KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HeldorTexel, Wieringen en Anna Paulownam
No. 4098
Zaterdag 18 Mei 1912.
40ite Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, frj p. poet 75'et., buitenland 11.25
Pre- Zondagsbladi 37 i v 45|i fjO.75
miën j Modeblad »»»66»»»*75» f 0.90
(Voor het buitenland bjj vooruitbetaling.)
Advertenties raa t tot 5 regel* (bjj vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel «eer6
Bewjjs-exemplasr
Vignetten en groote letter* worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon SO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven C. DE BOER Jr. (v./k. BERKHOUT Co.), Helder.
Bureauzi Spoorstraat en Koningstraat.
Tweede Blad.
Agenda.
Dagelijks Bioscoop-Voorstellingen. Eiken
Zaterdagmiddag 3 uur Kindervoorstelling.
Kanaalweg.
31 Mei. Kerkconcert, ten voordeele van de Diaconie
derNed.Herv.Gemeente. Nieuwe Kerk,
8 uur.
UIT HET BUITEHLAHD.
De Tarksche minister van buitenlandsche
zaken deelde Dinsdag den ambassadeurs mede
dat de Dardanellen dienzelfden avond open
zonden zijn. Eindelijk I Vlugheid is een uroord
dat in een Torksch woordenboek ontbreekt,
al moet toegegeven worden dat het opruimen
der verspermijnen met moeilijkheden gepaard
ging en vol gevaren was.
Woensdag deelde Beuter mee dat in Kon-
stantinopel het gerucht liep dat de Russische
vloot in het begin dezer week op korten
afstand van den ingang van den BoBporus
aan de Aziatische kust der Zwarte zee ge
zien was, welk gerucht bij de bevolking
onrust verwekte. Nader is geen bevestiging
van 't bericht gekomen zoodat de TurkeD
't is meer gebeurd weer spoken hebben
meenen te zien.
De uitwijzing der Italianen uit Smyrna
deed honderden Italianen zich naar het DuitBche
consulaat begeven om hun reisbiljet te vragen.
Er ontstond een paniek onder de Italianen
tengevolge van 90 arrestaties. Het vertrok
ken der vrouwen wordt zooveel mogelijk
verhaast, 't Bericht wordt uit Athene aan
een Italiaansch blad geseind.
Uit Sofia wordt gemeld dat de Bulgaarsche
regeering aan den Turkschen gezant op diens
vraag of het waar is, dat de vertegenwoor
digers der revolutionnaire organisaties te
Sofia gemeene zaak wilden maken met de
Albaneesche opstandelingen, geantwoord heeft
dat haar niet bekend was, dat de revolutionnai-
ren dergelijke plannen hadden. Een ontwij
kend antwoord in diplomatieken vorm.
In het Engelsche Lagerhuis antwoordde
de minister van buitenlandsche zaken Grey
op eene desbetreffende vraag, dat Engeland
de ofiiciëele mededeeling van graai Wolff
Motternioh's aftreden als Duitsch ambassa
deur ontvangen heeft. Meer dan twintig
jaren van zijn carrière heeft hij aan de
Duitsche ambassade te Londen doorgebracht
en earl Grey wilde van deze gelegenheid
gebruik maken, om het leedwezen uit te
drukken, dat dit aftreden bij ieder, die in
ofiiciëele betrekking tot hem gestaan had,
en bij het zeer groote aantal persoonlijke
vrienden, die hjj zich in Engeland maakte
tjjdeDS zijn lang verblijf in dat land, gevoeld
zal worden een leedwezen, waarin earl Grey
ten volle deelt od dat hij persoonlijk diep
gevoelt. Het huis juichte deze woordon luide
toe.
In zjjne plaats komt baron Yon Marschall,
een staatsman die als gezant hoog aange
schreven staat. Duitscbland zendt zijn beste
paard van stal" heet het in de bladen. Tot
een goede verstandhoilding tusschen de twee
rijken zal dit zeker bevorderlijk zijn voor
den algemeenen wereldvrede is het niet zonder
beteekenis.
Keizer Wilhelm doet plotseling is heel
Dnitschland en niet minder in Frankrijk en
Elzas-Lotharingen van zich spreken. De
,Loo. Anz." deelt mee dat de Keizer bij een
maaltijd die in het paleis van den staats
secretaris plaats vond met den burgemeester
Dr. Schwander sprak over den politieken
toestand in Elzas-Lotharingen. Op zeer ern-
stigen toon en op nadrukkelijke wyze zeide
de keizer daarbij«Gij hebt ons hier tot nu
toe slechts van onze goede zijde leeren ken
nen, ik kan u echter zeggen, dat g|j ons ook
van de andere sijde zoudl kunnen leeren
kennen. Het kan zoo niet verder gaan. Als
het echter zoo blijft hofien wjj eenvoudig de
grondwet op en lijven u bij Pruisen in."
De Keizer zeide deze woorden zoo luid en
nadrukkelijk, dat zij ook in de omgeving door
eenige heeren verstaan werden.
Later liet de Keizer zich het lid van de
Eerste Kamer, den gewesten Rijksdagafge
vaardigde, Dr. von der Scheer, voorstellen
en sprak hjj ook met hem op zeer ernstige
w\jze langen tjjd over hetzelfde onderwerp.
Men begrijpt dat dit bericht eenige sen
satie wekte. Wolff's bureau publiceert oen
nadere verklaring van Dr. Schwender: «De
uitlatingen van den Keizer zjjn, wat den zin
betreft juist, 's Keizers woorden zjjn in de
pers echter niet juist weergegeven. In ieder
geval heeft de Keizer toen hjj tegenover
zekere stroomingen, die het Rjjksland niet tot
rust laten komen, als middel de inlijving van
het Rjjksland bjj Pruisen besprak dit slechts
in dien zin bedoeld, dat dit dan toch slechts
langs den wettigen weg door middel van de
wetgevende elementon van het Rjjk zou
moeten geschieden.
Een der leden van den Rjjksdag heeft
over die uitlatingen reeds eenige korte vragen
gericht tot den Rijkskanselier waarin hjj
vraagt naar den authentieken tekst en of de
Rijkskanselier de grondwettelijke verantwoor
ding van deze uitlating op zich neemt. We
zullen er dus wel meer over hooren.
De tweede lezing van het vlootontwcrp
werd aangenomen. Tegen stemden de sociaal
democraten, de Polen en de Welf en. Ook
de aanvullingsbegrooting voor de vloot werd
aangenomen.
Koning Frederik VIH van Donemarkenis
bjj zjjne doorreis door Hamburg toen hjj
's avonds alleen een wandeling maakte, plot
seling op straat doodgebleven. Hjj zal op
gevolgd worden door zjjn zoon als Chris
tiaan X» De uitroeping van den nieuwen
Koning^ had reeds plaats te Amaliënborg
waar bjj het vornemen der tijding van 's Ko-
ningi dood zich een ontzaggelijke menigte
het slotplein had verzameld.
China wil een leening sluiten met bankiers
van zes mogendheden die echter toezicht op
de financiën eischen. De wetgevende ver-
gadering heeft echter elk toezioht van vreem
den op 's land* finanoiën afgewezen. Wat nu
NIEUWSBERICHTEN»
HELDER, 17 Mei.
Ook overleden.
Miljoen, die Zondagmiddag op de Noor
derbegraafplaats te Groningen «ijn driejarig
zoontje doodschoot en daarna de hand aan
zichzelf sloeg, is in het ziekenhuis over
leden, zonder tot bewustzjjn teruggekeerd
te<zjjn.
Valsche schaamte.
De tweede klasso der eerst vertrekkende
Nórddeutsche Lloyd booten zjjn alle bezet,
voor het meerendeel door Hollandsche pas
sagiers, die wetende en erkennende, dat zjj
op de Nederlandscho schepen beter en goed-
kooper reizen, toch een buitenlandsche maat
schappij verkiezen omdat zjj tweede klasse
willen reizen en dit niet per iNederland" of
«Bott-. Lloyd" durven schrijft het «Soer.
Nieuwsbl."
Het dwaze van dit doen wekt bjj oncon
ventioneels lieden de grootste verbazing, maar
ambtenaarsvrouw b.v., wier man recht
ft op passage le klasso waagt zich liever
onder het vreemde mengelmoes van interna
tionale 2e klasse reizigers dan te varen op
een boot, waarop baar kennissen 1ste reizen.
Scheepsbrand.
Op het stoomschip «Malta" van de «Pe-
ninsular and Oriental Lino", dat in het Al-
bert-dok bjj Londen lag, brak Woensdag
nacht plotseling in het kolenruim een brand
uit die al spoedig naar de andore gedeelten
van het schip oversloeg. De havenbrand-
r taste het vuur kraohtig aan, maar
er ha vier uren nog niet in geslaagd,
den brand te blusschen. Toen besloot men
het schip onder water te zetten, waardoor
de lading natuurlijk bedorven, het schip
echter ten deele behouden werd.
De aangerichte schade is zeer aanzienljjk.
De koning van Denemarken, f
Berljjn, 15 Mei. De koning van Dene
marken is heden nacht plotseling overleden.
Te Hamburg, waar de koning op de door
is sedert oergistoren vertoefde, is de koning
in den nacht aan een beroerte overleden.
Hamburg, 15 Mei. De koning van Dene
marken voelde zich gisteren bjjzonder goed
en sprak er zjjn blijdschap over uit, dat hjj heden
frisch en gezond te Kopenhagen zou terug-
keereo. Gisteravond tegen 10 uur maakte
hjj, als iederen avond, alleen en zonder ge
volg, een korte wandeling. Niet ver van 't
hotel «Hamburger Hof", waarin de konink
lijke familie woonde, werd hjj onwel; hjj
werd bewusteloos in een auto gebracht, die
hem, daar men den koning niet herkende, naar
het ziekenhuis voerde. Toen de koning niet
in het hotel terugkeerde, werden dadeljjk
door het gevolg en door den eigenaar van
het hotel de noodige maatregelen genomen.
Nog in den loop van den nacht werd 't ljjk
van den koning in het hotel gebracht.
De tragische dood van deD koning van
Denemarken is geheel onverwachts gokomen.
Wel was hjj in den winter ernstig ziek ge
weest m gaf de longontsteking, waaraan hjj
leed, reden tot bezorgdheid, maar hjj was
er geheel van boven op gekomen en het
verbljjf in Nice, waar hjj een tjjd met de
koningin heeft vertoefd, had hem merkbaar
opgeknapt. Men was er over uit zoo goed
als de koning er uit zag. Trouwens nog
gisteren, geljjk een telegram uit Hamburg
meldt, had hjj zich heel wel gevoeld en
verheugde hjj er zich in, heden frisch en
gezond naar Kopenhagen te kunnen ver
trekken.
Koning Frederik de Achtste, schoon hjj
dén 8en Juni 69 jaar zou worden, heeft
slechts kort geregeerd. Zjjn vader, koning
ChriBtiaan de Negende, overleed den 29sten
Januari 1906 op bjjna 88-jarigen leeftjjd.
Zjjn regeering heeft dus iets meer dan zes
jaar geduurd. In die zes jaren is hot tusschen
vorst en volk vrede geweest. Do tjjd van
de botsing tusschen don koning en de volks
vertegenwoordiging was voorbjj. Op het
laatst van zjjn leven had koning Christiaan
weer grondwettelijk geregeerd, en koning
Frederik heeft geen grooter eerzucht gehad
dan een grondwettelijk vorst en bjj zjjn volk
bemind te zjjn. Zooals het in Denemarken
goed gebruik is, bestond er een harteljjko
verhouding tusschen den koning, als ook de
andere leden van het koninkljjko huiB, er
het volk.
Misschien heeft Denemarken onder de regee-
ring van koning Frederik in de internationale
politiek wel een moeilijker tjjd gehad dan
wereldkundig is geworden en heeft hjjzelf
daarin zjjn diplomatiek talent moeten toonen.
Men herinnert zich het gerucht, dat de Duit
sche keizer hem persoonlijk van de nood
zakelijkheid heeft trachten te overtuigen, dat
Kopenhagen zich tegen Engeland aan
den zeekant zou versterken, terwijl Engeland,
naar men zeide, er op aandrong, dat tegen
Dnitschland de stad aan de landzijde ster
ker werd bevestigd. In alle geval heeft het
vraagstuk van de verdediging van do hoofd
stad, die moer dan in eenig ander land het
bolwerk van den staat is Denemarken
heeft geen andere groote stad in
van koning Frederik's be
beroerd.
Een reis van koning Frederik naar IJsland
heeft niet het gevolg gehad, dat men er zich
aanvankelijk van voorstelde. Volgens de be
richten waren de IJslanden met hun koning,
die ongedwongen met hen verkeerde, zeer
ingenomen, maar hjj verzoende hen niet met
den bond, die hen, hoe los ook, nog aan
Denemarken bindt. Hun eischen van grooter
zelfstandigheid, welhaast van onafhankelijk
heid, werden gehandhaafd, maar stuitten nu
op een sterker verzet. Men vond te Kopen
hagen, dat men al genoeg en misschien te
veel had ingowilligd.
Door een fioancieele crisis, waaraan ook
de naam van Alborti verbonden is, weinig
geBtoord, heeft het kloeke en ondernemende
Deensche volk, onder koning Frederik's regee
ring, aan zjjn ontwikkeling kunnen voort-
werken. Door ijjn onderwjjs en landbouw
staat het vooraan in de rjj der volkeren, en
hoe klein het land en hoe weinig talrjjk de
bevolking is nog geen 2.8 milliocn het
moet koning Frederik een trots zjjn geweest
evar die natie te regeeren.
jaren
bewind het land heftig
Door zjjn gemalin was de koning nog aan
de Oranjes verwant. Koningin Louise, gebo
ren in 1851, is de dochter en eenig kind van
wjjlen koning Karei X V van Zweden (oudsten
broeder van wjjlen koning Oscar II) en van
prinseB Louise der Nederlanden (1828—1861),
dochter van prins Frederik, den broeder van
onzen koning Willem den Tweede.
De koning heeft vier zoons en drie dochters.
Zjjn oudste zoon, die hom als koning opvolgt,
is prins Christiaan nu koDing Christiaan
X geboren 26 September 187Ö en in 1898
getrouwd met Alexandrine, hertogin van
Mecklenburg-Schwerin, een zuster van de
Duitsche kroonprinses en volle nicht van
prins Hendrik dor Nederlanden. Zjj hebben
twee zoons, de oudste, prins Frederik, geboren
in 1899, de tweede, prins Knoet, in 1900.
De nieuwe koning gaat door voor een man
met vasten wil. Koning Haakon van Noor
wegen is zjjn broeder. De Deensche koningen
zjjn uit bet huis van Sloeswjjk-Holstein-
Sonderburg-Gliicksburg.
De auto-bandieten.
Garnier en Valet omsingeld.
Parjjs, 14 Mei. Extranummers van de
avondbladen, die met groot geweld door
Parjjs heen gevent worden, melden datGar-
nier en Valet in een villa te Nogent, het
bekoorljjke plaatsje aan de Marno vlak bjj
Parjjs, omsingeld zjjn.
Nogent, 14 Mei. De bandieten Garnier
i Valet worden belegerd in een huis bjj
de viaduct van den Oosteljjken spoorweg.
Zjj schieten op de menigte en de politie. De
brigadier Fleury is gewond.
Nogent, 14 Mei. Op het oogenblik zjjn 8
politie-beambten gewond. Honderden schoten
worden gewisseld. De geliefde vau Garnier
heeft zich hedenavond om 8 uur overgegeven.'
Nogent, 14 Mei. Het is ongeveer 8 dagen
geleden, dat Garnier, Valet en de geliefde
van Garnier te Nogent waren aangekomen
en de villa huurden, waarin zjj nu om
singeld zjjn.
Nogent, 14 Mei. De bandieten die hier
gekomen waren in den waan, dat ze geheel
veilig waren, hadden niettemin voorzorgen
genomen om niet horkend te worden. Zjj
hadden hun haar geverfd en de villa ge
huurd zonder van de tuBBchenkomst van het
verhuurkantoor gebruik te maken. De beide
maonen gingen nooit uit. De geliefde van
Garnier deed de huishouding en de bood
schappen.
Nogent, 14 Mei. Ten gevolge van de door
Guicbard, het hoofd van den veiligheids
dienst ontvangen inlichtingen verliet deze
hedenmiddag om halfzes plotseling den Quai
d'Orfèvres in gezelschap van verscheidene
inspecteurs. Tc Nogent aangekomen, begaf
Guichard zich naar de villa Bonhoure, waar
zjjn sjerp in de hand houdende, voor het
huis uitriep: «In naam der wet, do commis
saris van politie". Eon individu in den tuin
loste een revolverschot, dat niemand raakte.
Guichard trok zich met de inspecteurs terug
en liet daarop de villa omsingelen. Hjj
waarschuwde ook den prelect van politie,
die talrjjke agenten afzond en vergezeld van
Hamard Touny, den procureur van de repu
bliek, zelf onmiddelljjk naar Nogent vertrok.
Gedurendo dezen tjjd werden ook de gen
darmes uit den omtrek en de zouaven van
het fort van Nogent ontboden. Zjj ontvingen
wapens en patronen en begaven zich naar
de bewuste plaats, waarheen spoedig ook
een reusachtige menigte samenstroomde.
Inmiddels hadden de belegeraars reeds de
vjjandeljjkheden geopend. De inspecteurs,
voorzien van schildeD, die uit stukken plaat-
jjzer vervaardigd waren, trachtten hot huis
naderbjj te komen. De prefect Lépine was
bjjna gedood door eon kogel, die eenige
centimeters boven zjjn schouder voorbjjfloot.
On gelukkigerwjjze werd de brigadier Fleury
zwaar in den buik gewond. De inspecteur
Lépine word in de zjjde getroffen, de in
specteur Courouze werd ook, maar lichter
gewond.
Guichard kon in weerwil van het geweer
vuur de woning naderen en verklaarde, dat
het wel degoljjk Garnier en Valet waren,
zich daar met 1 of 2 vrouwen bevonden.
De geliefde van Garnier toonde zich aan een
venster en werd herkend door Guichard.
Deze gaf haar een teeken om zich over te
geven. Kort daarop kwam zjj ook naar buiten
om onmiddelljjk in hechtenis
worden.
Om 6 uur 50 werd het dak van het huis
ingegooid met reusachtige brokken steen, die
boven van de viaduct naar beneden werden
geworpen.
De belegerden houden op met vuren.
Nogent, 14 Mei. Om 7 u. 50 wordt het
signaal gegeven, op te houden met vuren.
Strenge bevelen worden gegeven om het
publiek op grooten afstand te houden.
Om 8 u. 15 wordt een vrjj krachtige ont
ploffing gehoord. De duisternis belet echter
zich rekenschap te geven van de uitwerking
van het helsoho werktuig. De luchtverplaat
sing was geweldig. Het opgewonden publiek
schreeuwde: «Ter dood!" De ontploffing
werd veroorzaakt door een dynamietbom,
die boven van de viaduct geslingerd werd.
Na de ontploffing antwoorden geweerschoten
uit de villa. De bandieteu beginnen weer
opnieuw het vuur op de gendarmes en in
specteurs.
Nogent, 15 Mei. Toen de later aangekomen
agenten van de reserve-brigade uit Parjjs
voor het belegerde huis verschenen, werden
zjj door bot publiek langdurig toegejuicht.
De bandieten die eerst in den kelder waren
gevlucht, klommen naar den zolder, vanwaar
zjj het schieten voortzetten, maar minder
hevig dan eerst. Men veronderstelde, dat hnn
schietvoorraad uitgeput begon te raken.
Om 10.15 liet de prefect van politie van
Parjjs om electrischo zoeklichten vragen,
dat zonder dezo voor alle menschen in de
buurt van het huis in het vervolg van
nacht groot gevaar zou ontstaan. Er moesten
maatregelen getroffen worden om don ijver
van de burgers wat te bekoelen, die aau het
schieten warenhun kogels fioten den politie
agenten en gendarmes om de ooren. Men
heeft van Vincennes om dynamietpatronen
gevraagd. De vraag is, welk oogenblik het
meest geschikt is om het hnis op te klazen.
Misschien zal men wachten tot het dag wordt.
De inspecteurs konden, voorzien van schil
den, het huis tot op minder dan 5 meter
naderen. De schilden hielden het uit. Het
schjjnt aan onvoorzichtigheid geweten te moe
ten worden, dat Fleury gewond is. Hjj wilde
een collega do werking van het schild ver
klaren; daarbij draaido hjj zich om en op
dat oogenblik trof hem een kogel in de zjjde.
De reizigers van de treinen van den Ooster
spoorweg, die vlak langs het huis loopen,
"ze dood*.
schreeuwen: «N
Garnier en Valet gedood.
Parjjs, 15 Mei. Tegen middernacht staat
het huis te Nogent, waarin Garnier en Valet
zjjn, nog overeind. De brandweer is aan-
geko men. A1b nieuwe pogingen om het huis
binnen te dringen niet slagen, zal men waar-
sohjjnljjk het aanbreken van den dag af
wachten. Honderden auto's komen uit Parjjs
aansnorren; er is een enorme menschen-
menigte te Nogent bjjeen en er heerscht
groote opwinding. Het stortregent.
Parjjs, 15 Mei. De minnares van Garnier,
juffrouw Guillemin, is naar de SOireté ge
bracht. De ljjken van Garnier en Valet zjjn
naar de Morgue vervoerd. Valet heeft
kogels in hoofd en schouder; Garnier heoft
schotwonden in beide slapen. Zjjn lichaam
is doorschoten. Men veronderstelt, dat beiden
op het laatst een eind aan hun eigen leven
gemaakt hebben. De toestand van twee der
gewonde agenten is ernstig; de twee andere
zjjn slechts licht gewond.
De Correspondent van de «N. Rotter
dammer Courant" te Parjjs sehrjjft het vol
gende hierover:
Nogent-sur-Marne, 16 Mei.
Half vier in den morgen. Met geschramde
handen, met wit-bestoven schoenen zitten
we eindeljjk weer in een café van Nogent-
snr-Marne. Het fantastische drama der auto
bandieten is afgeloopen. Aan een tafel naast
de onze zitten vjjf agenten in burgerkleoding,
met twee liters witten wjjn en een groot
stuk brood voor zich. Ze roepen om sigaretten,
maar er is nog geen tabaksburean open en
de patroon van bet oaié, gemoedoljjk en
royaal, zet eon pakje tabak op tafel met
sigarettenpapier; ieder rolt zich een sigaret.
De caféhouder zet dan de tabak ook op onze
tafel. Wjj rollen ook sigaretten. Dit rond
gaan van de vredestabak, de luidruchtige
vrooljjkheid in en buiten het café, de sta-
tioneerende auto's voor do deur wekken bjjna
den indruk alsof er een dorpsfeest plaats had,
dat tot in den vroegen morgen duurde
Maar het zjjn geen feest-tonen, die naklin
ken in onze ooren, het is niot van hot
feestvieren, dat de koppen moe staan, niot
van een naehteljjk straatbal, dat de schoenen
wit zjjn
Do donderende slag van de dynamietbom,
de dolle wilde fusillade, de zouaven als roode
duivels in den nacht, dat wegsleuren van
twee ljjken te midden van een bos huilendè
menigte, heel het somber verward, onbestemd,
geheimzinnig dramatische decor dit alles
trilt nog na in de geesten.
Inplaats van een traditioneelen gramophoon
der dorpscafé s, hoort mon bjj wjjze van
muziek-begeleiding, van uit de slecht sluitende
telefooncol verslaggevers fn korte zinnen de
verschillende phasen van het spannend
nachteljjke avontuur aan hun bladen toe-
gillen.
Wjj zjjn nog te Nogent-sur-Marne gebleven,
omdat we toch, als de dag gekomen zal zjjn,
het terrein willen kennen waarop we van
nacht in den blinde, zonder recht te weten
waar we waren, zulke dolle, tragische
oogenblikken doormaakten.
De nachteljjke duisternis, de onmogeljjk-
heid zich te orienteeren, die eerder nog
verhoogd dan verminderd werd door de
onrustig heen en weer warende, reusachtige
spookschaduwen werpende, walmende toortsen
en fakkels, dat was eigenljjk de scherpste
karakteristiek van deze sensationeele belege
ring; dat gaf aan deze laatste episode der
bandieten-jacht eigenljjk dat intense, de
zenuwen spannende, tegeljjk mysterieuze,
dramatische en schrikkeljjk verwarde karakter.
Men wist niet waar men was, hoe ver af
of hoe dicht bjj het gevaarljjke punt, van
de schoten kwamen, waar de dynamiet
bom geplaatst was, die men elk oogenblik
meende te zullen hooren springeD.
In do duisternis struikelde mon over een
zwaren kei, die onder een boog van de viaduct
lag, liep niet zonder even een korte trilling
tegen een politie-hond aan, die u met zjjn
gemuilbanden bek in de beenea stootte. En
op het heetste oogenblik van de fusillade,
terwjjl men volstrekt niet wist of men al of
niet binnen het bereik van de kogels der
bandieten was of soms bloot stond aan de
schoten van de verdedigers der maatschappjj,
zag men ineens vlak bjj zich een agent
wankelen, in de armen van t
vallen en weggedragen worden.
Tegen half elf was ik te Nogent-sur-Marne
aangekomeD, bjj een groot viaduct, die indruk
wekkend in den nacht omhoog rjjst. Aan den
voet van den eersten boog worden de auto's
aangehouden. Een groot aantal staan er ook
reeds in lange rjj geschaard. Een dichte
menigte verdringt er zich, meest arbeiders,
vrouwen en jonge kerels, waarvan men in
de duisternis moeiljjk zeggen kan of het
werklieden of min of meer «apachen" zjjn.
Eenige uit Parjjs gekomen elegante gezel
schappen onderscheidt men ook. De schelle
lichten der auto's maken het bjjna onmogeljjk
een weg of een richting te ondersoheiden,
Ik vraag om inlichting. «Maar die weg
daar, die naast de viaduct loopt on dienaar
de Moulin Rouge voert. Ze zitten in een
huisje naast den Moulin" zegt een vrouw.
Die «Moulin Rouge" is mjj vanmorgen ge
bleken een aardige, bekoorljjke ontspanning
aan den oever van de Marne te zjjn. Gisteren
avond was het enkel een in de duisternis
verborgen mysterieus punt, waarbeen ik
trachtte op te trekken.
Op den weg naast de viaduct is bet een
groot gewoel en gedrang. Politieagenten en
veldwachters houden met ruwe gebaren de
menigte tegen. Na dringen en stooten kom
ik tot op het kordon van agenten en kan er
met mjjn perskaart door.
Dan verandert de toestand geheel. Uit de
dringende en opgedrongen menigte losgeko
men, gevoelt men sieh plotseling als op het
terrein van een boosen, mysterie azen strjjd.
«U kunt verder gaan, maar op uw eigen
verantwoordelijkheid", zeggen de agonteD, op
wie men bljjft stuiten. Men ziet brandweer
mannen haastig loopen. De zouaven, die
wegens hun toevallig in de buurt in garnizoen
liggen, voor den ordedienBt en den strjjd
opgeroepen zjjn, staan hier ook ernstig op
hnn geweren geleund.
Do weg is niet broed. Links de reusachtige
bogen van de viaduct, waardoor men boomen
en groote plekken van den hemel ziet. Rechts
eerst wat tuintjes, dan een café, dat vol
journalisten is, dan een langen muur, waar
tegon men kleine paviljoens gebouwd zieton
waar boomen bovonuit komen. Dit alles in
eon vaag duister, dat tegeljjk ondoorgrondelijk
en fantastisch wordt door de met walmende
toortsen rondgaande agenten.
Ik loop maar door, tot plotseling een bri
gadier mjj aanhoudt: «Maar waar gaat u
heen «Ik kom hier om' verslag te geven.
Ik zoek het door de politie en de zouaven
belegerde huis van Garnier!"
«Maar wilt gjj u dan dood laten schieten?"
Dat is niet precies mjjn bedoeling". De bri
gadier vervolgt: «Maar u bent er op geen
twintig meter van af." Een officier komt mjj
ook sommeeren terng te gaan. «Ze schieten
wel niet op het oogenblik. Maar men kan
niet weten." En hjj deelt mjj op mjjn verzoek
mede hoe de zaken staan. De bommen hebben
totnutoe geen uitwerking gehad. Men wacbt
op de brandweermannen van Parjjs, die met
eon groot zoeklicht moeten komen. Als de
in de duisternis geplaatste bommen geen goede
uitwerking hebben, zal men misschien ook
tot den vroegen morgen moeten wachten met
do voortzetting van hot beleg. Met deze in
lichtingen en verdreven ook door een plol-
selingen stortregen, die echter niet zal voort
duren, bereik ik hot café der journalisten.
Van telegrafeeren is geen sprake. Het bnreau
van Nogont is sinds lang gesloten. Maar na
mjjn benrt afgewacht te hebben te midden
van vele trappelende en jagende collega's,
kan ik in de telefooncel komen en telefo-
neeren naar eon collega in Parjjs, dien ik
gewaarschuwd heb voor mjjn vertrek en die
u het korte telegram, dat ik hem telefoneer,
onmiddellijk over zal seinen.
Te middernacht komt een auto der brand
weermannen aan, maar er ontbreekt iets en
de auto die dat ontbrekende moest brengen,
onderweg wegens een defect aan den
motor moeten bljjven staan.
Toch begint thans de ernstige, beslissende
voorbereiding van het einde. Er is krjjgsraud
gehouden en er is besloten een nog grooter
hoeveelheid dynamiet te gebruiken en nog
voor den morgen de zaak tot een oinde te
brengen.
De agenten houden oen scherpe schifting
onder de porsonen, die zich onder de bogen
van do viaduct in de buurt van de plaats des
onheils bevinden. De nieuwsgierigen, die
zonder recht of kaart tot in do buurt hebben
weten te komen, worden verdreven.
Er begint Bpanning en opwinding te
heerschen onder de misschien driehonderd
personen, agenten, militairen, brandweerman
nen, autoriteiten en journalisten, die zich in
de nabjjheid bevinden. De groote meerderhsid
kent het terrein, waarop de aanval gericht
wordt, niet en dit geeft een groote onzeker
heid aan de bewegingen. Men weet niet waar
men is, waar men zjjn moet om te zien, te
hooren en buiten schot te zjjn. En hot
licht der toortsen verhoogt de moeiljjkheid.
Het is fantastisch, bewegeljjk, onzeker, op
laaiend en gedoofd, van zwarte duisternis
naar roasigen sterken lichtgloed met kolossale
schaduwen gaando. De zonaven zjjn in dit
vlammend en verward licht van een fantas
tische schilderachtigheid.
Daar is eigenljjk over allen een stille
ongerustheid, omdat men niet weet in hoe
verre men blootgesteld is of niet. Maar ieder
hreft eigenljjk de gedachte: waarom zou ik
nu juist geraakt worden in deze massa? En
als een officier dreigend zegt, dat de werking
van een bom altjjd onzeker is en dat de
journalisten boter doen verder weg te gaan,
bljjven ze toch allen.
Drie zouaven komen snel aangeloopen. Eén
hunner, een sergeant, een kleine kerel, niet
heel jong meer, in een witten broek, draagt
een paar pakjes, zoo groot als eon roode
baksteen. De hommen. De kleine sergeant
baant zich glimlachend een weg: «Attention
6 mes petits bonbons' zegt hjj en allen gaan
eerbiedig op zjj.
Het is ondertusschen bjj ecnen, half twee
geworden. Het schouwspel bljjft van een
sterke mysteriense schilderachtigheid
de toeschouwers en de acteurs worden
en zenuwachtig. Het is bjj tweeën als
plotseling de stem van Lépine eenige schelle,
dreigendo commando's hoort zeggen.
«Binnen vjjf minuten znllen ze springen*,
zegt plotseling in onze buurt een stem van
een zouavenofficier. Onwillekeurig trekken
allen, agenten, zouaven, journalisten, wat
achteruit. Het wordt ineens heel stil. Een
tikt mjj op den scbonder. «Wjj
hier dicht bjj. Als Da de ontploffing het schie
ten soms weer begint, zult u goed doen u te
bukken". De rondom staanden hooren het
ook. Wjj vinden geen van allen deze mede
deeling erg geruststellend en donken tevens
in onze binnenste, dat het niet bepaald noodig
is, dat we hier eon kogel oploopen. Maar
niemand verlaat toch zjjn plaats. Eigenljjk
gelooft men niet aan een workeljjk gevaar
en bovendien, de duisternis, hot verwarrend
toortsflikkeren en het niot georiënteerd zjjn
geven een soort fatalistisch gevoel.
Ineens een heel sterke intenso ontploffings
slag; de lacht schudt; men voelt zich door-
geschnd, het hoofd ook oven op den nek
geschokt, «en wordt even als ter zjjde ge
worpen. Men heeft oen govoel alsof do zware
renzenboogen van de viaduct trillen. Rinkelend
en knetterend vliegen vensterraampjes van een
anto aan stukken
Een bange, afwachtende stilte van enkele
miDUten. En dan begint het somberste,
verontTQBtende, booze, .unheimische» m
van dit belegdo fusilade. Knetterend,
kort, in wilde, langdurige opeenvolging. Het
zjjn de souaven, de agenten, de rechercheurs
die van allo kanten op bet buisje van Garoier
en Valet schieten en het zjjn ook Garnirr en
Valet die antwoorden. Maar men heeft dui-
deljjk het gevoel, dat het vuren der aanvallers
In de duisternis gevaarljjk willekeurig toegaat
en als vlak bjj ons een agent gewond wordt,
is aller gedachte, dat de kogel van een anderen
kant van het bolegerde huisje, van een der
«onzen*, geljjk de agenten zeggen, gekomen is.
De zouaren-offleier, die ook van die meening
is, doet snel oen trompetter «staakt hot vnur'
blazen. Een oogenblik houdt het op. Maar
weldra klinken weer in snelle opeenvolging
korte, knetterende schoten. Ditmaal zjja het
echter de moedige bestormers van het huisje,
die, revolver in de hand, do politiehonden
volgen, dio luid blaffend op den vjjand afge
gaan zjjn
Dan verstomt ineens het schieten. Nog geen
twee minuten daarna komen agenten, een
«an, een stervende, misschien een ljjk dra
gende, te voorschjjnEn het ia als te
Choisy-le-Roi een oogenblik van boos wraak-
gohuil, een losstormen op den overwonnene.
Dan volgt nog een door do fakkels intens
schilderachtig belicht doorzoeken van het
zwaar geschonden, maar niot ingestort huisje.
looie plekje» op Texel.
Wanneer de vreemdeling zich aanmeldt te
Den Bnrg, on daar de mooie, in den laataten
tjjd zoo in modernen trant ge- en verbouwde
huizen, heeft gezien, wanneer hjj er zich
heeft verwonderd over de keurige hotels, en
een kjjkjo heeft genomen in den naasten
ïtrek met het mooie groen, dan vraagt hjj
allicht raar de mooie plekjes op het eiland,
en die worden hem gaarne door de men
schen, dio zo kennen, genoemd en gewezen.
Want er zjjn nog vele Texelaars, die hot
mooi van hnn eiland niet weten te noenen,
omdat zo het zelf nimmor zagen.
En dan wordt wel, vooral in den voor-
mer, vorwezen naar den polder Waal-en-
Burg, in het midden van het eiland gelegen,
en van allo zijden te bereiken.
De polder Waal-en-Burg is bedjjkt in het
jaar 1486, waartoe het octrooi verleend is
door vrouwe Margaretha van Bourgondië aan
haren geheimschrijver Daniël van Nyewaal
en Jan van Noirde samen. Deze polder is
in 1582 weder overstroomd en tachtig jaar
daarna opnieuw iogodjjkt.
In 1620 werd hjj opgemeten door don,
den landmeter Jan Pietersz. Donw en be
vonden groot te zjjn „788 morgen, 897 roe
den, Rjjnlandsche maat."
En in dezen polder is het open en ruim
gebleven. Slechts langs de kauten vindt men
enkele huizen, overigens ligt hjj te laag,
daar een groot gedeelto er van des winters
onder water staat. En juist daarom is het
des zomers een eldorado voor duizenden
vogels, die er hunne netten maken laogs de
natte, met riet begroeide oevers, van «Het
Kil', en in de onafzienbare hooilanden, zoo
rjjk begroeid met zuring on Engelsch gras,
die aan het geheel een roodgroen waas geven.
Zonder permissie mag mon het land niet
betreden, doch er is gewoonljjk wel ver
gunning voor te krjjgen, en daD kan men
talrjjke nesten van kokmeeuwen, zeezwaluwen,
tureluren, kieviten, l^mphanen en vele an
dere vogelsoorten waarnemen. Maar ook
langs den middenweg en het kooistukswegje,
langs den mot- en wostenboeraweg kan mon
zooveel te zien krjjgen, dat men zich reeds
daarmede moer dan voldaan zal rekenen.
Nn eens ziet men een moedereend met
een aantal jongen zich een weg banen door
riet en kroos, terwjjl de padon tusschen de
fijn bloeiende wator-ravonkeltjes doen zien,
dat zich hier gedurig eenden ophouden. Dan
weer vraagt eon roeztkleurige grutto, die op
een hekpost plaats genomen heeft, de aan
dacht, en met een geweldig „ke-loe-je, ke-
loe-je" of een moer eentoonig ,grie-to, grie-
to", vliegt hjj onrustig heen, bang als hjj is, dat
de onwelkome bezoeker zjjn broedend wjjfje
komt storen. En waar men maar tussobon
het graa een open plekje ontwaart, daar ziet
mon gedurig breede, zwarte vogels, nu eens
heel bestendig, dan weer onder draaiende
bewegingen veel lawaai makende, 't Zjjn
scholeksters, die ook hunne groote eieren,
in legsels van vier stuks, tusschen het grns
hebben. Daar ook strippelen gedurig strand-
pleviortjes, dikwjjls hnn angBtig «tierk-tiork*
latende hooren, en waarvan zoo moeielj)k
dikwjjls te vinden zjjn de nestjes met de
drie eieren, die meermalen tot over de helft
in het schelpgruis verborgen zjjn. Knorrende
meerkoeten en waterhoenders, kenbaar aan
hnnne witte en roode voorhoofdsplaten, zwem
men gedurig langs den wandelaar heeD, al
zjjn ze niet altjjd gomakkeljjk te ontdokken,
en hier en daar ziet men «en oogenscbjjnljjk
nietswaardig hoopjo slik met vieze rietbla
deren omweven. Weinig zou de leek ver
moeden, dat ook dit nesten zjjn, bevattonde
de eieren van den Dodaars, de kleinste onzer
futen.
Nadert men zoo langzamerhand «bet Kil",
dan heeft men achter het hooge oeverriet
een prachlige observatiepost. Tusschen de
wuivende rietbladeron door kan men waar
nemen visschende lepelaars, die, wanneer
men maar geduld heeft, zoo nabjj kunnen
komen, dat men de verlengde kopvederen
prachtig kan zien afkangen ep het reine,
witte kleed. Ook de bonte kluiten met hunne
zwarte on witte vederen in scherpe beljjning
ziet men daar hunne dunne, baleinachtige
znavels, zoo wonderljjk naar boven omge
bogen, heen en weer slingeren, om tal van
ïogen,
Kleine
diertjes van het water af te
En in de incht zweven talrjjke kokmeeuwen,
kenbaar aan de zwartbruine koppen en vele
zeezwaluwen maken «biddende" bewegingen
boven de zoetwatergarnalen en kleine vischjee,
die uit het nat opgediept worden.
Hier aan «het Kil", dat nog een armpje
van den vroegereD IJ*el moet «jjn (Texel
komt van Teseel, Tjjsel, Ter IJsel/, kan men
veel waarnemen. De zwanenbloem, als ko
ningin der slootfiora, wuift er baar bloemtros,
en vele moerasplanten groeien er in hare
nabjjheid. In het heldere water ziet men
blanke vorens met fraai roode vinneD, vlugge
baarzen en kolossale snoeken voorbjj schieten,
en op het land en in do lucht wemelt het
van vogels in talrjjke vormen.
Waal-en-Burg is een van de zeer mooie
plekjes van het eiland. D.