KLEINE COURANT -
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, WSeringen on Anno Paulowna
No. 4076.
Zaterdag 2 Maart 1912.
40ste Jaargang.
UIT DK HELDERSCHE SAMENLEVING
De Zoon van den Bankier.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, Ir. p. poit 75 ct., buitenland 1.25
Pre- Zondagsblad 37$ 45 f 0.75
sniën j Modeblad >»»55»»»»65* 0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteatiën van 1 tot 5 regel* (bij vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meerJj
Bewijs-exemplaar
Vignetten en groote letter* worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
lafoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (y. h. BERKHOUT Co Helder.
Eerste Blad.
IRIEUWSBERICHTED.
HELDER, 1 Maart.
Raad voor de Scheepvaart.
Op '21 Fobr. is de IJmuidensche stoom
trawler //Lnit.-Gen. den Beer Poortugael"
IJM. 81 van de Alg. Visschery-My., schipper
A. Koster, by de Terschellinger-gronden
gestrand.
De Raad beeft hiernaar Dinsdag een
onderzoek ingesteld.
De schipper, als getuige gehoord, ver
klaarde geen journaal te kunnen houden.
Van deviatie heelt hy geen verstand.
Om 5.20 des namiddags op 21 Febr. werd
er 20 vaam water gelood, op een grond van
zwart slik. De trawler kwam van de visschery
getuige vermoedde, dat hy op de Amelandsche
Vlakte was, en stuurde Z.Z.W. kwart W.
Daarna ging hij omlaag om zich wat te
warmen en bleef meteen eten. Er bleef dén
man op de brng; de machinist was ook gaan
sohalten. Een kwartier later zat het schip
vast. Getuige schrijft het ongeval toe aan
het overmatige werken, dat hy gedaan had.
De kindermoord te Beek.
De Arnhemsche Rechtbank heeft Dinsdag
rechtsingang verleend met last tot instructie
der zaak tegen A. J. Hartjes te Beek, ver
dacht van moord op zyn 7-jarig dochtertje.
De gevangenhouding van hem is met 30
dagen verlengd. De Rechtbank overwoog
dat er voorshands genoegzame gewichtige
gronden waren die er op wyzen dat hy zich
aan het misdryf schuldig maakte.
De Chineezen-opstootjes in het republie-
keinsche ministerie in China besproken.
Reuter heeft geseind omtrent hetgeen in
het republikeinsche ministerie in China zou
gezegd zyn over de onderdrukking der Chi-
neezen-opstootjes te Batavia en Soerabaja.
Eenige leden van het ministerie hebben
tevens aanleiding gevonden hun meening te
zeggen over de behandeling die een deel der
Chineesen in Oost-Indië van ons heeft te
verduren.
Het ministerie heeft geoordeeld naar amb
telyke telegrammen, die echter van het ge
beurde een heel vreemde voorstelling hebben
gegeven. Immers het heet in die berichten,
dat zoo streng tegen de Chineezen is opge
treden, omdatzy den troonsafstand wilden
vieren. Iedereen kan weten, dat de Chineezen
in Iodië al heel weinig belemmerd worden
in hun doorgaans zeer luidruchtige, en daar
door voor anderen zeer hindorlyko wyze van
leestvieren. Hiertoe kan echter niet gerekend
worden de vernieling van den inboedel van
den kapitein-Chinees te Soerabaja en een
poging tot vernieling van het wettig eigendom
van den majoor-Chinees aldaar. Een dergelyke
uiting van feestvreugde zal in eiken beschaaf
den staat desnoods met de krachtigste middelen
worden gekeerd. Ook het dwingen tot het
uitsteken van een door de feestvierders aan
gegeven vlag, het door bedreiging noodzaken
tot slniten van winkels, kan Diet worden
toegestaan, ook al betreft het de viering van
een gewichtige politieke gebeurtenis. Toen
het bleek, dat uit vrees de winkels gesloten
werden gehouden, en het handelsverkeer
zeer ten nadeele van velen als verlamd werd,
lag het voor de hand, dat de vreesaaiijagera
werden opgevat. Een onderzoek vooraf kan
dan nergens gehouden worden, inderdaad
zullen er wel goeden met kwaden hebben
geleden maar, zooals reeds gemeld, de zaak
der Chineezen zal worden onderzocht.
Te Batavia is er eigenlyk niet veel ge
beurd. Daar schynt de order om de nieuwe
Chineesche vlaggen in te nemen, den Chi
neezen aanleiding te hebben gegeven tot het
uiten van grove beleedigingen aan het adres
van den resident en de politie. Dit gevoegd
by de woelige stemming die er heerschte,
heeft de overheid aanleiding gegeven de
cavalerie er op in te laten ryden, waarna
de ruat hersteld was. Overal waar de feest
vreugde zioh uit in het beleedigen van de
overheid, vallen er klappen.
Werkelyk zijn er te Soerabaja honderden
welgeteld 800 Chineezen gevangen
genomen, maar overigens zyn de ambtelyke
gegevens en de geschatte getallen in het
Reutertelegram niet juist. Er zyn geen 3
Chineezen gedood, maar 1 gedood en 2 ge
wond. Het geschatte aantal Chineezen op
Java overschrijdt verre de werkelijkheid.
Ultimo 1905 waren er op Java alles by
elkaar 292,108 Chineezen. Er zullen er in de
6 jaren, dien sedert dien verliepen,- wel
bygekomen zyn, maar een getal van 7,000,000
Chineezen op Java, zooals leden van het
republikeinsche ministerie in China volgens
Reuter hebben opgegeven, is wol wat al te
overdreven. De republiek in wording beschikt
blykbaar niet over veel getallenmateriaal.
In Cbina, dat voortdurend het uitvaagsel van
zyn bevolking naar andere landen laat trekken,
beweert men nu, dat de zuivere Chineezon
op Java worden behandeld als wilde beesten 1
Wy gelooven, dat die Chineezen zelf er
vreemd van zouden opzien als zy dit hoorden,
maar het ligt wel voor de hand, dat tegen
over deze Chineezen, door Henri Borel ge-
teekeod als een degeneratie van de echte in
China, met krachtige hand moet worden op
getreden. Juist een jaar geleden schreef het
Chineesohe dagblad .Perniagaun", een terug
blik werpend op 1910 «Voor de Chineezen
in dit gewest (Batavia) is 1910 een gelukkig
jaar geweest. Dankbaar wordt de groote
vryheid van boweging herdacht welke door
de wyziging van het passenstelsel aan de
Chineezen gegeven is. De opening van een
tweede Chineesche school en de invoering
van het Fransch als facultatief leervak op
de Hollandsch-Chineesche scholen, bewyst,
dat de regeering ook geen kosten ontziet om
aan de rechtmatige eischen van hare Chi
neesohe onderdanen tegemoet te komen. De
gevolgen van groote maatregelen openbaren
zich veelal eerst na verloop van jaren, maar
dit is nu al een van de verblijdende en op
dit oogenblik reeds genietbare vrachten dier
maatregelen, dat de goede bedoelingen der
regeering met dankbaarheid worden erkend".
En deze veelal tot welstand en grooten wel
stand gekomen Chineesche onderdanen zouden
aympathiseeron met de anarchistische nei
gingen van de Macao en Hakka of Kheh-
Chineezen
Een Duitsch scbryver in rDer Tag"
schreef dezer dagen, dat een ijskoud bad
sommigen geen Bchado doet, anderen een
doodelyken schok zal geven. Hy vergeleek
den overgang van het despotische bestuur
in China tot den republikeinschen regeeriqgs-
vorm met een dergelyke physieke geweld-
proef. Vele Chineezen, en wel de minst ont
wikkelden vooral, zullen dien schok niet
goed doorstaan, zy zullen denken nu overal
alles te mogen doen en laten. Niet alleen in
onze Oost maar ook in de Straits wordt dit
ondervonden. Botsingen mot het gezag van
het land, dat hun gastvrijheid verleent, kannen
onder dergelijke omstandigheden niot uit
blijven. Zulk een botsing heeft ur nu dezer
dagen te Batavia en Soerabaja plaats gehad,
niM- („N. Bolt. Ct.')
De correspondent van do .N. Rott. Ct."
te Batavia seint d.d. 28 Febr.
De Soerabajasche Vereeniging Soe Po
Sak heeft zich tot Nanking gewend met het
verzoek om tusschenkomst. Hierop is als
antwoord ontvangeD, dat de Chineezen op
Java moeten gehoorzamen aan de wetten
van het land.
En later
De regeeriDg heeft den Chineeschen ver
gund de revolntionnaire vlag uit te steken.
Wy beginnen met de misschien overbodige
aanteekening, dat oificieel alleen Joeansjikai,
die te Peking verblyf houdt, in China het
gezag in handen heeft, en doende is de
republiek in China te stichten. Te Nanking
is de regeering, uit de republikeinsche par
ty gevormd, met gedelegeerden uit verschil
lende provincies. Ook dr. Soenjatsen behoort
daartoe. Een officieele status heeft dat repu
blikeinsche ministerie niet.
Men herinnert zich, dat de opstootjes der
Chineezen te Soerabaja en Batavia, in dat
republikeinsche ministerie reeds besproken
zyn en wel in zeer afkeurenden zid, voor
wat ons optreden daar betreft. Er stond zelfs
iD, dat dit ministerie de onmiddellijke opzeg
ging van het tusBchen China en Nederland
gesloten verdrag en het verzoek om den
Nederlandschen gezant terug te roepen, over
woog. Het heette verder, dat er gTOOte ver
ontwaardiging heerBchte. Eenige leden van
dat ministerie zouden zich allurscherpst hebben
uitgelaten over de behandeling die de Chi
neezen op Java van ons hadden te verduren.
Waar dat republikeinsche ministerie zich
dus de zaak der Chineezen op Java reeds
had aangetrokken, ligt het voor de hand,
dat de Chineesche vereeniging Soe Po Sah
zich tot dat ministerie heeft gewend. Na het
ernstige Reuterbericht moet het volkomen
correcte antwoord uit Nanking tot tevreden
heid stemmeD. Een nieuwe regeeringsvorm
kan alleen dan by anderen eerbied afdwingen,
als van stonde of aangetoond wordt, dat daar
ook eerbied voor de wetten van andere landen
voorzit.
Het groote verschil tusschen het voren
bedoelde Reuterbericht en het nu ontvangen
eerste telegram uit Batavia, kunnen wy alleen
verklaren door de mogelijkheid, dat in de
twee dagen, die sedert verloopen zyn, het
republikeinsche ministerie in China andere
en betere berichten omtrent aanleiding tot
en onderdrukking van de Chineezen-opstootjes
op Java heeft ontvangen, zoodat de stemming
tegenover ons wat zachter is geworden, en
daar de eenige correcte houding is aange
nomen door hun landgenooten op Java te
antwoordon eerbiedig de wetten van het land,
mogelyk met de toevoeging dan eerst kunnen
wy zien wat wy voor n gedaan kunnen krygen.
Nu hot gebleken is, dat van de zijdo van
China geen ontoelaatbaren druk in dit opzicht
geoefend zal worden, heeft de Indische
rogeuring mogelyk is er nu ook officieel
bericht omtrent den troonsafstand ingekomen
blykbaar or geon bezwaar ingezien den
Chineezen te vergunnen de revolntionnaire
of republikeinsche vlag uit te steken. Zoo
schynt alles weer terecht te zullen komen.
ftN. Rolt. Ct.")
Nederland en China.
In vorband met het Renter-bericht van
Dinsdagochtend omtrent de besprekingen in
het republikeinsch kabinet te Nanking be
treffende de behandeling van Chineezen op
Java, meldt het Haagsch correspondentio-
bureau
Het Chineesch gezantschap hier heeft
geen ambtelyke berichten ontvangen, die
bevestiging zouden kunnen geven aan ge
ruchten, dat China zyn gezant te s Graven-
hage zou terugroepen".
By do Regoering is het volgende telegram
ontvangen betreffende de ongeregeldheden
onder de Chineezen te Soerabaja
«Thans zyn ongeveer achthonderd Maco-
Chineezen te Soerabaja zonder veriet ge
arresteerd en nagenoeg alle winkels her
opend. De handelsbeweging wordt normaal".
Officieel niot en nergens te 'a-Gravenhago
is iets bekend omtrent de gepubliceerde tele
grammen betreffende maatregelen der Chi
neesche regeering.
Arme millionnair I
Dinsdag heeft in Parys de trekking
plaats gehad van do laatste lotery in Frank
rijk, loterij die tot liquidatie diende van alle
mogelijke in dezen vorm gegoten leeningen
voor philantropische doeleinden. Dergelyke
loteryen zullen voortaan niet meer worden
toegelaten, omdat er zooveel mee geknoeid
is, maar om nu de menBchen.niet zoo ineens
teleur te stellen was hun nog een laatste
kans gegeven op een fortnin. Die kans is
sinds Dinsdag verkeken, on de gelukkige
winnaar is o schande een rentenier!
Meoeer Cansse, stevige zeBtiger, die met zyn
zoon, een ingenieur, oen mooi huis op den
boulevard Perreire bewoont, stuurde mor
gens zyn dienstmeisje uit om de loterylyst te
koopon die de camelots rondbrnlden, en
nauwelijks had hy er een blik op geworpen
of hy zeeg bleek en machteloos ineen. Hy
was millioenair I
Maar heel veel pleixier heeft de nieuwe
rykaard tot dusver nog niet van zyn for
tuintje, dat een fortuin is, gehad. Eerstens
was hy zóó van streek dat hy heel den dag
niet eten en heel den nacht niet slapen kou.
Maar in de tweede plaats is hy zoo dom ge
weest dadelyk naar het Crédit Foncier"
te stappen om zyn biljet gaan inleveren,
en daar hebben de employ's wel gezorgd
dat 's heeren Caussé's gelukje wereldkundig
werd. 't Gevolg was dat sindsdien een stroom
van belangstellende bezoekers onophoudelijk
zyn trappen op- en af-rent, om hem geluk
te weuschen en te bewegen hun een deel
van zyn buitenkansje af te staan. De con
ciërge heeft geen leven meer door de listen
die ze verzinnen moet om al deze geïnteres
seerde «vrienden" af te caveeren.
«Verbeeld u, meneer", vertelde ze tegen
een journalist, «sinds vanmorgen zyn er al
meer dan tweehonderd menschen komen
opdagen, die allemaal meneer Causae kwamen
bezoeken, 'k Had er nooit een van gezien,
maar natuurlyk 't waren allemaal «iatieme
vrienden". Maar dan vroeg ik ze maar
vertelt u me dan eens hoe meneer Causse
z'n voornaam is, en die van den jongen
meneer en dat wisten ze natnurlyk niet.
Dan kwam 't uitde een wilde een piano
komen verkoopen, de ander een automobiel,
de derde een biljart, de vierde wjjn. Uit
vinders waren er onder, by de vleet, en ver
tegenwoordigers van banton die zyn geld
plaatsen wilden, en jonrnalisten die om zyn
indrnkken kwamen En de brieven en
telegrammen, waarvan de bestellers meneer
óók persoonlijk wilden gelukwenschen, en
bouquetten, en cadeaux! Zooiet* heb ik nog
nooit beleefd, en ik hoop dat zoo'n lot nooit
meer in myn huis valt tenzij dan by my
in do logeMaar ik beloof u dat ik bly
zal zyn als meneer do stad uit is dan
kryg ik misschien óók een beetje rust."
Want de nieuwe millionnair gaat Parys
nit, moet Parys nit, onmiddelyk, in een
vermomming. Hij heeft geen leven meer....
Hy is alB con suikerpot in een mierennest,
een lammetje in een bósch met wolven. Als
hy bleef was hy in een oogwenk tot op het
been afgekloven. Men zegt, dat hy vanmor
gen in zyn schunnigste pakje zyn hnis nit
zou komen om naar een afgelegen station
netje te wandelen en xich ergens ver weg
te gaan begraven, tot men hem wat verge
ten is. Ik hóóp voor hem dat hy heelhuids
door de rangen der belegeraars is heen go-
komen, maar ik vrees ervoor, want ze kijken
natuurlyk met Argus-oogen
Armo millionnairHy moet wel eens met
weemoed terugdenken, dunkt me, aaD den
tyd toen hy nog een simpel klein onbekend
renteniertje was. Op het oogenblik is syn
lot zeker niet te benijden. Ik ben bly dat 't
millioen niet op myn lot
Hm bèn ik bly Ne jurons de rien V.
De politiek te New-York.
Het is met de veiligheid in New-York
tegenwoordig blykbaar al heel slecht gesteld.
Wy hebben molding gemaakt van den bru
talen Btraatroof op klaarlichten dag in een
der drukste buurten van de stad, maar dit
geval, al was het dan ook zeldzaam brutaal,
staat volstrekt niet op zich zelf. Straatroof
en inbraken zyn tegenwoordig aan de orde
van den dag en in de Newyorksche bladen
worden na ernstige beschuldigingen geuit
tegen de politie, die voor haar taak niet be
rekend blykt te zyn. Men spreekt het onom
wonden uit, dat het in het departement van
politie aan de noodige leiding ontbreekt,
dat er een chaos heerscht en dat niemand
er eigenlyk meer weet, wat men moet doen,
om aan de steeds toenemende misdadigheid
in New-York het hoofd te bieden. Er zyn
tegenwoordig meor misdadigers in New-York
dan ooit te voreD, zegt men, en scherp laakt
men daarby den bnrgemeeBter Gaynor, die
mon voor den onvoldoenden toestand waar
in het politiecorps verkeert, verantwoorde
lijk «tolt. Mon verwacht nu, dat er thans
eens een flinke opruiming onder de politie
zal worden gehouden, en tal van onge-
schikten zullen worden ontslagen.
De verzekeringsmaatschappijen zyn, met
het oog op do, in den laataten tyd zoo ont-
saglyk toenemende gevallen van roof en in
braak voornemens, de premiën voor de in
braak- en diefstalverzekeringen te verhoogen.
door P. N. v. R.
Wat Jan Bijl vertelde.
'kZat in de warme, eenvoudvolle woning,
vlak by hot toestel, waarmee Dorus Rykers
vrooger zoo menigmaal is opgeroepen om te
vechten met de branding. De hoorn hing
stil-vergeten op den haak en de nieuwe
schipper, een menach zonder uit
bundigheid van vertoon, een man,
wakker en Btoor in 't gevaren-loven op zee,
begon, raar aanleiding van een opmerking,
rondborstig te praten.
Ik moet u eorlyk zeggen, meneer, dat
het rinkelen van de telefoon my niet roert
of raakt. Als de bel soms onverwachts in
't holletje van den nacht gaat, ben ik dadelyk
present. En wanneer dan de tjjding vaD 't
havenkautoor komt: By), er zit eea schip,
maak je gereed, want do reddingboot moot
vermoedelijk uit heeft Jan in een wip de
plunjes aan 't lyf en het duurt niet lang of-ie
staat buiten om met spoed op post te wezen.
Vast slapen U begrijpt toch zeker, dat je
zoo'n beetje op het signaal voorbereid bent,
als de wind over 'tNieuwediep klaagt, ali
het op zee spookt en stormt. Dan leg je
onwillekeurig half wakker om het toenemend
waaien, het onstuimig weer te beluisteren
om de gevolgen der onheilen op 't groote
water alvast te berekonon. Er kan immers
daar op ieder oogenblikje wat gebeuren? De
wilde, woeste buien kennen geen pardon aan
onze kast, de aanwakkerende windhoozen
zyn er maar al te dikwyls over uit om een
verdwaald vreemd vaartuig in het geraas,
in de zwarte schaduw te misleiden, en u weet,
in dht geval wordt het meestal onze beurt
om by te springen. Ik zei u daarstraks,
dat je in stormnachten zoowat rekent op
rampen. Toch komen ze wel eens als een
verrassing voor. Daar heb je bijvoorbeeld
myn eerste reis als schipper, 's Nachts om
twee uur kwam ik thuis van de visschery
en lag pas een klein uurtje lekker onder de
dckenB, toen do telefoon ging. Net drie uur.
Direct uit de veeren. Hallo, hallo I Er werd
gobromd een stoomboot in de Znidergrondon.
Opuieuw in de kleeron en naar de kant.
Om vier uur gingen we achter de sleepboot,
de haven uit. De lucht was effen gry>, de
wind gierde en zoo ver je zien kon was de
zee wit van schuim. Eenmaal goed en wel
by het slachtoffer, de Engelsche stoomboot
«City of Cologne", geladen met steenkool,
kregen we al spoedig te doen met kwaad
aardige brokken water en eerst na veel
inspanning raakten we langs zy. Schipper
Kniper was ons al voor geweest met z'n
reddingvlet. Die had negen man van de
equipage genomen en overgebracht op de
booten. Maar de kapitein met vyf matrozen
en de loods moesten er nog af. De eerste,
een stug, styf baasje, trots en eigenzinnig,
wou zyn schip niet verlaten en z'n aanhangers
weigerden eveneens hardnekkig. Je kon die
lui niet bewegen, niet overtuigen om mee te
gaan. En toch was het gevaar voor hen
bijzonder groot. Een uur later werd de
branding onhoudbaar en de kapitein kreeg
do boodschap, dat hy moest kiezenaan
boord blyven of onmiddellijk mee. De red
dingboot werd compleet geteisterd en we
konden ons zelf niet langer handhaven. Toen-ie
zag, dat het geen gekheid was, dat de touwen
by ons los gingen, besloot-ie eindelyk om
zich toch maar over te geven. Behouden
kwamen we met de zes man hier aan en
wat verder op den dag sloeg de «City of
Cologne" over de gronden heen en aldus
vlot en drijvende werd zy opgepikt door de
sleepbooten, die haar vervolgens binnen
brachten."
De schipper, een forsch type in syn rieten
leuningstoel, met een oude, breedgerande
slappe bolhoed op het hoofd, die, hier en
daar met roode menie en vischschubbetjes,
z'n regelmatig gevormd gelaat beschaduwde
de schipper, met zware, borstelige wenk
brauwen, stevigen bruinen hals en gespierde
vuisten en armen, wekte myn nieuwsgierigheid
op en ik vroeg of hy nog meer meegemaakt
had."
•Och, ik vat 't wel, u wou alles tot in de
puntjes weten Maar het een en ander is al
zoo lang geleden en 'k heb er nooit aan ge
dacht om eens nauwkeurig boek te houden
van al die dingen.
Er klonk iets in die stem van menachen-
eonvoud, dat trof en my sympathiek stemde.
Toen ik een pooBje diplomatisch bleef zeuren
en aanhouden kwam een verschrompeld stuk
papier te voorschjjn, met krabbels, niet mak
kelijk te ontcijferen. Primitieve aantoeke-
ningen zonder schyn, die, als heerlijke waar
heden, evenwel de gezonde overtuiging gaven
van een hoog beginsel vol daden, vol hel
denmoed en zelfverloochening.
Dan moet ik beginnen met den ouwen
tyd," hernam de schipper, fmet het tijdperk,
waarin de gebraden duiven haast op je mond
afkwamen. Gevormd in de zoute levenslucht,
scheen de natunr niet anders van me te
willen maken dan zeerob, k Kon het op't
land niet harden en daarom vroeg op 't
water. Nauwelijks veertien jaar oud, scbar-
rolde ik met vletteren den kost bij elkaar.
Scharrelen is feitelijk niet goed gezegd. In
die dagen hoefde je heelemaal niet te snuf
felen, te bedelen naar werk. Er lag geregeld
volop voor jong en oud. Myn baan was
hot binnenbrengen van vreemde schepeD. 'n
Best betaald karwei. De Franschon, de Duit
schors, de Italianen, de Spanjaarden, de Oos
tenrijkers waren niet zoo heel royaal, maar
do Engelschen, do Engelschen toonden ziob
als gulle lui. Menigmaal heb ik een pond of
vier verdiend. Dat loodson-werk heeft circa
tien jaar geduurd. Toen werd het een be
roerde boel aan 't Nienwediep. Door den
bouw van het Noordzeekanaal waren wo hier
aanstonds voor den achternitg'ang opgeschre
ven. Genoegzaam bekend. Langzamerhand ver
huisden alle nationaliteiten naar IJmniden,
dat door die vette kluiven in welvaart toe
nam, terwyl de Nienwediepers zich voortaan
met de magere, waardeloozo beentjes mochten
bezighonden. Een bittere troost voor zoo'n
vernedering in de wereld. Ja, ja, in do
wereld. In de wereld, meneer I Jo moet niet
vergetenin het dichte mastenwoud op do
Elbe wisten alle zeevarende volken waar 't
Nienwediep lag. In Hamburg, in Bromeu
kon iedere lichtmatroos voor de vuist zoggen
wat er alzoo in 't Nienwediep omging. De
Belgen hadden te Antwerpen den mond vol
over het drukke vorkeer te Nieuwedi-p.
Door den Britschen wereldhandel gingen we
in zeventig uitmuntende havens van Eugeland
over de tong. In de dokken van Londen
en Liverpool werden de Nieuwodiepers niet
vergeten als hun beroemdo haven on do
rompslomp zoo te pas kwam. In Kopenhagen
hetzelfde: de Denen deden belangrijke zaken
by ons. En Hüvre! Alle voortbrengselen der
Fransche nyverheid moesten bij de Nienwe
diepers terecht komen. Dc vroolijke Italianen
voelden zich by ons thuis. Van Kroonstad,
St. Petersburg en Riga kwamen zc bier aan
den kant liggen. Do Spanjaarden, hoewel zo
tachtig jaar lang met Hollanders overhoop
lagen, waren onze vriendeu. Ik kan zo nou
allemaal niet meor noemen, maar Europa,
Azië, Afrika, Amerika, Australië hadden 't
Nieuwediep noodig om met Holland zaken
te doen. Doch al dat moois ging verloreu
toen men don smaak van IJmuiden eenmaal
te pakken had. Een enkele schoener of brik
zocht ons nog op, maar het bleef niet uit,
dat de Buiten- en de Binnenhaven, do hart
aders van 't Nienwediep, werden vergeten
en wy, bedorven en verlekkerdo gasten, op
'n boutje konden byten. Voor velen «on
leelyke geschiedenis. Die genoeg geld in 't
laadje hadden geborgen, trokken een zuur
gezicht dat alles uit was, maar die van de
scheepvaart moesten bostaan en er dagelijks
brood voor koohten voelden don slag veel beter.
Het voordeelige vletteren van de reö op
de haven was voor my gedaan en door
andere bezigheden, de bedrijvigheid van bet
vissohen buitengaats en do voorkomende
strandingen aan de kust vergat jo de gouden
bergen en kregen wo geloidelyk de meer
armoedige omstandigheden, de sleur van den
tegenwoordigen tyd baringtrekken, rotganzen
schieten, menschen-redden, turen op 'n sjouwtjo
of ergens op een hoek nitkyken en afwachten.
(Wordt vervolgd).
Tijdstippen van verzendlnp der
Brievenmalen.
Naar Oost-Indië
Verzendingsweg.
Dtturo te UrlH'VÏ
poa'Wiorging-l^ 'poslk;
p. zeepost via Amsterdam 1 en 15 Mrt. 7.—
p. zeepost via Rotterdam 8 en 22 7.— 'sav.
p. Holl. mail via Genua .12 en 20 7.— 'sav.
p. IIolL mail via Marseillc 5 en 1W 8.30'* nam
p.Franschera.TiaMarseillc 8 en 22 i 7.
(voor Sumatra's Westkust
en Benkoelen alleen op
verlangen der afzenders)
p. Dnitsche m. via Napels
Naar Palembang, Riouw, Banka, Billiton
en Borneo:
8,30'smor.
7.— 's av
3.30'snain
mail via Genua .1
p. Holl. mail viaMarseille
(alleen op verl. der afz.)
p.Fransche m.via Marseille
p. Duitsche ra. via Napels
Naar Atjoh en de Oostkust van Snmatra
Eng. mail via Brindisi
>11. mail via Genua
p. Hol
eiken Vrijdag
12 en 26 Mrt.
5 en 19
8 en 22
8.30'ainor.
7.'s at.
3-30's nam
7.— s av.
12'Hrnidd.
p. Holl. mail via Marseille
(alleen op verl. der afz.)
p.Fransche m. viaMarseille
p. Duitsche m. via Napels
Naar Guyana (Suriname):
p. zeepost via Amsterdamili en 28 Mrt. |7.'s av.
p. mail via Qneenstown 1 en 15 3.30'snam
p. mail via New-ïork. 1 en 15 t 3.30'snain
p. mail via St. Nazaire .1 7 17.s av.
Naar Cura^o, Bonaire en Aruba:
p. zeepost via Amsterdam 14 en 28 Mrt. 7.— 'sav.
p. mail via Southampton eiken Dinsdag
of Qneenstown. en Vrijdag
p. mail via Hamburg 1 Mrt.
(alleen op verl. der afz.)
Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba:
p. zeepost via Amsterdam jl 4 en 28 Mrt. |7.— 'sav.
lallcen op verl. der afz.)
p. mail via Engeland elkeu Woensd.|7.'sav.
Naar Kaapland, Natal, Oranjo-Rivior-kolonie
en Transvaal:
eiken Vrydag, 8.80 's namiddags.
FEUILLETON.
16)
Teruggekomen vroeg zy, naar adem
hijgend en b(jna niet wetende wat te seggen.
«Teruggekomen om mjjn vader te zien en je
onschuld te bewyzen
•Neen", antwoordde hy op smartelyken
toon. ,Ik ben slechts gekomen om jon te
zien, of liever gezegd, het huis waarin je
woont, evenals oen dief zyn schat komt
bekyken, want ik had niet durven hopon je
te ontmoeten. Ik daoht niet, dat do Hemel
my zoo genadig zou zyn. Ik kon niet weg
blijven. Ik moest de vensters zien, waarachter
ik wist, dat je verblyf hield. Ik moest nog
eenmaal in den tuin wandeleD. Ik wist, dat
het mijne smart verergeren zou, er weer
van te moeten scheiden, maar ik werd er
heen gedrongen! O, lieveling on nu mag ik
je nog eens zien! Wat zeg ik? Mag ik je
zoo nog noemen
Ik werd byna krankzinnig van verlangen.
Ieder aar van den dag heb ik aan je ge
dacht. Zeg my, mocht ik het doen, of doe
ik er kwaad aan
Hy had xyne hand op de fluweelen mantel
mouw gelogd, die haar blooten arm tegen
koude besohutte, want »y droeg een lichte
avondjapon. Eeno rilling ging Evert door
de leden.
fZeg my, Paulina, mag ik je nog lief
hebben Wanneer je meent, dat het beter
is van niet, welnu, dan zal ik trachten
kracht te vinden voor goed afscheid van je
te nemen, nooit weer by je te komen. Ant
woord my toohl Wanneer je wist, hoe ik
lyd, zou je me niet zoo lang in deze onzeker
heid laten."
Hy voelde hoe zy beefde onder de aan
raking van zjjne vingers.
Toen legde zy hare hand op de zyne en
keek hem aaD.
Neen, Evert, je moet nog hier blyven;
wy hebben elkander nog te veel te zeggen."
Hy duizelde van geluk by hare woorden,
die hem weer moed gaven.
Bon je dan bly, dat ik gekomen ben
fluisterde hy beesch. BIs het werkelijkheid
of droom ik
uSst", fluisterde zy. «Sst! kyk daar eens
Op eenigen afstand zagen zy«de brandende
punt van een sigaar, en op hetzelfde oogen
blik, dat zy tot die ontdekking kwamen,
scheen de onzichtbare zich bewust te zyn,
dat zyne sigaar hem verraden kon, en werd
deze verwyderd. Zy zagen het lichtjo niet
meer en onderscheidden geen menschelyk
wezen in de duisternis.
•Hy weet, dat wy samen zyn", fluisterde
Paulina ontzet. ,Hy denkt, dat wy het branden
de puntje nog niet gezien hebben en waant
zich nog onopgemerkt. Ik ben er zeker van,
dat hy ons bespiedt. En als het de man is,
dien ik vermoed, dan zal hy geen genade
toonenl"
Er sprak eene groote angst nit haar toon
stilzwijgend stonden zy een tydlang onbe
wegelijk naast elkander. Zy hoorden niets.
•Alles is veilig", zeide Evert ten laatste.
,Wie het ook geweest is, hy kan ons niet
gesien of herkend hebben. Het wegwerpen
van zyn sigaar was bloot toeval."
,Neen, geen toeval", hernam Paulina
hoogst ernstig. «Hy zag ons, daarom is hy
teruggekeerdhy wilde ons niet voorbijgaan.
En dat hy zyne Bigaar wegwierp, bewyst,
dat hy wist of raadde, wie wy waren, on
dat hy zelf niet gezien wilde worden. Zoo
is bet."
Zy zag angstig om zich heen.
Dat is juist iets voor hem", zei ze
bevende.
Voor wien Van wien spreek je
Van majoor Groeneveld", antwoordde zy.
«Grooneveld", herhaalde hy verruimd,
terwyl er eon glimlach over zyn gelaat
gloed. (Wat doet het er toe, of hy ons zag?
Hy heeft u lief, dat weet ik. Heb ik niet
ontzettend daardoor geleden Maar wanneer
je hem niet bemint, zal hy je weigering als
man van eer aannemen, oprecht, zonder
wrok. Denk je dat niet Hij zal er onder
lydon, natuurlyk, vooral wanneer by tot de
ontdekking komt, dat ik een oorloos" man,
genade bob gevonden in je oogen."
Evert! Hoe kan je zoo spreken? Weet
je niet, dat ik
Zij hield plotseling weer stil en nam eeno
luisterende houding aan.
Wacht", fluisterde zy, >ik geloof, dat h(j
dicht by is, vlak by, en ons beluistert. Het
is bier zoo donker, Evert, kom mee. Daar
ginds zal het beter zyn!"
Zy liepen een zylaan door, openden een
hek en sloten het weer achter zich.
Hier zyn wjj veilig", zeido zy. We zul
len in ieder geval het hek hooren, als er
iemand komt."
Als in een droom gehoorzaamde hy haar.
Wat wilde je my seggen, liefste?"
Ik wilde je vertellen, dat ik veel verdriet
heb gehad, sinds je bent weggegaan."
«En hoe denk je, dat ik geleden heb
Toen ik je stem niet meer boorde, je glim
lach niet meer zien kon, was het my, alsoi
de zon voor goed uit myn leven wog was."
Zy drukte zich togen hem aan.
Arme Evert!"
Hij Dam haar in zyne armen.
,Ik kan je nooit vertellen, hoe ik my
gevoel zonder jou.O, en wanneer de gedachte
in my opkwam, dat je zondt ophouden my
liet te hebben Ik had nooit durven hopen,
dat je liefde voor my zóó diep wortelde."
Zy sloeg het gelaat naar hem op.
,Evert, geloof je my, wanneer ik zeg,
dal ik na je vertrek Diet één gelukkig uur
gekend heb Ik heb my zelf iederen dag
afgevraagd, hoe het mogelyk zou zyn voor
taan zonder je te leven, Da dezen zomer,
den gelukkigsten van myn jeugd. En ik kou
my maar niet indenken, dat we werkelyk
afscheid van elkaar hadden genomen, afscheid
voor goed."
Paulina dan was het de voorzienigheid,
die my hierheen voerde van avond. O, lieve
ling, als ik het had kunnen droomen, ik,
die een geruïneerd, onteerd man ben."
In myn oog zyt gij niet onteerd, lieve."
Zy voelde zyne armen om haar hals beven.
•Je gelooft in my Je weigert my als
schuldig te beschouwen
«Ja, ja. In myn oog ben je onschuldig.
Hoe zou ik, die je zóó liefheb, aan schuld
kunnen denken
En dat zeg je niettegenstaande myne
eigen schriftelijke bekentenis vroeg hy
ontroerd door snik een onwrikbaar vertrouwen.
,Ja. Wat ook de verklaring van deze
gebeimsinnigbeid moge zyn, nooit zal ik het
geloof in je onsohuld verliezen, tenzij
tenzy je je zelf schuldig verklaart en eerder
niet."
Evert Hartman omhelsde haar teeder. j
God zegene je, God zegene je", tluistorde
hy in vervoering.
Stilzwijgend hielden zy elkander een tyd
lang in de armeD.
Nu moet ik gaan, liefste. Ik moet naar
binnen; het wordt reeds laat."
«Goeden nacht dan, liefste, en tot weer
ziens I Je weet niet, hoeveel kracht je my
gegeven hebt, Paulina. Ik kan nn teruggaan
en met frisschen moed en nieuwe hoop den
Btryd voortzetten. Zul je my wachten na de
overwinning? Beloof je m(j dat?"
Ja, Evert, ik zal wachten tot in eeuwig
heid."
En zachter, terwyl zy nog eens haar
hoofdje tegen zyne borst drukte, vroeg zy
.Is de stryd heel zwaar, heel moeielyk
Hy perste de lippen op elkander.
•Ja, heel moeielyk. De wereld is wreed.
Maar ik zal ééns overwinnen. Wie zou het
niet, met eene vrouw als jy tot schutsengel
Hy keek haar langen tyd aan.
„Mag ik op deze plaats terugkomen
vroeg hy smeekend. „Mag ik Ik weet, dat
het verkeerd is, maar ik kan nn niet van je
scheiden met de gedachte, dat het misschien
voor heel lang zou zyn. O, wanneer je vader
alles wist, zou hy er niet tegen hebben
Zeg my, liefste, mag ik
„Waarom zeg je het hem dan niet
„Alles, alles zon in orde komen."
Zyn gelaat werd doodsbleekzy voelde,
hoe hy klappertandde.
„Ik heb hem gezegd, dat ik onschuldig
ben, lieve. Meer kan ik hem niet zeggen.
Nu niet, tenminste. Het hangt niet alleen
van my af, want ©r is eon ander, er sfln
anderen in betrokken
Hy brak plotseling af, terwijl hy zich
bedacht, dat die ander haar broeder whs en
de echtgenoot van zyne zuster, en dat hy
niet zoover mocht gaan, dat sy eenig kwaad
vermoeden zon krjjgen.
„Wy moeten wachten, liefste, en hopen
en bidden. Laten wy biddende tyd cal
ons dan minder lang vallen. En zeg mij nu,
of we elkander spoedig zullen weerzien
Beloof my, dat je komen zult op deze
plaats, ja
„Ja", fluisterde zy.
„Wanneer Over veertien dagen
nJ«"
Toen boog hy zich over haar en kuste
haar op de lippen.
„Ik zal komen", zeide hy, „over veertien
dagen dat is das afgesproken."
„Goeden nacht. Arme Evert, wat zijn je
handen kondl Je had hier niet zoo lang
moeten blyven. Je bent nog zoo kort geleden
hersteld en nog niet geheel op krachten."
„Wanneer ik by je ben en jo stem hoor,
voel ik my sterker dan vóór het ongeval",
zei by gejaagd.
Toen zy het hek bereikten eu hy het voor
haar openhield, boog hy zich nog eenmaal
tot haar over.
„Zou het niet beter geweest zyn, als ik
toen maar gestorven was, toen iedereen
dacht, dat het met my gedaan was?"
Zy legde hare hand op zyn mond.
„Zeg dat nooit weer, Evert. Weet jo wel,
dat myn leven voor goed ongolukkig zou
geweest zjjn, wanneer je gestorven was
„God zegene je daarvoor. En nn vaarwel,
tot wedersiens, lieveling 1"
(Wordt vervolgd),