KLEINE COURANT - 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, WSeringen on Anno Paulowna No. 4076. Zaterdag 2 Maart 1912. 40ste Jaargang. UIT DK HELDERSCHE SAMENLEVING De Zoon van den Bankier. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, Ir. p. poit 75 ct., buitenland 1.25 Pre- Zondagsblad 37$ 45 f 0.75 sniën j Modeblad >»»55»»»»65* 0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Adverteatiën van 1 tot 5 regel* (bij vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meerJj Bewijs-exemplaar Vignetten en groote letter* worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- lafoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever C. DE BOER Jr. (y. h. BERKHOUT Co Helder. Eerste Blad. IRIEUWSBERICHTED. HELDER, 1 Maart. Raad voor de Scheepvaart. Op '21 Fobr. is de IJmuidensche stoom trawler //Lnit.-Gen. den Beer Poortugael" IJM. 81 van de Alg. Visschery-My., schipper A. Koster, by de Terschellinger-gronden gestrand. De Raad beeft hiernaar Dinsdag een onderzoek ingesteld. De schipper, als getuige gehoord, ver klaarde geen journaal te kunnen houden. Van deviatie heelt hy geen verstand. Om 5.20 des namiddags op 21 Febr. werd er 20 vaam water gelood, op een grond van zwart slik. De trawler kwam van de visschery getuige vermoedde, dat hy op de Amelandsche Vlakte was, en stuurde Z.Z.W. kwart W. Daarna ging hij omlaag om zich wat te warmen en bleef meteen eten. Er bleef dén man op de brng; de machinist was ook gaan sohalten. Een kwartier later zat het schip vast. Getuige schrijft het ongeval toe aan het overmatige werken, dat hy gedaan had. De kindermoord te Beek. De Arnhemsche Rechtbank heeft Dinsdag rechtsingang verleend met last tot instructie der zaak tegen A. J. Hartjes te Beek, ver dacht van moord op zyn 7-jarig dochtertje. De gevangenhouding van hem is met 30 dagen verlengd. De Rechtbank overwoog dat er voorshands genoegzame gewichtige gronden waren die er op wyzen dat hy zich aan het misdryf schuldig maakte. De Chineezen-opstootjes in het republie- keinsche ministerie in China besproken. Reuter heeft geseind omtrent hetgeen in het republikeinsche ministerie in China zou gezegd zyn over de onderdrukking der Chi- neezen-opstootjes te Batavia en Soerabaja. Eenige leden van het ministerie hebben tevens aanleiding gevonden hun meening te zeggen over de behandeling die een deel der Chineesen in Oost-Indië van ons heeft te verduren. Het ministerie heeft geoordeeld naar amb telyke telegrammen, die echter van het ge beurde een heel vreemde voorstelling hebben gegeven. Immers het heet in die berichten, dat zoo streng tegen de Chineezen is opge treden, omdatzy den troonsafstand wilden vieren. Iedereen kan weten, dat de Chineezen in Iodië al heel weinig belemmerd worden in hun doorgaans zeer luidruchtige, en daar door voor anderen zeer hindorlyko wyze van leestvieren. Hiertoe kan echter niet gerekend worden de vernieling van den inboedel van den kapitein-Chinees te Soerabaja en een poging tot vernieling van het wettig eigendom van den majoor-Chinees aldaar. Een dergelyke uiting van feestvreugde zal in eiken beschaaf den staat desnoods met de krachtigste middelen worden gekeerd. Ook het dwingen tot het uitsteken van een door de feestvierders aan gegeven vlag, het door bedreiging noodzaken tot slniten van winkels, kan Diet worden toegestaan, ook al betreft het de viering van een gewichtige politieke gebeurtenis. Toen het bleek, dat uit vrees de winkels gesloten werden gehouden, en het handelsverkeer zeer ten nadeele van velen als verlamd werd, lag het voor de hand, dat de vreesaaiijagera werden opgevat. Een onderzoek vooraf kan dan nergens gehouden worden, inderdaad zullen er wel goeden met kwaden hebben geleden maar, zooals reeds gemeld, de zaak der Chineezen zal worden onderzocht. Te Batavia is er eigenlyk niet veel ge beurd. Daar schynt de order om de nieuwe Chineesche vlaggen in te nemen, den Chi neezen aanleiding te hebben gegeven tot het uiten van grove beleedigingen aan het adres van den resident en de politie. Dit gevoegd by de woelige stemming die er heerschte, heeft de overheid aanleiding gegeven de cavalerie er op in te laten ryden, waarna de ruat hersteld was. Overal waar de feest vreugde zioh uit in het beleedigen van de overheid, vallen er klappen. Werkelyk zijn er te Soerabaja honderden welgeteld 800 Chineezen gevangen genomen, maar overigens zyn de ambtelyke gegevens en de geschatte getallen in het Reutertelegram niet juist. Er zyn geen 3 Chineezen gedood, maar 1 gedood en 2 ge wond. Het geschatte aantal Chineezen op Java overschrijdt verre de werkelijkheid. Ultimo 1905 waren er op Java alles by elkaar 292,108 Chineezen. Er zullen er in de 6 jaren, dien sedert dien verliepen,- wel bygekomen zyn, maar een getal van 7,000,000 Chineezen op Java, zooals leden van het republikeinsche ministerie in China volgens Reuter hebben opgegeven, is wol wat al te overdreven. De republiek in wording beschikt blykbaar niet over veel getallenmateriaal. In Cbina, dat voortdurend het uitvaagsel van zyn bevolking naar andere landen laat trekken, beweert men nu, dat de zuivere Chineezon op Java worden behandeld als wilde beesten 1 Wy gelooven, dat die Chineezen zelf er vreemd van zouden opzien als zy dit hoorden, maar het ligt wel voor de hand, dat tegen over deze Chineezen, door Henri Borel ge- teekeod als een degeneratie van de echte in China, met krachtige hand moet worden op getreden. Juist een jaar geleden schreef het Chineesohe dagblad .Perniagaun", een terug blik werpend op 1910 «Voor de Chineezen in dit gewest (Batavia) is 1910 een gelukkig jaar geweest. Dankbaar wordt de groote vryheid van boweging herdacht welke door de wyziging van het passenstelsel aan de Chineezen gegeven is. De opening van een tweede Chineesche school en de invoering van het Fransch als facultatief leervak op de Hollandsch-Chineesche scholen, bewyst, dat de regeering ook geen kosten ontziet om aan de rechtmatige eischen van hare Chi neesohe onderdanen tegemoet te komen. De gevolgen van groote maatregelen openbaren zich veelal eerst na verloop van jaren, maar dit is nu al een van de verblijdende en op dit oogenblik reeds genietbare vrachten dier maatregelen, dat de goede bedoelingen der regeering met dankbaarheid worden erkend". En deze veelal tot welstand en grooten wel stand gekomen Chineesche onderdanen zouden aympathiseeron met de anarchistische nei gingen van de Macao en Hakka of Kheh- Chineezen Een Duitsch scbryver in rDer Tag" schreef dezer dagen, dat een ijskoud bad sommigen geen Bchado doet, anderen een doodelyken schok zal geven. Hy vergeleek den overgang van het despotische bestuur in China tot den republikeinschen regeeriqgs- vorm met een dergelyke physieke geweld- proef. Vele Chineezen, en wel de minst ont wikkelden vooral, zullen dien schok niet goed doorstaan, zy zullen denken nu overal alles te mogen doen en laten. Niet alleen in onze Oost maar ook in de Straits wordt dit ondervonden. Botsingen mot het gezag van het land, dat hun gastvrijheid verleent, kannen onder dergelijke omstandigheden niot uit blijven. Zulk een botsing heeft ur nu dezer dagen te Batavia en Soerabaja plaats gehad, niM- („N. Bolt. Ct.') De correspondent van do .N. Rott. Ct." te Batavia seint d.d. 28 Febr. De Soerabajasche Vereeniging Soe Po Sak heeft zich tot Nanking gewend met het verzoek om tusschenkomst. Hierop is als antwoord ontvangeD, dat de Chineezen op Java moeten gehoorzamen aan de wetten van het land. En later De regeeriDg heeft den Chineeschen ver gund de revolntionnaire vlag uit te steken. Wy beginnen met de misschien overbodige aanteekening, dat oificieel alleen Joeansjikai, die te Peking verblyf houdt, in China het gezag in handen heeft, en doende is de republiek in China te stichten. Te Nanking is de regeering, uit de republikeinsche par ty gevormd, met gedelegeerden uit verschil lende provincies. Ook dr. Soenjatsen behoort daartoe. Een officieele status heeft dat repu blikeinsche ministerie niet. Men herinnert zich, dat de opstootjes der Chineezen te Soerabaja en Batavia, in dat republikeinsche ministerie reeds besproken zyn en wel in zeer afkeurenden zid, voor wat ons optreden daar betreft. Er stond zelfs iD, dat dit ministerie de onmiddellijke opzeg ging van het tusBchen China en Nederland gesloten verdrag en het verzoek om den Nederlandschen gezant terug te roepen, over woog. Het heette verder, dat er gTOOte ver ontwaardiging heerBchte. Eenige leden van dat ministerie zouden zich allurscherpst hebben uitgelaten over de behandeling die de Chi neezen op Java van ons hadden te verduren. Waar dat republikeinsche ministerie zich dus de zaak der Chineezen op Java reeds had aangetrokken, ligt het voor de hand, dat de Chineesche vereeniging Soe Po Sah zich tot dat ministerie heeft gewend. Na het ernstige Reuterbericht moet het volkomen correcte antwoord uit Nanking tot tevreden heid stemmeD. Een nieuwe regeeringsvorm kan alleen dan by anderen eerbied afdwingen, als van stonde of aangetoond wordt, dat daar ook eerbied voor de wetten van andere landen voorzit. Het groote verschil tusschen het voren bedoelde Reuterbericht en het nu ontvangen eerste telegram uit Batavia, kunnen wy alleen verklaren door de mogelijkheid, dat in de twee dagen, die sedert verloopen zyn, het republikeinsche ministerie in China andere en betere berichten omtrent aanleiding tot en onderdrukking van de Chineezen-opstootjes op Java heeft ontvangen, zoodat de stemming tegenover ons wat zachter is geworden, en daar de eenige correcte houding is aange nomen door hun landgenooten op Java te antwoordon eerbiedig de wetten van het land, mogelyk met de toevoeging dan eerst kunnen wy zien wat wy voor n gedaan kunnen krygen. Nu hot gebleken is, dat van de zijdo van China geen ontoelaatbaren druk in dit opzicht geoefend zal worden, heeft de Indische rogeuring mogelyk is er nu ook officieel bericht omtrent den troonsafstand ingekomen blykbaar or geon bezwaar ingezien den Chineezen te vergunnen de revolntionnaire of republikeinsche vlag uit te steken. Zoo schynt alles weer terecht te zullen komen. ftN. Rolt. Ct.") Nederland en China. In vorband met het Renter-bericht van Dinsdagochtend omtrent de besprekingen in het republikeinsch kabinet te Nanking be treffende de behandeling van Chineezen op Java, meldt het Haagsch correspondentio- bureau Het Chineesch gezantschap hier heeft geen ambtelyke berichten ontvangen, die bevestiging zouden kunnen geven aan ge ruchten, dat China zyn gezant te s Graven- hage zou terugroepen". By do Regoering is het volgende telegram ontvangen betreffende de ongeregeldheden onder de Chineezen te Soerabaja «Thans zyn ongeveer achthonderd Maco- Chineezen te Soerabaja zonder veriet ge arresteerd en nagenoeg alle winkels her opend. De handelsbeweging wordt normaal". Officieel niot en nergens te 'a-Gravenhago is iets bekend omtrent de gepubliceerde tele grammen betreffende maatregelen der Chi neesche regeering. Arme millionnair I Dinsdag heeft in Parys de trekking plaats gehad van do laatste lotery in Frank rijk, loterij die tot liquidatie diende van alle mogelijke in dezen vorm gegoten leeningen voor philantropische doeleinden. Dergelyke loteryen zullen voortaan niet meer worden toegelaten, omdat er zooveel mee geknoeid is, maar om nu de menBchen.niet zoo ineens teleur te stellen was hun nog een laatste kans gegeven op een fortnin. Die kans is sinds Dinsdag verkeken, on de gelukkige winnaar is o schande een rentenier! Meoeer Cansse, stevige zeBtiger, die met zyn zoon, een ingenieur, oen mooi huis op den boulevard Perreire bewoont, stuurde mor gens zyn dienstmeisje uit om de loterylyst te koopon die de camelots rondbrnlden, en nauwelijks had hy er een blik op geworpen of hy zeeg bleek en machteloos ineen. Hy was millioenair I Maar heel veel pleixier heeft de nieuwe rykaard tot dusver nog niet van zyn for tuintje, dat een fortuin is, gehad. Eerstens was hy zóó van streek dat hy heel den dag niet eten en heel den nacht niet slapen kou. Maar in de tweede plaats is hy zoo dom ge weest dadelyk naar het Crédit Foncier" te stappen om zyn biljet gaan inleveren, en daar hebben de employ's wel gezorgd dat 's heeren Caussé's gelukje wereldkundig werd. 't Gevolg was dat sindsdien een stroom van belangstellende bezoekers onophoudelijk zyn trappen op- en af-rent, om hem geluk te weuschen en te bewegen hun een deel van zyn buitenkansje af te staan. De con ciërge heeft geen leven meer door de listen die ze verzinnen moet om al deze geïnteres seerde «vrienden" af te caveeren. «Verbeeld u, meneer", vertelde ze tegen een journalist, «sinds vanmorgen zyn er al meer dan tweehonderd menschen komen opdagen, die allemaal meneer Causae kwamen bezoeken, 'k Had er nooit een van gezien, maar natuurlyk 't waren allemaal «iatieme vrienden". Maar dan vroeg ik ze maar vertelt u me dan eens hoe meneer Causse z'n voornaam is, en die van den jongen meneer en dat wisten ze natnurlyk niet. Dan kwam 't uitde een wilde een piano komen verkoopen, de ander een automobiel, de derde een biljart, de vierde wjjn. Uit vinders waren er onder, by de vleet, en ver tegenwoordigers van banton die zyn geld plaatsen wilden, en jonrnalisten die om zyn indrnkken kwamen En de brieven en telegrammen, waarvan de bestellers meneer óók persoonlijk wilden gelukwenschen, en bouquetten, en cadeaux! Zooiet* heb ik nog nooit beleefd, en ik hoop dat zoo'n lot nooit meer in myn huis valt tenzij dan by my in do logeMaar ik beloof u dat ik bly zal zyn als meneer do stad uit is dan kryg ik misschien óók een beetje rust." Want de nieuwe millionnair gaat Parys nit, moet Parys nit, onmiddelyk, in een vermomming. Hij heeft geen leven meer.... Hy is alB con suikerpot in een mierennest, een lammetje in een bósch met wolven. Als hy bleef was hy in een oogwenk tot op het been afgekloven. Men zegt, dat hy vanmor gen in zyn schunnigste pakje zyn hnis nit zou komen om naar een afgelegen station netje te wandelen en xich ergens ver weg te gaan begraven, tot men hem wat verge ten is. Ik hóóp voor hem dat hy heelhuids door de rangen der belegeraars is heen go- komen, maar ik vrees ervoor, want ze kijken natuurlyk met Argus-oogen Armo millionnairHy moet wel eens met weemoed terugdenken, dunkt me, aaD den tyd toen hy nog een simpel klein onbekend renteniertje was. Op het oogenblik is syn lot zeker niet te benijden. Ik ben bly dat 't millioen niet op myn lot Hm bèn ik bly Ne jurons de rien V. De politiek te New-York. Het is met de veiligheid in New-York tegenwoordig blykbaar al heel slecht gesteld. Wy hebben molding gemaakt van den bru talen Btraatroof op klaarlichten dag in een der drukste buurten van de stad, maar dit geval, al was het dan ook zeldzaam brutaal, staat volstrekt niet op zich zelf. Straatroof en inbraken zyn tegenwoordig aan de orde van den dag en in de Newyorksche bladen worden na ernstige beschuldigingen geuit tegen de politie, die voor haar taak niet be rekend blykt te zyn. Men spreekt het onom wonden uit, dat het in het departement van politie aan de noodige leiding ontbreekt, dat er een chaos heerscht en dat niemand er eigenlyk meer weet, wat men moet doen, om aan de steeds toenemende misdadigheid in New-York het hoofd te bieden. Er zyn tegenwoordig meor misdadigers in New-York dan ooit te voreD, zegt men, en scherp laakt men daarby den bnrgemeeBter Gaynor, die mon voor den onvoldoenden toestand waar in het politiecorps verkeert, verantwoorde lijk «tolt. Mon verwacht nu, dat er thans eens een flinke opruiming onder de politie zal worden gehouden, en tal van onge- schikten zullen worden ontslagen. De verzekeringsmaatschappijen zyn, met het oog op do, in den laataten tyd zoo ont- saglyk toenemende gevallen van roof en in braak voornemens, de premiën voor de in braak- en diefstalverzekeringen te verhoogen. door P. N. v. R. Wat Jan Bijl vertelde. 'kZat in de warme, eenvoudvolle woning, vlak by hot toestel, waarmee Dorus Rykers vrooger zoo menigmaal is opgeroepen om te vechten met de branding. De hoorn hing stil-vergeten op den haak en de nieuwe schipper, een menach zonder uit bundigheid van vertoon, een man, wakker en Btoor in 't gevaren-loven op zee, begon, raar aanleiding van een opmerking, rondborstig te praten. Ik moet u eorlyk zeggen, meneer, dat het rinkelen van de telefoon my niet roert of raakt. Als de bel soms onverwachts in 't holletje van den nacht gaat, ben ik dadelyk present. En wanneer dan de tjjding vaD 't havenkautoor komt: By), er zit eea schip, maak je gereed, want do reddingboot moot vermoedelijk uit heeft Jan in een wip de plunjes aan 't lyf en het duurt niet lang of-ie staat buiten om met spoed op post te wezen. Vast slapen U begrijpt toch zeker, dat je zoo'n beetje op het signaal voorbereid bent, als de wind over 'tNieuwediep klaagt, ali het op zee spookt en stormt. Dan leg je onwillekeurig half wakker om het toenemend waaien, het onstuimig weer te beluisteren om de gevolgen der onheilen op 't groote water alvast te berekonon. Er kan immers daar op ieder oogenblikje wat gebeuren? De wilde, woeste buien kennen geen pardon aan onze kast, de aanwakkerende windhoozen zyn er maar al te dikwyls over uit om een verdwaald vreemd vaartuig in het geraas, in de zwarte schaduw te misleiden, en u weet, in dht geval wordt het meestal onze beurt om by te springen. Ik zei u daarstraks, dat je in stormnachten zoowat rekent op rampen. Toch komen ze wel eens als een verrassing voor. Daar heb je bijvoorbeeld myn eerste reis als schipper, 's Nachts om twee uur kwam ik thuis van de visschery en lag pas een klein uurtje lekker onder de dckenB, toen do telefoon ging. Net drie uur. Direct uit de veeren. Hallo, hallo I Er werd gobromd een stoomboot in de Znidergrondon. Opuieuw in de kleeron en naar de kant. Om vier uur gingen we achter de sleepboot, de haven uit. De lucht was effen gry>, de wind gierde en zoo ver je zien kon was de zee wit van schuim. Eenmaal goed en wel by het slachtoffer, de Engelsche stoomboot «City of Cologne", geladen met steenkool, kregen we al spoedig te doen met kwaad aardige brokken water en eerst na veel inspanning raakten we langs zy. Schipper Kniper was ons al voor geweest met z'n reddingvlet. Die had negen man van de equipage genomen en overgebracht op de booten. Maar de kapitein met vyf matrozen en de loods moesten er nog af. De eerste, een stug, styf baasje, trots en eigenzinnig, wou zyn schip niet verlaten en z'n aanhangers weigerden eveneens hardnekkig. Je kon die lui niet bewegen, niet overtuigen om mee te gaan. En toch was het gevaar voor hen bijzonder groot. Een uur later werd de branding onhoudbaar en de kapitein kreeg do boodschap, dat hy moest kiezenaan boord blyven of onmiddellijk mee. De red dingboot werd compleet geteisterd en we konden ons zelf niet langer handhaven. Toen-ie zag, dat het geen gekheid was, dat de touwen by ons los gingen, besloot-ie eindelyk om zich toch maar over te geven. Behouden kwamen we met de zes man hier aan en wat verder op den dag sloeg de «City of Cologne" over de gronden heen en aldus vlot en drijvende werd zy opgepikt door de sleepbooten, die haar vervolgens binnen brachten." De schipper, een forsch type in syn rieten leuningstoel, met een oude, breedgerande slappe bolhoed op het hoofd, die, hier en daar met roode menie en vischschubbetjes, z'n regelmatig gevormd gelaat beschaduwde de schipper, met zware, borstelige wenk brauwen, stevigen bruinen hals en gespierde vuisten en armen, wekte myn nieuwsgierigheid op en ik vroeg of hy nog meer meegemaakt had." •Och, ik vat 't wel, u wou alles tot in de puntjes weten Maar het een en ander is al zoo lang geleden en 'k heb er nooit aan ge dacht om eens nauwkeurig boek te houden van al die dingen. Er klonk iets in die stem van menachen- eonvoud, dat trof en my sympathiek stemde. Toen ik een pooBje diplomatisch bleef zeuren en aanhouden kwam een verschrompeld stuk papier te voorschjjn, met krabbels, niet mak kelijk te ontcijferen. Primitieve aantoeke- ningen zonder schyn, die, als heerlijke waar heden, evenwel de gezonde overtuiging gaven van een hoog beginsel vol daden, vol hel denmoed en zelfverloochening. Dan moet ik beginnen met den ouwen tyd," hernam de schipper, fmet het tijdperk, waarin de gebraden duiven haast op je mond afkwamen. Gevormd in de zoute levenslucht, scheen de natunr niet anders van me te willen maken dan zeerob, k Kon het op't land niet harden en daarom vroeg op 't water. Nauwelijks veertien jaar oud, scbar- rolde ik met vletteren den kost bij elkaar. Scharrelen is feitelijk niet goed gezegd. In die dagen hoefde je heelemaal niet te snuf felen, te bedelen naar werk. Er lag geregeld volop voor jong en oud. Myn baan was hot binnenbrengen van vreemde schepeD. 'n Best betaald karwei. De Franschon, de Duit schors, de Italianen, de Spanjaarden, de Oos tenrijkers waren niet zoo heel royaal, maar do Engelschen, do Engelschen toonden ziob als gulle lui. Menigmaal heb ik een pond of vier verdiend. Dat loodson-werk heeft circa tien jaar geduurd. Toen werd het een be roerde boel aan 't Nienwediep. Door den bouw van het Noordzeekanaal waren wo hier aanstonds voor den achternitg'ang opgeschre ven. Genoegzaam bekend. Langzamerhand ver huisden alle nationaliteiten naar IJmniden, dat door die vette kluiven in welvaart toe nam, terwyl de Nienwediepers zich voortaan met de magere, waardeloozo beentjes mochten bezighonden. Een bittere troost voor zoo'n vernedering in de wereld. Ja, ja, in do wereld. In de wereld, meneer I Jo moet niet vergetenin het dichte mastenwoud op do Elbe wisten alle zeevarende volken waar 't Nienwediep lag. In Hamburg, in Bromeu kon iedere lichtmatroos voor de vuist zoggen wat er alzoo in 't Nienwediep omging. De Belgen hadden te Antwerpen den mond vol over het drukke vorkeer te Nieuwedi-p. Door den Britschen wereldhandel gingen we in zeventig uitmuntende havens van Eugeland over de tong. In de dokken van Londen en Liverpool werden de Nieuwodiepers niet vergeten als hun beroemdo haven on do rompslomp zoo te pas kwam. In Kopenhagen hetzelfde: de Denen deden belangrijke zaken by ons. En Hüvre! Alle voortbrengselen der Fransche nyverheid moesten bij de Nienwe diepers terecht komen. Dc vroolijke Italianen voelden zich by ons thuis. Van Kroonstad, St. Petersburg en Riga kwamen zc bier aan den kant liggen. Do Spanjaarden, hoewel zo tachtig jaar lang met Hollanders overhoop lagen, waren onze vriendeu. Ik kan zo nou allemaal niet meor noemen, maar Europa, Azië, Afrika, Amerika, Australië hadden 't Nieuwediep noodig om met Holland zaken te doen. Doch al dat moois ging verloreu toen men don smaak van IJmuiden eenmaal te pakken had. Een enkele schoener of brik zocht ons nog op, maar het bleef niet uit, dat de Buiten- en de Binnenhaven, do hart aders van 't Nienwediep, werden vergeten en wy, bedorven en verlekkerdo gasten, op 'n boutje konden byten. Voor velen «on leelyke geschiedenis. Die genoeg geld in 't laadje hadden geborgen, trokken een zuur gezicht dat alles uit was, maar die van de scheepvaart moesten bostaan en er dagelijks brood voor koohten voelden don slag veel beter. Het voordeelige vletteren van de reö op de haven was voor my gedaan en door andere bezigheden, de bedrijvigheid van bet vissohen buitengaats en do voorkomende strandingen aan de kust vergat jo de gouden bergen en kregen wo geloidelyk de meer armoedige omstandigheden, de sleur van den tegenwoordigen tyd baringtrekken, rotganzen schieten, menschen-redden, turen op 'n sjouwtjo of ergens op een hoek nitkyken en afwachten. (Wordt vervolgd). Tijdstippen van verzendlnp der Brievenmalen. Naar Oost-Indië Verzendingsweg. Dtturo te UrlH'VÏ poa'Wiorging-l^ 'poslk; p. zeepost via Amsterdam 1 en 15 Mrt. 7.— p. zeepost via Rotterdam 8 en 22 7.— 'sav. p. Holl. mail via Genua .12 en 20 7.— 'sav. p. IIolL mail via Marseillc 5 en 1W 8.30'* nam p.Franschera.TiaMarseillc 8 en 22 i 7. (voor Sumatra's Westkust en Benkoelen alleen op verlangen der afzenders) p. Dnitsche m. via Napels Naar Palembang, Riouw, Banka, Billiton en Borneo: 8,30'smor. 7.— 's av 3.30'snain mail via Genua .1 p. Holl. mail viaMarseille (alleen op verl. der afz.) p.Fransche m.via Marseille p. Duitsche ra. via Napels Naar Atjoh en de Oostkust van Snmatra Eng. mail via Brindisi >11. mail via Genua p. Hol eiken Vrijdag 12 en 26 Mrt. 5 en 19 8 en 22 8.30'ainor. 7.'s at. 3-30's nam 7.— s av. 12'Hrnidd. p. Holl. mail via Marseille (alleen op verl. der afz.) p.Fransche m. viaMarseille p. Duitsche m. via Napels Naar Guyana (Suriname): p. zeepost via Amsterdamili en 28 Mrt. |7.'s av. p. mail via Qneenstown 1 en 15 3.30'snam p. mail via New-ïork. 1 en 15 t 3.30'snain p. mail via St. Nazaire .1 7 17.s av. Naar Cura^o, Bonaire en Aruba: p. zeepost via Amsterdam 14 en 28 Mrt. 7.— 'sav. p. mail via Southampton eiken Dinsdag of Qneenstown. en Vrijdag p. mail via Hamburg 1 Mrt. (alleen op verl. der afz.) Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba: p. zeepost via Amsterdam jl 4 en 28 Mrt. |7.— 'sav. lallcen op verl. der afz.) p. mail via Engeland elkeu Woensd.|7.'sav. Naar Kaapland, Natal, Oranjo-Rivior-kolonie en Transvaal: eiken Vrydag, 8.80 's namiddags. FEUILLETON. 16) Teruggekomen vroeg zy, naar adem hijgend en b(jna niet wetende wat te seggen. «Teruggekomen om mjjn vader te zien en je onschuld te bewyzen •Neen", antwoordde hy op smartelyken toon. ,Ik ben slechts gekomen om jon te zien, of liever gezegd, het huis waarin je woont, evenals oen dief zyn schat komt bekyken, want ik had niet durven hopon je te ontmoeten. Ik daoht niet, dat do Hemel my zoo genadig zou zyn. Ik kon niet weg blijven. Ik moest de vensters zien, waarachter ik wist, dat je verblyf hield. Ik moest nog eenmaal in den tuin wandeleD. Ik wist, dat het mijne smart verergeren zou, er weer van te moeten scheiden, maar ik werd er heen gedrongen! O, lieveling on nu mag ik je nog eens zien! Wat zeg ik? Mag ik je zoo nog noemen Ik werd byna krankzinnig van verlangen. Ieder aar van den dag heb ik aan je ge dacht. Zeg my, mocht ik het doen, of doe ik er kwaad aan Hy had xyne hand op de fluweelen mantel mouw gelogd, die haar blooten arm tegen koude besohutte, want »y droeg een lichte avondjapon. Eeno rilling ging Evert door de leden. fZeg my, Paulina, mag ik je nog lief hebben Wanneer je meent, dat het beter is van niet, welnu, dan zal ik trachten kracht te vinden voor goed afscheid van je te nemen, nooit weer by je te komen. Ant woord my toohl Wanneer je wist, hoe ik lyd, zou je me niet zoo lang in deze onzeker heid laten." Hy voelde hoe zy beefde onder de aan raking van zjjne vingers. Toen legde zy hare hand op de zyne en keek hem aaD. Neen, Evert, je moet nog hier blyven; wy hebben elkander nog te veel te zeggen." Hy duizelde van geluk by hare woorden, die hem weer moed gaven. Bon je dan bly, dat ik gekomen ben fluisterde hy beesch. BIs het werkelijkheid of droom ik uSst", fluisterde zy. «Sst! kyk daar eens Op eenigen afstand zagen zy«de brandende punt van een sigaar, en op hetzelfde oogen blik, dat zy tot die ontdekking kwamen, scheen de onzichtbare zich bewust te zyn, dat zyne sigaar hem verraden kon, en werd deze verwyderd. Zy zagen het lichtjo niet meer en onderscheidden geen menschelyk wezen in de duisternis. •Hy weet, dat wy samen zyn", fluisterde Paulina ontzet. ,Hy denkt, dat wy het branden de puntje nog niet gezien hebben en waant zich nog onopgemerkt. Ik ben er zeker van, dat hy ons bespiedt. En als het de man is, dien ik vermoed, dan zal hy geen genade toonenl" Er sprak eene groote angst nit haar toon stilzwijgend stonden zy een tydlang onbe wegelijk naast elkander. Zy hoorden niets. •Alles is veilig", zeide Evert ten laatste. ,Wie het ook geweest is, hy kan ons niet gesien of herkend hebben. Het wegwerpen van zyn sigaar was bloot toeval." ,Neen, geen toeval", hernam Paulina hoogst ernstig. «Hy zag ons, daarom is hy teruggekeerdhy wilde ons niet voorbijgaan. En dat hy zyne Bigaar wegwierp, bewyst, dat hy wist of raadde, wie wy waren, on dat hy zelf niet gezien wilde worden. Zoo is bet." Zy zag angstig om zich heen. Dat is juist iets voor hem", zei ze bevende. Voor wien Van wien spreek je Van majoor Groeneveld", antwoordde zy. «Grooneveld", herhaalde hy verruimd, terwyl er eon glimlach over zyn gelaat gloed. (Wat doet het er toe, of hy ons zag? Hy heeft u lief, dat weet ik. Heb ik niet ontzettend daardoor geleden Maar wanneer je hem niet bemint, zal hy je weigering als man van eer aannemen, oprecht, zonder wrok. Denk je dat niet Hij zal er onder lydon, natuurlyk, vooral wanneer by tot de ontdekking komt, dat ik een oorloos" man, genade bob gevonden in je oogen." Evert! Hoe kan je zoo spreken? Weet je niet, dat ik Zij hield plotseling weer stil en nam eeno luisterende houding aan. Wacht", fluisterde zy, >ik geloof, dat h(j dicht by is, vlak by, en ons beluistert. Het is bier zoo donker, Evert, kom mee. Daar ginds zal het beter zyn!" Zy liepen een zylaan door, openden een hek en sloten het weer achter zich. Hier zyn wjj veilig", zeido zy. We zul len in ieder geval het hek hooren, als er iemand komt." Als in een droom gehoorzaamde hy haar. Wat wilde je my seggen, liefste?" Ik wilde je vertellen, dat ik veel verdriet heb gehad, sinds je bent weggegaan." «En hoe denk je, dat ik geleden heb Toen ik je stem niet meer boorde, je glim lach niet meer zien kon, was het my, alsoi de zon voor goed uit myn leven wog was." Zy drukte zich togen hem aan. Arme Evert!" Hij Dam haar in zyne armen. ,Ik kan je nooit vertellen, hoe ik my gevoel zonder jou.O, en wanneer de gedachte in my opkwam, dat je zondt ophouden my liet te hebben Ik had nooit durven hopen, dat je liefde voor my zóó diep wortelde." Zy sloeg het gelaat naar hem op. ,Evert, geloof je my, wanneer ik zeg, dal ik na je vertrek Diet één gelukkig uur gekend heb Ik heb my zelf iederen dag afgevraagd, hoe het mogelyk zou zyn voor taan zonder je te leven, Da dezen zomer, den gelukkigsten van myn jeugd. En ik kou my maar niet indenken, dat we werkelyk afscheid van elkaar hadden genomen, afscheid voor goed." Paulina dan was het de voorzienigheid, die my hierheen voerde van avond. O, lieve ling, als ik het had kunnen droomen, ik, die een geruïneerd, onteerd man ben." In myn oog zyt gij niet onteerd, lieve." Zy voelde zyne armen om haar hals beven. •Je gelooft in my Je weigert my als schuldig te beschouwen «Ja, ja. In myn oog ben je onschuldig. Hoe zou ik, die je zóó liefheb, aan schuld kunnen denken En dat zeg je niettegenstaande myne eigen schriftelijke bekentenis vroeg hy ontroerd door snik een onwrikbaar vertrouwen. ,Ja. Wat ook de verklaring van deze gebeimsinnigbeid moge zyn, nooit zal ik het geloof in je onsohuld verliezen, tenzij tenzy je je zelf schuldig verklaart en eerder niet." Evert Hartman omhelsde haar teeder. j God zegene je, God zegene je", tluistorde hy in vervoering. Stilzwijgend hielden zy elkander een tyd lang in de armeD. Nu moet ik gaan, liefste. Ik moet naar binnen; het wordt reeds laat." «Goeden nacht dan, liefste, en tot weer ziens I Je weet niet, hoeveel kracht je my gegeven hebt, Paulina. Ik kan nn teruggaan en met frisschen moed en nieuwe hoop den Btryd voortzetten. Zul je my wachten na de overwinning? Beloof je m(j dat?" Ja, Evert, ik zal wachten tot in eeuwig heid." En zachter, terwyl zy nog eens haar hoofdje tegen zyne borst drukte, vroeg zy .Is de stryd heel zwaar, heel moeielyk Hy perste de lippen op elkander. •Ja, heel moeielyk. De wereld is wreed. Maar ik zal ééns overwinnen. Wie zou het niet, met eene vrouw als jy tot schutsengel Hy keek haar langen tyd aan. „Mag ik op deze plaats terugkomen vroeg hy smeekend. „Mag ik Ik weet, dat het verkeerd is, maar ik kan nn niet van je scheiden met de gedachte, dat het misschien voor heel lang zou zyn. O, wanneer je vader alles wist, zou hy er niet tegen hebben Zeg my, liefste, mag ik „Waarom zeg je het hem dan niet „Alles, alles zon in orde komen." Zyn gelaat werd doodsbleekzy voelde, hoe hy klappertandde. „Ik heb hem gezegd, dat ik onschuldig ben, lieve. Meer kan ik hem niet zeggen. Nu niet, tenminste. Het hangt niet alleen van my af, want ©r is eon ander, er sfln anderen in betrokken Hy brak plotseling af, terwijl hy zich bedacht, dat die ander haar broeder whs en de echtgenoot van zyne zuster, en dat hy niet zoover mocht gaan, dat sy eenig kwaad vermoeden zon krjjgen. „Wy moeten wachten, liefste, en hopen en bidden. Laten wy biddende tyd cal ons dan minder lang vallen. En zeg mij nu, of we elkander spoedig zullen weerzien Beloof my, dat je komen zult op deze plaats, ja „Ja", fluisterde zy. „Wanneer Over veertien dagen nJ«" Toen boog hy zich over haar en kuste haar op de lippen. „Ik zal komen", zeide hy, „over veertien dagen dat is das afgesproken." „Goeden nacht. Arme Evert, wat zijn je handen kondl Je had hier niet zoo lang moeten blyven. Je bent nog zoo kort geleden hersteld en nog niet geheel op krachten." „Wanneer ik by je ben en jo stem hoor, voel ik my sterker dan vóór het ongeval", zei by gejaagd. Toen zy het hek bereikten eu hy het voor haar openhield, boog hy zich nog eenmaal tot haar over. „Zou het niet beter geweest zyn, als ik toen maar gestorven was, toen iedereen dacht, dat het met my gedaan was?" Zy legde hare hand op zyn mond. „Zeg dat nooit weer, Evert. Weet jo wel, dat myn leven voor goed ongolukkig zou geweest zjjn, wanneer je gestorven was „God zegene je daarvoor. En nn vaarwel, tot wedersiens, lieveling 1" (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1