KLEINE COURANT
voor HoidorToxoÊ, Wi&Hngon on Anna Paulownaw
Ho. 4088
Zaterdag 13 April 1912.
40ste Jaargang.
't Wüepend Blaadje
De Zoon van den Bankier.
't]Vliegend Blaadje p. 3;m. 50 ct, fr. p. post 75 ot, baitsalaad 11.25
Pre- Zondagsblad 37i45 f,0.75
miênModeblad 65 i i i i 75 i (0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
AdverteatUa van 1 tot 5 regels (t>y voernltbetallng) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijx-exemplaar24
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon BO.
Vereohijnt Dinedag- en
Uitgever C. DE BOER Jr. (vA BERKHOUT a Co.), Helder.
Bur
Eerste Blad.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 12 April,
Lezing van Mr. Th. H. De Meester.
Voor een tamelijk vollo zaal hield de afge
vaardigde van den Helder, mr. Tb. H. De
Meester, Dinsdagavond in «Casino" de aan
gekondigde polilioko lezing uitgeschreven door
de Vryz.-Kiesver. «Helder" cn de Ver. v.Jong-
VrijzinnigtD.
De Voorzitter der Vryzinnige Kiesvereeni
ging, de heer De Geus, heette in een kort
openingswoord den spreker welkom od drukte
zyn voldoening nit over het genoegzame
herstel van diens ziekte.
De heer De Meester zeide, dat het hem
verheugde, dat thans, na 3 jaar, hij het voor
genomen bezoek aan den Helder kon brengen
en dat hy aan zyn laatste bezoek in Casino
zulke aangename herinneringen had en be
gon met aan de kiezers een woord van dank
te riohten voor hun steun en er aan toe te
voegen, dat het hem verheugde, dat hier te
Helder de vaan der beproefde vryz. be
ginselen werd hoog gehouden. (Luid applaus).
Alle vrijzinnigen, zoo ging Bpr. voort, hebben
den uitslag der stembus van 1909 betreurd,
die een nederlaag bracht voor de vryz. Een
sterke meerderheid (60 tegen 40,) zoo sterk
als nooit geweest was, kwam aan hot bewind
en Hoemskerck, die het kabinet had gefor
meerd, kon de vleugels uitslaan en steunend
op de wortels der coalitie, kon een grootsch
program worden opgesteld.
Zijn de plannen der Regeering verwezen
lijkt? Verheugt zich het Nederlandsche volk
over de totstandkoming van deze heilzame
socialo wetten, waarop het, volgens de woor
den van dr. Kuypor ni6t wachten kon, «geen
dag en geeD nacht", en die, na de verkiezingen
in 1909 stellig werden toegezegd Spr. moet
deze vraag beslist ontkennend beantwoorden.
Van de Bociale wetten is ongeveer Diets
terecht gekomen. Talma's bakkerswet, toch
al geen schitterende proeve, is eerst uit-
festeld, en thans voor good eervol begraven.
Ir zyn bladen van reohts, die beweren, dat
de bakkerswet na Paschen, als eerst het
pantserschip en eenige andere ontwerpen afge
handeld zyn, aan de orde komt, maar wie daarin
gelooft, is toch al te licht van vertrouwen.
Van rechts heeft men de vryheid geuomon
de schuld te geven aan links, maar hier ligt
de onwaarheid er te dik op, en zelfs bladen
van rechts gaan niet met de Regeering mee.
Zoo het a. r. vArnhemsch Dagblad' en de
r. k. «Geldersche Koerior". Deze laatste
scbryft o.a. Droeviger bewys van de wet
gevende onmacht dan het gesol met do
bakkerswet is nimmer door odb parlement
getoond Dit ontneemt alle waarheid aan
de bewering als zon liuks de schuld zyn van
het niet tot stand komen. Do verdeeldheid
der coalitie op sociaal-politiek gebied doemt
tot onvruchtbaar gescharrel.
Het is van belang dit hier vast te leggen,
zei spr., dat een r. k. blad zegt, dat de ver
deeldheid der coalitie op soc. pol. gebied de
oorzaak is van de onvruchtbare politiek, nu
onze staatkundige tegenstanders ods onze
verdeeldheid voor de voeten werpen.
Spr. behandelt nu het ontwerp-ziektewet.
Rechts had aanvankelyk groote bezwaren.
Talma bracht echter de broeders aan het
verstand, dat, wilde althans deze zaak tot
stand komeD, hy aan geene omwerking van
het ontwerp kon denken. Toen de Kamer in
1911 zich over verschillende vraagpunten
had uit te spreken, bleek het, dat ten opzichte
van de kwestie //geneeskundige hulp en
geldelyke uitkeering van regeeringswege"
by de regeering overwegingen golden, die
niet zeiden, wat is het beste, maar wat is
voor ons coalitie-behoud het wenscbelykste,
hetgeen spr. nit eone beworing van dr. Nolens
in de Tweede Kamer bewees. Ons wacht een
wet, zoo ging spr. voort, die geen genees
kundige hulp verzekert, dus half werk is.
Een ander punt, waarmede de Kamer zich
bezighield, was do premie der ziekte-verze
kering, die voor de eene helft door den werk
gever, voor de andere helft door deB arbeider
zou worden betaald, en de ongevallen-ver
zekering, die geheel door den werkgever zou
moeten worden betaald. In het ontwerp
ziektewet zonden alle ongevallen, die binnen
de eerste 8 maanden der verzekering genezen
waren, beschouwd worden als ziektegevallen.
Men beseft, dat hieruit geldelyk nadeel voor
den arbeider zou ontstaan, die tot dasver niet
voor een ongeval behoefde te betalen, zoodat de
premie geheel te zynen voordeele kwam, ter
wyl die thans slechts voor de helft hem ten
goede zou komen.
Een verzekeringswet voor landbouwers laat
zich wachten. De landbouwers hebben zelf
een Landbouw Onderlinge opgericht op den
voet van Tle Ongevallenwet. Deze bestaat nu
twee jaar en heeft reeds 12 millioen gulden
uitgekeerd. Deze organisatie wordt door ge
noemde bepaling in haar bestaan bedreigd.
Van alle ongevallen loopt verreweg bet
grootste deel binnen drie maanden af.
Spr. geeft de verzekering, dat, als na de
Paaschvacantie bot ontwerp in openbare be
handeling komt, de vrijzinnigen niet zullen
nalaten hun plicht te doen.
Nog een ingrypend wetsontwerp is de Id-
validiteits- en Oaderdomsverzekering. Men is
bier nog lang zoover niet mee als met do
ziekteverzekering, er is geen sprake van, dat
dit jaar nog een begin gemaakt wordt met
de openbare behandeling. In verband hiermeo
wyst spr. op een Standaar d"-artikel «Trage
gang" getiteld, en zet den tragen gang van
dit wetsontwerp uitvoerig uiteen.
Voor my staat het vast, zei spr., dat de
vraag of het tyd is het ontwerp te behande
len niet is de hoofdzaak, maar dat blyken
zal hoe groot en diep een verschil van
meening bij rechts zal heorschen, vooral by
de chr.-hist. Ook buiten de Kamer verhieven
zich stemmen er tegen. Prof. Fabius van de
Vrye Universiteit verklaarde dat het wets
ontwerp van gedwongen verzekering in strijd
was met de beginselen van de anti-revolu
tionairen. Dr. Kuypor gaf dit toe, maar be
toogde dat men in een goval van „noodstand"
het met de beginselen niet zoo nauw behoefde
te ncmeD.
Uit artikelen van prof. Fabius leest spr.
voor hoe dr. Kuyper in den loop der jaren
gedacht heeft over gedwongen verzekoring.
Eerst beweerde hy dat het bogiosel vierkant
ÏDging tegen het a. r. program, later past
hy hot toe op do a. r. beginselen. Het ontwerp-
Talma werd door dr. Kuyper verdedigd met
de bewering, dat het een snoodstand" was.
Maar 't andere oogenblik betoogde hy het
tegendeel, juist naar hot in zyn kraam te
pas komt. Indien iets in noodstand is, zoi
spr., dan zyn het wel de minimum-lydora
van het onderwijs en allo leden van rechts
stemden tegen de motie Ter Laan die toch
hensch niet zoo ver ging.
Maar niet alleen de pers en leden van
i anti-revolutionaire partij, benevens 'vele
chr.-hist. hadden bezwaar tegen T-dma's ge
dwongen verzekering neen, de togenzin
tegen het Dnitsche stelsel wortelt in de be
ginselen van het Nederlandscho volk. Er is
een administratieve rompslomp en kosten
aan verbonden waarvan men een afkeer
heeft.
Spr. wyst vervolgens op hetgeen men in
Engeland ziet gebeuren met de ouderdoms
pensioenen zonder premio. Het denkbeeld
van staatspensioneering wint meer en meer
voorstanders, en daarnaar streeft ook de
Liberale Unie. Hot wetsontwerp-Talma zou
het Rijk aan rente 8l/s millioen kosten. De
steller van do Memorie v. Toelichting meent,
dat eene herziening van de Tariefwet ons
die millioenen zal geven, Spr. zet uitvoerig
uiteen hoe de RogoeriBg zich dit voorstelt.
Hier is ook een noodstand, zegt hy, dat
lieden, die 70 jaar oud zijn, nog niets krij
gen, en die noodstand zal wel cenige jareu
voortduren. Door mr. Troelstra is gepoogd
met eene motie eene eenvoudige regeling te
treflen die voorloopig eene uitkeering van
f 2.per week zon verxekeron. Maar die
motie werd met 56 togen 39 f rechts tegen
links) verworpen. Is het dan geen schermen
met woorden, wat men rechtB doet, zoo
vraagt spr.
Thans de wyze waarop de Rogeering*die
8l/g millioen wilde vinden, de ontworp-
Taricfsherziening. Hoogere opbrengsten der
invoerrechten werden op 10 milllioen ge
raamd, ongeveer hetzelfde bedrag dat do
heer Harto van Tecklenburg onder het
ministerie-Kuyper heeft voorgesteld, maar uit
geheel andere middolen. Met 1 Mei begint
het vierd8 belastingjaar waarop wy 10 opcen
ten op do bedrijfsbelasting betalen. Het
vroegere ministerie was daarvan een groot
bestrijdster. Maar ook nit anderen hoofde is
de belasting verhoogd tozamen ongeveer 7
millioen, 4 ton moer dan in 1908. Nu wordt
uit invoerrecht nog 10 millioen voorgesteld
plus tabaks- en inkomstenbelasting. Spr. be
cijfert hoeveel de middelen zijn gestogeD.
Zullen we iu 1912 komen, buiten de belas-
tingverhooging tot 18 millioeD, dan de 7
millioen meerdere belasting, dan hebben we
25 milliotn. En de ontwerp-begrooüDg 1912
Blnit met een zeer aanzienlijk tekort! Geen
cent is uitgetrokken voor vorhooging van
nitgaven voor de nieuwe Militiowet, hoogere
traktementen voor officieren, ofschoon beido
wetsontwerpen al aangenomen zyn, 't laatste
zelfs met terugwerkende kracht, enz. 't Zoo
genaamde j»Bouwwetje" zou 2 ton kosten,
doch er kwam nog ruim 8 ton by. Natuur
lijk krijgen wo nu ook meer bizondere scholen.
En voor dat alles moest dat accres dienen.
Wel is er geld voor 't bovengenoemde.
Spr. vindt het riet verkeerd, maar oenzydig,
want zoo goed als de officiers-traktementen
verhoogd dienen te wordoD, mooten ook do
onderofficiors-traktomenten stijgen. En wc
weten niet, waar het gold vandaan moet
komen.
Het ontwerp noemde Trenb in de Kamer
een misbaksel, oen godrochtelyk ding, dat
de beeren met hun figuur verlegen zal maken
als het in de Kamer komt.
Wat de gevolgen zyn alB hot tot stand
komt Er komt 10 millioen in de schatkist,
maar de pryzen der levensmiddelen stijgen.
In alle landen mot protectie stijgen de levens
middelen. Dus de natie brengt voel meer op
dan alleen 10 millioen voor de schatkist.
En dat overige komt in do zakken van hen,
die beschermd wordeD. Men krijgt een onbil
lijke bevoordeeling van hen ton koste van
het algemeen.
Hot ontwerp is bovendien niet doeltref
fend. Men komt niet tot betere toestanden,
misschien wordt hier en daar het loon beter,
maar het leven wordt duurder. Spr. noemt
als voorbeeld. Duitschland, do fabrieksstad
Gronau by Enschedé, waarvan vele arbeiders
op HollandBcli gebied wonon omdat het goed-
kooper is.
Ben ik dus van gevoelen, gaat spr. voort,
dat over de daden van het Kabinet, trots
Zsdolykheidi- en Militiewet, niet te roemen
valt, een groot gevaar is het, dat de Regee
ring gedwongen wordt mot den noodlottigen
invloed van den leider der anti revolutionaire
party, wiens invloed sterk wassend is rekening
te houden. Er is een tyd geweest, dat we 't niet
voor mogelyk hadden gehouden datdr. Kuyper
ooit weer invloed zou kunnen krijgen (Lohman-
Westmeyer-Van Hceckoren geschiedenissen).
Toen de zaak in do Kamer kwam, hnlde dr.
Kuyper zich in het boetekleed, en benoemde
zelf een eereraad. Ik durf te zeggen, dat
het een publiek man in Engeland Da znlk een
vonnis niet langer mogelyk zon zyn geweest
zich te handhaven. Dr. Kuyper laat zich
meer en meer gelden, zyn volgelingen nemen
moties aan vóór hun van God gegeven leider.
Onlangs werd hem te Utrecht by de feest-
vergadering ter eere van het «Standaard"-
jubiló, eere gebracht door prof. Visschor,
enkelo jaren slochts na die feiten. Dit is
niet zonder invloed op de politiek. Dr. K.
treedt gaandeweg driester op om de Regeo-
ring te dry ven in zyne richting. Spr. her
innerde aan de re Je by do Indische begroo
ting, waarby Minister Do Waal Maïefijt,
omdat hy niet togen Kuyper was opgewassen,
is weggeduwd, zoodat de heer De Visser
protesteerde. En dit geschiedde alleen omdat
Minister Maïefijt zich eenige meeningen ten
opzichte van de sAiool in Indië had laten
ontvallen. Ieder die in Indië geweest is en
bekend is mot de toestanden, weet welk een
groot gevaar ons daar zou dreigen, indien
men de Mobamedaansche bevolking een
christelijke school zou willen opdringen.
Het heette in Decemberhoe zal het gaan
met don Minister van Marino als er verzot
tegen het pantserschip komt. Maar minister
Wentholt die eerst gezegd had met hol schip
te zullen staan of vallen, boog voor Kuyper
het hoofd.
Over eenigo maanden krygen we hot rap
port over de grondwetsherziening. Daarin
komt voor eene ontwerp-wyziging van hot
bekeode artikel ovor het onderwys. In eene
vergadering heeft Kuyper de broederen aan
gekondigd dat hij niet moor voor 't Kamer
lidmaatschap in aanraking wenscht to komen,
tenzij dit art'kel behandeld wordt. Men kan
gerust zijn, zei spr., dat artikel komt er. Vao
de buitenwacht weet spr., dat de vooraïandora
van Grondwetsherziening zullen gaan in anti-
vrijzinnige richting. Wanneer we zien, dat
tegenwoordig de geloofsijver zoover gaat, dat
men heeft r.-k. goitenfokkerjjen en voetbal
clubs, welke houding moeten dan de vrijzin
nigen aan nomen?
Als het ging zooals ik zon wenschen, zei
spr,, zonden tegen de verkieziogen de vryz.-
dem. en unie-lib. samengaan met een streven
Daar grondwetsherziening in vrijzinnige richting
en algemeen kiesrecht bovenaan. Daaraan
moet men vasthouden en alleroerst de vraag
stellen: zyt gy vóór alg. kiesrecht? En alle
andere bezwaren moeten op zy gezet ter ver
krijging van dit éene: overheorschiog voor
de vrijzinnige beginselen!
Deze rede werd met onverdeelde aandacht
aangehoord en lokte nu en dan applaus uit.
Voor bet debat meldden zich aan, de heeren
Bakker en Hartendorf.
De eerste, volgens eigen zeggen een «jong
broekje", sprak op vluggen toon met een be
nijdenswaardige flux de boucho. Hij verweet
spr., dat hy in de 8 jaar van zyn Kamerlidmaat
schap niet oenmaal naar den Helder was go-
komen, maar wel zyo plichten in do Kamer
en aan de redactie-tafel van «hot Vaderland"
had vervuld. Debater behoort tot de coalitie,
doch om de politieke coalitie geeft hy niet
veel; het is het goddelijke daarin, dat de
coalitie byeen houdt. De Bakkerswet is nu
een twistappel geworden tnsschen links en
rechts. Maar wat had het gegeven of die
onderwys-moties waren aangenomen of niet?
Was het niet veel beter dat links de bakkers
wet naar voren gedrongen had? De heer de
Meester heeft gezegd d&t moeten we hebben
cn dót, ja, maar waar moet het geld vandaan
komen? Debator weidt hierover uit. Hy be
spreekt de Tariefwet: toon van vryzinnigo
zyde de tarieven hooger werdeD, is er niet
geschreeuwd. De tarieven zyn verbazend laag;
en een feit is het, dat, waar de tarieven hoog
zyo, ook de uitvoer hoog is. Ook thans vallen
allerlei verbruiks-artikclon in do Tariofwet,
en die brengt al 14 millioen op. In het nieuwe
Ontwerp-Tariefwet zijn enkele artikelen, die
er niet in hooren, dat is waar, maar wat komt
het er op aan of er enkelo meer belast worden.
(Hilariteit), 't Is on bljjft een feit, dat do
tariefwet tot welzyn van 't gansche volk werkt.
Hiermee zou samenvallen de Invaliditeits-en
Pensioenver zekering. Als er maar geld was.
De Yerzekeringswet-Talma wordt verkeerd
voorgesteld, wanneer die wel eenmaal loopt,
valt het mee. Een party als do liberale die
jaren van werk achter zich heeft, jaren, ver
gadering, wel 50, die komt nu met iets voor
den werkman, 't Is makkelyk te zeggen nu
moet het.
Ten slotte besprak debater de concentratie
der vryzinnigo partyen. Hoe zou, zoo vraagt
hy de liboralo-unie samen willen gaan met
de vryz.-libsraleD, met de sociaaldemocraten?
Die zyn niet vryzinnig, interrumpeert
de heer de Moester.
Nu, óf ze vrijzinnig zyn, meent debater
zo zitten links en doen met de vrijzinnigen mee.
Conclusie: de concentratie der liberale par
tyen kan niet bontaan.
Debater verlaat het podium, doch vergeet
zyn jas. Geroep: je jas! je jas 1
Alsnn komt de heer Hartendorf. Ook hem
■'■yp.t het voel genoegen spr. woer hier te zien
en te hooren. Do heer de Meester sprak over
aangename herinneringen aan deze zaal ver
bonden. Toon debater dat hoorde, dacht by
zou dat wel het goval zyn? In deze zaal is
voor het eerst door den toeomaligen plaats
ver vangenden Voorzitter van den Ministerraad
de woorden gesprokenwy konden niet re-
geeren, want wy hadden geen meerderheid.
Do toestand wordt thans door allen even donker
ingezien, eenvoudig omdat wy een rechts
Ministerie hebben, te p\jnigendor wanneer
«meneer" (dr. Kuyper) woer ment. Do heer
de Meester begon met de vragen of do toestand
we! bevredigend was, ik voeg er aaD toe dat
die bevrediging matig is.
Als de heur do Meester beweert, dat
bakkerswet alleen door rechts op de lange
baan is geschoven, dan moeten wij protesteeren.
't Is volkomen waar, dat rechts had moeten
zorgen dat zy na het Paaschrccos behandeld
werd, maar als dat nu door links wordt uit
gespoeld om to zoggen dat rechts tegen die
wet is, dan protesteert spr. In 1910 hebben
de unie-libaralen de bakkerswet achtergesteld
by do Octrooiwet, later nog by eene gele
genheid. Debater geeft verschillende voor
beelden, waaruit blyken moet dat de zaak niet
eerlyk wordt voorgesteld door links zoomin
ala door rechts. De opmerking vau den
heer de Meester by de Ziektewet om de hand
in eigen boezem te steken, is volkomen ad
rem, rnaar laat de liberale-UDio dat óok eens
doen, vyfmaal hoeft zo meegewerkt om de
behandeling te vertragen. De heide kwestie
is dat links zoowel als rechts bang zjjn voor
de grootfabrikanten en hen uit deu weg gaan.
Ziekteverzekeringswet. Ten opzichto van
het punt der geneeskundige behandeling
heerschte in de Kamer een commanis opinio.
Maar alweer: links stekc do hand in eigen
boezem. De liberalen moeten voorzichtig zyn
met don clericalen te verwaten, dat ze de
belangen van enkele vryzinDigen onderge
schikt maken aan de politiek.
De Invaliditeitswet. Wanneer wordt_ ge-
zogd, dat die zoo weinig voor de arbeiders
beteekent, mag ook gelet worden op hetgeen
men aan de linkerzijde ziet. De liberalen
hebben door de toevoeging «by voorkeur
van staatspensioneering', oen slag om den
arm gebonden.
De heer De Meestor wil staatspensioen
wanneer een vrijzinnige meorderheid uit do
bus komt, en het ontworp-Talma nog niet
behandeld is, maar de vrijzinnig-democraten,
de sociaal-democraten willen niet wat de
unie-liberalen willen. Men moet komen op
den grondslag van algemeen kiesrecht. Maar
dan staat men nog hopoloos verdeeld op het
standpunt der ouderdomsverzekering.
Links heerscht op soc. wetgeving dezelfde
verdeeldheid als rechts. Links kan ovonmin
regeeren als rechts.
Laten wo afwachten besluit debater, met
welke voorstellen dit kabinet zal komen.
Wanneer do vrijzinnigen zich reeds opmaken
voor de stembus, dan moeten wc vragen
waartoe zy in staat zijn. Geen ander gevolg
zal hnn optreden hebben dan dat we weer
krygen eene periode als in 1905 en gedeel
telijk ook nn hebben, van onmacht. Veel
beter, dat alle vooruitstrevende elementen
van links allen invloed oorcentreeren en
samenwerken.
Dat ben ik met u eens, zegt de heer
De Meester.
Juist, gaat debater voort, maar richt
dan uw redevoeringen anders in. Dan moet
n komen mot een wél-omschreven accoord
van het samengaan. Overdrijf mot met te
zeggen, dat dr. Kuyper de verpersoonlijking is
van het gevaar, missphien bonydt gy hem
ods. 't Is debater DÏet meegevallen, dat de
heer De Meester vanavond nog met die ge
schiedenis aankwam. (Hilariteit). Beter ware
het die maar achterwego to laten, van eon
hoogstaand man a'.s do heer De M., ver
wonderde dit debater.
Do heer De Moester, de spr. beantwoor
dende, zegt allereerst, in antwoord op de
insinuatie van den heer Bakker, dat hy zich
te hoog voelt daarop in te gaan (stormachtig
applaus), 'tls bovendien heel wat anders in
de Kamer op te treden of daarvoor de reis
naar den Helder te makon, on dat optreden heeft
spr. veel kwaad gedaan. Hij mag nog slechts
zjttend sproken.
Wat betreft de linksche meerderheid, 't is
een enorm verschil een meerderheid van
60—40, zooals nu, of een van een of twee
stemmen, zooals toen. En bovendien, ware
het eon meerderheid van vrijzinnigen, dan
ware het wat anders, maar dat is niet het
zelfde als eene linkscho meerderheid. By
betrokkelyk goringe meerderheid heeft het
Miniaterie-Borgesius veel bereikt: woningwet,
gezondheidswet. Voor dio wetten was lang
zooveel geld niet noodig als voor de huidige.
De begrootingen sloten zonder extra-belas
tingen. Ik heb betoogd, dat hot do vorkeerde
richting uitging mot do tariefwet. Zoo erg
niet, zegt de heer Bakker. Maar, zie dan
eens naar den uitslag der Duitscho verkie
zingen. Die kiezers zyn niet allen soe.-dem.,
maar hebben op een soc.-dem. gestemd, om
dat ze tot eiken prys dat blok wilden breken
(applaus).
Nog weidt spr. uit over do wet-Sprenger-
v. Eyk, die een eind maakte aan de vele
belasticg-ontduikingen, over do 5% op de
invoerrechten. Er zyn rechts tal van lieden,
die het wetsontwerp-Kolkman afkeuren en ik
vrees, dat men ter wille van zjjn beginselen
net zal doen als de heer Oosterbaan, die in
de Kamer het tegenovergestelde zei van wat
l hy op de vergadering sprak. De motie-Arts,
oorapronkelyk nit éóa lid bestaande, veran
derde door do toevoeging van het tweede
geheel van karakter. En het debat daarover
zou toch geen oorzaak zyn geweest, dat de
bakkerswet daardoor verschoven was go-
worden. Als de reohtersy dc bakkerswet wil,
kan zy die krygen, maar alleen door haar
wanhopige verdeeldheid geschiedt dit niet.
Eon enkel woord zegt spr. over wat ons
land te danken heeft aan de liberalen. In
do 50 jaren van hun regeering z\jn afge
schaft verschillende achadelyke bel as tin gen
billyke belastingen zyn ingevoerd en alleB
wat gebeurd is op het terrein van sociale
wetgeving, is gekomen van de liberale party.
Slechts do Arbeidswet is onder ander kabinet
tot stand gekomen.
Nog repliceert spr. over de kwestie der
staatspensioneering. De hoer Hartendorf heeft
gezegd, dat de vrjjz.-dom. er tegen zouden
zyn, maar zy hebben den heer Teenstra als
een der voorstanders.
Spr. begrijpt niet wat hy verkeerds sou
gezegd hebben van dr. Kuypor. De genoemde
feiten raken alle zyn openbaar leven en
mogen hier dus gerust besproken worden.
Kuyper zelf heeft zich met het «boetekleed*
gesierd. Maar door rechts is deze geschiedenis
te spoedig vergeten.
Wat ten slotte de concentratie betreft der
vryz. partyen, de opnieuw wasscodo in
vloed van dr. Kuyper, het steeds driester
optreden van do Katholieke staatsparty, ma
ken dat de vryzinnig-domocratcn met de
unie-liberalen moeten medewerken en aan
sturen op grondwetsherziening met algemeen
kiesrecht bovenaan. En dat voor eon oogon-
blik alle bezwaren, waardoor men niet ton-
volle zou kunnen samengaan met do vryz.-
liberalen opzy moeten worden gezet, od wij
schouder aan schouder moeten staan.
De zedenwet.
De adjunct-inspecteur Koker heeft proces
verbaal opgemaakt tegen den Amsterdam-
ichen koopman S. N., die steenen beeldjes
te koop aanbood in den vorm van het bo-
kendo Brusselache mannetje. Hij vond deze
beeldjes aanstootelyk voor de eerbaarheid.
Bijbellezing in een kazerne.
De afd. Utrecht van de Nat.. Chr. Onder
officieren Ver. heeft blykens bet jongsto
nummer van het orgaan dier vereeniging
den kolonel-commandant van hot lBto regiment
vesting-artillerie aldaar, verzocht, dagelyk»
gelegenheid te geven aan alle militairen,
om ongeveer eon kwartier in den B y b e 1
te lezen en de noodigo lokaliteit beschik
baar te doen stollen, om tegemoet te komen
aan den wensch van vele ouders en aan de
vrees, valsche schaamte, of onachtzaamheid,
die velen van christelyken huize zouden
weerhouden, zelf in de kazerne in don Bybcl
te lezen. Dit voorlezen (zondor meer) zoude
geschieden door leden der afdeeling en per
sonen, die na bekomen toestemming hiervoor
zullen worden aangezocht. Bedoelde gelegen
heid werd gevraagd vóór de morgenoefening.
De kolonol-commandant van het lste regi
ment vesting-artillerie heeft toestemmend ge
antwoord. De bybellezingen, waarmede reed»
een aanvang gemaakt is, beginnen 25 minuten
en eindigen 10 minnten vóór den aanvang
van oefeningen en werkzaamheden.
B\j de eerste lezing waren een achttal
personen tegenwoordig.
Oneerlijke ooncurrentie.
Over oneerlijke concurrentie sohryvende,
zegt «Jan van Amstel" in «De Winkelier"
het volgende
«Op het gebied van het confectiebedrijf is
de brutaliteit vaak grenzeloos. Brutaalwog
wordt een faillissement gefingeerd, namen van
curator, rechtercommissaris zelfs plaats
naam der uitspraak doende rechtbank, worden
listig verzonnen en zonder blozen als waar
heid gepubliceerd. En het pnbliek is zóó
goedgoloovig, dat het al die bedriegerij voor
goede gangbare munt accepteert. In de dag
bladen komen de meest zonderlinge adver
tenties voor.
«Zoo dnrft een vliegende confectiefirm? te
annoncoeron, dat er te Zwolle een groote
brand gewoed hoeft, en geeft dnurby oen
uittreksel uit het tZwo!sch Dagblad" van den
volgenden inhond:
«Zwolsch Dagblad".
Hedenavond omstreeks half zeven brak
een zware brand nit in het kledingmagazijn
van de firma Brechstein Co. op de Groote
Markt.
Vermoedelijk is de brand ontstaan door
kortsluiting. Ernstige ongelukken kwamen
niet voor, alloon de loopknecht De Groot,
die in haast de trap kwam afloopeu, kwam
te vallen en verzwikte zy'n voet, werd by
apotheker Groen binnengedragen en daarna
per vigelant naar hnis gebracht. Assurantie
dekt de schade. De winkel brandde geheel
uit. De magazijnen van de le étage kregen
alleen eenige waterschade.
«Nu dient men te weten, dat het hierboven
genoemde «Zwolsch Dagblad" nooit bestaan
heeft. Maar bovendien heeft er te Zwolle
nimmer een firma Brechstein bestaan, even
min heeft er op de Groote Markt in dat niet
bestaande kleedingmagazyn een brand gewoed.
Vaderlandsliefde.
Men weet, dat er in Zweden eon vereeni
ging is opgericht om voor de vloot het
nienwe linieschip te laten bonwen, dat de
regeering voorloopig heeft afbesteld. Tot
Zaterdag was or nagenoeg 11,200,000 kronen
voor ingekomeD.
FEUILLETON.
28)
Een donkere blos trok over zyo gelaat.
«NeeD, dank n", zeide by. .Ik kan zelf
lezen."
Elisa Westveen zag, hoe by zich eenigs-
zins trotsch oprichtte bij die laatste woorden.
Hy beschouwde haar, niettegenstaande zy
van zijne moeder kwam, kennelyk nog als
een vreemde. Z\j glimlachte en zag, hoe hy
den brief zorgvuldig by zich stak. Toen zy
zag, dat hy tranen in zyne oogen kreeg,
vulden ook de bare zich met tranen. Ter
stond besloot hij, vrienden mot haar te worden.
„Wilt n my zeggen, waar n>ya moedor is?
Ik heb haar eens geschreven, maar zy ant
woordde nooit. Is moeder nog te Rotterdam,
in den schouwburg?"
,Te Rotterdam Neen, lieve, daar 's zy
Diet meer. Je zult bet in den brief wel lézen.
Wy kunnen nu niet langer hier biyven, want
ik moet weer weg. Ik ga weer naar je
moedertje. Zal ik haar do groeten van je
doen, ja? Vaarwel dan, mannetje. Ik hoop,
dat ik je nog eens weer zal zien."
En tot don bodioudo, dien zy weer ge
naderd waren:
«De jongeheer ziet er best uit, hoor! Je
hebt er alle eer van. Ik hoop, dat ik hem
weer soo gezond mag aantrefieD, wanneer
jk h«m weersie."
De bediende lashte goedig en nadat zy
den jongen Dog eens goeden dag geknst had,
verliet zy hen.
Vol vertrouwen zag Jan naar zyn met
gezel op.
„Je moet er niets van zoggen, hoor! Zal
je niet?" vroeg hy. «Ik heb eon brief van
moedertje hier in mijn buisje. Als je nu eon
eindje achter me blyft loopen, kan ik hem
even lezen. Het gaat wel niet zoo heel gauw."
Hy stapte vooruit en haalde met een ge
wichtig gezicht don brief te voorschyn. Het
kostte eenigon tyd, voor dat hy do enveloppe
had geopend.
«Dat is moeders hand niet", zei hy ver
drietig in zich zelf.
Zóó verdiept was hy in zyn beschouwing
van het vreemde schrift, dat by niet eenB
merkte, dat een lieer hem naderde. Toen
deze naderbij trad, herkende hy den heer
De Waard, den vriendelyken heer, die zoo
over moeder on vader gesproken had.
een kreet van plezier vloog hy hem te
gemoet.
»U moet er niets van zeggen", waa zyn
eerste mededeeling na de bartelyke begroeting.
«Ik heb een brief van moedertje. SstMaar
ik kan hem niet lezen, omdat moederljo hem
niet geschreven hooft. Ik had gedacht, dat
het allemaal hoofdletters zonden zyn, maar
het is mis. Ik zal het maar aan Dirk vragen."
«Als ik het eens probeerde'', zei de vricn-
deiyke man gretig, terwyi hy de hand uit
stak. «Ik bon een heolo baas op dat pnnt.
Ea weet je, als ik hem dan eens meo naar
huis nam, dan kon ik hem in hoofdletters
voor je schryven. Zullen we dat doen
Jan dacht nog even na. Er was veel voor
dat aanbod te zeggen, maar hy stond den
brief niet graag af. Neg niet geheel besloten,
haalde by den brief weer te voorschyn.
nLees n dan maar gauw", zeide hy. «Groot
vader mocht eens komen en dan is bet mis."
«Is hy zoo'n boeman vroeg by mede-
lydeiid.
,Ik mag nooit over Moeder spreken",
zeido hy als eeüig antwoord.
Toen zyn vader hem den brief had voor-
gelezon, sprongen Jan de tranen in de oogen.
«Als u nou voel van my hieldt", seide
hy, «dan moest u my geld geven om naar
moedor toe te gaao. Zo zal het zoo eeneaam
hebben, nu ze ziek is
«Maar wat zou jy, zoo'n kleine dreumes,
alleen in bet groote Amsterdam beginnen
Ze zonden je oppakken on met deD volgen
den trein weer by grootvader terug brengen.
Eu wat zou er dan voor je opzitten
«Kamer-arrest misschien wel", zei hy
zonder bedenken.
Dit was het, waar grootvader hem altyd
mee dreigde, schoen het wel.
«Wat is dat?" vroeg do vriondelijke heer
weer.
«Weet u dat niet?" vroeg hy ton hoogste
verbaasd. «Dan wordt je op een zolderkamer
opgesloten, waar ratten en spinnen zijn, en
je krygt water en brood te eten. Brr
«Maar hoo is het nu Wil ik je brief
meenomen on hem je later terugbrengen
rblaar ik wou naar moeder toe."
«Ik ook", liet de heor De Waard zich
ontvallen.
Jan keek hem verrast aan en zei een
voudig: «Dan moesten we samen gaan.
Morgen kan '.et uiet, want dan moet ik
met grootpa gaan ryden mee naar de
buren, geloof ik, om bcsoeken af te leggen.
Maar overmorgen
«We zullen nog wel eens nader afspreken",
zei zyn vader ontroerd. „En nu myn jongen,
zal ik je voorloopig groeten. Ik zal niet naar
grootpapa gaan, zooals ik van plan was. Ik
heb plotsoling bedacht, dat ik wat anders
te doen heb. Goef my een hand en een kus
daar ben je toch nog niet to groot voor,
is het niet
Jan BchuJde van neen en zei: „Moeder
knste my wat dikwyls."
TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
„Mevrouw van Bronseveld zon u gaarne
een paar minnten spreken, majoor Groene-
veld. Mevrouw is in haar boudoir."
Majoor Groeneveld was juist bexig na het
koffiedrinken een sigaar to genieten, toen de
knecht hem de boodschap bracht.
Half tegen zyn zin stond hy op, wandelde
de reeks vertrekken door naar de gang, waar
aan het einde zich de kamers van mevronw
van Bronseveld bevonden.
Mevrouw van Bronseveld, liep rusteloos
haar boudoir op en neor, toon hy binnontrad.
Zooals hy verwacht had, was zy bleek en
zenuwachtig op haar gelaat waren sp-iren
van tranen te zien.
Zy keerde zich om by het openen dor
deur en zag hem aan, terwyl haar eene hand
de leuning van eon stoel greep, als om zich
te steunen.
«Ik heb u verzocht hier te komen, majoor
Groeneveld", sprak zy. «Ik heb u iets te
zeggen, wat ik beneden Diet zoo goed kon
doen, uit vrees, dat wy gestoord zouden
worden. Jonker Koert is niet wol genoeg om
zjjn kamer te verlaten, en hier behoef ik niet
te vreezen, dat óf Paulina óf Robert onver
wacht binnenkomen. Het is over Paulina,
dat ik u wensch te sprekon. Majoor Oroone-
veld, ik moet u in de eerste plaats zeggen,
dat ik verwonderd was en tevens teleur
gesteld u hier gisterenavond weer terug te
zien. Ik had gedacht ik had gehoopt, dat
u niet teruggekomen zoudt zyn.'
,Hoo is het mogelyk, lieve mevrouw van
Bronseveld? U hebt meer dan eens tot my
gezegd, dat uwe gevoelens jegens my van
warmen aard zyn, en jonker Koert zelf
vraagt my steeds, dit huis alB myn thnis te
beschouwen. Dit is voor een eenzaam jonk
man
«Ja, j»l fluisterde zy hartstochteiyk, ter
wyl z|j hare armen opende.
Wis» z(j dan niet, dat hy zich eenzaam
moest gevoelen? Zij, die in haar hart hot
treurigo geheim meedroeg?
Wist zy dan niet, dat het alles hare schuld
was, dat hy zich eenzaam gevoelde.
Miste zy don moed niet,' hem te zeggen,
dat hy rich niet langer alleen moest gevoelen,
want dat zy de moeder was, die hy zocht
en liofhad?
Maar niet alleen was zy zyne moeder,
maar ook die vAn Paulina van Bronseveld.
Zy keek hem medoiydend aan groote
droefheid sprak uit hare trekken.
Arme jongen!
«Ja, ja!' mompelde zy, terwyl zy nauwe-
ïyks wist, wat zy seide. «Ik weet dit alles.
Ik weet, dat jonker Koert u gaarne mag
evenals ik. Ik sprak de waarheid indertyd,
toen ik zeide, dat ik u warme gevoelens
toedraag. Het is my altyd een genot, u by
my te zien; ik mis u, wanneer gy er niet
zyt. En als gy voor goed heengegaan zoudt
zyn, zou hst my een groote droefheid zyn;
ja, inderdaad, het zou ecu onherstelbaar
verdriet zyn.»
,Maar u spreekt in raadselen, lieve me
vrouw van Bronseveld. Ik kan er niet met
myne hereens by. Wat bedoelt u toch?"
«Ik heb u gevraagd hy my te komen, om
u te smeeken heen te gaan. Ik weet, om
wie gy hier tolkeus torngkomt. Hot ie om
myne dochter Paulina. Ik heb n langen tyd
gadegeslagen, on ik weet, dat gy nog steeds
hoop koestert. Maar ik zeg u, dat het niet
kan. Ik herhaal nog eens, dat Paulina nooit
iets anders voor u kan z^jn, dan qene vrien
din, eeno zustor. Ik verzoek, ik smook u nis
man van eer, van hier to gaan, en niet
terug te keereu, vóórdat gy uwe liefde tot
haar overwonnen hebt, of zy de vrouw ge
worden is van een ander.
De mooie oogen van majoor Groeneveld
bleven met ingehouden toorn op de onge
lukkige moedor rusten.
„Welke reden hebt u voor uw vreemd
gedrag, mevrouw van Bronseveld vroeg
hy zacht, om niet te verraden, hoe boos hy
was. „U zegt, dat n niets tegen my hebt
dat gy biy zyt my te zien en verdrietig
zoudt zyn, als ik heenging. Gy hebt my
gevraagd u als een tweede moeder
„Dat vraag ik n nn weer", zeido ze, ter
wyl even een vluchtig rood hare wangen
bodekte. „Ik zal het altyd wenschen. Ik
ik kan hot niet verdragen, de gedachte, dat
eene moeder leeft en nog voor u verbórgen
blyft. Ik zou zoo dankbaar zyn, o, zoo
gelukkig, wanneer gy my hare plaats zoudt
willen laten innemen, totdatgjj haar
misschien gevonden hebt. Ook al zondt gy
in jaren niet hier komen, dan zou dit toch
geen verschil maken. Gy zoudt my kunnou
schryven. Of ik zou to Amsterdam by u
kunnen komen. Maar heengaan moet gy en
Paulina moet gy nooit weerzien."
(Wordt vervolgd).