der Gemeente.
Ter vaststelling wordt aangeboden een wyziging van het uit
breidingsplan der gemeente voor zooveel betreft Huisduinen.
Met algemeene stemmen vastgesteld.
XXXIII. Benoemingen.
Ter benoeming van een Onderwyzeres aan de School No. 4
was de volgende voordracht opgemaakt
1. Mej. M. G. van Holle te Assen.
2. Mej. H. Gysberts te Helder.
8. Mej. M. W. Treffers te Helder.
Mej. Van Holk wordt met 18 stemmen benoemd; twee stern-
men waren op mej. Gijsberta uitgebracht.
Aanbeveling voor 5 leden van de Commissie van
B ij stand voor het Pensioenfond»:
Uit den Gemeenteraad
- 1. Dr. J. C. van den Berg. 1. C. Adriaanse.
2. J. J. Verfaille. 2. W. C. Van Breda.
Uit de Ambtenaren
1. K. de Vries. 1. P. v. Dalen. 1. K. Nieuwstad.
2. J. Fray. 2. D. G. Munttnga. 2. J. Trap.
Nadat de H.H. Van den Berg en Verfaille verzocht hadden,
voor geen benoeming in aanmerking te mogen komen, werdou
de H.H. Biersteker, Adriaanse, K. de Vries, P. van Dalen en
K. Nieuwstad gekozen, respectievelyk met 15, 16, 18, 18 en 17
stemmen. De H.H. Van der Ploeg, v. d. Berg, Verfaille, Van
Breda, Verstegen en J. Trap vereenigden respectievelyk 1, 1,
1, 2, 1, en 1 stem op zich.
Commissie van Advies.
Benoeming van 5 leden voor een Commissie om te dienen
van advies inzake het adres van den Bond van Onderwijzers
over hunne jaarwedden.
Hiervoor werden gekozen de HH. Bommel, Grunwald, Van
Breda, Adriaanse en Van der Ploeg, die zich de keuze lieten
welgevallen, wel te verstaan de heer Van Breda voorwaardelijk.
By deze stemming verkregen nog de HH. Van den Berg, De
Geus, Hartendorf, Biersteker en Krijnen respectievelyk 2, 3, 3,
4 en 1 stem.
Nadat de heer Biersteker by de rondvraag op zyn vraag
de verzekering had ontvangen, dat aan de regeling der salaris
aen van de Politio-agenten wordt gewerkt, evenals aan die
voor de Kommiezen der Plaatselyke Belasting en Ambtenaren
aan de Gasfabriek, gaat de vergadering io geheime zitting over
tot het behandelen van «enige reclames.