KLEINE COURANT 't Hllegend Blaadje iroer Helder, Texel, Wiarlng&n ets Anna Paulowna No. 4072. Zaterdag 17 Februari 1912. 40ste Jaargang. De Zoon van den Bankier. 't Vliegend Blaadje p. 3 na. 50 ct, fr. p. po»t 75 ct,, buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 37* 45 f0.75 miën Modeblad 55 65 f 0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiftn vaa 1 tot 5 regel* (bij voaruitbetaling) 30 cent. Elke regel 6 Bewijs-exemplaar Vignetten en groots letter* worden naar plaatsruimte berekend. Interc.- Telefoon BO. Wersohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven O. DE BOER ir. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder. Bur Eerste Blad. BIEUWSBERICHTEN. HELDER, 16 Februari. De Rijksmiddelen. Het Dinsdag verschenen overzicht van de Rijksmiddelen doet zien, dat de ontvangsten in Januari f 259,420 grooter zyn geweest dan verleden jaar, toen zy, in vergelijking met die oyer de eerste maand van 1910, een vermeerdering van bykaDS f 1000000 hadden aan te wyzen. Dat er nu, ondanks de aan zienlijke vermeerdering van verleden jaar, weer oen stijging is, mag op zichzelf reeds als een bevredigend verschijnsel worden aan gemerkt. Werd verleden jaar voor het eerst in Jannari de f 12000000 overschreden, thans ging de opbrengst dat peil met bykans 8 ton te boven. Groepsgewijze beschouwd geven de middelen over Januari eenige vry scherpe tegenstellingen te zien. Terwijl men toch voor de directe belastingen die trouwens in de eerste maanden van het jaar slechtB een betrekkelijk kleioe opbrengst leveren (van Yi» der raming ad f 4,068,875 waren de ont vangsten in Januari nog niet de helft) een accres vindt van f275,148 en voor de invoerrechten en loodsgelden een gezamenlijke vermeerdering van f206,810, staat daartegen over by de accijnzen een vermindering van f 285,278 en by de indirecte belastingen een achteruitgang van f 95,684. Wat deze beide laatste groepen betreft, word de daling te weeggebracht door twee middelen, by welke het toeval vaak een groote rol speelt. De achterstand by de indirecte belastingen toch vindt zyn oorsprong afgescheiden van twee onbeduidende verlagingen van resp. f 2740 eu f 95 by registratie- en hjpotheekrechten in een vermindering van f 158.940 by de nukkige successierechten, die in de laatste maanden van het vorige jaar juist door zulke mooie meevallers de aandacht had getrokken. Daartegenover hadden de zegelrechten een accres van f61,098 aan t6 wyzen. En van de accijnzen waren het die op suiker, die een vermindering gaven van f 898,271, waarby in aanmerking is te nemen, dat dit middel een jaar geleden met een accres van 81/* ton tegenover Januari 1910 wel by zonder ruim vloeide. De ovengenoemde vermindering van den suikeraccyns werd voor een gedeelte goedgemaakt door een min of moer opvallondo vermeerdering (126.114) by het gedistilleerd, vermeerdering althans, die grooter was dan sedert de invoering van de jongste accijns- verhooging is voorgekomen, de eerste maanden na de verhooging, welke voor vergelijking moeilijk vatbaar zyn, buiten beschouwing gelaten. In den vooruitgang van de directe belastin gen hadden de bedrijfsbelasting en het personeel het leeuwendeel met resp. f 169,422 en f 104,918. De grondbelasting bleef daarentegen f 13,995 ten achter. Voor de invoerrechten was Januari met een opbrengst van f 1,274,524 een mooie maandnimmer tevoren stegen de ontvangsten uit die rechten in de eerste maand des jaars tot zulk een hoogte. Is het totale accres van de middelen over Januari voor de schatkist wellicht niet meer dan bevredigend te noemen, uit een alge meen oeconomisch oogpunt mag na hot boven staande wel worden getuigd, dat het nieuwe jaar zich gunstig heeft ingezet. Groote brand te Amsterdam. Woensdagnacht is er brand uitgebroken in een der loodsen van de Maatschappy Ocean, aan de IJkade te Amsterdam. In korten tyd stond het meer dan 150 meter lange gebouw van gegalvaniseerd plaatyzer over zyn geheele lengte in vlam, zoodat de inhoud, bestaande uit coprah, tabak, tapiocameel, peper, kapok en veevoeder, als verloren moest worden beschouwd. De oorzaak van den brand is waarschynlyk broeiing in het veevoeder. De schade moet, volgens de eerste berichten, op ongeveer een millioen gulden worden geschat. De brand schynt omstreeks kwart vóór vieren te zyn uitgebroken, maar het vuur moet geruimen tyd gesmeuld hebben. Althans een agent van politie, die omstreeks dat uur op z^n ronde de loods in quaestie (loods E, dat is de eerste loods aan de Oostzyde van de IJ-kade, by den verbindingsdam) voorby- kwam, bemerkte geen onraad, evenmin als de nachtportier. Toen dezelfde agent echter op de Handelskade was aangekomen en toe vallig een blik naar de overzyde van het water wierp, zag hg op het dak van de loods kleine vlammen. De brand had toen al een grooten omvang verkregen, want geen vyf minuten later barstten de plaaty«eren wanden van de loods op de naden open en brak er een prachtig rosse vlammenzee met onheilspellend geloei naar buiten. In den donkeren nacht was het een fantastisch schoon, maar schrikwekkend gezicht. De omhoog stygende vlammen weerkaatsten duizendvoudig in het water langs de kadoD en zetteD de koopvaardyvloot in do omgeving in daghel deren schyD. Niet sleohts de zware rompen van de schepen en de omringde schoorsteenen, maar zelfs het fijne touwwerk was op grooten afstand te zien. Bewoners van de Csaar- Peterbuurt werden gewekt door den hellen gloed, die den hemel kleurde, maar meer algemeen toch door de zware ontploffingen als van kanonschoten, waarmede een aantal yzeren vaten met citronel-olie in de loods ontploften. Zoodra de politieagent en de portier de eerste vlammen ontdekt haddon, waarschuw den zy de brandweer en tevenB werden er maatregelen genomen om het vóór den steiger liggende stoomschip «Istrar", van do Maat schappy Ocean, dat gevaar liep, te doen ver halen. Dit gelukte met behulp van het politie- bootje en een sleepboot van Goedkoop. De «Istrar* werd aan de zyde van de Handels kade aan de boeien vastgemeerd. Inmiddels was de brandweer reeds met groote macht aangerukt. Allereerst kwamen opzetten de twee dryvende stoomspuiten de Jason en de Jan van der Heyden, die al spoedig water gaven (onderscheidenlyk 12 en 4 stralen). Iri de tweede plaats snelden te hulp 6 of 7 rydende stoomspuiten en bovendien schroefde de brandweer een aantal slangen op de Vechtwaterleiding. In totaal □am aan de blussching deel een dertigtal slangen. Met deze groote macht werd op den brand aaugevallen, maar voorloopig zonder veel resultaat. Gevoed door de hierboven genoemde brandbare stollen, grepen de vlammen als razend om zich heen on het blusschingswerk werd bovendien niet weinig belemmerd door don geweldigen smook, die uit de brandende loods opsteeg. Hot was een gele vettige rook, die by de omstanders een gevoel van walging opwekte en den brandweerlieden, die de pypen voerden, de oogen schier ver blindde. Op de kade vóór de loods staan zob groote kranen. Al spoedig hadden ook de houten huisjes van de kraandrijvers vlam gevat en gevreesd wordt, dat ook do kranen zelve het yzerwerk ernstig geleden hebben. Eerst tegen den morgen kon een deel van de macht der brandweer inrukken. De geblakerde plaatyzeren bladen lagen kromgetrokken tegen den grond, en in het midden van het door deze platen gevormde kader, tastten zich op bergen in water ge drenkt, verbrand meel, balen smeulende kapok, smokende coprab, enz. Overeind stond slechts het verkoolde houten gebinte van de loods. Tnsschen de puinhoopen speelden nog immer de vlammen, en een zware, dikke rookpluim dreef naar stadszyde, in de richting van de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw- maatschappy. De juiste oppervlakte van de loodB is 180 X 25 meter. De kosten van den bouw der loods door de gemeente bedroegen indertijd f 185,000. De zes kranen, welke waarschynlyk zwaar door het vunr beschadigd zyn, behooren tot de oudste van de IJkade, maar de schade is natuurlijk toch groot. De in de loods opgeslagen goederen liggen, uit den aard der zaak, nog onder zoe-assu- rantie. Het waren 10,000 balen tapioca-meel, 1500 balen kapok, 20 vaten citronel-olie (deze vaten vlogen de lucht in, en twee hiervan kwamen neer in de onmiddellijke nabyheid van de Jason), ongeveer 1000 pakken tabak, 80 kisten gummi, 6000 balen peper, ongeveer 300 balen kinabast, eenige honderden balen koffie, 500 balen veevooder, een paar honderd balen oacao, 1500 balen coprah, benevens een groote voorraad rotting, koper, enz. Den geheelen dag is de brandweer Woens dag doorgegaan met het bespuiten dor brandende goederen, die opgestapeld lagen in de nn door het vuur verwoeste loods E. aan de IJkade te AmBterdam. En ook Woensdagavond nog schoen het wel of ze eigenlyk nog niets gevorderd was sinds het oogenblik, dat ze, zooals het officieel hoot, den brand meester was. Over heel de uit gestrektheid van dit tooneel van jammerlijke verwoesting en bederf smeult het, brandt het, schieten de vlammen telkens weer hoog op in feilen gloed tusschen de traag opstygende, geel-witte, vettig stinkendo rookwolken, die zich als een dicht gordyn over het haven kwartier uitspreiden en heel de stad in een benauwenden damp zetten. De gansche oppervlakte van het terrein is inwendig eigenlyk nog niet anders dan n grooto gloeiende massa, en vuurklomp. Alles ziet men daar dooreen liggen te blakeren en te branden en te smokenbalen kapok, aan den buitenkant zwartgeschroeidpakken huiden, bergen mais, waarboven een knet terende vonken-fonteincoprah, meel, en veel hoog-opgepakte massa's halfverbrande, natgespoten rommel, die op het oog niet meer te herkennen is. Het is een onbeschrijfelijke chaos, waar van de aanblik onder de dichte rookwolken nog naargeestiger wordt gemaakt door de groote, kromgetrokken stukken gegalvaniseerd plaatyzer, welke eens de loods vormden, en er nu kris en kras doorheen gesmeten lig gen door den rossen schyn, die telkens onheilspellend erover danst, en niet hel minst door de half vernielde kranen op den achter grond, die hun geschondon ledematen als van rensachtige skeletten klagelyk uit dien feilen brand ten homel hellen. Honderdon stroomden in den loop van den dag naar de IJkade, om het tooneel van grootsche verwoesting te zien, waarin in verloop van enkele uren een dik millioen verdwenen is. Zeldzaam. Dat een verdachte in hooger beroep ayn verlangen uitspreekt, tot een langer ge vangenisstraf veroordeeld te worden, dan hem in eersten aanleg, was opgelegd, is een to zeldzaam feit om er hier geen meld ing van te maken. Het geschiedde Woensdag voor het Ge rechtshof te Amsterdam in een zaak van een kleermaker, d.d. 4 December 1.1. door de Rechtbank te Haarlem veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf, wyl hy een dame in het Haarlemmerhout haar taschje had ontrukt. De reden, waarom de man zoo op een langer gevangennisstraf gesteld was Zyn uitgangskas zou dan b(j het verlaten der gevangenis zooveel grootor wezen I Nu, als de eiseh van den advocaat-gene raal wordt ingewilligd, dan krygt do be klaagde zyn zin. De eisoh toch strekto tot oplegging van anderhalf jaar gevangenis- Wagenin03Che Prentkaarten. De «Alkmaarsche Courant" schryft Het kan wel zyn, dat te Wageningeu eeB fout ia begaan door de politie, die de prent kaarten met voorstellingen van klassieke beelden hield voor onzedelyke prentjes en als zoodanig meer argeloos dan argus-oog was. De politie schynt daar in dezelfde font vervallon to zyn als de kinderen en de moe ders, die die prenten voor haar dochters kochten. Zy zag naakt-figuren en hield ze voor uitgekleed® figuren. Het is haar niet zoo hoel kwalyk te nemen. Er bestaat zeker een volkomen kuisch, naakt schoon. Maar er iB ook een naakt schoon, dat ondanks alle kunstvaardigheid van uit voering, zinneprikkelend is en als zoodanig beslist een slechten invloed uitoefent. En de vraag is of in ons land, waar men zulke gevoelige landschappen, droomvoorstellingen, zee-schilderingen in reproductie kan koopen, naar origiueelen van uitstekendo vader- landsche artisten, met alle geweld nu juist de photographie van den discus-werper als wandversiering voor 't kamertje van de bak- visch en den opgeschoten jongen gekocht moet worden. Begrypen die moeders wel precies het belang van de «aesthetische opvoeding?" De politie moge dan ook al eens bier en daar falen met de inbeslagneming van vuile prentjes en vuile boekjes, het onderscheiden van het naakte, van het uit- gekleede is hoogst moeielyk; over't algemeen zal toch elk weldenkend mensch het toejui chen, dat de rypere jeugd behoed worde tot over-rype jeugd te worden gemaakt. Het gaat hier niet om prentjes on dwang maatregelen. Maar het gaat hier tegen een, uit bedorven Berlyn naar Nederland over gewaaide, beslist anti-Nederlandschen geeBt. In. alle landen waar 't volk geen politieke vryheid bezit, geeft men het als surrogaat de vryheid der liederlijkheid. Deze laatste «vryheid" is echter beslist niet Nederlandsch. Schoone handen. Onderwyzers, schoolartsen, dames van de tuborculoBebestryding, propagandisten voor volksbuden en volkszindelykheid, dagbladen 1 I venzoo vele kloeke geesten, wetenschappo- lyke breinen en welbespraakte monden, prediken in onze dagen het heil van de reinheid. En deze edele dame kan dan ook gezegd worden zelfs de dakkamertjes der armen, en de onbewoonbaar verklaarde kel derwoning van tyd tot tyd te bezoeken. Maar er zyn uitzonderingen op den zoo heugelykon regel, aldus Jan van de Munt, de Amsterdamsche briofschryver der «Leeuw. Ct." Zit een kind van een jaar of zes op het trottoir van een volksbuurt te //spelen" met een hoopje zorgvuldig en onder bljj glunderen byeengegaarde modderBrokjes cokes, stukjes hout, een paar glimmende knoopen, drie glazen knikkers, een tol, een eindje touw zwerven rond in een klnit van de zwartste, papperigste Amsterdamsche modder, die zich maar denken laat. Komt ouder veel gekrysch het tienjarig zusje van de kleine aan de deur hunner ouderlyke woning Roept, schreeuwt, blèrt «Mietje, wil-jo wellus-komme Als ik je nou Wil je wellus komme". Mietje's aandacht is, tot het laatste atoompje toe, verzonken in de modder met zyn hete rogene garneering van cokes, knikkers, onzoo- voort. «Mietje! komm-ie non offe niet?" Mietje doet net of ze niets hoort. Eindelyk rept de tienjarige zich het trot toir over, pakt Mietje by een arm en steekt terwijl ze het vrachtje achter zich aan sleurt, de volgende bootpredicatie af: Wat be-je toch e smeerpijp. Als moedor je siet, dan sa je hebbeniet «Setjes hoorKuik je je is toegemaakt hebbenEn kaik is watte fuile handen 't ly ke wel foete." De vergiftiging in het aeyi te Berlijn. Men herinnert zich wellicht den naam Scharmach als dien van den Charlottenburg- schen drogist, die den methyl-alkohol ver vaardigd en op groote schaal in den handel gebracht heeft tot schade van meer dan 60 slachtofiors, meest slaapsteêklanten. Toen men dezen gevaarlijken industrieel ontdekt had als de aanleidende oorzaak van de vele vergiftigingen in het asyl en elders, werd de man in hechtenis genomen, ten einde door de justitie te worden gehoord. Tegelijkertijd heeft de politie toen zyn winkel gesloten en verzegeld. Gedurende don tyd, welken de drogist in hechtenis doorbracht, kwamen zyn schuld- eischers zich vergeefs aanmelden aan den winkel van Scharmach, die geen orde op zyn zaak had gesteld, zoodut zy onverrichter zake weer moesten vertrekken en wachten tot hnn schaldenaar weer op vrye voeten zou zyn. Dit schijnt hen te lang te duren en mot vervallen wissels valt niet te spotten. Kortom, een deurwaarder kwam om beslag te loggen op 's mans gesloten zaak. De man der wet is by deze droeve formaliteit hevig geschrokken, want by zyn binnentreden bleek de verzegelde winkel bewoond te zyn door twee kerels. Deze individuen hadden in dit stille verblyf, dat de politie zoo zorgvuldig had afgesloten voor de buitenwereld, sedert een dag of tien hun introk genomen om op hun gemak alleB uit het huis te sleepen, wat niet nagelvast was. Bedden, linnengoed, kleederon, meubels, byna alles was door een kelderraam wegge haald, zonder dat de heeren gestoord waren geworden by dit werk der duisternis. Gemaks halve hadden de dieven zich geheel inge kwartierd in Scharmach'a woning, waar zy des daags alles klaar legden en verpakten voor het nachtelyk vervoer van den bnit. De deurwaarder heeft met zyn klerk een van de ongenoode logeergasten vast kunnen houden en hem aan de politie overgegeven, die den andere nog zoekt. De dieven hadden het gelnk, dat de alcoholische versnapering, welke de specialiteit van het huis Scharmach was, reeds eerder in beBlag genomen was, voor zoover de snoode drogist het artikel niet had uitverkocht. Huwelijkszwendelaar. De Berlynsche politie heeft do hand gelegd op een zestigjarig huwelykszwendelaar, die de kerkhoven der rijkshoofdstad tot zyn operatiebasis had uitgekozen. Hy placht daar geregeld op de loer te liggen, ten einde er treurende weduwen te ontmoeten, die b(j de graven harer overleden wederhelften kwamen weenen. Alfred Fischer zoo heette deze engel der vertroosting kwam dan opbeu rende woorden spreken tot deze hem onbe kende, edoch woek geatomde vrouwen, wier vertrouwen hy dan meestal wist te winnen door zyn waardige houding en door de rol, die hij speelde door zich voor te doen als treurend weduwnaar. Waren zyne slachtoffers niet al to ontroostbaar in baren droeven staat, dan wist de Blimmerd zich doorgaans spoedig to doen uitnoodigen tot een bezoek of tot bezoeken te haren hnize. Daar werden dan woldra nieuwe huwelyksplannen gesmeed, waarbij Fischer zich als tusschenpersoon aanbood of ook wel eens zelf naar de hand der eenzame dong. Het begon altyd met leeningen en voorschotten en het eindigde geregeld met chantage of met diefstal van juweelen en met de verdwijning van den nieuwen vriend. De oude bedrieger is gisteren door do politic gevangen genomen, natuurlyk op oen kerkhof, dat hy juist verliet, in ge zelschap van een dame in zwaren weduwen- rouw. Z^jn laatste verovering, zoo willen we hopen. Bomaanslagen. Keulen, 18 Februari. Een pleger van bomaanslagen, die het op de vernieling van op straat stationeorendo rytuigen voorzien heeft, oefent hier zyn misdadig bedryf uit. Voor korten tyd, is op een drukke plaats van de stad oen bakje door een raadsel achtige ontploffing vernield, nadat een met zorg gekleed paar het rytuig verlaten had. Gisterenavond heeft zich een, eveneens zeer goed gekleed, heer met een taxi-auto naar een afgelegen straat laten reden. Nauwelijks had hy de auto veriateD, of een hevige knal liet zich hooren. De auto ging aan stukkende koetsier word op straat ge slingerd en kreeg zware verwondingen. De pleger van den aanslag is ontkomen. Een Fransche luchtvloot. Parys, 18 Febr. Minister Millerand stelde in den Senaat voor een bedrag van 28 mil lioen fres., te bestemmen voor een luchtvloot. Volgens zyn plan zullen 15 verbeterde luchtkruisers worden gebouwd. Een vliegersmaldeel zal bestaan uit 8 mi litaire vliegtuigen, 12 automobielen en 1 workwagen. Er kunnen thans 18 eskaders gevormd worden. Voor elk dezer eskaders is een mobilisatie plan opgemaakt. Millerand verklaarde op het einde der zitting, dat Frankryk 82 smaldeelen, d. i. dus 844 toestellen, zal kunnen mobiliseeren. Er znllen 80 vliegoontra zyn en er zal een regiment luchtschippers van 7 compagniën worden gevormd. Acht on-twintig millioen zyn noodig, waar van vyf voor bestuurbare luchtballons. Alles zal in het werk worden gesteld om te zorgen, dat de besteedde gelden het grootst mogelyke effoct hebben. Het artikel werd daarop aangenomen. Noodlotig. San Remo, 18 Februari. Terwyl vyf-en- veertig loerlingen van een lagere school langs de Fredorik-Willem-Kade wandelden, zakte de grond in, alle kinderen meesleuren de. Er zyn nn vyf doodon en tien gewonden opgehaald. Het ongeluk is het gevolg van ondorgrondscho verzakkingen, door de zee veroorzaakt. Aanvaring. Nagasaki, 18 Febr. Volgens een Llojds- bericht zyn do Japanschc stoombooten ,Ryod- har-Maroo" van Hakata en «Moro-maroe" van Moji in aanvaring gekomen. Beide schepen zyn gezonken. Twee en dertig op- varonden (passagiers en bemanning) van de „Ryoha-maroe", veertien opvarenden van de „More-maroe" zyn verdronken. Een laatst overgeblevene aan het woord. Een telegram van St. Petersburg aan de „Petit Journal" meldt, dat het Russische ministerie van marino bericht heeft gekregen van een verschrikkelijke gebeurtenis op het eiland Nowa Zembla. Eenigen tyd geleden had de leider van een firma in Archangel een visscherskolonie op Nowa Zembla gesticht, waarvan deleden zich onledig hielden met op zichzelf voor zyn rekening te vissohen. Onlangs werd er een stoomschip heengezonden, maar toen de bemanning aan land gingen vond zy er geen levend menseh meer. Er waren geen levensmiddelen aangevoerd gednrende de tien maanden, dat de gemeen schap met het eiland onmogelyk is, en de geheele kolonie was van honger omgekomen. Do ongelukkige vissohors hebben, naar luid van met potlood geschreven aanteekeningen van een der slachtoffers, Sjenoff genaamd, verschrikkelyk geleden alvorens de dood hun verlossing bracht. Sjenoff schynt do laatst overlevende geweest te zyn, on heeft al zyn gezellen de een na don ander zien sterven. Dit is zyn eigon verslag van zyn indrukken Onze levensmiddelen zyn op, en wy kunnen liets krygen, nog goen vischje hoo klein ook, Een schip verschijnt; dit wordt een nieuwe teleurstolling want het komt onzen kant niet uit. Door nood gedreven, nemen wy de wol van onze kleeren on eten die De kinderen zyn allen dood. Nog r vier visschers en twee vrouwon zyn in het leven gebleven. Wy lyden vroeselyk. Twee visschers eten het vleesch van een doode, en *yn dientengevolge gestorven Ik, Sjenoff, ben de eenigo overlevende en ik schryf deze rogels. Myn handen beven, het begint my te schemeren voor do oogen, en ik voel dat het einde naby ia." Doodgeschoten. Een gemengd bericht mot stof voor een melodrama. Zondagmiddug telefoneerde een mevrouw Holen Buttensbaw, «ie weduwe van een leeraar aan een middelbare school in Engelsch-Indië en sedert eenigen tyd dag- bladschryfster, van haar kamerB to Londen met een vriend. Deze hoorde plotseling oen schot en het gesprek werd afgebroken. Ver geefs zoeht hy weer verbinding. Hy spoeddo zich Daar het huis van mevrouw Ruttenahaw en vond baar op den grond liggen mot een kogelwond in de borst. Naast haar een revolver. Sohieiyk was er een dokter by, maar een uur later was zy dood. Caru80 en de relt naar Berlijn. Wat kost de reis van Milaan naar Berlijn Op deze vraag kan signor Caruso, do be roemde tenor, antwoord geven. Zij kost voor twee personen rond 5000 francs I Hoe de vermaarde zanger aan deze kertniB komt, is spoedig verteld. Caruso was een paar jaar geleden verliefd geworden op een Milaneesch wiDkeljuffcrtje in een heerenmodezaak, dat zich want do verhouding was zóó platonisch als men zich slechts vermag te denken zonder meer als de wettige bruid van den holdentonor beschouwde en hem, toen hy te Berlyn ver- toofde, mot haar pa Dareisde. By het proces, hetwelk de jonge dame haar woreldberoemden landgeaoot heeft aan gedaan, en dat haar, verondersteld dat sy het wint, niet minder dan 250,000 lire smarte- geld moet opleveron, zal ook de rekening voor de reis naar Berlyn een rol Bpelen, jen wel zal ay worden voorgelegd door Caruso, die er mee wil bewy'zen, dat do signorina en haar vader hem slechts als plukhaar gevogelte beschouwden. Toen ds zanger te Boriyn optrad, drong Elisa, zoo heet de schoone, er by haar ge- gewaanden «bruidegom» op aan, dat by haar zou laten overkomen, opdat zy hem eindelyk eens zou terugzien, en Caruso vond het good. Zoo begon dan de jonge dame haar reis in in gezelschap van .sohoonpapa', een eerzaam schoenmaker. De rekening, die Elisa voor dat reisje aan haar verloofde voorlegde, bovatte de volgende punten: Reisgarderobe 3850 lire, drie hoeden 400 lire, vier paar schoenen 150 lire, waschgoed 200 lire, smo king voor pa 150 lire, hooge hoed 50 lire, reisbiljet eerste klasao 800 lire, onderricht Lu het Duitsch 200 lire. Caruso poeierde z^jn ongewenschte bezoe- k«z intusschen af, door zyn «aanstaande* 10X100 lire in contanten, en verder allerlei juweelen en een massief gouden toiletgarni- tunr te schenken. Maar, zooals gezegd, signorina Elisa wil 250.006 lire hebben, en als zy dio niet krygt, zoo dreigt ze, dan zal xeCaruso'a minnebrieven pnbliceerea. Daar het hier echter een on gemeen nette relatie betreft, zooals Caruso zelf zegt, heeft de zanger deze bedreiging beantwoord met een hooghartig, in het Ita- liaanach uitgesproken: «Daaraan heb ik lak, •igoorina!" Hoogstwaarscbyniyk zal de Milaanscho kadi «net Caruso vau oordeel zyn, dat een kwart millioen te veel is voor hot afmaken van eoa zoo by uitstek platonische kennis making. Uit een iidmaatschap-bedank-briefje (Ondergeteekende verzoek beleefd om hum te krabben, of door to halen als Lidmaat schap.' FEUILLETON. 1«) Zy legde hare hand in de zyne en zag hem dankbaar aan. «Ik was zoo biy, toen men my uw kaartje bracht. Gy zjjt myn beste vriend, en Jan en ik zyn u zooveel dank verschuldigd. Ik wilde, dat ik meer in de gelegenheid was u te sien, ik zou u dan beter myne dankbaarheid kunnen toonen." «Dat is niet noodig, lieve mevrouw Har- denberg", zei Evert Hartman geroerd. «Ik bedoel, dat het onnoodig is my zoo dank baar te zyn. Ik deed zoo weinig voor n. Ik wilde, dat ik meer kon doen! Dat ik krom recht kon maken voor u en u alleB temg geven kon, wat u verloren hebt uw echtgenoot uw huis, en voor het oog van de wereld uw eer. Maar dat is allemaal onmogelyk, voor het oogenblik ten minste. Als ik ryk was, dan zou ik de menschen dwingen de waarheid te erkennen. Maar God zal het doen te zyner tyd. Tot dien tyd moeten wy geduldig wachten en hopen." «En bidden, Evert", fluisterde Maria Har- denberg hem zacht toe. «Ja, en bidden", stemde hy toe. «Maar nu", zeide hy, terwijl hy haastig sprak, «kunnen wy niet ergens anders gaan, waar wfi vrijer zyn Ik heb u iets belang- ryk» mede te deelen." Mevrouw Hardenberg, op het tooneel be kend onder den naam van «juffrouw Marie Hardenberg", keerde zich om en zag rond. En te geiyker tyd viel het Evert op, hoe bleek en vermagerd zy was. Een sohim slechts van de gelukkige mevrouw Harden berg, die hij vroeger had gekend. Zy was doodeenvoudig, zoo niet armelyk gekleed. Een steek ging hem door het hart. Wy moeten hier blyven", zeide zij op beslisten toon. «Binnen een kwartier moet ik optreden. Het is de laatste repetitie. Van avond moet ik spelen. Wy moeten maar wat zacht spreken. Vertel my nu eerst, hoe u het maakt. Ge kunt nog niet geheel hersteld zyn na het vreeselyke onheil, dat u ge troffen heeft. Je gezicht is nog zoo bleek en veranderd. Je bent nog niet de oude, ik zie het duidelyk. Werkelyk, je hadt niet moeten komen, maar kalmpjes thuis moeten blyven. Je zult je zelf voor je leven onge lukkig maken." Zy zag hem vol angst in het gelaat. «Werkelyk, maak je niet ongerust", ver zekerde hy haar met een dapperen glim lach. «Ik zal weer spoedig de oude zyn. Hoe gaat het met Jan?" «Best, gelukkig antwoordde de jonge moeder. «Hy is myn eenige troost." j,Daar ben ik biy om", zei Evert Hartman. Hy nam hare hand in de zyne en begon langzaam en onzeker: •Ikik zelf ben zeer ongelukkig, mevrouw Hardenberg, Marie. Het doet my leed u slecht nieuws te moeten melden om trent myzelf. Er i* een gToot leed in myn leven gebracht, en dat doet my te meer py'n, daar ook gy er door lyden zult. Ik ben beschuldigd geworden van verduistering van groote sommen gelds en vervalaehing der boeken van de firma van Bronseveld Schoonegevel. En ik kan my niet vrypleiten om redenen, die ik moet verzwygen. Dien tengevolge heb ik myne betrekking verloren en ben op straat gezet." «Evert!" «Jonker Koert van Bronseveld heeft my in zooverre gespaard, dat hy my niet laat vervolgen. Hy is genadig genoeg geweest om voor het oog van de wereld de ware toedracht te verzwygen; maar natuurlyk moet het uitlekken en ten laatste zal ik overal, waar ik om werk kom, het hoofd Btooten. Men zal my met den vinger na- wyzen als een dief, een schurk," «Evert! Evert!" Vol ontzetting greep Marifl Hardenberg hem by de armen. «Maar je bent onschuldig, Evert. Je kunt het niet gedaan hebben!" Evert Hartman glimlachte droevig. «Dat laat ik aan je eigen hart en oordeel over, Marie", zei liy vriendelyk. «Ik kan ja noch neen zeggen. Er is slechts óéne vrouw op de wereld, wie ik de waarheid toever trouwde, slechts één. Gy kunt wel raden wie, en zelfs haar gaf ik geen uitleg. Ik zei haar alleen, dat ik onschuldig was. Zy had recht te verwachten, dat ik haar dat ten minste zou zeggen." Mevrouw Hardenberg zag hem beteekenis- vol aan. «Bedoelt gy freule van Bronseveld, Pau- lina van Bronseveld Hy knikte toestemmend. «Gy wist dos, dat ik haar liefhad Ja, ja. En gy hebt het haar zelf gezegd'1 Wat zal zy na doen Zal zy u tronw blyven Weer glimlachte Evert Hartman. *Hoe weet gy, dat ik wederliefde vond Daar ben ik zeker van. Zeker. Geen vronw ter woreld, die gy liefhadt, zou u den rug kunnen toekeeren, neon, neen, zelfs niet Paulina van Bronseveld." Gy denkt te goed over mg, Marie." Zy schudde het hoofd en antwoordde „Neon, hoe kan ik te goed over u denken Ken ik n niet beter dan iemand ter woreld, omdat er niemand bestaan kan, die u zoo veel verschuldigd is als ik? Wanneer gy my zoudt willen toestaan naar Panlina to gaan, zou ik haar zeggen, hoe ik u ken ec wat ge voor my en myn jongen hebt gedaan. Dan zou niemand kwaad van u denken, hoe donker de omstandigheden ook mogon zyn. Myn Hemel, hoe konden ze je verdenkon, en jonker Koert zelf „Hij geloofde immers ook in de schuld van Willem, Mario", zeide Evert treurig. Marie verschoot plotseling van kleur. „Ja, ge hebt gel ykhy geloofde in de schuld van Willem", herhaalde zy. „En Willem, myn echtgenoot, geloofde in myn schuld. Voor oen oogenblik één gezegend oogenblik had ik dat vergeten." «Gy moet het niet vergeten", zeide Evert Hartman verwytend. „Gy moot het nooit vergeten om Jan's wil en den mynen. Om Jan'a wil, omdat gy hem ééns alles duide lyk moet maken, zoodat hy zyn vader ver giffenis kan schenken en om mynentwil, omdat gy in my moet blyven vertrouwen. Gy moet er aan denken, dat God dit alles met een bedoeling heeft laten gebeuren, maar dat ééns alles tot zyn recht zal komen. Laat dat een lichtpunt in uw leven zyn. Gy hebt een last te dragen gekregen nu heb ik den mynen eveneens te torsen. En o, het doet my zeer, dat ik u niet meer tal kunnen steunen." „Daarover moet je je niet bezorgd maken, Evert. Ik beu nu voorloopig geholpen met dit engagement. En vergeet je, dat gy degene waart, die het my bezorgde Je moet niet alles effen voor my willen maken. Ik ben geen kind meer." „Dat weet ik", zei Evert Hartman met teeder medelyden. „Neen, Marie, een kind ben je niet meer. Maar ge zyt niet groot gebracht geworden om tegen de wereld te stryden. Je bent zoo eenzaam en zoo wreed, zoo bitter onrechtvaardig behandeld." Marie's lippen trilden. „Beklaag my niet te zeer, Evert", smeekte zy. „Medelyden is soms zwaarder te dragen dan onrecht. Ik moet my zelve harden en kracht verzamelen om te verdragen. Jan, myn arme jongen, zal naar m^n vader moeten gaan." Evert Hartman zag haar vragend aan. „Naar uw vader", herhaalde by fluisterend. Mevrouw Hardenberg knikte bevestigend. „Gisteren kwam de brief", zeide zy zacht. Myn vader zegt, dat, al wil hy myn gezicht nooit weerzien, hy toch zyn kleinzoon niet verstooten zal en hem eene opvoeding geven overeenkomstig zyn stand, om eens een waardig opvolger van hem te maken. Hy wil dit doen op voorwaarde, dat ik myn kleinen Jan geheel opgeef en hem nooit weer behoef to zien. Wanneer ik toestem, moet ik hem zelf thuis m\jn oude thuis, Evert! afgeven aan eene dienstbode, die hem by vader brongen zal. Is het niet on- menschelyk wreed van hem Wreed, my niet te willen zien, my voor eeuwig van kind te willen scheiden? Sedert de kwam, heb ik er dag en nacht over moeten denken en my afgevraagd, of het niet voor rijn bestwil zyn «al, dat ik hem afeta. En ik moet het doen, Evert, zoo lang dit engagement loopt, kunnen wy sAmen ervan leven, maar daarna daarna, mi«- sohien gaan er weken overheen oer ik op nieuw er een kryg. Ik mag niet de oorzaak zy'n, dat hy een groote nalatenschap ver beurt, omdat ik te zwak was afstand van hem te doen. Het zou slecht zyn, en zelf zuchtig. Wat zegt gy, Evert Maar hy antwoordde niet. «Ik moet my zelf dwingen, het te doen. Ik moet van hem scheiden en hem naar huis brengen! God zal my de kracht er toe geven. Het is het buitengoed dicht by dat van jonker Koert, Evert, slechts een paar mylen er vandaan." .Ah!" Een denkbeeld kwam plotseling by hem op. „Marie, or is misschien nog een uitweg. Laat my met Paulina van Bronseveld over dit besluit spreken ik ben er zeker van, dat zy een uitweg weten zal. Zy is zoo teerhartig en zal je zoker helpen. Ik dacht reeds, dat ik haar voor goed vaarwel gezegd had, maar nu is het eene goede gelegenheid om er nog eens heen te gaan, of haar te schryven over Jan." Hy hield plotseling op. Eene uitdrukking van bittere verontwaar diging op haar gelaat weerhield hem te vervolgen. «Nooit, nooit", antwoordde zy heftig. Spreek er niet meer van. Verstaat gy my Liever zou ik sterven, myn kind met my, dan dat ik maar de geringste hnlp, het minste medelyden zon aanvaarden van iemand, die. dan naam van Bronseveld draagt." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1