KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexelWieringen en Anne PauÊowna*
No. 4069.
Woensdag 7 Februari 1912.
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m, 50 et., fr. p. post 76 ct.( buitenland 11.25
Pre-Zondagsblad 37* 45 fO.75
mienjModeblad 55 66 fO.90
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentita van 1 tot 5 regels (bty vooruitbetaling) 90 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exempkuu-ÏJ
Vignetten en groet* letters werden near plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon 50.
tferaeh(int Dinsdag, en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder.
Bareauxi Spooretraat en Koningetraat.
HIEUWSRERICHTER.
HELDER, 6 Februari.
Duurte-toeslag.
Zooals wy reeds in een groot deel van
ons vorig nummer hebben gemold heeft de
Eerste Kamer met 27 tegen 15 stemmen het
wetsontwerp, waarbij voorgesteld werd aan
de laagstbezoldigde rijksambtenaren cn be
ambten wegens duurte van levensmiddelen
een tegemoetkoming te verleenen, ver
worpen.
Do voorgestolde toeslag jou een verhooging
hebben ten gevolge gehad van tien hoofd
stukken der Btaatsbegrooting. De daartoe
strekkende wetsontwerpen werden achtereen
volgens in stemming gebracht en ver
worpen.
Het verwerpen van het duurte-wetje door
de Eerste Kamer heeft »Het Volk" aanleiding
gegeven tot een artikel waarin o.a. gezegd
wordt:
Het was plicht, harde, zwaro plicht voor
de rijksten des lands, om aan deze armon
don duurte-toeslag te weigeren. Plicht, zei
de heer Reekers, evenals de heer Van Doorn
het in de Tweede Kamer had gezegd, aller
eerst tegenover het groote aantal aangesla-
genen in de bedrijfsbelasting, twee derden
van het totaal, dat ook niet meer dan f 1000
inkomen heeft, en geen «geschenk" zou krijgen.
Over de belastinggelden van deze honderd
duizenden mag niet willekeurig worden be
schikt om dén katcgorio te bevoordeelen
Dit is een praatje voor do vaak. Wanneer
de volgende week de Eerste Kemer de ver
schillende hoofdstukken der Staatsbegrooting
goedkeurt, zitten daarin tal van posten, die
geen andere bestemming bobben dan bevoor
deeling van bepaalde kategorieën. Het onder
scheid is, dat het daar de bezittende klasse
in die wordt bevoordeeld, naar het bijbelwoord:
wie heeft, dien zal gegeren worden". Daar
zit o.a. in de verhooging der officierstrakte-
menteo, een jaarlijks terugkeerond en jaarlijks
aaugroeiend bedrag, hooger dan wat nu in de
regeering vroeg voor de minimamlijders. Die
post, en alle andere, die het parasiteeren
mogelijk maken van allerlei voorname ambte
naren, die voor hun hooge traktementen vaak
bitter weinig uitvoeren, en die, naar het woord
van minister Heemskerk zelf, te minder heb
ben geleerd, de tering naar de nering te zetten,
naarmate hun salariB hooger is. Zal één lid
der Eerste Kamer zich daartegen verzetten,
omdat die traktementen moeten worden be
taald, niet alleen uit de bcdrylsbelastin?,
maar ook uit het personeel accijns, die wordt
opgebracht door nooddmftigen Niet een van
de heeron die eraan denkt. De armen worden
er slechts by gehaald voor de gelegenheid.
De Eerste Kamerleden zelf, die ryken! steken
zonder eenige vermaning van hun geweten
voor eiken dag dat zy vergaderen f 10 uit de
penningen, mee door de armen, mee door de
allerarmsten opgebracht, in hun zak.
En wat van dit eene smoesje geldt, geldt
van alle andere.
Het voorgevallene doet //Het Vaderland"
danken aan het spreekwoord waarin iets
voorkomt van de mug uitzuigen en den kemel
doorzwelgen.
Toen het voorstel eenmaal was ingediend,
koD, volgens dit blad, niet meer teruggetreden
worden.
De zaak was nu weder een stadium verder
gekomen. Zy, voor wie de voorgestelde hulp
bestemd was de kleine luyden en minimum
lijders in de ambtenaarswereld waren be
grijpelijkerwijze reeds op den toeslag gaan
rekenon. Men onderscheidt in de kringen der
belastingkommiezen, veldwachters, postboden
en wegwerkers, niet zoo logisch en denkt
niet joo zuiver staatsrechtelijk als de Senaat.
Nu de hooge regeeriog, de chef van hen allen,
het toeslagvooratel had ingediend, nu de
Tweede Kamer het had aangenomen, nu zou
do Eerste zoo verwachtten zy het óók
wel doen.
De regeering gaat echter niet vry uit,
schrijft «Het Vaderland" en botoogt dan:
Er is misschien nimmer wy mogen het
bekend veronderstellen een wetsvoordracht
ingediend, die door de regeering zoo slecht
gemotiveerd was. De heer Kraus ging wat
ver, toen hy in den vorm van een verge
lijking de mogelijkheid uitsprak, dat de re
geering haar voorstel had ingediend in de
hoop, dat het zou worden verworpen. Maar
wy begrypen, dat do toolichtiog en motiveering
tot zulk een veronderstellingaanleidiog kunnen
geven. Do passage in de Memorie van Ant
woord op hoofdstuk I, die de toelichting tot
het voorstel bevat, was één aaneengesloten
betoog, dat er geen noemenswaardigo ver
hooging der prijzen, dat er geen duurte, dat
er allerminst een noodstand aanwezig was.
De conoluBie echter waartoe dit betoog de
regeering leidde, was niet, zooals logisch
zou zyn geweest, /,wy zullen daarom geen
toeslag voorstellen", waar wy zullen het
wél doen.
Door op deze wyze het voorstel voor te
bereiden, heeft de regeering zelve aan de
tegenstanders de wapenen in handen ge
geven om bet te bestrijden, en do halve
medestanders tot tegenstanders bekeerd. De
verwerping is dan ook voor een belangrijk
deel aan haar te wyten en kome mede voor
hare verantwoordelijkheid.
„Het Centrum" betoogt, dat men voor de
in de Eerste Kamer te berde gebrachte
zwaren niet blind behoeft te zyn om toch
van do verwerping een onaangenamen indruk
te krygen.
Er zou oen gevaarlyk precedent worden
gesteld, enz. Men behoeft voor die bezwaren
riet blind te zyn, om toch van deze ver
werping geen aangenamen indruk te krygen.
Er zyn nn ongetwijfeld veel teleurgestelden
en in menig geval kan het wegvallen van
het •buitenkansje" zelfs pyolyk worden
gevoeld. Een paar tientjes is een bedrag
van beteekenis in een schraal huishouden,
en de dnurte moge dan niet zóó erg geweest
zjjD, of nóg zyn, als gevreesd werd, geheel
wegcijferen kan men haar toch niet. Wie
weet bovendien, of in de duurste weken niet
hier of daar een achterstand in de huis
houdelijke rekening is ontstaan, welke men
hoopte in te halen door het verwachte
extraatje.
Dat het overigens bij een uitzondering had
moeten blijven en de uitkeering in de practyk
tot moeielykheden had knnnen leiden, valt
niet te ontkennen. Maar er was overdrijving
aan don kant der bestrijders, en met name
was het optreden van den Unie-liberalen
ond-minister Kraus verre van gelukkig.
De behandeling dezer voordracht heeftin-
middels weer eens de aandacht gevestigd
op de loonkwestie. Het was reeds gebleken,
dat er nog al te veel loonen zijn, die geen
dunrderen tyd kannen velen, zoodat het huis
houdelijk budget uit zyn evenwicht dreigt te
raken, wanneer geen extraatje hulp komt
verleenen. Op znlke extraatjes kan echter
niet gerekend worden. Ze behooren trouwen»,
zooals ook in de Eerste Kamer werd te
kennen gegeven, geen factor te zyn, by
bepaling van het loon.
«Het Huisgezin" noemt de beslissing een
betreurenswaardige en schryft o.a.
Wat opvalt, is dat de Eerste Kamer de
zaak zoo schrikkelijk hoog heeft opgenomen.
Er werd van niet minder dan demoralisatie
gesproken, van een niet meer zetten
tering naar de nering, van een leunen op de
schatkist.
En dat alles om de onnoozele tier of
twintig guldon, die op kleinere traktementen
zou gelegd worden.
Een ander lid beweerde, dat de toeslag
ongeoorloofd was, omdat ook de kleine be
lastingplichtigen daaraan mee moeten betalen.
AUof deze belastingplichtingen niet ook
meebetalen aan de groote traktementen, die
het Ryk uitkeert, en alsof de toeslag iets
anders was, dan een om de duurte tydelyk
•erhoogd traktemont.
Nog een ander lid zeiWe hebben by
ons de subsidie aan het Armbestuur wat
verhoogd.
Dat is heel mooi, maar helpt de meDSchen
□iet, onder wie hot hier ging en die den
hnn onthouden toeslag bezwaarlijk aan het
kantoor van den armmeester kunnen afhalen.
Het journaal voor zeevisschersvaartuigen.
De Commissie' voor vereenvoudiging van
het Journaal heeft aan alle recdere van zee
visschersvaartuigen een circulaire gezonden
waarin zy het oordeel dor reoders vraagt op
vee punten. Ten eerste, of deze heeren
eenen, dat het nieuwe Journaal een ver
betering gebracht heeft in den toestand die
op dit gebied bestondteu tweede of zy het
wenschelyk zouden vinden, dat do schipper
by hun verantwoordelijkheid en werkzaam
heden, slechts werden belast met een wat
eenvoudiger Journaal.
Voor het Kantongerecht to Schiedam waren
de vorige week 2b schippers van zeevisschers
vaartuigen gedagvaard, varende van reederyen
te Vlaardingen en Maassluis, tor zake dat zy
hun Journaal niet in overeenstemming met
de wotteljjko voorschriften hadden gehouden.
By de verdediging door de gedaagden ge
voerd bleek vooral het bozwaar van de
moeiolykheid die correcte inwilliging mede
bracht. De kantonrechter wees op de nood
zakelijkheid van naleving der wet, ongeacht
of doze bezwaren heeft.
De ambtenaar van hot openbaarministerie
cischte tegen allen f 300 subsidair een dag
hechtenis.
Voor verschillende kantongerechten zullen
zich in het geheol 152 schippers voor dezelfde
feiten hebben te verantwoorden.
„De Solo".
Dè Solo ligt niet meer evenwijdig met do
kust. Dirkzwager 's Bergingsmaatschappy
heeft den laatston tyd vooral, nu de wind einde
lijk eens gunstig was voor het doel, hard ge
werkt aan de bevrijding van het gestrande
schip. De kop is wel vijftig meters omgetrok
ken, en het schip ia eenige meters vooruitge
komen. Donderdag was de wind zoo gunstig,
dat men alle hoop had, hot den volgenden
dag een heel eind to zullen brengenmaar
jawel. Omstreeks tweo uur, toen het hoog
water was, stond er een Btuk water minder
dan den dag te voron. De wind was omge-
loopen, joeg het water, het zoo hoog noodig
water, terug en maakte dal er niets gebeuren
kon.
Aan boord komen ging niet meer.
Daar zaten hoog en droog, de gasten van
den heer Dirkzwager tot een uur of zes
veilig opgeborgon.
Voordat er van aftrekkon van het schip
iets komen kan, moet het nog een dertig
meter om.
(„N.R.Ct*")
Een paard met arreslee op hol.
In het Haagsche Bosch sloeg een paard,
gespannen voor een arreslee, op hol, met
het gevolg dat de inzittenden er uit rolden.
De 15-jarige C. Hoegee, die het hollende
dier tegemoet liep, vatte hot by den tengel
en werd ongeveer 25 meter meogesleopt. Hy
wist het eind van den teugel om een langs
den weg liggenden boom te werpen, waardoor
het paard kwam te vallen.
Door het kranige optreden van dit jonge-
mensch, dat volgens een ooggetuige in ernstig
levensgevaar verkeerde door zyn koene daad,
liep alles zonder ongelukken af, daar ook
de personen die uit de arreslee waren gerold,
er zonder ernstig letsel waren afgekomeD.
Krankzinnig geworden in de gevangenis.
In de gevangenis te 's-Hertogenbosch heeft
zich het zeldzaam verschijnsel voorgedaan,
dat tweo gevangenen plotseling kranksinnig
syn geworden.
De eene, A. Kruyzen uit Helvoirt, tegen
wien door het Openb. Ministerie vier jaar
gevangenisstraf was geëischt wegens poging
tot doodslag op den rijksveldwachter Couwen-
bergh to Vught, gepleegd, terwyl eerstge
noemde aan het stroopen was met de licht
bak, en daarvoor nn in hooger beroep zynde,
is plotseling krankzinnig geworden. Dr.
Casparie achtte syn overbrenging naar
Modomblik noodzakelijk. Het Hof heeft de
beslissing in deze zaak geschort»! tot Da
herstel van beklaagde.
De andere is P. Brizé, afkomstig van
Amsterdam, die op zyn meisje W. C. Hoogers
te Eindhoven een revolverschot loste, omdat
zy niets meer van hem wilde weten. Zyn
verdediger mr. E. van Zinnicq Bergtnann
verzocht eon onderzoek in te stellen naar
beklaagdcs geestvermogens, wyl de doctoren
toen geen besliste verklaring omtrent diens
ontoerekenbaarheid konden afleggen.
Thans heeft dr. J. W. Kramer, directeur
van het krankzinnigengesticht «Renier van
Arkel" te 's-Bosch, voor de Bossche Recht
bank verklaard, dat Brizé krankzinnig is.
Hy wil spreken noch eten en is zeer neer
slachtig. Evenals dr. Casparie verklaart ook
dr. Kramer, dat de krankzinnigheid na 12
Jnli, dus na de misdaad, is ontstaan. Ook
Brizé is naar Medemblik overgebracht terwyl
deze zaak eveneens werd geschort.
Vernietiging intrekking drankvergunnlèg.
B. en W. van een gemeente hadden Me
vergunning tot verkoop van sterkon drank
in het klöin van D. H. v. d. M. ingetrokken
op grond dat niet hy zelf het bedryf uit
oefende, doch een ander, met name M. K.,
dit zelfstandig voor eigen rekening deed,
hotgeen in rechten was komen vast te Btaan
door de onherroepelijke veroordeeling van
genoemdeD K., door den kantonrechter ter
zake van het verkoopen van sterken drank
in het klein zonder de vereisshte vergunning.
Ged. Staten van Friesland hebben in hooger
beroep die intrekking vernietigd, op grond
dat het feit, dat de houder eener vergunning
tot verkoop van sterken drank in het klein
dien verkoop door een ander voor eigen
rekening laat uitoefenen volgens de bepalingen
der Drankwet geen grond tot intrekking
oplevert, en met name niet is aan te merken,
zooals by het intrekkingsbeBlnit is geschied,
als een der omstandigheden, genoemd in art.
I, lo. der Drankwet, aangezien de aan-
wezighoid of hot bekend zyn van het voor
nemen by den verzoeker om een drank-
vergunning, om het vergnnningsbedryf door
ander zelfstandig en voor eigen rekening
te laten uitoefenen, geen grond tot weigering
der vergunning is, en dat waar de gronden
intrekking van een vergunning limitatief
in de Drankwet zyn opgenoemd, het door
B. en W. gedaan beroep op het persoonlijk
karakter der vergunning en het systeem der
wet evenmin opgaat.
De onvermoeibare schatgraver.
De Spaansche schatgraver is weer aan 't
werk. Door den heer M. Bosscha to Assen
sn brief ontvangen, in 't Fransch geschre
ven, waarbij van een geheim stuk in eon
geheimen koffer wordt verhaald op welk stuk
ruim eon millioen fres. is te krygen, waar
van de geadresseerde een derde kan bekomen.
Daar de afzender naar hy zegt in de gevan
genis, zit, moet aan een opgegenen vertrouwd
adres een telegram worden verzonden, waarna
nadere mededeeling zal volgen.
De nadere mededeeling zal natuurlyk be
staan in een verzoek om geld te zenden.
Ook elders dan te Assen zyn dergelijke
brieven ontvangen. (rAss. Ct.") j
Hst zinken van het Engeische stoomschip
„Ounsley."
Na een onderzoek dat twintig dagen duurde,
werd door den bevoegden Engelschon rechter
aan don medereeder Thomas van het ge
zonken Engeische stoomschip >0008167" een
geldboete opgelegd van f 18.000. Den kapitein
word voor 12 maanden zyn gezagvoorderB-
patent ontnomeD, terwyl de twee machinisten
respectievelijk f 1200 en f 600 boete kregon.
Omtrent het zinken van het schip, werden
de volgende bijzonderheden bekend
De «Dunsley" een schip van 22 jaar oud,
behooretide toe aan een maatschappij dis een
verlies van 4700 p. st. te boeken had en was
voor 17.800 p. st. verzekerd.
Voor de geïnteresseerden had het schip
een waarde van 8000 p. st. zoodat het met
9800 p. at. ovorvorzekord was.
Do .Dunsley" ging in eon stillen Augus
tusnacht op reis van Appledore naar Birken-
head verloren.
Vroeger had het schip tweemaal op strand
gezoton, eerst in de Loire, later by Rotterdam.
Door het gerecht werd vastgesteld, dat het
stoomschip by het verlaten van Appledore
wat betreft den romp van het schip en de
bemanning niet zeewaardig was, maar toch
werd het naar zee gezonden.
Het schip had geborgen kunnen worden,
als de waterdichte beschotten gesloten, do
machine op volle kracht gesteld en vuurpijlen
afgeschoten waren.
Uit alles bleek, dat de reedery het er op
toegelegd had de verzekeringssom machtig to
worden.
Het onderzoek wees aan dat tien minuten
nadat de wacht van den tweeden machinist
was geëindigd, hot water in het ruim begon
te dringen, zonder dat door den machinist
ook maar het geringste werd gedaan om hot
schip te redden.
Ofschoon het hof niet bewezen achtte, dat
het schip moedwillig was weggebracht",
was het zinken toch zeker een gevolg van
de groote onverschilligheid en nalatigheid,
by het nemen vad de noodige maatregelen
in den dag gelegd.
Het is nog nimmer gebonrd, dat door een
hof van onderzoek zulke zware geldboeten
werd»
Onderzeeboot vergaan.
Do Engelscho onderzeeër „A 8", is Vrijdag
middag by het eiland Wight door een ander
schip, de „Hazard", in den grond geboord.
Aan boord bevonden zich veertien man,
waaronder vior officieren. Volgens de laatste
berichteD, syn deze hoogstwaarschijnlijk allen
omgekomen.
Do ,,A 3", die tot de fiottilje van onder
zeeërs te Portsmouth behoort, was 's ochtends
met zes andere vaartuigen van hetzelfde
type en de „Hazard" uitgevaren om oefe
ningen te houden. Tegen 12 uur 's middags
had de botsing met do „Hazard" plaats,
waardoor do onderzeeër een groot lek kreeg
Op do andere schepen zag men, dat groote
hoeveelheden lucht boven het gezonken wrak
omhoog stegen, waaruit viel af te leiden, dat
er water in de boot was gedrongen.
Het binnendringende wator moet binnen
zeer korten tyd den dood der ongelnkkigen,
die in hunne nauwe gevangenis opgesloten
waren, hebben veroorzaakt.
Volgens berichten uit Portsmouth had het
soheepjo geen reddingsmiddelen aan boord.
De „Hazard" vroeg onmiddellijk per
draadlooze telegraphie om hulp. De kruiser
„Liverpool", die met het oog op de ont
vangst des konings op weg was naar Ports
mouth, ving con telegram op en stoomde
zoo snel mogelijk naar de plaats des onheil»,
Later kwamen nog andere oorlogssohepen
en sleepbooten en de opperbevelhebber van
Portsmouth vertrok onmiddellijk met een
oorlogsschip om bet reddingswerk te leiden.
Er woei een hevige sneeuwstorm, waardoor
dit werk zeer bemoeilijkt werd. Toch ont
dekte men laat op den avond hoe en waar
het nehip lag.
Nadere berichten zijn nog niet ontvangen,
het staat dus nu vrywol vast, dat de ODge-
Inkkigo zeelieden als slachtoffers van hun
beroep het leven hebben gelaten.
Nieuwe Engeische torpedojagers.
De Engeische admiraliteit heeft verschil
lende werven uitgenoodigd, in te scbryveD
voor den bouw van een aantal torpedo
jagers. Voor deze bodems is er op de
begrooting geen geld bewilligd. Dos zullen
zy op de volgende komen. Men onderstelt,
dat de regeering heeft ingezien, dat de vloot
van jagers, tegenover de Duitache, versterking
noodig heeft.
Bellairs, do gewezen zeeofficier, die van
liberaal nnionist is geworden, zegt, dat de
admiraliteit al veel eerder op versterking van
jagers bedacht had moeten wezen. Dat was
niet noodig geweest, als Engeland Helgoland
nog als basis had kunnen gebruiken. Maar
nu de Engelscho vloot geen basis dicht by
de Duitsche kust heeft, zullen de torpedoja
gers gednrig naar Eugeland terug moeten
om kolen, schietvoorraad enz. in te Demen
en de bemanning rust te gunnen. Zoo moet
er een groot aaDtal torpedojagers zyn, n.1.
om elkaar af te lossen. Borknm is nu te
sterk bevestigd om gemakkelijk genomen te
worden.
Het nieuwe linieschip «Orion", de
grootste en zwaarst bewapende dreadnought
dio in dienst is, heeft, zegt men, op don
tocht naar do Arosabaai met de kustvloot,
ir geslingerd. Da waarde van het schip
vermindert er zeer door, zegt men.
De brand van het stoomschip Spondilus.
Omtrent de ramp, die de „Spondilus", het
groote tankschip van de Anglo-Saxon Cy.
is overkomen, schryft een ooggetuige het
volgende:
Aan boord van de „Amiral Magon", van
i Cbargeurs Réunis, mot welk schip wy
do reis van Singapore naar Marscille deden,
werd den 12den Januari j.1. des avonds om
nur op ongeveer 500 tnyl ten westen van
Colombo een vuurgloed op het water gezieD,
welke geen twyfel liet, of het moest een
brandend schip zyn.
Dadelyk werd op bet liebt aangestuurd,
waartoe het schip ongeveer 6 mylon buiten
den koers ging. Togen middernacht bevonden
wy ons in de nabijheid van den brand. Men
zag nu de lammen buizen hoog uit 't schip
opstygen, terwyl op eenigeri afstand van het
brandende schip een klein dwaallichtje op
het water werd ontdekt.
Dit moest zonder twyfel een der sloepen
van het brandendo schip zyn en na eenig
wachten hoorden wy het geluid van de rie
men op het water en dook een boot met
ongeveer 36 menschen uit de duisternis op.
Enkele minuten daarna kwamen nog twee
andere booten te voorscbyn. De schipbreu
kelingen deelden mede, dat niemand was
achtergebleven of werd vermist.
Zoowel de bemanning als de sloepen waren
spoedig aan boord genomen, waarna de
Amiral Magon" nog den geheolen nacht in
do nabijheid bleef, om den loop der gebeur
tenissen cp het brandende schip af te wachten.
Het schip was bemand met 54 koppen, waar
onder 8 Engelschon en verder Ühineezon,
Bengaleezen en Maleiers uit Oost-Indië en
was geladen met 8200 ton beniioe, bestemd
voor Rotterdam, terwijl als brandstof nog aan
boord was 1200 ton stookolie, welke laatste
de oorzaak van de ramp is geweest.
Als bizonderheden van het ongeval deelde
men ons mede, dat in don namiddag tegen
vier nnr plotseling in de machinekamer
brand ontstond, vermoedelijk door het springen
van een toevoerpyp uit den bunker aan bak
boordzijde, welko bunker 800 ton olie inhield,
dat in een oogwenk zulk een vlammenzee
opsteeg, dat men nog even den tyd had de
machine stop tc zetten en ia aller baast naar
de Bloepen te vluchten.
Van deze laatste, zes in aantal, werden
die aan bakboordzijde onmiddellijk door de
vlammen aangegrepen, terwyl die aan Btunr-
boord reods begonnen te blakeren. Een zeer
vlug stryken der sloepen en afhouden van
het brandende schip was dan ook gebiedend
noodzakelijk en daarin slaagde do beman-
niog gelukkig zonder eenig ander ongeval
dan dat twee Maleiers te water raakten,
wolke echter spoedig werden opgepikt.
Door eene onverantwoordelijke zorgeloos
heid waren de sloepen echter niet geappro
viandeerd, terwyl ze verder door de hitte
op enkele plaatsen lek waren getrokkeD.
Bovendien stond de zee zoo hoog, dat de
sloepen ook nog over boord water maakten.
De matrozen moesten dus onafgebroken aan
het hoozen blijven, waarvoor men ook niets
aan boord had, zoodat deze arbeid met de
handen en met de mntsen moest worden
verricht.
Kan men zich vreeselyker toestand denken
dan op doze wyze in den wyden Oceaan den
nacht tegemoet te gaan? En in dien toestand
bleef men zeven nnr lang dobberen, totdat
men tegen 11 uur de lichten van het red
dende schip ontdekte.
De „Spondilus" was een schip van rnim
10,000 ton laadvermogen en was ongeveer
acht jaar in dienst. De geaagvoerder Mosea,
had dien bodem reeds zeven jaar onder zich
gehad en daarmede 21 reizen naar alle hoeken
der wereld gemaakt.
Hy schatte de geleden Bchade, die door
verzekering is gedekt, op rnim 200,000.
Het is te hopen, dat het voorgevallene
aanleiding moge geven, dat de betrokken
maatschappij een nauwkeuriger toezicht op
het reddingsmAtorieel van hare booten uit-
oefene, opdat het niet meer voorkome, dat
de sloepen niet zyn voorzien van al wat
tot hun onderhoud en de redding van schip
breukelingen kan dienen.
Moordenaar gevat.
In do maand Augustus van het vorige
jaar werd in de omstreken van Dresden
een monsterachtige miadaad bedreven. Een
meisje van 14 jaar werd op een aardappel
veld gewurgd gevonden. De bedrijver van
dezen aischnwelyken moord ia gearresteerd
onder zeer eigenaardige omstandigheden. By
't lyk van 't meisje had men een kleine glas
scherf gevonden, die blijkbaar van een zak-
•piegeltje afkomstig.was. Zonder twyfel heeft
de moordenaar, toen hy in het spiegeltje
keek, of hy ook by het plegen van zyn
misdaad wonden had opgeloopen, dit laten
vallen, waarby er een scherf afgesprongen
was, die nu <io politie den misdadiger deed
ontdekken. Allo landloopers uit do buurt
werden namolyk gefouilleerd en het duurde
niet lang of by eon van hen werd eon ge
broken spiegeltje aangetroffen, waarin de
gevonden scherf juist paste. De jury heeft
hierin een overtuigend bewys gezien en den
beschuldigde, ondanks al zyn ontkenningen,
tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld
DE WEEK.
8 Februari.
Men heeft ons Hoogerhnis 'n «kruidje-
roer-me-niet" genoemd. En inderdaad, er
bestaat toch nog altyd reden voor die be
naming. Onze premier van het oogenblik is,
in de afgoloopen weok bleek 't weer zoo
schitterend, een geestig, vernnftig, ver
makelijk en amusant, onderhoudend m»d. Den
heer Tb. Heemskerk hoorend in het debat,
komt my telkens weer voor den geest, de
figuur van den advoknat uit de onsterfelijke
•Jonkvrouw De la Seiglière", thans weer
zoozeer in de mo!e, den pikanten sarcas
tischon M*. Destonmlles.
Edoch: tusschen dezeu minister-president
en den Senaat heerscht, vrees ik, niet zoo
danige verhouding als voor het succes des
kabinets in ons Hnis der Lords bevorderlijk
kan heeten.
De heer Heemskork neemt don Senaat
niet genoegzaam >au sérioux". En in de
ongste week had Z. Ex. al buitengewoon
ungensachtigc, ondeugende, dies gevaarlijke
buien. De waardige praeses vraagt hem,
den minister, wanneer hy wil gnan woord
voeren, ondanks het feit dat de senatoriale
klok op vyf minuten vóór eenen wyst, ter
wyl voor de heeren sinds tien minuten al
gedekt staatde president vraagt hem
„wenscht u thans het woord te voeren?"...
Een diplomaat als jhr. Van Swinderen, hoofd
van Bnitenlandsche Zaken, zon 't gesnapt
hebben, zou begrepen hebben, immers, den
zachten wenkDenk er aan, de Eerste Kamer
bondt van orde en regelmaat. Precies één
unr gaan we koffiedrinken
De premior laat dit alles laDgs zijn kou we-
kb éren afglyden, spreidt de armen uit, strijkt
daarna door de gryze kuif, dewelke zyne
weelderige krulharen vormen, zegt: «Och,
dat laat ik aan uw beleid over, meneer de
voorzitter!" Waarop baron Schimmelpenninck
v. d. Oye de mondhoeken neertrekt en de
neusvleugels oplaat volgen: >Gaat u nw
gang!" Zulke kleinigheden zyn voor het
senatoriaal hart heusch lichtolyk-pynlyk.
Er was meer. Véél meer. De senator
Thooft werd door den premier met een hydra,
een monster, vergeleken, dat zoodra men
het den kop afsloeg, tweo nienwe koppen
liet aangroeien IDat geschiedde, men
lette wel, nadat minister Colyn 't had ge
waagd te zeggen, dat de heer Thooft zyne
argumenten «ocht in een muf kelder-hoekje.
Toegegeven dat do Gelder.«che senator, insi
nueerend dat de heer Colyn met zyn militie-
wet z'n ministeriëel leven had willen redden,
of rekkeD, buitengewoon grof was geweest.
Tusschen de leden der zeer-hooge vergade
ring bestaat intusschen eone soort van soli
dariteit. Het Hoogerhuis wonscht met bij
zondere deferentie, eorbied, ontzag, flnweelen
hand, te worden behandeld. Zulke stoutig
heden blijven heusch niet ongewroken.
Ten slotte 1Toen dan, Vrijdagochtend,
de beslissing zou vallen over den dnnrte-
tooslag, vier ton kostend aan de schatkist.
Neor, de heer mr. Th. Heemskerk, hoe knap,
hoe glad, hoe ge'stig ook, is niet van het
hout, waar diplomaten uit worden gesneden.
Ongelukkiger argumont, dan dat «verwach
tingen waren opgewekt'; de Senaat dus ja-
en-amen had te zeggen, niemand kon 't
uitdenkenI O, Excellentie, waarom niet; in
uw inderdaad dood-zwakke schriftelijke ver
dediging met kracht, mot vaar opgekomen
togen dat aarts-gevaarljjke woord!?... De
hooge Senaat zit daar niet voor spek en
boonen, heer minister. Als de mannetjes van
minder dan duizend guldon inkomen die
twintig golden bjjslag, vanwege de dure
lapjes en baaitjes reeds hadden gedisconteerd,
.gepoft", opgenomen, verteerd, wel, dan be
duidde 't immers: »Nu ja, de Eerste Kamer."
Het vermaarde bureau van registratie" der
voorstellen, in de Tweede Kamer, goed, ge
huurd! Nu-jal
Zoo-iets vorgeeft hot Hoogerhnis niet, 't
zal stapels, bergen, hoopen ontwerpen met
of zonder ,bezwaard gemoed" aannemen.
Doch op zeker moment laat het gevoelen:
Ik ben er óók nog!... Tot een vrye daad
van fgenade voor recht" zou de Eerste
Kamer zich laten vinden. Tot iets van «ge
dwongen fraaiigheid", nooit of te nimmer.
Dat de premier dat niet heeft begrepen is
werkeljjk raadselachtig.
Met prof. Kraus, die een verhaaltje gaf
van zekeren Noord-Hollandschen burger
vader, die jaarlijks den Raad zyner gemeente
voorstelt den veldwachter f 25 meer salaris
te gevoD, hopend èn beseffend dat de Raad
dat voorstel zal verworpen, neemt de minister
een loopje.
In het ,gewone leven" zon hy daarin ge-
lyk hebbeD, en dr. Kraus' vertelseltje was
byzoDder vreemd. In verband met het toe
slag-ontwerp beduidde het: er zou een
Kabinet kunnen komen, in staat tot derge
lijke lage tartufieriedat „den schijn wilde
redden"de minimum-lyders vernikkelen
De veronderstelling is bijzonder cynisch van
aard. Zy houdt in het vermoeden, dat lieden
▼an dergelijk zedelijk gehalto aan do groene
tafel ooit zouden kunnen zitting nemen. Een
dergelyke rede siert m.i. dengeen, die haar
uitspreekt, niet bepaald, maar een minister,
in de Eerste Kamer het woord voerend, gaat
haar voorby met de kleinachting, die ze ver
dient. De premior, daarentegen, schept er
behagen in om den Senator toch eens eventjes
met speldepiikken te plagen misschien
kwam hier de oud-wethouder der hoofdstad
contra dr. Kraus uit den hoek wellicht
ook speelde mr. Heemskerk zyn lost om
vonkjes van scherp-vernaft te laten sohitte-
ren, poestHoe 't zy, 't zal or toe heb
ben bygodragen om de bjjslagontwerpen tor-
dood te brengen
Ik vind, in alle bescheidenheid, dat de
heer Van der Does de Willeboia zich in deze
op een hoog en eerbiedwekkend standpunt
heeft geplaatst. De Eerste Kamer zou zich
i. c. grooter hebben getoond door te zeggen,
met den Bosschen burgemeesterIk keur
het voorstel in beginsel af. Ik verklaar nu
reeds, eon tweede dergelyk ontwerp niet to
zullen laten passeeren. Maar, ik besef dat
verwerpen voor tal van «kleine luyden"
misère zal berokkenen. Men had nn een
maal op die twintig gulden gerekend. Er zyn
door sommigen verplichtingen aangegaan.
Welaan, ik wil ditmaal «tont prince" wezen,
genadig, toeschietelyk. Ondor protest sta
ik, Senaat, de vier ton toe royn waardig
heid, myoe praorogatioven, rechten, aanspra
ken, zullen daar niet onder lijden.
Thans heeft de Eerste Kamer ryke stof
gegeven om in woord en beeld nog eens
lustig tegen haar „uit te pakken". Wat,
men letto slechts opl niet zal worden
verwaarloosd
Klein was de houding van den premier
na de eerste stemming, waarby in principe
het voorstel werd verworpen. Over tien ont
werpen moest gevonnist: een bloote forma
liteit 1 De minister van Binnenlandsche Zaken,
niet bereid tot eenige concessie (schout, de
voorzitter hem een antecedent noemde) dwong
den gryzen, hoogbejaarden leider des Scnaats
tot de afmattende, nuttelooze taak om tion-
maal de lyst der namen te noemen, onder
een ongekend gemis aan ernstige orde io de
vergadering. Was dit een gramstorige lust
om de Kamer haar verwerpend votnm -in
te peporen Ik kan het nanwelyks van den
premier verondorstelleD. Maar: wat dan?...
Dat de Senaat, op syn beurt, Z Exc. de door
kem gekaatste bal zal retoumeereD, 't is racer
dan waarschynlyk! Zulke dingen, golyk reeds
gezegd. verzuren niet ganw in het senato-
riale vat 1Wy moeten thans afwachten
hetgeen do beide volgende weken, waarin
de Eerste Kamer geregeld zal doorwerken,
sollen geven. Tot nn toe merkt men van de
unio mystica" bitter weinig, 't Is vreemd,
en allerlei vragen ryzen onwillekeurig by u
op. Wat schuilt er achter de bittere, scham
pere gramstorigheid des heeren Thooft
Achter die vinnige taal van den coalitie
broeder tegen het •bevriend" Kabinet? Welke
tysterieuse" kracht doet zich tot zelfs in
de rustige zaai der Eerste Kamer met baar
rotsvaste Rechtsche meerderheid, gelden?
Welk tafschnwelyk misverstand?"
Ook hier een hydra, op welk lichaam steeds
monsterkoppen aangroeien, wanneer men er
in slaagt één dier schedels te verbryselen
Het beeld is misschien ook op anderen
dan mr. Thooft van toepassing.
Mr. Ahtokio.
Uit den Omtrek.
Texel, 4 Februari.
Tydens harde sneenwjacht en stevige vorst,
vertoonden zich gisteren groote troepen rot-
gansen vlak onder de kust. De vogels waren
blyhbaar sneeuwblind on hadden vetl to
lyden van t noodweer. Natuurlyk waren de
jagers er happig by, zoodat vele rotganzen
moesten sneuvelen.
De jager B. was zelfs zoo gelukkig om
er 21 te dooden door één schot I
Vertoonde zich Zaterdagmiddag eenig nieuw
ys voor de kust, dit nam ia verbazend korten
tyd zeer in breedte toe. Zaterdagavond was
van den havendyk af in zee geen open
water te bokenneD. Het stoomschip .De
Dageraad" had dan ook een gedachte toer
om buiten de haven te komen. De risscbers-
vloot was zoo gelukkig tydig genoeg de
haven te bereiken.
Texel, 5 Februari.
De beide booten van .Texels Eigen Stoom
bootonderneming" zaten gistermorgen va°t in
de haven alhier, zoodat do post niet op tyd
overgebracht werd. Daardoor bleef een groot
gedeelte van het eiland zonder poatgemeen-
sohap met den vasten wal, daar de Zondag
geene avond bestelling gaf.
Te Oostorend is eene weduwe overleden,
die niet minder dan 105 kinderen, klein- ea
achterkleinkinderen nalaat.
Tot onderwijzeres aan do R.-K. St. Jozef
school, te Den Burg, is benoemd mej. W. de
Boer, thans te Sittard.
De veeuitvoer is weer aangevangen, doch
is van nog weinig beteekenis. Gedarendo de
maand Januari zyn in hot geheel uitgevoerd
47 schapen, 22 koeien, 8 kalveren, 12 paurden
i 49 varkens.
Tydens de jongste strenge dagen zyn op
het terrein, waar de visschers van de C .cks-
dorp met 't inzamelen van cockels een benuan
gedurende den wintertijd hopen te viaden,
duizenden dezer schelpdieren door de vorst
gedood. Dit is voor de visschers een belang
rijke schadepost omdat zy nn tamelyk ver
van huis zullen moeten zoeken naar eon
ander geschikt terrein.
Onder de bewoners van de Cocksdorp en
't Eierland circuleert een lijst om bijdragen
te bekomen ter verkrijging van een dokters
woning. Reeds enkele malen werd een genees
heer voor dat dorp en omstreken benoemd,
doeh 't ontbreken eener doelmatige woning,
noopte meestal deo benoemde om te bedanken.
Op de lyst wordt reeds flink geteekend, ter
wyl een der grondeigenaars zoo mild was,
om kosteloos een terrein a! te staan, waarop
'tbais zal kunnen verrijzen.
Burgerlijk* Stand ven Texel,
van 27 Jan. tot en met 2 Febr. 1912.
GEBORENHendrik Aaldrik, z.v. Jan
Ruibing en Saartina Elsinga, (den Bnrg.)
ONDERTROUWD: Leendert de Wit «n
Dienwertje de Ridder.
GETROUWD: Geene.
OVERLEDEN: Gonke Backer, 67 jaar,
geh. m. Tryntjo Kind, (den Burg). Dirkje de
Jager, 67 jaar, geh. m. Willem Burger,
(Oodeschlld).